560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Prolec Ltd., 25 Benson Road, Nuffield Industrial Estate, Poole, Dorset, England BH17 0GB
Digmaster Pro Gebruikers Handleiding
Dig Pro – Gebruikers Handleiding– Inhoud Opgave Menu
Onderwerp
1
Inleiding
2
Inschakelen/Uitschakelen
Menu
Onderwerp
8
Werken in 2D zonder GPS 8.1
2D- Modus Selecteren
2.1
Inschakelen
8.1.1
Nieuw Profiel Selecteren
2.2
Uitschakelen
8.1.2
Referentie Menu
3
Hoofd Menu
8.1.3
De Machine Refereren
3.1
Scherm Indelings Menu
8.1.4
Voorbeeld Profielen
3.2
Scherm Opties
3.3
Gereedschap Keuze
3.4
Configuratie Menu
3.5
Machine Configuraties
8.2 8.2.1 9
Gereedschappen ontwerpen en bewerken
4
Laser Instel Menu Refereren op de Laser Werken in 3D GPS Mode
9.1
Project Menu
9.2
Markeringen Menu
9.3
Oppervlaktemeting
4.1
Snel Wissel Menu
4.2
Nieuwe Uitrusting Kiezen
10
Help Optie
4.3
Bak Reken Hulp
11
Voorkeurs Toetsen
4.4
Tand Lengte
12
Foutmeldingen en Iconen
5
Tolerantie Instellingen
12
Foutmeldingen (vervolgd)
6
Offset voor het Ontwerp
13
Uitvoer / Data registratie
7
Scherm Opties Menu
14
Standaard instellingen Herstellen
15
Instellen Vermijdings Zones
7.1
Automatische Schermweergave
7.2
Automatisch Zoomen
15.1
Vermijdings Zone Type’s
7.3
Kleuren Menu
15.2
Vermijdings Zone Voorbeeld
7.4
Doeldiepte Indicatoren
15.3
Vermijdings Zone aan/uit
7.5
Opties voor Ontwerp Weergave
16
Gebeurtenis
7.5.1
Weergave
16.1
Gebeurtenis kiezen / aanmaken
7.5.2
Voortgangskaart
16.2
Gebeurtenis Ingeven
7.5.3
Overlay
16.3
Instellen Reactie
7.5.4
Center Lijn
17
Geluid Configuratie
7.6
Raster
18
Inmeet Menu
7.7
Kompas
19
3D Referentie
19.1
Basis Gebruik
19.2
3D Referentie Toetsen
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 1– Inleiding
Dig Pro - Inleiding Digmaster Pro is een buitengewoon krachtig softwarepakket voor 3D besturing van grondmachines met een groot aantal functies. Digmaster Pro maakt het mogelijk grond werkzaamheden, zowel uitgraven als ophogen, exact volgens plan en in één keer goed uit te voeren. Het systeem werkt zowel zonder als met GPS en biedt de operator een reeks unieke, intuïtief te gebruiken mogelijkheden met een krachtige grafische interface. De machine wordt gecontroleerd en bestuurd door middel van de beproefde CAN Bus -sensoren van Prolec, en de positie van de machine kan worden bepaald met een breed scala van gangbare GPS-systemen. Deze systemen worden aangesloten op een geavanceerde computer die alle informatie die de gebruiker nodig heeft, op een in de cabine gemonteerd display weergeeft. Functies :
Touchscreen met intuïtieve iconen
Positie gegevens
Doel indicator
Automatisch scherm wisselen
Automatisch zoomen
Indicatoren voor GPS– kwaliteit
Waarschuwings iconen Regenboog uitrusting geeft nadering tot doel aan
Split screenweergave:
Instelbare snelkeuze toetsen
Verstelbare hoge en lage bereikbare tolleranties
Touchscreen kan worden verborgen
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 1– 1 van 1
Hoofdstuk 2.1– Inschakelen
Dig Pro – Inschakelen Het systeem start automatisch op in Digmaster Pro-modus. Als er nog geen job of profiel is geselecteerd, verschijnt de graafmachine op het scherm zonder ontwerp of voortgangsgegevens.
Het menu wordt geopend door op het toetsenbordicoon rechts onder aan het scherm te drukken.
Het systeem heeft een touchscreen met iconen die bij aanraking toegang geven tot de vele functies van het systeem.
Het toetsenbord wordt steeds op een vaste plaats weergegeven, zodat de rest van het scherm vrij blijft voor het weergeven van de bedieningsgegevens.
Een icon wordt doorzichtig weergegeven zolang het niet actief is. Een niet actief icon wordt helder weergegeven met een grijs on /off symbol. Een actief icon wordt helder weergegeven met een groen on /off symbol. N.B.: als er bij het opstarten fouten worden geconstateerd, worden deze gemeld, met tips of aanwijzingen om deze op te lossen.
N.B.: als het systeem niet normaal opstart en de in de Prolec-mededeling voorgestelde oplossingen niet helpen, dient u de dealer van uw systeem om hulp te vragen.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 2.1 - 1 van 1
Hoofstuk 2.2 – Uitschakelen
Dig Pro – Uitschakelen Het is heel belangrijk dat het system juist wordt afgesloten. Het niet volgen van deze instructies kan het verlies van uw vooruitgang gegevens veroorzaken, het project corrupteren of zelfs Windows en de hele inhoud van de harde schijf beschadigen.
Om naar de Menu’s te gaan druk op het key pad toets icon rechts beneden in beeld.
Het Power symbol start de uitschakeling van de computer op na een bevesting bericht. U MOET wachten totdat de computer de mappen heeft opgeslagen en zichzelf uitschakeld. VOORDAT U de hoofd schakelaar van de Power Box uitschakeld.
Het keypad blijft in een gedefineerd gebied, waardoor het overig display vrij blijft voor operationele informative en vingerafdrukken.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 2.2 - 1 van 1
Hoofdstuk 3 - Hoofdmenu
Dig Pro – Hoofdmenu Het systeem kent twee hoofdmenu‟s, afhankelijk van de gekozen modus, 3D GPS of 2D zonder GPS. Door op de menutoets te drukken activeert, u deze functie of opent u een nieuw submenu. Dit icoon geeft aan dat u bij indrukken een submenu opent.
Menu voor 3D GPS
Menu voor 2D (zonder GPS)
Verklaring van de touchscreen-iconen van het hoofdmenu Toetsen die in beide menu’s gelijk zijn
Menutoetsen alleen voor 3D
Uitschakelen
Vastleggen / Log Punt
Naar Systeeminstellingen/Kalibratie
3D Referentie Opties
Voortgangs menu
Markerkeringen Sub Menu
Uitrusting selecteren
Job Sub Menu
Uitrusting midden op scherm fixeren
Menutoetsen alleen voor 2D
Meetpunt voor gereedschap selecteren Weergaveopties selecteren
?
Refereer Laser Selecteer laser Referentie optie
Meetkundig Menu
Referentie Sub Menu
Weergavemodus selecteren
Selecteer profiel Sub Menu
Help raadplegen
Refereer gereedschap
Info over softwareversie
Hoogte referentie gereedschap
Actief menu sluiten 560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 3 - 1 van 1
Hoofstuk 3.1 - Scherm Indelings Menu
Dig Pro – Hoofdmenu - Scherm indelingsmenu Deze optie geeft toegang tot een aantal functies voor het aanpassen van de weergave op het display. Er zijn twee 'camera-instellingen' mogelijk.
Perspectief selecteren – alleen in 3D-weergave 3D-weergave selecteren Weergave Profiel links selecteren Weergave Profiel achter instellen Weergave Profiel rechts selecteren Weergave Plan selecteren
Camera Positie wisselen
Camerabeeld in de pijl richting veranderen
0
Machine in het midden van het scherm centreren
N.B.: in 3D-weergave kan de weergave via de „pan‟-iconen worden geroteerd in de richting van de pijlen. Met
kan het in 3D-modus worden gewisseld tussen pannen/roteren
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 3.1 – 1 van 1
Hoofdstuk 3.2 – Scherm Opties
Dig Pro – Hoofdmenu - Scherm Opties Met deze optie doorloopt u de vier verschillende weergavemogelijkheden voor de beide door de gebruiker gedefinieerde camerabeelden.
Het geselecteerde camerabeeld
De camerabeelden zijn achtereenvolgens: 1 Camera 1 2 Camera 1 en 2 – naast elkaar 3 Camera 1 en 2 – boven elkaar 4 Camera 2
N.B.: de camerabeelden zijn afhankelijk van de onder Weergaveopties gedefinieerde camera-instellingen
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 3.2 – 1 van 1
Hoofdstuk 3.3 – Gereedschap Keuze
Dig Pro – Hoofdmenu – Gereedschap keuze De gereedschapsopties zijn toegankelijk via 3 touch scherm iconen.
Een pre-ontworpen uitrusting selecteren. Dit is de naam van het gebruikte gereedschap
Met deze toetsen selecteert u een nieuw gereedschap
Gereedschap midden in het scherm fixeren – alle bewegingen vinden rondom dit punt plaats
Meetpunt voor het gereedschap selecteren – hiermee kiest u de meetpunten van gereedschap tot ontwerp Het icoon geeft het actieve meetpunt aan
Opmerking : Als de regenboog uitrustings indicator is ingeschakeld, dan zal de Bak of Uitrusting van kleur veranderen als het in de Tollerantie zone is.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 3,3 – 1 van 1
Hoofdstuk 3.4 – Instellingen
Dig Pro – Hoofdmenu - Configuratie Menu Via deze optie kunt u de verschillende instellingen voor het systeem aanpassen Wachtwoord ingeven om toegang tot de kalibratieinstellingen te krijgen 'Favoriete' toetsen toevoegen die permanent in het hoofdscherm in 2D en 3D blijven staan Wisselen tussen 2D- en 3D-modus GPS configuratie menu, alle GPS instellingen kunnen hier worden ingegeven GPS transformatie instel menu, voor het instellen van GPS transformaties GPS diagnose scherm, voor meer info (SKY PLOT) Naar gebeurtenis instel menu Naar geluids instel menu Evenwijdige tolerantie zone in of uitschakelen Gelimiteerde toegang tot sensor configuratie sub menu volgende selecties mogelijk: Sensor damping aanpassen Sensor Interface Diagnose scherm, voor meer info over uitgangen en spanning Toegang tot gelimiteerde machine meetkunde en gereedschapsontwerp opties submenu Een offset voor het ontwerp toevoegen, verticaal of evenwijdig volgens : Onderste limiet voor tolerantie zone instellen Bovenste limiet voor tolerantie zone instellen
Design offset in/uit schakelen Naar geavanceerde weergaveopties Toevoegen, edit & wissen Vermijdings Zones.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 3,4 – 1 van 1
Hoofdstuk 3.5 - Machine Configuraties
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu - Machineconfiguraties
Deze optie geeft toegang tot de opgeslagen typen machines. Er kunnen eventueel andere typen machines in het systeemgeheugen aanwezig te zijn om rekening te kunnen houden met extra uitrustingen, pontons, enz. Deze machine typen worden tijdens het kalibreren gedefinieerd.
Deze optie geeft toegang tot een pagina met algemene machineinformatie.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 3.5 – 1 van 1
Hoofdstuk 4.1 – Snelwissel menu
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Machine maten - Snel Wissel Menu Geeft de mogelijkheden van verschillende gereedschap ophanging / aansluiting te kiezen of toe te voegen. V.B snelwissel / kantel snelwissel
Omhoog verplaatsing in lijst. Omlaag verplaatsing in lijst. Selecteer gekozen selectie. Het Huidig venster afsluiten met de huidige selectie ook beëndigd Nieuwe snelwissel uitrusting toevoegen Geselecteerde uitrusting wissen Snelwissel lijst zoeken Laat toe om maatvoering aan te passen van de geselecteerde uitrusting
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 4.1 – 1 van 1
Hoofdstuk 4. 2 Nieuwe Uitrusting Kiezen
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Machine maten – Nieuwe uitrusting kiezen Dit is de volgorde voor het ontwerpen van een nieuw gereedschap:
Hier kiest u een optie voor het te ontwerpen gereedschap Nieuwe uitrusting aanmaken Geselecteerde uitrusting wissen Maatvoering van geselecteerde uitrusting aanpassen
Kies het type gereedschap in de lijst Het geselecteerde gereedschap wordt nu in een grafische venster weergegeven
Geef een naam voor het nieuwe gereedschap op Vul de nodige afmetingen voor het gereedschap in. Met OK slaat u het gereedschap op en gaat u terug naar het menu. Het nieuw aangemaakte onderdeel wordt nu standaard gebruikt
Kies het type gereedschap dat zichtbaar is in de lijst zoals hiernaast.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 4.2 – 1 van 1
Als de afmetingen van het gereedschap niet bekend of moeilijk te meten zijn, kunt u het best de optie 'Reken Hulp' gebruiken. Zie hiervoor de volgende pagina.
Hoofdstuk 4.3 Bak Reken Hulp
Dig Pro - Hoofdmenu – Configuratie Menu – Machine maten - Bak Reken Hulp De “Reken Hulp” optie gebruiken: Vul de gevraagde afmetingen in en druk op OK
Verplaats de bak zoals afgebeeld en druk op OK
1
Verplaats de bak zoals afgebeeld en druk op OK 2
3
Vul nu de gevraagde tandlengte in bij G
4
Hiermee is het ontwerpen van de bak voltooid. Druk op OK om terug te gaan naar het hoofdmenu
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 4.3 – 1 van 1
Hoofdstuk 4 .4 Tand lengte
Dig Pro - Hoofdmenu – Configuratie Menu - Machine maten -Tand Lengte
Hiermee kunt u de tandlengte van het gereedschap aanpassen om slijtage tijdens het gebruik te compenseren.
Door op G (tand lengte waarde) te drukken krijg je het invoer toetsen bord
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 4.4 – 1 van 1
Hoofdstuk 5 – Tolerantie Instellingen
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Tolerantie zone De bovenste en onderste limiet voor de tolerantie zone van het ontwerp instellen
OF
Om bovenste Tolerantie aan te passen Om onderste Tolerantie aan te passen
Evenwijdige tolerantie zone in of uitschakelen
Evenwijdige tolerantie zone uitgeschakeld
Evenwijdige tolerantie zone Ingeschakeld
Hou er rekening mee wat ook de tolerantie instellingen zijn, de Regenboog Uitrusting zal enkel maar de vertical offset weergeven.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 5 – 1 van 1
Hoofdstuk 6 – Offset voor het ontwerp
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Offset voor het ontwerp Vereiste ontwerp offset toevoegen
Ontwerp zonder offset
Ontwerp met offset van 1.0 m
Het effect van de geselecteerde evenwijdige tolerantie zone bekijken: Ontwerp met offset van 1.0 m – verticale tolerantie zone Offset verticaal t.o.v. ontwerp gemeten
Ontwerp met offset van 1.0 m – parallelle tolerantie zone Offset evenwijdig t.o.v. ontwerp gemeten
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 6 – 1 van 1
Hoofdstuk 7 – Scherm Opties
Dig Pro – Hoofdmenu –Configuratie Menu - Scherm Opties Menu Met deze optie kunt u de weergave op het scherm aan uw wensen aanpassen
Standaardinstellingen voor het scherm herstellen Taal keuze Sub Menu Automatische schermwisseling aan/uit Automatisch zoomen aan/uit Vermijdings Zones aan/uit Kleuren instellen Overlay aan/uit – normaal uit Draadraster aan/uit – normaal uit Weergave van afmetingen en data instellen Voortgangskaart aan/uit – normaal uit Center Lijn aan/uit Rasterinstellingen Sub Menu Regenboogindicator aan/uit Doelnaderings indicatoren aan/uit Kompas aan/uit LED Bar – aan / uit LED Bar – helderheid verhogen LED Bar – helderheid verlagen LED Bar Optie - deze kan worden geïnstalleerd in de cabine voor weergave van het tollerantie gebied. 560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7 – 1 van 1
Hoofdstuk 7.1 – Automatische Schermweergave
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Scherm Opties Menu Automatische schermweergave Bij automatische weergave wordt het scherm geactiveerd zodra het gereedschap zich op een afstand van 2 meter of minder van het doel bevindt. Zolang de afstand tot het doel meer dan 2 meter is, wordt camera 2 gebruikt. Wordt de afstand tot het doel minder dan 2 meter dan wordt automatisch overgeschakeld naar camera 1. Stap 1 Selecteer de weergave voor camera 1 en camera 2
Van camera wisselen
Stap 2 Optie voor automatische weergave wijzigen
Camera beeld 2
Camera 2 is actief zolang de afstand tot het doel meer dan 2 meter is. Bij kleinere afstanden wordt automatisch overgeschakeld naar camera 1
Het icoon linksonder in het scherm geeft aan of deze optie actief is
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.1 – 1 van 1
Hoofdstuk 7.2 – Automatisch Zoomen
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Scherm Opties Menu – Automatisch zoomen Automatisch zoomen wordt geactiveerd zodra het gereedschap zich op een afstand van 2,5 meter of minder van het doel bevindt. N.B.: bij het instellen van Automatisch zoomen moet Automatische weergave uitgeschakeld zijn! Stap 1 Schakel Automatisch zoomen in en ga terug naar het hoofdscherm
Stap 2 Beweeg het gereedschap naar een hoogte van meer dan 2,5 meter.
Druk op
Vervolgens op
afstand tot het om het zoombereik in te stellen voor een doel van meer dan 2,5 meter.
Stap 3 Verplaats het gereedschap naar doeldiepte Druk op
Vervolgens op
om het zoombereik in te stellen als het gereedschap op doelafstand is.
Sluit het menu. Het scherm is nu zo ingesteld dat automatisch wordt gezoomd tussen beide instellingen.
Een icoon links van het scherm geeft aan of deze optie actief is.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.2 – 1 van 1
Hoofdstuk 7.3 – kleuren Menu
Dig Pro - Hoofdmenu - Configuratie Menu - Scherm Opties Menu Kleuren Menu
Met deze optie stelt u de kleuren van het scherm en het toetsenbord in.
Houd de gewenste toets ingedrukt om alle mogelijke kleuren en weergave mogelijkheden te doorlopen totdat u terug bent bij het beginpunt. Achtergrondkleuren wijzigen
Tekstkleur wijzigen
Rasterkleur wijzigen
Achtergrondkleur toetsenbord wijzigen
Kleur van het machineonderdeel wijzigen
In te kleuren machineonderdeel selecteren
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.3 – 1 van 1
Hoofdstuk 7.4 – Doeldiepte Indicatoren
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Scherm Opties Menu Doeldiepte Indicatoren Er zijn drie hoofd doel indicatoren: 1 Afstand tot het doel 2 Nadering van het doel 3 Regenboog uitrusting 1 Afstand tot het doel inschakelen
Hiermee activeert u de getalsmatige afstand tot het doel
Tekstgrootte wijzigen
2 Indicator voor nadering van het doel inschakelen Hiermee activeert u de indicator links op het scherm
3 Regenboog icoon inschakelen De uitrusting verandert van kleur afhankelijk van de positie in de tolerantie zone: Gereedschap te hoog = Blauw Gereedschap in boven tollerantie = Groen Gereedschap in onder tollerantie = Geel Gereedschap te diep = Rood
Afstand tot het doel. In verschillende posities.
Doelnaderings indicator
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.4 – 1 van 1
Hoofdstuk 7.5 – Opties voor Ontwerp Weergave
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Scherm Opties Menu – Opties voor ontwerpweergave Er zijn vier weergaveopties die de design elementen apart in- of uitgeschakeld kunnen worden: 1 Weergave 2 Voortgangskaart 3 Overlay 4 Center lijn
7.5.1 Weergave
Perspectief in- of uitschakelen N.B.: Draadraaster is langzaamer dan solide weergave en kan het best vermeden worden, behalve voor diagnostische gebruik.
7.5.2 Voortgangskaart Voortgangskaart in- of uitschakelen N.B.: de voortgangskaart is alleen te zien bij de planweergave
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.5 – 1 van 2
Hoofdstuk 7.5 – Opties voor Ontwerp Weergave
Dig Pro – Hoofdmenu –Configuratie Menu – Scherm Opties - Opties voor ontwerp weergave 7.5.3 Overlay
2D-overlaykaart in of uitschakelen. N.B.: Deze optie werkt alleen als bij het definiëren van de job met Pro Job de 2D-overlay in de job is opgenomen. De 2D-overlay is alleen te zien in de planweergave.
7.5.4 Center Lijn
Wisseld beeld tussen 2D centerlijn aan / uit N.B.: 2D centerlijn moet tijdens het maken van het project met Job-Pro aangemaakt zijn om te kunnen werken. De 2D centerlijn kan alleen in plan view worden weergegeven.
De afstand langs de Centerlijn (DAL) en Offset tot de Centerlijn (DOL) naar het gereedschap meetpunt aanzetten.
Activeert de numerieke DAL en DOL waardes in het scherm.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.5 - 2 van 2
Tekstgrootte wijzigen
Hoofdstuk 7.6 – Raster
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Scherm Opties Menu - Rasters
Hiermee stelt u een aantal opties in voor de weergave van rasters in profiel- en/of planweergaven in.
Raster in profielweergave in- of uitschakelen
Raster in planweergave in- of uitschakelen
N.B.: ingeschakelde rasters kunnen ook in 3D-weergave gezien worden.
Raster uitlijnen op meetpunt gereedschap.
Rastergrootte instellen
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7.6 - 1 van 1
Hoofdstuk 7.7 – Kompas
Dig Pro – Hoofdmenu – Configuratie Menu – Scherm Opties Menu - Kompas
Met deze optie schakel u een kompas in of uit dat in de planweergave richtings informatie geeft.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 7,7 – 1 van 1
Hoofdstuk 8 – Werken in 2D zonder GPS
Dig Pro – Hoofdmenu — 2 Dimensionaal — Profiel menu(2D) a) 2D–modus selecteren (8.1) b) Nieuw Profiel selecteren (8.1.1) c) Referentieopties selecteren (8.1.2) d) Referenties op machine toepassen (8.1.3) e) Voorbeeld Profielen (8.1.4) Hoofmenu 3D (standaard)
Hoofdmenu 2D zonder GPS
Zo schakelt u van 3D-modus over naar 2D-modus:
Het systeem werkt nu in 2D zonder GPS. Om het systeem in deze modus te kunnen gebruiken, moet u een profiel invoeren. U gaat op dezelfde manier terug naar 3D-modus met GPS. Werken in 2D-modus zonder GPS 8.1Een nieuw profiel selecteren Druk vanuit het hoofdmenu op
U kunt nu kiezen uit een groot aantal profielen. Kies het gewenste profiel of druk op het vraagteken om zelf een profiel te ontwerpen
Als er reeds een profiel is ontworpen, kunt u dit opgeslagen profiel selecteren door op de icoon voor het openen van een job te drukken. 560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 8 – 1 van 6
Hoofdstuk 8 – Werken in 2D zonder GPS
Dig Pro – Hoofdmenu — 2 Dimensionaal — Profiel menu(2D) 8.1.1 Nieuw Profiel selecteren
Vul de vereiste afmetingen in. Alle met een aangegeven kruispunten worden gebruikt als referentiepunten voor het gereedschap (bak) in de volgende stap. Het referentiepunt 0 begint links bij 0,0.
U kunt ook zelf een referentiepunt definiëren via het Referentievenster, waar u een offset vanaf Referentiepunt 0 kunt instellen. In dit geval wordt een gebruikersreferentie H = 2 (horizontale afstand) en V = 1 (verticale afstand) gebruikt, zoals hieronder te zien is. Er zijn dan 4 beschikbare referentiepunten.
Druk op OK om de afmetingen te bevestigen en het menu te sluiten.
Wilt u dit profiel nog eens wilt gebruiken, geef het dan een naam en druk op Vervolgens, druk op
om terug naar het hoofdmenu te gaan.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 8 – 2 van 6
Hoofdstuk 8 – Werken in 2D zonder GPS
Dig Pro – Hoofdmenu — 2 Dimensionaal — Referentie Menu 8.1.2 Referentie Menu Bij het invoeren van een nieuw profiel worden altijd referentieopties gebruikt. Hierbij wordt het punt geselecteerd dat als referentie bij het graven wordt gebruikt.
Hiermee selecteert U het te gebruiken referentiepunt. Hierop drukken kiest U steeds een ander ref. Punt. Met elke druk op deze toets draait de machine 90º ten opzichte van het geselecteerde referentie punt. Veranderd de hoogte van het ingevoerde referentie punt.
Geeft het geselecteerde referentiepunt aan.
Geeft het Hoogte referentiepunt aan.
In het onderstaande voorbeeld is het referentiepunt geselecteerd.
Dit icoon geeft aan dat het systeem nog niet gereed is om te graven.
8.1.3 De machine refereren. De machine moet nu nog naar het profiel gerefereerd worden. BELANGRIJK: Het systeem weet niet of de machine is verplaatst. Iedere keer dat de machine wordt verplaatst/verreden MOET deze referentieoptie worden uitgevoerd. De machine kan alleen in hoogte worden gerefereerd, relatief ten opzichte van het profiel. Volg de weergegeven instructies op: a) Richt de machine ten opzichte van de helling zoals gedefinieerd in de referentieoptie b) Positioneer het gereedschap op het geselecteerde referentiepunt. De machine kan nu doorgaan met graven volgens het weergegeven profiel.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 8 – 3 van 6
Hoofdstuk 8 – Werken in 2D zonder GPS
Dig Pro – Hoofdmenu — 2 Dimensionaal — Profiel menu(2D) 8.1.4 Voorbeeld Profielen De naam van het voorbeeldprofiel is links bovenaan te zien: (Test 1) Deze naam wordt opgeslagen in het geheugen. Dit profiel kan op elk moment in 2D-modus worden geopend zoals uitgelegd in (1).
DIST = verticale afstand tot het doel REF = horizontal afstand tot de laatste referentie
Schermweergave kan op de normale manier worden geselecteerd; een 2Dprofiel kan ook in 3D worden weergegeven.
N.B.: Met de opties
Wordt een rastergrootte voor het profiel geselecteerd en wordt het raster uitgelijnd op de bak tanden. N.B.: U schakelt het raster in of uit met:
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 8 – 4 van 6
Hoofdstuk 8.2 –Laser Optie
Dig Pro – Hoofdmenu — 2 Dimensionaal — Laser instel Menu 8.2 Werking in 2D zonder GPS – Laser instel menu Als het systeem is geïnstalleerd met een AS7-arm en lasersensor, kan de machine ook worden gerefereerd via een roterende laser op de bouwplaats. De graafdiepte kan worden ingesteld ten opzichte van de laserhoogte.
Laser = laserhoogte t.o.v. het referentiepunt Doel lijn = de doelhoogte kan worden ingesteld t.o.v. de laserhoogte Taluud (enkel en dubbel) kan ingevoerd worden.
In dit voorbeeld is de laserhoogte ingesteld op 5 meter – aangegeven met de rode lijn.
Voorbeeld met dubbele helling – Profiel- en achterweergave ingesteld op 10% en kruishelling op 20%
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 8 – 5 van 6
Hoofdstuk 8.2 – Refereren op de Laser
Dig Pro – Hoofdmenu — 2 Dimensionaal — Laser 8.2.1 Refereren op de laser Stap 1 Positioneer de machine de goede taluud richting met behulp van de zwenk referentie functie.
Stap 2 Beweeg de machine totdat de lasersensor de roterende laser ontvangt op de bouwplaats.. Icon links onderin het beeld geeft de ontvangst positie van de laser aan. Laser treft de allerbovenste band van de sensor. Laser treft de bovenste band van de sensor. Laser treft het midden van de sensor. Laser treft de onderste band van de sensor. Laser treft de aller onderste band van de sensor.
Stap 3 Als een van de laser sensor iconen op het scherm verschijnt, kan de laser op het referentiepunt worden gefixeerd met
De machine kan nu naar de laser gerefereerd worden en is gereed om met graven te beginnen. Als er een kompas sensor is gemonteerd, is het mogelijk om vrij rond te draaien en de hoogte tot het taluud te behouden in alle draai posities. Alleen de machine her-refereren op de laser, wanneer de machine is verplaatst.
Laser ontvanger zichtbaar op uitrusting
Laserdetectie-icoon & Zwenk referentie icoon
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 8 – 6 van 6
Hoofdstuk 9 – Werken in 3D GPS mode
Dig Pro – Hoofd menu — Werken in 3D GPS mode De Digmaster Pro werkt met een DTM (Digitale Terrein Map) als GPS geïnstalleerd en gekalibreerd is. Een dongle voor 3D moet geïnstalleerd zijn. Om de Digmaster Pro in 3D-modus te kunnen gebruiken, moet er een Job geladen en geselecteerd zijn. Jobs voor de Digmaster Pro worden samengesteld met behulp van software Prolec Pro Job. Als de Job geladen is, geeft de Digmaster Pro de graafmachine weer op de DTM en kan de operator het profielontwerp overal op de bouwplaats uitgraven. Voorbeeld van een 3D-ontwerp met de 3D-weergaveoptie
In 3D-modus wordt de voortgang van het graafwerk bijgehouden en kan deze in de planweergave worden bekeken: De voortgang wordt aangegeven met drie kleuren: Grijs : Te hoog (uitgraven) Groen : Bovenste tolerantie limiet Geel : Onderste tolerantie limiet Rood : Te diep (opvullen)
Toetsen van het 3D-hoofdmenu Voortgang aan oppervlak op gereedschapspositie meten Markeringen Menu Job Sub Menu
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 9 – 1 van 1
Hoofdstuk 9.1 – Project Menu
Dig Pro – Hoofdmenu – 3D Mode — Project Menu Deze optie geeft toegang tot een aantal functie voor het laden en opslaan uit of in een bestand of USB-stick N.B.: Jobs worden gemaakt / bewerkt met het softwarepakket Pro Job van Prolec. Digmaster Pro kan deze Job bestanden alleen uitvoeren, met gedefinieerde lagen en/of overlays. De Job naam en die van bijbehorende bestanden mogen geen spaties bevatten. Spaties worden automatisch door Pro Job verwijderd; voeg zelf geen spaties in deze bestandsnamen in omdat de job dan niet door Dig Pro wordt herkend. Jobs uit map naar USB-geheugenstick exporteren
Jobs van USB-geheugenstick in map importeren
Job in map selecteren
2D Job-overlay selecteren *
Job laag selecteren *
Selecteer Job Centerlijn overlay *
Naar voortgangsweergave om te zien hoe ver de job gevorderd is * de opties beschikbaar hangt af van de Pro Job geselecteerde details bij het maken van de job. Voorbeeld – Laden van een Job vanaf een USB-geheugenstick 1
2
3 Job selecteren en bevestigen
4
5 6
Job geladen en naam en laag weergegeven in de hoek van het scherm 560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 9.1 – 1 van 1
Hoofdstuk 9.2 – Markeringen Menu
Dig Pro – Hoofdmenu – 3D Mode — Markeringen menu In een Job kunnen markeringen met eventuele commentaren of opmerkingen in een ontwerp worden geplaatst of opgenomen. Deze markeringen kunnen met een van de weergaveopties worden bekeken. Een markering wordt in het ontwerp geplaatst op het meetpunt van het gereedschap. Markeringsopties Markering en tekst groter of kleiner maken Markerings tekst in- of uitschakelen Alle markeringen wissen
Markering(en) in– of uitschakelen Laatste markering wissen
Marker icoonen welke geselecteerd kunnen worden.
In het onderstaande voorbeeld is markeringstype genoemd.
geselecteerd en “Markering 1”
1 Beweeg gereedschap naar het marker referentie positie. 2 Druk op menu.
om marker menu te openen vanuit het hoofd
3 Druk op
om een marker te kiezen en tekst te geven
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 9.2 – 1 van 1
Sectie 9.3 – Oppervlaktemeting
Dig Pro – Hoofdmenu — 3D Mode – Oppervlaktemeting De voortgangskaart wordt automatisch bijgewerkt als het gereedschap onder het huidige oppervlak verdwijnt. Deze functie is verplicht bij het aanbrengen van een oppervlak tijdens vulwerkzaamheden
1 Maak het oppervlak aan overeenkomstig het Job ontwerp, d.w.z., voeg het voor het vulwerk vereiste materiaal toe. 2
Kies het Voortgangs Sub Menu vanuit het hoofd menu.
3
Voer de gewenste radius in van het op te vullen gebied.
4
Raak het voltooide oppervlak met het gereedschap aan en druk op het opvul icoon. De voortgangskaart wordt nu bijgewerkt, en het oppervlak in het ontwerp verandert van ROOD (nog te vullen) in de kleur van de desbetreffende toleratie zone.
Voor opvullen
Na opvullen
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 9.3 – 1 van 1
Hoofdstuk 10 – Help Optie
Dig Pro – Hoofdmenu — Help optie In alle menu‟s kunt u de Help van het systeem raadplegen. U opent de helpinformatie met de icoon die u hieronder is gecirkeld:
Help icoon – Bij elke icoon die u hierna indrukt, krijgt u een korte uitleg van de functie daarvan
Hiermee opent u de Helppagina
Als u daarna een andere icoon indrukt, krijgt u een korte uitleg van de functie daarvan te zien
Drukt u nogmaals op deze icoon, dan verdwijnt het Helpscherm weer
Hiermee doorloopt u de verschillende Helpschermen: uitgebreid, verborgen en klein Hiermee bladert u achteruit door de Helpschermen Hiermee bladert u vooruit door de Helpschermen Helpscherm voor deze icoon sluiten
N.B.: in het uitgebreide helpscherm, ziet u ook nog dit icoon . Dit icoon geeft toegang naar de desbetreffende pagina in de handleiding voor de operator.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 10 – 1 van 1
Hoofdstuk 11 – Voorkeurs Toetsen
Dig Pro – Hoofdmenu — Configuratie Menu — Voorkeurs Toetsen Met deze optie kunt u maximaal zeven veel gebruikte 'voorkeurtoetsen' permanent laten weergeven, zodat u deze toetsen niet steeds via de respectieve submenu‟s hoeft op te zoeken.
U ziet nu zeven lege vakjes verschijnen. Selecteer een van deze vakjes en druk op OK N.B.: met de toets Annuleren verwijdert u deze toets. Als u nu een functietoets indrukt, wordt deze aan het vakje toegewezen
V.b.:Regenboog Indicator als voorkeuze toets instellen.
De Regenboogtoets wordt nu permanent in het scherm rechts weergegeven.
Zo maakt u een voorkeurtoets weer ongedaan: Druk op de voorkeurtoets en annuleer deze volgens de instructies.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 11 – 1 van 1
Hoofdstuk 12 – Foutmeldingen en -iconen
Dig Pro – Foutmeldingen en Iconen Dig Pro toont verschillende berichten en Iconen tijdens normaal gebruik. et scherm weergegeven.
Automatische schermweergave ingeschakeld – zie Hoofdstuk 7.1
Automatisch zoomen ingeschakeld – zie Hoofdstuk 7.2
GPS-kwaliteit goed – graafwerk wordt nauwkeurig uitgevoerd
GPS-kwaliteit middelmatig – nauwkeurigheid van graafwerk niet gegarandeerd
GPS-kwaliteit slecht – het systeem werkt niet nauwkeurig; niet graven
Niet graven. Zie volgende pagina voor extra uitleg.
SV : Aantal door GPS gebruikte satellieten. H : HDOP – Horizontal Dilution Of Precision – hoe kleiner dit getal, hoe beter de kwaliteit van het GPS-signal. Voor een normale werking moet deze waarde 3 zijn of minder. V : VDOP – Vertical Dilution Of Precision – hoe kleiner dit getal, hoe beter de kwaliteit van het GPS-signal. Voor een normale werking moet deze waarde 3 zijn of minder.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 12 – 1 van 2
Hoofdstuk 12 – Foutmeldingen en -iconen
Dig Pro – Foutmeldingen en Iconen (vervolgd) Dig Pro toont berichten en iconen met een variëteit tijdens de normale werking. Dit wordt weergegeven in de linker beneden hoek van het scherm.
Er kan niet gegraven worden door GPS Positie problemen
Er kan niet gegraven worden door GPS Kompas problemen
Er kan niet gegraven worden omdat een Sensor niet gerefereerd is of een sensor fout. Een bericht verschijnt in het midden van het scherm dat verteld welke fout melding er is.
Er kan niet gegraven worden omdat de Machine Positie niet gerefereerd is , in 2D mode.
Niet graven, grijper is nog niet gerefereerd
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofstuk 12 – 2 van 2
Hoofdstuk 13 – Uitvoer- / Dataregistratie
Dig Pro – Hoofdmenu — Instellingen — Uitvoer / Data registratie Digmaster Pro is in staat om uitvoer-, of datalog gegevens vast te leggen met de positie van het gereedschap als registratiepunt. De operator kan deze functie niet inschakelen; deze is alleen toegankelijk via een beheerderswachtwoord 1 Uitvoer configureren en naam geven
Wachtwoord ingeven
2 Bestemming voor de uitvoer selecteren – seriële poort of bestand 3 Voorwaarde (Uitsturings Conditie) selecteren altijd of alleen voor dit project. 4 Uitvoer frequentie en registratiepunt selecteren 5 Optie om een nieuw bestand (Nieuw bestand aanmaken) te maken als een bepaalde grootte is bereikt (bestand te groot) of elke dag een nieuw bestand maken 6 Formaat uitvoerstring. Als optie 4, 'Handmatig', wordt geselecteerd, verschijnt er op het hoofdscherm een nieuwe icoon.
Als u op dit icoon drukt, worden de gewenste gegevens naar een seriële poort of een bestand gestuurd. Dit bestand wordt bewaard in de map voor projectjobs: Prolec \ Job \ <job naam> Het bestand is in (.txt) formaat. Opmerking:
Standaard opgeslagen data velden zijn: 1 Gereedschap Noord 2 Gereedschap Oost 3 Gereedschap Hoogte 4 GPS Kwaliteit 5 GPS VDOP 6 GPS HDOP 7 GPS PDOP 8 Afstand tot Doel 9 Tijd 10 Datum
Als (3) Altijd geselecteerd wordt, dan wordt het bestand bewaard in: Prolec \ Output
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 13 - 1 van 1
Hoofdstuk 14 – Standaard Instellingen Herstellen
Dig Pro – Hoofdmenu — Configuratie Menu — Standaard gebruikers Instellingen herstellen Om de oorspronkelijke gebruikersinstellingen van het systeem te herstellen, gaat u als volgt te werk:
Nadat u deze actie hebt bevestigd, wordt het oorspronkelijke DefaultDigPro.cfg (configuratiebestand) geladen.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 14 – 1 van 1
Hoofdstuk 15 – Instellen Vermijdings Zones
Dig Pro – Hoofdmenu — Configuratie Menu — Instellen Vermijdings Zone Digmaster Pro ondersteund 3 verschillende type Vermijdings Zones: 1.
Simpele Vermijdings zone wat op absolute coordinaten berust, relatief ten opzichte van het Co -ordinaat systeem in gebruik door DTM en GPS/Co-ordinaat Transformatie. Dit kan een rechte muur zijn, een gebouw, onderkant van een brug enz.
2.
Simpele Vermijdings zone gebaseerd op het hart draaipunt en richting van de machine. Een voorbeeld hiervan is b.v. Ondergraven of een maximale radius zone.
3.
Simpele Vermijdings zone gebaseerd allen op het hart van de kraan en niet op richting. Een voorbeeld hiervan is : een Ponton Vermijdings zone.
Vermijdings zones zijn in alle aanzichten te zien met de uitzondering van nummer 3 hierboven wat niet in Plan of 3D aanzicht te zien is. In beide zij aanzichten en achter aanzicht een sectie steekt door de vermijdings zone als het in de machine richtings lijn ligt. Als gevolg hiervan kan de machinist in beeld zien hoe ver zijn gereedschap is verwijdert van het vermijdings gebied. Het Vermijdings gebied kan Project afhankelijk zijn en kan aangemaakt worden in Pro-Job.
Hier kunnen de vermijdings zones gekozen, aangemaakt of aangepast worden. Vermijdings zones kunnen opgezet worden aan de hand van Project coordinaten of relatief naar hart draaipunt van de machine (maar niet machine richting), of relatief naar hart draaipunt van machine met machine richting
De toevoeg of aanpas toets zal een beeldschem oproepen waar de machinist coordinaten kan ingeven om een nieuwe of bestaande Vermijdings Zone te maken. De wis toets zal de gekozen Vermijdings Zone wissen.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 15 – 1 van 3
Hoofdstuk 15.1 – Vermijdings zones Type‟s
Dig Pro – Hoofdmenu — Configuratie Menu — Instellen Vermijdings Zones 15.1 Vermijdings Zone Type’s 1. Absolute Positie Vermijdings Zone Raster Scherm met “Absolute Positie” raster gekozen laat het beeld als Plan view zien. Laat punten zien voor een vertikale muur (opm;Noord en oost punt kunnen niet hetzelfde zijn, als dit wel zo is wordt je gevraagd om het nieuwe punt iets aan te passen bv. 1 a 2 cm. Dit is om een raster te maken dat een tweede taluud er doorheen kan steken.)
Punten worden toegevoegd door op de “Nieuw” toets te drukken; bestaande punten aanpassen kan door op “verander” toets te drukken. Punten worden verwijderd door op de “wis” toets te drukken. 2. Relatief naar hart draai krans Vermijdings Zone raster Scherm met Relatief naar “hart draaipunt van machine” raster positie gekozen, laat het beeld als Plan view zien.
3. Relatief naar hart draai krans Vermijdings en Richtings Zone raster Scherm met Relatief naar “hart draaipunt en richting van machine” raster positie gekozen, laat het beeld als zij aanzicht zien.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 15 – 2 van 3
Hoofdstuk 15.2 – Vermijdings zone aan/uit
Dig Pro – Hoofdmenu — Configuratie Menu — Vermijdings Zones
15.2 Vermijdings Zone Voorbeeld De Vermijdings zone is effectief een 3D grid en elk van de vorige Vermijdings Zones zijn in het hoofd scherm te zien hieronder:
Vertikale Muur Zone (vierkant)
Ondergraven Zone
Ponton Zone
15.3 Vermijdings Zone in/uit schakelen
Schakeld het beeld aan of uit van de Vermijdings zone. Opmerking: Alle Vermijdings Zones zullen gelijktijdig zichtbaar zijn.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010
Hoofdstuk 15 – 3 van 3
Hoofdstuk 16 – Gebeurtenis
Gebeurtenis. Digmaster Pro ondersteund Gebeurtenis Handeling. Een gebeurtenis bestaat uit een doeltreffende actie of acties. Zoals "Beneden Doel Diepte " gebeurtenis zal als reactie een geluid actie veroorzaken. De volgende Gebeurtenis Acties zijn beschikbaar: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Opto Input 1. Opto Input 2. Op Diepte Beneden Doel diepte. Afstand naar Doel Binnen 2x de diepte van de bovenste Tolerantie zone. Afstand naar Doel Binnen 3x de diepte van de bovenste Tolerantie zone. Afstand naar Doel Binnen 4x de diepte van de bovenste Tolerantie zone. Light Bar F1/F2 Ingang.
Elk van de hierboven Acties kan worden ingesteld om als Reactie één of meerdere Reacties als gevolg er van uit te voeren: 1. Geluid 1 2. Geluid 2 3. Geluid 3 4. Geluid 4 5. Geluid 5 6. Geluid 6 7. Geluid 7 8. Geluid 8 9. Geluid 9 10. Geluid 10 11. Opslaan Uitrustings Positie (deze optie eist dat de Output destinatie is ingegeven) 12. Update Voortgang. 13. Verander Meet Punt Uitrusting. 14. Refereer Flow Meter Sensor. 15. Refereer Uitrusting Punt of Zwenk. 16. Alarm Uitgang (Dit uitgangs signaal komt uit de CAN interface box) Elk van de hierboven Geluid acties (Geluid 1, Geluid 2 etc.) kan worden toegewezen aan een bepaalde geluid wave file. Er is een set van Standaard wave files (*.wav) welke zijn geïnstalleerd in het systeem, er is een mogelijkheid om eigen geluiden via USB te importeren vanuit de hoofd folder op de USB stick.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 16 – 1 of 3
Hoofdstuk 16 – Gebeurtenis
16.1 Gebeurtenis kiezen / aanmaken
Hier kunnen Gebeurtenissen worden aangemaakt, aangepast of worden gewist. Een gebeurtenis bestaat uit een doeltreffende actie of acties. Zoals "Beneden Doel Diepte " gebeurtenis zal als reactie een geluid actie veroorzaken, enz.
De Toevoeg toets
of Edit toets
zal het volgende beeld scherm oproepen waar het
mogelijk is om Actie en Reactie in te stellen. De Wis toets Reactie wissen uit de lijst.
zal de geselecteerde Actie en
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 16 – 2 of 3
Hoofdstuk 16 – Gebeurtenis
16.2 Gebeurtenis Ingeven
De volgende Gebeurtenis Acties zijn beschikbaar om te selecteren: 1. Opto Input 1. 2. Opto Input 2. 3. Op Diepte 4. Beneden Doel diepte. 5. Afstand naar Doel Binnen 2x de diepte van de bovenste Tolerantie zone. 6. Afstand naar Doel Binnen 3x de diepte van de bovenste Tolerantie zone. 7. Afstand naar Doel Binnen 4x de diepte van de bovenste Tolerantie zone. 8. Light Bar F1/F2 Ingang. Als een Actie is geselecteerd zal de “Reactie instellen” toets actief worden. Als Reactie kunnen één of meerdere gekozen worden, alleen de boxen aanvinken die nodig zijn. Keuzes zijn: 1. Geluid 1 - 10 2. Opslaan Uitrustings Positie (deze optie eist dat de Output destinatie is ingegeven) 3. Update Voortgang. 4. Verander Meet Punt Uitrusting. 5. Refereer Flow Meter Sensor. 6. Refereer Uitrusting Punt of Zwenk. 7. Alarm Uitgang (Dit uitgangs signaal komt uit de CAN interface box)
16.3 Instellen Reactie
Selectie van de “Gebeurtenis” toets heeft hetzelfde effect als het toevoeg gebeurtenis scherm.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 16 – 3 of 3
Hoofdstuk 17 – Geluid Configuratie
Geluid Configuratie Het Geluids instel scherm is beschikbaar met de” Toevoeg Actie” of “Wis Actie” toets in het Gebeurtenis menu . Of het is direct vanuit het Configuratie menu te kiezen met de volgende toets.
Selectie van “geluid 1” zal een lijst in het display weergeven van aanwezige geluids namen. Selectie van de naam “Sine1200Hz.Wav” zal een lijst in het display weergeven van alle wave bestands namen beschikbaar. Selectie van een geluids wave file zal nu worden toegewezen aan de geselecteerde Geluids naam. V.b.”Sine1200Hz.wav”is nu toegewezen aan Geluid 1.
De Afspeel toets
maakt het mogelijk om naar het geluid te luisteren.
De volume schuif maakt het mogelijk om het volume te veranderen. Het Volume wordt luider als de schuif van links naar rechts wordt verschoven.
De “Import” toets in de linker beneden hoek van het scherm geeft je de mogelijkheid om wave bestanden van USB te importeren direct uit de hoofd folder van een USB stick.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 17 – 1 of 1
Hoofdstuk 18 – Inmeet Menu
Inmeten Het Inmeet Menu bestaat uit aan aantal toetsen die U in staat stelt om met behulp van Uw uitrustings punt metingen te verrichten. De meet waardes die tussen twee punten gecalculeerd worden zijn: talud afstand, verticale afstand en talud hoek. Het Inmeet Menu is toegangkelijk door in het hoofd menu op de Inmeet toets te drukken. Het volgende menu scherm komt dan in beeld. Zie hieronder:
Inmeet Menu toets functies:
Selecteer het huidige gereedschaps positie punt als start punt om vanaf te meten en laat het resultaat zien in het Meetresultaat Calculatie scherm, in het hoofd scherm: zie beeld.
Bewegen van de uitrusting zal de waardes in het Meetresultaat Calculatie scherm aanpassen.
Zal het Meetresultaat Calculatie scherm uit beeld weg halen, uitzetten
Wisselt de display weergave van de meting in het Meetresultaat Calculatie scherm tussen: graden, procenten en verhoudingen.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 18 – 1 of 1
Hoofdstuk 19 – 3D Referentie
3D Referentie “3D Referentie” gaat uit van het concept dat een gearticuleerde machine wordt gebruikt (zoals een graaf machine) gemonteerd met hoekgevers die de eigen positie meten vanaf een 3D bekend punt. Als de eigen positie is opgemeten, kan het vrij bewegen binnen het bereik van de machine, zolang het centrum van rotatie maar niet veranderd.(v.b. verrijden met rupsen, ponton verplaatsing) Om dit te bereiken, moet een nauwkeurige kompas gebruikt worden gebruikt om altijd de correctie richting van de machine relatief naar het gebruikte coördinaat systeem te verkrijgen.
I9.1 Basis Gebruik 1. Zet de “3D Referentie” mode aan. 2. Geef de positie informatie van het Ingemeten stok (markering) punt in bij “stok Ingeven” toets. Opm: Prolec ProJob kan gebruikt worden om de 3D Ref. referentie punten aan te maken gelijk tijdig met het Project. Nu hoeft alleen nog maar het stok (markerings) punt uit de lijst gekozen te worden. 3. Refereer de Uitrusting op de geselecteerde stok (markering) en druk de “Refereer stok” toets. Het Project verschijnt in beeld en de uitrusting rust op de stok (markering ) in beeld. Graafwerk kan NU beginnen. Bevestig dat de machine niet is verplaatst. Als het gebied binnen bereik van de machine gedaan is ga dan naar STAP 3. 4. Als een andere Ingemeten stok (markering) te ver weg is, zodat het niet door de uitrusting bereikt kan worden zonder te verplaatsen, dan een tussen Referentie punt kan worden ingevoerd dit met de uitrusting zelf. Als voorbeeld, zonder de machine te verplaatsen met zijn rupsen strek de uitrusting naar de volgende stuk ontgraving, druk de “toevoeg stok” toets en plaats een stok (piket) waar de bak de grond raakt op het meetpunt. De machine kan nu verplaatst worden om nieuw te ontgraven maar wel zodat het binnen bereik is van nieuwe de stok markering. Opm: nauwkeurigheid zal minder worden als op dit niet Ingemeten punt wordt gerefereerd. 5. Stap 3 kan worden herhaald totdat een Ingemeten stok (markering) bereikt is. Opmerking: Het “geselecteerde stok” scherm heeft de mogelijkheid om een groot aantal Referentie Punten elk met een uniek ID adres, een 3D positie, een vlag die aangeeft de nauwkeurigheid en de kleur. De nauwkeurigheids vlag geeft aan of een punt “nauwkeurig” is of “afgeleid”. Voor een punt dat is geladen vanuit een bestand, of handmatig is ingevoerd, dit wordt geclassificeerd als “nauwkeurig” punt. Voor en punt dat is gemeten met de bak wordt als “afgeleid” geclassificeerd. Als het laatste punt dat gebruikt is voor Referentie een “Nauwkeurig” punt is en er dan met de bak een nieuw referentie punt aangemaakt wordt is dit punt “Niveau één” afgeleid. Als er dan weer een nieuwe referentie punt wordt aangemaakt dan is dit punt “Niveau twee” afgeleid. Hiervan is de nauwkeurigheid of elk nieuwe punt met de Bak oplopend van het vorige ref. punt. Het niveau van nauwkeurigheid wordt visueel weergegeven door de grote van precisie bol. Dit maakt het mogelijk om een heel werk (Project) met één goed ingemeten 3D stok (markering) uit te voeren, maar hou er rekening mee dat er dus fouten kunnen insluipen met deze manier van werken. De Precisie Bol groeit afhankelijk van de nauwkeurigheid van het laatst gekozen referentie punt. Kleur codering helpt ook om op locatie de goede 3D stok (markeringen) te onderscheiden van minder nauwkeurige 3D ref. punten. In het “geselecteerde stok” scherm kunnen door alle punten worden doorlopen of gevonden worden door een ID in te toetsen.
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 19 – 1 of 2
Hoofdstuk19 – 3D Referentie
19.2 3D Referentie toetsen: Met deze toets komt U in het 3D Referentie Menu waar U de 3D Referentie opties kunt instellen. Hier is het mogelijk om 3D Ref. punten aan te maken, aan te passen, te wissen. Ook de mogelijkheid om de Uitrusting op een 3D Ref. punt te refereren voordat met werk begonnen wordt. 3D Referentie Submenu Aan / Uit schakelen 3D Referentie (stokken). Een GPS kompas moet geïnstalleerd zijn om 3D Referentie Functionaliteit te kunnen krijgen. GPS- positionering wordt uitgeschakeld als 3D Referentie wordt geselecteerd. Selecteer de stok (markering) om op te Refereren met de uitrusting (Gereedschapspunt). Ook is hier de mogelijkheid om bestaande stokken (markeringen) te veranderen, toe te voegen of te verwijderen. Toevoegen van stok markering, Kies een kleur stok (markering) en geeft het een positie, een ID, nauwkeurigheid en evt. tekst. Deze wordt dan in de bestaande Job (Project) ingevoegd op de coördinaten die ingevoerd zijn. Dit stelt de machinist in staat om een stok aan temaken, te verrijden en de stok weer aan te raken als Ref. punt. Refereer de stok (markering) naar de bak (Gereedschapspunt).
Vergroot de beeldgrootte van de (markerings) stokken
Verkleind de beeldgrootte van de (markerings) stokken
Zet de gebruiker gedefinieerde stok (markering) opmerkingen aan of uit
Zet de zichtbaarheid van de (markering) stok aan / uit.
Verwijder alle (markerings) stokken uit het Project.
Laatste stok (markering) verwijderen uit het Project
560648-005 Uitgave 2 – Augustus 2010 Hoofdstuk 19 – 2 of 2
Prolec Ltd., 25 Benson Road, Nuffield Industrial Estate, Poole, Dorset, England BH17 0GB
Dealer voor de Benelux:
RADARSTRAAT 12 2901 AV CAPELLE A/D IJSSEL NEDERLAND +31 (10) 450 05 00
+31 (10) 451 10 40
[email protected]
PROLEC LTD 25 BENSON ROAD NUFFIELD INDUSTRIAL ESTATE POOLE, DORSET ENGLAND, BH17 0GB 560648-005 Uitgave 2 - Augustus 2010
+44 (0)1202 681190 +44 (0)1202 677909
[email protected]