Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
project 22.057: Leonidaslocatie Rotterdam Duurzaamheidspakketten op kavelniveau Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam t.a.v. Mevr. S. van der Spek Postbus 6699 3002 AR ROTTERDAM (T) 010 – 489 73 53 (E)
[email protected]
Opdrachtnemer: Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie, NIBE bv Bussummergrindweg 1B 1406 NZ Bussum (T) 035-6948233 (F) 035-6950042 (E)
[email protected]: website: www.nibe.org
document: versie: datum:
22.057.12.08.033/jb eindrapport v2.0 04-07-2013
projectleider: ir. Jörg Blass
Projectteam:
ing. Gert Jan van Beijnum ing. Kamiel Jansen
© 2013 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie, NIBE bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie is het niet toegestaan om: a) een door het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie uitgebracht rapport geheel of gedeeltelijk te publiceren of op andere wijze openbaar te doen maken; b) een door het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie uitgebracht rapport geheel of gedeeltelijk te doen gebruiken ten behoeve van het instellen van claims, voor het voeren van gerechtelijke procedures en ten behoeve van reclame of vergelijkende reclame; c) de naam en/of het logo van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie, in welke verbinding dan ook, te gebruiken bij het openbaar maken van een deel of gedeelten van een door het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie uitgebracht rapport en/of voor een of meer van de sub. b. genoemde doeleinden. Het ter inzage geven van het rapport van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie aan direct belanghebbenden is toegestaan.
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
INHOUD 1. INLEIDING........................................................................................................................ 7 2. UITGANGSPUNTEN .......................................................................................................... 8 De referentiewoning ....................................................................................................................................... 8 DUBOkeur woning als vertrekpunt.................................................................................................................. 8 DUBOkeur certificeringstraject ....................................................................................................................... 9
3. AMBITIENIVEAUS........................................................................................................... 10 Uitwerking ambitieniveaus............................................................................................................................ 10 Materiaal ....................................................................................................................................................... 10 Energie........................................................................................................................................................... 11 Water............................................................................................................................................................. 11
4. KOSTENCONSEQUENTIES............................................................................................... 12 Initiële meerkosten ....................................................................................................................................... 12 Saldo energiekosten ...................................................................................................................................... 13 Total kost of Ownerschip............................................................................................................................... 14 Kostenbesparing door collectiviteit............................................................................................................... 15
5. CONSEQUENTIES VAN EEN ALTERNATIEVE COLLECTIEVE ENERGIEVOORZIENING .......... 16 6. CONCLUSIES .................................................................................................................. 17 BIJLAGE 1: REFERENTIEWONING .......................................................................................... 19 BIJLAGE 2: PRESTATIE EISEN PER AMBITIENIVEAU................................................................ 20 BIJLAGE 3: KOSTEN EN TERUGVERDIENTIJD ......................................................................... 21 BIJLAGE 4: UITGANGSPUNTEN KOSTEN................................................................................ 22
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
5
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
1. INLEIDING In de komende jaren zal het Leonidasterrein te Rotterdam worden ontwikkeld. Daarbij is duurzaamheid één van de leidende principes. De gemeente Rotterdam zal de toekomstige bewoners ondersteunen en stimuleren bij het integreren van duurzaamheidsaspecten in het individuele planproces. Uitgangspunt voor de ontwikkeling is het principe van Collectieve Particuliere Opdrachtgeverschap (CPO), waarbij de kopers binnen vastgestelde kaders hun woning realiseren. Een van deze kaders die de gemeente stelt is duurzaamheid. Daarbij definieert zij een basisambitie, dat wil zeggen een minimaal ambitieniveau (DUBOkeur® woning) waaraan alle woningen dienen te voldoen. Daarnaast worden verschillende hogere ambitieniveaus uitgewerkt en worden de kosten daarvan indicatief begroot. Door middel van een communicatie- en informatietraject wil de gemeente de toekomstige bewoners stimuleren om naar een hogere duurzaamheidsambitie te streven. Een onderdeel van dit informatietraject is het inzichtelijk maken van de kosten voor de verschillende ambitieniveaus. Daarbij gaat het aan de ene kant om de meerkosten die als initiële investering tijdens de bouwfase nodig zijn, maar ook om een mogelijke kostenbesparing tijdens de gebruiksfase, bijvoorbeeld door energiebesparende maatregelen toe te passen. Daarmee kunnen de toekomstige bewoners beoordelen of een investering in duurzaamheidsmaatregelen zich in de loop van de gebruiksfase van de woning terugverdient. Om de kopers van de kavels een extra stimulans te geven is de gemeente van plan om het maximale bebouwingspercentage te verruimen mits een hoger ambitieniveau daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Een aantrekkelijke terugverdientijd, gepaard met een verruiming van de maximaal te bebouwen oppervlak, bieden de mogelijkheid om duurzaamheid te combineren met economische haalbaarheid en ruimtelijke flexibiliteit. In deze notitie worden eerst de uitgangspunten voor deze aanpak toegelicht. Vervolgens brengen wij de verschillende ambitieniveaus in beeld, om uiteindelijk de indicatieve kosten per ambitieniveau te begroten en conclusies te trekken. Voor deze notitie is gekozen voor een niet-technische beschrijving. Wij willen de vertrekpunten, de aanpak en de scenario’s zo helder en inzichtelijk mogelijk toelichten. Uiteraard zijn ook alle achterliggende maatregelenpakketten en berekeningen beschikbaar. Indien u geïnteresseerd bent in deze bestanden, kunt u contact opnemen met de gemeente Rotterdam.
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
7
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
2. UITGANGSPUNTEN Om een dergelijke stimuleringsregeling voor duurzaamheid op te zetten zijn drie onderdelen nodig, de uitgangspunten voor deze drie onderdelen zijn hieronder uitgewerkt: •
•
•
De referentiesituatie Deze situatie kan ook als nullijn beschouwd worden. Dit is een referentiegebouw met standaard afmetingen en met een in Nederland gebruikelijke materialisatie, energieconcept en waterinstallaties. Daarmee wordt als het ware een referentiewoning conform Bouwbesluit zonder duurzaamheidsambitie beschreven. Dit is dan ook de situatie waarin voor duurzame maatregelen geen meerkosten aanwezig zijn. Het vergelijkingsinstrument Om verschillende ambitieniveaus inzichtelijk te maken is er een instrument nodig waarmee de verschillende duurzame maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van energie, water en materiaal, vergelijkbaar gemaakt kunnen worden. Het instrument ” DUBOkeur® woning” is een dergelijke tool waarmee duurzaamheid op gebouwniveau op een transparante manier gecommuniceerd kan worden. De duurzame ambitieniveaus Uitgaand van de referentiewoning worden met behulp van “DUBOkeur® woning” verschillende oplopende ambitieniveaus beschreven en begroot. Op die manier kan een koper aan de hand van de verschillende duurzaamheidspakketten een besluit nemen over het meest aantrekkelijke ambitieniveau.
De referentiewoning Het moge duidelijk zijn dat bij een project met particuliere opdrachtgevers elke koper voor zijn eigen architectonisch ontwerp kiest. Uiteindelijk zullen op het Leonidasterrein verschillende gebouwen met verschillende vormen en uitstralingen gerealiseerd worden. Om echter verschillende duurzaamheidspakketten inzichtelijk te maken moet een referentiewoning bepaald worden. Vanuit deze referentie worden de maatregelenpakketten en de kostenconsequenties ontwikkeld. Voor het Leonidasterrein is gekozen voor een aangepaste woning van Agentschap.NL. Deze organisatie heeft verschillende referentiewoningen met de bijbehorende gegevens voor bijvoorbeeld materiaalgebruik, energieverbruik en waterhuishouding. Deze referentiewoning voor het Leonidasterrein representeert een standaard woning op basis van in Nederland gebruikelijke constructies, echter met aansluiting op stadsverwarming en aanvullende eisen op het gebied van materiaalkeuze en waterverbruik. In die zin wijkt de referentiewoning op het Leonidasterrein af van de Bouwbesluit referentie. De plattegronden en gevelaanzichten van deze referentie zijn in Bijlage 1 weergegeven.
DUBOkeur woning als vertrekpunt DUBOkeur® woning is een instrument om de duurzaamheid van woongebouwen al in de ontwerpfase inzichtelijk te maken. De inhoudelijke bandbreedte van dit instrument bestaat uit de thema’s energie, materiaal, water, groen, gezondheid en toekomstbestendigheid. DUBOkeur® woning is gekoppeld aan een certificeringstraject. Woningen die een bepaald ambitieniveau behalen
8
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
ontvangen hiervoor een certificaat. Voor het Leonidasterrein worden drie duurzame ambitieniveaus onderscheiden; 1 ster, 2 sterren en 3 sterren. Voor elk ambitieniveau gelden een aantal verplichte basiseisen waaraan een woning dient te voldoen om op het desbetreffende niveau een certificaat te behalen. Daarnaast zijn per ambitieniveau keuze-eisen geformuleerd. De methodiek biedt ook de mogelijkheid om bijzonder innovatieve aspecten als compensatieeis in te brengen. Daarmee wordt een bepaalde mate van creativiteit bij het invullen van een ambitieniveau gehonoreerd. Op die manier ontstaat een keurmodel dat strenge eisen stelt aan de woningen maar ook een bepaalde mate van flexibiliteit toelaat en innovatieve ideeën in de vorm van compensatieeisen honoreert. Doel van DUBOkeur® is altijd om uitsluitend de bovenkant van de markt een keurmerk te geven, zodat het ook echt wat voorstelt. Daarom zijn de eisen streng, maar haalbaar. Er moet een stimulans vanuit gaan om het nog beter te doen.
DUBOkeur certificeringstraject Het DUBOkeur® woning wil de daadwerkelijke duurzaamheid inzichtelijk maken en certificeren. Vandaar dat in het kader van en certificeringstraject eerst de plannen gecontroleerd en getoetst worden op de gestelde eisen. Na oplevering van de woning wordt nogmaals gecontroleerd of de beoogde maatregelen ook daadwerkelijk genomen zijn. Pas na de realisatie van de woning wordt, indien er aan al de criteria wordt voldaan, het DUBOkeur® certificaat overhandigd.
In het kort ziet het DUBOkeur® traject er zo uit: •
• •
Intake gesprek voor het DUBOkeur, dit vindt plaats aan het einde van de bestekfase, waarbij het NIBE de plannen controleert en inzicht geeft welke ambitie er behaald kan worden. Dit overleg vindt plaats op het kantoor van het NIBE of telefonisch. Controle tijdens de bouwfase of er aan de gestelde eisen wordt voldaan; Bij de oplevering wordt het gebouw gecertificeerd
De kosten voor deze werkzaamheden bedragen in totaal € 1000, -excl. btw.
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
9
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
3. AMBITIENIVEAUS De drie uitgewerkte ambitieniveaus zijn ontwikkeld op basis van de referentiesituatie. Deze referentiewoning voldoet aan het Bouwbesluit. Dat wil zeggen dat de niveaus bovenwettelijke eisen bevatten. Om deze ambities voor particuliere opdrachtgevers aantrekkelijk te maken zijn de niveaus als volgt opgezet: •
Het DUBOkeur® woning heeft een beperkte meerinvestering en heeft een korte terugverdientijd;
•
Het DUBOkeur® woning is ambitieus maar met een redelijke inspanning haalbaar. De terugverdientijd is acceptabel;
•
Het DUBOkeur® woning representeert een zeer hoge maar haalbare ambitie.
Uitwerking ambitieniveaus Aan de DUBOkeur niveaus worden een aantal prestatie-eisen op de gebieden materiaal, energie, water, gezondheid, groen en toekomstwaarde gesteld. Een samenvattend overzicht van de verschillende ambitieniveaus en de bijbehorende prestatie-eisen is in Bijlage 2 opgenomen. Het is uiteraard mogelijk om aan een prestatie-eis door middel van verschillende insteken en ontwerpvarianten te voldoen. Op energiegebied bijvoorbeeld kan de energieprestatie van een gebouw door betere isolatie op en hoger ambitieniveau getild worden. Aan de andere kant kan hetzelfde niveau ook behaald worden door de energie te verduurzamen, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Er is dus per duurzaamheidsthema niet één manier om de ambitieniveaus te realiseren. Dit geldt vooral voor de thema’s materiaal, energie en water. Om die reden en om ook aan de kostenkant de mogelijke bandbreedte inzichtelijk te maken, is ervoor gekozen om bij deze drie onderwerpen per ambitieniveau twee verschillende concepten uit te werken en te begroten. De toekomstige bewoners beschikken daarmee over verschillende technische opties en indicatieve kostenmarges om de drie ambitieniveaus DUBOkeur woning , DUBOkeur woning en DUBOkeur woning in het ontwerpproces te integreren.
Materiaal Om de duurzaamheid van een gebouw op het gebied van bouwmaterialen te beoordelen is er een rekenmodel ontwikkeld, de zogenaamde Materiaal Prestatie Norm (MPN). Deze geeft in één score aan hoe goed een bepaalde materiaalkeuze op gebouwniveau scoort. De MPN wordt in hoge mate bepaald door twee verschillende factoren, te weten de constructie van een gebouw en de afwerking. Voor deze achtergrond is gekozen voor deze twee insteken materiaalconcepten uit te werken. Dat betekent dat per ambitieniveau op materiaalgebied een “constructie-concept” en een
10
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
“afwerkingsconcept” is ontwikkeld. Daarmee wordt de bandbreedte van mogelijke materiaaloplossingen per ambitieniveau inzichtelijk gemaakt. Het MPN model wordt beschikbaar gesteld zodat het mogelijk is om een zelftoets uit te voeren.
Energie Hetzelfde principe wordt ook bij het onderwerp energie gehandhaafd. De twee principiële opties om de energieprestatie van een gebouw op een hoger niveau te tillen, zijn energiebesparing door middel van goed isoleren of de verduurzaming van de energievraag. De eerste optie kan als isolatie variant beschreven worden, de tweede als installatie variant. Met een isolatie of installatietechnische insteek kunnen de ambitieniveaus gerealiseerd worden. Door de isolatietechnische en de installatietechnische opties te begroten is voor het duurzaamheidsaspect energie per ambitieniveau de kostenmarge bepaald.
Water Bij het onderdeel water gaat het in principe om drinkwaterbesparing. Hiervoor zijn er ook twee insteken mogelijk het beperken van het waterverbruik door middel van drinkwater besparende maatregelen of door het hergebruik van regenwater. Onder drinkwater besparende maatregelen vallen bijvoorbeeld waterbesparende kranen en een toilet met een klein reservoir. Bij een hergebruikssysteem wordt het regenwater opgevangen en gebruikt voor bijvoorbeeld toiletspoeling. Net zoals bij de thema’s Materiaal en Energie leiden de twee waterconcepten tot verschillende maatregelenpakketten per ambitieniveau. Bij deze technische bandbreedte hoort uiteraard ook een bandbreedte met betrekking tot de kosten. Het model om het drinkwater verbruik te bepalen wordt beschikbaar gesteld zodat het mogelijk is om een zelftoets uit te voeren.
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
11
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
4. KOSTENCONSEQUENTIES In het vorige hoofdstuk hebben wij een aantal technische oplossingsrichtingen voor de onderwerpen materiaal, energie en water kort toegelicht. Uiteraard bestaat elke oplossingsrichting uit een volledig pakket aan maatregelen. Om de kostenconsequenties van een ambitiekeuze inzichtelijk te maken dienen deze maatregelen afgeprijsd te worden. Enkele principiële opmerkingen: •
•
•
•
•
Zoals eerder gezegd zijn de maatregelenpakketten die wij voor de verschillende ambitieniveaus samengesteld hebben, gebaseerd op een referentiewoning. De (meer)kosten mogen daarom slechts als indicatie beschouwd worden. Een belangrijke factor in de besluitvorming van een koper zijn de meerkosten tijdens de bouwfase; de initiële kosten. Deze zijn inzichtelijk gemaakt, waarbij de meerkosten ten opzichte van de referentiewoning zijn aangeven. Door het realiseren van energiemaatregelen wordt minder energie verbruikt (isolatie) respectievelijk een deel van de benodigde energie zelf opgewekt (installatie). Dit levert een kostenbesparing tijdens de gebruiksfase van de woning op, ook dit is een belangrijke indicator. Aan de hand van de initiële meerinvesteringen en de lagere verbruikskosten tijdens de gebruiksfase kan de terugverdientijd van een maatregel berekend worden. Op die manier kan ook de terugverdientijd voor de volledige maatregelenpakketten van de ambitieniveaus DUBOkeur® woning , DUBOkeur woning en DUBOkeur woning in worden aangegeven. Bij de berekening van de Total Cost of Ownership (TCO) worden alle kosten in de beschouwingsperiode van 30 jaar meegerekend. Daarbij horen naast de initiële kosten en de verbruikskosten ook de kosten voor onderhoud en voor eventuele vervanging van installatieonderdelen. Op die manier kan beoordeeld worden welk duurzaam energieconcept in een periode van 30 jaar de laagste totale kosten met zich meebrengt en hoe deze kosten zich verhouden tot de referentiesituatie.
Aan de hand van deze kostenkengetallen is een kostenoverzicht voor alle ambitieniveaus gemaakt. Dit overzicht is in Bijlage 3 opgenomen is. Wij vatten hieronder de resultaten op hoofdlijnen samen.
Initiële meerkosten Ten opzichte van de referentiewoning, zoals in hoofdstuk 2 beschreven, zijn voor het behalen van de ambitieniveaus DUBOkeur® woning , DUBOkeur woning en DUBOkeur woning aanvullende maatregelen noodzakelijk. Voor het bepalen van de minimale meerinvesteringen is per thema (materiaal, energie en water) het pakket met de laagste initiële meerinvestering aangehouden om een bepaald ambitieniveau te bereiken. Daarmee wordt de onderkant van de meerinvesteringen per ambitieniveau vastgelegd. Hetzelfde geldt voor de maximale meerkosten, dit is een optelsom van de duurdere opties om materiaal, energie en water tot een bepaald ambitie te brengen. De som van de duurdere opties bepaalt de maximale meerinvesteringen. Hieronder de grafische samenvatting:
12
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
Saldo initiële meerinvestering
€ 50.000 MATERIAAL
ENERGIE / GEZONDHEID
WATER
TOTAAL
€ 40.000 € 30.000 € 20.000 € 10.000 €-
€ -10.000
De twee kleuren per staaf in het diagram geven de minimale en de maximale initiële meerinvestering weer, dat wil zeggen de bandbreedte van de meerinvesteringen per thema (materiaal, energie, water) en per ambitieniveau. Vanaf een meerinvestering van circa € 4.000 is het ambitieniveau DUBOkeur® woning te behalen. Het niveau DUBOkeur® woning is te realiseren vanaf circa € 13.000 en DUBOkeur® woning vanaf € 30.000 aan initiële meerinvestering.
Saldo energiekosten Om de efficiency van deze meerinvestering te kunnen beoordelen is het nodig om de kostenbesparing die door deze maatregelen gerealiseerd wordt, in relatie tot de referentiewoning inzichtelijk te maken. Als we op die manier de kostenbesparing van de duurzaamheidspakketten voor de verschillende ambitieniveaus in beeld brengen zal deze grotendeels afhankelijk zijn van de energiemaatregelen. De besparing op energiekosten is de belangrijkste factor bij de berekening van de terugverdientijd van de complete maatregelenpakketten per ambitieniveau. Vandaar dat we dit onderwerp in een aparte grafiek verduidelijken.
€-
Saldo energiekosten gedurende een periode van 30 jaar
€ -10.000 € -20.000 € -30.000 € -40.000 € -50.000 € -60.000 € -70.000 22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
13
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
We beschouwen bij de analyse van de energiekostenbesparing een periode van 30 jaar. In deze periode leveren de maatregelen die voor het ambitieniveau DUBOkeur® woning genomen worden, een besparing van meer dan € 60.000 aan energiekosten op. Deze vermindering van de energiekosten en daarmee van de maandelijkse woonlasten is een belangrijke factor op basis waarvan een toekomstige bewoner een investeringsbesluit zal nemen.
Total kost of Ownerschip Om de kostenanalyse compleet te maken dienen naast de initiële investeringen en de energiekostenbesparing ook de kosten voor, onderhoud en vervanging meegenomen te worden binnen de beschouwingsperiode van 30 jaar. Deze herinvestering is afhankelijk van de levensduur van de verschillende installatietechnische componenten. Alle kosten voor aanleg, onderhoud, vervanging en gebruik bij elkaar opgeteld zijn de Total Cost of Ownerschip (TCO). De TCO is een heldere indicator voor het totale kostenoverzicht van de verschillende ambitieniveaus in vergelijking met de referentiewoning.
Saldo Total Cost of Ownership gedurende een periode van 30 jaar € 10.000 MATERIAAL
ENERGIE / GEZONDHEID
WATER
TOTAAL
€ 5.000 €-
€ -5.000 € -10.000 € -15.000 € -20.000
De grafiek geeft de totale kosten weer per thema en voor de totale ambitiepakketten. Als er naar het totaal gekeken wordt is te zien dat alle drie duurzame ambitieniveaus binnen de beschouwde periode van 30 jaar tot minderkosten leiden. Gezien de totale kosten zijn alle duurzame concepten kostentechnisch aantrekkelijk. De indicatieve terugverdientijden voor de maatregelenpakketten per ambitieniveau bedragen: • • •
14
voor het niveau DUBOkeur woning : vanaf 8 jaar voor het niveau DUBOkeur woning : vanaf 13 jaar voor het niveau DUBOkeur woning : vanaf 26 jaar
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
Kostenbesparing door collectiviteit Wij zijn bij de berekening van de kosten voor de verschillende maatregelen uitgegaan van individuele bouw. Bij de kostenkengetallen wordt voor individuele bouw een toeslag van maximaal 16% gerekend. Andersom betekent dit dat een samenwerking van opdrachtgevers tot en aanzienlijke kostenbesparing kan leiden. Deze samenwerking kan op verschillende manieren worden ingevuld. Het gezamenlijk inschakelen van een architect in de ontwerpfase zal een beperkte kostenbesparing kunnen opleveren. Een grotere besparing is echter te realiseren door collectief aan één aannemer opdracht voor de realisatie van meerdere woningen te geven.
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
15
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
5. CONSEQUENTIES VAN EEN ALTERNATIEVE COLLECTIEVE ENERGIEVOORZIENING In principe dienen alle woningen op het Leonidasterrein aangesloten te worden op het bestaande stadsverwarmingsnet. Het warmtenet, dat door een grootdeel van Rotterdam ligt, heeft veel aansluitingen waardoor de aansluitkosten per woning beperkt kunnen blijven. Theoretisch gezien zijn er echter ook alternatieve collectieve energievoorzieningen mogelijk. Deze alternatieve zijn echter niet voor de hand liggend omdat een aansluiting op het stadsverwarmingsnet verplicht is en daarmee de terugverdientijd van het alternatief hoger ligt dan normaal. Vaak worden op nieuwbouwlocaties warmtepompen gerealiseerd. Bij deze concepten wordt warmte en koude uit de bodem gehaald en via een distributieleiding naar de woningen getransporteerd. Daarnaast is het bijvoorbeeld mogelijk een collectief PV-systeem op het Leonidasterrein te realiseren. In principe zijn dergelijke collectieve duurzame energiesystemen ook voor het Leonidasterrein mogelijk. Uit juridisch en organisatorisch oogpunt dienen hierbij echter enkele opmerkingen geplaatst te worden: •
De bewoners zouden en VVE op moeten richten als eigenaar van het collectieve deel van de collectieve energievoorziening. De VVE wordt energieleverancier.
•
De VVE als juridische entiteit trekt het volledige risico van aanleg en exploitatie naar zich toe.
•
De VVE zal een business case moeten uitwerken om op basis van eenmalige aansluitkosten en warmtetarieven een sluitende financiering te kunnen borgen.
•
Daar tegenover staat het feit dat de VVE invloed en zeggenschap heeft bij de prijsvorming en bij de investeringsbeslissingen.
•
Bij een collectief PV-systeem op locatie waarbij de elektriciteit direct wordt terug geleverd aan het net wordt er gesaldeerd tegen een lager bedrag per kWh dan bij een gebouw gebonden PVsysteem.
Omdat bij een degelijke constructie geen externe exploitant met winstoogmerk als partij aanwezig is kan de VVE een mogelijk kostenvoordeel direct aan haar leden doorgeven. Bij deze volledige zeggenschap hoort echter ook het volledige risico gedurende de exploitatiefase van de energievoorziening. Dit principe geldt niet alleen voor grote netwerken maar ook als twee buren een gezamenlijke energievoorziening aanleggen. Er zal altijd een collectief onderdeel van de installatie zijn waarover heldere afspraken gemaakt moeten worden met betrekking tot de kosten voor realisatie, energielevering en onderhoud. Vooral bij calamiteiten kan het tot de situatie komen dat onduidelijke afspraken leiden tot juridische procedures.
16
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
6. CONCLUSIES Op basis van de uitgewerkte ambitieniveaus en de bijbehorende kostenanalyse kan worden geconcludeerd dat het ambitieniveau ‘DUBOkeur® woning ’ tegen zeer beperkte meerkosten gehaald kan worden en dat het bijbehorende maatregelenpakket met een terugverdientijd van minimaal 8 jaar zeer aantrekkelijk is. De terugverdientijd voor het ambitieuzere niveau van ‘DUBOkeur® woning ’ bedraagt minimaal 13 jaar, wat als acceptabel kan worden beschouwd. Daar tegenover staat wel een hogere initiële investering in duurzame maatregelen. De maatregelen van het ambitieniveau ‘DUBOkeur® woning ’ kennen een terugverdientijd van 26 jaar. Reden hiervoor is dat bij een zeer hoog ambitieniveau steeds meer maatregelen toegevoegd worden die minder kosteneffectief zijn. Daardoor stijgt de terugverdientijd. Desondanks verdient ook deze investering zich terug binnen de technische levensduur van het gebouw. Al met al: Duurzaam hoeft niet duurder te zijn, maar levert een toekomstbestendige woning met lage woonlasten op. Samenwerking van opdrachtgevers in de plan- en realisatiefase kan tevens tot een extra besparing leiden.
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
17
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
BIJLAGE 1: REFERENTIEWONING
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
19
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
BIJLAGE 2: PRESTATIE EISEN PER AMBITIENIVEAU
20
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
BIJLAGE 3: KOSTEN EN TERUGVERDIENTIJD
22.057.12.08.033/jb – Leonidaslocatie Rotterdam – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau
21
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
BIJLAGE 4: UITGANGSPUNTEN KOSTEN De totaal kosten opgenomen in de berekeningen zijn niet de totale bouwkosten, maar alleen de kosten die nodig zijn om de duurzaamheid scenario’s te kunnen vergelijken. De kosten die zijn meegenomen voor de berekeningen zijn: Materialen Bij de kosten voor de materialen, zijn de kosten van de fundering, vloeren incl. dekvloer, buiten en binnenmuren, ramen, buiten en binnendeuren, wand- vloer dak en gevelisolatie, dakbedekking, dakgoot en stucwerk meegenomen. Energie Bij energie zijn de kosten van de installaties en de isolatiemaatregelen meegenomen, hieronder vallen de kosten voor de verwarming opwekking, warmte afgifte, koeling, ventilatie, tapwater, douchewater warmteterugwinning, zonnecollector en pv installaties zijn meegenomen. Daarnaast zijn ook de kosten van het verbeteren van de isolatiewaarde meegenomen denk hierbij aan, isoleren van het vloer, gevel en dak, isolerende beglazing maar ook de zonnewering. Water Bij waterverbruik zijn de kosten meegenomen van de keuken en badkamerkranen, de douche, toiletten en de kosten van de het regenwater opvang systeem. In de berekeningen zijn de kosten voor o.a. de grond, binnen afwerkingen zoal o.a. het schilder/sauswerk, trappen en het vaste interieur zoals de keuken niet meegenomen. De bouwkosten zijn zo veel mogelijk bepaald met de kosten gegevens van de publicatie: Archidat bouwkosten (www. bouwkosten-online.nl)l
22
22.057.12.08.033/jb – – Duurzaamheidspakketten op kavelniveau