Achtergrondinformatie bij de korte klasgesprekken Voor de leerkracht 3de graad lager onderwijs
Discha een meisje uit India Kort klasgesprek
Wat herken je in de film of op de foto’s? Wat is er anders in de klas van Disha? De beelden van de klas van Disha zijn gemaakt in een school in Mumbai met voldoende werkingsmiddelen. De klaslokalen lijken op de klassen die wij hier kennen. Ook het schoolmateriaal (boeken, schriften, schrijfgerief …) komt vertrouwd over. In andere scholen in India hebben ze trouwens ook digitale schoolborden. Maar daarnaast zijn er in India ook nog heel veel schooltjes met een minimum aan infrastructuur: - Slechte gebouwen - Geen banken waardoor de kinderen op de grond moeten zitten - Geen degelijk schoolbord, enkel een stuk geverfde muur - Een absoluut gebrek aan schoolmateriaal - …
Hoe komt het, denk je, dat meisjes niet naar school mogen of kunnen gaan? Uit de informatie bij het inleefatelier Wonen en leven in India van Studio Globo.
Redenen waarom meisjes niet naar school gaan: - Armoede: zelfs het jonge kind is vaak genoodzaakt om te werken. Ouders kunnen vaak extra hulp en inkomen gebruiken. - Voor kastelozen is onderwijs vaak geen prioriteit. ‘Kinderen van armen zijn geboren om zware en ongeschoolde arbeid te verrichten.’ - De maatschappij vindt het niet nodig en zelfs niet wenselijk dat armen via onderwijs bewust worden gemaakt. - Gebrek aan vertrouwen: er zijn veel afgestudeerde werklozen. - School is weinig aantrekkelijk voor ouders en kinderen: ongeschikte uren, ongemotiveerde leraars, grote klassen, onaangepaste leerstof, moeilijk bereikbaar (op vele afgelegen plaatsen op het platteland zijn er geen scholen) … - 2/3 van het beschikbare budget wordt besteed aan het voortgezet of hoger onderwijs ipv aan basisonderwijs (waarvan vooral de rijken en hogere kastengroepen profiteren). - Groot kwaliteitsverschil tussen openbare (public) scholen en private scholen. De Indiase regering doet heel veel inspanningen om meisjes van tribale (oorspronkelijke) gemeenschappen toch op de lagere school te krijgen. Dat doen ze door meisjes die naar school komen elke maand 1,5 euro te geven voor regelmatige aanwezigheid. De regering betaalt ook de schoolboeken, medische kosten en hun uniform. Daarenboven krijgen de meisjes een fiets ter beschikking en als ze de middelbare school aanvatten, worden ze nog eens beloond met een bankrekening waarop 40 euro staat.
Waarom is het goed dat ook meisjes leren lezen, schrijven of rekenen? De vrouwen zijn heel dikwijls betrokken bij de activiteiten die voor het inkomen van het gezin zorgen. Ze verkopen bijvoorbeeld producten op de markt, ze werken met andere vrouwen aan de verwerking van landbouwproducten en verkopen die aan opkopers, ze vormen een vrouwengroep en richten een spaarsysteem op … Om die activiteiten goed de kunnen doen en om niet bedrogen te worden door malafide personen, is het belangrijk dat ook de vrouwen kunnen lezen,
rekenen en schrijven. Zo hebben ze hun eigen leven en inkomen beter onder controle.
FACTS AND FIGURES over India Bevolking: officieel 1 miljard 235 miljoen mensen Schoolplicht: algemeen verplicht en gratis lager onderwijs Scholingsgraad: 94% staat geregistreerd als schoolgaand, maar 1/5 van de kinderen (tussen 6 en 14 jaar) gaat nooit naar school. Dat zijn er 44 miljoen van de in totaal 200 miljoen kinderen. Dat verklaart ook het hoge cijfer van 7 op 10 kinderen die de school nooit afmaken.
Pangi een jongen uit Benin Kort klasgesprek
Pangi spreekt over vier kinderen aan een bank met één leerboek. Welke dingen of materialen helpen ons om goed te leren in de klas? Laat de leerlingen rondkijken in de klas en vraag hen wat er kan gebruikt worden in de lessen: het (digitaal) schoolbord, een wereldkaart, een tekendriehoek … Met alle materialen in de klas kan je als leerkracht iets doen tijdens de lessen. Zijn die hulpmiddelen er niet, dan wordt lesgeven moeilijker, theoretischer, abstracter … en dan blijft er misschien ook minder hangen bij de leerlingen. Laat de leerlingen ook opsommen wat er allemaal in hun boekentas zit. Zo kan je aantonen welke persoonlijke materialen de leerlingen gebruiken om in de klas het onderwijs te volgen of om thuis taken te maken of lessen te leren.
Hoe zou het komen dat er in sommige scholen in de wereld minder schoolmateriaal is zoals banken en stoelen, schoolboeken, schriften of schrijfgerief? Hiervoor zijn verschillende redenen: Scholen hebben niet de financiële middelen om schoolmateriaal te kopen omdat de overheid (de regering) het geld niet heeft (zoals in armere landen) of het geld voor onderwijs niet goed besteedt (verspilling en/of corruptie). De overheid vindt onderwijs niet belangrijk en investeert niet in de toekomst van de eigen kinderen. Een regio of een land wordt geconfronteerd met oorlog en conflict. Schoolgebouwen en –materialen worden vernietigd of geplunderd. Scholen zijn dikwijls afhankelijk van eigen inkomsten: inschrijvingsgeld van leerlingen, subsidies van organisaties, giften van sponsors … Als die middelen er niet (meer) zijn, dan kan de school ook geen degelijk schoolmateriaal voorzien. Deze situaties komen voor in heel wat (ontwikkelings)landen in de wereld.
FACTS AND FIGURES over Benin Bevolking: iets meer dan 10 miljoen inwoners; vergelijkbaar met België. Schoolplicht: er is in Benin een schoolplicht van 6 tot 11 jaar. Scholingsgraad: het aantal officieel ingeschreven kinderen is gestegen van 50% in 1990 naar meer dan 96% (van alle kinderen) vandaag. Ook het aantal meisjes dat naar school gaat is sterk gestegen (tot 84% vandaag). Ingeschreven zijn in een school wil niet zeggen dat de kinderen ook effectief naar school gaan. Om allerlei redenen gaan kinderen niet dagelijks naar school: conflict of oorlog, armoede, kinderarbeid, tekort aan infrastructuur, geen interesse voor school …
Angelica een leerkracht uit Guatemala Kort klasgesprek
Luisteren jullie graag naar muziek? Hoe luisteren jullie naar muziek: radio, computer, mp3-speler …? Welke liedjes horen jullie graag? In welke taal worden die gezongen? Welke taal vinden jullie mooi voor liedjesteksten? Wie wil er eens een liedje zingen in een andere taal? Dit is een meer luchtig onderwerp over muziek. Laat de leerlingen vertellen over hun ervaringen met muziek: hoe ze luisteren, waar ze luisteren, wat ze graag horen … Laat het gesprek evolueren naar de taal van liedjesteksten: het Engels? Het Nederlands? De moedertaal van allochtone kinderen? Als er tijd genoeg is, kan iemand een lied zingen in een andere taal. Probeer misschien iets in een onbekende taal (niet Engels, niet Frans, niet Spaans).
FACTS AND FIGURES over Guatemala Bevolking: ongeveer 15 miljoen inwoners. Schoolplicht: in Guatemala is de lagere school verplicht. Scholingsgraad: heel wat kinderen gaan niet naar school omdat het te duur is en omdat het gezin hen nodig heeft om te helpen thuis, op het land of bij een andere economische activiteit. Veel hangt ook af van de bereikbaarheid van de school. Veel ouders zijn ook nog altijd niet overtuigd van het belang van onderwijs om uit de spiraal van armoede te ontsnappen. Daarnaast is het ook opmerkelijk dat kinderen gemiddeld 4,1 jaar naar school gaan. (Vergelijk dit met onze 12 jaar leerplicht tot 18 jaar) Lokale talen: Spaans is de officiële taal (60%), daarnaast zijn er 23 lokale talen (Amerindian talen, 40%) waaronder Quiche, Cakchiquel, Kekchi, Mam, Garifuna, and Xinca.
Michael een jongere uit Peru Kort klasgesprek
Wat is er speciaal aan die organisatie Manthoc? MANTHOC is een organisatie van kinderen en jongeren die werken. Doorgaans is dit werk ondersteuning van werkzaamheden van de ouders, op de markt, in de winkel, of op het platteland. De organisatie stelt dat werk een opvoedende werking heeft, zo lang het niet ten koste gaat van andere activiteiten, zoals school. Daarom is MANTHOC tegen een verbod op kinderarbeid, dat in de Peruaanse maatschappij niet reëel is, en veeleer zou leiden tot andere mistoestanden. Door de organisatie en structuur van MANTHOC leren de kinderen er vooral mondig worden, leren ze opkomen voor hun rechten en deze ook uiten in gesprek met volwassenen. Hun zelfrespect / zelfwaarde groeit en ze leren actief deel te nemen aan de samenleving. Ze proberen ook deel te nemen aan het beleid van de stad of de buurt waar ze wonen; zeker in thema’s die betrekking hebben op hun leven. Het is hun overtuiging dat ook hun mening/opinie gehoord moet kunnen worden.
De organisatie wordt geleid door vertegenwoordigers van de kinderen en jongeren, met de politieke en methodologische steun van medewerkers. MANTHOC verenigt ongeveer 2.500 jongeren en kinderen, verspreid over twaalf regio’s in Peru.
Waar kunnen jullie buiten de school nog dingen leren? Wat leren jullie dan allemaal? Laat de kinderen opsommen wat ze in school leren. Laat hen daarnaast ook opsommen wat ze niet in de school leren: wat ze thuis leren, wat ze bij een jeugdbeweging leren, wat ze in een sportclub leren, wat ze samen met vrienden leren, wat ze op reis leren … Zo krijgen de leerlingen een overzicht van wat ze allemaal leren (formeel via het onderwijssysteem en informeel (al doende) op zoveel andere plaatsen en tijdens zoveel andere gelegenheden.)
Vind je het goed dat kinderen werken? Waarom wel? Waarom niet? Uit een artikel van Amnesty International:
Kinderen mogen alleen werken als ze niet te jong zijn, het werk niet gevaarlijk, ongezond of gedwongen is, en er voldoende tijd overblijft voor onderwijs, spel en rust. Kinderarbeid is volgens ILO-verdragen (internationale vakbondsorganisatie) en het VN-verdrag voor de rechten van het kind (1989) verboden als die 'ongezond of schadelijk' is. In België is er een verbod op arbeid door kinderen onder 14 jaar die nog leerplichtig zijn. Internationale gegevens over kinderarbeid worden onder meer verzameld door de VNorganisatie Unicef en door de vakbeweging. Wereldwijd werken ongeveer 120 miljoen kinderen jonger dan 14 jaar. In Afrika is dat een derde van alle kinderen. In acties tegen kinderarbeid moet rekening worden gehouden met het feit dat die arbeid vaak nodig is om het gezin te laten overleven; er moet dus een alternatieve bron van inkomsten zijn.
FACTS AND FIGURES over Peru Bevolking: in Peru leven ongeveer 30 miljoen mensen. Schoolplicht: naar school gaan is verplicht en gratis (in de openbare scholen) voor kinderen in het basisonderwijs én het secundair onderwijs (tot 16 jaar.) Scholingsgraad: de officiële cijfers geven aan dat 97% van de kinderen en jongeren in Peru naar school gaan. Toch zijn er veel kinderen die de school verlaten om te gaan werken. Ze moeten dat doen om hun familie te ondersteunen. Meer dan 33% van de kinderen tussen 6 en 14 jaar hebben een job in Peru. Daarvan zijn er ook veel die moeten werken in gevaarlijke mijnen of bouwplaatsen.
Hanane een mama uit Brussel Kort klasgesprek
Wie spreekt er thuis een andere taal? Welke taal? Officieel is het onderwijs in Vlaanderen en Brussel in het Nederlands (voor de scholen die erkend zijn door de Vlaamse Gemeenschap). Toch merken leerkrachten dat er kinderen in de klas zitten die een andere moedertaal hebben. Weten de medeleerlingen dat ook?
Maak eens een lijstje van de verschillende moedertalen van de kinderen. Probeer wel om dat objectief te kaderen en om niet te gaan oordelen. Uit een artikel van het Onderwijscentrum Brussel:
http://www.onderwijscentrumbrussel.be/inhouden/taal/meertaligheid Meertaligheid is eigen aan de Brusselse stedelijke context: uit de derde taalbarometer van 2013 (wetenschappelijk onderzoek dat de Brusselse taalsituatie in kaart brengt) blijkt dat de diversiteit aan thuistalen in Brussel steeds toeneemt. Wie op een zinvolle manier aan het taalonderwijs en het taalbeleid in Brusselse scholen wil werken, kan er dus niet omheen dat de meeste leerlingen in zekere mate meertalig zijn. Het maakt deel uit van hun identiteit. In een positieve leeromgeving wordt er daarom ook rekening gehouden met de meertaligheid van de leerlingen. Voor veel leerlingen is de schooltaal niet dezelfde taal als hun thuistaal. De schooltaal hebben ze nodig om een succesvolle schoolcarrière uit te bouwen. Ook de thuistaal speelt daarbij een rol. Een goed ontwikkelde thuistaal is een opstap naar het leren van talen en dus ook naar het leren van de schooltaal. Kinderen die begrippen in de moedertaal reeds kennen, zullen deze begrippen bijvoorbeeld gemakkelijker in de schooltaal verwerven. Aandacht voor de taaldiversiteit zorgt ervoor dat leerlingen met groter gemak talen leren: ze leren openstaan voor talen, krijgen inzicht in de verschillen en gelijkenissen tussen talen en worden vaardig in het reflecteren op talen. Die aandacht is niet alleen bevorderlijk voor anderstalige leerlingen. Alle leerlingen profiteren daarvan. Eén manier om op een positieve manier om te gaan met de taaldiversiteit, is via talensensibilisering. Bij talensensibilisering komen kinderen op een positieve manier in contact met verschillende talen. Het is daarbij niet de bedoeling dat de kinderen een specifieke taal leren, maar wel een open attitude ontwikkelen tegenover verschillende talen en culturen.
Helpen jullie ouders mee op school? Waarom moeten mama’s en papa’s soms meehelpen? Wat doen ze voor de school? Heel wat scholen doen een beroep op de ouders om op een of andere manier te helpen in de school. Sommige scholen verwachten een actieve inbreng van de ouders, in andere scholen blijft dat beperkt tot deelname aan een oudercomité. Probeer ook hier om niet te gaan oordelen over het al dan niet geëngageerd zijn in de school.
FACTS AND FIGURES over Brussel (Brussels Gewest) Bevolking: in het Brussels Gewest (19 gemeenten) wonen meer dan 1,15 miljoen mensen. (1.154.635 mensen). Daarbij is 1/3de van vreemde nationaliteit. Schoolplicht: In België geldt voor alle kinderen van 6 tot 18 jaar de leerplicht: ouders moeten hun kinderen laten leren. Zo wil de overheid ervoor zorgen dat iedereen onderwijs krijgt. De federale overheid bepaalt de duur van de leerplicht voor heel België. De meeste kinderen voldoen aan de leerplicht door naar school te gaan. Maar er is geen schoolplicht in België: om te leren moet een kind niet naar school gaan. Het kan ook door huisonderwijs aan de leerplicht voldoen. Anderstaligen in Brussel: Veel inwoners hebben een andere thuistaal; onder andere Arabisch, Turks, Engels, Portugees, Italiaans, Pools, Roemeens, Bulgaars en diverse Afrikaanse talen. Het Frans en/of Nederlands zijn dus een tweede of derde taal voor deze inwoners.