Een ‘college van pacificatie’. Eindverslag van het onderzoek naar mogelijkheden tot vorming van een college van B&W in de gemeente Wassenaar, verricht tussen 17 en 22 december 2012. [1] Op maandag 17 december heb ik van de voorzitter van de fractie der VVD in de gemeenteraad van Wassenaar, sprekend namens alle fractievoorzitters in deze raad, opdracht gekregen een onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot vorming van een college van B&W ‘van zo breed mogelijke samenstelling’. Eerder, op zaterdag, 15 december had deze fractievoorzitter, mevr. A. van Eekelen, mij daarvoor informeel reeds geconsulteerd. Ik heb deze opdracht aanvaard, hoewel die een belangrijke transformatie betekende van een eerder door de raad van Wassenaar gedaan verzoek tot onderzoek naar de verstoorde politieke en bestuurlijke verhoudingen en de heersende bestuurscultuur aldaar in het algemeen. Ik heb er bij eerste consultatie op 15 december op gewezen dat de eerdere opdracht er een was tot onderzoek en bemiddeling, terwijl een informatieopdracht naast onderzoek onvermijdelijk politieke keuzes zou vergen en daarom latere bemiddeling in de weg zou kunnen staan. Ik heb wel beseft dat de informatieopdracht aanzienlijk hogere prioriteit had en voorts begrepen dat deze brede steun genoot in de gemeenteraad. Vandaar dat ik heb toegezegd een informatieopdracht te zullen aanvaarden, onder opschorting van het onderzoek naar de politieke en bestuurscultuur. Of dit in een later stadium, nadat een college van B&W zal zijn gevormd, alsnog moet worden hervat is alsdan aan de raad om te besluiten.
[2] Graag zeg ik dank aan alle fractievoorzitters die mij te woord hebben gestaan en die bereid bleken tot royale medewerking aan mijn onderzoek. Voorts ben ik dank verschuldigd aan alle wethouders en oud-wethouder, die eveneens bereid bleken tot openhartig gesprek. Eerder al had ik in het kader van de voorbereiding van het ‘cultuuronderzoek’ uitvoerig kunnen spreken met de burgemeester, J.Th. Hoekema, hoewel het college van B&W toen nog niet was uiteengevallen. Op maandag 17 december heb ik, na aanvaarding van de informatieopdracht, een korte aanvullende gedachtewisseling met de burgemeester gehad. Dank breng ik ook graag uit aan de medewerkers van de gemeente Wassenaar. Voorop gaat de gemeentesecretaris, mevr. W. Atsma, die tot een grondig gesprek bereid bleek en die voorts op zeer korte termijn een notitie bereid bleek te leveren over de belangrijkste inhoudelijke kwesties die het gemeentebestuur bezighouden. Daarnaast waren er de medewerkers die afspraken en logistiek regelden, twee verslaggevers die nauwgezet verslag maakten van het besprokene en de medewerkers die voor drank en voedsel zorgden, zo daaraan
1
behoefte bestond. Tenslotte dank ik het hoofd communicatie voor diens advies en bijstand. Ik acht mij voorbeeldig en vriendelijk behandeld en ondersteund.
[3] In de loop van een week heb ik in totaal elf gesprekken gevoerd met wethouders en ex-wethouder en de fractievoorzitters, waarbij telkens de volgende drie vragen centraal hebben gestaan: (a) hoe beoordeelt U de nu ontstane politieke situatie, de actuele maar eventueel ook de situatie op wat langere termijn gezien? (b) Hoe moet volgens U in deze situatie worden gehandeld om tot een nieuw college van B&W dan wel reconstructie van het bestaande college te kunnen komen? (c) Wat ziet U als de bijdrage die uw partij aan oplossing van de ontstane problemen kan leveren?
[4] Over het karakter van mijn gesprekken en over de daarbij gebleken bevindingen en conclusies heb ik de door de Gemeentewet krachtens art. 35.2 voorgeschreven consultatie van de burgemeester uitgevoerd op vrijdag 21 december. Daarbij is mij gebleken dat de burgemeester zich in grote trekken met mijn rapportage en conclusies kon verenigen.
[5] De gesprekken hebben mij geconfronteerd met complexe verhoudingen en tegenstellingen, in de politieke maar ook menselijke sfeer. Daarbij heb ik vele en verreikende persoonlijke kritiek en verwijten moeten vaststellen en dienovereenkomstig vele persoonlijke kwetsuren. Deze zijn gevolg van een opeenhoping van gebeurtenissen die in een aantal jaren de onderlinge politieke en persoonlijke relaties ernstig hebben verslechterd. Herinnerd kan worden aan een uiteindelijk al te beperkt resultaat van een discussie over de bestuurskracht van het gemeentebestuur, aan een mislukte en ook spoedig gefrustreerde takendiscussie dankzij emotionele verwijten in de persoonlijke sfeer, voorts dat wat in de media doorgaans wordt aangeduid als de zog. ‘seksrel’ die zware persoonlijke schade heeft aangericht en last but not least de ‘kwestie Den Deijl’ en de daar gebleken ernstige begrotingsoverschrijding, leidend tot een kleine reeks van moties van wantrouwen. Daaraan gepaard en daarmee samenhangend was er het vertrek van een tweetal fractievoorzitters van de grootste raadsfractie, de uittreding van een lid van de fractie van de VVD, alsmede de uittreding van een lid van de fractie van D66 en haar overgang naar de fractie van WatWassenaarWil. Tegelijk en daartegenover moet worden vastgesteld dat het coalitieakkoord van VVD, CDA en D66 betrekkelijk consequent en systematisch is en wordt uitgevoerd, zoals een overgrote meerderheid van de fractievoorzitters in de raad erkent. Voorts ben ik erop geattendeerd dat het mogelijk is gebleken voor het dienstjaar 2013 met eenparigheid van stemmen een begroting vast te stellen.
2
Niettemin, er is geen partij die in de afgelopen twee jaren niet op enigerlei wijze zware schade heeft opgelopen; er is, zo is mij gebleken, evenmin een partij die niet aan zichzelf of aan anderen zware schade heeft toegebracht. Wat ernstiger is, daarbij zijn individuele mensen zwaar beschadigd. De kwestie van de begrotingsoverschrijding in het project Den Deijl moge naar verhouding een zeer ernstige zijn, temeer nu de totale overschrijding nog steeds niet vaststaat, toch is zij helaas niet meer dan de druppel die de emmer heeft doen overlopen. Ook dit laatste wordt breed toegegeven. Bij alle partijen is er de erkenning dat ieder, bedoeld of onbedoeld, aan de problemen en slechte verhoudingen heeft bijgedragen; dat het nu hoog tijd is de verstoorde politieke verhoudingen te doorbreken; dat de geloofwaardigheid en het gezag van het democratisch bestuur en de politiek in Wassenaar op het spel zijn komen te staan. De conclusies die daaraan door diverse partijen worden verbonden en de uitwegen die worden aangewezen om een doorbraak te bewerkstelligen verschillen uiteraard per partij en soms ook per persoon, hoewel er ook wel consensus is te bespeuren.
[6] Om een aantal redenen is een doorbraak noodzakelijk. Onder de fractievoorzitters bestaat er, zo is mij gebleken, overeenstemming over dat die redenen evenzovele opdrachten betekenen aan een nieuw te vormen college, dat deze bij zijn formatie dient te aanvaarden. (a) De ambtelijke fusie van de gemeenten Voorschoten en Wassenaar is een majeur en complex project, dat alleen kan slagen onder stabiele politieke verhoudingen en onder een stabiel politiek toezicht. Het gaat immers om de arbeidsvreugde en de toekomst van ongeveer zeshonderd mensen. Naar het welslagen van deze fusie zal veel bestuurlijke energie moeten uitgaan. (b) de drie grote decentralisatie-operaties die van Rijkswege worden voorbereid zullen weliswaar eerst in 2014 hun beslag krijgen op het gemeentelijke erf, maar ze dienen in het jaar daaraan voorafgaand deugdelijk te worden voorbereid. (c) Het project-Den Deijl laat zien dat de financiële planning en control van grotere projecten aanzienlijke verbetering behoeft, temeer zodra die projecten in regie worden genomen en niet in eigen beheer worden uitgevoerd. (d) De politieke partijen in Wassenaar moeten zichzelf de ruimte verschaffen om zichzelf te hernemen en koers te kiezen en voorts de onderlinge verhoudingen te normaliseren, zodat zij bevrijd van oude wrok en effectief in staat zijn zichzelf aan de kiezers te presenteren in het voorjaar van 2014, zodat bestuurlijk Wassenaar als geheel in staat is een nieuwe start te maken.
3
[7] Uiteraard hebben voor de collegevorming diverse varianten van coalities de revue gepasseerd. Ik noem de reconstructie van de bestaande coalitie van VVD, CDA en D66; een mogelijke coalitie van WWW, CDA en PvdA; een brede coalitie van VVD, WWW, CDA, eventueel versterkt met een vertegenwoordiger van de drie progressieve partijen (D66, PvdA en Groen Links) gezamenlijk. Ook kwam een coalitie van VVD en WWW ter sprake. De vertegenwoordiger van Groen Links heeft toegelicht dat en waarom zijn partij in geen geval wil samenwerken met de VVD. 'Democratische Liberalen Wassenaar'sprak zijn voorkeur uit voor een college los van de politieke fracties in de raad. In de meeste voorstellen wordt gehele of gedeeltelijke vernieuwing van personele bezetting verondersteld. Ik heb moeten vaststellen dat juist deze vernieuwing aanzienlijke complicaties, ook in de persoonlijke sfeer, zou opleveren. De vertrouwelijkheid van de consultaties staat mij niet toe daarover uitspraken te doen. De fractievoorzitters zijn er zelf uitstekend mee op de hoogte.
[8] Samenvattend: De bevolking van Wassenaar kan, naar mijn waarneming, niet uit de voeten met een disfunctionerend gemeentelijk bestuur; daarmee staat in deze gemeente de democratie zelf op het spel. De toekomst van Wassenaar, in de eerste plaats van de in een gemeenschappelijke regeling met Voorschoten ondergebrachte ambtelijke ondersteuning, vereist een stabiel en gezaghebbend dagelijks bestuur; De politieke verhoudingen zijn in jaren grondig bedorven geraakt en niet van vandaag op morgen gezond te maken; bovendien is er sterk behoefte aan een veranderde en meer open bestuurscultuur. Geen van beide zijn van vandaag op morgen gezond te maken. Een ‘normaal’ partijpolitiek samengesteld college, hoe breed ook opgezet, zal onder dezelfde druk staan als alle coalities sedert 2006. Die druk is niet ontstaan dankzij een nieuwe plaatselijke politieke partij, maar door de verstoorde verhoudingen binnen en tussen partijen.
[9] Vandaar dat mijn advies aan de voorzitter van de gemeenteraad van Wassenaar, op 22 december besproken in een overleg met alle fractievoorzitters in de gemeenteraad gezamenlijk, luidt als volgt: (a) van alle nog zittende wethouders wordt de ontslagaanvraag als politiek feit geaccepteerd.
4
(b) in hun plaats worden kandidaat-wethouders bij de raad voorgedragen die geen lid zijn of zijn geweest van de Wassenaarse raad, die bij voorkeur afkomstig zijn van buiten de gemeente Wassenaar en die in elk geval geen nauwe banden hebben met partijen en partij-afdelingen in de gemeente Wassenaar. (c) Daartoe worden de fractievoorzitters van VVD, CDA en WWW verzocht een formatieteam te vormen dat het huidige coalitieakkoord in grote trekken tot grondslag neemt voor het collegeprogramma van de laatste anderhalf jaar tot 2014; dat in eigen kring (bij voorbeeld in de ‘wethouderspools’ van politieke partijen) zoekt naar geestverwante kandidaat-wethouders; dat bij voorkeur in de eerste dagen van januari tot een selectie komt van in totaal drie wethouderskandidaten en deze vervolgens presenteert in een informele bijeenkomst van de gemeenteraad, zodat op 14 januari 2013, tijdens zijn reguliere vergadering, de raad een nieuw college kan installeren. Dit zal leiden tot een ‘zakenkabinet’, maar ik zou het liever betitelen als een ‘college van pacificatie’. Alleen een team van wethouders dat geen banden heeft met het recente politieke verleden en heden van Wassenaar maar wel bestaat uit ervaren bestuurders acht ik in staat de voorwaarden te scheppen voor de noodzakelijke politieke doorbraak en het herstel van politieke geloofwaardigheid.
[10] Het concept eindverslag heb ik, zoals al aangeduid, besproken in een overleg met alle fractievoorzitters in de Wassenaarse gemeenteraad op 22 december. In verschillende intensiteit waren zij bereid de analyse te onderschrijven en de voorgestelde oplossing te accepteren als een reëel mogelijke, ook als zij die niet allen zagen als ideaal. Geen der fractievoorzitters heeft zich formeel ervan gedistantieerd. De fractievoorzitters van de drie grootste partijen in de Wassenaarse raad, VVD, WWW en CDA, verklaarden zich bereid het door mij voorgestelde in hun fracties serieus te bespreken en te verdedigen. Voorts spraken zij af op maandag 24 december samen te komen om de vraag te beantwoorden of zij als formatieteam de door mij geadviseerde oplossing bereid zijn te kiezen en zo ja, hoe zij verder willen procederen om het voorgestelde resultaat tot stand te brengen. De meeste overige fractievoorzitters hebben zich bereid verklaard constructieve suggesties, inclusief personele, aan het formatieteam te doen toekomen. De fractievoorzitters toonden zich voorts in het algemeen bereid mee te werken aan ‘pacificatie’ van onderlinge verhoudingen; ik heb mijn bereidheid uitgesproken mijn bijdrage (zoals eerder toegezegd en afgesproken) daaraan te leveren, indien dat door de raad wordt gewenst.
Alphen aan den Rijn, 23 december 2012,
5
J.Th.J. van den Berg, informateur.
6