Duurzame rechtspleging Doorlichten van conflictoplossingssystemen op duurzaamheid, en: hoe komt herstelrecht uit de bus? * Alexander F. de Savornin Lohman 1
Inleiding en verantwoording
Dit artikel is een compilatie van gedeelten uit het boek dat ik schrijf over duur‐ zame rechtspleging. Paragraaf 2 beschrijft het ontstaan van het concept duur‐ zame rechtspleging. In paragraaf 3 beschrijf ik een drietal voorbeelden (uit de Verenigde Staten en uit Australië) van structureel duurzame rechtspleging. In paragraaf 4 plaats ik deze voorbeelden in verband met een wereldwijde ontwikke‐ ling in de rechtspleging. In paragraaf 5 geef ik een toelichting op de methode van het doorlichten van organisatieculturen op effectiviteit en duurzaamheid en op het gebruikte assessmentsysteem. Deze paragraaf bevat ook een beschrijving van de ideale organisatiecultuur en een beschrijving van dynamieken die van belang zijn voor de effectiviteit en duurzaamheid van een organisatiecultuur. Vervolgens bespreek ik in paragraaf 6 de assessments die ik heb gemaakt van mediation, van het drug court-systeem en van het tegenspraakmodel van de civiele rechtspraak. Paragraaf 7 beschrijft de principes waaraan rechtspraak en andere conflictoplos‐ singsmethoden moeten voldoen om bij te kunnen dragen aan de kwaliteit van intermenselijke verhoudingen in de samenleving. In paragraaf 8 bespreek ik hoe vormen van herstelrecht zich positioneren ten opzichte van de geanalyseerde organisatieculturen en het ideale organisatiecultuurprofiel. Paragraaf 9 bevat ter afsluiting een kort resumé. 2
Het ontstaan van het concept duurzame rechtspleging
In de twaalf jaar waarin ik deel uitmaakte van de Erasmus Liga, de Nederlandse denktank voor de Club van Rome, drongen principes van duurzaamheid door tot de manier waarop ik de advocatuur uitoefende. Het werd mijn doelstelling cliën‐ ten aan oplossingen te helpen die hen duurzaam goed zouden doen. Duurzaam‐ heid ging altijd over evenwicht in de natuur; in de rechtspleging gaat duurzaam‐ heid over de maatschappelijke leefomgeving. De weegschaal van Vrouwe Justitia staat symbool voor (ecologisch) evenwicht in de maatschappelijke leefomgeving. De kwaliteit van de maatschappelijke leefomgeving hangt samen met de kwaliteit *
De auteur werkt momenteel aan een boek over duurzame rechtspleging. Dit artikel is een compilatie van gedeelten uit dat boek.
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
9
Alexander F. de Savornin Lohman
van de onderlinge verhoudingen in de samenleving. Die kwaliteit staat onder druk als mensen in een conflict betrokken zijn. De praktijk leerde mij dat mijn cliënten meer belang hadden bij het scheppen en herstellen van gezonde en con‐ structieve onderlinge verhoudingen dan bij gelijk krijgen. Vechten om gelijk is kortetermijnbeleid dat schade toebrengt aan onderlinge verhoudingen. Het op tegenspraak gebaseerde rechtspraaksysteem werkt averechts op herstel van goede verhoudingen. Dat verdraagt zich niet goed met de symboliek van de weegschaal van Vrouwe Justitia. Ik ontwikkelde vaardigheden om in conflictsituaties commu‐ nicatie op andere niveaus te brengen. Op een ander denkniveau staat een conflict of probleem in een ander licht. Als je het juiste niveau of de juiste toon gevonden hebt, is het conflict ineens opgelost. Oplossingen die op deze manier gevonden worden, zijn echt duurzaam. Er is begrip ontstaan waar onbegrip was. Geen van de partijen heeft een spelletje gespeeld of misbruik van een situatie gemaakt. De partijen kunnen elkaar recht in de ogen kijken. En dat schept gezonde verhoudin‐ gen. Tijdens mijn sabbaticalreis in de winter van 2007/8 kwam ik in Australië, NieuwZeeland en de Verenigde Staten vormen van rechtspraak tegen die, net als mijn aanpak in de advocatuur, niet op tegenspraak zijn gebaseerd, maar op samen‐ werken. In de VS heten ze problem-solving courts en wordt gesproken van de com‐ prehensive law-stroming (zie o.a. Daicoff 2006). In Australië en Nieuw-Zeeland wordt de term non-adversarial justice (niet op tegenspraak gebaseerde rechts‐ pleging) gebruikt (zie o.a. King e.a. 2009). Juridisch wetenschappelijke ondersteu‐ ning wordt geboden door de therapeutic jurisprudence-stroming, een wereldwijd netwerk dat in de VS is opgezet en dat studie maakt van de therapeutische en antitherapeutische effecten van juridische regels en procedures op degenen die daarmee te maken krijgen.1 Restorative justice is in Australië en Nieuw-Zeeland een van de vormen van nonadversarial justice. In de VS is het een van de ‘vectors’ van de comprehensive lawstroming. Toen ik mij hierin ging verdiepen, ontdekte ik dat deze vormen van rechtspraak net zo zeer tot duurzame oplossingen leidden als ik in mijn praktijk voorstond. Ik ontdekte tevens dat in deze vormen van rechtspraak rechtsmacht een functie vervult die het proces van het bereiken van duurzame oplossingen versnelt. Ik raakte hier zó door gefascineerd dat ik het concept ‘duurzame rechts‐ pleging’ ontwikkelde. Het gaat in de rechtsorde om evenwichtige maatschappelijke verhoudingen. Dat wil zeggen: gezonde verhoudingen tussen mensen. Ik denk dat in een democrati‐ sche samenleving de inzet van staatsmacht alleen gelegitimeerd is als deze gericht is op dit duurzame doel en dat dit per definitie zeker ook geldt voor de inzet van rechtsmacht. Het is de doelstelling van het concept duurzame rechtspleging dat duurzaamheidsprincipes worden doorgevoerd in de gehele structuur van de rechtspleging en in de wijzen waarop rechtsmacht in de praktijk wordt ingezet. Het duurzaamheidsconcept beoogt structureel richting te geven aan vernieuwing in de rechtspleging. Het concept stelt de rechtspleging – en ook de individuele 1
10
Zie onder meer: www.law.arizona.edu/depts/upr-intj/ en www.aija.org.au/index.php/research/ australasian-therapeutic-jurisprudence-clearinghouse (laatst bezocht op 18 oktober 2012).
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
professional die daarin werkzaam is – verantwoordelijk voor het duurzaam con‐ structieve effect van alle interventies en beslissingen die genomen worden. Ook rechtsbeginselen zullen de duurzaamheidstoets moeten doorstaan. Ik denk bij‐ voorbeeld aan het retributiebeginsel en aan de effecten van juridisering: in hoe‐ verre dragen deze bij aan duurzaam betere onderlinge verhoudingen in de samen‐ leving? Duurzame rechtspleging maakt rechtsmacht tot katalysator voor een betere samenleving en een betere kwaliteit van leven. Als het duurzaamheidsconcept in de rechtspleging wordt geïntegreerd, loopt de rechtspleging niet meer achter fei‐ ten aan, maar wordt zij sturend en kan zij op ontwikkelingen vooruitlopen. Rechtspleging gaat actief zorgen voor betere verhoudingen. En dat is waar het in de rechtspleging om zou moeten gaan. Deze omslag naar duurzame rechtspleging kan vanuit twee kanten plaatsvinden, namelijk door – zoals in de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland gebeurt – structureel nieuwe, duurzame rechtspraakvormen te ontwikkelen, of op indivi‐ duele schaal vanuit de professional, doordat de rechter of officier van justitie bij iedere beslissing die hij neemt of interventie die hij toepast, zich eerst afvraagt hoe hij optimaal kan bijdragen aan duurzaam gezonde verhoudingen voor de betrokkenen en voor de samenleving, en hij zich vervolgens in zijn beleid door dat doel laat leiden. Omdat structureel duurzame vormen van rechtspraak een manier van juridisch denken vragen waarin wij niet geschoold zijn, bespreek ik drie voorbeelden ervan (drug courts, neighbourhood justice courts en indigenous sentencing courts), voordat ik aan de kern van mijn artikel kom: het doorlichten, vergelijken en analyseren van de organisatieculturen van mediation, van het tegenspraakmodel van de civiele rechtspraak en van drug courts. Ik rond daarna af met een positionering van resto‐ rative justice in deze vergelijking. Het is opvallend dat structureel duurzame vor‐ men van rechtspraak tot ontwikkeling zijn gekomen in landen die traditioneel bekend staan om hun harde jurisdictie, zoals de VS en Australië en NieuwZeeland. 3
Vormen van duurzame rechtspleging
3.1 Drug courts (problem-solving courts) Verscherpte antidrugswetgeving in de VS leidde in de jaren tachtig van de vorige eeuw tot onhoudbare overbelasting van de strafkamers van rechtbanken. Rech‐ ters zagen drugscriminelen voortdurend recidiveren en kwamen erachter dat rechtspraak een schakel was in een keten die het probleem in stand hield, in plaats van het op te lossen. In 1989 gooide de rechtbank in Miami het roer radi‐ caal om. Zij creëerde het eerste drug court, een rechtbank die het probleem struc‐ tureel zou oplossen. In het drug court krijgen verslaafde draaideurcriminelen die schuld bekend hebben de mogelijkheid om onder supervisie van de drug courtrechter een afkick- en trainingsprogramma te doorlopen waarin al hun problemen worden behandeld die tot crimineel gedrag aanleiding kunnen zijn. Het drug court werkt nauw samen met verslavingszorg en maatschappelijke hulpdiensten, poli‐
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
11
Alexander F. de Savornin Lohman
tie, OM en advocaten. De drug court-rechter monitort gedurende gemiddeld anderhalf jaar de voortgang die iedere deelnemer maakt door deze regelmatig op de zitting te laten verschijnen. De drug court-rechter werkt intensief samen met de sociale ketenpartners die bij het traject betrokken zijn. Door zijn beslissingen coördineert en structureert hij de samenwerking daarbinnen. Als er sprake is van terugval bij de deelnemer neemt de rechter onmiddellijk maatregelen die bewerk‐ stelligen dat de deelnemer weer goed in het traject meeloopt. De rechter kent regelmatig beloningen (awards) aan deelnemers toe als zij goed hun best doen. Bij het afronden van iedere fase reikt de rechter een graduation certificate uit, met een felicitatie. Gaat het goed, dan versoepelt hij de urinecontroles en de frequentie waarmee de deelnemer op de zitting moet verschijnen. De sancties bij terugval zijn vaak therapeutisch, zoals het schrijven van een essay over hoe de deelnemer zichzelf kan wapenen tegen terugval. Bij ernstige twijfel aan het commitment van de deelnemer legt de rechter korte detentie op (enkele uren tot enkele dagen) om de deelnemer zich te laten bezinnen of hij met het drug court-traject wil doorgaan. De ultieme sanctie van de rechter is uitzetting uit het drug court-programma met verwijzing van de strafzaak naar de gewone strafrechter. Bij succesvolle voltooiing van het hele traject heeft de deelnemer zijn leven weer op de rails. Zijn drugs‐ probleem is over of hanteerbaar. Hij is geïntegreerd in de samenleving, woont zelfstandig en heeft een baan. Op een feestelijke zitting in aanwezigheid van de andere drug court-deelnemers reikt de rechter de deelnemer een graduation certifi‐ cate uit dat in plaats komt van een strafblad. Dit gaat gepaard met een hart‐ verwarmende gelukwens van de rechter, die de deelnemer gedurende het gehele traject door goede en slechte tijden heeft meegemaakt. Drug courts werken zonder wachttijd: meteen nadat een verdachte is gearresteerd wordt nagegaan of hij in aanmerking komt voor het drug court-programma. De behandeling gaat onmiddellijk in als de verdachte bekent en met deelname instemt. Het drug court-systeem is uiteraard kostbaarder dan de reguliere strafrechtspraak, maar per saldo leidt het tot grote besparingen vanwege verminderde recidive en een veel sneller en effectiever afkick- en behandeltraject, doordat justitiële druk een veel betere motivatie bij de deelnemer genereert. Het succes van het drug court-systeem leidde ertoe dat andere soorten gespecialiseerde rechtbanken op basis van ditzelfde systeem werden opgezet. Ze worden problem-solving courts genoemd. Inmiddels zijn er mental health courts, driving while impaired courts, homeless courts, re-entry courts, veteran courts, family violence courts, family treat‐ ment courts en juvenile courts. Net als in drug courts doorlopen deelnemers onder rechtstreekse supervisie van de rechter behandelprogramma’s. Het systeem is zelfs overgewaaid naar het civiele recht: in family drug courts krijgen verslaafde ouders die uit de ouderlijke macht zijn ontzet de kans om onder supervisie van de rechter een afkick- en trainingsprogramma te doorlopen met als vooruitzicht dat zij na het succesvol doorlopen van het programma de zorg voor hun kinderen weer kunnen herkrijgen. Per saldo schijnt dit zeer kosteneffectief te zijn doordat het veel kosten van uithuisplaatsing en gezinsvoogdij bespaart. Ik bezocht een aantal drug courts in de VS en stond versteld van de zeer geavanceerde manier waarop drug courts werken. In Washington D.C. is er bijvoorbeeld een urinetest‐
12
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
laboratorium aan het drug court verbonden waardoor de rechter op de zitting stante pede een urinetest kan bevelen en hij op dezelfde zitting nog over de uit‐ slag beschikt. Dit stelt hem in staat onmiddellijk en zeer effectief beslissingen te nemen. En dat is de een van de oorzaken die maken dat verslavingsbehandelingen onder supervisie van een drug court-rechter veel effectiever verlopen dan buiten het drug court mogelijk is. In de VS zijn nu circa 4.000 problem-solving courts operationeel (Daicoff 2006), waarvan 2.559 drug courts.2 Het problem-solving court-systeem waaierde uit naar onder meer Canada, Ierland, Schotland, Engeland, Australië en België (Gent) (King e.a. 2009, 143). In 2011 promoveerde Suzan Verberk, adviseur rechtspraak‐ ontwikkeling bij de Raad voor de rechtspraak, op het proefschrift Probleemoplos‐ send strafrecht en het ideaal van responsieve rechtspraak. Zij analyseert en bespreekt daarin het drug court-systeem. Zij gaat uitvoerig in op de meervoudige effectiviteit van drug courts: het therapeutische effect voor de dader, de strafrechtelijke effec‐ tiviteit en kosteneffectiviteit voor de samenleving, de kosteneffectiviteit voor het strafrechtsysteem, het publieke vertrouwen in de rechtspraak en de werktevre‐ denheid van de rechters (Verberk 2011, 129-157). Verberk spreekt de wens uit dat in Nederland op basis van dit systeem de strafsectoren van de rechtbanken gespecialiseerde drugskamers zullen opzetten (2011, 294-299). De website van de Amerikaanse National Association of Drug Court Professionals (NADCP) geeft veel informatie over drug courts en de effectiviteit daarvan.3 Het Justice Programs Office, School of Public Affairs, American University, Washington D.C. doet gron‐ dig onderzoek naar de ontwikkeling en verleent technische assistentie bij de opzet van drug courts.4 Op de website van het Center for Court Innovation in New York5 is literatuur en informatie te vinden over vele andere vormen van problemsolving courts, die op basis van het drug court-systeem zijn ontwikkeld. Het cen‐ trum biedt ondersteuning bij de opzet van problem-solving courts en gespeciali‐ seerde scholing voor professionals. 3.2 Neighbourhood justice courts Het succes van de gespecialiseerde problem-solving courts bracht het bewustzijn dat rechtspraak in staat is de oplossing van maatschappelijke problemen te bewerkstelligen. Dit bewustzijn inspireerde tot creatief nadenken over mogelijk‐ heden om rechtspraak ook op andere manieren in te zetten voor de oplossing van maatschappelijke problematiek. Toen begin jaren negentig van de vorige eeuw de theaterbuurt van Manhattan, het Times Square-district, ernstig geteisterd werd door kleine criminaliteit, besloten belanghebbenden en de autoriteiten tot de oprichting van een buurtrechtbank. In 1993 werd het Midtown Community Court opgericht. Eén rechter kreeg de leiding. Hij kreeg als taak te bewerkstelligen dat de veiligheid in de buurt in de kortst mogelijke tijd hersteld zou zijn. Hij kreeg daartoe een grote mate van vrijheid en bevoegdheid om in overleg met belang‐ 2 3 4 5
www.nadcp.org/learn/about-nadcp (laatst bezocht op 7 mei 2011). www.nadcp.org/learn/do-drug-courts-work (laatst bezocht op 15 oktober 2012). www1.spa.american.edu/justice (laatst bezocht op 15 oktober 2012). www.courtinnovation.org (laatst bezocht op 15 oktober 2012).
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
13
Alexander F. de Savornin Lohman
hebbenden uit de buurt, politie, OM en sociale ketenpartners een adequaat en effectief vervolgings- en sanctiebeleid te ontwikkelen waarmee de veiligheid in de wijk zou worden hersteld. Dat leidde ertoe dat in deze rechtbank heel kleine over‐ tredingen en misdrijven onmiddellijk kunnen worden vervolgd en bestraft. Degene die wordt opgepakt voor bijvoorbeeld winkeldiefstal, graffiti spuiten, of straatprostitutie wordt onmiddellijk voor de rechter gebracht en begint vaak op dezelfde dag nog aan zijn taakstraf, die erop gericht is de uitstraling van de buurt te verbeteren (graffiti verwijderen, parken schoonmaken, enz.). Het Midtown Community Court bleek een zo groot succes dat er in New York City inmiddels vier neighbourhood justice courts gevestigd zijn (Midtown Manhattan, Red Hook in Brooklyn, Harlem en Bronx). Inmiddels zijn er in de VS ruim veertig van deze community courts operationeel. Buiten de VS zijn er drie die op dit systeem zijn gebaseerd: Melbourne (Australië), Liverpool (Engeland) en Vancouver (Canada).6 Het eerdergenoemde Center for Court Innovation in New York beschikt over alle informatie over neighbourhood justice courts, biedt ondersteuning bij de opzet ervan en leidt professionals op. Ik heb een aantal van deze rechtbanken bezocht in New York en in Melbourne en was verrast over de mate waarin deze recht‐ banken verweven zijn in en met de samenleving. Deze vorm van buurtrechtspraak staat daadwerkelijk midden in het leven en midden in de samenleving. 3.3 Indigenous sentencing courts In deze rechtbanken springt justitie in wezen op de bres voor verbetering van onderlinge verhoudingen tussen Aboriginals en de blanke bevolking. Sinds de kolonisatie van Australië bestaat er een diepe cultuurkloof tussen de oorspronke‐ lijke Aboriginal bevolking en de blanke overheersing. Tot voor kort strafte justi‐ tie, zonder aanzien des persoons, alles af wat volgens de westerse normen niet werd getolereerd. Het gevolg was een overstelpende overrepresentatie van Ab‐ originals in de gevangenispopulatie en het ontbreken van ieder perspectief op ver‐ betering. Het beleid van afstraffen en opsluiten had geen enkel effect. Een groot‐ scheeps onderzoek van de Royal Commission into Aboriginal Deaths in Custody in 1991 leidde tot de conclusie dat het westerse rechtspraaksysteem ongeschikt was om jegens Aboriginals te worden ingezet. Aanbevelingen van deze commissie leidden ertoe dat in alle Australische staten (behalve Tasmanië waar bijna geen Aboriginals meer wonen) indigenous sentencing courts zijn opgericht. In 1999 werd het eerste indigenous sentencing court opgericht. Inmiddels zijn er circa vijftig ope‐ rationeel in Australië.7 Dat is een fors aantal omdat er in Australië ongeveer 500.000 Aboriginals wonen. Indigenous sentencing courts kwamen tot stand in overleg met de leiders van de Aboriginal gemeenschappen waarvoor ze zijn inge‐ steld. Doordat er grote cultuurverschillen zijn tussen Aboriginal gemeenschappen zijn er verschillende vormen van indigenous sentencing courts ontwikkeld. Gemeen‐ 6 7
14
www.courtinnovation.org/research/community-courts-around-world?mode=4&url=research %2F4%2Farticle (laatst bezocht op 15 oktober 2012). Toelichting van Elena Marchetti over indigenous sentencing courts op de website van het Indige‐ nous Justice Clearinghouse, www.indigenousjustice.gov.au/briefs/brief005.pdf (laatst bezocht op 10 september 2011).
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
schappelijk kenmerk van alle vormen is dat de rechter in de een of andere vorm samenwerkt met gerespecteerde ouderen (elders) uit de Aboriginal gemeenschap‐ pen waartoe de betrokken Aboriginal verdachte behoort. De onafhankelijkheid van de rechter blijft gewaarborgd doordat Aboriginal elders geen medeverant‐ woordelijkheid voor de uitspraak van de rechter willen dragen. Dit zou hun ver‐ trouwenspositie binnen hun gemeenschap in gevaar brengen. Indigenous sentenc‐ ing courts hebben herstelrechtelijke kenmerken. De manier waarop herstelrecht in het systeem verweven is, verschilt sterk. Soms gaat een herstelrechtelijke bijeen‐ komst vooraf aan de zitting en wordt het resultaat daarvan als advies aan de rech‐ ter voorgelegd. In New South Wales participeert de rechter samen met vier elders, de dader, het slachtoffer, de police prosecutor, de reclassering, familie en suppor‐ ters van dader en slachtoffer in een circle sentencing-conferentie waarin de rechter in principe de uitkomst van het circle-overleg bekrachtigt. De Koori courts in Vic‐ toria werken meer op basis van het problem-solving court-systeem. Tijdens een studiereis in 2010 bezocht ik indigenous sentencing courts in Port Ade‐ laide (South Australia), Shepparton (Victoria), Rockhampton (Queensland) en Nowra (New South Wales). Ik had meestal vooraf overleg met het hele team, de rechter (magistrate), de elders en de Aboriginal justice-coördinator (functionaris die de Aboriginal gemeenschap kent en die zorgt dat in iedere zaak de juiste elders, familieleden, supporters en overige betrokkenen worden betrokken). Ik woonde de voorbereidende besprekingen en bijeenkomsten bij en na afloop de informele nabespreking tussen de rechters, de elders en de Aboriginal justice-coör‐ dinatoren. Steeds werd er met veel respect over het rechtspraaksysteem gespro‐ ken. Het functioneren van de rechtbanken en de onderlinge samenwerking was voor alle betrokkenen constructief en inspirerend. Er was een sfeer van onderling vertrouwen tussen de rechters en de elders. Een Aboriginal justice-coördinator legde mij heel concreet uit dat de indigenous sentencing courts aan de elders het tra‐ ditionele gezag hebben teruggegeven dat hun door de kolonisatie was ontnomen. Mede daardoor zijn deze rechtbanken voor Aboriginals van grote, ook symboli‐ sche, betekenis: ‘Wij krijgen ons zelfrespect erdoor terug en kunnen weer orde scheppen binnen onze gemeenschappen op een manier die bij onze culturele tra‐ dities hoort. Onze blanke machthebbers beseffen nog nauwelijks hoe belangrijk deze rechtbanken zijn voor het welzijn in onze gemeenschappen en hoe hard wij dat nodig hebben.’ Zittingen van indigenous sentencing courts zijn informeel en laagdrempelig. Ze worden meestal bijgewoond door veel familieleden, vrienden en supporters van de verdachte en, afhankelijk van het systeem, ook het slachtoffer met vergelijk‐ bare aanhang. De zittingen vinden rond een tafel plaats of in een kring, maar soms (deels) ook in een zittingszaal van de rechtbank. De rechtszaal is mede aan‐ gekleed met symbolische voorwerpen uit de Aboriginal traditie. In het Koori court in Victoria bij voorbeeld vinden zittingen plaats rond een ovale tafel. Aan de ene lange zijde zitten de magistrate, met aan weerszijden van hem een elder. Tegen‐ over hen zitten aan de ene kant de verdachte met diens advocaat en één of meer supporters. Aan de andere kant, naast de advocaat van de verdachte, zit de police prosecutor. Aan de smalle zijkanten zitten tegenover elkaar de Aboriginal justicecoördinator en een reclasseringsvertegenwoordiger. Op de publieke tribune zitten
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
15
Alexander F. de Savornin Lohman
nog meer familieleden, vrienden en supporters van de betrokkenen. Tijdens de zittingen praat iedereen ongedwongen mee, ook vanaf de publieke tribune. Daar‐ door bereikt de rechter allerlei achtergrondinformatie die hem in een normale rechtszitting nooit zou bereiken, maar die soms heel nuttig kan zijn. Het zittings‐ gebeuren stelt de rechter goed in staat de mogelijkheden tot re-integratie en reha‐ bilitatie een kans te geven en gevangenisstraf te voorkomen. De betrokkenheid van de elders heeft tot gevolg dat de invloed van de rechtbank tussen de zittingen door blijft doorwerken. Hun gezag binnen de gemeenschap heeft tot gevolg dat verdachten beter voldoen aan de voorwaarden die de rechter hun oplegt. Ook geven verdachten veel beter gehoor aan oproepingen van de rechtsbank. Behan‐ del- en rehabilitatieprogramma’s verlopen daardoor succesvoller. Rechters verkrij‐ gen door hun samenwerking met elders beter inzicht in de Aboriginal cultuur en zijn beter in staat de toestand in die gemeenschappen te verbeteren. Enkele interessante publicaties zijn die van magistrate Douglas Dick (2006) over zijn ervaringen met circle sentencing (Nowra, New South Wales) en van magistrate Annette Hennesy (2006) over een Murri court (Rockhampton, Queenland). Uitge‐ breid wetenschappelijk onderzoek wordt verricht door Elena Marchetti en Kathleen Daly (2004) (beiden Griffith University, Brisbane, Queensland). Zij schrijven over indigenous courts: ‘The core elements animating these courts – improved communication, citizen knowledge/control and appropriate penal‐ ties – could be applied to all court processes and all defendants. These new justice practices may indeed be signalling the way of the future, and transforming our courts as we now know them.’ Fitzgerald (2008), die in een onderzoek naar de effectiviteit van circle sentencing in New South Wales geen vermindering van reci‐ dive constateert, maar wel vermindering van de ernst van gepleegde strafbare fei‐ ten, waarschuwt voor tegen een eenzijdige focus op recidivevermindering, omdat er eerst betere programma’s voor rehabilitatie, verslavingszorg en armoede‐ bestrijding beschikbaar moeten komen. Al deze schrijvers onderstrepen de toege‐ voegde waarde van de interne sociale controle binnen de Aboriginal gemeen‐ schappen die indigenous sentencing courts mobiliseren. Beslissingen sorteren daardoor beter effect. En deze rechtbanken dragen structureel bij aan verbetering van de verhoudingen tussen Aboriginals en de heersende westerse cultuur. 4
Duurzame rechtspleging: een wereldwijde ontwikkeling
Problem-solving courts, neighbourhood justice courts en indigenous sentencing courts zijn voorbeelden van structureel duurzame rechtspleging: Ze zijn gebaseerd op het principe dat rechtsmacht ingezet wordt voor een betere wereld. Ze dragen effectief bij aan de oplossing van individuele en maatschappelijke problematiek. Ze verbeteren onderlinge verhoudingen duurzaam en zorgen ervoor dat de samenleving leefbaarder en veiliger wordt. In al deze vormen heeft de rechtspraak zich een katalysatorfunctie aangemeten tot algehele verbetering van onderlinge verhoudingen in de samenleving. Daarmee is ‘organisatorische duurzaamheid’ in de structuur van deze vormen van rechtspraak ‘ingebakken’. Dat maakt deze vor‐
16
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
men van rechtspraak bijzonder interessant vanuit de optiek van het duurzaam‐ heidsdenken. De ontwikkeling van deze vormen van duurzame rechtspraak staat niet op zich‐ zelf. Overal in de wereld zijn ontwikkelingen in de rechtspleging waarneembaar waaruit duidelijk een zoeken blijkt naar vormen van conflictoplossing die con‐ structief uitwerken op onderlinge verhoudingen in de samenleving. Nederland is daarop geen uitzondering. Ik noem de sterke promotie van mediation door de rechtspraak die in 1999 met de oprichting van het Bureau Mediation naast Recht‐ spraak van start ging, de introductie van de schikkingsfase in de civiele procedure die met ingang van 2002 in de wet is vastgelegd,8 verplichtstelling van het ouder‐ schapsplan bij scheiding en vele andere initiatieven om in het familie- en jeugd‐ recht tot meer constructieve oplossingen te komen, waaronder forensische mediation,9 diversie in het strafrecht, Halt,10 de Veiligheidshuizen,11 het ‘Alme‐ lose model’,12 de introductie en opleving van het herstelrecht,13 en in het bestuursrecht de recent ingevoerde ‘nieuwe zaaksbehandeling’14. Het concept duurzame rechtspleging plaatst deze ontwikkelingsgolf in de rechts‐ pleging in het kader van de ontwikkeling van het duurzaamheidsdenken in de wereld. Duurzaamheidsdenken neemt een steeds belangrijker en structureler plaats in het wereldgebeuren in. Het is daarom te verwachten dat de behoefte in de rechtspleging om effectiever te zijn en een structureel constructieve bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving te leveren, alleen maar sterker zal worden. Door de verbinding met de ontwikkeling van het duurzaamheidsdenken, krijgt deze ontwikkelingsgolf een structureel en krachtig draagvlak, een draagvlak dat deze ontwikkeling verdient. 5
Het doorlichten van conflictoplossingssystemen
Transparantie is ‘hot’ in deze tijd. De behoefte aan transparantie dringt zich steeds meer op aan de rechtspraak. Er zijn plannen om openbare zittingen volle‐ dig via internet volgbaar te maken.15 In de winter van 2009/2010 werden 24 zaken van de Utrechtse rechtbank uitgebreid verslagen in het tv-programma De rechtbank (EO).16 Onlangs (augustus t/m november 2012) kreeg dit pro‐
8
9 10 11 12 13 14
15 16
Zie onder meer www.rechtspraak.nl/Organisatie/Raad-Voor-De-Rechtspraak/WetenschapsOn‐ derzoek/Overzichtonderzoeksprojecten/Pages/Comparitie-na-antwoord.aspx (laatst bezocht op 26 oktober 2012). www.forensischemediation.nl (laatst bezocht op 26 oktober 2012). www.halt.nl (laatst bezocht op 26 oktober 2012). www.veiligheidshuizen.nl/achtergrond#.UIpvLLRQV74 (laatst bezocht op 26 oktober 2012). APJ-nieuwsbrief 2006, 1(1), 2, Arrondissementaal Platform Jeugdcriminaliteit Almelo. Zie onder meer www.restorativejustice.nl (laatst bezocht op 26 oktober 2012). Zie onder meer Van Ettekoven & Verburg (2010) en de informatie op www.rechtspraak.nl/Orga‐ nisatie/CRvB/RegelsEnProcedures/Pages/Nieuwe-zaaksbehandeling.aspx (laatst bezocht op 26 oktober 2012). http://nos.nl/artikel/423255-proef-met-rechtbank-tv.html (laatst bezocht op 25 oktober 2012). www.uitzendinggemist.nl/programmas/1890-de-rechtbank (laatst bezocht op 25 oktober 2012).
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
17
Alexander F. de Savornin Lohman
gramma met een nieuwe serie zaken een follow-up via de NCRV.17 De rechtspraak probeert hiermee een antwoord te geven op de kritiek die er op de rechtspraak bestaat. De rechtspleging bevindt zich in een merkwaardige spagaat. Enerzijds is er veel kritiek op de rechtspraak en ‘doet’ de rechter ‘het nooit goed’. De burger zet de rechter onder druk om zwaarder te straffen, maar beseft niet dat de rechter dit al lang doet en daarbij weet dat zwaarder straffen de burger en de samenleving niet zal helpen. Tegelijkertijd wil de burger, als het erop aankomt, toch dat nie‐ mand anders dan de rechter de zaakjes voor hem opknapt. Uiteindelijk heeft hij toch meer vertrouwen in de rechter dan bijvoorbeeld in een mediator. Het uitzenden van zittingen is toe te juichen, maar ik geloof niet dat dit de spa‐ gaat zal gaan oplossen. Openbare zittingen zeggen alleen iets over de buitenkant van de rechtspraak. De binnenkant, de kern, blijft verborgen, en juist om die kern zou het moeten gaan als het over transparantie gaat. Het concept duurzame rechtspleging kan bijdragen aan het transparant maken van deze kern doordat de mate waarin rechtspleging bijdraagt aan verbetering van onderlinge verhoudingen in de samenleving kan worden gemeten en worden vergeleken. Rechtspleging vervult in tweeërlei opzicht een belangrijke functie in het kader van het streven naar een duurzame samenleving: Statisch gesproken is rechtspleging een van de belangrijkste pijlers van een duurzame samenleving. Daarnaast is de rechtspleging een actief dynamisch mechanisme dat met behulp van rechtsmacht veranderingen in de samenleving bewerkstelligt. Vanuit duur‐ zaamheidsdenken gaat het erom of deze dynamische werkzaamheid constructief bijdraagt aan de kwaliteit van de samenleving. De mate waarin de rechtspleging aan dit doel bijdraagt, bepaalt de effectiviteit, het ‘duurzaamheidsgehalte’ van de rechtspleging. Ik heb gezocht naar mogelijkheden om deze dynamische effectiviteit transparant te maken en kwam daarvoor terecht in de wereld van management- en organisa‐ tieontwikkeling. In die wereld wordt veelvuldig gebruikgemaakt van assessments (testen). Assessments kunnen iets over de binnenkant van een mens of van een organisatie aan het licht brengen. Organisaties kunnen hun bedrijfscultuur laten doorlichten om inzicht te krijgen of de cultuur wel effectief is, gezien het doel van de organisatie. Individuele managers kunnen hun leiderschapsstijl laten testen. Zo krijgen zij inzicht in de effectiviteit van hun manier van leidinggeven. Vanuit het concept ‘duurzame rechtspleging’ is het zinvol de effectiviteit van rechtspraak te kunnen analyseren en die te vergelijken met andere methoden van conflictoplossing, zoals mediation en een van de vormen van duurzame recht‐ spraak. Ik ben ervan uitgegaan dat iedere conflictoplossingsmethode een eigen kenmerkende ‘organisatiecultuur’ heeft. Zo hebben arbitrage, mediation en prob‐ lem-solving courts, Eigen Kracht-conferenties, slachtoffer-dadergesprekken en res‐ torative circles ieder hun eigen karakter, ‘organisatiecultuur’, manier van werken. Het leek mij interessant om een aantal van deze verschillende ‘bedrijfsculturen’ van conflictoplossingsmethoden te testen op het punt van effectiviteit en duur‐ zaamheidsbijdrage en ze onderling met elkaar te vergelijken. 17
www.uitzendinggemist.nl/programmas/8784-de-rechtbank-2012 (laatst bezocht op 25 oktober 2012).
18
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
Een hiervoor geschikt assessmentsysteem wordt al vele jaren met succes gebruikt door prof. dr. Jan Moen (Universiteit van Tilburg), hoogleraar management en organisatie in de gezondheidszorg. Hij gebruikt dit systeem om de effectiviteit van organisaties in de gezondheidszorg op een hoger plan te brengen en indivi‐ duele managers te helpen de effectiviteit van hun persoonlijke leiderschapskwali‐ teiten te verbeteren. Moen is co-auteur van drie boeken over dit systeem, de Organizational Culture Inventory® van Human Synergistics International in Ply‐ mouth, Michigan (VS) (Moen e.a. 2002; Moen & Ansems 2004; Ansems & Moen 2009). 5.1 Effectiviteitsmeting van conflictoplossingsmethoden De Organizational Culture Inventory® creëert op basis van de antwoorden op een vragenlijst van 120 testvragen een organisatiecultuurprofiel. De antwoorden komen op een scorebord van twaalf verschillende organisatiecultuurstijlen. De uitsplitsing van de organisatiecultuur in twaalf basisstijlen maakt de organisatie‐ cultuur transparant en vergelijkbaar met een ideale organisatiecultuur. Het orga‐ nisatieprofiel wordt weergegeven in een cirkeldiagram (zie figuur 1 t/m 4).18 Figuur 1:
18
Historical Ideal Culture
Ik gebruik Nederlandse begrippen voor de twaalf cultuurstijlen. In de bijlage bij dit artikel staat een overzicht van de oorspronkelijke stijlnamen en de vertaling die ik gebruik. In het vervolg van dit artikel schrijf ik cultuurstijlen uit de Organizational Culture Inventory® steeds met een hoofdletter. Ik beoog daarmee te bereiken dat de lezer de cultuurstijl niet alleen inhoudelijk opvat, maar deze tevens kan plaatsen in samenhang met de andere cultuurstijlen van de Organi‐ zational Culture Inventory®, zoals die weergegeven worden in figuur 1 t/m 4.
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
19
Alexander F. de Savornin Lohman
Figuur 2:
Cultuurprofiel van mediation
Figuur 3:
Cultuurprofiel drug courts
20
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
Figuur 4:
Cultuurprofiel civiele rechtspraak
De twaalf cultuurstijlen van de Organizational Culture Inventory® zijn verdeeld in drie groepen: – Constructieve stijlen: cultuurstijlen die gericht zijn op het optimaliseren van de taakgerichte motivatie (Productiviteit), persoonlijke motivatie (Ontplooiing),
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
21
Alexander F. de Savornin Lohman
Mensgericht stimuleren en Samenwerken. Deze groep stijlen stimuleert de langetermijneffectiviteit van de organisatie. Scores in deze groep cultuur‐ stijlen bepalen het duurzaamheidsgehalte van de organisatie; – Passief-defensieve stijlen: cultuurstijlen die beogen de organisatie te bescher‐ men tegen menselijk falen. Ze stimuleren bureaucratie (Goedkeuring), regel‐ cultuur (Conventioneel), onderlinge afhankelijkheid (Afhankelijk) en vermij‐ dingsgedrag (Vermijding) en leiden ertoe dat medewerkers geneigd raken elkaar eerder op fouten aan te spreken dan elkaar te stimuleren; – Agressief-defensieve stijlen: cultuurstijlen die beogen de organisatie te bescher‐ men tegen falen ten aanzien van taakstellingen door medewerkers tegen elkaar op te zetten (Oppositie), macht uit te oefenen (Macht), competitie te bevorderen (Competitie) en stiptheid te verlangen (Perfectionisme). In figuur 1 t/m 4) staan de scores in de Constructieve stijlen in het segment aan de bovenzijde aangegeven. De scores in Passief-defensieve stijlen staan in het seg‐ ment rechts naar onder en die in de Agressief-defensieve stijlen in het segment aan de linker zijde. 5.2 De ideale organisatiecultuur Human Synergistics International heeft het profiel van een ideale organisatiecul‐ tuur gepubliceerd (Historical Ideal Culture, figuur 1). Het is de organisatiecultuur van een optimaal effectieve organisatie. Het is daarmee tevens de organisatie met de meest duurzame organisatiecultuur. Als ik in het vervolg van dit artikel over de ‘ideale cultuur’ spreek, bedoel ik deze Historical Ideal Culture. De belangrijkste cultuurstijl is Mensgericht stimuleren: van medewerkers wordt verwacht dat zij goed naar elkaar luisteren, dat zij elkaar stimuleren en conflicten op een constructieve manier oplossen. Als tweede stijl in belangrijkheid volgt onmiddellijk daarna Ontplooiing: medewerkers moeten hun integriteit kunnen handhaven, ideeën kunnen delen en bevrediging in hun werk vinden. Zoals van een ideale organisatiecultuur verwacht mag worden, is de score in Productiviteit zeer hoog. Productiviteit ten behoeve van de organisatie zelf en Ontplooiing voor de mens die in de organisatie werkt, zijn de uiteindelijke graadmeters voor de effectiviteit en de duurzaamheid van de organisatie. Alle tien overige cultuur‐ stijlen zijn in zekere zin ondergeschikt. Deze subordinatie geldt dus ook voor de twee andere Constructieve cultuurstijlen, Mensgericht stimuleren en Samenwer‐ ken: beide zijn nodig om de Productiviteit en de Ontplooiing optimaal te doen zijn. Een Mensgericht stimulerende cultuur is fundamenteel (zeer hoge score); de Samenwerking moet goed zijn, maar niet overdreven goed (hoge score). Er moet namelijk sprake zijn van een gemiddelde Oppositie en Competitie (middenscore). Dat genereert de goede, maar niet ‘overdreven goede’ Samenwerking. Wat de overige cultuurstijlen betreft, geeft het ideale profiel aan dat deze maar beter tot zo klein mogelijke proporties beperkt kunnen blijven. Het gaat om Macht, Afhankelijkheid, Goedkeuring, Perfectionisme en Vermijdingsgedrag.
22
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
5.3 Belangrijke organisatiecultuurdynamieken Onderzoek dat ik naar de werking van de cultuurstijlen heb gedaan, bracht mij tot een aantal wezenlijke dynamieken in een organisatiecultuur die in nauwe relatie staan tot de effectiviteit en duurzaamheid van de conflictoplossingsorganisatie. • Oppositie/Competitie-dynamiek De cultuurelementen Oppositie en Competitie staan met elkaar in interactie. Ze hebben de neiging elkaar te versterken. Aan de ene kant vormen ze een dynamiek die essentieel is in iedere relatie en organisatie: ze brengen levendigheid en stimu‐ leren tot presteren. Maar tegelijkertijd zijn ze de bron van conflicten en escalatie. Boven een kritische grens verandert de constructieve dynamiek in een escalatie‐ spiraal. Vitaliteit slaat dan om in een conflict en partners worden elkaars tegen‐ standers. Daarom zorgt een ideale organisatiecultuur ervoor dat de Oppositie/ Competitie-dynamiek op een gezond en stimulerend (gemiddeld) niveau blijft, niet te laag en niet te hoog. Dat resulteert in een gezonde Samenwerking. Dit ‘management’ van Oppositie en Competitie vindt plaats in iedere organisatie, op scholen, in sport en in de concurrentieverhoudingen. Dit management draagt zorg voor een gezonde dynamiek en voorkomt escalatie. • Macht De ideale cultuur heeft een zeer lage factor Macht. Dat staat haaks op de organi‐ satiecultuur van rechtspleging doordat deze haar basis ontleent aan Macht en de distributie daarvan haar doel is. Aan de hand van een vergelijking met de manier waarop in Nederland wordt omgegaan met de macht van de waterkracht wil ik laten zien dat Macht een heel constructieve functie kan hebben in een organisa‐ tiecultuur, die sterk kan bijdragen aan Productiviteit en Ontplooiing en aan het creëren van een gezonde Samenwerking. In de loop der eeuwen is er in Nederland een ingenieus, duurzaam en uitzonder‐ lijk effectief systeem opgebouwd waarmee de kracht van het water zorgvuldig wordt gekanaliseerd en gedoseerd. Dankzij deze dosering en kanalisatie van de waterkracht is Nederland niet alleen een veilig land, maar hebben de Nederlan‐ ders zich tot een welvarende natie kunnen ontwikkelen. Nederland dankt zijn welvaart op bijna ieder gebied – agrarische sector, transport, handel, scheepvaart, toerisme, wetenschap en technologie – aan een effectieve beheersing van water‐ kracht. Zonder het duurzame management van de waterkracht stel ik mij voor dat Nederland een onveilig, onderontwikkeld en onherbergzaam gebied zou zijn gebleven. Je zou kunnen stellen dat de organisatiecultuur van Nederland in belangrijke mate beheerst wordt door de Macht van water. Doordat bescherming tegen de gevaren van water van oudsher hoog op de prioriteitenlijst stond, heb‐ ben we geleerd deze machtsfactor op een heel zorgvuldige, constructieve en duur‐ zame manier te kanaliseren en te doseren. Daardoor is deze machtsfactor getransformeerd van een bron van gevaar en destructiviteit tot een bron van ont‐ wikkeling, en heeft ze een enorme bijdrage aan de Productiviteit en Ontplooiing van ‘organisatie Nederland’ geleverd. Zonder deze machtsfactor zou Nederland nooit het niveau van Productiviteit en Ontplooiing hebben kunnen bereiken dat het dankzij de machtsfactor heeft kunnen realiseren. De Macht van het water
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
23
Alexander F. de Savornin Lohman
heeft bijgedragen aan een gezonde Oppositie/Competitie-dynamiek in het land en aan het tot stand komen van gezonde Samenwerking, gericht op optimale Ont‐ plooiing en Productiviteit. Dat wil zeggen: de aanwezigheid van de factor Macht kan uitwerken als een groot goed. Maar daartoe moet de Macht wel op een zorg‐ vuldige manier worden gekanaliseerd en gedoseerd. Gebeurt dat niet, dan ont‐ staat onmiddellijk ernstige schade. Vertaald naar de rechtspleging betekent dit dat als rechtsmacht op zorgvuldige manieren goed wordt gedoseerd en gekanali‐ seerd, een hoge mate van Productiviteit en Ontplooiing moet kunnen worden gerealiseerd. Het ideale cultuurprofiel reikt als sleutels aan voor zorgvuldig doseren en kanali‐ seren van Macht dat dit op Mensgericht stimulerende wijze (score ‘zeer hoog’) moet geschieden en dat met die Macht ook de Oppositie/Competitie-dynamiek op een constructief (score ‘gemiddeld’) niveau wordt gebracht dat een gezonde Samenwerking (score ‘hoog’) bewerkstelligt. 6
Het maken van de assessments
Bij wijze van experiment wilde ik de ‘bedrijfsculturen’ van mediation, van de civiele gerechtelijke procedure (tegenspraakmodel) en van drug courts (problemsolving courts) aan een organisatiecultuurassessment onderwerpen. Ik begon ermee me zo levendig mogelijk in te leven in de setting van een mediation. Ik stelde me de algehele sfeer voor, alles wat er zoal kan voorvallen of gebeuren, de gemoedstoestand en interactie van de betrokkenen en de manier waarop media‐ tors daarop reageren. Vanuit dit beeld beantwoordde ik successievelijk de vragen van vragenlijst van het assessment. Ik merkte daarbij dat conflictoplossings‐ organisaties in bepaalde opzichten afwijken van ‘normale’ organisaties waar mede‐ werkers in vaste dienst zijn. Testvragen over persoonlijke onderlinge relaties binnen de organisatie moest ik onbeantwoord laten, want in een conflictoplos‐ singsorganisatie is er in iedere zaak een andere ‘personele bezetting’, doordat er andere partijen, advocaten, rechters, mediators of arbiters zijn en ook de onder‐ steunende staf verschillend is. Maar toch heeft ieder systeem zijn eigen basis‐ structuur en zijn typische basiscultuur. Ik gebruikte de assessments om de effecti‐ viteit en duurzaamheid van die basiscultuur transparant te maken. Afgezien van de vragen die ik onbeantwoord moest laten, leverde het maken de assessments voor mediation en voor drug courts niet veel problemen op. Bij het maken van het assessment voor de civiele rechtspraak was dat anders. De organi‐ satiecultuur van civiele rechtspraak bleek te bestaan uit een basiscultuur (het tegenspraakmodel) en een groot aantal subculturen die niet met elkaar harmoni‐ eren. De testvragen dwongen mij keuzes te maken tot steeds kleinere aspecten van de organisatiecultuur. Als eerste moest ik kiezen tussen de procescultuur tij‐ dens de schikkingsfase en de basiscultuur van het tegenspraakmodel. In de schik‐ kingsfase probeert de rechter, samen met de partijen te zoeken naar een oplos‐ sing. Komt geen schikking tot stand dan herleeft de tegenspraakcultuur waarin de partijen de strijd aangaan om hun gelijk. De organisatiecultuur tijdens deze beide fases is totaal verschillend. Ik koos voor het tegenspraakmodel, omdat de cultuur
24
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
daarvan de basisstructuur vormt van de civiele procedure. Bovendien levert de organisatiecultuur van het tegenspraakmodel een aardige tegenhanger op voor het samenwerkingsmodel waarop mediation gebaseerd is. Met deze keuze bleek het niet afgelopen te zijn. Binnen het tegenspraakmodel bleken nog meer sub‐ culturen te bestaan die niet met elkaar harmoniëren. Iedere soort relatie in het tegenspraakmodel heeft een eigen subcultuur: De cultuur tussen de partijen onderling is anders dan die tussen de partij en zijn advocaat. En deze zijn weer verschillend van de cultuur tussen de advocaten onderling en die tussen een partij en de rechter of die tussen een partij en de advocaat van zijn wederpartij. Al deze relaties hebben eigen dynamieken, codes en gebruiken. Al die ‘subcultuurtjes’ zijn verschillend en opereren los van elkaar. Ze zijn niet ondersteunend aan een con‐ structief geheel. Integendeel, ze werken tegen elkaar in. Ze zijn destructief op elkaar gericht doordat het gelijk van de ene partij het ongelijk van de ander bete‐ kent. Ik koos er uiteindelijk voor de beleving van de partijen zelf zoveel mogelijk door‐ slaggevend te laten zijn bij de beantwoording van de testvragen, omdat zij dege‐ nen zijn om wiens belangen de hele procedure draait. Maar bij vragen over bijvoorbeeld de arbeidsbevrediging binnen de organisatie had ik de arbeidsbevre‐ diging die advocaten en rechters ervaren al hoog laten scoren, terwijl de partijen zelf vermoedelijk weinig ‘arbeidsbevrediging’ aan een gerechtelijke procedure zul‐ len beleven. Het was opvallend dat de organisatieculturen van mediation en van drug courts beide een eenduidige structuur hebben. Er is één focus die alle betrokkenen delen, terwijl de civiele rechtspraak een volkomen verbrokkelde organisatiecultuur heeft. Om deze reden bespreek ik eerst de assessments van mediation en van drug courts, om vervolgens in te gaan op het assessment van het tegenspraakmodel van de civiele rechtspraak. 6.1 Mediationassessment Het cirkeldiagram van de organisatiecultuur van mediation is afgebeeld in figuur 2. Het cultuurprofiel van mediation loopt vrij gelijk op met de ideale orga‐ nisatiecultuur (figuur 1): er is een sterke Mensgerichte stimulering (iets minder sterk dan de ideale cultuur), Samenwerking scoort op hoog, net als ideaal. Ook gaat de Oppositie/Competitie-dynamiek met een middenscore vrijwel gelijk op met de ideale cultuur, terwijl Macht, Afhankelijkheid, Perfectionisme en Vermij‐ dingsgedrag tot heel kleine proporties beperkt blijven. Alleen Goedkeuring (controle) scoort bij mediation met een middenscore veel hoger dan het ‘kleine beetje’ van de ideale cultuur. De Constructieve resultaten Productiviteit en Ontplooiing scoren hoog, waar de ideale cultuur ‘zeer hoog’ scoort. De verschillen tussen het mediation cultuurprofiel en het ideale cultuurprofiel laten zich goed verklaren: – De mediator moedigt de partijen aan op een sterke Mensgericht stimulerende manier. Maar dat Mensgerichte stimuleren gaat afstandelijker dan in een gewone onderneming. Waar in een normale organisatie werknemers worden gestimuleerd om targets te halen, zal de mediator neutraler zijn met motive‐
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
25
Alexander F. de Savornin Lohman
ren. Het is logisch dat Mensgericht stimuleren bij mediation lager scoort – en ook moet scoren – dan in het ideale profiel. – De stijlen Oppositie en Competitie scoren ongeveer gelijk aan het ideale pro‐ fiel (middenscores). De mediator krijgt partijen voor zich die verwikkeld zijn in een reeds geëscaleerd conflict. De mediator is expert in het creëren van een juiste spanningsboog tussen Oppositie en Competitie, die de partijen opti‐ maal aanzet tot Productiviteit, Ontplooiing en Samenwerking (Constructieve scores). Het is daarom goed verklaarbaar dat Oppositie en Competitie onge‐ veer gelijk scoren met het ideale profiel. – Dat met mediation minder hoge Constructieve resultaten bereikt kunnen worden dan het ideale profiel laat zich verklaren doordat samenwerking in een conflictsituatie moeizaam opgebouwd moet worden, terwijl een reguliere organisatie is opgezet met het doel Constructieve resultaten (Productiviteit) te genereren. Het cultuurprofiel van mediation brengt deze achterstand in beeld. – Dat de stijl Goedkeuring bij mediation belangrijker is dan in het ideale profiel is begrijpelijk doordat in het mediationproces voor iedere stap de goedkeu‐ ring nodig is van beide partijen. De sterkere aanwezigheid van Goedkeuring die het assessment laat zien, heeft daarom een nuttige functie die is gericht op de realisatie van Constructieve resultaten. De organisatiecultuur van mediation slaagt daarmee met lof voor het examen als effectieve en duurzame methode van conflictoplossing. 6.2 Drug court-assessment Het cirkeldiagram van de organisatiecultuur van drug courts is afgebeeld in figuur 3. De organisatiecultuur heeft, net als het ideale profiel, een zeer hoge score in Mensgerichte stimulering en een hoog scorende Samenwerkingscultuur. Oppositie en Competitie scoren, eveneens net als het ideale profiel, beide gemid‐ deld, al liggen de scores een fractie hoger in het middengebied dan bij het ideale profiel. Verder gaat de gelijkenis mank: de cultuurstijlen die in het ideale profiel ‘zeer laag’ scoren (Macht, Afhankelijkheid, Goedkeuring (controle), Perfectionisme en Vermijdingsgedrag) vallen bij het drug court heel anders uit: Macht scoort vanzelf‐ sprekend hoog, Afhankelijkheid scoort hoog in het midden, Goedkeuring (con‐ trole) scoort hoog, Conventioneel laag in het midden en Perfectionisme laag in het midden en Vermijding scoort laag. Met deze constellatie realiseren drug courts in Productiviteit en Ontplooiing middenscores, waar het ideale profiel (uiteraard) ‘zeer hoog’ scoort. Bij nadere bestudering van het cultuurprofiel van het drug court-systeem blijkt dat – net als dit bij mediation het geval was – voor alle afwijkingen van de scores van het ideale profiel een gezonde verklaring te geven is. Bovendien blijken de scores in de verschillende cultuurstijlen met elkaar in een zodanig verband te staan dat ze samen afgestemd zijn op het genereren van optimaal Constructieve resultaten: – De zeer hoge score in Mensgericht stimuleren staat in verband met de hoge score in Macht. In drug courts wordt rechtsmacht op een heel subtiele manier door de rechter ingezet met als doel de verslaafde deelnemer weer op het
26
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
–
–
– – –
–
rechte pad te krijgen en hem daar op te houden. Dat vraagt om een uitermate mensgerichte aanpak en sturing door de rechter. De rechter maakt hierbij gebruik van controlemiddelen, zoals urinecontroles en de verplichting van de deelnemer het programma te volgen. Daarom moet het systeem een flinke mate van controle (Goedkeuring) scoren om goed te kunnen functioneren. Het systeem verlangt van de deelnemer om samen te werken met de rechter en met de instanties die bij het trainingstraject zijn betrokken. Daarmee bevordert het systeem Samenwerking, waarmee de score in deze stijl op ‘hoog’ uitkomt. De deelnemer is, zolang hij aan het programma deelneemt, Afhankelijk van het drug court. Het is daardoor begrijpelijk dat drug courts een midden score krijgen voor Afhankelijkheid. De deelnemer moet zich sterk houden aan de regels. Hij moet ook regelmaat opbouwen in zijn leven. Het systeem verlangt dit strikt van hem. Daardoor lage midden scores in Conventioneel en in Perfectionistisch. Het systeem motiveert de deelnemer en daagt hem uit met behulp van rechtsmacht om te presteren en zich constructief te ontplooien. Dit verklaart waardoor de scores in Oppositie en Competitie iets hoger zijn dan het ideale profiel. Ze blijven echter in het middengebied. De resultaten in Productiviteit en Ontplooiing komen in het middengebied uit, waar het ideale profiel uiteraard zeer hoog scoort.
De eenduidige focus in drug courts maakt dat de scores zich heel goed laten verkla‐ ren. Het blijkt dat er in het systeem geen scores disfunctioneel of ineffectief zijn en dat het gehele systeem is ingericht om optimale resultaten te realiseren. Deze komen tot uiting in de vier Constructieve stijlen: Productiviteit (middenscore), Ontplooiing (middenscore), Mensgericht stimuleren (zeer hoog) en Samen‐ werking (hoog, conform het ideale profiel). Rekening houdend met het feit dat het drug court-systeem met een uitermate moeilijke doelgroep werkt, verslaafde draaideurcriminelen, lijken middenscores in Productiviteit en Ontplooiing een voortreffelijk resultaat en slaagt ook het drug court-systeem met lof voor het duurzaamheidsexamen. 6.3 Rechtspraakassessment Het cirkeldiagram van de organisatiecultuur van het tegenspraakmodel van de traditionele rechtspraak is afgebeeld in figuur 4. Dit cultuurprofiel mist iedere parallel met het ideale profiel. Van de gemeenschappelijke lijn die het ideale pro‐ fiel, de mediationcultuur en in de cultuur van de drug courts kenmerkt (hoog Mensgericht stimulerend niveau, goede Samenwerking en een beheerste Opposi‐ tie/Competitie-dynamiek) is niets terug te vinden. In alle Agressief-defensieve stijlen (Oppositie, Macht, Competitie en Perfectionisme) scoort rechtspraak ‘zeer hoog’. Scores in de Constructieve stijlen (Productiviteit, Ontplooiing, Mens‐ gericht stimuleren en Samenwerking) komen niet hoger uit dan ‘zeer laag’. Er is een zeer hoog Vermijdingsgehalte, een forse Conventionaliteit, een gemiddelde Goedkeuring (controle) en een lage graad van Afhankelijkheid.
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
27
Alexander F. de Savornin Lohman
Ook hier probeer ik aan de hand van de resultaten van het assessment te komen tot een cultuuranalyse van het tegenspraaksysteem van de rechtspraak om zo inzicht te krijgen in de effectiviteit en duurzaamheid van het systeem: – Macht is een gegeven voor de rechtspraak. Uit de zeer lage scores in de Con‐ structieve stijlen blijkt dat Macht in het tegenspraaksysteem van de recht‐ spraak niet wordt ingezet op een wijze die bijdraagt aan Constructiviteit. – Oppositie en Competitie scoren ‘zeer hoog’. Dit wijst op een niet in de hand gehouden Oppositie/Competitie-dynamiek die doorgeslagen is in een des‐ tructieve escalatiespiraal. Het tegenspraaksysteem stimuleert de Oppositie/ Competitie-dynamiek. De lijdelijke rechter stelt daar geen grenzen aan. In tegendeel: het Machtsysteem van de rechtspraak geeft een extra impuls aan dit destructieve effect. Dientengevolge werkt het tegenspraaksysteem escala‐ tie en destructiviteit in de hand. Veelal bezegelt een rechterlijke beslissing een definitieve breuk tussen de partijen. In een effectieve en duurzame organisatiecultuur zou het management (voor de rechtspraak: de rechter) gericht zijn op het in goede banen leiden van de Oppositie/Competitie-dynamiek. Hij zou de-escalatie bevorderen en daarmee meer constructiviteit brengen in de relatie tussen de partijen. – De rechtsstrijd noopt tot Perfectionisme tot op het uiterste. Een kleine fout kan desastreus zijn voor de uitkomst. – Constructieve scores kunnen niet ontstaan doordat in het tegenspraak‐ systeem de partijen gericht zijn op het afbreken van elkaars posities in plaats van samen iets op te bouwen en doordat een eenduidige focus in de organisa‐ tiecultuur ontbreekt. – Het zeer hoge Vermijdingsgedraggehalte schrijf ik toe aan het feit dat nietjuridische belangen, die in conflicten altijd een belangrijke rol spelen, in de beslisfase van de procedure niet aan bod komen. Het assessment laat zien dat de organisatiecultuur van het tegenspraaksysteem van de rechtspraak ineffectief is. De organisatiestructuur is niet geschikt om duurzaam constructieve resultaten te genereren (lees: bij te dragen aan verbete‐ ring van onderlinge verhoudingen). Integendeel, het systeem bevordert destructi‐ viteit. De organisatiecultuur van het tegenspraaksysteem is daardoor zelfs ‘anti‐ duurzaam’. Dit betekent echter niet dat er met rechtspraak geen heel duurzame en effectieve resultaten bereikt kunnen worden. Het geeft slechts aan dat als duurzame resul‐ taten bereikt worden, dit bewerkstelligd wordt door de persoonlijke inzet van de individuele rechter, in weerwil van het destructieve systeem. Zelfs in het meest barbaarse rechtssysteem kunnen individuele onafhankelijke rechters heel con‐ structieve en duurzame beslissingen nemen.
28
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
7
Kenmerken van duurzame rechtspleging en conflictoplossing
Op basis van de uitkomsten van de organisatiecultuurassessments kan worden geconcludeerd dat rechtspleging beantwoordt aan criteria van duurzaamheid en effectiviteit indien zij voldoet aan de volgende criteria: 1. Gemeenschappelijke constructieve focus Zonder eenduidige focus die door alle participanten wordt gedeeld, is het on‐ mogelijk duurzaam constructieve resultaten te genereren. De cultuur in de recht‐ spraak waarin de neuzen van de partijen in tegengestelde richting staan zou plaats moeten maken voor een gemeenschappelijke focus die het dualisme over‐ stijgt, namelijk een gemeenschappelijke focus om tot een resultaat te komen dat borg staat voor duurzaam gezonde verhoudingen, zowel tussen de partijen als in het bredere verband van de samenleving. De procedure wordt dan gevoerd om dit gemeenschappelijke belang te dienen. Als procederen betekent ‘eendrachtig toe‐ werken naar een duurzame resultaat’ zal het leiden tot verbetering van onder‐ linge verhoudingen in plaats van de verslechtering daarvan, en zullen resultaten kunnen worden geboekt die intrinsiek duurzaam zijn. 2. Beheersing van de Oppositie/Competitie-dynamiek Een gezonde Oppositie/Competitie-dynamiek brengt creativiteit en vitaliteit in relaties. Te veel Oppositie en Competitie leidt tot escalatie en destructiviteit. Soms is gedoseerde escalatie nodig om verhoudingen weer in balans te brengen. Goed management van de Oppositie/Competitie-dynamiek is daarom een essen‐ tiële voorwaarde tot het bewerkstelligen van constructieve resultaten. Duurzame rechtspleging vraagt van de rechter om toepassing van conflictmanagementvaar‐ digheden. 3. Inzet van Macht Vanuit duurzaamheidsoptiek werkt de inzet van Macht ofwel constructief ofwel destructief uit op de kwaliteit van onderlinge relaties. Constructief werkt de inzet van Macht in ieder geval uit als zij op Mensgericht stimulerende manieren wordt ingezet en als zij wordt gebruikt voor management van de Oppositie/Competitiedynamiek om escalatie tegen te gaan en deze dynamiek op een niveau te brengen dat vitaliteit en creativiteit stimuleert en aanzet tot Samenwerken. Voor zover de rechter met de inzet van rechtsmacht structureel deze constructieve doeleinden beoogt, kan hij in volle vrijheid en met grote inventiviteit rechtsmacht inzetten, want ze werkt dan constructief uit. In de praktijk voelen rechters in drug courts, neighbourhood courts en indigenous sentencing courts zich zeer vrij om soms heel ongebruikelijke interventies te doen of beslissingen te nemen. Zij doen dat door‐ dat zij beseffen daarmee een ontwikkeling in een goede richting sturen. Doordat de inzet van rechtsmacht op andere wijzen in principe destructief uit‐ werkt op onderlinge verhoudingen zou de rechtspleging uitermate omzichtig moeten zijn met het inzetten van rechtsmacht. De duurzaamheidsfocus stelt de rechter verantwoordelijk voor de bijdrage die zijn bemoeienis heeft aan de kwali‐ teit van onderlinge verhoudingen in de samenleving. Dit verlangt van de rechter
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
29
Alexander F. de Savornin Lohman
dat hij zich zeer bewust is van de effecten van zijn interventies en beslissingen op die onderlinge verhoudingen, zowel op de korte als op de lange termijn. Duurzame inzet van rechtsmacht brengt verhoudingen in de samenleving struc‐ tureel en duurzaam op een hoger plan. Het is een uitdaging voor de rechtspleging te streven naar steeds duurzamer resultaten, resultaten die steeds effectiever duurzaam betere onderlinge verhoudingen scheppen. Het machtsmiddel ‘rechts‐ macht’ staat de rechtspleging hierbij ten dienste. 8
De organisatiecultuur van het herstelrecht
Ik heb geen organisatiecultuurassessment gemaakt voor herstelrechtelijke confe‐ renties. Dat zou ook niet zo eenvoudig zijn doordat er veel verschillende vormen van zijn en iedere vorm een eigen organisatiecultuur kent. Toch is er het een en ander te zeggen over de effectiviteit en duurzaamheid van de organisatiecultuur van herstelconferenties. Qua organisatiecultuurconstellatie hebben de verschil‐ lende vormen duidelijke parallellen, en aan de hand van de wél uitgevoerde assessments en de analyse daarvan is er een goed beeld te geven van de effectivi‐ teit en duurzaamheidsbijdrage van herstelrecht. 8.1 Analyse van de organisatiecultuur Voor mijn analyse ga ik uit van de definitie van herstelrecht uit het United Nations Handbook of Restorative Justice die ook als uitgangspunt gebruikt is in het rapport De toepassing van herstelrecht in Nederland. Toekomstvisie en advies van de Stichting Restorative Justice Nederland (2011): ‘A restorative process is any process in which the victim and offender and, where appropriate, any other individuals or community members affected by a crime participate together actively in the reso‐ lution of matters arising from the crime, generally with the help of a facilitator’. Ik licht de elementen in deze definitie toe en breng die in verband met hun rele‐ vantie voor de mate van effectiviteit en duurzaamheid van de organisatiecultuur. • ‘restorative process’ Het gaat om een ‘op herstel gericht proces’, met als doel dat de betrokkenen zich weer beter (goed) en gezonder (gezond) met elkaar kunnen verhouden. Hoe beter dit slaagt, hoe effectiever en duurzamer de oplossing is. Dit duidt op een eendui‐ dige focus in de organisatiecultuur. De cultuur van het herstelrechtsysteem lijkt gericht te zijn op optimale effectiviteit en duurzaamheid. Dit indiceert tot zeer hoge scores in de Constructieve stijlen, speciaal Productiviteit en Ontplooiing en een goede score in Samenwerking, duidend op een gezonde Samenwerking. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid en effectiviteit is het doel van belang dat met de herstelconferentie wordt beoogd. Een concreet doel beperkt de scope waarbinnen resultaten bereikt kunnen worden. Als de herstelconferentie gericht is op het realiseren van ‘de meest ideale toestand tussen alle betrokkenen, wat dat ook zal mogen inhouden’, wordt de mogelijkheid om constructieve resultaten te genereren minimaal beperkt.
30
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
In hoeverre zo’n ‘ideale uitkomst’ in bereikt kan worden, is in hoge mate afhanke‐ lijk van de kwaliteiten van de facilitator en van de mate waarin de participanten in staat zijn zich vrij te voelen. Ik heb soms de indruk dat de doelstelling van her‐ stelconferenties beperkt wordt gehouden en dat het al mooi genoeg wordt gevon‐ den als de dader excuus aanbiedt en een gedeelte van de schade vergoedt. Dan is er sprake van een beetje herstel, maar blijven alle betrokkenen misschien toch met een katterig gevoel zitten. Er is oneindig veel meer te bereiken in herstelcon‐ ferenties. Vergeving en verzoening is mogelijk en een volledige transformatie, waardoor vijandschap kan omslaan in een duurzame samenwerking tussen dader en slachtoffer, die voor beiden bijzonder helend is. Prachtige voorbeelden daarvan zijn Aba Gayle,19 Azim Khamisa,20 Jo Berry21 en, in Nederland, Hank Heijn. Zij allen verloren een geliefd familielid door moord, maar kwamen tot vergeving van de moordenaar. Jo Berry en Azim Khamisa kwamen zelfs tot een samenwerking met de moordenaar om zich gezamenlijk in te zetten voor een betere wereld. Ik denk dat er een verschil is tussen ‘herstellen’ en ‘restaureren’. Bij ‘herstellen’ wordt de oude toestand zo goed mogelijk hersteld. Schade wordt zo onzichtbaar mogelijk gerepareerd. Bij restaureren daarentegen kijk je naar mogelijkheden om iets nieuws te creëren dat aan actuele behoeften tegemoetkomt. De voorbeelden van Aba Gayle, Azim Khamisa, Jo Berry en Hank Heijn laten zien dat het niet noodzakelijk is aangerichte schade te herstellen om tot constructieve resultaten te komen. Bij Azim Khamisa en Jo Berry vormt de gemeenschappelijk gedeelde pijn van de moord juist de basis voor een krachtige samenwerking ten goede, die zonder de ‘schade’ nooit had kunnen ontstaan. Negatieve gevoelens over wat er aangedaan is transformeren in duurzaam constructieve gevoelens over wat daar‐ voor in de plaats is gecreëerd. Jo Berry zegt: ‘I’m beginning to realise that no mat‐ ter which side of the conflict you’re on, had we all lived each others lives, we could all have done what the other did’.22 En Hank Heijn: ‘Alles heeft een betekenis. Dus zit niet in over wat je meemaakt, maar hoe je ermee omgaat’ (in: Pronk 2011, 52). •
‘victim and offender (…) and other individuals or community members affected by a crime’ Hoe meer stakeholders in de herstelconferentie participeren, hoe dieper de con‐ structieve uitwerking ervan zich inbedt in de omgeving en in de samenleving. Sta‐ keholders die niet kunnen participeren blijven outsider en waarnemer. Ze kunnen gevoelens, gedachten, bedenkingen, oordelen of twijfels hebben, maar kunnen er niets mee. Hoe meer stakeholders in de kring participanten, hoe beter rekening gehouden kan worden met alle relevante belangen en hoe beter het duurzaam positieve effect zal zijn voor de onderlinge verhoudingen in de samenleving en hoe minder schisma er in de samenleving overblijft. De Productiviteit en de Ont‐ 19 20 21 22
www.catherineblountfdn.org/abagayle.html (laatst bezocht op 12 oktober 2012). www.azimkhamisa.com (laatst bezocht op 12 oktober 2012). http://theforgivenessproject.com/stories/jo-berry-pat-magee-england (laatst bezocht op 12 oktober 2012). Citaat op de website http://theforgivenessproject.com/stories/jo-berry-pat-magee-england (laatst bezocht op 12 oktober 2012).
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
31
Alexander F. de Savornin Lohman
plooiing die de herstelconferentie mogelijk maakt, wordt breder gedragen. De onderlinge Samenwerking wordt veel meer omvattend. Naarmate meer stake‐ holders in de kring participeren, neemt het constructieve effect van de herstel‐ conferentie daardoor exponentieel toe. In plaats van buitenstaanders te blijven worden stakeholders betrokkenen en mededragers van verantwoordelijkheid voor de uitkomst. In Australië en Nieuw-Zeeland participeert een police prosecutor in de conferentie, waardoor ook het openbaar belang in de oplossing participeert. Som‐ mige indigenous sentencing courts in Australië functioneren in de vorm van circle sentencing courts. De rechter participeert er in de restorative conference. Hij doet uitspraak in de kring en bekrachtigt de uitkomst van het kringoverleg.23 • ‘participate together actively’ Samen actief participeren is het werkzame mechanisme van het herstelrecht. Doordat iedere deelnemer uitspreekt wat hij op zijn hart heeft, kunnen alle rele‐ vante belangen een plek krijgen. Ze kunnen hun rol meespelen in het eindresul‐ taat, dat daardoor optimaal afgestemd kan zijn op de belangen die er in de speci‐ fieke kwestie spelen. Het is een samen participeren om eendrachtig tot een gemeenschappelijk doel te komen: herstel en verbetering van de goede onderlinge verhoudingen, voor het slachtoffer en de gemeenschap en de dader, inclusief diens re-integratie. Dit duidt op Productiviteit, betere Ontplooiing, gezond Samenwerken. • ‘resolution of matters arising from the crime’ Dit element van de definitie vormt een aanzienlijke beperking ten opzichte van de family conferences zoals die traditioneel in Maori gemeenschappen en ook in andere inheemse culturen worden gehouden. Traditionele kringgesprekken beperken zich niet tot het delict of conflict dat de aanleiding vormde. Met alle issues die er binnen de kring spelen wordt schoon schip gemaakt. Family conferen‐ ces worden gebruikt om voor alle participanten het leven op een beter plan te brengen. Daarnaast wordt het conflict of delict ook gezien als symptoom dat er iets mis is binnen de gemeenschap en dat de gemeenschap er iets van te leren heeft. Niet alleen de gevolgen van het conflict of delict moeten rechtgezet wor‐ den; ook de oorzaken ervan moeten worden doorgesproken en opgelost, om te voorkomen dat soortgelijke problemen zich opnieuw gaan voordoen. Traditionele family conferences leiden daarmee tot resultaten die qua effectiviteit en duurzaam‐ heid ver uitstijgen boven het oplossen van problemen die uit het misdrijf voort‐ vloeien. De westerse cultuur is zich weinig bewust van het feit dat iedere samen‐ leving haar eigen outcasts creëert en dat de samenleving veel kan leren van haar outcasts (zoals een arts de urine en feces van zijn patiënt onderzoekt om erachter te komen wat zijn patiënt mankeert). Het behoeft geen betoog dat hoe breder en dieper de herstelconferentie gaat, hoe effectiever en duurzamer de resultaten ervan zullen zijn. Ook hier neemt de effectiviteit en duurzaamheid exponentieel toe met de verbreding en verdieping. 23
Onder andere de indigenous circle sentencing courts in Nowra (New South Wales) en in Port Lin‐ coln (South Australia) in Australië.
32
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
• ‘help of a facilitator’ De kwaliteiten van de facilitator zijn van cruciaal belang. Ze staan los van de kwa‐ liteit van de organisatiecultuur van het systeem waarin hij functioneert. In een barbaars systeem kunnen facilitators en rechters heel constructief interveniëren en beslissen, en in de beste organisatiecultuur kan een facilitator of rechter alles verknallen. Grote voorbeelden van facilitators en rechters zijn Marshall Rosen‐ berg, auteur van de bestseller Geweldloze communicatie, Dominic Barter, grondleg‐ ger van restorative circles24 en rechter Jeri Beth Cohen uit Miami,25 die stake‐ holders in rechtszaken betrekt waardoor zij in normale familie- of strafzaken herstelrechtelijke oplossingen realiseert. Ook in ons eigen land zijn er veel facili‐ tators en rechters die excellent werk verrichten om duurzame oplossingen te rea‐ liseren voor bijvoorbeeld problemen in de familiesfeer in het belang van opgroei‐ ende kinderen en het grotere verband van de samenleving, ook als het systeem waarin zij opereren geen ideale organisatiecultuur heeft. Sleutelvaardigheden voor facilitators en rechters liggen op het vlak van Mens‐ gericht stimulerend optreden en het op een constructief niveau brengen van de Oppositie/Competitie-dynamiek tussen de betrokken partijen. Het bevorderen van onderling respect is daarbij essentieel. Niet voor niets is respect een basis‐ uitgangspunt in kringgesprekken in oude culturen. De vaardigheden van de facili‐ tator om onderling respect te genereren zijn van cruciale betekenis voor herstel van goede verhoudingen en het bereiken van constructieve resultaten (Producti‐ viteit, Ontplooiing en Samenwerking). Vindt de herstelconferentie plaats in het kader van een strafproces dan speelt een factor Macht mee. Via de vergelijking met waterkrachtbeheersing gaf ik reeds aan dat Macht de mogelijkheden om constructieve resultaten te genereren enorm kan versterken, maar daartoe wel zorgvuldig, op Mensgericht stimulerende manier moet worden gedoseerd en gekanaliseerd, en dat daarmee de Oppositie/Competi‐ tie-dynamiek constructief moet worden gemanaged. Dit vraagt specifieke vaardig‐ heden van de facilitator en/of van degenen die vanwege het openbare gezag in de herstelconferentie participeren. 8.2 Het organisatiecultuurprofiel van herstelrecht Doordat er vele vormen zijn waarin herstelrecht wordt toegepast, is het niet mogelijk één organisatieprofiel assessment voor herstelrecht te construeren. Toch is het mogelijk een indruk te geven van de organisatiecultuurconstellatie die verschillende vormen van herstelconferenties zullen hebben. In de eerste plaats hebben herstelconferenties sterke verwantschap met mediation. In feite is media‐ tion een ‘uitgeklede’ vorm van herstelrecht en zijn slachtoffer-dadergesprekken en slachtoffer-dadermediation qua organisatiecultuur vrijwel gelijk te stellen met gewone mediation. Dat wil zeggen dat het organisatiecultuurprofiel van deze vor‐ men van herstelrecht globaal gesproken hetzelfde beeld zullen geven als het pro‐ fiel van mediation dat afgebeeld is in figuur 2.
24 25
www.restorativecircles.org (laatst bezocht op 9 oktober 2012) www.judgejeribethcohen.com
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
33
Alexander F. de Savornin Lohman
Doordat in herstelconferenties doorgaans stakeholders betrokken worden, zijn herstelconferenties in bredere zin gericht op herstel van goede verhoudingen dan mediation. De constructieve effecten die bereikt kunnen worden, hebben daar‐ door een breder kader. Ik heb aangegeven dat het betrekken van belangrijke stakeholders leidt tot een exponentiële toename van effectiviteit van de organisa‐ tiecultuur. Dit impliceert dat de score van herstelconferenties in het segment Constructieve stijlen, speciaal de scores in Productiviteit, Ontplooiing en Samen‐ werken, dienovereenkomstig sterk toeneemt naarmate meer belangrijke stakehol‐ ders bij het hersteloverleg betrokken zijn. Indien de opzet van de herstelconferen‐ ties ook nog de mogelijkheid insluit om meerdere problemen in het overleg te betrekken, wordt ook in dit opzicht een exponentieel stijgende effectiviteit en duurzaamheid bewerkstelligd, doordat meer problemen op een breed gedragen manier tot oplossing worden gebracht. De mate waarin de scores in Productivi‐ teit, Ontplooiing en Samenwerken hoger zullen uitvallen dan in het cultuurprofiel van mediation hangt daardoor samen met de omvang van het aantal belangrijke stakeholders dat bij de herstelconferentie betrokken wordt en de mogelijkheid om andere of verwante problematiek in het hersteloverleg te betrekken. Iedere uit‐ breiding in deze zin heeft een verlagend effect op de score in de cultuurstijl Ver‐ mijding. Daardoor zal het organisatiecultuurprofiel van herstelrecht in alle geval‐ len scoren tussen het organisatieprofiel van mediation (figuur 2) en het ideale organisatiecultuurprofiel (figuur 1). In de cultuurstijlen Mensgericht stimuleren (Constructief), in de cultuurstijlen Goedkeuring, Conventioneel en Afhankelijk (Passief-defensief), en alle Agressief-defensieve stijlen zullen de scores weinig ver‐ schillen van die van mediation. De Oppositie/Competitie-dynamiek zal bijvoor‐ beeld op een vergelijkbare manier worden beheerst. Vindt de herstelconferentie plaats in het kader van een strafrechtelijke procedure, dan zal er sprake zijn van een hoog scorend cultuurelement Macht. Is dit het geval dan zal het organisatiecultuurprofiel van herstelconferenties een beeld weergeven dat veel meer overeenkomt met het profiel van drug courts. Als er een grote Machtfactor is zal de kring ervoor zorgen dat de macht op een Mensgericht sti‐ mulerende wijze uitwerkt en dat die ingezet wordt om de Oppositie/Competitiedynamiek naar een niveau te leiden dat tot Constructieve resultaten leidt. Daar‐ door zal de cultuurstijl Mensgericht stimuleren uitgroeien tot ‘zeer hoog’. Tevens zullen dan Passief-defensieve cultuuraspecten, zoals Goedkeuring en Afhankelijk‐ heid, betekenis krijgen op manieren die sterk vergelijkbaar zijn met de organisa‐ tiecultuur van drug courts. 9
Resumé
In maatschappelijke zin hangt de duurzaamheid van de samenleving samen met de kwaliteit van onderlinge relaties. De manier waarop met conflicten wordt omgegaan houdt daarmee rechtstreeks verband. Conflictoplossingsmethoden staan daarom in directe relatie met de maatschappelijke duurzaamheid van de samenleving. Duurzame rechtspleging is rechtspleging die constructief bijdraagt aan de kwaliteit van onderlinge relaties in de samenleving. Moderne methoden
34
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
Duurzame rechtspleging
van organisatieontwikkeling maken gebruik van assessments om de effectiviteit van organisatieculturen door te lichten, te vergelijken en te verbeteren. Net als iedere onderneming of organisatie heeft iedere conflictoplossingsmethode een eigen organisatiecultuur. Met behulp van organisatiecultuurassessments zijn de organisatieculturen van mediation, van het tegenspraakmodel in de civiele recht‐ spraak en de cultuur van de moderne problem-solving courts uit de VS vergeleken met elkaar en met het profiel van een ideale organisatiecultuur. De organisatie‐ cultuurprofielen brengen aan het licht dat mediation en problem-solving courts een gezonde en effectieve organisatiecultuur hebben, dankzij een gezond conflict‐ management (management van de cultuurstijlen ‘oppositie’ en ‘competitie’) en, bij de problem-solving courts, doordat rechtsmacht op sterk ‘mensgericht stimule‐ rende’ manier wordt ingezet om daarmee constructieve resultaten te genereren. Het tegenspraakmodel in de rechtspraak daarentegen blijkt oorzaak te zijn van verbrokkeling van de organisatiecultuur in verschillende subculturen, die elkaar niet ondersteunen. Het ontbreken van een eenduidige organisatiecultuur en gemeenschappelijke focus in het tegenspraakmodel van de rechtspraak impliceert dat de organisatiecultuur niet effectief kan leiden tot betere onderlinge verhou‐ dingen in de samenleving. Doordat rechtsmacht niet constructief wordt gekanali‐ seerd en gedoseerd op ‘mensgericht stimulerende’ wijzen en een mechanisme ont‐ breekt dat escalatie voorkomt en ‘oppositie’ en ‘competitie’ tussen strijdende partijen op een constructief niveau brengt, heeft het tegenspraakmodel van de rechtspraak een destructief effect op onderlinge relaties en daarmee op de duur‐ zaamheid van de samenleving. Een overstijgend eenduidig belang en een gemeen‐ schappelijk focus zou ontstaan als het doel van de procedure wordt ‘het strijden voor een goede (betere) rechtsorde’. Voor dat hogere, gemeenschappelijke doel is het noodzakelijk dat tegengestelde belangen worden uitgesproken, maar ook dat escalatie wordt voorkomen. Dankzij het feit dat mediation een sterk mensgericht stimulerende organisatie‐ cultuur heeft en het systeem gericht is op het voorkomen van escalatie door de partijen te stimuleren om op een constructieve manier met hun onderlinge ‘oppo‐ sitie’ en ‘competitie’ om te gaan, sluit het cultuurprofiel van mediation goed aan bij dat van een ideale organisatie. Mediation kan gezien worden als de meest een‐ voudige vorm van herstelrecht. Doordat in herstelconferenties ook stakeholders participeren en het, mede daardoor, eveneens mogelijk is om meer problemen in de oplossing te betrekken, krijgen de oplossingen een bredere maatschappelijke impact en is er een veel bredere en diepere maatschappelijke inbedding van het probleemoplossende kader en het resultaat daarvan. Daardoor benadert de orga‐ nisatiecultuur van de herstelrechtelijke conferentie het ideale cultuurprofiel nog meer dan mediation dit al doet. De organisatiecultuuranalyse biedt, in samenhang met het concept duurzame rechtspleging, aanknopingspunten voor constructieve vernieuwingsinitiatieven zowel binnen als buiten de rechtspleging. De verkregen resultaten rechtvaardigen de veronderstelling dat integratie van herstelrecht in de rechtspleging sterk de mate kan vergroten waarin de rechtspleging bijdraagt aan de kwaliteit van de samenleving.
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4
35
Alexander F. de Savornin Lohman
Literatuur Ansems, P. & J. Moen (2009) Kleur bekennen. Kleedkamergesprekken over leiderschap. Assen: Van Gorcum. Daicoff, S. (2006) Law as a healing profession. The comprehensive law movement. Pepper‐ dine Dispute Resolution Law Journal, 6(1), Article 1. Via: http://digitalcommons.pep‐ perdine.edu/drlj/vol6/iss1/1 (laatst bezocht op 18 oktober 2012). Dick, D.R. (2006) Circle sentencing of Aboriginal offenders. Via: www.indigenousjus‐ tice.gov.au/resources/docs/dick_2006.pdf (laatst bezocht op 5 november 2012). Ettekoven, B.J. van & D.A. Verburg (2010) Nieuwe zaaksbehandeling bij de bestuursrech‐ ter. Via: http://prettigcontactmetdeoverheid.nl/sites/mediationvaardigheden/files/ assets/documents/Nieuwe%20Zaaksbehandeling.pdf (laatst bezocht op 26 oktober 2012). Fitzgerald, J. (2008) Does circle sentencing reduce Aboriginal offending? Crime and Justice Bulletin, May. Via: www.bocsar.nsw.gov.au/lawlink/bocsar/ll_bocsar.nsf/vwFiles/ cjb115.pdf/$file/cjb115.pdf (laatst bezocht op 1 november 2012). Hennesy, A. (2006) Indigenous sentencing practices in Australia. Via: http:// archive.sclqld.org.au/judgepub/International%20society%20for%20Reform%20of %20the%20Criminal%20Law%20Conference.pdf (laatst bezocht op 5 november 2012). King, Freiberg, Batagol & Hyams (2009) Non-adversarial justice. Sydney: Federation Press. Marchetti, E. & K. Daly (2004) Indigenous courts and justice practices in Australia. Trends & issues in crime and criminal justice, May. Via: www.aic.gov.au/documents/ 0/8/3/%7B08326CEA-3B11-4759-A25B-02C1764BCB8A%7Dtandi277.pdf (laatst bezocht op 1 november 2012). Moen, J. & P. Ansems (2004) Brevet van leiderschap. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Moen, J., P. Ansems, J. Hanse & M. Vintges (2002) Lijden of leiden? Het handelingsreper‐ toire van de manager. Assen: Van Gorcum. Pronk, P. (2011) Levenswijs. Baarn: Forte Uitgevers. Rosenberg, M.B. (2011) Geweldloze communicatie. Ontwapenend, doeltreffend en verbindend. Rotterdam: Lemniscaat. Stichting Restorative Justice Nederland (2011) De toepassing van herstelrecht in Nederland. Toekomstvisie en advies. Via: www.restorativejustice.nl/uploads/file/adviesnota_ RJN.pdf (laatst bezocht op 8 oktober 2012). Verberk, S. (2011) Probleemoplossend strafrecht en het ideaal van responsieve rechtspraak. Den Haag: Sdu Uitgevers.
36
Tijdschrift voor Herstelrecht 2012 (12) 4