folder 3-2.qxd
30-11-2004
11:26
Pagina 2
De fopspeen afleren
Ongelukjes
Als uw peuter nog op de fopspeen zuigt, is het aan te raden uw kind dit nu echt af te leren. Het afleren, zeker op oudere leeftijd, vraagt geduld en doorzettingsvermogen. Begin er overdag mee in een periode waarin uw peuter gezond is en op een moment dat u er tijd voor hebt. Tekst: Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ
Tips voor het afleren van de speen
z z
Geef de speen steeds minder en voor een steeds kortere periode. Beloon uw peuter als het goed gaat. Leid uw peuter af op de momenten dat hij gewend is om op de speen te zuigen. Een knuffel wil nog wel eens helpen. Geef de fopspeen op den duur alleen bij het inslapen of als uw peuter erg verdrietig is.
Tips voor het afleren van het duimen z
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail:
[email protected]
De fopspeen afleren
z
Zodra het overdag goed gaat, kan begonnen worden met het afleren van het zuigen op de speen bij het inslapen. Vooral de eerste paar keer zal uw peuter moeite hebben om in te slapen en kan er strijd ontstaan. Ook hier is het beste advies 'doorgaan en volhouden'. De meeste peuters zijn na een week gewend om in te slapen zonder speen. Met het afleren van duimen en vingerzuigen kan op drie- à vierjarige leeftijd begonnen worden. Op jongere leeftijd is dit te moeilijk. Het moet wel afgeleerd zijn voordat het blijvend gebit doorbreekt.
z z z
z
Begin overdag met het afleren als het gezin en uw peuter in een rustige periode zitten. Maak met uw peuter een kaart waarop stickertjes worden geplakt als beloning bij vooruitgang. Zorg voor afleiding op momenten waarop uw peuter vaak duimt. Geef uw kind iets in de handen als het zit en bijvoorbeeld tv kijkt. Maak een vingerpopje of duimpopje die uw peuter over de duim of vinger draagt en verzin samen met uw peuter een (spannend) verhaal over de avonturen die het poppetje dagelijks beleeft. Maak er geen strijd van als het niet lukt en probeer het op een later moment opnieuw.
Ongelukjes
z
z
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research
Een ongelukje zit in een klein hoekje. Zeker als uw peuter net leert lopen of een rouwdouwer is. Veel kinderen vallen in deze periode wel een keertje voorover op de mond. Meestal loopt het goed af. Soms gaat er een tandje door de lip, of is de klap zo groot dat het tandje de kaak in wordt geschoven of in zijn geheel uit de mond valt. Probeer in deze gevallen uw kind te troosten, het bloeden te stelpen en de zwelling tegen te gaan door de wond te koelen. Dit kan bijvoorbeeld door ijsklontjes in een washandje of gewikkeld in een handdoek op de wond te leggen. Leg het ijs nooit rechtstreeks op de wond: het kan eraan vastvriezen. Het is verstandig om zo snel mogelijk naar uw tandarts te gaan. Als het tandje uit de mond gevallen is, neem het dan mee in een plastic zakje. De tandarts bepaalt of verder behandeling nodig is.
En hoe verder... Wisselen Meestal begint een kind tussen vijf en zes jaar met wisselen. Het kan zijn dat uw kind eerder met wisselen begint. Dan is er niets aan de hand: uw kind is gewoon wat sneller dan zijn leeftijdsgenootjes. Voor u en uw kind is het eerste signaal van het wisselen meestal het loszitten van een van de middelste tandjes in de onderkaak. Vaak zijn dan ongemerkt achter de melkkiezen de eerste blijvende kiezen al doorgebroken. Let daarom bij het tandenpoetsen van uw kind op deze doorbraak. Ook het glazuur van het blijvend gebit is bij doorbraak nog niet uitgehard en daardoor kwetsbaar voor gaatjes. Gedurende de gehele basisschoolleeftijd en de eerste jaren van de middelbare school is uw kind aan het wisselen en krijgt er twaalf kiezen bij. Uiteindelijk heeft uw kind tweeëndertig tanden en kiezen in de mond.
Een gezond melkgebit
Mondverzorging van 2 tot en met 4 jaar
Pagina 1
Tandenpoetsen Het ontstaan van gaatjes is het grootste risico voor het gebit van uw peuter. Door regelmatig tandenpoetsen wordt de schadelijke tandplak verwijderd. Het gebruik van een fluoridehoudende peutertandpasta maakt het tandglazuur sterker en beter bestand tegen het ontstaan van gaatjes. Poets twee keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta.
Vanaf tweejarige leeftijd worden de tandjes twee keer per dag gepoetst: 's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar bed gaan. Soms lukt het vanwege drukte niet om na het ontbijt de tandjes te poetsen. Poets dan voor het ontbijt of op een ander moment, bijvoorbeeld tussen de middag. Sla het in elk geval niet over. Poets altijd voor het slapen gaan de tanden van uw kind. Omdat er tijdens het slapen minder speeksel in de mond is, wordt de mond droger.
Daardoor kunnen er sneller gaatjes ontstaan. Mineralen die van nature in het speeksel aanwezig zijn, helpen om gaatjes te voorkomen. Gebruik een peutertandenborstel met een klein borstelkopje en zachte haartjes. Ook een peutertandenborstel slijt en moet één keer in de drie maanden worden vervangen.
Vanaf driejarige leeftijd kan uw peuter aangemoedigd worden de tanden zelf te poetsen. Poets het gebit van uw peuter wel na. Poets de binnen- en buitenkanten van alle tanden en kiezen en als laatste de bovenkanten van de kiezen. Houd daarbij een vaste volgorde aan. Een peuter imiteert graag. Poets daarom regelmatig uw tanden tegelijk met uw peuter. Geef aan waar u aan het poetsten bent. Open duidelijk uw mond als u aan de binnenkant poetst.
Het is niet nodig om u zorgen te maken dat uw peuter teveel fluoride binnenkrijgt. De hoeveelheid fluoride in de peutertandpasta is aangepast aan het gebruik door peuters. Flink spoelen is niet nodig. Bij het spoelen gaat veel fluoride verloren. Laat uw peuter daarom de tandpasta uitspugen en niet meer dan één keer spoelen. Oefen het uitspugen van de tandpasta met uw peuter door het voor te doen.
Leer uw kind zelf poetsen maar blijf wel napoetsen.
Laat uw peuter bij het poetsen nooit alleen. Door een foute beweging kan de tandenborstel in de keel schieten.
Tandenpoetsen kan in de peutertijd strijd opleveren. Dat geldt zeker in de periode van 'ikke zelf doen'. Zelf poetsen gaat meestal nog. Het napoetsen vinden veel peuters niet nodig. U kunt het beste rustig doorgaan en volhouden. Maak daarbij het tandenpoetsen wel zo aantrekkelijk mogelijk. Prijs uw peuter als het goed gaat. Laat het (na)poetsen in elk geval dagelijks op het programma staan. Zo leert uw peuter dat het tandenpoetsen erbij hoort.
Voor het eerst naar de tandarts
Eten en drinken tussen de maaltijden
Trakteren
Het is goed om uw peuter als deze twee jaar is voor het eerst mee te nemen naar de tandarts. Tijdens het eerste bezoekje zal er geen behandeling plaatsvinden. Uw peuter kan rustig rondkijken, alleen of bij u op schoot in de stoel zitten en eventueel kennismaken met de water- en luchtspuit. Als uw peuter het toelaat, zal de tandarts of de assistente met een spiegeltje in de mond kijken. Spelenderwijs maakt uw peuter zo kennis met de tandarts en de assistentes en raakt hij vertrouwd met de praktijkruimte. U kunt de tandarts vragen stellen over de gebitsverzorging van uw peuter, of het poetsen laten controleren. Maak tijdig een afspraak met uw tandarts en geef duidelijk aan dat uw peuter voor de eerste keer meekomt.
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën in de tandplak worden omgezet in zuur. Het zuur veroorzaakt een beginnende ontkalking in het glazuur van de tanden. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw peuter gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Een gebit kan gemiddeld zeven zuurstoten over de dag verdragen. Laat uw peuter daarom naast drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Beperk het aantal zoete tussendoortjes zoveel mogelijk.
Voor een peuter is jarig zijn een feest. Trakteren op het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal hoort daarbij. De meeste kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben spelregels voor het trakteren. Vaak wordt nog de regel gehanteerd dat er geen zoet getrakteerd mag worden. Zoet is feestelijk, en er is ook geen echt bezwaar om een kleine zoetigheid te trakteren, zolang het gebit maar voldoende tijd krijgt om van de zuurstoot te herstellen. Hartige traktaties zoals blokjes kaas of kleine knakworstjes zijn vet en zijn dus niet aan te raden. Stukjes fruit, mits tot het traktatiemoment koel bewaard, of een kleine rijstwafel hebben de voorkeur.
Ga vanaf twee jaar met uw kind naar de tandarts.
Tips over tussendoortjes z z
z
Laat uw peuter tijdens de maaltijden voldoende eten, dan heeft hij minder trek tussendoor. Geef op vaste momenten een zoet tussendoortje, bijvoorbeeld een bekertje limonade met een koekje 's morgens bij de koffie of 's middags bij de thee. Geef op de overige momenten een stukje fruit, een rijstwafel, een soepstengel of een worteltje met een bekertje melk of vruchtensap. Laat uw peuter in een rustig tempo een maaltijd of tussendoortje in één keer opeten en een beker in één keer leegdrinken. Eten en drinken met tussenpozen verlengt de zuurstoot en vergroot de kans op het ontstaan van een gaatje. Naast de drie maaltijden, niet meer dan vier keer iets tussendoor.
Trakteren is een extraatje en mag de maaltijden niet vervangen. Maak de traktaties daarom niet te groot. Beter is het om aandacht te besteden aan het trakteermoment zelf en dit extra bijzonder te laten zijn door bijvoorbeeld het blad waarop de traktaties liggen leuk, kleurrijk en feestelijk aan te kleden. Op de website van het Voedingscentrum www.voedingscentrum.nl en die van het NIGZ www.nigz.nl staan leuke tips voor het trakteren.
Eten en drinken tussen de maaltijden / Trakteren
11:26
Voor het eerst naar de tandarts
30-11-2004
Tandenpoetsen
folder 3-2.qxd
Pagina 1
Tandenpoetsen Het ontstaan van gaatjes is het grootste risico voor het gebit van uw peuter. Door regelmatig tandenpoetsen wordt de schadelijke tandplak verwijderd. Het gebruik van een fluoridehoudende peutertandpasta maakt het tandglazuur sterker en beter bestand tegen het ontstaan van gaatjes. Poets twee keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta.
Vanaf tweejarige leeftijd worden de tandjes twee keer per dag gepoetst: 's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar bed gaan. Soms lukt het vanwege drukte niet om na het ontbijt de tandjes te poetsen. Poets dan voor het ontbijt of op een ander moment, bijvoorbeeld tussen de middag. Sla het in elk geval niet over. Poets altijd voor het slapen gaan de tanden van uw kind. Omdat er tijdens het slapen minder speeksel in de mond is, wordt de mond droger.
Daardoor kunnen er sneller gaatjes ontstaan. Mineralen die van nature in het speeksel aanwezig zijn, helpen om gaatjes te voorkomen. Gebruik een peutertandenborstel met een klein borstelkopje en zachte haartjes. Ook een peutertandenborstel slijt en moet één keer in de drie maanden worden vervangen.
Vanaf driejarige leeftijd kan uw peuter aangemoedigd worden de tanden zelf te poetsen. Poets het gebit van uw peuter wel na. Poets de binnen- en buitenkanten van alle tanden en kiezen en als laatste de bovenkanten van de kiezen. Houd daarbij een vaste volgorde aan. Een peuter imiteert graag. Poets daarom regelmatig uw tanden tegelijk met uw peuter. Geef aan waar u aan het poetsten bent. Open duidelijk uw mond als u aan de binnenkant poetst.
Het is niet nodig om u zorgen te maken dat uw peuter teveel fluoride binnenkrijgt. De hoeveelheid fluoride in de peutertandpasta is aangepast aan het gebruik door peuters. Flink spoelen is niet nodig. Bij het spoelen gaat veel fluoride verloren. Laat uw peuter daarom de tandpasta uitspugen en niet meer dan één keer spoelen. Oefen het uitspugen van de tandpasta met uw peuter door het voor te doen.
Leer uw kind zelf poetsen maar blijf wel napoetsen.
Laat uw peuter bij het poetsen nooit alleen. Door een foute beweging kan de tandenborstel in de keel schieten.
Tandenpoetsen kan in de peutertijd strijd opleveren. Dat geldt zeker in de periode van 'ikke zelf doen'. Zelf poetsen gaat meestal nog. Het napoetsen vinden veel peuters niet nodig. U kunt het beste rustig doorgaan en volhouden. Maak daarbij het tandenpoetsen wel zo aantrekkelijk mogelijk. Prijs uw peuter als het goed gaat. Laat het (na)poetsen in elk geval dagelijks op het programma staan. Zo leert uw peuter dat het tandenpoetsen erbij hoort.
Voor het eerst naar de tandarts
Eten en drinken tussen de maaltijden
Trakteren
Het is goed om uw peuter als deze twee jaar is voor het eerst mee te nemen naar de tandarts. Tijdens het eerste bezoekje zal er geen behandeling plaatsvinden. Uw peuter kan rustig rondkijken, alleen of bij u op schoot in de stoel zitten en eventueel kennismaken met de water- en luchtspuit. Als uw peuter het toelaat, zal de tandarts of de assistente met een spiegeltje in de mond kijken. Spelenderwijs maakt uw peuter zo kennis met de tandarts en de assistentes en raakt hij vertrouwd met de praktijkruimte. U kunt de tandarts vragen stellen over de gebitsverzorging van uw peuter, of het poetsen laten controleren. Maak tijdig een afspraak met uw tandarts en geef duidelijk aan dat uw peuter voor de eerste keer meekomt.
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën in de tandplak worden omgezet in zuur. Het zuur veroorzaakt een beginnende ontkalking in het glazuur van de tanden. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw peuter gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Een gebit kan gemiddeld zeven zuurstoten over de dag verdragen. Laat uw peuter daarom naast drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Beperk het aantal zoete tussendoortjes zoveel mogelijk.
Voor een peuter is jarig zijn een feest. Trakteren op het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal hoort daarbij. De meeste kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben spelregels voor het trakteren. Vaak wordt nog de regel gehanteerd dat er geen zoet getrakteerd mag worden. Zoet is feestelijk, en er is ook geen echt bezwaar om een kleine zoetigheid te trakteren, zolang het gebit maar voldoende tijd krijgt om van de zuurstoot te herstellen. Hartige traktaties zoals blokjes kaas of kleine knakworstjes zijn vet en zijn dus niet aan te raden. Stukjes fruit, mits tot het traktatiemoment koel bewaard, of een kleine rijstwafel hebben de voorkeur.
Ga vanaf twee jaar met uw kind naar de tandarts.
Tips over tussendoortjes z z
z
Laat uw peuter tijdens de maaltijden voldoende eten, dan heeft hij minder trek tussendoor. Geef op vaste momenten een zoet tussendoortje, bijvoorbeeld een bekertje limonade met een koekje 's morgens bij de koffie of 's middags bij de thee. Geef op de overige momenten een stukje fruit, een rijstwafel, een soepstengel of een worteltje met een bekertje melk of vruchtensap. Laat uw peuter in een rustig tempo een maaltijd of tussendoortje in één keer opeten en een beker in één keer leegdrinken. Eten en drinken met tussenpozen verlengt de zuurstoot en vergroot de kans op het ontstaan van een gaatje. Naast de drie maaltijden, niet meer dan vier keer iets tussendoor.
Trakteren is een extraatje en mag de maaltijden niet vervangen. Maak de traktaties daarom niet te groot. Beter is het om aandacht te besteden aan het trakteermoment zelf en dit extra bijzonder te laten zijn door bijvoorbeeld het blad waarop de traktaties liggen leuk, kleurrijk en feestelijk aan te kleden. Op de website van het Voedingscentrum www.voedingscentrum.nl en die van het NIGZ www.nigz.nl staan leuke tips voor het trakteren.
Eten en drinken tussen de maaltijden / Trakteren
11:26
Voor het eerst naar de tandarts
30-11-2004
Tandenpoetsen
folder 3-2.qxd
Pagina 1
Tandenpoetsen Het ontstaan van gaatjes is het grootste risico voor het gebit van uw peuter. Door regelmatig tandenpoetsen wordt de schadelijke tandplak verwijderd. Het gebruik van een fluoridehoudende peutertandpasta maakt het tandglazuur sterker en beter bestand tegen het ontstaan van gaatjes. Poets twee keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta.
Vanaf tweejarige leeftijd worden de tandjes twee keer per dag gepoetst: 's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar bed gaan. Soms lukt het vanwege drukte niet om na het ontbijt de tandjes te poetsen. Poets dan voor het ontbijt of op een ander moment, bijvoorbeeld tussen de middag. Sla het in elk geval niet over. Poets altijd voor het slapen gaan de tanden van uw kind. Omdat er tijdens het slapen minder speeksel in de mond is, wordt de mond droger.
Daardoor kunnen er sneller gaatjes ontstaan. Mineralen die van nature in het speeksel aanwezig zijn, helpen om gaatjes te voorkomen. Gebruik een peutertandenborstel met een klein borstelkopje en zachte haartjes. Ook een peutertandenborstel slijt en moet één keer in de drie maanden worden vervangen.
Vanaf driejarige leeftijd kan uw peuter aangemoedigd worden de tanden zelf te poetsen. Poets het gebit van uw peuter wel na. Poets de binnen- en buitenkanten van alle tanden en kiezen en als laatste de bovenkanten van de kiezen. Houd daarbij een vaste volgorde aan. Een peuter imiteert graag. Poets daarom regelmatig uw tanden tegelijk met uw peuter. Geef aan waar u aan het poetsten bent. Open duidelijk uw mond als u aan de binnenkant poetst.
Het is niet nodig om u zorgen te maken dat uw peuter teveel fluoride binnenkrijgt. De hoeveelheid fluoride in de peutertandpasta is aangepast aan het gebruik door peuters. Flink spoelen is niet nodig. Bij het spoelen gaat veel fluoride verloren. Laat uw peuter daarom de tandpasta uitspugen en niet meer dan één keer spoelen. Oefen het uitspugen van de tandpasta met uw peuter door het voor te doen.
Leer uw kind zelf poetsen maar blijf wel napoetsen.
Laat uw peuter bij het poetsen nooit alleen. Door een foute beweging kan de tandenborstel in de keel schieten.
Tandenpoetsen kan in de peutertijd strijd opleveren. Dat geldt zeker in de periode van 'ikke zelf doen'. Zelf poetsen gaat meestal nog. Het napoetsen vinden veel peuters niet nodig. U kunt het beste rustig doorgaan en volhouden. Maak daarbij het tandenpoetsen wel zo aantrekkelijk mogelijk. Prijs uw peuter als het goed gaat. Laat het (na)poetsen in elk geval dagelijks op het programma staan. Zo leert uw peuter dat het tandenpoetsen erbij hoort.
Voor het eerst naar de tandarts
Eten en drinken tussen de maaltijden
Trakteren
Het is goed om uw peuter als deze twee jaar is voor het eerst mee te nemen naar de tandarts. Tijdens het eerste bezoekje zal er geen behandeling plaatsvinden. Uw peuter kan rustig rondkijken, alleen of bij u op schoot in de stoel zitten en eventueel kennismaken met de water- en luchtspuit. Als uw peuter het toelaat, zal de tandarts of de assistente met een spiegeltje in de mond kijken. Spelenderwijs maakt uw peuter zo kennis met de tandarts en de assistentes en raakt hij vertrouwd met de praktijkruimte. U kunt de tandarts vragen stellen over de gebitsverzorging van uw peuter, of het poetsen laten controleren. Maak tijdig een afspraak met uw tandarts en geef duidelijk aan dat uw peuter voor de eerste keer meekomt.
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën in de tandplak worden omgezet in zuur. Het zuur veroorzaakt een beginnende ontkalking in het glazuur van de tanden. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw peuter gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Een gebit kan gemiddeld zeven zuurstoten over de dag verdragen. Laat uw peuter daarom naast drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Beperk het aantal zoete tussendoortjes zoveel mogelijk.
Voor een peuter is jarig zijn een feest. Trakteren op het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal hoort daarbij. De meeste kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben spelregels voor het trakteren. Vaak wordt nog de regel gehanteerd dat er geen zoet getrakteerd mag worden. Zoet is feestelijk, en er is ook geen echt bezwaar om een kleine zoetigheid te trakteren, zolang het gebit maar voldoende tijd krijgt om van de zuurstoot te herstellen. Hartige traktaties zoals blokjes kaas of kleine knakworstjes zijn vet en zijn dus niet aan te raden. Stukjes fruit, mits tot het traktatiemoment koel bewaard, of een kleine rijstwafel hebben de voorkeur.
Ga vanaf twee jaar met uw kind naar de tandarts.
Tips over tussendoortjes z z
z
Laat uw peuter tijdens de maaltijden voldoende eten, dan heeft hij minder trek tussendoor. Geef op vaste momenten een zoet tussendoortje, bijvoorbeeld een bekertje limonade met een koekje 's morgens bij de koffie of 's middags bij de thee. Geef op de overige momenten een stukje fruit, een rijstwafel, een soepstengel of een worteltje met een bekertje melk of vruchtensap. Laat uw peuter in een rustig tempo een maaltijd of tussendoortje in één keer opeten en een beker in één keer leegdrinken. Eten en drinken met tussenpozen verlengt de zuurstoot en vergroot de kans op het ontstaan van een gaatje. Naast de drie maaltijden, niet meer dan vier keer iets tussendoor.
Trakteren is een extraatje en mag de maaltijden niet vervangen. Maak de traktaties daarom niet te groot. Beter is het om aandacht te besteden aan het trakteermoment zelf en dit extra bijzonder te laten zijn door bijvoorbeeld het blad waarop de traktaties liggen leuk, kleurrijk en feestelijk aan te kleden. Op de website van het Voedingscentrum www.voedingscentrum.nl en die van het NIGZ www.nigz.nl staan leuke tips voor het trakteren.
Eten en drinken tussen de maaltijden / Trakteren
11:26
Voor het eerst naar de tandarts
30-11-2004
Tandenpoetsen
folder 3-2.qxd
folder 3-2.qxd
30-11-2004
11:26
Pagina 2
De fopspeen afleren
Ongelukjes
Als uw peuter nog op de fopspeen zuigt, is het aan te raden uw kind dit nu echt af te leren. Het afleren, zeker op oudere leeftijd, vraagt geduld en doorzettingsvermogen. Begin er overdag mee in een periode waarin uw peuter gezond is en op een moment dat u er tijd voor hebt. Tekst: Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ
Tips voor het afleren van de speen
z z
Geef de speen steeds minder en voor een steeds kortere periode. Beloon uw peuter als het goed gaat. Leid uw peuter af op de momenten dat hij gewend is om op de speen te zuigen. Een knuffel wil nog wel eens helpen. Geef de fopspeen op den duur alleen bij het inslapen of als uw peuter erg verdrietig is.
Tips voor het afleren van het duimen z
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail:
[email protected]
De fopspeen afleren
z
Zodra het overdag goed gaat, kan begonnen worden met het afleren van het zuigen op de speen bij het inslapen. Vooral de eerste paar keer zal uw peuter moeite hebben om in te slapen en kan er strijd ontstaan. Ook hier is het beste advies 'doorgaan en volhouden'. De meeste peuters zijn na een week gewend om in te slapen zonder speen. Met het afleren van duimen en vingerzuigen kan op drie- à vierjarige leeftijd begonnen worden. Op jongere leeftijd is dit te moeilijk. Het moet wel afgeleerd zijn voordat het blijvend gebit doorbreekt.
z z z
z
Begin overdag met het afleren als het gezin en uw peuter in een rustige periode zitten. Maak met uw peuter een kaart waarop stickertjes worden geplakt als beloning bij vooruitgang. Zorg voor afleiding op momenten waarop uw peuter vaak duimt. Geef uw kind iets in de handen als het zit en bijvoorbeeld tv kijkt. Maak een vingerpopje of duimpopje die uw peuter over de duim of vinger draagt en verzin samen met uw peuter een (spannend) verhaal over de avonturen die het poppetje dagelijks beleeft. Maak er geen strijd van als het niet lukt en probeer het op een later moment opnieuw.
Ongelukjes
z
z
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research
Een ongelukje zit in een klein hoekje. Zeker als uw peuter net leert lopen of een rouwdouwer is. Veel kinderen vallen in deze periode wel een keertje voorover op de mond. Meestal loopt het goed af. Soms gaat er een tandje door de lip, of is de klap zo groot dat het tandje de kaak in wordt geschoven of in zijn geheel uit de mond valt. Probeer in deze gevallen uw kind te troosten, het bloeden te stelpen en de zwelling tegen te gaan door de wond te koelen. Dit kan bijvoorbeeld door ijsklontjes in een washandje of gewikkeld in een handdoek op de wond te leggen. Leg het ijs nooit rechtstreeks op de wond: het kan eraan vastvriezen. Het is verstandig om zo snel mogelijk naar uw tandarts te gaan. Als het tandje uit de mond gevallen is, neem het dan mee in een plastic zakje. De tandarts bepaalt of verder behandeling nodig is.
En hoe verder... Wisselen Meestal begint een kind tussen vijf en zes jaar met wisselen. Het kan zijn dat uw kind eerder met wisselen begint. Dan is er niets aan de hand: uw kind is gewoon wat sneller dan zijn leeftijdsgenootjes. Voor u en uw kind is het eerste signaal van het wisselen meestal het loszitten van een van de middelste tandjes in de onderkaak. Vaak zijn dan ongemerkt achter de melkkiezen de eerste blijvende kiezen al doorgebroken. Let daarom bij het tandenpoetsen van uw kind op deze doorbraak. Ook het glazuur van het blijvend gebit is bij doorbraak nog niet uitgehard en daardoor kwetsbaar voor gaatjes. Gedurende de gehele basisschoolleeftijd en de eerste jaren van de middelbare school is uw kind aan het wisselen en krijgt er twaalf kiezen bij. Uiteindelijk heeft uw kind tweeëndertig tanden en kiezen in de mond.
Een gezond melkgebit
Mondverzorging van 2 tot en met 4 jaar
folder 3-2.qxd
30-11-2004
11:26
Pagina 2
De fopspeen afleren
Ongelukjes
Als uw peuter nog op de fopspeen zuigt, is het aan te raden uw kind dit nu echt af te leren. Het afleren, zeker op oudere leeftijd, vraagt geduld en doorzettingsvermogen. Begin er overdag mee in een periode waarin uw peuter gezond is en op een moment dat u er tijd voor hebt. Tekst: Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ
Tips voor het afleren van de speen
z z
Geef de speen steeds minder en voor een steeds kortere periode. Beloon uw peuter als het goed gaat. Leid uw peuter af op de momenten dat hij gewend is om op de speen te zuigen. Een knuffel wil nog wel eens helpen. Geef de fopspeen op den duur alleen bij het inslapen of als uw peuter erg verdrietig is.
Tips voor het afleren van het duimen z
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail:
[email protected]
De fopspeen afleren
z
Zodra het overdag goed gaat, kan begonnen worden met het afleren van het zuigen op de speen bij het inslapen. Vooral de eerste paar keer zal uw peuter moeite hebben om in te slapen en kan er strijd ontstaan. Ook hier is het beste advies 'doorgaan en volhouden'. De meeste peuters zijn na een week gewend om in te slapen zonder speen. Met het afleren van duimen en vingerzuigen kan op drie- à vierjarige leeftijd begonnen worden. Op jongere leeftijd is dit te moeilijk. Het moet wel afgeleerd zijn voordat het blijvend gebit doorbreekt.
z z z
z
Begin overdag met het afleren als het gezin en uw peuter in een rustige periode zitten. Maak met uw peuter een kaart waarop stickertjes worden geplakt als beloning bij vooruitgang. Zorg voor afleiding op momenten waarop uw peuter vaak duimt. Geef uw kind iets in de handen als het zit en bijvoorbeeld tv kijkt. Maak een vingerpopje of duimpopje die uw peuter over de duim of vinger draagt en verzin samen met uw peuter een (spannend) verhaal over de avonturen die het poppetje dagelijks beleeft. Maak er geen strijd van als het niet lukt en probeer het op een later moment opnieuw.
Ongelukjes
z
z
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research
Een ongelukje zit in een klein hoekje. Zeker als uw peuter net leert lopen of een rouwdouwer is. Veel kinderen vallen in deze periode wel een keertje voorover op de mond. Meestal loopt het goed af. Soms gaat er een tandje door de lip, of is de klap zo groot dat het tandje de kaak in wordt geschoven of in zijn geheel uit de mond valt. Probeer in deze gevallen uw kind te troosten, het bloeden te stelpen en de zwelling tegen te gaan door de wond te koelen. Dit kan bijvoorbeeld door ijsklontjes in een washandje of gewikkeld in een handdoek op de wond te leggen. Leg het ijs nooit rechtstreeks op de wond: het kan eraan vastvriezen. Het is verstandig om zo snel mogelijk naar uw tandarts te gaan. Als het tandje uit de mond gevallen is, neem het dan mee in een plastic zakje. De tandarts bepaalt of verder behandeling nodig is.
En hoe verder... Wisselen Meestal begint een kind tussen vijf en zes jaar met wisselen. Het kan zijn dat uw kind eerder met wisselen begint. Dan is er niets aan de hand: uw kind is gewoon wat sneller dan zijn leeftijdsgenootjes. Voor u en uw kind is het eerste signaal van het wisselen meestal het loszitten van een van de middelste tandjes in de onderkaak. Vaak zijn dan ongemerkt achter de melkkiezen de eerste blijvende kiezen al doorgebroken. Let daarom bij het tandenpoetsen van uw kind op deze doorbraak. Ook het glazuur van het blijvend gebit is bij doorbraak nog niet uitgehard en daardoor kwetsbaar voor gaatjes. Gedurende de gehele basisschoolleeftijd en de eerste jaren van de middelbare school is uw kind aan het wisselen en krijgt er twaalf kiezen bij. Uiteindelijk heeft uw kind tweeëndertig tanden en kiezen in de mond.
Een gezond melkgebit
Mondverzorging van 2 tot en met 4 jaar
folder 3-2.qxd
30-11-2004
11:26
Pagina 2
De fopspeen afleren
Ongelukjes
Als uw peuter nog op de fopspeen zuigt, is het aan te raden uw kind dit nu echt af te leren. Het afleren, zeker op oudere leeftijd, vraagt geduld en doorzettingsvermogen. Begin er overdag mee in een periode waarin uw peuter gezond is en op een moment dat u er tijd voor hebt. Tekst: Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ
Tips voor het afleren van de speen
z z
Geef de speen steeds minder en voor een steeds kortere periode. Beloon uw peuter als het goed gaat. Leid uw peuter af op de momenten dat hij gewend is om op de speen te zuigen. Een knuffel wil nog wel eens helpen. Geef de fopspeen op den duur alleen bij het inslapen of als uw peuter erg verdrietig is.
Tips voor het afleren van het duimen z
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail:
[email protected]
De fopspeen afleren
z
Zodra het overdag goed gaat, kan begonnen worden met het afleren van het zuigen op de speen bij het inslapen. Vooral de eerste paar keer zal uw peuter moeite hebben om in te slapen en kan er strijd ontstaan. Ook hier is het beste advies 'doorgaan en volhouden'. De meeste peuters zijn na een week gewend om in te slapen zonder speen. Met het afleren van duimen en vingerzuigen kan op drie- à vierjarige leeftijd begonnen worden. Op jongere leeftijd is dit te moeilijk. Het moet wel afgeleerd zijn voordat het blijvend gebit doorbreekt.
z z z
z
Begin overdag met het afleren als het gezin en uw peuter in een rustige periode zitten. Maak met uw peuter een kaart waarop stickertjes worden geplakt als beloning bij vooruitgang. Zorg voor afleiding op momenten waarop uw peuter vaak duimt. Geef uw kind iets in de handen als het zit en bijvoorbeeld tv kijkt. Maak een vingerpopje of duimpopje die uw peuter over de duim of vinger draagt en verzin samen met uw peuter een (spannend) verhaal over de avonturen die het poppetje dagelijks beleeft. Maak er geen strijd van als het niet lukt en probeer het op een later moment opnieuw.
Ongelukjes
z
z
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research
Een ongelukje zit in een klein hoekje. Zeker als uw peuter net leert lopen of een rouwdouwer is. Veel kinderen vallen in deze periode wel een keertje voorover op de mond. Meestal loopt het goed af. Soms gaat er een tandje door de lip, of is de klap zo groot dat het tandje de kaak in wordt geschoven of in zijn geheel uit de mond valt. Probeer in deze gevallen uw kind te troosten, het bloeden te stelpen en de zwelling tegen te gaan door de wond te koelen. Dit kan bijvoorbeeld door ijsklontjes in een washandje of gewikkeld in een handdoek op de wond te leggen. Leg het ijs nooit rechtstreeks op de wond: het kan eraan vastvriezen. Het is verstandig om zo snel mogelijk naar uw tandarts te gaan. Als het tandje uit de mond gevallen is, neem het dan mee in een plastic zakje. De tandarts bepaalt of verder behandeling nodig is.
En hoe verder... Wisselen Meestal begint een kind tussen vijf en zes jaar met wisselen. Het kan zijn dat uw kind eerder met wisselen begint. Dan is er niets aan de hand: uw kind is gewoon wat sneller dan zijn leeftijdsgenootjes. Voor u en uw kind is het eerste signaal van het wisselen meestal het loszitten van een van de middelste tandjes in de onderkaak. Vaak zijn dan ongemerkt achter de melkkiezen de eerste blijvende kiezen al doorgebroken. Let daarom bij het tandenpoetsen van uw kind op deze doorbraak. Ook het glazuur van het blijvend gebit is bij doorbraak nog niet uitgehard en daardoor kwetsbaar voor gaatjes. Gedurende de gehele basisschoolleeftijd en de eerste jaren van de middelbare school is uw kind aan het wisselen en krijgt er twaalf kiezen bij. Uiteindelijk heeft uw kind tweeëndertig tanden en kiezen in de mond.
Een gezond melkgebit
Mondverzorging van 2 tot en met 4 jaar