Negende jaargang / nummer 4 / juni 2008
Jaarthema: Antisemitisme / Katern InZicht / Nieuwe IPA-Nota / Interview René Süss / Doop en verbond
Inhoud
3 4 6 7 8 9 9 10 11 12 12 13 15 16 16 17 18 19 20
Colofon
Synode aanvaardt IPA-nota Interview met René Süss Luther en de Joden Column Ga en Leer! Jaarthema Antisemitisme, deel 4 - Paulus' woede over de Joden - Over God mishagen - Antisemitisme en verbondenheid Synagogen in Nederland: Nijmegen Een echo uit de synagoge op zondagmorgen Nederlandse katholieken over Joden Op Zondag - Doop en belofte Boekbespreking: (On)heilige ruzies Vrijwilliger aan het woord: Lise van der Molen Te doen onderweg Boekbesprekingen Lernen met LEV: Pogram van Jodenhaat Tekens van hoop - 60 jaar Israël
Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt vier maal per jaar. Vanuit de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke gemeente met het Joodse volk wil dit blad een bron van informatie zijn voor allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël. Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 13 40 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerk&israel Hoofdredacteur: Marieke den Braber Redactie: Greetje van der Harst-de Leeuwe, Co Kooman, Bart Seelemeijer, Adri van der Wal Redactieraad: René van den Beld, Reinier Gosker, Anne-Wil Meeuwissen, Jacobi Vlaming Eindredacteur: Max Mesman Vormgeving en druk: Van de Ridder Druk & Print, Nijkerk Abonnementsprijzen: Particulier abonnement 7 8 per jaar (vier nummers) Pakketabonnement 7 3,55 per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel) gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de Daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 77. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Wilt u eigen kopij inzenden? Neemt u dan eerst contact op met de redactie van Kerk & Israël Onderweg:
[email protected]. De redactie kan plaatsing niet garanderen. ISSN 1566-9033
Bij de cover: Mordechai tot onderkoning benoemd (Ester 10). The Scroll of Esther,
door Avner Moriah (Jeruzalem, Har Adar Press, 2005). Foto: www.library.yale.edu/judaica
Juni 2008
Kerk & Israël Onderweg
Correctie De schrijfster van de column van maart, Jelly Holtrop is werkzaam als verpleegkundige. Dit in tegenstelling tot dat wat wij in maart schreven.
2
IPA, kader voor zeggen en doen: Nota Israëlisch-Palestijns conflict De Generale Synode van de Protestante Kerk in Nederland heeft in haar aprilvergadering de tweede lezing van IPA-nota aanvaard, met drie stemmen tegen. Daarmee is er voor de kerk een tamelijk uniek kader gevormd voor 'het zeggen en doen' in de uiterst complexe situatie van het IsraëlischPalestijns conflict.
De aanleiding tot de eerste IPA nota (november 2007) was tweeërlei. Artikel I van de kerkorde vraagt telkens om een vertaling van de 'onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.' Het spreekt over de kerk die als Christus-belijdende geloofsgemeenschap het gesprek met Israël zoekt inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God. Dit artikel mag niet als 'window dressing' voor de kerk gaan functioneren. Stemmen uit het grondvlak van de kerk, zeker ook na de reorganisatie van de dienstverlening, hebben blijvend aangedrongen op een nadere inkadering van artikel I in het beleid. Anderzijds maakte een reis door het Midden-Oosten in november 2004 van een kerkelijke delegatie overduidelijk hoezeer het lijden van het Palestijnse volk te weinig de agenda van belijden en beleid heeft bepaald.
... conflict over land niet groter dan Gelderland ... Palestijnse staat Prof. Simon Schoon, destijds en opnieuw verbonden aan Nes Ammin, pleitte voor een gedurfde 'en-en'-benadering in het conflict. Daarmee sprak hij in de geest van de nota. Het volkenrecht, dat in de nota een prominente plaats heeft, was ook voor hem aanleiding te pleiten voor een Palestijnse staat. Politiek en bijbelse theologie worden door zo'n benadering onder scheiden. Meta Floor, namens Kerk in Actie werkzaam voor Sabeel in Bethlehem, toonde hoe aangrijpend dit conflict is: 'Veel mensen zien dit als het conflict van religies. Nee, het is een conflict om een stuk land. Het hele gebied heeft de grootte van de provincie Gelderland!' Floor werkte een jaar in de thuiszorg in Jeruzalem. Na de Tweede Intifada is ze het conflict van de andere zijde binnengekomen en gaan bezien. Haar boodschap aan de synode: zich uitspreken tegen extremisme in alle religies en alle betrokkenen oproepen te werken aan een rechtvaardige oplossing.
Juni 2008
Foto Ronald Bolwijn
Arabische christenen Ook de positie van de (Arabische) christenen in het Midden-Oosten kwam nadrukkelijker in beeld door de reis in november 2004. Daarmee kwam de vraag naar het doen van de gerechtigheid en de betekenis van de oecumene scherper dan voorheen, in het vizier. Het leidde tot één van de beleidsvoornemens om de christenen uit het Midden-Oosten meer te betrekken in het beleid. De nota krijgt al met al de betekenis van een handreiking voor meningsvorming en schept tevens het beleidskader voor zowel het gesprek met Israël als voor het handelen van Kerk in Actie in het Midden-Oosten. De tegenstemmers blijven vinden dat nog te weinig gekozen is voor de plaats van het Palestijnse volk. In een aanvaarde motie is dat bijgesteld.
Vervangingstheologie Van belang is te vermelden hoe in deze nota, ook vanwege het gesprek met de christenen in het Midden-Oosten, de betekenis van de nog altijd wijdverbreide vervangingstheologie in beeld kwam. Het leidde al direct tot een interessante studiedag op 7 maart 2008, waar de breedte van dit thema de aandacht kreeg. Duidelijk werd dat de vervangingstheologie - grosso modo gezegd: dat de kerk de plaats van Israël heeft ingenomen, met alle
Kerk & Israël Onderweg
nuanceringen daartussen - altijd op de kerkelijke agenda zal moeten blijven. Op deze synode kwam naar voren dat Israël zelf de Tenach moet lezen en daaraan haar zelfverstaan ontlenen. Dat kan de kerk niet doen voor Israël. Het moderamen heeft gesproken met diverse groepen en instanties in hun betrokkenheid tot Israël. Helaas was er geen verslag van deze bevindingen. Te verwachten is dat alle denkbare invalshoeken daarin vertegenwoordigd zijn geweest. Het maakt de nota des te waardevoller omdat daardoor de pretentie om als kerk een eigen geluid te laten horen wordt versterkt.
Kerkbreed De nota zal kerkbreed aangeboden worden voor gesprek. Van belang is te vermelden dat de theologie van Paulus, bron van misverstand in het gesprek met Israël, veel nader is uitgewerkt dan in de eerste versie. Met de nota heeft de kerk taal, theologie en denkkaders in handen om te doen wat ze zegt: het gesprek zoeken over de betekenis van het Koninkrijk van God in de Schriften. René van den Beld René van den Beld is predikant, lid van de Generale Synode en redactielid van dit tijdschrift.
3
Over de Joden en hun leugens Interview met René Süss René Süss (1939) promoveerde op 10 november 2005 in Brussel op een onderzoek naar het antisemitisme van Maarten Luther. Het verscheen in 2006 als Luthers Theologisch Testament. Over de Joden en hun leugens. Inleiding, vertaling en commentaar. Promotie en publicatie verliepen niet zonder oppositie van christelijk theologische zijde. We laten René Süss aan het woord. Verderop vindt u in het blad nog meer bijdragen hierover.
Het is de eerste keer dat Luthers geschrift Von den Juden und ihre Lügen in het Nederlands werd vertaald. Dat is integraal gebeurd om de bron waar Süss uit put, controleerbaar te laten zijn. Hij wilde het geschrift niet afzonderlijk uitgeven, want dan zou het een eigen leven kunnen gaan leiden. René Süss, Jood van geboorte, maar christelijk opgevoed, was van 1984 tot 1999 hervormd predikant in Koog-Zaandijk en Amsterdam. In 1999 legde hij zijn ambt neer en stapte hij uit de kerk. Nu is hij actief binnen de Joodse gemeenschap.
René Suss
Waarom kunnen Joden en christenen niet met elkaar praten, zolang dogmatische kwesties niet eerst zijn opgelost? Binnen de Joods-christelijke verhoudingen was de houding van de rabbijnen: laten we maar met maatschappelijke, politiek-ethische vragen bezig zijn, want de theologie, daar komen we toch niet uit. Dan ga je op zoek naar de grootste gemene deler: het levert iets op waar je het allemaal mee eens bent. Maar de harde punten blijven onbesproken. Dat is mijn bezwaar.
Waarom zijn deze teksten zolang door theologen genegeerd en gebagatelliseerd?
Wat zijn volgens u die harde punten?
De kerkvaders moesten worden hoog gehouden. Je wilt je eigen vuile was niet buiten hangen. En als een buitenstaander het dan doet, wordt het natuurlijk helemaal vervelend. Loopt er volgens u een directe lijn van Luther naar de Sjoa? In meer dan één opzicht is er sprake van continuïteit. Allereerst intern, bij Luther zelf. Vanaf zijn uitleg van de Psalmen in 1513 tot het verschijnen van zijn geschrift Over de Joden en hun leugens in 1543 houdt hij een consequent anti-Joodse lijn aan. Deze komt ook niet uit de lucht vallen, maar heeft een lange voorgeschiedenis in het christelijk geloven en denken ... Vervolgens zien wij een Joods-vijandige houding bij zijn tijdgenoten: iemand als Bucer (reformator in Staatsburg) was net zo fel in zijn bewoordingen als Luther. En dan is er de continuïteit binnen het Lutheranisme. De idee 'Deutschtum gaat voor christendom' is door Luther al in 1520 geformuleerd. Dit vind je ook terug bij mensen als Dibelius en Niemöller - voormannen van de Bekennende Kirche, een beweging binnen de Evangelisch Lutherse Kerk in Duitsland, die zich in bepaalde mate verzette tegen de invloed van de nazistische ideologie binnen de kerk.
Juni 2008
mondiaal, waarop je als kerk aanspreekbaar bent. De Lutheranen zijn daar nu dus aan gebonden. Het is een begin.
In een pas verschenen boek staat, dat Luther voorstelde 'de synagogen te sluiten'. Het is maar wat je sluiten noemt ... Daar lig ik dan echt een nacht wakker van. Als de filosoof Karl Jaspers (1883-1969) ergens gelijk had, dan toch hier: de nazi's voerden uit wat Luther voorstelde.
Het zijn er drie: de incarnatieleer, de rechtvaardigingsleer en de verzoeningsleer. De incarnatieleer is onjoods: God kan niet samenvallen met een mens. In de rechtvaardigingsleer van Luther zijn de Joden prototypen van heiligheid door goede werken. Daarmee miskent hij geheel hun leven uit de genade van de wet, die hen heiligt.
Heeft dit uw kijk op de Reformatie als geheel veranderd? Ik ben nu met Calvijn bezig. Hij was humanist en jurist, had een heel andere achtergrond dan Luther. Dat stempelt zijn denken en ook zijn taalgebruik. Hij kon als vluchteling de Joodse positie begrijpen. Maar ik heb nog geen globaal oordeel over de Reformatie. In 1983 heeft de Lutherse Wereld Federatie formeel afstand genomen van de anti-Joodse geschriften van Luther. Ik vind dat heel belangrijk. Want wat individuele theologen zeggen, kan de discussie op gang brengen. Maar wil er iets werkelijk veranderen, moet dat toch uiteindelijk in synodale en kerkelijke verklaringen, ook
Kerk & Israël Onderweg
4
De verzoeningsleer vind ik moreel verwerpelijk. Mag je een mens ombrengen voor ons aller heil? En tegelijk wordt deze moord een bepaalde groep ten laste gelegd: de Joden. Dus: moet je het eerst eens worden? Nee, maar je moet wel eerst die angel eruit halen. Mijn probleem is: in hoeverre zijn dit artikelen, waar de kerk mee staat of valt? Stel dat het allemaal lukt, niet alleen in leerhuisgroepjes, maar breder in de kerk. Dan denk ik dat er een verklaring moet komen, waarin staat hoe het ook anders kan. De christenen hoeven niet allemaal Joods te worden. Maar die drie onderdelen van het christelijk geloof zijn gevaarlijk voor Joden en dienen te verdwijnen.
Het gaat om de struikelstructuur... Is het wel mogelijk om de christelijke theologie te ontdoen van anti-judaïsme of is het inherent aan de christelijke theologie?
Joden moeten en kunnen niet het religieuze huiswerk van christenen doen. Maar als je onopgeefbaar met elkaar verbonden bent, dan moet je de zaak samen kunnen doorspreken. Het gaat er ook niet om of het resultaat oplevert, maar of je waarde aan je zelfrespect toekent. Ik vind op basis van zelfrespect, dat wij als Joden het antiJoodse van de christenen niet kunnen nemen. Is Ruth een rolmodel voor een vernieuwde relatie tussen kerk en Israël? Ruth is degene die erbij komt, die de belijdenis uitspreekt tot Naomi: 'uw volk is mijn volk en uw God is mijn God'. Dat zou een soort Noachidisch patroon kunnen zijn. Jammer dat de mondiale kerk niet in dat spoor gaat. Die realiseert zich in de regel niet eens dat Jezus een Jood was. Greetje van der Harst en Co Kooman R. Süss, Luthers Theologisch Testament, VU University Press, 509 blz., € 29,95
Het is prima om over struikelteksten te preken, zoals Johannes 8:44 (zie Kerk & Israel Onderweg, december 2007, onder meer de bijdrage van Pieter van der Horst). Maar belangrijker is het om naar de struikelstructuur te kijken. Als het Johannesevangelie zegt: 'de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen' (Johannes 1:17), dan begint de ellende al. We moeten de fatale structuur blootleggen, waarin wet en evangelie tegen elkaar worden uitgespeeld.
Luthers zeven aanbevelingen in het kort 1. Hun synagogen en scholen moeten in brand worden gestoken. 2. De huizen van Joden moeten worden verwoest; ze moeten worden ondergebracht in stallen, zoals men met zigeuners doet. 3. Men moet hen hun gebeden en leerboeken afnemen. 4. Publieke godsdienstoefening en onderricht geven moet worden verboden op straffe van de dood. 5. Ze horen onder huisarrest te komen en mogen geen beroepen meer uitoefenen. 6. Men moet hen al hun contanten en juwelen afnemen en met dit geld moeten bekeerde Joden, ouderen en gebrekkigen gesubsidieerd worden. 7. Voor dwangarbeid mag het huisarrest worden opgeheven.
Stellingen van René Süss bij zijn proefschrift Luthers theologisch testament 1. Het laatste publieke spreken van Martin Luther, twee dagen voor zijn dood, in het appendix bij zijn preek op 16 februari 1546 in Eisleben, is te beschouwen als zijn theologisch testament zoals het en detail in Von den Juden und ihren Lügen door hem werd uitgewerkt. 2. Luthers Jodenhaat was primair theologisch bepaald. 3. Luthers rechtvaardigingsleer heeft bijgedragen tot een verscherping van de tegenstellingen tussen Jodendom en christendom. 4. Luther heeft de Tora vertaald noch uitgelegd. Hij vertaalde en legde de Hebreeuwse Bijbel uit als Oude Testament waarbij hem 'het Hebreeuwse taal- en denkeigen' eerder tegenstond dan stimuleerde. 10. Luther leverde een wezenlijke bijdrage aan de eeuwenlange 'catechese der verguizing' die mede het klimaat bepaalde waarin de Sjoa mogelijk werd.
Probleem is dat de eindredactie van het Johannesevangelie is ontstaan in een christelijke gemeente, waar geen Joden meer deel van uitmaakten. De Jezus die daar aan het woord is, zet zich af tegen zijn volksgenoten, zelfs tegen degenen die zich zijn volgelingen noemen (Johannes 8). De strekking van zulke teksten roept dus een anti-Joodse werking op. Zou je kunnen zeggen dat het christendom de God van de Joden heeft geannexeerd, dat het christendom met het Jodendom aan de haal is gegaan? Ja, geannexeerd (voor eigen doel), en gedeformeerd. Maimonides zei in de 12de eeuw, dat de christenen de God van de Joden in de wereld hadden gebracht. Maar is het Godsbeeld dan nog hetzelfde? Wilt u met dit boek een voorzet geven tot het voeren van een strijdgesprek tussen Joden en christenen?
Juni 2008
Tekening van Maarten Luther (1483-1546)
Kerk & Israël Onderweg
5
Luther en de Joden: Een open zenuw voor iedere generatie De discussie rondom Luther en de Joden is de laatste maanden weer volop in het nieuws. Ik ben daar blij om, alle commotie ten spijt. En ik wil René Süss danken. Maar wat hij zegt, vergt wel veel van de luisteraar: de toon die hij aanslaat tegenover alle Lutheranen (vertegenwoordigd door de Lutherse synode in de PKN), en vooral ook de inhoudelijke strekking van zijn betoog.
Toch blijft het volgens mij de moeite waard. Zoals iemand van een gesprekskring uit mijn gemeente zei: 'Elke generatie Lutheranen moet zich opnieuw tot deze open zenuw van de Lutherse traditie verhouden en daarin stelling nemen.' Ik had persoonlijke contact met Rene Süss en werd geholpen door een artikel van IKON-pastor Bram Grandia: 'Een Joodse knuppel in het Luthers hoenderhok'. Daardoor kon ik zijn toon beter begrijpen en accepteren.
Verbijsterend De teksten van Luther over de Joden die Süss onderzocht zijn gewoonweg verbijsterend. Vooral als je ze leest en bestudeert vanuit de ervaring dat tijdens het naziregime je hele familie is uitgemoord. Wat betreft de inhoudelijke strekking van zijn betoog zijn er voor mij meerdere belangrijke vragen waarover wij ons moeten blijven buigen, die ook al eerder door Lutheranen in Nederland zijn verwoord. Luther is niet pas in de laatste jaren van zijn leven anti-Joods geworden. Dit stelt Heiko Oberman al in 1983:
'Er loopt een directe lijn, vanaf zijn eerste college in Wittenberg (over de Psalmen, 1513-1515), ..., naar de forse geschriften van de veertiger jaren: hij heeft de Joden altijd en ondubbelzinnig als tegenstanders van God beschouwd.' 1
Vijanden De Joden zijn voor Luther de mal voor alle vijanden van het evangelie. De andere vijanden, de haeretici, de ketters, de paus, de dwepers en de Turken, zijn min of meer afgietsels. Maar wat als, zoals Heiko Oberman betoogt, ook wij 'erge christenen' in deze reeks van vijanden thuis horen? Is er niet onder 'de solidariteit van de zonde' een belangrijke perspectiefwisseling voor ons christenen mogelijk, een theologie die Joden niet hoeft te veroordelen?2 Het zijn nuances in het grote werk van Luther, waaruit niet onbelangrijke vragen voortkomen aan onze eigen, hedendaagse theologische denkschema's. Maar in Luthers geschriften tegen de Joden, vooral in die van zijn laatste jaren is van zulke nuances niets terug te vinden. Deze geschriften vormden een te goede
Zeldzame Luther-bijbel uit 1545. Bron: library.dts.edu
voedingsbodem voor antisemitisme. Ze konden daarvoor niet alleen misbruikt worden, maar gewoon gebruikt. Of zoals C.W. Mönnich oordeelt in een artikel over antisemitisme uit 1992: 'De Kristallnacht en het concentratiekamp spoken blijkbaar al vroeg door een Duits hoofd heen.'3
Wereldfederatie Geen wonder dat een allereerste vertaling van Luthers geschrift Von den Juden und iharen Lügen door een Nederlandse fascist als P. E. Keuchenius werd gemaakt (1935). En het is meer dan terecht dat Nederlandse Lutheranen, die deel uitmaken van de Lutherse Wereldfederatie, in 1983/84 van deze geschriften afstand genomen hebben. Dit kwam voort uit de tweede consultatie tussen Joden en Lutheranen in Stockholm. Daar spraken afgevaardigden van het International Committee on Interreligious Consultations van Joodse zijde en van de Lutherse Wereldfederatie over dit onderwerp. Luthers anti-Joodse uitlatingen, evenals zijn aanvallen tegen de Joden, werden daar als zonde betiteld en er werd gezegd dat wij - als Lutheranen - al het mogelijke moeten doen om deze zonden nooit meer te laten gebeuren. De Lutherse Wereldfederatie accepteerde in 1984 een verklaring waarin de resultaten van deze consultatie onder woorden zijn gebracht. Bovendien gaf zij alle lidkerken de aanbeveling om aan deze verklaring bijzondere opmerkzaamheid te schenken en het thema 'Luther, het Lutherdom en de Joden' door studie te blijven verdiepen. Dit gebeurde in de Lutherse kerk in Nederland onder meer door diverse cursussen Theologische Vorming Gemeenteleden, en door het boek Luther na 500 jaar. Misschien was een heldere en goed gepubliceerde stellingname van de Lutherse synode op de uitspraken van de Wereldfederatie nog beter op zijn plaats, en in aansluiting daarop, een nog meer actieve doorwerking van deze thematiek in de gemeenten mogelijk.
Juni 2008
Kerk & Israël Onderweg
6
Tekening Hermann Struck (ca. 1915). Bron: www.library.yale.edu/judaica
Theologisch erfgoed Luther en de Joden: de vragen die dit onderwerp oproept blijven hoe dan ook actueel. Dat toont René Süss aan en het blijft bijzonder, dat juist iemand van Joodse zijde de moeite neemt om dit deel van ons theologisch erfgoed zo grondig door te spitten en ons daarbij met vragen en stellingen te confronteren die deel uitmaken van ons blijvende huiswerk.
Friedrich Wilhelm Marquardt ondernam in het zoeken naar een voor Joden niet bedreigende theologie voor mij heel belangrijke stappen, die het de moeite waard zijn om te volgen. Eén daarvan is zijn uitgangspunt om naar de levende stem van het Jodendom te luisteren. Ik denk dat wij, juist als Lutheranen en als Protestantse Kerk, het gesprek over al deze punten en meer moeten blijven oppakken. Ik hoop dat het ook op landelijk niveau op de een of andere manier zal gebeuren en dat de nieuwe commissie die nu door de Lutherse synode is ingesteld goed werk gaat verrichten om met deze thematiek en met deze open zenuw om te gaan.
Willy Metzger Ds. Willy Metzger is Luthers predikant in NaardenBussum en lid van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël.
Foto: Stien van der Hout
Een niet vijandige en bedreigende theologie ... Een punt, dat in de discussie om Luther dreigt ondergesneeuwd te raken, is de inhoudelijke vraag die René Süss aan het theologiseren en onder woorden brengen van ons christelijk geloof überhaupt stelt: is er een christelijke theologie mogelijk die niet door Joden als vijandig en bedreigend wordt ervaren. Een vraag aan alle christenen, van welke couleur dan ook: protestants, katholiek, orthodox... Want volgens mij gaat het hem er juist ook om - behalve het volgen van de lijn die van Luthers uitspraken over de Joden kan leiden tot de Sjoa - hoe de discussie gaande te houden, en te beseffen hoe diep antisemitisme in onze christelijke theologie is geworteld. Of je dan maar meteen de hele christologische traditie over boord moet gooien? Zo'n antwoord gaat mij te ver en hoeft misschien ook niet. De Duitse Lutherse theoloog
Juni 2008
Professor Heiko Oberman, mede onder de redactie van prof. Joop Boendermaker: Luther na 500 jaar, 1983, blz. 147. 2 Cf.: Oberman, Die Juden in Luthers zicht, p.160/161 in: Die Juden und Martin Luther, Martin Luther und die Juden, 1985. 3 prof C.W. Mönnich, Wat is antisemitisme? 1991, blz. 80. 1
Column Greetje van der Harst In deze column geeft Greetje van der Harst haar visie op iets wat haar opvalt.
Niet-bedreigende theologie Het Platform Appel Kerk en Israël had een uitdagend thema, 28 januari in de Rode Hoed: Kan er een christelijke theologie geformuleerd worden die niet bedreigend is voor Joden? De knuppel werd in het hoenderhok gegooid door René Süss, die na zijn Luther-studie tot de conclusie kwam dat de Sjoa een regelrecht gevolg was van eeuwenlange structurele Jodenhaat in de christelijke (Lutherse) theologie. Dat niet iedereen zijn mening deelt, doet niets af aan het feit dat christenen een verantwoordelijkheid voelen om anti-Joodse tendensen waar mogelijk te bestrijden. Als er aanleiding is voor theologisch zelfonderzoek, is men daartoe bereid, suggereerde het grote aantal deelnemers. Enkele theologen namen daartoe al het initiatief: Friedrich Wilhelm Marquardt (Duitsland), Paul van Buuren (Verenigde Staten) en Manuela Kalsky (Nederland). Hun ideeën werden in werkgroepen besproken. Paul van Buuren hecht belang aan de erkenning van een volledig zelfverstaan van Israël, met respecteren van het 'ja' in Israëls getuigenis in Tenach en literatuur en het 'nee' als het gaat om Jezus als Messias en een verborgen christelijke (bekerings)agenda. Marquardt pleit voor een herziening van de christelijke dogmatiek vanuit het in de leer gaan bij het Jodendom. Manuela Kalsky gaat het vooral om verandering van denkstructuren. (Bijbel)verhalen moeten dienen ter inspiratie en niet als legitimatie. Religies zijn geen afgebakende eenheden. De ander hoeft niet te worden zoals ik, maar mag zichzelf blijven. We moeten niet in tegenstellingen denken of ons richten op diversiteit in plaats van eenheid, die vaak uitsluiting betekent. Dat is niet alleen van belang voor het voorkomen van antisemitisme, maar is ook nodig voor een open multiculturele samenleving, waarin niemand zich bedreigd voelt. Greetje van der Harst
Kerk & Israël Onderweg
7
Ga en leer! Stilstaan bij het bloed dat druipt uit de leugen Antisemitisme lijkt een typisch voorbeeld van vals getuigenis. En het negende woord in de oren geknoopt bij de berg Sinaï luidt: Je mag niet tegen je naaste getuigen via een ed sjeker, een leugenachtig getuigenis. Henk Huyser kwam tot zes ontdekkingen.
Laten we dat woordje sjeker wat langer op de tong proeven. In verband met het jaarthema is het daarbij zinnig, om de bijbelwoorden die antisemitisme opgewekt hebben in het achterhoofd te houden. Luisterend naar de wijze waarop rabbijnen door de eeuwen heen met bijbeltaal omgaan, ontdekte ik het volgende.
1. Leugenachtigheid maakt koude harten Een van de methoden om goed naar een woord te luisteren is: het open te breken. In het Frans kun je een mooie woordspeling maken: in plaats van 'rire au éclats' lire au éclats, ofwel, in plaats van je te barsten lachen, zo lezen dat de taal barst. Hoe kun je het woordje sjeker uiteen laten barsten? Je kunt het ook lezen als sje kar, en dat betekent: dat is koud. Het is de tragische consequentie van elke leugenachtige taal, of het nu uit de mond van een evangelist of van de apostel Paulus komt, dat het koude harten maakt, dat het liefde doet bekoelen en elk intermenselijk contact doodt.
2. Leugenachtigheid verdraait taal Een andere methode is: goed op de volgorde van de letters letten. Dan kom je tot de ontdekking dat het woord sjeker een merkwaardige kronkelige volgorde heeft. In het Hebreeuwse alfabet is de volgorde kof, resj,
sjin. Maar hier is de volgorde sjin, kof, resj. Door elkaar gehusseld dus. Dat geeft te denken. Leugenachtigheid (zoals elk voedsel voor antisemitisme) geeft een kronkelige visie op de werkelijkheid. Het verdraait de taal. Het voedt het wantrouwen. Het tegendeel, betrouwbare taal, wordt uitgedrukt in het woord emet, waarheid. Dat bestaat uit de eerste, de middelste en de laatste letter van het alfabet!
3. Al is de leugen nog zo snel... Een wijze in Israël zei: 'Zie goed wat ontbreekt in deze letters'. Het zijn de op één na laatste letters van het alfabet, het alefbeth. Wat ontbreekt is de laatste letter, de taf. De laatste letter van het hierboven vermelde woordje emet, waarheid en betrouwbaarheid. Soms lijkt de leugen het einde, maar er is een veel diepere werkelijkheid, de betrouwbaarheid van dat woord waar de laatste letter van het alfabet mee begint: Tora.
4. Leugen lijkt verdacht veel op de waarheid Waarom begint dit woord met dezelfde letter sj als een van de bijzondere namen die bij de aartsvaders hun ervaring met God uitdrukte: sjaddaj? Een letter die op elke deurpost van een vroom Joods gezin op de mezoeza zichtbaar is? De letter ook van sjomeer,
bewaker. Antwoorden zijn: dezelfde letter die enerzijds de meest betrouwbare bewaker uitdrukt, wijst anderzijds op een leugenaar, de meest onbetrouwbare bedrieger, en maakt je zo erop attent dat betrouwbaarheid en onbetrouwbaarheid heel dicht bij elkaar kunnen liggen. Het is dus uitermate goed op je hoede te zijn met je woorden. Ach, konden we Paulus nog eens laten zien hoe zijn woorden hebben uitgewerkt, hij zou zeker zijn brieven op verschillende punten gaan herschrijven.
5. Leugen werkt samenzweringen in de hand Tenslotte worden we nog op iets anders attent gemaakt. Met de letters van sjeker kun je ook het woord kesjer maken. En dat betekent 'band', mensen samen. De leugen heeft de neiging om mensen bijeen te smeden. Vooral halve leugens, suggesties, doen het geweldig goed, 'de bladen' leven ervan. Als je maar lang genoeg (bijvoorbeeld van kansels) iets zegt, geloven hele volksstammen het. Maar zoiets kan ook moorddadig worden, dat hebben Joden eeuwen lang ondervonden. Het wordt tijd dat wij de waarheid gaan zeggen. We mogen niet meer zwijgen.
6. Zwijgen is dodelijk Uit welke plaats in de heilige Schrift leren wij, zo zegt een midrasj, dat, wanneer je een ontlastend getuigenis tegen je naaste weet, je niet mag zwijgen? Uit Leviticus 19:16: [Niet mag je roddelend rondgaan onder hen van je gemeenschap], niet mag je stil blijven staan bij het bloed van je naaste, metgezel, [Ik ben de Aanwezige]. Henk Huyser Henk J. Huyser was voorheen medewerker van Kerk en Israël, en is nog steeds fellow van de Folkertsma Stichting voor Talmudica.
Juni 2008
Kerk & Israël Onderweg
8
Jaarthema Antisemitisme Deel 4: Paulus' woede over de Joden Wat vond Paulus echt van de Joden? Het moderne onderzoek gaat ervan uit dat elke brief van de heidenapostel in een unieke situatie is geschreven en ook zo moet worden gelezen. Dit lijkt meer dan ooit voor zijn eerste brief aan de Tessalonicenzen 2:14-16 te gelden.
Want jullie zijn navolgers geworden, broeders, van de kerken Gods die samenkomen in Judea in Messias Jezus, want jullie hebben hetzelfde te lijden van jullie volksgenoten als zij van de Joden, die zelfs de Heer Jezus en de profeten gedood hebben, die ons vervolgd hebben, die Gode niet behagen, die tegen alle mensen zijn doordat ze ons beletten tot de niet-joden te spreken over hun redding... (1 Tessalonicenzen 2:14-16).
Voor Jood en Griek... Dat schreef Paulus, dezelfde die later in de Brief aan de Romeinen stelde: - dat Gods heil 'eerst voor de Jood is, maar ook voor de Griek'; - dat 'het voorrecht van de Jood' '...groot is in ieder opzicht'; - en dat wat hij ook op de Joden aan te merken had, 'zij Israëlieten zijn, van wie het zoonschap is, ...de verbonden, de wetgeving...' (Romeinen 1:16; 3:1; 9:4). Scherper nog liet hij zich uit tegenover rivaliserende Joodse christenen: - 'Hebreeuwssprekers zijn ze? Ik ook! Israëlieten? Ik ook!' (2 Korintiërs 11:22); - 'Indien iemand op afstamming kan vertrouwen, dan ik wel: besneden op de achtste dag... Hebreeuwssprekend zoon van Hebreeuwssprekers...' (Filippenzen 3:4-5).
Kaart met de reizen van Paulus
Juni 2008
Ex-vervolger Ook in heftige omstandigheden kon Paulus positief schrijven over zijn eigen Jood-zijn, laat staan in omstandigheden waarin hij de Joden algemeen in een gunstig daglicht wilde stellen, zoals toen hij Romeinenbrief schreef. Het moderne Paulusonderzoek gaat er vanuit dat elke brief van Paulus in een unieke situatie is geschreven en aldus moet worden gelezen. Dit blijkt meer dan ooit voor 1 Tessalonicenzen 2:14-16 te gelden, temeer wanneer we bedenken dat Paulus hier een aspect uit zijn verleden verzwijgt dat hij elders openlijk vermeldt, zoals in het vervolg in Filippenzen: '... naar mijn ijver een vervolger van de gemeente' (Filippenzen 3:5, vgl. 1 Korintiërs 15:9; Galaten 1:13, 23). Paulus, zelf een ex-vervolger van de gemeenten Gods, slaat hier woedend van zich af en verkeert kennelijk in een moeilijke situatie.
Misschien dat Paulus in zijn woede overdreef... Tessalonica Over de situatie in Tessalonica zijn we beter geïnformeerd dan over menig ander onderdeel van Paulus' leven. Er is een opvallende overlapping in persoons- en plaatsnamen tussen Handelingen, 1 Korintiërs en 1 Tessalonicenzen. In Handelingen 17 en 18 is Paulus eerst in Tessalonica in noord-Griekenland, waar het tot een felle botsing met de Joden te plaatse komt. Vervolgens trekt hij via Berea en Athene naar Korinte, vergezeld door Silas en Timoteüs. In Korinte ontmoet hij Aquila en Priscilla, die zich vervolgens met Apollos bezighouden. Al deze namen komen ook voor in 1 Korinte en 1 Tessalonicenzen (Prisca lijkt dezelfde als Priscilla en Silas als Silvanus). De beschrijving in Handelingen wordt dus in grote lijnen bevestigd door deze twee brieven. Volgens Handelingen was Paulus maar kort in Tessalonica, toen de Joden aldaar de bevolking en het stadsbestuur tegen hem en zijn boodschap wisten op te stoken. 1 Tessalonicenzen is kennelijk kort hierna geschreven: Timoteüs was intussen vanuit Athene teruggereisd naar Tessalonica en dan weer bij Paulus teruggekomen (1 Tessalo-
Kerk & Israël Onderweg
nicenzen Ikoon van de apostel Paulus 3:1-6). We kunnen veronderstellen dat Paulus zich grote zorgen maakte over het lot van zijn piepjonge gemeente in Tessalonica. Het lijkt erop dat recente ontwikkelingen in Judea hem extra verontrustten.
De situatie in Judea Markus Bockmuehl heeft aannemelijk gemaakt dat de situatie in Judea drastisch verslechterde sinds de dood van koning Herodes Agrippa in het jaar 44.1 De Romeinse bestuurders die na hem regeerden, zwenkten heen en weer tussen wreedheid en besluiteloosheid. Achteraf krijgt men zo de indruk dat de Romeinen de Joden bewust aanzetten tot de oorlog, die uitbrak in het jaar 66. Volgens een oud bericht had dit onder meer een vervolging door Joden van christenen tot gevolg, in de jaren 48-49. Misschien dat Paulus in zijn woede overdreef en schreef dat 'de Joden' in het algemeen hieraan schuldig waren. Het kan ook zijn dat we hier de zeldzame geografische betekenis 'Judeeërs', een deel van het volk, moeten lezen; Paulus heeft immers zojuist 'de gemeenten in Judea' vermeld. Als we willen weten wat de heidenapostel echt van de Joden vond, moeten we ons in elk geval tot zijn andere brieven wenden. Peter Tomson Peter J. Tomson is hoogleraar Nieuwe Testament en Judaïca, FPG Brussel. ‘1 Thessalonians 2:14-16 and the Church in
1
Jerusalem’, Tyndale Bulletin 52, 2001, 1-31.
9
Over God mishagen en het doden der profeten... In 1 Tessalonicenzen 2:14-16 lezen we over de Joden: 'Die hebben de Heer Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd. Ze mishagen God en zijn alle mensen vijandig gezind'. Nicholas de Lange noemt deze tekst van Paulus: een geïsoleerde uitbarsting (Origenes en de Joden). Je hoort de verlegenheid van De Lange in die uitspraak, waarmee ook wij deze bijbeltekst lezen.
Hoe we ook proberen de historische context te begrijpen, het blijft een tekst die 'een antiJoods of een antisemitisch accent heeft en aan de geschiedenis van Jodenhaat en Jodenvervolgingen heeft bijgedragen'.
Motieven en (voor)oordelen De tekst combineert twee motieven. - Het eerste motief is 'het doden der profeten', een onderwerp uit de Tenach (zoals in 1 Koningen 19:10; Jeremia 2:29-30; Nehemia 9:26). Dit motief komt ook voor in de apocriefe literatuur (zoals Jub. 1:12) en de rabbijnse overleveringen. In het Nieuwe Testament is het een onderdeel van de polemiek van die tijd: o.a. Matteüs 23:29 - Handelingen 7:52 - Hebreeën 11:37). - Het tweede motief is de tegenstelling tussen Israël en de volken: De Joden 'mishagen God en zijn mensen vijandig gezind'. Dit thema vinden we terug in de heidense polemiek tegen de Joden (zoals bij Tacitus, Historiën 5:4-5 - Josephus, Apion 1:310; 2,121;148). Beide motieven spelen zowel in het christendom als in de Islam een rol in de oordelen en vooroordelen ten opzichte van Joden Het moderne en oude Thessaloniki naast elkaar. Bron: www.panoramio.com
Historisch of profetisch? Het mag zo zijn dat de tekst gelezen dient te worden als een incidentele, profetische en felle uitspraak, gericht op het oordeel in de eindtijd - en niet als een historische of liturgisch bedoelde uitlating. Dat laat echter onverlet dat in de werkingsgeschiedenis van deze en andere teksten in het Nieuwe Testament die spreken over 'het doden der profeten' en de 'mensenhaat van de Joden' de uitspraken wel als historische waarheid of antropologische feitelijkheid zijn opgevat. Teksten als deze hebben bijgedragen de relatie van Israël en de volken in ideologisch elkaar uitsluitende termen te definiëren: Israël tegenover de volken, de volken tegen over Israël. Opvallend is het dat het thema van het 'doden der profeten ook in de latere Joodse traditie voorkomt. In een middeleeuwse midrasj staat: 'Jeremia zei: Heer der wereld, ik kan niet over hen profeteren; welke profeet die tot hen uitging hebben zij niet geprobeerd te doden?' (Pesikta Rabbati 26). Er zijn talloze verhalen die spreken over het martelaarschap van profeten. Het zijn legenden die spreken over de botsing tussen ideaal en realiteit in een complexe werkelijkheid. Omdat de discussie daar niet gericht is tegen de 'ander' zijn hufters niet altijd slecht en helden niet altijd ideaal.
Het zijn mijn profeten, wat gaat jou dat aan? Het zou kunnen dat deze tradities binnen het Jodendom zelf ons kunnen helpen de confrontatie met de harde teksten in onze eigen traditie aan te gaan. We kunnen in de dialoog met het Jodendom leren hoe kritiek (soms zelfs felle en absoluut lijkende kritiek die kan leiden tot de afwijzing van de ander) meer iets leert over ons zelf.
ring en humor kan een tegenwicht bieden tegen dat fanatisme. Relativering en humor zijn daar als een medicijn voor. Absolute uitspraken doen lijkt op het poneren van absolute feiten. De werkingsgeschiedenis van 1 Tessalonicenzen 2:14-16 is daar een bewijs van. Diezelfde werkingsgeschiedenis kan ons echter waarschuwen dat wat in deze brief staat, geen absoluut feit is. Niet alles wat op een bepaalde manier geschreven is, is ook zo. Douwe van der Sluis Douwe van der Sluis is werkzaam voor de stichting CoME, Communication Middle East. Literatuur • Nicholas de Lange: Origen and the Jews. Cambridge 1978. • Hans Jansen: Christelijke Theologie na Auschwitz. 2. Nieuwtestamentische wortels van het antisemitisme. Den Haag 1985. • Douwe van der Sluis: Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd. In: Van Horen en Verstaan. Hilversum 1987, blz. 72-85. • Otto Michel: Fragen zu I Thessalonicher 2,14-16. In Antijudaismus im Neuen Testament. München 1957, blz. 50-59. • Avraham Burg: Victory over Hitler (Hebreeuws). Tel
Fanatisme In een vermakelijke midrasj zegt God tegen Elia, wanneer die klaagt dat Gods profeten door het zwaard gedood zijn: 'Het zijn mijn profeten, wat gaat dat jou aan?' (Shir Hashirim Rabba 1:6). Het fanatisme van Elia wordt door God gerelativeerd. Want relative-
Juni 2008
Kerk & Israël Onderweg
Aviv 2007. • Betsy Halpern: The Killing of the Prophets: Unraveling a Midrash. Hebrew Union College Annual 1983, blz. 163-180. • Amos Oz: Hoe genees je een fanaticus, Amsterdam 2006.
10
Waar begint antisemitisme? Waar begint onze verbondenheid? Bij het spreken over Israël komen vaak emoties boven. Gevoelens van liefde voor Israël, of juist andersom: grote reserves, vanwege wat er in het land Israël gaande is. Wanneer deze gevoelens tegenover elkaar komen te staan, kunnen er grote woorden vallen. Onder meer het verwijt van antisemitisme.
Waar begint antisemitisme? Begint het bij haatgevoelens ten aanzien van het Joodse volk? Begint het bij de gedachte dat de kerk in de plaats van Israël gekomen is? Of begint het bij elke negatieve uiting ten aanzien van Joden, zodat er ook in het interne Joodse debat binnen het Nieuwe Testament al sprake is van antisemitisme? Liever dan te denken vanuit de vraag waar antisemitisme begint, wil ik andersom inzetten: waar begint onze verbondenheid met Israël en wat is de theologische grond daarvoor? Juist daar gaan de wegen in het gesprek op dit moment uiteen. Kan de kerk theologisch verantwoorden dat zij op een bijzondere manier met Israël als volk verbonden is? Wanneer daar geen helderheid over bestaat, kunnen de beschuldigingen van antisemitisme al snel op tafel komen, terwijl de wezenlijke vragen daarachter onbesproken blijven.
Verbonden met één volk? In het debat over de onopgeefbare verbondenheid is de grote vraag: kan een kerk uitspreken dat zij verbonden is met één volk, in uitzondering op alle andere volkeren? Is het theologisch te rechtvaardigen dat de kerk niet alleen verbonden is met Israël voor zover het de Schriften leest en daarmee wil leven, maar ook met het grootste deel van Israël, dat volstrekt seculier leeft? Het gaat dan niet om een bepaald gevoel over het Joodse volk; het gaat om de vraag of het Nieuwe Testament de kerk wijst op een verbondenheid met de Joden als volk. Tegenstanders menen dat er dingen mis gaan, zodra de kerk iets gaat uitspreken over Israël als volk. Eeuwenlang heeft de kerk gezegd dat Israël als volk geen recht meer had om te bestaan, omdat de kerk in haar rechten is getreden. Wanneer nu de kerk belijdt dat zij onopgeefbaar verbonden is met dat volk als volk, gebeurt er volgens sommigen theologisch hetzelfde. De kerk doet opnieuw een uitspraak over een volk als geheel en annexeert dat, zij het nu op een filosemitische wijze.
Juni 2008
Straat in het oude Jeruzalem. Foto: Stien van der Hout
het gesprek met Joden te voeren, zonder aan het conflict voorbij te gaan. Het is voor ons daarbij van belang, dat we juist in Israël zijn, waar het Joodse volk een woonplaats heeft gekregen. Omdat wij als kerk leven met de God die zijn verbond met dit volk niet heeft beëindigd (zij blijven geliefden om der vaderen wil, Romeinen 11:28), hebben we - of we dat willen of niet - een relatie met dit volk, dat een bijzondere plaats houdt in de missio Dei in deze wereld. Daarmee heeft dit volk ons als kerk iets te zeggen.
Gesprek met Joden en Arabieren is niet vrijblijvend
Wanneer dat gebeurt, zal dat direct gevolgen hebben voor de houding in het huidige conflict. Wanneer de kerk op een bijzondere manier verbonden is met het Joodse volk, zal zij zich niet vrij kunnen opstellen in het gesprek met Joden en Arabieren, en zal de relatie met Arabieren, waaronder veel broeders en zusters in Christus, van een lagere orde worden, denken de tegenstanders van 'onopgeefbare verbondenheid' in deze vorm.
Naar twee kanten kijken In het vorige nummer van Kerk en Israël Onderweg schreef Kees Jan Rodenburg, dat wat er gebeurt in de Palestijnse gebieden niet terzijde geschoven kan worden wanneer christenen en Joden in gesprek zijn. Tegelijk waarschuwt hij dat deze situatie het gesprek niet mag verlammen. En dat gevaar is groot. Dan worden er over en weer wel profetische boodschappen uitgezonden, maar is er geen ruimte is om echt naar elkaars positie en motieven te luisteren. Het Centrum voor Israëlstudies werd in 2002 mede vanuit de Gereformeerde Zendingsbond in de Hervormde Kerk opgericht. Wij doen pogingen om naar twee kanten te kijken in Israël, en als christenen
Kerk & Israël Onderweg
We zien wel verschil. Het nauwst weten we ons verbonden met hen die Jezus als de Messias belijden. Daarnaast hebben we als kerk veel te leren van de manier waarop ook anderen in Israël de Schriften lezen. Maar onze verbondenheid hangt niet af van wat wij ervan ervaren of kunnen leren, maar van God zelf, wiens woord in de eerste plaats op dit volk gericht blijft en er bemoeienis mee houdt. Omdat Hij ons verbindt, zal de ene verbondenheid niet ten koste hoeven te gaan van de andere. Gelukkig zijn er tekenen dat dit inderdaad het geval kan zijn. Michael Mulder Michael Mulder is onder meer directeur van het Centrum voor Israëlstudies. Voor meer informatie: zie www.centrumvoorisraëlstudies.nl
Vragen bij dit artikel 1. Biedt de inzet van Mulder bij verbondenheid in plaats van antisemitisme een nieuw gezichtspunt? 2. Zou u de verbondenheid met Israël net zo formuleren als de auteur?
11
Synagogen in Nederland Nijmeegse synagogen In deze rubriek komen aspecten van Joodse synagogen in Nederland aan bod.
Een echo uit de synagoge op elke zondagmorgen Schriftlezingen op Sjabbat en feest- en treurdagen in de synagoge
Een echo op zondagmorgen Juni 7 juni Naso - Neem op. Numeri 4:21-7:89. Richteren 13:2-25. 9 juni Sjavoeot, eerste dag. Exodus 19:1-20:23; Numeri 28:26-31. Wekenfeest Ezechiël 1:1-28; 3:12 10 juni Sjavoeot, tweede dag. Deuteronomium 15:19-16:17; Numeri 28:26-31. Wekenfeest. Habakuk 3:1-19. 14 juni Behaälotcha - Wanneer je ontsteekt. Numeri 8:1-12:16, Zacharia 2:14-4:7. 21 juni Sjelach Lecha - Zend jij. Numeri 13:1-15:41, Jozua 2:1-24. 28 juni Korach - Korach. Numeri 16:1-18:32, 1 Samuel 11:14-12:22 Juli 5 juli Choekat - De inzetting. Numeri 19:1-22:1, Richt. 1:1-33. 12 juli Balak - Balak. Numeri 22:2-25:9, Micha 5:6-6:8. 19 juli Pinchas - Pinchas. Numeri 25:10-30:1, 1 Koningen 18:46-19:21. 26 juli Matot - Stammen. Numeri 30:2-32:42, Jer. 1:1-2:3. Augustus Afgezien van een onderbreking in de 16e eeuw bestaat er al sinds de middeleeuwen Joods leven in Nijmegen. In 1756 werd aan de Nonnenstraat een synagoge ingewijd, die tot op heden nog bestaat. De Nijmeegse Joodse gemeenschap groeide in de loop der tijd (in 1784 ongeveer 270 mensen, in mei 1940 circa het dubbele). In 1912 verliet men de synagoge aan de Nonnenstraat. Deze werd sindsdien door opeenvolgende eigenaren gebruikt als opslagplaats. In 1976 kreeg de oude synagoge een bestemming als dependance van het museum Commanderie van St. Jan. In 1913 volgde de inwijding van de nieuwe synagoge in de Gerard Noodtstraat. Deze werd in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebruikt als opslagplaats. De inventaris werd vernield. Sinds 1980 herbergt dit gebouw het Natuurmuseum Nijmegen. Na de Tweede Wereldoorlog was de Nijmeegse Joodse gemeenschap gedecimeerd tot ca. 50 mensen. Men hervatte het Joodse leven en kwam bijeen in de voormalige Joodse school. De voormalige synagoge aan de Nonnenstraat kwam in 1999 vrij door verhuizing van de dependance naar het nieuwe museum Het Valkhof. Sinds november 2000 komt de Joodse gemeente Nijmegen hier weer bijeen. Adri van der Wal
Juni 2008
2 augustus Masee - Reizen. Numeri 33:1-36:13; Numeri 28:19-25*, Jesaja 66:1-24*. 9 augustus Devariem - Woorden. Deuteronomium 1:1-3:22, Jesaja 1:1-27 10 augustus Tisja Beav - negende Av. Deuteronomium 4:25-40 (Ochtend). Verwoesting van de tempel. Jeremia 8:13-9:23. Exodus 32:11-14; 34:1-10 (Middag). Jesaja 55:6-56:8 16 augustus Waëtchanan - En ik smeekte. Deuteronomium 3:23-7:11, Jesaja 40:1-26. 23 augustus Ekev - Als gevolg. Deuteronomium 7:12-11:25, Jesaja 49:14-51:3. 30 augustus Reëe - Zie. Deuteronomium 11:26-16:17, Jesaja 54:11-55:5. (*) Vanwege Rosj Chodesj, het begin van de maand. ds. C. Schakel, Amsterdam.
Kerk & Israël Onderweg
12
Anti-judaïsme en antisemitisme: Nederlandse katholieken tussen 1970-2005 In 2006 publiceerden Marcel Poorthuis en Theo Salemink de studie 'Een donkere spiegel. Nederlandse katholieken over Joden. Tussen antisemitisme en erkenning 1970-2005'. In dat tijdsgewricht ontwikkelt de katholieke identiteit zich tussen twee spanningsvelden: de emancipatie van het katholieke volksdeel binnen de verzuiling, en de reactie op het opbloeiende moderne levensgevoel. De ontwikkelingen in de katholieke visie op het Jodendom staan daar niet los van.
Poorthuis en Salemink zijn werkzaam aan de Faculteit Katholieke Theologie te Utrecht. Zij onderzoeken de relatie tussen religieus antijudaïsme en modern antisemitisme. Daartoe gebruiken zij bronnen uit meer dan een eeuw katholicisme in Nederland.
Veraart) tegen het raciaal antisemitisme. De Jong stond theologisch nog volledig in de lijn van de vervangingstheologie. Een ander voorbeeld is de Nijmeegse hoogleraar Oude Testament J.P. van der Ploeg. Hij verbond een herwaardering van het Oude Testament aan een virulent, op 'wetenschappelijke' basis gefundeerd antisemitisme.
Vervangingstheologie Katholieken stonden lang onder de verdenking een vijfde colonne van Rome te zijn. Dat maakt begrijpelijk, dat katholieke voormannen eind negentiende eeuw sympathiseerden met de Joodse minderheid: zij herkenden zich in de verdenking van dubbele loyaliteit! Het uit rasdenken voortkomende antisemitisme uit de Europese buurlanden vond hier amper gehoor. Dat alles stond - zo blijkt uit dit boek - los van de religieuze beeldvorming. Tot de jaren zestig werd overwegend vanuit de klassieke vervangingstheologie gedacht: van een religieus relevant Jodendom is na Christus geen sprake meer.
Moderniteit In de zestiger jaren blijkt de katholieke zuil een obstakel voor volwaardige participatie te zijn. De beslotenheid wordt doorbroken: individualisering, welvaart, de pil. Tegelijk komt het katholieke denken over het Jodendom onder kritiek te staan. Jodendom wordt nu meer gezien als een kritisch-tegenover van de institutionele kerk. Daarnaast is er spanning tussen traditie en moderniteit. Hier blijkt het katholicisme duidelijk ontvankelijker voor antisemitisme. De 'Oostenrijkse school' binnen de katholieke sociale leer staat een sociaal-economisch gelegitimeerd antisemitisme voor. Poorthuis en Salemink vatten dit op als verzet tegen modernisering, vooral waar traditionele samenlevingen onder druk komen te staan. Het Vaticaan maakte onderscheid tussen onaanvaardbaar (raciaal) en aanvaardbaar antisemitisme, namelijk waar het de vermeende verderfelijke Joodse invloed in economie en zeden betrof. Ook hier valt geen direct verband te leggen met de religieuze beeldvorming. Kennelijk stond de religieuze denkwereld los van de dagelijkse en de politieke wereld.
Juni 2008
Compartimentalisering
Directe lijn katholicisme antisemitisme Het denken over de wortels van antijudaïsme en antisemitisme wordt sterk bepaald door de 'voedingsbodemtheorie'. Deze these, stammend uit de jaren '30 (!), ziet een oorzakelijk verband tussen religieuze vooroordelen en seculier-politiek antisemitisme. Bij het katholicisme komt daar nog de vermeende aanleg bij voor totalitair denken. De stelling als zou antisemitisme inherent zijn aan katholicisme is inderdaad verdedigd voor de Duitse situatie in de negentiende eeuw. Deze stelling gaat echter niet op in de Nederlandse situatie, al speelt antisemitisme ook hier mee in het verzet tegen de moderniteit.
Geen directe lijn De filosofe Hannah Arendt (1906-1975) analyseert het moderne antisemitisme als een puur politiek verschijnsel. Zij onderscheidt dat radicaal van het religieuze antisemitisme. Volgens Poorthuis en Salemink is dat evenmin accuraat. Zij nemen een 'compartimentalisering' waar: de religieuze opvattingen over Joden vormen een eigen en niet noodzakelijk geïntegreerd bestanddeel van katholieke identiteit. Immers: noch het rauwe nazistische antisemitisme noch de Sjoa blijken invloed te hebben gehad op de preekschetsen uit die tijd. Het protest van aartsbisschop De Jong tegen de deportaties van de Joden (1942) plaatsen zij binnen het bredere katholieke verzet (Aelberse, Schaepman,
Kerk & Israël Onderweg
Het begrip compartimentalisering duidt op een identiteit die deels modern en deels antimodernistisch is te noemen. Joden en Jodendom vormen in de katholieke theologie veelal een abstracte notie of een voorbije wereld, beiden zonder relatie tot de geleefde werkelijkheid. Alleen in een daadwerkelijke ontmoeting met het geleefde Jodendom komt dit denken onder druk te staan. Hoe men op die ontmoeting reageert is dan overigens nog maar de vraag.
Voortgang De theorievorming over anti-judaïsme en antisemitisme is duidelijk niet voltooid. Het wetenschappelijk debat hierover, internationaal, interconfessioneel, is amper begonnen. Daarbij klinkt de indringende vraag: zijn christenen de oude ambivalentie tegenover het Jodendom nu dan wel te boven? Is het Jodendom nu geen los thema meer? Ik vrees dat dit wel eens bitter zou kunnen tegenvallen. We kijken nog steeds in een donkere spiegel. Eric Ottenheijm Eric Ottenheijm doceert Judaïca en Nieuwe Testament aan de Universiteit Utrecht.
Het boek bevat prachtige anekdotes. Hierop komen we later terug. Voor wie niet kan wachten: M.J.H.M. Poorthuis & Theo Salemink, Nederlandse katholieken over Joden, 1870-2005. Valkhof Pers, Nijmegen. ISBN 978 90 5625 2168, 960 pagina's. Prijs € 40.
13
Berichten
Vrijwilligers gezocht! Handig met de computer? Of vindt u het juist veel leuker om mensen op te bellen? Ervaring met het zoeken van afbeeldingen? Aardigheid in het corrigeren van gegevens en opschonen van bestanden? Dan zoeken we u! Regelmatig kunnen we de hulp van vrijwilligers gebruiken. Het gaat om heel diverse eenmalige klussen, maar ook om langere inzet. Jong en oud(er) is van harte welkom. Wij bieden een plezierige werkomgeving, of sturen het materiaal op zodat u thuis aan de slag kunt. Natuurlijk is een vergoeding voor de kosten bespreekbaar. Iets voor u of voor iemand in uw omgeving? Neem dan contact op met Marieke den Braber,
[email protected] of (030) 880 18 65 (di, wo, do).
Binnenstebuiten over religieuze jongeren - Een aanrader! Dertien zijn en je heel bewust aansluiten bij een bepaalde geloofsrichting. Omdat je zo bent opgevoed, maar vooral omdat je het zelf zinvol vindt. Niet vanzelfsprekend in deze tijd. Voor de tentoonstelling “Binnenstebuiten” (Bijbels Museum Amsterdam) vertelden veertien jongeren wat hen beweegt. Ze vertegenwoordigen vijf wereldreligies: islam, jodendom, christendom, boeddhisme en hindoeïsme. Elk heeft een eigen ‘hoek’ waar door middel van foto’s, beeld, geluid en voorwerpen een beeld wordt geschetst van hun persoonlijke geloofservaringen. In een interactieve ruimte kunnen vragen
Juni 2008
worden voorgelegd aan de jongeren. Ook is er een muur-van-meningen waar je zelf kunt bijdragen aan de discussie. Tegelijk met de tentoonstelling is een boek uitgegeven. Ook de website is interactief. Boek en tentoonstelling kunnen uitgangspunt vormen voor discussies op school of in een jongerengroep. Tijdens de opening op 24 april j.l. interviewde tv-presentatrice Annemiek Schrijver vijf van de veertien jongeren. Opvallend was dat de antwoorden niet zoveel van elkaar verschilden: je gelooft omdat je erop terug kunt vallen in moeilijke tijden, de vraag naar het kwaad is problematisch, stereotype beelden behoeven steeds uitleg, de één offert voor de maaltijd iets aan de godheid, de ander spreekt een dankgebed uit. Een volgende fase zou kunnen zijn om de jongeren daadwerkelijk met elkaar in gesprek te laten gaan. Het beeld dat wordt geschetst is zonder meer positief te noemen. Als alle jongeren denken zoals deze jongeren, wordt het nog wel wat met de wereld.
Kerk & Israël Onderweg
Binnenstebuiten – van 25 april t/m 2 november 2008 in het Bijbels Museum, Herengracht 366-368, Amsterdam. www.binnenstebuiten.nl Boek: Peter Dellenbag, Anton Feddema en Klaas de Jong: Binnenstebuiten. Gottmer, Haarlem 2008. Prijs: 21,95 euro
Nieuw jaarthema over Paulus Dit jaar komen Filippenzen en Romeinen op het leesrooster van de kerken voor. Aanleiding voor de redactie om Paulus centraal te zetten in het komende jaarthema (vanaf september 2008). In het extra katern bespreken we een aantal Paulus-benaderingen, die zeer geschikt zijn voor bijvoorbeeld een gemeenteavond. Ook thema's als verbondenheid en abrahamitische trialoog komen aan de orde. Maar er is nog veel meer. Wat dacht u van bespiegelingen over een nieuw liedboek? Of aandacht voor het levende Jodendom in Nederland? En jongeren komen aan het woord over hun visie op de dialoog. Kortom, reden genoeg om ook in het nieuwe jaar Kerk & Israël Onderweg te (gaan) lezen.
14
Op Zondag Doop: verbond en belofte Bij de doop van een kind is al vaak Psalm 105:3 gezongen. Terecht? Wordt in de doop ''t verbond met Abraham zijn vrind' bevestigd? Het Dienstboek - een proeve van de Protestantse Kerk in Nederland biedt drie keuzeteksten aan als onderwijzing bij de doop.
God, die aan ons zich openbaarde, regeert en oordeelt heel de aarde. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. 't Verbond met Abraham zijn vrind bevestigt Hij van kind tot kind. Psalm 105:3 (berijmd)
gen van Jezus niet toegezegd zijn. Het is daarom terecht dat de onderwijzing deze inhoud van het verbond met Abraham niet in verband brengt met de doop.
Bij de doop van kinderen past de onderwijzing 'De belofte van het verbond'. Deze 'legt een verband tussen het verbond dat God aan Abraham en zijn nageslacht heeft toegezegd en de belofte om in Jezus Christus alle volken te doen delen in de zegen van dat verbond' (Dienstboek, deel II, blz. 66).
De derde belofte aan Abram is dat door hem alle volken op aarde gezegend zullen worden (alternatieve vertaling van Genesis 12:3: zie NBV). Een vierde belofte aan Abraham luidt: 'Ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen' (17:7). Hier is het dat de onderwijzing het verband legt tussen het verbond met Abraham en de belofte in Jezus Christus. Beschouwd vanuit het verbond met Abraham kan de vraag echter gesteld worden of de beloften aan Abraham nu ook gelden als beloften aan de gedoopte volgelingen van Jezus. Ik zou niet verder willen gaan dan in de doop vervullingen te zien van de derde en vierde belofte aan Abraham.
Vier beloften Opvallend nauwgezet houdt de onderwijzing vast aan enerzijds het verbond met Abraham en anderzijds de belofte in Jezus Christus. Hoe wordt dan het verband gelegd? Volgens de tekst van de onderwijzing 'heeft God zich een volk verkoren in Abraham, Isaäk en Jakob en hun nageslacht. Met dit volk sloot God een altijddurend verbond, waardoor het erfgenaam werd van zijn belofte' (Dienstboek, deel II, blz. 163). De inhoud van dit verbond met de aartsvaders behelst de belofte van een talrijk nageslacht (vele volken) en een land om in te wonen (Genesis 17:2-8; vergelijk 26:3v.; 35:11v.). Deze beloften kunnen de volgelin-
'Ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen'
Doopformulier Anders dan de genoemde onderwijzing gaat het 'Formulier om de heilige Doop te bedienen aan de kleine kinderen van de gelovigen' bij de doop wel van een verbondssluiting uit, namelijk het 'eeuwig verbond der genade' (Dienstboek, blz. 111v.). Het formulier hoort Abraham èn 'ons en onze kinderen'
op gelijke wijze aangesproken worden: 'Immers, wat God zegt tot Abraham, de vader van alle gelovigen, geldt ook voor ons en onze kinderen: "Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u" (Genesis 17:7)'. Het formulier ziet dus een directe voortzetting van het verbond met Abraham in de belofte in Jezus Christus. Maar waarom hier dan niet uitgelegd dat Genesis 17:10, de verplichting van de besnijdenis, geen opdracht voor 'ons en onze kinderen' zou zijn? Simpelweg wordt geponeerd dat 'de doop in plaats van de besnijdenis gekomen is'1. De doop als verbond opvatten is helder als het naast elkaar bestaan van twee verbonden erkend wordt. Het eerste is het verbond met Abraham dat zijn voortzetting vindt in het Joodse volk. De besnijdenis is hiervan het blijvende teken. Het tweede is dan het verbond in Christus waardoor de God van Israël belooft de God van de volken te zullen zijn, met als teken de doop.
Van kind tot kind... Het zingen van Psalm 105:3 (berijmd) bij een doopbediening is problematisch. Er is geen bezwaar tegen, wanneer de tekst opgevat wordt als: 'zoals God het verbond met Abraham zijn vrind bevestigt van kind tot kind, zo zal Hij ook het verbond in Christus met ons van kind tot kind bevestigen'. Maar daarvoor is uitleg van het bovenstaande nodig, een onbegonnen zaak bij het ritueel van de doopsbediening. Het zingen van het psalmcouplet blijft de gedachte oproepen dat het in de doop gaat om het verbond met Abraham. En waar deze associatie dreigt op te treden, moet overwogen worden het zingen achterwege te laten. Henk de Ruiter Henk de Ruiter is predikant te Gapinge en Vrouwenpolder en voormalig redactielid van Kerk & Israël Onderweg.
Zie ook Paulus in Romeinen 4.
1
Juni 2008
Kerk & Israël Onderweg
15
Boekbespreking (On)heilige ruzies Eindelijk verscheen het boek van Els van Diggele over de diverse christelijke groeperingen in Israël. Zij schreef het na een jarenlang verblijf in de Oude Stad van Jeruzalem. En ik heb het in één ruk uitgelezen. Van Diggele begint met een geschiedenisoverzicht. De meeste hoofdstukken begint ze met een algemene schets van de problematiek binnen de betreffende groepering. Daarna volgen verslagen van ontmoetingen met diverse vertegenwoordigers ervan. Een verklarende woordenlijst en een uitvoerige bibliografie completeren het geheel. Zo maken we kennis met de kerkelijke gemeenschappen in de Heilige Grafkerk, die vechten om centimeters. En met christelijke Palestijnen tussen Joods en islamitisch vuur. We leren christelijke zionisten en Joden kennen in hun problematische relatie tot elkaar. En Messiasbelijdende Joden blijken gelovigen tussen wal en schip. Ons worden Joodse en christelijke 'diplomaten' voorgesteld. En we krijgen zicht op christelijk onderwijs onder druk. Buitengewoon interessant vind ik haar observaties over de complexe identiteit van christelijke Palestijnen. En veel gedifferentieerder dan ik dacht, zijn de bewegingen van de christelijke zionisten en van de Messiasbelijdende Joden. Onthullend zijn haar opmerkingen over sommige leiders van christelijke Palestijnen en over de omgang van staatsorganen met christelijke minderheden. De conclusie van de auteur lijkt mij onontkoombaar, dat veel problemen in de Israëlische en Palestijnse samenleving onoplosbaar zijn. Dat moet iedereen zich realiseren, die door een partijkeuze aan de beëindiging van conflicten meent te kunnen bijdragen. Naast deze weinig hoopvolle conclusie, wil ik de bemoediging stellen, die uitgaat van de kennismaking met Joden, christenen en moslims, die taboes in hun kringen proberen te doorbreken. Verplichte literatuur voor iedereen die solidair wil zijn met Palestijnse en Joodse christenen! Co Kooman Els van Diggele, Heilige ruzies. Christenen in Israël. Athenaeum, Amsterdam, 2007. 318 blz. ISBN 978 90 253 63147. Prijs: € 19,95.
Juni 2008
Vrijwilliger aan het woord Lise van der Molen In deze rubriek staat telkens een vrijwilliger centraal die zich in zijn of haar eigen woonplaats of regio inzet voor het werk van Kerk en Israël.
Lise van der Molen
Naam: Lise van der Molen, geboren 1937 in Vrouwenparochie (Friesland). Dagelijks leven: Van 1964 tot 1971 predikant van de Vrije Evangelische Gemeente te Nijverdal. Sinds 1973 bezig met het oeuvre van Eugen Rosenstock-Huessy: publicatie bibliografie in 1985 en 1997. Betrokken bij Kerk en Israël: Afgevaardigde voor de classis Middelstum naar de provinciale werkgroep (1988). Lid van de nieuwe provinciale werkgroep Kerk en Israël (2001) Vanwaar uw betrokkenheid? De interesse voor Israël stamt uit de Vrije Evangelische bakermat. Mijn theologische studie aan de Rijks Universiteit Utrecht (1956-1964) wakkerde die interesse aan. Ik was getroffen door de wending over Israël bij de kerkvernieuwing na de Tweede Wereldoorlog. De neerslag daarvan kwam in de kerkorde van 1951. In de kerkorde komt nu het apostolaat aan het hoofd, voor alle andere ordinanties. En er is afscheid van de Jodenzending. Nu wordt er met Israël het gesprek gezocht. De hoogleraar K.H. Miskotte neemt in deze ontwikkelingen een centrale plaats in.
Miskotte had Rosenzweig als zijn voornaamste inspirator. Van diens Freie Jüdische Lehrhaus in Frankfurt am Main komt na de Tweede Wereldoorlog ook de beweging van de leerhuizen in ons land. Deze heeft te maken met de nieuwe volwasseneneducatie van Rosenstock c.s. in de republiek van Weimar. Voor Joden wilde Rosenzweig daarmee voorbij aan de Haskala (de Verlichting). Met deze bagage ben ik voor mijn gevoel in de afgelopen jaren welkom geweest in de kringen van 'Kerk en Israël'.
Wat raakt u? Bij Eugen Rosenstock-Huessy en zijn boezemvriend Franz Rosenzweig vond ik een tijds- en taalleer, die ik nergens anders aantrof en aantref. Daarmee ben ik terug bij Miskotte en diens bronnen. Zie zijn Als de goden zwijgen (1956) en Bijbels ABC (1941). Hier vinden wij de nieuwe oriëntatie in de kerk ten aanzien van Israël, die vanuit de Hervormde Kerk uiteindelijk de Rijnland-Westfaalse kerk in Duitsland, de Gereformeerde kerken en zelfs de Katholieke Kerk in de negentiger jaren tot 'bekering' heeft gebracht.
Kerk & Israël Onderweg
16
Te doen onderweg Aankondigingen van activiteiten, waaraan lezers dit kwartaal kunnen deelnemen.
Uitgebreide info op onze web rmatie vindt u in de age nda site, www.p kn.nl/kerk& israel.
Kerk & Israël-excursie Noord-Holland
In de provincie Friesland Drachten. Grote Kerk: 8-10 dr. S. Schoon over Een jaar Nes Ammim. 6-10, 30-10 en 13-11 leerhuis over het Onze Vader, belicht vanuit de midrasj, met H. van der Woude (Stichting LEV). Inlichtingen: (0512) 51 05 54
In de provincie Utrecht Houten. 22-06 organiseert de commissie Kerk en Israël een excursie naar het Kindermuseum van het Joods Historisch Museum, voor kinderen met hun (groot) ouders of verzorgers. Max de Matze is de gids. Inlichtingen: (030) 63 77 26 6 Utrecht. Citypastoraat Domkerk. De Hebreeuwse tekst van Tenach lezen met aandacht voor Joodse tradities, in vijftien bijeenkomsten, eenmaal in de twee weken, van begin september 2008 tot begin april 2009. Er zijn vijf groepen, op maandag, dinsdag en woensdag, 's middags en 's avonds. Data 's maandags: 8-09 en 22-09, 6-10 en 20-10, 3-11 en 17-11, 1-12 en 15-12. In 2009: 5-01 en 19-01, 2-02 en 16-02, 2-03, 16-03 en 30-03. Dinsdags een dag later en woensdags twee dagen later dan de hier genoemde data. Inlichtingen: (030) 273 20 19
Vanaf Alkmaar brengt rabbijn Van de Kamp ons dit jaar naar de voormalige synagoge in Hoorn. Dan reizen we door naar Enkhuizen, waar we de synagoge en begraafplaats bezoeken. In Medemblik zien we de synagoge en reizen we door om kennis te maken met de geschiedenis van het voormalig werkdorp Wieringermeer. We sluiten de dag af met de synagoge van Alkmaar en de begraafplaats aldaar. Tijd: dinsdag 2 september. Opstap: 09.00 uur NS station Alkmaar. Afstap: 17.30 uur NS station Alkmaar. Kosten: € 25 voor leden van commissie Kerk en Israël (€ 49 voor niet-leden). Opgave:
[email protected] of (020) 404 78 33.
Abonnement/Proefnummer
Afzender
Geef u op voor een abonnement of proefnummer
Mevrouw/de heer *
met behulp van deze bon. Een particulier abonne-
(doorstrepen wat niet van toepassing is)
✁
ment kost € 8 per jaar; u ontvangt voor de betaling een acceptgirokaart. Pakketabonnementen zijn mogelijk. Nadere informatie kunt u krijgen bij de
Reis naar Polen
Voorletter(s)
abonnementenadministratie van Kerk & Israël Onderweg, tel. (030) 880 17 25, e-mail
[email protected].
Achternaam
(Kruis aan wat van toepassing is) 0 Ik abonneer me op Kerk & Israël Onderweg voor € 8 per jaar.
Straat en huisnummer
0 Stuur mij het eerstvolgende nummer van Kerk & Israël Onderweg als gratis proefnummer. 0 Informeer mij over een cadeau-abonnement.
Postcode en woonplaats
Kopieer deze bon of knip hem uit, vul uw gegevens in en stuur de bon in een envelop zonder postzegel op naar: Kerk & Israël Onderweg
Datum
t.a.v. Monique Lagerweij
✃
Rabbijn Van de Kamp neemt u van 15-9 t/m 24-9 mee naar de Poolse hoofdstad Warschau, met het Museum voor de Strijders van het Getto, het Mausoleum en de Pawiak gevangenis. Naast een verlengd bezoek aan Auschwitz/Birkenau ontmoet u de geschiedenis in de kampen Gross-Rosen en Belzec, het ´vergeten kamp´. De hele reis wordt bovendien met beeld en geluid de wereld van het Oost-Europees Jodendom verder zichtbaar gemaakt. Ter afsluiting van de dag vindt het avondseminar plaats. Informatie: Jehoeda Services, (020) 404 78 33 of
[email protected]
Juni 2008
Volgende uitgave: september 2008. U kunt uw activiteiten tijdens de winter van 2007 aanmelden, door uw lijst vòòr 1 juli 2008 op te sturen naar de redactie van Kerk & Israël Onderweg, Postbus 8504, 3503 RM Utrecht, onder vermelding van Te Doen Onderweg. E-mail: kerk.israë
[email protected] Vermeld datum, plaats en telefoonnummer voor verdere informatie.
Antwoordnummer 53019 3503 VB UTRECHT
Kerk & Israël Onderweg
Handtekening
17
Boekbesprekingen
Foto: Johannes Ode
Ik ontsnapte uit Auschwitz Er zijn boeken die je niet wilt lezen, maar toch moet lezen, al is het maar één keer. Omdat je moet weten hoe het zit. Als 18-jarige Slowaakse Joodse jongen kwam Rudi Vrba in Auschwitz terecht. Twee jaar werd hij als gevangene te werk gesteld bij verschillende onderdelen. Uit zijn boek leren we deze 'doodsfabriek' van binnenuit kennen. Zonder drama, nuchter en onderkoeld, beschrijft hij de gang van zaken. De gebeurtenissen zijn al gruwelijk en aangrijpend van zichzelf. Zijn overleving is al opmerke-
Hoop voor Israël? Dit boek is een poging om onze kijk op Handelingen te vernieuwen door het in Joodse context te horen. Ik vond het spannend om er kennis van te nemen. Zou het leiden tot verrassende perspectieven? Met deze intentie heb ik de nieuwe verzamelbundel van het Centrum voor Israëlstudies gelezen. Verschillende auteurs leggen een aantal teksten uit Handelingen uit. Zoals zo vaak in een verzamelbundel zijn de artikelen van diverse aard en kwaliteit. Sommige zijn duidelijk in de leer bij Joodse - ook Messiasbelijdende - auteurs; andere bevin-
Zó leefde Hij! De auteur gebruikte vele bronnen om de complexe samenleving te reconstrueren, waarin Jezus leefde en de wereld van het christendom ontstond. In vijftien hoofdstukken beschrijft hij vele aspecten van het maatschappelijke en geestelijke leven destijds. Met het naam- en zaakregister kan men informatie gemakkelijk terugvinden. Het boek is dus ook bruikbaar als naslagwerk. De auteur schrijft beknopt, soms statement-achtig.
Antisemitisme: hedendaagse variaties Philo Bregstein gaat in dit boek uitvoerig in op het huidige antisemitisme. En daarnaast op het gedachtegoed van de Franse antisemitisme-onderzoeker Leon Poliakoff, het Nederlandse vooroorlogse antisemitisme en Theo van Gogh. Volgens de auteur was het Arabisch antizionisme oorspronkelijk niet of nauwelijks op religieuze of racistische motieven gebaseerd. Het ging om tegenstand tegen de Joodse aanwezigheid in Palestina. Maar in Arabische en andere islamitische landen zijn deze aspecten, mede door de opkomst
Juni 2008
lijk, zijn ontsnapping nog wonderlijker. Des te schrijnender is het dat zijn rapportage aan de buitenwereld (allereerst bedoeld als waarschuwing aan de Hongaarse Joden) door de Hongaarse Joodse leiders werd achtergehouden. Toen waren er al-
leen al in Auschwitz 1,7 miljoen mensen vermoord. Zijn verslag was het eerste verifieerbare ooggetuigenverslag van de nazigruwelen. Dit Vrba-Wetzler-rapport (of de Auschwitzprotocollen) vormt nog steeds een belangrijk document van de Tweede Wereldoorlog. Het werd gebruikt bij de Neurenberger processen. In dit boek staat een vertaling ervan. Lees het één keer. En vergeet het nooit meer. Greetje van der Harst Rudolf Vrba: Ik ontsnapte uit Auschwitz. Vertaald door M.J. Strengholt. Kok, Kampen, 2007. 447 blz. ISBN 978 90 597 7239 7. Prijs: € 19,90.
den zich nog in een beginfase van dit proces. De verwijzing naar diverse commentaren en studies is leerzaam en onthullend. Maar de aarzeling om conclusies te trekken uit de verworven inzichten, of de confrontatie aan te gaan met traditionele visies, stelde me meerdere keren teleur. Ik had soms moeite met accenten, die volgens mij niet altijd op het belangrijkste punt in de tekst werden gelegd. Zo ook de homiletische schetsen, waarop ieder artikel uitloopt. Ze zijn uiteraard geschreven voor de doelgroep van orthodox-protestanten. Het traditionele element zwakt de aanzet tot vernieuwing echter wel af.
De auteurs zijn er in grote lijnen in geslaagd om een nieuwe kijk op de teksten te bieden. Maar onderdelen en de uitwerking maken mijn verwachtingen niet waar. Ze stimuleren mij wel - en een enkeling verwees er ook naar! - om mij opnieuw te verdiepen in de uitdagende visie van F.W. Marquardt op Handelingen (in zijn Eschatologie, Band 2). Ik nodig de auteurs uit hetzelfde te doen.
Nieuw voor mij was onder andere wat Van der Schoof schrijft over de hoge belastingdruk (vanaf pagina 97) en de bancaire rol van de tempel (blz. 102). Ik zou over veel met de auteur in gesprek willen treden. Zoals zijn standpunt dat allerlei nieuwtestamentische gebeurtenissen als niet-historisch moeten worden opgevat. Voorts: is het wel juist dat de Farizeeën vooral oog hadden voor het priesterlijke en cultische van de godsdienst en Jezus vooral voor het profetische (blz. 65)? En: klopt
het dat er in Jezus' tijd geen sterke Messiasverwachting leefde (p. 75)? Desondanks: van harte aanbevolen!
van het moslimfundamentalisme, steeds meer geïntegreerd in het antizionisme. Daarbij werden antisemitische stereotypen uit Europa overgenomen. Vooral na de stichting van Israël in 1948 kan men in het Arabisch antizionisme steeds duidelijker antisemitische trekken herkennen. Dit is volgens Bregstein dus een hedendaagse variant van antisemitisme. In West-Europa nam de kritiek op Israël na de Zesdaagse Oorlog in 1967 en na de tweede Intifada enorm toe. Kritiek die mogelijk moet zijn, zo stelt Bregstein in zijn genuanceerd betoog. Maar hij constateert (ook) in West-Europa een overdreven en/of feitelijk onjuiste kritiek op Israël, die afkom-
stig is uit zowel socialistische, als liberale en christendemocratische hoek. Ook dit duidt de auteur als een hedendaagse vorm van antisemitisme. Het boek geeft een verhelderend overzicht van een verontrustende ontwikkeling, die tot alertheid noopt en niet gebagatelliseerd mag worden.
Kerk & Israël Onderweg
Co Kooman M. Mulder en A. Noordegraaf ( red.), Hoop voor Israël. Perspectieven uit Handelingen. Boekencentrum, Zoetermeer. 2007. 222 blz. ISBN 978 90 239 2187 5. Prijs € 16,90.
Adri van der Wal P. van der Schoof, Zó leefde Hij! De samenleving in de tijd van Jezus, Uitgeverij Abdij van Berne, Heeswijk, 2007, 224 blz. ISBN 978 90 76242 88 0. Prijs € 23,50.
Jacobi Vlaming Philo Bregstein, Antisemitisme in zijn hedendaagse variaties, Mets en Schilt Amsterdam, 256 blz. ISBN 978 90 5330 517 1, Prijs € 19,90.
18
Lernen met LEV Het program van Jodenhaat In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt onder meer studiemateriaal voor leerhuizen en 'lerngroepen'. In deze aflevering besteden we - bij uitzondering - aandacht aan het jaarthema antisemitisme. Dit doen we aan de hand van het derde hoofdstuk van het boek Ester.
Opdracht
1. Lees Ester 3. Vat samen wat hier gebeurt. 2. Waarom zou Haman kwaad worden (vers 5-6)? 3. Wat zegt Haman precies tot de koning (vers 8-9)?
Mechanisme van de haat Nadat Haman de hoogste functionaris van het rijk was geworden, moest iedereen die een functie aan het hof had voor Haman 'knielen en zich ter aarde werpen' (vers 2). Mordechai weigerde: 'En Haman zag dat Mordechai niet voor hem knielde en zich ter aarde wierp en Haman werd vervuld met razernij. En het was verachtelijk in zijn ogen om zijn hand uit te strekken naar Mordechai alleen [...] en Haman zocht een mogelijkheid om alle Joden in het hele koninkrijk van Achasjwerosj, het volk van Mordechai, te vernietigen' (Ester 3:5-6).
Haman is niet zomaar boos, hij is razend! Dat Haman boos wordt, is begrijpelijk. Mordechai gaat immers tegen een koninklijk besluit in (vers 2). Bovendien tast het zijn eergevoel aan. Maar hij is niet zomaar boos; hij is razend! En het is hem kennelijk te min om alleen Mordechai te straffen. Hij wil het hele Joodse volk vernietigen! Goldman (20e eeuw, Engeland) zegt hierover: 'Dit vers toont een opmerkelijk inzicht in de psychologie van Jodenhaat. Hoe vaak is niet een (echte of ingebeelde) persoonlijke grief tegen één Jood de aanleiding voor aanvallen tegen het hele Joodse volk?'1 Deze verzen maken één van de mechanismen van Jodenhaat - en van vreemdelingenhaat in het algemeen - zichtbaar. Als één Jood je boos maakt, moeten alle Joden boeten. Als één Jood je bedriegt, zijn alle Joden
S. Goldman, Ester. In: A. Cohen (ed.), The Five Megilloth, 210.
1
Juni 2008
bedriegers. Als één Turk steelt, zijn alle Turken dieven...
Dubbele bodems In vers 8 zegt Haman tegen de koning: 'Er is één volk, verstrooid en verspreid tussen de volken in alle gewesten van uw koninkrijk, en hun wetten zijn anders dan die van elk [ander] volk en de wetten van de koning doen ze niet. De koning heeft er geen voordeel van om hen te tolereren'. Bijna elk woord heeft een dubbele bodem. Haman zegt niet 'een volk', maar nadrukkelijk 'één volk'. Daarmee suggereert hij dat zij een grote uitzondering vormen. In werkelijkheid gold wat Haman hier over de Joden zegt, voor vele van de volken in het enorme Perzische rijk. Overwonnen volken mochten hun eigen godsdienst en cultuur behouden. Haman zegt: de Joden zijn 'verstrooid en verspreid' over het hele land. Wat in werkelijkheid een teken van zwakte is, krijgt hier de kleur van iets gevaarlijks, een soort 'vijfde colonne'. Die suggestie wordt nog versterkt omdat het woord 'verspreid' ook 'afgezonderd' kan betekenen: ze zitten overal, maar ze vermengen zich niet; ze houden zich afzijdig. Haman zegt: 'Hun wetten zijn anders dan die van elk ander volk' - een venijnige mengeling van waarheid en leugen. Voorschriften als de sjabbat en de spijswetten zijn inderdaad specifiek voor het Joodse volk, maar de Tora bevat ook regels die in elke normale samenleving gelden, zoals het verbod op moord, incest, diefstal.
Kerk & Israël Onderweg
Aperte leugens
Haman zegt: 'De wetten van de koning doen ze niet'. Chacham (20e eeuw, Israël) zegt hierover: 'Haman zinspeelde hiermee op Mordechai die het bevel van de koning om zich voor Haman neer te werpen, overtrad. Hij was echter zo sluw om dat niet tegen de koning te zeggen, maar hij beschuldigde er alle Joden van dat zij de wetten van de koning niet deden'. En onder de twee zinnen: 'hun wetten zijn anders dan die van alle [andere] volken en de wetten van de koning doen zij niet' klinkt de beschuldiging door dat de Joden de heerschappij van de koning niet erkennen, maar leven volgens hun eigen wetten, alsof zij een zelfstandige eenheid vormen.2 Haman verkondigt aperte leugens! Jeremia gaf al het advies om in ballingschap vreedzaam te leven (zie Jeremia 29:7). En de rabbijnen formuleerden later het principe 'de wet van het land is wet' (b.Baba Kama 113a).
Niet nadelig? Haman zegt: 'De koning heeft er geen voordeel van om hen te tolereren'. Haman biedt de koning een enorme omkoopsom aan voor het recht de Joden te verdelgen (vers 9). Zo zal de vernietigingscampagne de koning niets kosten en zal het toekomstige verlies aan belastingopbrengsten meer dan gecompenseerd worden. Ook latere Hamans hadden er vaak veel voor over om hun haat tegen de Joden in daden te kunnen omzetten...
Opdracht • Is wat u hier leest over vreemdelingenhaat voor u herkenbaar? • Kent u een concreet voorbeeld? Henk Scholder en Dodo van Uden Voor meer informatie: www.stichtinglev.nl Telefoon: 06-40 22 89 23.
2
A. Chacham, Ester, 25. Daät Mikra.
19
Al is het een theelepeltje Symposium 'Tekens van Hoop' Dit jaar bestaat de staat Israël zestig jaar. Er was grote belangstelling voor het symposium in Utrecht op 24 april, georganiseerd door Kerk en Israël met de Katholieke Raad voor Israël. Het dagthema was: 'Tekens van hoop'. Een verslag.
's Morgens beet mgr. A.H. Van Luyn, bisschoppelijk referent voor het Jodendom, de spits af. De staat Israël is voor de Joden van een bijzonder belang. Van Luyn constateerde echter dat de 'gewone' katholiek nog achterloopt op het kerkelijk beleid, dat dit al veel langer erkent. Waar bij protestanten er belangstelling voor en ook gevoel van verbondenheid met Israël is, in verschillende facetten, is dit bij katholieken veel minder het geval.
Foto’s: Ronald Bolwijn/PKN
En toch Net als Van Luyn, onderstreepte ook ds. B. Plaisier, scriba van de Generale Synode, het belang van de vredesinitiatieven op het symposium. Protestanten zijn meer van het 'en toch' geworden aldus Plaisier. Er is oor en oog voor de schrijnende situatie in Israël en de Palestijnse gebieden, en toch voelt men zich onopgeefbaar verbonden met het Joodse volk. Het een sluit het ander niet uit. Plaisier deed ook een oproep om het gebed voor vrede rond Jeruzalem gezamenlijk te blijven bidden. De derde spreker was drs. R. Wurms, voorzitter van het genootschap NederlandIsraël. Hij gaf een aantal zionistische visies op Israël. Zijn voorkeur had die van het religieus zionisme, dat Israël ziet als een unieke kans om te werken aan de ontwikkeling van het Jodendom in al zijn facetten - en zo bij te dragen aan een betere wereld. Wurms onderkende het Palestijnse probleem, maar gaf ook een aantal heel persoonlijke verhalen van een geslaagde ontmoeting op de werkvloer van een restaurant, of het onder-
wijs op een lagere school. Verhalen die tekens van hoop zijn.
Reacties Gied ten Berge (IKV/Pax Christi) legde de vraag neer of we nog wel in 'statelijke' oplossingen moeten denken voor de situatie in het Midden-Oosten. En tegelijk hield hij een pleidooi voor het met eigen ogen gaan zien van de situatie ter plaatse. 'Je kunt zo je geloof en verbondenheid verdiepen door te zien dat mensen doen, waar politiek niet toe in staat lijkt.'
Wat kun je doen als er brand is? Douwe van der Sluis riep op, in navolging van Amos Oz, lid te worden van 'De orde van het theelepeltje'. Als er brand is, zo
schetste hij, kun je drie dingen doen: hard wegrennen, een brief schrijven en protesteren tegen de schuldige, of een emmer pakken en gaan blussen. En als je geen emmer hebt, pak dan een glas. En als je dat niet hebt, dan een theelepeltje. Vele initiatieven die op 24 april een workshop gaven, zijn van de schaal van het theelepeltje. En één theelepeltje is dan misschien niets, maar er zijn miljoenen mensen op de aarde...
Workshops Op de middag presenteerden uiteenlopende organisaties zich in workshops: van maaltijden voor Joodse en Arabische kinderen tot gemengde theatergroepen. Van Kerk in Actie tot Nes Ammim, van Collectieve Israël Actie tot Givat Haviva. Initiatieven die bijdragen aan een vreedzaam samenleven. Toen aan het eind van de middag iedereen weer naar huis ging, misten we een aantal theelepeltjes. Die waren meegenomen, als begin van iets wat veel groter kan worden. Marieke den Braber, hoofdredacteur
Juni 2008
Kerk & Israël Onderweg
20