MEMO/11/680 Brussel, 11 oktober 2011
Een facultatief gemeenschappelijk kooprecht: vaak gestelde vragen
Europees
Wat houdt het gemeenschappelijk Europees kooprecht in? Consumenten en ondernemingen – vooral kleine ondernemingen – benutten niet het volledige potentieel van een eengemaakte markt van 500 miljoen mensen. Thans beweert 44% van de Europeanen niet in het buitenland te kopen omdat zij onzeker zijn over hun rechten1. Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête, die vandaag is gepubliceerd, blijkt dat 55% van de exporterende ondernemingen verklaart dat verschillen tussen de regelingen inzake overeenkomstenrecht voor consumenten een van de belangrijkste belemmeringen vormen voor grensoverschrijdende handel2. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht beoogt deze belemmeringen weg te nemen. Het zal markten openen voor ondernemingen en consumenten meer keuze en bescherming bieden. Het zal de handel vergemakkelijken door in alle 27 EUlidstaten één geheel van regels aan te bieden voor grensoverschrijdende overeenkomsten. Wanneer handelaren hun producten aanbieden op grond van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, zouden consumenten die online winkelen, met slechts een muisklik kunnen kiezen voor een gebruiksvriendelijke Europese overeenkomst die een hoog beschermingsniveau biedt.
Met welke problemen worden ondernemingen geconfronteerd wanneer zij in andere EU-lidstaten verkopen? Slechts 9,3% van de ondernemingen die goederen verhandelen, verkoopt over EUgrenzen3. De realiteit is dat ondernemingen die grensoverschrijdende transacties willen uitvoeren, zich potentieel aan 26 verschillende nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht moeten aanpassen, deze moeten vertalen en advocaten moeten inhuren, hetgeen gemiddeld 10 000 euro kost voor elke extra exportmarkt. Het aanpassen van hun websites kan gemiddeld nog eens 3 000 euro kosten. Dit is een probleem zowel voor ondernemingen die grensoverschrijdend aan consumenten verkopen als voor ondernemingen die zaken doen met andere ondernemingen.
1
Flash Eurobarometer 299a, Attitudes towards cross-border trade and consumer protection, blz.10 2 Flash Eurobarometer 321, European contract law, consumer transactions, blz. 20. 3 Eurostat databank DS-056329-1: handel naar activiteit en grootteklasse van de onderneming, 2007
Kleine en middelgrote ondernemingen – die 99% van alle ondernemingen in de EU uitmaken – worden onevenredig getroffen omdat zij niet over interne juridische en andere deskundigheid beschikken die nodig is om te werken met verschillende nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht. De kosten om op verscheidene buitenlandse markten handel te drijven, zijn bijzonder hoog in vergelijking met de omzet van kmo's. De transactiekosten voor export naar een andere lidstaat kunnen oplopen tot 7% van de jaarlijkse omzet van een kleinhandelaar. Deze kosten kunnen oplopen tot 26% van zijn jaarlijkse omzet wanneer naar vier lidstaten wordt uitgevoerd. Handelaren die wegens belemmeringen in verband met overeenkomstenrecht worden ontmoedigd om grensoverschrijdende transacties uit te voeren, lopen jaarlijks ten minste 26 miljard euro mis aan intra-EU handel. Dit zijn directe kosten voor de economie van de EU wat handel betreft – en werkgelegenheid. In geval van transacties tussen ondernemingen en consumenten verklaarde 55% van de ondernemingen die actief zijn op het gebied van of geïnteresseerd zijn in de verkoop aan consumenten buiten hun nationale markt, dat een reeks van belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht hen daarvan weerhield4. De belangrijkste belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht voor transacties tussen ondernemingen en consumenten zijn (gerangschikt door ondernemingen): - het verkrijgen van duidelijkheid over buitenlands overeenkomstenrecht 40% - het naleven van verschillende consumentenbeschermingsbepalingen in het buitenland 38% - het inwinnen van juridisch advies over buitenlands overeenkomstrecht 35% - het oplossen van grensoverschrijdende contractuele geschillen 34% In geval van transacties tussen ondernemingen onderling verklaarde 49% van de ondernemingen die actief zijn op het gebied van of geïnteresseerd zijn in de verkoop aan consumenten buiten hun nationale markt, dat een reeks van belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht hen daarvan weerhield5. De belangrijkste belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht voor transacties tussen ondernemingen onderling zijn (gerangschikt door ondernemingen): -
4 5
het verkrijgen van duidelijkheid over buitenlands overeenkomstenrecht 35% het oplossen van grensoverschrijdende contractuele geschillen 32% het inwinnen van juridisch advies over buitenlands overeenkomstrecht 31% het bereiken van overeenstemming over het toepasselijke overeenkomstenrecht 30%
Flash Eurobarometer 321, European contract law, consumer transactions, blz. 20. Flash Eurobarometer 320, European contract law, B2B, blz. 16.
2
Met welke problemen worden consumenten geconfronteerd wanneer zij grensoverschrijdend winkelen? Slechts 7% van de consumenten koopt online in een andere lidstaat, in vergelijking met 33% die in hun eigen land via het internet koopt6.
Thans kan consumenten die online winkelen in een ander Europees land, de verkoop of levering in hun land worden geweigerd: dit overkomt jaarlijks 3 miljoen consumenten in Europa. Dit is te wijten aan het feit dat de belemmeringen van de handel in andere EU-lidstaten ondernemingen ontmoedigen om klanten in de hele EU te bedienen. 44% van de consumenten beweert dat onzekerheid over hun rechten hen ontmoedigt om in andere EU-landen te kopen7.
Hoe zullen consumenten voordeel halen uit het gemeenschappelijk Europees kooprecht? Consumenten zullen in alle lidstaten hetzelfde hoge niveau van bescherming van hun rechten genieten. Consumenten zullen op het gemeenschappelijk Europees kooprecht kunnen vertrouwen als een kwaliteitslabel. Consumenten zullen bijvoorbeeld vrij kunnen kiezen tussen rechtsmiddelen wanneer zij een gebrekkig product geleverd krijgen. Dit betekent dat consumenten bijvoorbeeld de overeenkomst zouden kunnen ontbinden of om vervanging, reparatie of prijsvermindering zouden kunnen verzoeken. Thans beschikt het grootste gedeelte van de consumenten in de EU niet over een dergelijke keuzevrijheid. Deze rechtsmiddelen zouden ook ter beschikking staan van consumenten die producten met digitale inhoud hebben gekocht zoals muziek, films, software of toepassingen die van het internet worden gedownload. Deze producten zouden onder deze regeling vallen ongeacht of zij zijn opgeslagen op een materiële drager zoals een CD of een DVD. Dit hoge niveau van bescherming zal consumenten het vertrouwen geven om in andere EU-landen producten te kopen.
6
Flash Eurobarometer 299, Consumer attitudes towards cross-border trade and consumer protection, blz. 15. 7 Flash Eurobarometer 299a, Attitudes towards cross-border trade and consumer protection, blz. 10.
3
Aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht het voor handelaren goedkoper zal maken om over de grens te verkopen, zal het ondernemingen aanmoedigen om meer naar buitenlandse markten uit te voeren. Zo zullen consumenten toegang krijgen tot meer en betere aanbiedingen tegen lagere prijzen. Consumenten die online winkelen, mogen niet langer boodschappen krijgen als “dit product is niet beschikbaar in uw land” door verschillen tussen de nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht. Naar schatting is ongeveer de helft (44%) van de consumenten die online winkelen, onzeker over hun rechten. Collectief zouden deze consumenten 380 miljoen euro kunnen besparen wanneer zij ten minste één grensoverschrijdende aankoop online zouden doen. De gemiddelde prijsverschillen voor consumentengoederen in de EU-landen bedragen ongeveer 24%8. Consumenten in kleinere EU-landen, zoals Malta, Cyprus, de Tsjechische Republiek, Slowakije en Slovenië9, worden bijzonder benadeeld door hogere prijzen. Uit een recente "mystery shopper"-studie waarin de beschikbaarheid van online-aanbiedingen van populaire consumentengoederen werd nagegaan, is gebleken dat in 50% of meer van de gevallen consumenten producten ten minste 10% goedkoper konden kopen in andere EU-landen10. Vooral consumenten in Portugal, Italië, Slovenië, Spanje, Denemarken, Roemenië, Letland, Griekenland, Estland, Finland, Hongarije, Cyprus en Malta zouden van betere prijzen kunnen genieten wanneer zij in het buitenland winkelen in de EU11. Uit dezelfde "mistery shopper"-studie is ook gebleken dat de keuze aan producten beperkter is in ongeveer de helft van de EU-landen. In het merendeel van de gevallen (Cyprus (98% van de gevallen), Malta (98%), Luxemburg (80%), Litouwen (76%), Letland (72%), Ierland (71%), België (65%), Estland (61%), Portugal (59%), Finland (58%), Slovenië (54%), Roemenië (51%) en Griekenland (51%)12 waarin naar producten werd gezocht uit een korf van 100 populaire consumentengoederen, waren de producten niet online in het binnenland beschikbaar.
Wat is het voordeel voor ondernemingen? Hoewel het voor alle ondernemingen goedkoper zou worden om grensoverschrijdend handel te drijven, zouden vooral kleine en middelgrote ondernemingen voordeel behalen – zij zouden kunnen uitbreiden naar nieuwe markten. De kosten van grensoverschrijdende e-handel zouden dalen zodra ondernemingen hun websites niet langer moeten aanpassen aan het recht van elk EU-land waar zij verkopen. Dat zal de sector van de e-handel stimuleren en in het algemeen de kleine en middelgrote ondernemingen die 99% van de EUondernemingen uitmaken. In het algemeen verklaarde 71% van de ondernemingen dat zij waarschijnlijk of zeer waarschijnlijk een enkel EU-overeenkomstenrecht zouden gebruiken voor grensoverschrijdende verkopen aan consumenten en 70% dat zij dat voor grensoverschrijdende handel met ondernemingen zouden doen13.
8
Eurostat, Statistics in focus 50/2009. Eurostat report (Borchert 2009), comparison of price levels of 2,500 consumer goods. 10 YouGov Psychonomics, Mystery Shopping Evaluation of Cross-border E-commerce in the EU, oktober 2009, blz. 40. 11 YouGov Psychonomics, Mystery Shopping Evaluation of Cross-border E-commerce in the EU, oktober 2009, blz. 40. 12 YouGov Psychonomics, Mystery Shopping Evaluation of Cross-border E-commerce in the EU, oktober 2009, blz. 38. 13 Flash Eurobarometer 321, European contract law, consumer transactions, blz. 32. 9
4
Volgens de vandaag door de Commissie bekendgemaakte Eurobarometer-enquêtes verklaarden de ondernemingen dat zij met één enkel Europees overeenkomstenrecht meer zouden uitvoeren: ongeveer de helft verklaarde dat zij hun activiteiten zouden uitbreiden naar ten minste drie landen (50% voor verkopen aan consumenten en 48% voor verkopen aan ondernemingen).
5
Bovendien zou het gemeenschappelijk Europees kooprecht ondernemingen rechtszekerheid bieden – zij zouden zich kunnen baseren op één enkel geheel van bepalingen dat in alle 27 lidstaten geldig zou zijn voor koopovereenkomsten zowel met consumenten als met andere ondernemingen.
6
Zal het gemeenschappelijk Europees kooprecht regelingen inzake overeenkomstenrecht vervangen?
de
nationale
Nee. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht zou als een optie naast het nationale overeenkomstenrecht bestaan. Verkopers kunnen vrijwillig een geheel van regels gebruiken dat in alle 27 lidstaten identiek is. Zij die het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet willen toepassen, kunnen gewoon hun nationale bepalingen blijven toepassen. Consumenten zullen steeds duidelijk worden geïnformeerd en zullen eerst uitdrukkelijk moeten instemmen met het gebruik van een overeenkomst die is gebaseerd op het gemeenschappelijk Europees kooprecht.
Hoe zit het met de vrijheid van overeenkomst? Hoe wordt zij in acht genomen? Het beginsel van de vrijheid van overeenkomst wordt in acht genomen aangezien beide partijen het eens moeten zijn over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht op de overeenkomst. Niemand is verplicht om het toe te passen. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht zou een enkel geheel van regels inzake overeenkomsten zijn, een tweede regeling die partijen in geval van grensoverschrijdende transacties vrijwillig kunnen toepassen. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht zou voor de ondernemingen die het niet wensen toe te passen, geen kosten meebrengen. Ondernemingen die besluiten het toe te passen, zouden dat alleen maar doen als de economische voordelen opwegen tegen de kosten.
Hoe zou het gemeenschappelijk Europees kooprecht in de praktijk werken? Voorbeeld 1 Bísaro-Salsicharia Tradicional, een kleine onderneming die gevestigd is in het noorden van Portugal, verkoopt lokale varkensvleesproducten. Zij verkoopt thans aan handelaren en consumenten uit zes andere landen. Deze uitvoer maakt 8% uit van de jaarlijkse omzet van de onderneming. De buitenlandse ondernemingen waarmee zij handel drijft, staan er altijd op dat hun nationale recht op de overeenkomst van toepassing is. De onderneming wil de Nederlandse markt betreden, maar voelt zich afgeschrikt door de verschillen met het Portugese overeenkomsten- en het consumentenrecht. Thans heeft de onderneming ongeveer 5% van haar omzet geïnvesteerd om haar activiteiten uit te breiden naar buitenlandse markten. De onderneming is van oordeel dat een overeenkomstenrecht voor de hele EU transacties zou vereenvoudigen en deze vlotter zou laten verlopen. Door een gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, zou zij naar verwachting naar meer landen uitvoeren, en haar jaaromzet met 15% kunnen verhogen.
7
Voorbeeld 2 Laboratorium Kosmetyczne Dr Irena Eris, een middelgrote Poolse onderneming die cosmetica verhandelt, is van oordeel dat verschillen op het gebied van het overeenkomstenrecht aanzienlijke kosten met zich brengen en een belangrijke belemmering vormen voor haar verkopen in Roemenië. De onderneming wordt vooral getroffen door de verschillen tussen de bepalingen over vertraagde betaling door kleinhandelaren. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht, dat in alle EUtalen beschikbaar is, biedt een volledig geheel van bepalingen betreffende vertraagde betalingen (rentevoet, datum waarop de betaling moet plaatsvinden, schadevergoeding, enz.). De Poolse onderneming zou het voor al haar overeenkomsten met ondernemingen in Roemenië of in elk ander EU-land kunnen gebruiken zonder rekening te moeten houden met nationale rechtsstelsels. Voorbeeld 3 Een Bulgaars ingezetene, Kalin, besluit een e-book-reader te kopen voor de verjaardag van zijn echtgenote. Hij wendt zich tot een lokale elektronicawinkel, maar vindt daar slechts drie modellen e-book-readers. De goedkoopste kost ongeveer 100 euro en de andere twee ongeveer 250 euro. Kalin wil weten of er meer keuze is. Een vriend vertelt hem over twee bekende winkelwebsites. Verbaasd over de aangeboden keuze besluit Kalin een bepaald model te kopen dat 160 euro kost. Wanneer hij echter zijn land van verblijf moet aangeven, meldt de website dat Bulgarije niet tot de landen behoort waaraan de onderneming verkoopt. Kalin probeert een andere online-onderneming en vindt een alternatief model ebook-reader voor een nog betere prijs. Hij wordt echter opnieuw met hetzelfde probleem geconfronteerd: de onderneming staat niet toe dat het product op haar website in de UK wordt gekocht en Kalin wordt doorverwezen naar een website waarop hij het product in de Verenigde Staten kan kopen. Kalin slaagt er uiteindelijk in de e-book-reader te kopen maar vraagt zich nog steeds af waarom het gemakkelijker was het gewenste product in de Verenigde Staten te kopen dan in Europa. Voorbeeld 4 Een Duitse imker die honing produceert en verkoopt, heeft van een Franse onderneming een machine gekocht. De machine blijkt gebrekkig te zijn. De Franse leverancier stemt ermee in om het defect te repareren, maar weigert te betalen voor het vervoer van de machine van Duitsland naar Frankrijk. De Duitse onderneming wenst duidelijkheid over de vraag wie moet betalen en of de overeenkomst kan worden ontbonden, maar zou daarvoor een beroep moeten doen op duur juridisch advies. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht zou voor beide partijen een duidelijk en volledig geheel van rechten en verplichtingen bieden wanneer het product gebrekkig zou blijken te zijn. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht bepaalt met name duidelijk dat de vervoerskosten door de verkoper worden gedragen.
8
Voorbeeld 5 Een onderneming met hoofdkantoor in Polen wenst uit te breiden, maar heeft problemen ondervonden die voortvloeien uit verschillen tussen het overeenkomstenrecht van Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije en Hongarije. Met name maken de uiteenlopende regelingen inzake aflevering het moeilijk om overeenkomsten op te stellen die in alle vier die markten geldig zouden zijn. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht, dat in alle EU-talen beschikbaar is, bevat een duidelijk geheel van bepalingen dat de onderneming zou kunnen gebruiken in al haar grensoverschrijdende overeenkomsten, onder meer over de plaats, het tijdstip en de manier van aflevering, de verplichtingen van de verkoper die met het vervoer van de goederen is belast en de rechten en verplichtingen van partijen in geval van vroege levering of levering van de verkeerde hoeveelheid.
Wat zijn de volgende stappen? Het voorstel zal nu worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad van de EU voor vaststelling volgens de gewone wetgevingsprocedure met gekwalificeerde meerderheid. Wanneer de verordening is vastgesteld, treedt zij in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) over de interne markt.
9