Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
Leidraad voor de bouwheer Versie maart 2012
Inhoud Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................................ 3 Actuele informatie ............................................................................................................................................................................................................................. 3 Meterlokalen ............................................................................................................................................................................................................................................... 3 Wanneer een distributiecabine ? .............................................................................................................................................................................. 4 Waaruit bestaat een distributiecabine ? ............................................................................................................................................................. 4 Wettelijke bepalingen ............................................................................................................................................................................................................ 4
Wie doet wat ? ....................................................................................................................................................................................................................................... 5 Veiligheidscoördinatie van bij het ontwerp tot aan de oplevering van de cabine ................................................. 6
Inplanting en toegang ............................................................................................................................................................................................................... 7 Bouwkundige richtlijnen voor het inrichten van een cabine in gebouwen ............................................. 8 Richtwaarden afmetingen .................................................................................................................................................................................................. 8 Bouwmaterialen ............................................................................................................................................................................................................................ 9 Vloer ........................................................................................................................................................................................................................................................... 9 Wanden .................................................................................................................................................................................................................................................. 9 Draagvloer boven het lokaal ........................................................................................................................................................................................... 9 Kabelkanalen ................................................................................................................................................................................................................................... 9 Luikje voor kabels meetwagen ..................................................................................................................................................................................... 9 Vreemde leidingen ...................................................................................................................................................................................................................... 9 Doorvoerdichtingen ................................................................................................................................................................................................................ 9 Deur ....................................................................................................................................................................................................................................................... 10 Transformatorluik ..................................................................................................................................................................................................................... 10 Verluchting ....................................................................................................................................................................................................................................... 10 Aarding ................................................................................................................................................................................................................................................ 10
Veelgestelde vragen ................................................................................................................................................................................................................... 11 Verzekeringen ............................................................................................................................................................................................................................... 11 Eigendomsbepalingen en vergoedingen ........................................................................................................................................................ 11 Wat met de gemeenschappelijke kosten van het gebouw ? ................................................................................................... 11
Nuttige contacten .......................................................................................................................................................................................................................... 12
2
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
Inleiding
Meterlokalen
De Vlaamse gemengde distributienetbeheerders Gaselwest, IMEA, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek, en Sibelgas staan in voor de distributie van elektriciteit en/of aardgas in hun werkingsgebied. Eandis voert de exploitatietaken uit in opdracht van de distributienetbeheerders. Alle aanvragen voor aansluiting op het net komen uiteindelijk terecht bij de verschillende exploitatiezetels van Eandis, die uw uiteindelijke contacten zullen zijn bij het doorlopen van alle fazen van dit proces.
Voor de plaatsing van de meetinrichting en andere apparatuur die deel uitmaakt van de aansluiting moet aan de distributienetbeheerder gratis een (deel van een) ruimte ter beschikking worden gesteld (die voldoet aan de eisen van de distributienetbeheerder) voor aansluitingsvermogen > 25 kVA of een deel van een muur voor aansluitingsvermogen tot 25 kVA, dit zoals voorzien in het Technisch Reglement Distributie Elektriciteit, afdeling III.4.2 Voorschriften voor aansluitingen op laagspanning.
Eandis hanteert voor alle genoemde distributienetbeheerders een uniforme manier van werken voor de aansluiting van een bouwproject aan het elektrisch distributienet. Die uniforme methode biedt voor iedereen voordelen: voor de architect, voor de aannemer, voor de bouwheer en voor de distributienetbeheerder.
Meer informatie over de aansluiting en plaatsing van de elektriciteitsmeters zelf kan worden gevonden op de Eandis website (www.eandis.be). Daar kunt u onder meer de brochure ‘Aansluiting op het distributienet elektriciteit’ downloaden.
Deze brochure heeft als doel: • uniforme bouwkundige en technische voorschriften te bieden indien het inrichten van distributiecabines in gebouwen van derden noodzakelijk is • een optimale werking te garanderen bij aanvragen voor aansluiting op het distributienet • als geconsolideerde leidraad te fungeren bij besprekingen met bouwheren • alle processtappen en acties van alle betrokken partijen op te sommen en zo de doorlooptijden te beperken • een overzicht te bieden van bestaande decreten en wetgeving zowel op technisch als administratief en bouwkundig vlak. De financiële aspecten van een aansluiting met distributiecabine komen in deze brochure niet aan bod. Daarvoor verwijzen we naar de offerteaanvraag.
Aansluiting op het distributienet elektriciteit Laagspanning
Actuele informatie Bij belangrijke technische evoluties of wijziging van richtlijnen en voorschriften wordt een geactualiseerde versie van dit document gemaakt. De versie staat aangegeven bij de titel op de cover. U kunt nagaan of u de meest recente versie van deze brochure hebt op www.eandis.be, rubriek Publicaties, Aansluitingen. Wat wijzigt ten opzichte van de vorige versie? • Pagina 6: ‘Einde bouwwerken cabinelokaal’, eerste alinea • Pagina 9: ‘Wanden’, vijfde alinea • Pagina 9: ‘Doorvoerdichtingen’, eerste, derde en vierde alinea • Pagina 10: ‘Verluchting’, laatste alinea • Pagina 10: ‘Aarding’, laatste alinea • Pagina 11: ‘Eigendomsbepalingen en vergoedingen’, derde alinea
Technische voorschriften voor de installateur
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
3
Wanneer een distributiecabine ? Helemaal op het eindpunt van de distributienetten vindt u de aansluiting van elke woning, appartementsgebouw of onderneming. Daar wordt de elektriciteit uiteindelijk geleverd bij de eindgebruiker. Als er een aanvraag komt om een groot bouwproject, zoals een appartementsgebouw of een grote loods, aan te sluiten op het net, moet in de meeste gevallen het net worden versterkt met een distributiecabine om de gevraagde vermogens te kunnen leveren. Vanaf een vraag tot aansluiting van een vermogen ≥ 25 kVA op het laagspanningsnet, is een klant niet meer aansluitbaar op het bestaande net zoals een gewone huisaansluiting (Technisch reglement VREG). De bouwheer of zijn aangestelde (architect, werfcoördinator …) moet dan contact opnemen met Eandis voor een studie naar aansluitbaarheid. Die studie zal uitwijzen of er een cabine moet worden gebouwd. De meest evidente plaats om een distributiecabine te installeren, is een lokaal in het gebouw zelf. Alle leidingen zijn op die manier snel aansluitbaar en er moeten geen verre omwegen worden gemaakt bij het aansluiten van de leidingen op de meterkasten.
Waaruit bestaat een distributiecabine ? Een distributiecabine is een veelzijdig knooppunt in het elektriciteitsnetwerk. In deze cabine komen de hoogspanningskabels toe, bevindt zich de transformator die de hoogspanning omzet naar laagspanning (230/400V) en vertrekken de laagspanningskabels naar de netgebruikers en vaak ook de voedingskabels voor de openbare verlichting. Daarnaast worden cabines gebruikt om te schakelen in het hoogspanningsnet, voor schakelingen in het laagspanningsnet, als toegangspunt voor de kabels voor het uitvoeren van metingen of voor de lokalisatie van defecten. Privé klantcabines, die rechtstreeks op het hoogspanningsnet worden aangesloten, worden in deze leidraad niet besproken.
4
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
Wettelijke bepalingen Deze brochure is een aanvulling op de ‘Technische voorschriften voor aansluiting op het hoogspanningsdistributienet’ (C2/112) en bij uitbreiding op de ‘Interpretatienota van het document C2/112’ (C2/116) gepubliceerd door Synergrid (www.synergrid.be). De voorschriften betreffende het ontwerp van het lokaal en van de kabelbanen zijn gebaseerd op de gegevens van het AREI. Deze brochure vult deze publicaties enkel aan of verduidelijkt ze, maar vervangt ze geenszins. Bovendien moet rekening worden gehouden met plaatselijk geldende reglementen (politie, gemeente, brandweer …). Volgende voorschriften en normering inzake brandveiligheid verdienen speciale aandacht: • NBN C 18-200 (voorheen NBN 577): ‘Praktische handleiding voor de beveiliging van de transformatielokalen elektriciteit tegen brand‘, • NBN S21-201, 202 en 203, en het Koninklijk Besluit van 19 december 1997 dat de basisnormen bepaalt voor nieuwe gebouwen inzake beveiliging tegen brand en ontploffing.
Wie doet wat ? Welke stappen moet de bouwheer of zijn aangestelde (architect, werfcoördinator) ondernemen om zijn bouwproject te laten aansluiten op het bestaande distributienet?
Stap 1 Indienen en bespreken van het bouwproject. Tijdens de fase van het voorontwerp neemt de architect en/of bouwpromotor contact op met Eandis. Hij stelt daarbij zijn project voor met volgende gegevens: • ligging van het bouwproject (volledig adres) • aantal winkels en/of kantoren • aantal woongelegenheden • aantal personenliften • aantal autoliften • aantal gemene delen • aantal garages • aantal kelderverdiepingen • noodzakelijk vermogen • type verwarming • diversen. Eandis zal dan een voorlopig advies geven. Volgende items zullen daarbij aan bod komen: • Is de ontvangen informatie voldoende om een volledig advies te kunnen geven? • Hoe is het gebouw aansluitbaar op het bestaande distributienet en is daarvoor een distributiecabine noodzakelijk? • Zijn de nodige meterruimtes (lokalen) aanwezig en voldoen ze aan de technische voorwaarden? Eandis zal op basis van voorgaande punten de bouwheer op de hoogte brengen en hem indien nodig uitnodigen tot een bijeenkomst waar volgende punten worden besproken: • indien noodzakelijk, de distributiecabine: plaatsbepaling, afmetingen, toegankelijkheid, enz. • de meterruimtes, zowel voor gas als voor elektriciteit: plaatsbepaling, afmetingen, enz. • de timing van de bouwkundige afwerking van het project en de aansluiting van het gebouw • het juridische aspect van de elektriciteitscabine: de basisakte van het gebouw, de aanduiding van de notaris, enz. • toelichting bij de offertering van de aansluiting • het veiligheidsaspect • de contactpersonen bij Eandis.
Stap 2 Aanpassingen na bespreking. De bouwheer zal op basis van deze bespreking zijn plan aanpassen en ter goedkeuring voorleggen aan Eandis. Daarna kan hij zijn plan indienen bij de nodige instanties, zoals stedenbouw, gemeente, technische diensten, enz. Een wijziging aanbrengen aan de plannen van het gebouw, die een invloed zou kunnen hebben op de aansluitbaarheid, meterruimtes, cabine, toegankelijkheid, enz. mag alleen met goedkeuring van Eandis. De bouwheer bezorgt tevens aan Eandis: • gegevens zoals adres, kadastraal nummer, eigenaar … • omgevingsplan en liggingsplan • een van afmetingen voorzien grondplan van het lokaal waarin de distributiecabine wordt ondergebracht, met aanduiding van kabelkanalen, doorvoeropeningen, verluchtingsroosters, transformatorluik … • de omgevende lokalen op plan • een horizontale snede ter hoogte van de kabelkanalen • één dwarse en één langse snede over het lokaal met voldoende afmetingen • voldoende details van aansluitingen, kabelkanalen … • vermelding van te gebruiken bouwmaterialen • een aanduiding van de zone vanaf de toegang van het gebouw tot aan de distributiecabine, met eventuele erfdienstbaarheden, zowel voor personeel en materiaal als voor de transformator • een inplantingsplan van het gebouw met de toegang aan de straat en de toegang tot het gebouw. Plannen worden getekend volgens de geldende tekenconventies in de bouw.
Stap 3 Start werken bouwproject. Voor aanvang van de werken informeert de bouwheer Eandis over de timing. Op vraag van de bouwheer kan Eandis op afgesproken tijdstippen toezicht houden op het bouwen van de distributiecabine. Eandis wordt hierbij opgenomen binnen het veiligheidsrapport van de veiligheidscoördinator. In geval van twijfel bij de bouw van het cabinelokaal moet de bouwheer steeds Eandis verwittigen. Bij wijziging van de timing moet hij steeds een nieuwe planning doorgeven.
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
5
Stap 4 Einde bouwwerken cabinelokaal (distributiecabine). De bouwheer zal Eandis meteen verwittigen wanneer het cabinelokaal bouwkundig is afgewerkt. Het lokaal moet kunnen worden afgesloten. Eandis raadt aan om de cabine in een zeer vroeg stadium bouwkundig af te werken teneinde rekening te houden met de timing, noodzakelijk voor het in dienst stellen van de distributiecabine. Na de bouwkundige goedkeuring door Eandis en het ondertekenen van de overeenkomst (zakelijk recht) aangaande de elektriciteitscabine, zal het elektrische installeren opgenomen worden in de planning. Zowel voor het in dienst stellen van de distributiecabine als voor de definitieve aansluiting van het gebouw moet immers rekening worden gehouden met vergunningen, opleveringen en aansluitingsvoorwaarden. Indien aan alle voorwaarden is voldaan, kan Eandis overgaan tot de definitieve aansluiting van de cabine.
6
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
Veiligheidscoördinatie van bij het ontwerp tot aan de oplevering van de cabine Alle werkzaamheden met het oog op de inrichting en uitrusting van de cabine, die door Eandis of in opdracht van Eandis dienen te gebeuren, moeten worden beschouwd als een onderdeel van het globale bouwproject. Eandis en zijn opdrachtnemers dienen derhalve beschouwd als aannemers, die in het globale project een deelactiviteit uitvoeren. Men moet er vanuit gaan dat deze activiteiten deel uitmaken van de opdracht van de veiligheidscoördinator aangesteld door de bouwheer of opdrachtgever.
Inplanting en toegang Voorbeeld van opstelling op gelijkvloers, met buitendeur
Kabelkanaal laagspanning
Kabelkanaal hoogspanning
Cabineruimte
Deur met rooster
Buitengevel aan de straatkant
Plan gelijkvloers
Doorsnede kabelkanaal
Afdekplaat volgens technische voorschriften
80 cm
80
De plaatsing en toegang van een cabine worden zodanig gekozen dat de cabine onmiddellijk en op elk ogenblik (dag en nacht) gemakkelijk en veilig toegankelijk is voor het exploitatiepersoneel van Eandis, zelfs bij afwezigheid van spanning, zonder dat daarvoor de tussenkomst van derden vereist is. Bovendien worden volgende bijkomende eisen gesteld: • De cabine is ingepland aan de straatzijde langs een openbare of private weg. Die keuze is afhankelijk van de configuratie van het distributienet en moet derhalve worden bepaald in overleg met Eandis. • De cabine bevindt zich bij voorkeur op het gelijkvloers. Bovendien moet de afstand tussen de cabine en de openbare weg zo klein mogelijk zijn. • Er is een vrije toegang van minstens 1,5 meter vereist naar de ingang van de cabine. • Indien de toegangsdeur(en) naar de cabine niet uitgerust is (zijn) met een slot van Eandis, wordt naast de eerste deur een sleutelkastje aangebracht dat kan verkregen worden bij Eandis. Indien de toegang tot het gebouw beveiligd is, moeten de nodige procedures worden voorzien, zodat het personeel van Eandis vrije toegang heeft. Er mag geen gebruik worden gemaakt van codes of magnetische kaarten. De toegang tot de cabine moet ook bij stroomonderbreking mogelijk zijn. Eandis moet van elke toegangswijziging (zoals o.a. toegangsweg, slot) onmiddellijk worden verwittigd. • Indien zwaar materieel nodig is, moet ook een transformatorluik worden voorzien (zie verder). • De bouwheer moet de lokale brandweervoorschriften volgen. Dit betekent dat mogelijk een sas moet worden voorzien. De voorschriften voor dat sas zijn af te spreken met de brandweer. Afdekplaat volgens • Na oplevering van de cabine mag het lokaal niet meer technische voorschriften toegankelijk zijn voor derden. • Het cabinelokaal moet standaard minimaal 3 op 4 meter groot zijn, met een minimum vrije hoogte van 2,2 meter, te bespreken met Eandis. In elk geval moet de afstand tussen de zoldering en de bodem van het kabelkanaal minstens 2,80 meter bedragen. • Een minimum van 80 cm hoogte en 50 cm breedte wordt opgelegd tussen de bodemplaat van de sluiting van de schakelcel en de bodem waarop de 50worden geplaatst. Die hoogte kan elektriciteitskabels worden bekomen door middel van een kabelkanaal, een sokkel of een combinatie van beide. Bij gebruik van een sokkel moet de hoogte van het lokaal worden aangepast. • De ligging van de kabels wordt in gemeenschappelijk overleg met Eandis bepaald en zodanig gekozen dat Aardingslus de voedingsleidingen zo kort mogelijk zijn. Buiten de liggen de kabels volgens de bepalingen van elkanaal gebouwen het AREI.
50 cm
LS-Kabelkanaal
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
7
Bouwkundige richtlijnen voor het inrichten van een cabine in gebouwen Alle onderstaande items maken deel uit van de algemene bespreking tussen de bouwheer en Eandis.
Hoogspanningsschakelaar
Richtwaarden afmetingen Hierna worden een aantal richtwaarden gegeven van afmetingen voor de hoofdcomponenten binnen een distributiecabine: transformator, hoogspanningsschakelaar en laagspanningsbord. Bij het inrichten van de distributiecabine moet er steeds rekening mee worden gehouden dat deze componenten binnen de cabine kunnen worden geplaatst. Er wordt speciaal op gewezen dat de toegangsweg voor het materieel (trappen, hellingen, de vrije opening van deuren, valluiken, gangen …) geschikt moet zijn voor het gewicht en de afmetingen van het materieel en het transport ervan. Afhankelijk van het project kunnen dus strengere eisen gevraagd worden dan in volgende punten beschreven.
Transformator
De hoogspanningsschakelaar kan 1 400 mm breed, 1 650 mm hoog en 780 mm diep zijn. Het maximum gewicht bedraagt in dit geval 390 kg.
Laagspanningsbord
De transformator meet maximaal 1 500 mm breed, 1 330 mm hoog en 890 mm diep. Het maximum gewicht bedraagt 3 000 kg.
8
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
De ruimte voorzien voor één laagspanningsbord met extra apparatuur is 710 mm breed, 1 646 mm hoog en 800 mm diep.
Bouwmaterialen
Draagvloer boven het lokaal
• De cabine wordt vervaardigd uit duurzaam en brandbestendig materiaal dat voldoet aan de wettelijke bepalingen en de geldende normen. Het gebruik van asbest of zijn derivaten is verboden. • Het lokaal moet volkomen droog en waterdicht zijn. Alle nodige maatregelen moeten worden getroffen om condensatie en het binnendringen van water, sneeuw, dieren … te vermijden. Condensatie wordt vermeden door het gebruik van materialen die een thermische isolatie verzekeren die gelijk is aan die van muren in traditioneel metselwerk.
• De draagvloer boven het lokaal is steeds waterdicht en bestaat uit geprefabriceerde welfsels of een vloerplaat in gewapend beton. Geleidende delen/massa’s zijn verbonden met de aarding.
Vloer • De vloer is effen en slipvrij. • De vloer kan de belasting van een transformator van 3 000 kg dragen. • Het vloerniveau is minstens 10 cm hoger dan de openbare weg en/of de omringende vloeren (overstroming, bluswater …). • Geleidende delen/massa’s zijn verbonden aan de aarding.
Wanden • De muren en tussenwanden moeten voldoende stevig en sterk zijn op de plaatsen waar het voorziene materieel wordt vastgehecht (zoals een metergroep, een boogafleidingskit van de schakelinstallatie, het laagspanningsbord …). • De binnenwanden moeten een Rf-waarde hebben van 1h voor gebouwen lager dan 10 m en Rf 2h voor gebouwen hoger dan 10 m. • De beveiligingsgraad is IP 24-D, IK10. • Gemetselde muren moeten gevoegd zijn. • Wanden zijn in een egaal lichte kleur, bij voorkeur wit geschilderd (bijvoorbeeld RAL 9003), om een maximale lichtopbrengst te voorzien bij noodverlichting. • Geleidende delen/massa’s zijn verbonden aan de aarding. • De wanden zijn in gewapend beton met een minimale dikte van 8 cm of in metselwerk (bakstenen of stenen met honingraatstructuur) met een minimale dikte van 19 cm.
Kabelkanalen • Plaats en afmetingen worden besproken met Eandis. Zie voorbeeld pagina 7.
Luikje voor kabels meetwagen • Om de kabels van de meetwagen (of van de noodgroep) te kunnen binnenbrengen, moet een luikje worden voorzien met een diameter van 250 mm of equivalent. • Het luikje kan enkel van binnenuit de cabine worden geopend.
Vreemde leidingen • Buiten de leidingen van de elektrische installaties bevat het lokaal geen enkele andere leiding (bv. water, aardgas, riolering, perslucht, verwarming, airconditioning ...).
Doorvoerdichtingen • Het aantal doorvoeren, hun type en plaats worden bepaald in overleg met Eandis. • Tijdens de eerste bespreking tussen bouwheer en Eandis komt deze materie aan bod en worden hierover praktische afspraken gemaakt. • Bij voorkeur wordt een prefab muurdoorvoer gebruikt compatibel met de door Eandis gebruikte systemen. • Voor een muur met spouw moet een dubbelzijdig systeem worden gebruikt. Voor een enkelvoudige muur volstaat een enkelzijdig systeem.
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
9
Deur
Verluchting
• De afmetingen en de opstelling van de deuren moeten toelaten dat toestellen (transformatoren, schakelapparatuur) gemakkelijk kunnen worden binnengebracht. • De vrije deuropening moet minstens 1 m breed zijn en mag niet worden belemmerd door verschillen in grondniveau of door de metalen delen die de deurlijst ondersteunen. • De vrije deuropening is minimum 2 m hoog. • De deur draait naar buiten open. • De deur is altijd zonder sleutel van binnenuit te openen, zelfs wanneer ze langs buiten op slot is. De voorkeur wordt gegeven aan een systeem met anti-panieksluiting. Dit systeem mag de vrije deuropening echter niet kleiner maken dan 1 m. • De deur moet in open stand vergrendeld kunnen worden (voorzien tegen windbelasting). • Aan de buitenzijde van de deur dient een vast handvat te voorzien worden. • De deur wordt geleverd en geplaatst door de bouwheer. Eandis zorgt voor een cilinderslot. • Meer details betreffende de deur worden besproken tijdens de voorbereidende vergadering.
• Het lokaal wordt zodanig verlucht dat de binnentemperatuur onder 40 °C blijft. De verluchting wordt geleverd en geplaatst door de bouwheer. • Er worden twee openingen voorzien: -- de ene zo hoog mogelijk, in de nabijheid van de transformator -- de andere zo laag mogelijk aan de overkant, om een diagonale luchtcirculatie te verzekeren. • Zonder de goede werking van de verluchting in het gedrang te brengen, worden de verluchtingsmonden zo uitgerust dat: -- alle gevaar voor rechtstreeks contact met onder spanning staande delen wordt vermeden (IP24D) -- indringing van water of sneeuw wordt voorkomen -- geen dieren kunnen binnendringen. • De verluchtingsopeningen moeten in de buitenlucht uitmonden. De verluchting mag in geen geval uitmonden in een plaats waar schadelijke stoffen, corrosieve dampen, stofdeeltjes, vloeistoffen, ontvlambare of ontplofbare gassen of dampen aanwezig zijn of waar de temperatuur hoger is dan in het cabinelokaal. Afhankelijk van het vermogen van de transformator, kan een geforceerde verluchting noodzakelijk zijn. Die wordt geplaatst op de luchtinlaat via een filter. Bij brand wordt ze automatisch buiten dienst gesteld. • De afzuig- en afvoerkanalen zijn exclusief voorbehouden voor het cabinelokaal. • De afwerking van de verluchtingsroosters zijn te bespreken met de lokale diensten van Eandis.
Transformatorluik Eandis is geen voorstander van transformatorluiken. Indien door omstandigheden toch een transformatorluik noodzakelijk blijkt, dan gelden volgende regels: • Er is een nuttige vrije opening van minimum 1,60 m x 0,95 m. • Het afdekken moet gebeuren met materiaal dat op een relatief eenvoudige manier kan worden verwijderd en teruggeplaatst. • Boven het transformatorluik moet in het plafond een ring worden voorzien die een draagkracht heeft van 3 000 kg en wordt gekeurd door een erkend keuringsorganisme. • Het transformatorluik mag in geen geval in de cabine zelf uitkomen.
10
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
Aarding • De metalen wapeningen van alle elementen in gewapend beton, in het bijzonder de wapeningen van de vloer, worden met elkaar verbonden door equipotentiaalverbindingen en minstens een van deze wapeningen wordt met de hoofdaardingsklem van de hoogspanningsaarding verbonden. • Indien de cabine deel uitmaakt van een groter gebouw en in geval van globale aarding van het distributienet van de distributienetbeheerder, moet ten minste één van de wapeningen van dit gebouw bijkomend worden verbonden met de hoofdaardingsklem van de hoogspanningsaarding. En vanaf de hoofdaardingsklem moet de aarding worden binnengebracht in de cabine. • De secties moeten in overeenstemming zijn met het AREI en zijn bijvoorkeur 25 mm2.
Veelgestelde vragen Verzekeringen Alle cabinelokalen worden verzekerd met een Polis Burgerlijke Aansprakelijkheid. Dat houdt in dat er dekking is verworven, ten belope van 2 500 000 euro per schadegeval voor het luik burgerlijke aansprakelijkheid Uitbating, en ten belope van 2 500 000 euro per schadegeval en per verzekeringsjaar voor het luik burgerlijke aansprakelijkheid Na Levering. Deze dekking is verworven voor lichamelijke, materiële en immateriële schade. U kunt steeds bij de diensten van Eandis een verzekeringsattest bekomen ter staving.
Eigendomsbepalingen en vergoedingen Voor wat betreft de eigendomsbepalingen en vergoedingen verwijzen we naar artikel 4 van het reglement van de betreffende distributienetbeheerder ‘Appartementsgebouwen en wooncomplexen elektriciteit privé’, goedgekeurd in september 2009:
Wat met de gemeenschappelijke kosten van het gebouw ? Elk gebouw waarop de beginselen van het appartementenrecht toepasselijk zijn, wordt beheerst door een basisakte en een reglement van mede-eigendom. Deze verplichting geldt voor elk gebouw waarvan het eigendomsrecht tussen verschillende personen verdeeld is volgens kavels die elk een gebouwd privatief gedeelte en een aandeel in de gemeenschappelijke onroerende bestanddelen bevatten. Door het vestigen van een erfpacht op de ruimte en dus niet op de muren, plafond of vloer moet de distributienetbeheerder niet bijdragen in de gemeenschappelijke kosten van het gebouw. Deze regeling moet vastgelegd worden in de akte van het gebouw. In overleg met de patrimoniumdiensten van Eandis zal een akte worden opgemaakt die deze rechten en plichten vastlegt. De akte zal notarieel worden verleden.
‘De plaats en de nodige ruimte voor de cabine en de voedingscellen alsook de toegang voor het personeel en het materieel van het personeel dat werkzaam is voor de distributienetbeheerder zullen door deze laatste in overleg met de bouwpromotor worden bepaald. Deze afspraken zullen worden vastgelegd in de notariële akte waarbij de distributienetbeheerder de nodige zakelijke rechten voor de terbeschikkingstelling van de nodige ruimte voor de elektriciteitscabine verwerft tegen de prijs van 650 EUR per m² nuttige oppervlakte, alsook de bijhorende erfdienstbaarheden voor de leidingen en de doorgang. De overeenkomst hierover wordt gesloten voor de aanvang van de werken, waarbij de kosten van de akte en de registratierechten gedragen worden door de distributienetbeheerder. Bij de overdracht van de eigendom of van het genot van (een deel van) het gebouw zal de bouwpromotor in de desbetreffende akte dezelfde verbintenissen aan de verkrijger opleggen.’ Voor een goed begrip: de inhoud van de cabine blijft steeds eigendom van de distributienetbeheerder.
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
11
Hoe contacteert u Eandis ? Dringende oproepen
Website Snel en makkelijk via het web.
0800 65 0 65
Gasreuk
9010082 - November 2013 - v.u. : Luc Desomer, Public affairs en Communicatie Eandis - Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle - Gedrukt op milieuvriendelijk papier
Hier kunt u een gasreuk melden, 24 uur per dag en 7 dagen per week. Deze oproepen worden prioritair behandeld. Dit is een gratis nummer.
12
078 35 35 00
Storingen en defecten
Op dit nummer kunt u terecht om storingen of defecten op het elektriciteits- of aardgasnet te melden. Het nummer is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar. U betaalt het zonale tarief. SMS
0477 77 70 80
Spraak- en gehoorgestoorden
Spraak- en gehoorgestoorden kunnen een gasreuk, storingen en defecten melden via een sms-codebericht naar 0477 77 70 80. Meer info vindt u op www.eandis.be > Contact > Telefonisch contact.
078 35 35 34
Algemeen telefoonnummer
Voor alle vragen kunt u ook terecht op dit nummer. We zijn iedere werkdag bereikbaar van 8 uur tot 20 uur en op zaterdag van 9 tot 13 uur. U betaalt het zonale tarief.
Distributiecabines elektriciteit in gebouwen
www.eandis.be Aansluitingen gas en elektriciteit: nieuwe aansluitingen, verzwaring van aansluitingen, verplaatsing en vervanging van meters. www.eandis.be > Aansluitingen Doorgeven meterstanden www.eandis.be > Meteropneming Melden van verhuizing www.eandis.be > Verhuizen Rationeel energiegebruik: premies, tips … www.eandis.be > Energie besparen Dienstverlening van de sociale leverancier en budgetmeters www.eandis.be > Sociaal Vacatures www.eandis.be > Jobs Defecte straatlampen www.eandis.be > Straatlampen Een defecte straatlamp opgemerkt? Geef de adresgegevens van de paal door en we herstellen het defect zo snel mogelijk. Defecte straatlampen kunt u ook telefonisch melden: 0800 6 35 35. Opmerkingen of klachten www.eandis.be > Over Eandis > Opmerkingen of klachten melden Hebt u een probleem met de dienstverlening van Eandis? We horen graag uw reactie, zodat we onze werking kunnen verbeteren. Ombudsdienst www.eandis.be > Over Eandis > Ombudsdienst Bent u niet tevreden over de manier waarop we uw klacht behandelen? Dan kunt u terecht bij de ombudsdienst van Eandis. U kunt ook schrijven naar: Ombudsdienst Eandis Postbus 60, 9090 Melle.