Alternatief voor de mattenvisserij
Eindrapportage ARM 7 en ARM 44 1 juli 2011 – 30 maart 2014
Eindrapportage Alternatief voor de mattenvisserij
Projectgegevens
Regeling: Duurzame Ontwikkeling Visserijgebieden Visserijgebied: Provincie Zeeland Aanvrager: Grietje BV Medeaanvragers: Geertruida BV, Visserij-‐ en beheermaatschappij Siereveld BV Beheermaatschappij Relatienummer: 200788065 Aanvraagnummer: 4540007982377 Opgesteld door: R. Martens, Sparc Advies maart 2014
'Europees Visserijfonds, investering in duurzame visserij'
maart 2014
2
Eindrapportage Alternatief voor de mattenvisserij
Inhoudsopgave 1. Inleiding......................................................................................................................................4 2. Project .........................................................................................................................................5 2.1. Doel van het project ......................................................................................................................5 2.2. Geplande activiteiten en planning ...........................................................................................5 2.2.1. Geplande activiteiten ..............................................................................................................................5 2.2.2. Planning........................................................................................................................................................6 2.3. Uitgevoerde activiteiten ..............................................................................................................6 2.3.1. Ontwikkelfase ............................................................................................................................................6 2.3.2. Startfase........................................................................................................................................................7 2.3.3. Projectfase...................................................................................................................................................7 2.3.4. Afrondingsfase...........................................................................................................................................9 2.4. Realisatie doelstellingen .......................................................................................................... 10 2.4.1. Doelstelling project .............................................................................................................................. 10 2.4.2. Bijdrage activiteiten aan doelstellingen ...................................................................................... 10 2.4.3. Resultaat project.................................................................................................................................... 11 3. Kennis en informatie........................................................................................................... 13 3.1. Leerervaringen ............................................................................................................................ 13 3.2. Delen van informatie ................................................................................................................. 13 4. Financiën ................................................................................................................................. 14 4.1. Inleiding ......................................................................................................................................... 14 4.2. Begroting en financiering ........................................................................................................ 14 4.3. Realisatie ....................................................................................................................................... 15 4.3.1. Subsidiabele kosten.............................................................................................................................. 15 4.3.2. Financiering............................................................................................................................................. 16 Bijlagen: • •
Rapportage LEI: Pulskor versus boomkor , ARM 7 en ARM 44, economische uitkomsten en analyses. Vangsten en discards van de pulsvisserij van de ARM7 & ARM44, Karin van der Reijden en Mascha Rasenberg (IMARES)
maart 2014
3
Alternatief voor de mattenvisserij
1. Inleiding
De pulsvisserij wordt in snel tempo ingevoerd in de Nederlandse visserij al alternatief voor de traditionele boomkorvisserij. Inmiddels is duidelijk dat de pulssystemen een goede visnamigheid hebben en een goed alternatief lijken te bieden voor de toekomst. Innovatie is nodig om de bodemberoerende visserijtechnieken te vervangen, en nieuw toekomstperspectief te bieden aan de visserijondernemers in de regio. De pulsvisserij lijkt een dergelijk perspectief te gaan bieden. Voor de visserijondernemers actief in de Zuidelijke en Zuidwestelijke bestekken zijn de huidige vistuigconfiguraties echter nog geen volwaardig exploitabel alternatief. De omstandigheden onder water (stenige bodem, zeestromen) en weersomstandigheden vragen een betrouwbaarder vistuig dan op dit moment beschikbaar is. Aanleiding voor dit project is dat de ondernemers van de ARM7 en ARM44 van mening zijn dat de beschikbare visbuizen en elektrodragers (wekveld) voor de beoefening van de pulsvisserij op de Zuidwestelijke en Zuidelijke bestekken nog erg kwetsbaar zijn. Zij hebben samen met samen met Van Wijk Installatietechnieken en Delmeco Fishing Technology een nieuw vistuig ontworpen dat naar verwachting meer tegemoet komt aan de eisen die op hun bestekken gesteld worden. De eerste ervaringen bij verschillende schepen actief in de pulsvisserij laten zien dat er nog veel extra kosten verbonden zijn aan de pulsvisserij. De slijtage aan de wekvelden en het netwerk zijn aanzienlijk. Over de oorzaak en daarvoor benodigde aanpassingen is nog weinig bekend. De meest kwetsbare onderdelen zijn de pulsmodules, Elektrodragers en het netwerk. Tezamen met het ontwikkelde vistuig zullen deze getest, onderzocht en verbeterd worden. Met de pulsvisserij willen de ondernemers de rentabiliteit van hun bedrijf (maar in de toekomst ook die van andere bedrijven uit de regio) door innovatie van het vistuig, wekveld en netwerk sterk verbeteren. De kennis die bij de toeleverende bedrijven in de regio wordt opgedaan, leidt via het project tot verdere vernieuwingen in de toekomst, en geeft op die wijze een impuls aan de hele regio. Hierdoor zullen de risico’s in de nabije toekomst snel afnemen en toekomstige investeringen in de pulsvisserij een terugverdienperiode van 2 jaar binnen bereik brengen. Daarnaast draagt de pulsvisserij op zich zelf uiteraard bij aan een forse reductie van de CO2 uitstoot door de brandstofreductie. Ook draagt het bij aan een positief imago van de visserij en vergroot het de kwaliteit van de vis. De (technische) onzekerheden en de onzekerheden over de slijtage en robuustheid in de Zuidelijke en zuidwestelijke bestekken maken ondersteuning door middel van subsidies wenselijk. In dit eindrapport wordt verslag gedaan van de uitgevoerde activiteiten , de resultaten van deze activiteiten en bevat de verantwoording van de subsidiabele kosten.
maart 2014
4
Alternatief voor de mattenvisserij
2. Project 2.1. Doel van het project Het hoofddoel is het gezamenlijk ontwikkelen van een alternatieve vistuigconfiguratie geschikt voor de pulsvisserij op tong op de stenige Zuidbestekken. Deze configuratie bestaat een: • Nieuw ontwerp visbuis en viskoppen. • Wekveld, pulsmodules en electrodragers van Delmeco Fishing Technology. • Netwerk, ontwerp van Coöperatie Westvoorn. Een visconfiguratie waarmee tegen acceptabele exploitatiekosten selectiever op tong gevist kan worden op de Zuidwestelijke en Zuidelijke bestekken, met minder impact op de biodiversiteit en habitat en met een beter rendement. Gestreefd wordt naar een visconfiguratie waarmee een brandstofreductie van 50 procent wordt gerealiseerd en een terugverdientijd van 2 jaar mogelijk is. De doelstelling voor de reductie van de bodemberoering is 60 procent. Het project draagt hiermee bij aan een forse CO2-‐reductie, minder ecologische impact door minder bodemberoering, minder discards en draagt in positieve zin bij aan het imago van de visserij Het project richt zich nadrukkelijk niet op innovatie van het pulssysteem zelf. De kosten voor verbouwing van het schip en de aanschaf van het pulssysteem zijn uiteraard onderdeel van het totale project, maar zijn niet opgenomen als kosten bij de subsidieaanvraag.
2.2. Geplande activiteiten en planning 2.2.1. Geplande activiteiten In het project waren de volgende hoofdactiviteiten voorzien: Ontwikkelfase • Ontwikkelen/ontwerpen vistuig. In de voorbereidingsfase is in samenwerking met Van Wijk, schippers van de TX68 een ontwerp gemaakt voor een alternatief vistuig. • Ontwerpen netwerk. In samenwerking met Coöperatie Westvoorn wordt een netwerk ontworpen. • Uitvoeren testen in flumetank Boulogne. Voor het testen worden/zijn schaalmodellen gemaakt schaalgrootte 1:6. • Aanvragen offertes, opdracht verlenen en produceren vistuigen en netwerk. Startfase • Installeren pulssysteem/verbouwen schip (plaatsen lieren, Marelec-‐systeem etc). • Produceren vistuig. • Produceren netwerk. • Intuigen schip. • Testen pulssyteem. • Afstellen en testen vistuig. maart 2014
5
Alternatief voor de mattenvisserij Projectfase In de projectfase wordt de ontwikkelde vistuigconfiguratie getest en verbeterd, onder andere is het volgende gepland: • Onderzoek wekvelden • Onderzoek netwerk • Onderzoek Aqua Planning Gear • E-‐kabel • Discardonderzoek Eindfase • Kennisdelen • Verantwoorden 2.2.2. Planning o o o o
Ontwikkelfase: 1 augustus 2011 – 31 december 2011 Startfase: 1 november 2011 – 15 maart 2012 Projectfase: 1 februari 2012 tot en met 30 december 2012 Eindfase: 1 januari 2013 – 31 maart 2013
De ontwikkel en startfase (installatie, testen en enkele herstelwerkzaamheden) is conform planning verlopen. In juni 2012 is een wijzigingsverzoek ingediend voor de begroting. De wijzigingen betroffen vooral verschuivingen tussen kostencategorieën. In december 2012 heeft Dienst regelingen de wijzigingen goedgekeurd. Verder is er uitstel gevraagd tot 31 maart 2014. Met name het inplannen en uitvoeren van het onderzoek was de oorzaak van een langere doorlooptijd. In juli 2013 is hiervoor toestemming verleend.
2.3. Uitgevoerde activiteiten
In het project waren de volgende fasen voorzien: 1. Ontwikkelfase 2. Startfase 3. Projectfase 4. Afrondingsfase In de volgende paragrafen wordt hierop ingegaan. 2.3.1. Ontwikkelfase De ontwikkelfase is afgerond. In deze fase is uitgebreid overleg gevoerd met leveranciers van de pulssystemen, collega’s en werven. In november zijn de ondernemers naar Boulogne geweest met collega’s om tuig en netwerk te testen in de flumetank.
maart 2014
6
Alternatief voor de mattenvisserij De kosten voor de flumetank zijn uiteindelijk voor rekening gekomen van de kenniskringen . De kosten die opgenomen waren in het project voor de huur van de flumetank zijn dan ook vervallen. Uiteindelijk is door voor beide schepen gekozen voor het systeem van Delmeco Fishing Technology . Als hoofdaannemer is Maaskant Shipyards Stellendam in de hand genomen. Er is een eerste planning gemaakt voor de uitvoering van het project. 2.3.2. Startfase De startfase bevatte de inrichting en verbouw van de beide schepen om de pulsvisserij te kunnen beoefenen. In aanvulling op het basis model van het pulstuig is gekozen voor een extra lang wekveld in verband met de omstandigheden op de visbestekken, en voor de zwaardere uitvoering van de strengen. De vistuigen zijn ten opzichte van collega’s uit Stellendam verstevigd in verband met de visserij op de stenige gronden. De daadwerkelijke ingebruikneming was conform planning in week 9 respectievelijk 11 voor de ARM44 en ARM7. In deze fase zijn ook de netten gemaakt. De netten zijn grotendeels in eigen beheer uitgevoerd. In de startfase zijn dan ook meer uren eigen arbeid gemaakt dan begroot. Bij het wijzigingsverzoek d.d. 20 juli 2012 is een bijgestelde begroting meegezonden.
2.3.3. Projectfase De projectfase is conform planning gestart. Vistuigen en wekveld
In de eerste maanden van de projectfase heeft met name de ARM44 te kampen gehad met een lekke visbuis. De oorzaak was niet eenvoudig te achterhalen waardoor ongeveer gedurende een maand alleen de ARM44 met de pulsvisserij actief is geweest. De visbuis is vanaf het begin in een zwaardere constructie uitgevoerd met het oog op de stenige bestekken. De keuze voor de APG-‐sloffen zijn vrij snel weer verlaten. De verwachte slijtage van de viskoppen was te groot. De ervaringen in een project van de SL42 en GO48 heeft dit ook bevestigd. Ten aanzien van de wekvelden is de slijtage dusdanig dat de electrodragers (strengen) van beide schepen allemaal al vervangen zijn. Gestart is met strengen van Delmeco, maar op dit moment worden strengen van een ander leverancier (Coöperatie Westvoorn) gebruikt. De prijs-‐kwaliteit verhouding hiervan is vele malen beter. De levensduur is vergelijkbaar, maar de aanschafkosten liggen op circa 30% van de strengen van Delmeco. Netwerk
In de eerste maanden hadden beide schepen, te kampen met forse slijtage aan het netwerk. De slijtage van het netwerk was een bron van zorg. In de eerste maanden van het project is de slijtage door zowel de Coöperatie Westvoorn en Ymuiden stores nauwlettend in de gaten gehouden. Deze was namelijk aanzienlijk en leidde tot veel extra werk voor de bemanning. In het projectplan was een analyse van Ymuiden Stores (leverancier van maart 2014
7
Alternatief voor de mattenvisserij netwerk) voorzien. Uiteindelijk is er op het netwerk van Siereveld geen specifieke analyse uitgevoerd. De resultaten van een analyse uitgevoerd bij de GO28 gaf voldoende inzicht in de slijtage. In deze rapportage werd vastgesteld dat: “Het slijtgedrag van de netten, aan zowel de binnenkant als de buitenkant kan alleen opgevangen worden door gebruik te maken van beschermlappen dan wel pluis. Tevens zou het te overwegen zijn om Polyester netwerk te proberen daar de slijtweerstand van Polyester beter is dan Nylon. Echter is de energie opname van Polyester aanzienlijk lager. Dit kan bij schokbelasting een slechter resultaat geven. De onderkant zou men nog enigszins kunnen liften door kontact met de bodem te voorkomen. De slijtage aan de binnen kant kan men alleen beschermen door de grove voorwerpen na de bodem pees uit het netwerk te laten ontsnappen. Dit zou met grote mazen en of met parallel lijnen bewerkstelligt kunnen worden. Ook het gebruik van zogenaamde stenenvang netten zou een optie kunnen zijn.” Dit heeft geleid tot diverse aanpassingen van het ontwerp, en versteviging met pluis om de slijtage onder controle te krijgen. De schepen vingen in de beginperiode door de afwezigheid van de kettingmatten ook veel stenen. Ook hiervoor zijn netaanpassingen doorgevoerd. De slijtage blijft echter aanzienlijk, waardoor het oorspronkelijke netwerk compleet is vervangen. Op beide schepen is vervolgens een aangepast ontwerp toegepast op basis van de ervaringen in het project Praktijknetwerk Netinnovatie. De schepen van Siereveld zijn ondertussen weer een stap verder gegaan. In de laatste maanden van 2013 worden netten zonder tongflappen getest. De eerste resultaten zijn veel belovend. Er is minder slijtage en de herstelwerkzaamheden voor de bemanning is eenvoudiger geworden. Onderzoek discards en onderwateropnamen
• Onderwateropnamen. 9 maart 2012 is het ILVO mee geweest op de SL42 om onderwateropnamen te maken in het kader van een project van de schepen GO48/SL42. Het beeldmateriaal gaf een beeld van de werking van de APG-‐sloffen (opening in de vissloffen). Seireveld had al afgezien van deze aanpassing. De beelden bevestigden deze keuze. Onderwateropnamen hadden naar de mening van het bedrijf onvoldoende toegevoegde waarde en zijn niet meer uitgevoerd. • Discardonderzoek Eind 2011 is besloten om vanuit de Coöperatieve Visserij Organisatie (C.V.O.) een grootschalig onderzoek te starten naar de effecten van de pulsvisserij. De ARM7 en ARM44 hebben gegevens verzameld vanaf september 2012 to en met eerste kwartaal van 2013. De verzamelde informatie van deze reizen is door IMARES in een rapportage vastgelegd. De belangrijkste conclusies waren: • De schol en tong vangsten van de ARM7 en ARM44 zijn globaal vergeleken met de gemiddelde schol en tong vangsten van de pulskorvloot en boomkorvloot (TBB_DEF_ 70-99_>300pk) uit 2012. De ARM7 en ARM44 hebben een lager schol discard- percentage dan de gehele pulskorvloot en boomkorvloot in 2012. Het tong discard- percentage van de ARM7 en ARM44 is ook lager dan het percentage in de pulskor- en boomkorvloot. • De ARM7 en ARM44 vingen tijdens de bemonsteringsperiode lage hoeveelheden vis discards (totaal 7%) en benthos (9%). Ook de schol (13.7%) en tong (9.2%) discards maart 2014
8
Alternatief voor de mattenvisserij van de schepen zijn laag. Deze lage discardpercentages zijn veelbelovend en komen overeen met het beeld dat de pulsvisserij minder vis discards en bodemdieren vangt.
De volledige rapportage van IMARES is als bijlage bij het eindverslag gevoegd. Innovaties wekvelden
In 2013 zijn op beide schepen aan beide vistuigen veranderingen aangebracht, met name versterkingen. De slijtage van de wekvelden is nog steeds aanzienlijk. In 2013 zijn verschillende aangepaste strengen van de leverancier getest. In de praktijk bleek de levensduur niet toe te nemen. De eigenaren hebben in samenwerking met de lokale onderneming de Gruijter vervolgens eenvoudiger (goedkopere) strengen uitgetest. Aangezien de levensduur ongeveer hetzelfde was leverde dit een betere prijs-‐kwaliteit verhouding op. Vervolgens heeft de firma Siereveld zelf een persmachine aangeschaft en heeft de verdere ontwikkeling zelf ter hand genomen. In 2013 zijn nieuwe vormen en materialen uitgetest om tot een betere prijs-‐kwaliteitverhouding te komen. Hierbij is nauw samengewerkt met de Coöperatie Westvoorn. Zo zijn verschillende soorten rubbers uitgeprobeerd met o.a. roestvrij stalen kernen, staaldraad. Deze ontwikkeling gaat nog steeds door. Economische analyse
Het LEI heeft een bedrijfseconomische analyse uitgevoerd. De belangrijkste conclusie van een vergelijking tussen 2012 (pulsvisserij) en 2011 (mattenvisserij) leverde de volgende opvallende resultaten op: • de vangst en aanvoer van tong nam licht toe voor zowel de ARM 7 als ARM 44. De vangst en aanvoer van de andere belangrijke platvissoorten namen (fors) af. • de opbrengst van de twee belangrijkste doelsoorten tong en schol nam voor zowel de ARM 7 als ARM 44 af, ondanks de hogere aanvoer van tong. Dit komt door de lagere visprijs voor met name tong in 2012. • Het gasolieverbruik nam aanzienlijk af voor beide schepen, een afname van 56% (ARM 7) en 60% (ARM 44). • Door de hogere gasolieprijs in 2012 werd een deel van de besparing op brandstofkosten teniet gedaan. • De kosten voor vistuig kwamen fors hoger uit dan in 2011 (67% voor ARM 7 en 78% voor ARM 44). De verwachting is dat de vistuigkosten op termijn zullen dalen. • Het aandeel van de gasoliekosten in de bruto-opbrengst daalde aanzienlijk, van 37% naar 24% voor de ARM 7 en van 37% naar 25% voor de ARM 44. • De deellonen stegen licht, namelijk 2% voor beide schepen • Na aftrek van de belangrijkste kosten blijft van de opbrengst aanzienlijk minder over om andere kosten te betalen en eventueel winst te maken. Het saldo voor overige kosten, afschrijvingen en rente kwam 28% (ARM 7) en 37% (ARM 44) lager uit. . 2.3.4. Afrondingsfase De rapportages van IMARES en het LEI zullen gedeeld worden met de collega’s. De rapportages zullen via de website www.blueportal.nl worden ingezien door geïnteresseerden. Veel kennis opgedaan met het netwerk en strengen komen via de samenwerking met de leveranciers beschikbaar voor collega’s. maart 2014
9
Alternatief voor de mattenvisserij
2.4. Realisatie doelstellingen 2.4.1. Doelstelling project Het hoofddoel is het gezamenlijk ontwikkelen van een alternatieve vistuigconfiguratie geschikt voor de pulsvisserij op tong op de stenige Zuidbestekken. Deze configuratie bestaat een: • Nieuw ontwerp visbuis en viskoppen (Aqua Planning Gear) • Wekveld, pulsmodules en elektrodragers van Delmeco Fishing Technology. • Netwerk, ontwerp van Coöperatie Westvoorn. Een visconfiguratie waarmee tegen acceptabele exploitatiekosten selectiever op tong gevist kan worden op de Zuidwestelijke en Zuidelijke bestekken, met minder impact op de biodiversiteit en habitat en met een beter rendement. Gestreefd wordt naar een visconfiguratie waarmee een brandstofreductie van 50 procent wordt gerealiseerd en een terugverdientijd van 2 jaar mogelijk is. De doelstelling voor de reductie van de bodemberoering is 60 procent. Het project draagt hiermee bij aan een forse CO2-‐ reductie, minder ecologische impact door minder bodemberoering, minder discards en draagt in positieve zin bij aan het imago van de visserij 2.4.2. Bijdrage activiteiten aan doelstellingen De ARM7 en de ARM44 zijn als een van de eerste bedrijven in de regio met een 2000 pk kotter met het pulssysteem van Delmeco Fishing Technology gaan vissen in combinatie met een gestroomlijnd pulsvistuig. Om de mogelijkheden te testen zijn door Maaskant Shipyards, Delmeco Fishing Technology, Van Wijk Installaties en Constructies en de Coöperatie Westvoorn de kotters ARM7 en ARM44 geschikt gemaakt voor de pulsvisserij op platvis op de stenige bestekken in de Zuidelijke Noordzee. De vistuigen zijn gedurende de projectperiode getest door beide bedrijven. In deze periode zijn verbeteringen aangebracht in met name de netvoorzieningen, vistuigen en pulsstrengen. De aanloopproblemen zijn grotendeels opgelost en levert een bijdrage aan een betere implementatie voor andere kotters in de toekomst. Technologisch zijn aanzienlijke stappen gezet in de ontwikkeling van het netontwerp, en de kosten van de strengen. De slijtage blijft echter onverminderd een probleem. De strengen die in eigen beheer ontwikkeld zijn aanzienlijk goedkoper waardoor de prijs-‐ kwaliteit verhouding sterk verbeterd is. Door de wetenschappelijke instituten Wageningen UR | IMARES en Wageningen UR | LEI is onderzoek verricht dat geresulteerd heeft in rapportage over de discards respectievelijk de economische haalbaarheid. Uit de rapportage van IMARES komt naar voren dat de pulsvisserij door de ARM7 en ARM44 op platvis nog minder discards tot gevolg lijkt te hebben dan de collega vissers met de puls. Een vergelijking met de specifieke visserij in de Zuid is niet mogelijk omdat data over discards met de mattenvisserij ontbreken. Het brandstofverbruik en de brandstofkosten zijn met 50 tot 60 procent afgenomen ten opzichte van de traditionele boomkor met de matten. Zie paragraaf 2.3.3.
maart 2014
10
Alternatief voor de mattenvisserij Het project heeft laten zien dat een investering in de pulsvisserij voor de 2000 pk kotters een rendabele investering is ondanks de hogere onderhoudskosten. Het draagt bij aan minder bodemberoering, verminderde visserijdruk (minder beviste mijlen door lagere snelheid) en minder discards. Tegelijkertijd levert het een aanzienlijke verbetering van de cashflow en rentabiliteit op. Kortom een verbetering van de economische en ecologische duurzaamheid. De pulsvisserij op platvis biedt perspectief voor de schepen van Siereveld en voor de collega’s die in de projectperiode al overgestapt zijn op de pulsvisserij van onder andere Delmeco Fishing Technology, dan wel voor collega’s die nog overwegen in 2014 -‐2015 over te stappen op de pulsvisserij. 2.4.3. Resultaat project Economisch en technisch rendabel Het project heeft uitgewezen dat de pulsvisserij met de vistuigen met Delmeco puls (geen wing) een vergelijkbare brandstofbesparing oplevert als de pulswing. De besparing op de brandstof bedraagt bruto tussen de 50 en 60 procent. De netto-‐ besparing is uiteraard lager, omdat de beloning van de bemanning stijgt door de lagere brandstofkosten (bij gelijkblijvende besomming. De exploitatiekosten exclusief brandstof en deelloon stijgen daarentegen wel stevig ten opzichte van de traditionele boomkorvisserij. De stijging bedraagt tussen de 30 en 40 procent. Per saldo laten de totale exploitatiekosten (incl. deelloonsommingen) een kleine daling zien. De beloning voor de arbeid aan boord neemt sterk toe waardoor het beroep wel aantrekkelijker wordt. Het project heeft aangetoond dat tegen acceptabele exploitatiekosten de pulsvisserij met het pulstuig van Delmeco mogelijk is in de Zuid(west)elijke Noordzee waaronder de stenige bestekken.
Kennisontwikkeling Het project heeft bijgedragen aan de kennisontwikkeling in de provincie Zeeland. Mede dankzij de ARM7 en ARM44 is de kennis bij leveranciers als Delmeco Fishing Technology, De Gruijter, en de Coöperatie Samen over de toepasbaarheid van de pulsvisserij sterk toegenomen. Werkgelegenheid is hierdoor minimaal behouden. Het project draagt daarnaast direct bij aan de werkgelegenheid aan boord. De pulsvisserij geeft immers weer perspectief op een rendabele visserij.
Economische stimulans in de regio Mede door het project van de ARM7 en ARM44 is er veel kennis en ervaring opgedaan door de toeleveranciers en heeft indirect bijgedragen aan werkgelegenheid in de regio. Met name bij de toeleveranciers. maart 2014
11
Alternatief voor de mattenvisserij Producten Het project heeft een tweetal rapportages opgeleverd: • Notitie IMARES: Vangsten en discards van de pulsvisserij van de ARM7 & ARM44. • Rapportage LEI: Pulskor versus boomkor , ARM 7 en ARM 44, economische uitkomsten en analyses. Naast de inzichten in economische en ecologische verbeteringen heeft het project bijgedragen aan: • De ontwikkeling van het netontwerp voor pulsvisserij. • De ontwikkeling van strengen met een betere kwaliteit-‐prijs verhoduing. • Een aangepast ontwerp van de boom als alternatief voor de SumWing.. De opgedane kennis is via de leveranciers verder verspreid onder de vloot. Financiën De kosten van het project zijn lager uitgevallen dan de begroting al bleken in het eerste jaar een aantal extra investeringen noodzakelijk die niet voorzien waren. Deze stijging is opgevangen door de kosten voor de wetenschappelijke begeleiding te verminderen door onderzoek van verschillende projecten te combineren. Daarnaast zijn diverse kosten die om niet door derden ingebracht zouden worden niet gefactureerd en daardoor ook niet verantwoord. Een toelichting op de kosten is in hoofdstuk 4 opgenomen.
maart 2014
12
Alternatief voor de mattenvisserij
3. Kennis en informatie 3.1. Leerervaringen Uit het project zijn de volgende leerervaringen op te maken: o Innovatieprojecten zoals op de ARM7 en ARM44 versnellen de ontwikkeling van een techniek. Het deels afdekken van de risico’s op mankementen en storingen zijn belangrijk voor een snelle introductie. o De kennis die door lokale toeleveranciers wordt opgedaan, geeft een versnelling aan de verdere innovatie en verbeteringen van de componenten. Het stimuleert bovendien de samenwerking. o Kennisdelen verloopt slechts zeer beperkt via formele kennisoverdracht (bijeenkomsten en meevaardagen). De kennis wordt grotendeels in het informele circuit, rechtstreeks contact, op de haven/kade en via de toeleveranciers verspreid. o De pulsvisserij vraagt een andere instelling en opstelling van de bemanning. De techniek is vele malen kwetsbaarder dan de traditionele visserij. o Signaleringsapparatuur is bij de pulsvisserij belangrijk omdat een groot aantal storingen niet cq. moeilijk traceerbaar zijn voor de bemanning. o Het plannen van onderzoek blijkt in de praktijk elke keer lastig. De doorlooptijd en de noodzakelijk scope van de te onderzoeken periode blijkt in de praktijk vaak langer dan bij het projectplan werd ingeschat.
3.2. Delen van informatie
Overleg met toeleveranciers De aanvragers hebben veelvuldig in overleg met toeleveranciers overleg gehad waarbij nieuwe ontwerpen zijn uitgeprobeerd en de verdere ontwikkeling besproken wordt. Bilateraal overleg Tussen de aanvragers is veelvuldig contact geweest met andere gebruikers van het Delmeco-‐systeem. Met name is er veel contact geweest met de GO48, SL42 en de TX68. Dit zijn de enige vergelijkbare kotters die met dezelfde techniek vissen. Rapportages Deze rapportage zal via internet beschikbaar gesteld worden aan geïnteresseerden via de website Blueportal van de Blueports (www.blueportal.nl).
maart 2014
13
Alternatief voor de mattenvisserij
4. Financiën 4.1. Inleiding
De aanvraag voor het project is op 28 februari 2012 goedgekeurd door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Ministerie van EL&I) in het kader van de regeling Duurzame ontwikkeling Visserijgebieden, visserijgebied Zeeland. Het project is aangemerkt als innovatieproject en gestart met ingang van 1 augustus 2011. Door het Ministerie is een subsidie toegezegd van € 300.000,-‐. In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de financiële realisatie ten opzichte van de begroting. In meer detail is een betalingsoverzicht meegestuurd aan de subsidieverstrekker.
4.2. Begroting en financiering
De bij beschikking van het Ministerie van LNV goedgekeurde begroting aan subsidiabele kosten bedroeg € 701.114,88. Het totale project, incl. niet subsidiabele kosten, was begroot op € 865.754,88 Op 24 april 2012 is een voorschotverzoek op basis van liquiditeit ingediend. D.d. 6 maart 2012 is positief beschikt ten aanzien van het gevraagde voorschot ad. €150.000,-‐. In juli 2012 is een voorschotaanvraag op basis van gemaakte en betaalde kosten ingediend. In totaal is er voor bijna € 500.000,-‐ aan subsidiabele kosten gedeclareerd. Op 18 december 2012 heeft het Ministerie beschikt en is een aanvullend voorschot verleend van € 90.000,-‐ In mei 2013 is een wijzigingsverzoek voor de begroting ingediend. Op 17 januari 2013 is hierop positief beschikt. In mei 2013 is een verzoek ingediend om de einddatum naar 31 maart 2014 te verplaatsen. Op het laatste verzoek is 3 oktober 2013 toestemming verleend. De goedgekeurde begrotingen per kostencategorie zijn opgenomen in de volgende tabel. Goedgekeurde begroting project
Kosten categorie subsidiabele kosten Eigen arbeid ondernemer Loonkosten Kosten voor de accountantsverklaring Ontwikkeling, aanschaf of testen Algemene kosten Organisatie en facilitering Promotie voorlichting en publicaties Totaal subsidiabele kosten Niet-‐subsidiabele kosten Totale kosten
maart 2014
Goedgekeurde begroting beschikking 20 januari 2011 € 0,-‐ € 30.660,-‐ € 2.500,-‐ € 636.865,-‐ € 31.090, € 0,-‐ € 0,-‐ € 701.115,- € 164.640,-‐ € 865.754,-
Begroting na wijzigings-‐ beschikking 31december 2012 € 0 -‐ € 63.888,-‐ € 2.500,-‐ € 624.570,-‐ € 31.090,-‐ € 0 -‐ € 0 -‐ € 722.048,- € 265.282,-‐ € 987.331,-
14
Alternatief voor de mattenvisserij
De belangrijkste wijzigingen betroffen: * kosten voor productie van netwerk. Een deel van de productie van het netwerk is uitgevoerd door de bedrijven zelf. Dit betrof loonkosten in plaats van kosten derden. * Enkele kosten die ten tijde van de start van het project niet voorzien waren, zoals de verlenging van het wekveld. De meeste extra kosten zijn als niet-‐subsidiabel opgenomen. Op basis van de gewijzigde beschikking is de geplande financiering in onderstaande tabel vermeld. Financiering project Ministerie van EL&I, subsidie Eigen bijdrage aanvragers Bijdragen derden Totaal financiering
€ 300.000,-‐ € 649.231,-‐ € 38.100,-‐ € 987.331,-
4.3. Realisatie 4.3.1. Subsidiabele kosten De subsidiabele kosten van het project zijn in totaal op een bedrag van € 201.140,-‐ uitgekomen. Realisatie ten opzichte van begroting Begroting na wijzigings-‐ beschikking 31 Kosten categorie kosten december 2012 Eigen arbeid ondernemer Loonkosten Kosten voor de accountantsverklaring Ontwikkeling, aanschaf of testen Algemene kosten Organisatie en facilitering Promotie voorlichting en publicaties Totaal subsidiabele kosten Niet-‐subsidiabele kosten Totale kosten
Realisatie
€ 0 -‐ € 63.888,-‐ € 2.500,-‐ € 624.570,-‐ € 31.090,-‐ € 0 -‐
€ 0,-‐ € 49.886,-‐ € 2.500,-‐ € 476.589,-‐ € 17.560,-‐ € 0,-‐
€ 0 -‐
€ 0, -‐
€ 722.048,-
€ 570.885,-
€ 265.282,-‐
€ 309.282,-‐
€ 987.331,-
€ 879.867,-
Eigen arbeid ondernemer
De werkelijke verantwoorde kosten voor de loonkosten zijn lager uitgevallen dan bij de gewijzigde begroting aangegeven. Het betreft uren van de vennoten die tijdens het project gemaakt zijn maar niet verantwoord zijn. Het betreft overigens uren die om niet ingebracht zouden worden. maart 2014
15
Alternatief voor de mattenvisserij Kosten Ontwikkeling, aanschaf en testen De kosten het ontwikkelen en testen zijn aanzienlijk lager, ruim € 150.000,-‐, uitgevallen dan begroot. De lagere verantwoording wordt veroorzaakt door: • kosten die door verschillende leveranciers om niet ingebracht zouden worden, circa € 37.000,-‐; • Kosten analyse IJmuiden Stores ; € 13.600,-‐ • Kosten schippers; € 16.800,-‐ • Kosten Van Wijk; € 7.700,-‐. Deze activiteiten vroegen minder tijd dan nodig en/of zijn niet in rekening gebracht. • Kosten van onderzoek door ILVO, ruim € 58.000,-‐ lager. Door onderzoekresultaten van bestaand onderzoek, en onderzoek te combineren met onderzoek uit andere projecten had het onderzoek in de ogen van de ondernemers geen toegevoegde waarde voor het project. • Kosten van onderzoek naar andere pulsstrengen e.d. Het testen en onderzoeken is in samenwerking met de leverancier en in eigen beheer uitgevoerd. De kosten voor materialen e.d. kwamen voor rekening van de leverancier, dan wel niet verantwoord. Kosten accountant Deze kosten zijn conform begroting. Kosten procesbegeleider / ketenmanager De kosten voor proces-‐ en subsidiebegeleider zijn ruim binnen de gewijzigde begroting gebleven. Voor ruim € 5.000,-‐ betrof dit uren van de schippers. Deze kosten zijn niet verantwoord. Het betrof uren die om niet ingebracht zouden worden.
4.3.2. Financiering De kosten van het project ad € 879.867,-‐ zijn als volgt gefinancierd: o Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nu Ministerie van Economische zaken). Het subsidiebedrag bedraagt € 300.000,-‐ (60% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 300.000,-‐ o Inbreng derden € 1.188,-‐ o Inzet eigen arbeid / loonkosten ad. € 49.886,-‐ o Uit vermogen ad. € 528.893,-‐
maart 2014
16
Alternatief voor de mattenvisserij
Bijlagen • •
Vangsten en discards van de pulsvisserij van de ARM7 & ARM44, Karin van der Reijden en Mascha Rasenberg (IMARES) Rapportage LEI: Pulskor versus boomkor , ARM 7 en ARM 44, economische uitkomsten en analyses.
maart 2014
17