Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
D.A. v.d. Bank - George Warden
83
Die herinneringe bestaan in werklikheid uit twee manuskriRte; 'n handgeskrewe manuskrip wat deur George self geskryf is op joernaalblaaie waarop die datum 1908 voorkom en 'n getikte eksemplaar wat, volgens 'n verwysing in die teks, in 1925 saamgestel is deur 'n onbekende persoon. Slegs die handgeskrewe manuskrip is in hierdie publikasie vervat, terwyl gedeeltes van die getikte manuskrip volledigheidshalwe hierby ingevoeg is, maar in 'n ander lettertipe om dit van die handgeskrewe manuskrip te onderskei. Die feit dat George Warden, ten spyte van sy Engelse afkoms, verkies het om sy herinneringe in Nederlands te skryf, kan toegeskryf word aan sy jarelange verblyf in die Vrystaat. Sy moeder sowel as albei sy eggenotes was van Afrikaanse afkoms. Soos sal blyk uit die herinneringe het hy hom, net soos sy ouerbroer Charles Frederick (landdros van Harrismith), vereenselwig met sy Afrikaanssprekende landgenote. Aangesiendieteks onveranderd gelaat is, kom spel- en skryffoute voor. Slegs in gevalle waar die spelling van woorde wat meermale voorkom verskil, m.a. w. soms reg en soms verkeerd gespel word, is die korrekte spelwyse gevolg. Selfstandige naamwoorde soos; Paarden. Wagens ens., wat in die oorspronklike manuskrip met hoofletters geskryf is, is stilswyend reggestel. Dieselfde geld ten opsigte van paragrawe en punktuasie. In gevalle waar onsekerheid bestaan oor 'n woord, is dit in hakies geplaas met 'n vraagteken agterna. Woorde wat deur die redakteur ingevoeg is, word met tekshakies aangedui.
DIE HERINNERINGE VAN GEORGE WARDEN In hetjaar 1846 kwam wij Groot rivier 1 door. Mijn vader, majoor Warden werd aangesteld als Britsche Resident van de geproklameerde grondt - tusschen Grootrivier, Vaalrivier en de Drakensberg.2 Wij bleef een tijd te Phillippolis, toen Vader dieper de land inging omeen goede plek te zoeken voor een hoofstad. Ging zoo ver als Winburg, die toe uit een paar huisen bestond, maar yond Bloemfontein het beste,3 en kochte die van eene J. Britz4 (die toen er woonde in een hartebeeshuis. Een hartebeeshuis is paalen of sparren in geplant met rieten gedekt en gepleisterd binnen en buiten en Iyken na een dak van een huis, op die de grond geplaats) als ook Kaffersfontein 5 - die gaf mijn vader aan het Gvt. present. Wij ging toen terug om de kamp op te haalen. Met de optogt op de plaats Kalkgat wou ik op die wagen klim; toen ik op de disselboom klom, kreeg de wiel een klip en ik viel onder de wiel. Mijn broeder Charles6 wou mij uitsleep, maar was te laat, de voor wiel ging over mijn buik
I. Oranjerivier. 2. Kaptein Henry Douglas Warden is in Januarie 1846 aangestel as Britse Resident van die Transoranje. Hy is in 1848 bevorder tot majoor. Sien 8.J. Barnard, 'n Lewensbeskrywing van majoor Henry Douglas Warden, ArgiefJaarboek vir Suid-Afrikaanse geskiedenis 11(1), 1948, pp. 348/9 en 407. VgI. ook Suid-Afrikaanse Biografiese Woordeboek (SABW) I, p. 901. 3. Warden het op 23 Maan 1846 aan die Goewerneur geskryf dat hy besluit het om hom op die plaas "Bloem Fontein" te vestig. Sien Barnard, op. cit .• p. 351. 4. Johan(nes) Nicolaas Brits, bewoner van die plaas Bloemfontein, het 500riksdaalders van Warden ontvang om hom te vergoed vir die verbeteringe wat hy aangebring het. Sien SABW IV, p. 59. 5. Kafferfontein. 'n Swan woonbuun suidoos van Bloemfontein in die omgewing van die teenswoordige Bochabela. Sien Kaan I: 125000, Bloemfontein. 1924. 6. Charles Frederick Warden, tweede seun van majoor Warden en later landdros van Harrismith. Sien Vrystaatse Argiefbewaarplek (VAB) Bloemfontein. Sterfkennis. W767/1900; SABW I, p. 902.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
84
Novors. nos. Mus., Bloemfontein, Volume S, Deel 6
en de achter wiel over mijn beenen. Gelukkig geen been was gebroken maar de dr. zeg een been pijp was gebarssten, het koste mij een maand in bed. Op Bloemfontein gekomen, werd dadelijk aan een woonhuis en fort geboud, die fort heet Queens fort. 7 Die eerste mooijelijkheid was dat de Boesmans de Boere zijn paarden met giftpylen dood schieten. Toen werd er 25 burgers en 25 soldaten uitgestuurd om hun te straffen - wij arresteerde 140 groot en klein en een paar was gewond en dood. Die families was toen uitgedeeld onder de burgers als dienstbode, maar ieder moes een volle familie neem, mijn vader wou hun niet schijden. Een tijd daarna gang weder een patrolie uit ten zuide by Paulsmitsberg8 daar [word] ook een lot gevangen en uitgedeeld als de eerste. De tweede maal ging ik ook onder zorg van den heer Andries Erwe. 9 Toen wij degat waarde Boesmans in woon, naderde, toen kreeg een Burger een pijl in zyn wang en zoo te zegdoor de wang. De dr. heef het (de pyl) dadelijk uitgehaald en hy is vris geworden, de ander kreeg het onder de knieschijf, die laatsten is ooker aan dood. Oude Andries Erwe[e] kreeg een pijl in de borst, maar de duffsebaatjie heef hem gered. lo De pijl heef net een klein schraap gemaakt. De oude rukte de baatjie oop en zeg, "Georgie, de Boesman het mij geraak. Kijk bietjie hier," maar het was maar een prik. Hij ging toen na dr. Fraser,ll die ook by ons was en toonde de wond, maar de dr. heef hem ook gerust gemaak en er iets aangesmeerd - toen was alles weI. Wij allen, de geheele familie, geng uit met mij vader, zijn secretaris, F. Rex,12 en familie op landcommissie. Wij waren een paar dagen over de Modderrivier, toen een ochend vroeg Hermanus Wessels met een brief van zijn vader aan mij vader [daar aankwam], vermeldende dat Andries Pretorius,l3, commandant-generaal van de burgers, Adriaan Stander l4 uitgestuurd had om mij vader te vangen -levend of dood. Vader stuurde dadelijk een van zijn orderlies om 12 man gewapen van Bloemfontein [te bring]. Die I(wam de volgende dag aan onder serjaent Makenzie. ls Toen wij af kwam na Rhenosterspruit, kwam Stander met zij 25 burgers op na ons. Mijn vader, Rex en broeder Charles reed een IS of 16honderd tree voor de wagens, toen hulle de burgers op hulle zien aanjaagen, keerde hulle terug na de wagen. Del2 man (troepen) was achter de wagens toen kwam hulle voorbij tot voor aan. Toen stuurde Stander een witte vlag om te zeg dat hij majoor Warden weI spreek, de soldaten moet niet schiet. Vader en Rex en nog een ging toen na voor en ontmoete Stander
7. Warden fouteer hier. Die eerste fortjie is op die hoogte net noord van die fontein gebou en is ForI Drury genoem na sersant Charles Drury, die onderwyser en garnisoendokter. Sien Barnard, op. cil., p.352. 8. Paulsmitsberg is 10 km oos van Dewetsdorp gele~. Sien R.S. Webb, Gazelleer for BaSUloland, p. 48. 9. Kommandant Andries Johannes Erwee. Sien J.H. Malan, Dieopkoms van 'n republiek, of die geskiedenis van die Oranje- Vryslaal /01 die jaar 1863, p. 221. 10. Duffelse baadjie. 'n Baadjie van dik, growwe wolstof. II. Dr. Alexander John Fraser (1821-1866) le~rarts van Warden se troepemag. Sien P.H. Butterfield (ed). The Orange River Sovereignty, 1848-1849: the letters of Ensign William Fleming, Navorsinge van die Nasionale Museum, 4( 12), Januarie 1984, p. 30. 12. Frederick Rex, vermoedelik 'n seun van George Rex van Knysna, het as sekretaris, tolk en landmeter vir Warden opgetree. Sien Malan, op. cil., p. 487; SABWII, p. 607. 13. Andries Wilhelmus Jacobus Pretorius het op versoek van die Winburgers 'n gewapende protes gefei om die Goewerneur, sir Harry Smith, te oortuig dat die meeste van die inwoners teen die anneksasie van die gebied as die Oranjerivier-Soewereiniteit gekant is. SABW II, pp. 573-581. 14. Adriaan Hendrik Stander, 'n inwoner van Win burg, het as kommandant aan die Slag van Boomplaats deelgeneem. SABW I, p. 799. IS. Sersant-majoor Mackenzie van die Cape Mounted Riflemen. Sien Karel Schoeman, Bloemfontein, die ontslaan van 'n slad 1846-1946, p. 4.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
D.A. v.d. Bank - George Warden
8S
en vijf man tusschen de wagens en de ander burgers half weg. Vader wou hem niet vrywillig overgeven en gaf Stander een kwart of half uur om te beslis, maar Stander zijn mensch~n was verdeeld zoo dat daar geen geveg was. 16 Rex presenteerde toen dat hij zou mede gaan om te hoor wat Pretorius wou hebben. Rex was ook dadelijk, toen hy by Pretorius kwam, prisonier gemaak. Die volgende week vroeg, op Maandag, toen ons opstond en demist weg getrekkim was, zag oris Pretorius zijn lager, net waar de Hospitaal1 7 thans staat. Pretorius had toen een brief met een witte vlag na vader gestuurd, vragende een onderhoud, maar vader wou niet de brief ontva'ng tenzij Rex present was, daar het in Hollandsch geschreven was. Later is Rex gekomen en toen was de ontmoeting bepaald halfweg tusschen ons fort en P[retorius] tijn lager, waar een tent opgeslaan was. Die onderhandeling yond plaats waarde Hollandsche Kerk l8 nu staat, daar werd een tent opgeslagen en een tavel en zes stoelen gebracht. Daar is toe overeengekomen dat ons Bloemfontein zal verlaat op voorwaarde dat Pretorius I 0 ~agens, b~spanne met drijwers en lijders, zou geven om de vrouwen van de soldaten te vervoer. Dit was tOl::n gedaan en wij trok weg na een lot ammunitie en koren in de water te hebben gegooid. Wijhad maar 170 troepen en Pretorius had tusschen 600 en I 000, zoo als Rex gezegt had, Illa:ar hy was bang dat gevecht zou worden want ons had later gehoord'dat l).ij maar 600 had, maar die was ook voor ons te vee I om tegen te gaan. 19 , Toen ~j een maand aan 'Grootrivier was, kwam sir Harry Smit 20 met een paar kanonen en troependaar aan eQ wij had toen met ponten over de rivier terug gekomen. Toen wij naby Kromelenboog Spruit' kwani; schoot de burgers een sarsie op ons voorhoede en schoot luitnant Salis 21 zijn paard en ook zijn arm af. Hulle retereerde toen na ons. De troepen was achter de wagens~toen moes hulle eers laai en voorcntoe gaan en niet lang daar na was de slag 'aan de ganglot in Booniplaats zijn tuin. Jk zat boven op de tent van ons wagen en kon mooi die spul aanzien:' Omtrent I uur zond mijn vader een bootschap dat ik een bottle brandewijn en kilrba water moet bring na hom. De soldaat moet de water en ik de brandewijn draag~ Ik yond toen Vader, de Governeur 22 en Cornel Buller23 bij de kanonen. Hulle had toe een gilts grog 24 gebruik en mij weer terug gestuur. Om4 uurwas degeveg over, toen vlug Pretorius. 2S Een maal in de gevecht was de C.M.R. (Cape Mounted Rifles) op de linker vleuge(op een bo~del en doet niets, toen reed mijn vader na hun toe en halfweg vloog zijn paard regt op en hy sprong af" maar ik dag hij h'eef een koegel en zeg aan Moeder, "Daar
16. Die konfroritasie tussen Warden en Standerhei op 13 Julie 1848 by Renosterspruit, ongeveer 10km noord van Bloemfontein, plaasgevind. J. F. Midgley, The Orange River Sovereignty (1848-1854), Archives year bookfor South African history, 12(2) 1949 pp. 119-120. 17. Die Volkshospitaal aan die voet van Bloemfontein berg (Naval Hill), tans die terrein van die Hoi!r , Handelskool. 18. Die T~eet~ringkerk. 19. Volgens Rex het Pretorius se mag bestaan uit I 000 tot I 300 man, terwyl Warden se "mag" bestaan het uit 45 Cape Mounted Riflemen, 12 rekrute, 42 burgerlikes, 25 Boesmans en 200 vrouens en kinders. Sien Midgley, op. cit.: p. 122. ' ' 20. Sir Henry (Harry) George Wakelyn Smith. Goewemeur van die Kaapkolonie (1847-1852). Sien SA oWII, pp. 691~695. , 21. Luitenant Joseph Salis van die Cape Mounted Riflemen. Sien Butterfield, op cit., p. 300. 22. Sir Harry Smith. ' 23. Luitenant-kolonel George Buller van die Rifle Brigade. Sien Butterfield, op. cit., p. 300. 24. Ghrok (ook grok), alkoholiese drank met wann water. 25. Die Slag van Boomplaats het op 29 Augustus 1848 plaasgevind. Andries Pretorius se kommando van ongeveer 300 ~an 'is ~erslaan deur sir Harry 'Smith se mag wat uit I 200 Britse soldate, 200 Griekwas en 'n klein Boerekommando bestaan het. Sien Standard Encyc!opaefiiafor Southern Africa (SESA) II, pp. 421-422.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
86
Navors. nas. Mus., Bloemfontein, Volume 5, Deel 6
leg Pa". Moeder begon te weenen maar Vader klim weer op, ik zeg ~oen, "Daar klim hij op", toe was Moeder weer stil. De paard had een scramschoot voor de ooren gekregen, net de h~are weg geschend of u het met een scheermesgedaan had. Om4 uur nm. was alles over. Achter de berg was een paa.r honderd paarden achtergelaten, die wij buit maakte. De Rooibaatjies kreeg toen verlof om de paarden te yang en te rij tot waar ons lager die avond zou stop. Ik geng ook met de lot mede en yang een paard en klom hem op en reed na de lager, toen ik daar kwam, zeg mij vader ik moet de paard in de lager bring. Maar sir Harry Smit[h] zeg, "Ne[ e] Georgie, gij kant de paard houden daar gij zoo vluks was om een te bring", maar ikheb het afgegeven. Toen wij op Bloemfontein kwam, gaf sir Harry mij een van zijn 'paarden, een bont hengst. Van die paard is veel bont paarden op Bloemfontein aangekomen. Op Bloemfontein is dadelijk een krygsraad gehouden, toen word Dreyer en Quickly, die gevangen was op BoomplaatS, dood geschoten, staande op hun knieen voor hun graften,26 Ik had byna een pak gekregen omdat ik er na gaan zien had. Toen werd een huis voor Vader en een fort geboud, de Queens[ort nabij de fontein. 26 Een dag zond Vader mij met Serjaent Mackenzie en vijf C. M. R. om zes slacht ossen te koop voor de troepen. Ik ging na Tempe, eene Mokke woonde daar.27 Ik vraagde de ossen om te koop, maar die oud zeg, "Loop, ik verkoop geen os aan de Engelsche". Ik sat de £24 op de tafel en zeide, "Mackenzie zal de ossen vat," maar Mokke sloeg de geld van de tafel met zyn hand. Ek schrikte en geng uit en wij geng na de beesten en nam 6 ossen. Ik moes met Mackenzie gaan om te tolk. ,
,
'
Ik geng toen na Swellendam na school, daar hier geen schoolmeesters was. In 1853 kwam ik terug en werd toen klerk van Ca ptyn [kaptein] Kenyon - was een 1/2 jaar by hem en moest veel schryf. C. Kenyon was betaalmeester van de troepen en Commissariaat. Hij heef mij dikwyls in het Frans gevloekt, maar mijn vader wou mij niet zeg wat de woorden betekend, die hij mij toevoegde. Toen werd ek na die plaats Douglasvalley29 gestuurd en moes een dam maak en een klipmuur, honderd tree vierkant om de woonhuis. Mijn handen was sacht en de 'klippenheef de bloed laat uitkom, toen maakte een oude Bastermeid schaapvel handschoenen - aile avon den is de hand schoen aan stuk. De dam moet ik met kruiwagens en barries 30 maakte, wij had toen geen schraapblokken. De dam bestaat vandag nog, J. DeaPI heef mij gezegt dat hij het al drie maal schoon gemaakt heef. In February 1854 werd de sovereiniteit van de Koningin '" terug getrokken van die gebied en het werd ,de Vrijstaat genoemd. 32 Wij trok toen weg na George; daar kochte vader een
'26. 'n Transvaalse boer, Thomas Dreyer en 'n droster uit die Britse lei!r, Michael Quigley is na die 81;ig van Boomplaats gevange geneem naby Bethanie-sendingstasie en op 4 September 1848 op Bloemfontein tereggeste1. Sien Malan, op. cit .. p. 108. 27., Queen's fort, 'tans die Militere Museum Fort. 28. Tempe was in daardie stadium 'n plaas noordwes van Bloemfontein. Tans is dit 'n militere basis en val binnedie stadsgrense. Mokke of Mocke kon nie geidentifiseer word nie. 29. Die plaas,'Douglas Valley, noord van Naval Hill, het aan Bloemfontein gegrens. Dit is op 4 Mei 1849 deur majoor Warden en sy seun Charles gekoop. In 1850 het maj. Warden sy gedeeJte van die plaas oorgedra op die naam van sy'eggenote. Douglas Valley is in Maart 1854 aan W.e. Bouwer verkoop vir £750. Sien Schoeman, op. cit., p. 30; Malan, op. cit .. p. 168. 30. Waarskynlik "barrow" - stootkar of handkar. 31. James William Deale het Douglas Valley in 1870 gekoop. VAB Transportakte 1/ 1/ 11 no. 11943. 32. Die Britse gesag oor die gebied is bei!indig deur die ondertekening van die Bloemfontein-konvensie op 23 'Februarie 1854. Sien Malan, op. cit .. p. 208.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
D.A. v.d. Bank - George Warden
87
plaat[s], Zwartbrug en een in Mosselbaai district, Goedemoedrivier. 33 Ikmoet toen afenJoe van een plaats na de ande[r] gaan met de vee. Vader en Moeder kwam mij bezoek op Goedemoedrivieren was bezig een verandering in de hliis te maak toen Vader ziek werd. Ik moes hun toen na Mosselbaai bringna de dr. en vandaar na huis op Zwartbrug. Niet lang erna is Vader gestorven. 34 Mijn moeder verkochte allesen wijgeng na de Paarl. Ik bleef twee jaar bij Moeder en bewerkte de twee erv~n, die zij daar gekocht had. Toen sir George Grey govemeur van de Kaap was,3S geng ik en broeder Charles na hem omtrent de compensatie van mij vader, die sir George Clark 36belooft had (£2 (00) en door zijn toedoen heefMoeder tog £500 gekregen. Ik moest ook compensatie [van] £150 kreeg, maar George Clark was maar een ja-broer~37 . . .. Ik[ging] op see op een schip, die ik en myn broeders Henry en Charles tezamen k()Cht vOor £1 500, genaamd Casuste. 38 Ik geng eerste als supercargo want als eigenaar wou ik niet gaan, want mijn plan was captein te worden en wou dus alles leeren. Ais de matrosen wist dat ik eigenaar was, zou zij mij niets leeren of wysen. Wij geng toen na Knysna een vracht houd [hout] haaien. Wy kreeg 12 dagen storm en had de plan van de hout in zee te werpen, toen bedaarde de wind en wij kwam veiUg te Tavelbaai [Tafelbaai] aan. Toen geng wyna Hondeklip baai; na Port NoUoth en bracht een vncht kopererts na de Kaap; toen na Mauritius met een lading visch; toen na R,io de Janeiro in Sold-America en bncht een lading cotJy [kome]. Ik heb ook een logboek gehouden, die heefmy nicht, Catharina Minnaar van de Paarl gekregen. Ik yond toen uit dat ik niet genoeg astrology geleerd had om met de sterren myn weg in de zee te kURnen vinden en gaf de captyn-schap toen op, verkochte myn deel van het schip voor £400, maar ongelukkig kreeg ik er geen dolt van. De koper werd bankroet. Ik kwam op togt na die Vrijstaat ... en geng terug na George waar ik een plaats huurd van de heer H. van der Hoven voor £36 pond per jaar. In het district Baufort en Victoria West 39 kochte ik memes om met muilen te boer in George. Op een dag geng ik met nog drie vrienden een eind zamen tot over de berg. Het was ene Martins Goetz van Mooirivier, die wy uitgelyde had. Toen wy uitgespannen was,·aan de ooste kant van de Bergrivier brug naby de Paarl, kwam drie transport wagens ook daar uitspannen. Toen. zy daar kwam, zaten wy om het vuur te eeten. Een van de jongens van de wagens kwam tussen my en ClaasGOeu en nam een stuk hout van het vuur, zonder te vngen
33. Volgens beskikbare bronne het majoor Warden slegs een plaas, Langdrift, in die distrik George gebad. Sien Malan, op. cit.• p. 168; Barnard, op. cit.• p. 473-474. 34. Majoor Henry Douglas Warden is op 2 Desember 1856 op 56-jarige leeftyd op George oorlede en daar begrawe. Sien Barnard, op. cit.• p.474. 35. Sir George Grey, Goewerneur van die Kaapkolonie (1854-1859 en 1860-1861). Sien SABW I, pp. 341-346. 36. Sir George Russell Clerk, spesiale kommissaris belas met die bel!indiging van die Britse gesag oor die Transoranjc. Sien ·SESA III,. p. 257. 37. Sir George Clerk was die W~rdens simpatiekgesind en by bet verskeie briewe geskryf waarin by versoek dat 'n pensioen aa~ Maj. Warden uitbetaal word. Sien Barnard, op. cit .• pp .. 469-470. 38. Die reekse, Register of arrivals and departures ofships: Table Bay and Simon's Bay. 1856-1859 en Register of arrivals and departures of s/;Jips coastwise - Table Bay and Simon's Bay. 1856-1869. is deur die Kaapse Argiefbewaarplek geraadpleeg maar geen verdere gegewens omtrent die skip Casuste kon egter opgespoor word nie. 39. Beaufort-Wes eit Victoria-Wes.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
88
Navors. nas. Mus., Bloemfontein, Volume Deel 6
en telde het zoo op dat de as en vonke op onse ete· vie!. Claas zeg toen, "·Vervloekste Hottentot, waarom maak· jy onse kost vuil?" De jong gaf Claas toen een hou over de schouder dat de kolen van de hout afvloog en wy kryg allen een kool op ons. Claas stond op en gaf de jongen een vuistslag. Toen kwam er nog een jong aan en zy kapte Claas met een juksky fjukskei]. Toen ik het zag, sprong ik ook by. Toen ik hielp, kwam nog vyfvolk en een had een jukskei en sloeg my achter het hoof dat ik over de disselboom viel by de achterjuk. Toen trok ik ook twee schyen [skeie] uit. Detwee De Vossen kwamtoen ook onshelpen. Wy . waren toe vier teen seven, allen met schyen vechtende. Ik kreeg drie gaten in myn hoof, maar op het einde joegen wy hun allen in de rivier. Dienacht dacht ik dat Goetz zou sterven. Zyn hoof was stuk geslagen en oude Martinus, zyn vader moest de dokter laten halen. Myn hoof was vreeslyk zeer, de haaren kwam los en vyf dagen erna had ik een kaalkop van vier duim groot. De gaaten is nog in myn schedel te voelen. De volk klaagde ons aan in de Paarl, maar zy konde ons niet [ ...] en van de saak is niets geworden, Ik maakte toen klaar om na George te gaan. Ik huurdevan H. van den Hoven, die later ~yn schoonvader werd, de plaats Highbury. Ik had toen merries gekocht en een eselhengst en een paardenhengst ingevoerd. Twee jaar heef het goed gegaan,maar toen voerde Coloniaalse [Koloniale] menschen muilen in van Zuid America, van 2 en 3 jaar oud, toen kon ikgeen 18 maand muil meer verkoop en gaf de muil boerdery op. Ik huuwde de tweede dochter van H. van den Hoven. 40 Ik trok toen na de Vrystaat en woonde te Tempe, een plaats van Joseph Allison,41 die to en Gvt. Secretaris was van M. Pretorius' Gouwerment. Het was vreeslijk droog in 1862zoo dat ik niets kon doen. Ik kwam met twee wagen[s] van de Colonie. Tegen de einde van de jaar kochte ik 50 schaapen maar was toen op de plaats Weltevrede van President Pretorius. 42 Allison heef mij slegt behandelt. Ik heb voor hem water op de plaats Tempe opengemaakt en in zijn tuin gebracht, toen beloof hij mij £70(pond), maar toen ik het vraag, ontkende hij dat hij mij iets schuldig was. Pres. Pretorius gaf 800 schaapen onder mij toezicht en toen hij de schaapen weg nam, gaf hij mij de witten lammers, 37, persent. Ik heb een van mij wagens verkocht. Van de ossen 24 en 6 ko[e]ijen en I bul die ik van .George gebracht had, heb ik maar 7 ossen, 5 ko[e]ijen en d,e bul overgehouden. Hier is in die tydveel veedood door de droogte. ' 1864 geng mijn vrouw met (kinders?) kuieren na haar ouders te George. Ik ging later met kar en paarden om hun te haalen. Wij waren niet lang tehuis of de Basutos onder Moletzani43 in Corannaberg en Letzoaan, alias Ramunella, [Ramanella] in Witsieshoek begon lastig te
40, George Warden se eerste eggenote, Johanna Lucretia van der Hoven (30 November 1840 - 26 J unie 1872). Sien
Sterfkennis, H. Ill: Grafskrif van J.L. Warden op die plaas Horatio, distrik Clocolan. Allison, Registrateur van Aktes tydens Warden se ~ewind, is in 1862 aangestel as Goewermentsekretaris en Tesourier-generaal. NA Pretorius se bedanking neem hyas president waar, waarna hy as een van die kandidate van die presidentskap benoem is. Sien SABW III, p. 20. .42. Marthinus Wessel Pretorius, derde president van die Oranje-Vrystaat (1859-1863). Sien SABW I, p. 678. 43. Abraham Makgothi Moletsane, 'n Bataung-kaptein van Mequatling. Sien A.A. Moletsane, An account o/the autobiographical memoirs, p. I; T.M.O.'C Maggs, Iron age communities o/the Southern Highveld, p. 227. 41. Joseph
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
.O.A. v.d. Bank - George Warden
89
word. 44. Ging met grooteklompe' Kaffer[s] jachten op de Vrystaats grond; jaagde de wild door de boeren zij.n vee, 4ie daar. door schaade lied;veel schaapen werd dood getrapt door de bh:sbokken; Later begon hulle te steel en ook huisen afbranden. Toen mijn schoonvader hoorde :van de Kaffers, schrijf hijmij dat had hij geweten dat onlusten zoo gou zou plaatsvonden, zou hij mijn echtgenoot daar. gehouden heef, maar dit zou voor my onmogelijk geweest hebben zonder vrouw hiermijn plichten na te komen - wie zou dan voor my kon zorg? Met de inval van Masupa4S heb ik de vrou en kinderen na Bloemfontein gestuurd en een huis van dr:Crause 46 gekregen, toen was zy veilig. Ik werd toen aangesteld als veldkornet van deel Boven Modderrivier en moeste burgers commandeeren voor de wachten op de grens en ook voor decommando.47 Letzoaan werd vroeg verjaagd in de bergen. genaamd de Rooikoppen; Eene Bush werd vermoord bij Corannaberg door Moletzanies (volk?) en Moshesh 48 wou de moordenaar niet uitleveren [daarom] werd er oorlog tegen hom verklaard.~9 Ik had drie wachten op de grens, een onder Jacobus de Wet;SO een Jacobus Steyn; een Hendrik Venter,Sldie ik gedurig moest voorzien van krijgs behoefte en voedseh. Mallapos2 maakte. een inv.al in Kroonstadt, Letseha S3 in Smithfield en Paulus Mopele s4 in. Bloemfontein district, nam een groot lot vee met hulle van de boeren, en (vermoor?) all[ e] mans persoonen die in hunne hande kwam. Toen Mopele in kwam, ging hij zoover also Rietspruit ten noorde van Bloemfontein [en] vermoorde een lot Bastards, die daar w90nd.e onder Gt. Baatjiesen nam al hun vee en wagens en zes vrouwen met zich.ss Ik kreeg toen orde[r] omdadelykzoo veelburgers te commandeeren als ik kon. Ik ging dadelyk langs Modderrivier af tot,by P. Nel, 3.uu.r te paard van mij af, en commandeerde 46 Burgers
44. LesaOanlf, vanaf 1864 bek\!rid as Ramanella, was 'n onderhoof van Molapo en Mosjwesjwe se skoonseun. Lesaoana se herhaalde oortredings op die grens, onder andere 'n aanval op Harrismith, en Mosjwesjwe se versuim on'! hom te straf het aanleiding gegeetot die Tweede Basoeto-oNlog (Junie 1865 - April 1866). Sien · Gouvernements courant van den Oranje- Vrijstaat, 14.06.1865; S.P.R. Oosthuizen, Die verskuiwende grens · tusseTJ die 'Vrystaat en Basoetqland 1840-1868, p. 300; J.J.G. Grobbelaar, Die Vrystaatse republiek en die · Basoeto-vraagstuk:'Argiejjaarboek vir Suid-Afrikaanse geskiedenis 2(2), 1939, pp. 124-125. 45.'·Da~id Masupha was Mosjwesjwe se derde seun. Sien SABWII, p. 463. 46. Dr. CJ.G: Krause'was Bloemfontein se eerste geneesheer. Sien SESA VII, pp. 456-457. '47. Geen dokumentere. bewys van Warden.se aanstelling as veldkornet kon opgespoor word nie. (Sekere GS'. bande was nie beski.kbaar in dieVrystaat Argiefbewaarplek nie.) Slegs twee kommandeerIyste wat onderteken is deur "G. H. Warden Ast. VeldIi:ornet" kon opgespoor word. J.1. de Wet is in 1862 as veldkornet vir BovenModderrivier aangestel. Vgl. voetnoot 50. Sien VAB: GS 1486, Basoeto-oorlog. Kommandeerlyste van persone en goedere, Bloemfontein, pp. 16 en 17. 48. Mosjwesjwe, opperhoof van die Basoeto. Sien SABW I, p. 586. 49. 'n Engelse handelaar, M. Bush is in Junie 1867 naby die teenswoordige Ladybrand verm~~r. Kort hierna is twee boere, J. Krynaauw en ene Pienaar in dieselfde omgewing vermoor. Dit het aanleiding gegee tot die Derde Basoeto-oorlog (Augustus 1867 - Maart 1868). Sien c.c. Eloff, Oos- Vrystaatse grensgordel: 'n streekhistoriese voorstudie en bronneverkenning, p. 30. . "" SO. JacobusIgna~ius de Wet, Christiaan.'Ie We.t se vader, is in 1862 aangestel as veldkornet van die wyk Boven Modderrivier. Sien J.D. Kestell, Christiaan de Wet: 'n lewensbeskrywing, pp. 2 en 6; Goevernements Courant .'. ' .. .... , 8.4.1862. .. 51. As gevolg v~n onvolledige dokumentasie was dit nie moontlik om meer besonderhede omtrent hierdie .. veldkornet~e te bekQm nie. .,.., . 52. Mplapo, tweede seun val1 Mosjwesjwe., Sien SABW II, p. 490. 53. Letsie (Letsea), oudste seun van Mosjwesjwe en sy opvolger as opperhoofvan die Basoeto. Sien SABWIII, p. 525. 54, Paulus Mopedi (Mopeli) 'n broer van Mosjwesjwe. Sien SABW III, p. 644. 55. Die Basters onder Carolus Baadjie is op 27 Junie 1865 by Rietspruit vermoor deur 'n bende Basoeto's onder aanvoering v~n David Mas~pha. Sien.Grobbelaar, op. cit., p. 134.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
90
Navors. nos. Mus., Bloemfontein, Volume 5, Deel6
die de volgende dag om 4 uur n.m. by my op de plaats Weltevrede moet wees met paard, sadel en (geweer?), 30 koegels en 1/2 pond kruid. Zij waren ook allen present.'6 Ik gaf de lot een kop[pie] coffy en beschuit die my vrouw gelukkig die vorige dag gebakt had. E. Hanger met zijn Bloemfontein Rangers kwam ook bij myY Wij ging toen voort achter de Kaffers aan die wij opvolgde. Te Verkeerdevley haalde [wij] hun in toen zij net door de drift was bovenkand de huis. [Wij] loste een sarsie op hun, toen verlaat hulle de zes wagens. In een van de wagens was de zes meiden, die sat daar naakt, de Kaffers had al hun kleding genomen en in bondels op een ander wagen gehad. Ik gaftoen orde[r] om de wagens uit te span en liet er drie burgers blyven, en zegde aan de meiden dat gij zich moest kleeden, die zij blij was te doen. De Kaffers heef de schaap en ook laat staan. Wij volgde hun toen weder op. Zij jaagde toen de paarden en beesten geweldig aan, maar toen wij hun nader ... liet zij de beesten ook staan, na twee koeien met een assegai achter de blad gestoken had dat de bloed spuit uit de wond; die heb ik dadelijk laat dood schieten. Wij volgde de Kaffers met die troep paardell en daar onse paarden begon een na de ander moeg te worden, kwam Commandant Louis Wessels 58 gelukkig by ons met een 100 man. Maar de paarden heef de Kaffers behouden en dreef hun in de ranten met zononder bij Vechtkop, of liewer lassekraal zyn ranten.'9 Toen moes wij dat maar laat, daar wij niet wis of er mischien een commando Kaffers in de ranten schuil. Wij had die dag (net?) 100 kaffers dood geschoten. Die avond donker kwam ik op Verkeerdevley terug, vreeslijk moeg, van de ochend om 5 uur tot 7 uur die avond in de zadel geweest. Hoe dat mijn paard het gehouden heef is een wonder, hij had in Mangani spruit60 net twee slukken water gehad. Die avond kwam commandant ROOS,61 die onder Roelofberg 62 die geheele dag was met 200 man, mij gelukwensch dat wij de kaffers zoo goed heef opge ... Ik moes hom Oom zeg, maar ik was zoo kwaat op hem dat hij ... ons aan te kijken en niet (een man?) stuurde om ons te helpen, dat [ik] hem Jij en Jou toevoegde in plaats van Dam te zeg, maar hij heef toen gevoeld dat hij schuldig was en had geswygd. De volgende dag word de vee, die wij van Masupa afgenomen had, na Boesmanskop gestuurd en daar heef de menshcen hun vee weder moes ontvangen. De volgende dag geng ik na huis na(rapport?) gemaaktehebben aan de President. 63 Diedankte mij dan ook voor wat ik gedaan had, maar comdt. Wessels heef de eer gekregen die mij toekomt. Toen moest ik na Rietspruit, waar de moord en plundering plaatsvond, met meel, coffy en combaarsen voor de vrouwen van de Bastards. Ik yond daar een treurigheid - de m~ide die gevlugd had was nog half naakt ... de 14 Bastards [wat] vrij kwam omdat zij op jacht was ... kon niet al de
56. Teenwoordig. Engels "present". 57. Die "Bloemfontein Rangers" was 'n vrywilligerkorps onder bevel van Edward Samuel Hanger. Sien W. W. Collins, Free Statio: reminiscences of a lifetime in the Orange Free State, pp. 205 en 261. 58. Kommandant Louis Wessels van Bloemfontein. Sien H.L.N. Conrad ie, Lewensgeskiedenis van J./.J. Fick, veroweraar van die Verowerde Gebied, p. 53. 59. Die Slag van Verkeerdevlei (ook bekend as die Slag van Leeuwspruit) het op 29 Junie 1865 plaasgevind. Vegkop (Jasskraal) is in die distrik Marquard gelee. Sien Grobbelaar, op. cit., p. 135; Kaart 1:500 000, No. 2726. 60. Waarskynlik Lengana (spruit) oos van Verkeerdevlei. Sien Webb, op. cit .. p. 31. 61. Kommandant Jan Roos van Fauresmith. Sien VAB: GS 2182, Lyste van amptenare: The Friend .... 14.7.1865. 62. Roelofsberg, noord van Verkeerdevlei. Sien Kaart 1:500 000, no. 2726 Kroonstad. 63. President Johannes Henricus Brand, vierde president van die Vrystaatse republiek. Sien SABW I, p. 114.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
D.A. v.d. Bank - George Warden
91
doode begraaf. 64 Nadat ik de meel en goed uitgedeeld had, ging ik na huis, maar had maar een paar dagen rust, moest weder ammunitie na Kroonstadt en Brandford stuuren en een escort commandeer om met die wagens te gaan. Twee van my vrienden was een jaar kwaat op my en wou my niet eens groet, daar ik een gekommandeerd had om 8 ossen te geven en de ander om als escort mee te gaan met de ammunitie wagen. Daar zij beide beboet werd voor dienstwygering was de oorzaak, maar hulle heef beide ingezien dat ik aIle burgers onder een kam gescheren heef, maar die een dag omdat hy een ambtenaar was dat ik hem niet zou laten dagvaren. Toen later werd ik gestuurd om slachtossen voor de commando te koopen en ook weg te bringen na de commando zoo dat ik af en toe op commando en tehuis was. Ik [moes] 7 wagens met ammunitie, koffy, meel, (klerasie?) na de comd. stuur met een B. Rens, die veldkornet was, maar toen de wagens geladen en op Springfield was om voort te gaan, was Rens weg. Ik kreeg hom laat de dagop de Plaats Rodewal 6' van Mr. Harris-smoordronk, lig[g]en en zyn wagen. Ik had de wagen late inspan en geng na Springfontein[Springfield'!J. Toen de wagen moet aankwam, stuurde ik H. de Plooy en Botha om te zien waar het bleef. Zy kwam my zeg dat Rens de drywer en lyder wou schiet als hulle niet weder uitspan. Ik gaf toen orde[r] om Rens te ontwapen en de wagen aan te bringen, welke ook donker die avond op de plaats aankwam. Ik ging toen de landdrost van Bloemfontein66 vertel hoe de zaake uitziet, toen zeg hij dat ik maar zelf zal moet gaan daar Rens niet te vertrouwen is, dus moest ik maar half gere[e]d gaan. Die volgende dag ben ik dan ook voort. Naby Zwartlap67 berg kwam 14 Kaffers voor ons voorby. Ik vraagde toen lOman om de Kaffers te keer of[ te] yang voor zij de berg bereik, maar [hulle] was te ver voor en ging de berg in voor mijn burgers op hun kon schiet. Van daar kwam een gerugte te Bloemfontein dat de Kaffers my aangevallen heef en ik vermoord was, mij echtgenoote had die tyding ook gehoord, maar een goede vried van my geng dagelyks uit na mij plaats om haar gerust te stellen. 22 dagen erna kwam ik levend en gezond te Bloemfontein aan tot verwondering van vele, die de gerugte geloofd had. Na die spulletjie ging ik weder osseh koopen en weder meel en goederen op 9 wagens na die commando bringen. Ik heb Rens toen gerapporteerd by de krijgsraad en hij werd afgesit. Ik was verpligt hem een avond in zijn wagen te late vastbinden, hij loop heel nacht rond en hou de copraals [korporaals] uit de sla:ap, die de wachten moet aflos. Ik kwam met die goed en slachtvee aan Caledon[rivier], die was zoo vol dat ik geen kans zag de vrachten door te (voeren?), maar zond drie vrywilligers om de lager op te zoe ken. De tweede dag kwam zij terug, yond de lager onder (Kolla?) berg68 met een brief van generaal Fick69 aan mij, zeg[g]ende dat hij mij een versterking zond, en dat ik op een gevaarlijke
64. Vier-en-vyftig van die Basters - al die mans en seuns, met die uitsonderingvan 'n paar wat op 'njagtog uit was - is vermoor. Die oorblywende sewe-en-sestig, vrouens en kinders, is aan hulle lot oorgelaat terwyl 'n paar vrouens ontvoer is. Sien Grobbelaar, op. cit.• p. 1J5; The Friend of the Free State and Bloemfontein Gazette. 7.7.1865. 65. Springfield en Roodewal, plase 005 van Bloemfontein. Tans deel van die kleinhoewes. 66. Comelis van Dijk van Soelen. Sien SABW II, p. 830. 67. Swartlapberg is in die distrik Ladybrand (Waarskynlik Thaba Phatswa). Sien Web, op. cit .• p. 58. 68. Vermoedelik Kolo (Golah) in Lesotho, ongeveer 20 km suidoos van Hobhouse. Sien Kaart 1:500 000, no. 2924 Bloemfontein. fR. Kommandant-generaal Johan Izak Jacobus Fick, bevelvoerder van die Vrystaatse magte tydens die Tweede Basoeto-oorlog. Sien SABW II, p. 240.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
92
. Navors. nas. Mus.,. Bloemfontein, Volume 5, Deel6
plaats .is en waakzaam moet (wees?) en dat, hij de volgende dag een plan zal maken om de goederen door te krygen. Genl. Fick kwani ook de·volgende.. dag met nog drie wagens. Hij zond mij die voorige avond 50 man onder.v~. L.,Prinslo[o], maaqoen hetdQpkerwerd, was er tenminste een 100,zij hebben op de pad vermeerder. Ik was verplicht een bees te slachten en koffy te gev~n. De volgende dag heefwij halwe vrachten gemaakt en tw~e span ossen voor een wagen en zoo late door zwemmen. Genl. Fickheefwilge houden [wilgehout] mee gebracht en die op de leeren.van de wagens vas (gernaakt?) en de meel zakken op die houten zqo dat dit droog door kwam. Die ander dag heefwij (Katzyn?) zijn berg genomen. 70 Hij was een Boesman hoof. Hulle het ons ookgoed met pylen beschooten. Op .die berg wasveel kafferkoren. Ik heb mijn wagim vrywillig aan het Gvt. gegeven om e~n vracht goed na de cpmd. te neem op voorwaarde als er graan is, dat ik graan kon opladen. Ik. heb toen ook (II?) zakken daar op geladen. Na de Boesmans verslagen was, kwam generaal Fick, G. Enslin, H. Waldek en ik onder de 1Jerg by elkaar en.. gin.g to.en om de berg om te zien waar.wij het naastaan de berg kon me~ een wagen komen. Toen wij achterde berg was, kwam een Henneman 71 en vertelde Generaal dat hulle twe~ Boesplans gevangen had. De :Generaal zeg, "Julle moest hun doodgeschoten hebben." Daarop ging die knaap en schoot de twee dood. Toen Merriman dat hoord, maak hy en nog wat Engelsche een memorie op .aan de Uitvo~rende Raad waarin .hulleFi~k beschuldig ollldat hij orders gaf[yoor de] moord.72 Acht dagen er na moest Fick, Enslin, Waldek en ik voor de Uitvoerende Raad verschijn., Daar is toen bewezen dat cFick gezegd had julle moeSl, maar niet moel dood geschoten (hebben?) en I;ick kwam schoon er uit,73 maar nochtans bedankt hy als comdt. genl.74 Toen werd P. Joubert 7S gekozen - toen is er ook vlu.kster [flukser] voort gegaan. T[h]aba Bosegu werd toen later omzingeld en ook bestormd maar ongelukkig was de teken, die gegeven moet worden, verkeerd door Wip~ner [Wepener] verstaan. Hij was te haastig, de tweede bestorm partij W!lS teverachter; dit koste Wepener zijn.dood en ook A. Raubenheim. 76 Dit lijk naar als de Boeren vlug; ik hoop om .het nooit weer te zien.
70. Op 3 Mei 1867, tyde~s die veldtog by Makwaisberg(Mabol~ka), is daar vanaf die aangr~nsende K.athringskop (Katryn's Kop) op die kommando geskiet. Sien F. Coetzee, Kom'!landan~-generaal J.I./. Fi~k·1816-1892. p. . 126; .Webb, op. cit .. pp. 40 en 104. . . 1'1. Petrus Ferdinand Hennenman. Die do.TP Hennenman is na hom vernoem. Sien J.C. MoIl ~n c.c. Eloff, Die . geskiedenis van Hennenman: pioniersjare to.t 1972; pp.18 en 19. .': . 72. John X . Merriman, die latere Kaapse premier, was op daardie stadium 'n landmeter in die Vrystaat. 'n Memorie, waarin Fick aangekla word, is deur Merriman en 18 ander aan die Krygsraad voogele. Sien Goewernements Courant (. .. ). 17.5.1867; SABW II. p. 47. 73. Op grond van die getuienis van wnde. veldkornet J. Waldeck, F. van Heerden, c.L. Klopper, J. Corneelse en W.G. Tempelhoff het die Krygsraad Fick onskuldig bevind. Ook P.F. Hennenman is onskuldig bevind.·Sien Gouvernements Courant .... 1-7.5.1867. 74. Kmdt.-genl. Fick is verantwoordelik gehou vir die mislukte aanvaIle op Thaba Bosigo. Die Volksraad het egter bevind dat die aanklagteteen hom ongegrond was. NA die ondertekening van die verdrag met Letsie (22 Mei 1867) is Fick se kommando ontbind. Sien Coetzee, op. cit .• pp. 96-132. . 75. Hoofkommandant G.F. Joubert het die noordelike kommando's aangevoer tydens die Derde Basoeto-oorlog. Sien Eloff, op. cit .• p. 318. 7~.· Die twee mislukte aanvalle op Thaba Bosigo (8 en 15 Augustus 1865) het tydens die Tweede Basoeto-oorlog plaasgevind terwyl Fick kommandant-generaal was. Louw Wepener en nege man, onder andere Adam Raubi:nheimer, het op Thaba. Bosigo gesneuwel. Sien Grobbelaar, op. cit .• pp. 137-139.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
"D.A. v.d. Bank - George Warden
93
Onder die wijl dat wij onder de berg was, ging een klompie burgers na de sendeling Mabelie77 zijn huis en yond daar (wijn?). Een menschen te veel gedronken, heef toengoederen vernield zoo als stoele en boeken. Mabelie klaagde er over en ik werd gezonden om inventaris te maak van alles wat daar was. Die zelfde nacht was G. Prins, v[eld]kornet van Bloemfontein, met zijn mensche daar aangevallen maar de kaffers heef geen een gedood. De tweede aanval op Thaba Bosego was ik gelukkig niet daar.78 Ik was gestuurd om de pos te haalen op Winburg. Kwam terug en yond de lager op Impokani;73 van daar ging wij na Mouwers Hoeks [Mauwershoelc] Ladybrand. Toen was ik weder na Bloe,mfo~tein, slachtossen koop en benodighede na de wachten van J. de Wet en J. Steyn (zenden?). Toen Timmie zijn berg ingenomen werd,80 had. wij een groot buit gemaakt van II 050 beesten, 25400 schaapen en bokken,750 paarden. Die lot was,te vt!el om in een troep te houden en ik gingnadepresident er over spreeken. Hij zeg ik moet maar ma~k zoo als ik goed dink. Ik verdeelde het toen in elf troepen, commandeerde twaalf Burgers en 24 Kaffers als (opzag?) en wachters, Ik moes aIle Saterdagen rapport maak by de landdrost wat geslacht word, wat aankomt en doodgaat. De bokken had erg brandziek en vrekte daagelijks. Van de beesten en schaapen is ook veel dood. Een tyd er na moest ik na Kroonstadt stuur; 500 b[eesten]en 50 paarden; na Fauresmith 500 b[ eesten], 50 paarden; Boshoff 500 b[ eesten],50 paar[ den]; Philippolis 600 b[eesten], 25 p(aarden]. De restant werd op (Springfield?) verkocht op p(ublieke] vandutie, op Bloemfontein ook een p,aar honderd. Toen ik al de gecommandeerd wagens; ossen en tent en afgegeven had en verslag gedaan had, bedankte ik als veldkomet. Toen werd de Verowerde Grond in plaatsen geinspecteerd. 81 Ik werd aangesteld als lid van de Inspectie Commissie onder voorsitter George Prince, Gvt.landmeter. Wij (inspecteerde?) 73 plaatsen. Ikkreeg £1 per dag, de voorsitter·£2. In de VerowerdeGrondgebied was nog oral klompies kaffers, maar het Gvt. gaf ons een escort van 25 man onder vk. J. Groenewald. Op 'de plaats Beginsel heb ik die werk opgegevenen de escort is ookna huis gegaan. 82 De Com~issie van Jan Fick heeftoen de (resterende?) grond vanaf The Prairie tot terug na K.B. Baken geinspecteerd. 83 Maar teen Nuwejaar was ik danook weder tehuis. Die yolk toen nog in de gebied was, is een na de ander weg gegaan, buiten Marakabie en Pie. 84 Ik kreeg toen order om die Kaffers aan te zeg dat hulle moet trek, daar comdt. L. Wessels met een commando hide zal uitd'ryf; toen is hulle ook weg maar Marakabie wou niet graag weg gaan en vraagde mij om aan de Preside'tit te schrijf om hem een plek te geven. Ik .
-
"
,
77. Adolphe Mabille van die Paryse EYangeiiese sendinggenootskap se'sendingstasie was by Morija. Sien SABW I. p. 505. 78. 15 Augustus 1865. Sien Grobbelaar. op. cit., p. 139. 79. Impuguani (Impukani) in die huidige distrik Clocolan, Sien Webb. op. cit., p. 16. 80. Op 23 Februarie 1868 het die Vryst;iatse magte Letsie se vesting. Qeme (TKimi. Kieme. Thieme) ingeneem. Sien Grobbelaar. op. cit., p:169; E'loff. op. cit., p. 318; Kaart 1:500 000. no. 2924. Bloemfontein. '81. Drie rye plase. van I 500 morg elk. is langs die hele grenslyn tussen die Vrystaat en Basoetoland'geinspekteer. Hierdie plase is deur 'n kommissie van drie lede. waarvan een 'n land meter moes wees. afgebaken: Sten Grobbelaar. op. cit., p. 154; Eloff. op. cit. pp. 24. 26 en 27. 82. Die plaas Beginsel is gelee aan Clocolanberg. enkele kilometer noord vanaf die teenswoordigedorp Clocolan. 83. Die wyk Corannaberg is geinspekteer en opgemeet onder toesig van J.c. Fleck (later Landmeter-generaal van die Vrystaat). The Prairie is gelei! tussen Clocolan en Marquard en die K.B. Baken (Kaffer- en Boerebaken) op die plaas Farewell tussen Winburg en Marquard. Sien Eloff. op. cit., p. 41; Grobbelaar. op. cit., pp. 118-120. 84. Marakabi en Pii. seuns van Molets.. ne. Sien The Friend .... 11.10.1867; Moletsane. op. cit.. bylae:
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
94
Navors. nos. Mus.. Bloemfontein. Volume 5, Oeel 6
schrijf toen en de President heef hem na Bloemfontein geroepen en hem een plek in het (KroODStad?) late aanwijs, maar hij wou niet daar blijf en later is hij by F. (Schimper?) op Jassekraal gaan woon. 8' De plaatsen in de Verowerde Grond (werd?) op (vandutie?) verkocht, na twee (rijen?) opde grens uitgegeven was onder occupatie. Ik kochte Beginsel en kwam in om te occupeeren maar wij bleef op Carba tezamen 18 (man?) voor veiligheid. Oaar L. Geldenhuis en R. Lindeque en Voster aile dag na hun plaatsen gaan om te werk en ons in de kamp moet blijf, had het my verveeld. Oaar een dag een lot Kaffers onse vee nam en aanjaagde maar wij nam het weder af. Toen maakte ik een plan in tegenwoordigheid van ons vk. Lou Geldenhuis, dat ik zal looten maak en die de loot trek, na die zijn plaats onz zal gaan en daar een maand werk, en dan weder loot en zoo dat ieder een kans kryg om op zijn plaats iets te doen, maar Lourens G[ eldenhuis] wou niet. Maar ik kreeg tog acht man, die daarmee eens was en wij geng na Gouverneurskop daar P. Bezuidenhout de loot trok. Ploe~de en zaaide daar, toen raakte zommige van ons uit koffy en vleesch, toen viel de lot op my om uit te gaan·om die nodige te gaan koop op Bloemfontein. Ik ging. Toen ik op Bft. kwam, wou de President mij zien, toen ik in de kantoor kwam, gaf de Prsdt. [President] mij een brief van Geldenhuis, die my verklaag dat ik de kamp verlaat had en hij weet niet waar ik is en nog 8 man. Oit was een leugen, hy wis goed waar ik was. De President was heel tevrede met my maar wou hebben dat ·ik als v[eld]kornet over die ander moest wees maar ik (wygerde?) en beloofde de President als ik terug gaan dat wij dan een zou kies. Oit is ook ged~anen P. Bezuidenhout werd gekozen.
Van daar ben ik na Beginselgegilan in Oktober 1868. Ik heb toen de vontein [fontein] open gemaakt en 'n watersloot van daar na waar de tuin moet kom en toen een klein huis gemaakt . van drie kamers. Maar hout had ons niet, toen kreeg ik wilge houq borne by S. Lombaard aan Modderrivier. Oaar heb ik mij met de zware balken bezeerd in mylinker heup, die plaag my nu nog dikwijls. Achter de huis heb ik een zoode kraal gemaak voor schaapen. In de huis was schietgate van waar [ik] een dief in de ·kraal kon schiet, maar heb het nooit nodig gekreegen. Ik was toen aileen voorste man in die streek, oude heer H. Taylor met zyn familie was op zyn plaats. Ik was 21 dagen hier, toen kwam oude Nicholas Prinsloo (Kolberg) en myn schoon vader, J.A. Meyer in; toen was ik niet me[e]r de voorste man en zoo is deze land bewoond, een na de ander inkomende. Pie, een voorman van een partij kaffers wat nog op Umpokani was, kwam by myen vroeg my doppies. 86 Ik zeg, "Nee, gij zal my met my eigen doppies schiet." Hy zeg neeons is mos broeders, ik moet niet zoo praat. Een Kaffer heef een paard van hem hier in my berg geslacht en hy wil hem gaan schiet. Ik gaf hem toen to doppies. De volgende dag is hyen to volgelinge na Caledon. Ik nam myn paard en verkijker en geng op de rand sit om te zien wat gebeuren zou, toe~ ik een half uur daar was, zag ik rook en dachte dat hij de hutten van de kaffers aan brand stook. Omtrent 4 uur n.m. kwam hij terug met 5 bees ten en 2 paarden, die hij van de kaffers afgenomen had en wyste my zijn betaling voor zijn paard. Ik zeg toen aan .Pie, "Gij
ss. lasskraaL Vgl. voetnoot 59. 86. Slagdoppies vir die doppic-vooriaaiers.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
D.A. v.d. Bank - George Warden
95
-----------------------------------------
het nu de kaffers kwaad gemaak en ons zal nu allen daar door moet lij, want de Kaffers zal kom en hun wraak breek." Maar hij zeg neen, hulle zal niet kom. Ik heb daarom les nachten waak gehouden, maar niets gebeurde. Ik gang to en na Bloemfontein om mij familie te haalen. Toen de President my zag, laat hy my roepen en vroegof ik tog niet nu myn vrouw komen haalen. Ik zeg, "Ja President. Ik kan niet twee huizen houden." Hij raaide my af, maar ik zeide aan hem, de Kaffers zeg ons is nu broeders en vertelde hem het bovenstaand geval. Pie heef my een groot zak kafferkoren en een vet bok gestuurd, zoo dat ik goed beloond werd voor de 10 doppies. Ik heb toen de familie gebracht en my schaapen en beesten ook.Ik boude toen nogeen kamer aan diekleine huis. Mijn vrouw was ook niet bevreest te komen. Ik heb toen grond gebraakt voor koren en boomen geplant. ... van ons ... (President?) kreeg ik een kasje met 241emoen, 12 suurlemoen en 8 citroenen. Van de pitten heb ek nu de (zoet?) zuurlemoen en citroens (geplant). De ... jaar 1872 Juni, stierf myn vrouw aan inflamatie; myn kinderen waren jorig en het viel my mooilyk. 87 Die oudste dochter88 zond ik na Smithfield na school, de jongste gafik aan myn broeder Charles, daar hy al lang een van myn kinderen wou hebben.89 In April 1874 huuwde ik Cornelia Aletta Meyer. 90 Zij is een dochter van J.A. Meyer, die ik huud na het afsterwe van het eerste ... Ik werd toen gekozen als Volksraadlid voor wijk Corannaberg maar door de zwakke gezondheid van mij tweede echtgenoot, was ik verplicht te bedanken na twee jaar.91 Ik werd ook aangesteld als vrederechter, voorzitter van de Land Commissie, heemraad 92 en lid van de Drank Commissie. Ik heb later een na de ander bedankt, maar bleefvrederechter tot nu nog. Wij had niet lang rust. De Britsche Gvt. kwam eerst over de Diamandveld ons plaag, voorgewende dat die grond aan Waterboer behoort en dat wij niet in staat zou wees om order daar te handhaaf9 3•.• Later weer met de Transvaal onenigheid en daar wy een verbond met de Transvaal had, werd wij ook in de oorlog [betrekt] ... 94
87. Johanna Lucretia Warden (geb. Van der Hoven) is op 26 Junie 1872 oorlede en opdie plaas Horatio begrawe. Die oorspronklike plaas Deginsel is onderverdeel in kleiner plase o.a. Horatio. Sien Slerjkennis H. III; Grafskrif van J.L. Warden op die plaas Horatio, distrik Clocolan. 88. Warden se oudste dogler, Margaretha Susanna was in 1872 ongeveer elfjaar oud. Sien Slerjkennis 24223/269. 89. William Gustavus Warden is deur George se ouer broer, Charles Frederick aangeneem. Sien Slerjkennis W2085 en W767. 90. Cornelia Aletta Meyer (10 Maar! 1848 - 28 Desember 19(6), 'n dogter van Jan Abraham Meyer van Clocolan. Sien Slerjkennis W2108. 91. Warden bedoel waarskynlik twee jaar ml. sy huwelik met Cornelia Aletta. Hy was vanaf 1870 tot 1875 Volksraadslid vir die wyk Korannaberg, (eers in diedistrik Win burg, toe in die Verowerde Grondgebied distrik Ladybrand). Sien OVS Volksraad, Notu/en der verriglingen van den Hoogede/en Vo/ksraad. 1870 en 1875. 92. VgI. VAD: GS 2181, Civie/e Amblenaren; GS 2184, Lys van amp len are: Landdroskantoor. Ladybrand; GS 2186, Gouvernements Amplenaren vanaJ 1875. 93. In 1871 is diamante ontdek by die teenswoordige Kimberley. Die Dritse regering het die Griekwa-hoofman, Nikolaas Waterboer, se aansprake op die'gebied ondersteun en in Oktober 1871 het die Kaapse goewerneur, sir Henry Darkly, Griekwaland-Wes geannekseer. Sien J.J. Oberholster, Die anneksasie van Griewaland-Wes. Argiefjaarboek vir Suid-AJrikaanse geskiedenis 8, 1945, p. 133. 94. Die Tweede Vryheidsoorlog (1899-1902).
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
96
Navors. nas. Mus., Bloemfontein, Volume 5, Ded 6
Die oorlog duurde drie jaar. Ik en vrouw en 2 dochters9~ werd gevangen genomenen na Ficksburg gestuurd. Daar werdwij in de Hollandsche kerk met nog een heele partij Families ais krygsgevangene[s] [gehou]. Ik geng toen na die Provost Marshall en vroeg'om een ander p,lek, hy stond toe dat ik een ledig huis kon nemen. Ik maakte toen Paul Fick,96 zyn huis schoon, want hulle had het als een stal gebruikt. 17 dagen daarna ging ik na de Provost ~arshall en vroeg hem om na Basutoland te gaan, daar ik de (gewoel?) niet kan staan. Hij zeg toen ik met verlof krijg van Basutoland gouvernement, welke ik ook kreeg onder voorwaarde dat ik myzelf moet onderhouw. 97 Ik vroeg toen permissie om na Ladybrand te gaan om te zien ofik van my beesten kon krygen, het werd my toegestaan op voorwaarde dat ik door Basutoland gaan. Ik maakte op Ladybrand by de colonel daar aanspraak op myn beesten. Myn ossen was toen allang van my genomen. Na vier dagen moest ik een staat opmaken van de beesten. Na de staat ingeleverd te hebben, werd ik geroepen by de Supply Office, daar vertelde de colonel my dat hy die dag orders gegeven had om geen boer meer vee te geve~. Ik herenerde hem dat ik al vier dagen geleden myn applicatie ingestuurd hebben, daarop gafhy my de beesten. Maar ik kreeg maar 109 terug, toen ik na de ander 84 vernam, , zeide hy ik moet tevrede wezen met die. Ik kreeg toen receipt for [voor] 46 ossen en vier koeijen, 17 paarden,9muilen en een receipt van £30 voor myn huis op Ladybrand, die zy afg~broken had tot op de grond om schansen te bouwen. Ik en vrouw en twee dochters ging toen door na Basutoland: (Huurde?) een'huis van een Kafferkaptein, die geen dak op had. 98 Ik huurde kaffers om dekgoed te snij en kochte hout van een (Hibert?). Maakte toen de huis in orde, drie weken daar na verliet ons de tent en geng in, het huis woon. Drie maande daarna kreeg ik een brief van demagestraat dat a] de Vrijstaters dieper in Basutoland moet gaan, dat het militaire goverment ons verdag met de V. Staatsche burgers ... te houden. Wat my aangaat, was dit een valsche beschuldiging maar wij moes maar gaan. 99 Toen ging ik na een kaptijntjie genaamd (Rautoe?) daar huurde ik een goede huis VOOf 10 / - per maand. Ik was daar vier maande, toen weer dieper in. Zoo ging ik na kaptyn Peete, daar boude ik een huis met zoode en bled daar tot het vrede werd. Maar bewaar een wit mensch om onder Kaffers te woon. Zij zijn altoos wantrouwig en u kan hom 'ook niet vertrouwd. Na de vrede kwam ik (terug?) en yond alles vernield en verbrand (9?) gebouwen. Mijn beesten 238, paarden 21 en 464 schaape werd genomen door de militaire, maar door veel zukkel heb ik 109 beesten en 2 paarden terug gekregen, maar de ossen en melk koeijen kreeg ik niet. Het werd (verkeerd?). Na de oorlog kreeg ik voorde ossen en paarden en schaape
95. Susanna Louisa (mev. V,an Rooyen) ,en Eliza Francis (mev. Meyer).~Sien Slerjkennis W 2085; Skriftelike mededelings: mev. S, Morton, Kaapstad en mnr. J,A. van den Heever, Malvern; 2.11.1984. 96. Kommandant Paul Hendrik Fick. Sien SABWII, p. 240. 97. Die Basoelplandse ~gering het verskeie voorwaardes gestel aan Vrystaters wat in die Britse kroonkolonie wou gaari'skuil. Sien c.c. Eloff, Oranje-Vryslaal en BasoelOland. 1884-1902:'n verhoudingsludie. pp. 262-263. 98. Volgens die Iys van Vrystaatse vlugtelinge wat in 1901 deur die assistent-kommisaris vir die distrik Berea opgeslel is, het G.H. Warden by kaptein Peete asiel gevind. Die persone wat hom vergesel het, is aangegee as vier manlik en drie vroulik. (Inligting beskikbaar gestel deur dr. c.c. Eloff, RGN, Pretoria). 99. 'n Aanklag, dikwels geregverdig, is teen vlugtelinge in Basoetoland ingebring dal hulle lewensmiddele aan hul landgenole in die Vrystaat (Oranjerivierkolonie) verskaf het. Om hierdie probleem te bekamp, is opdrag gegee dat vlugtelinge almal minstens vyf my I (agt km) van die grens af verskuif moes word. Sien Eloff, OranjeVryslaal en BasoelOland .... pp. 268-269.
Reproduced by Sabinet Gateway under licence granted by the Publisher (dated 2012)
1985
D.A. v.d. Bank - George Warden
97
uitbetaling, maar alles onder de waard, by. schaap 5/3 [521/ 2C]. Onder de bees ten was nog van R. van Rooyen, l.A. Meyer en l. Oberholzer, zoo dat ik 37 behoude, mijn eigendom. Die 109 beesten moes ik verdeel in 7 klompies, daar in Basutoland niet wijdeveld is voor zoo een lot. Wij, ik de vrouw en 2 dochters moest toen hard werk om de huis en plaats schoon en reg te maken. Ik had geen volk, net een jonge beestwachter. Eerste de (keuken?) schoon gemaakt, die niet vernield was maar was een stal gemaakt en zoo een kamer na de ander reg gemaakt. Die reperatieskoste my over £200. Ik had geen schaapen en was zonder vleesch. Toen kreeg ik een geluk om 50 shcaap ooijen te kopen voor £ 1/5/ - [R2,50] stuk ... 14 dagen na -ik tehuis was, kwam myn zoon Charles terug van krygsgevangen.100 Twee maande daarna kwam George van St. Helena waar hy heen gestuur was,l°l Kort voor George kwam, kreeg ik twee volk, de een is nog by my genaamd Stuurman. Na de oorlog hebben wy nog geen oogst gehad door de droogte, doch genoeg voor gebruik.
100. Warden se seun, Charles Frederick, is op 30 Julie 1900 by Fouriesburg gevange geneem en na die Kaapse Skiereiland gestuur. Sien List of prisoners of war. Prisoner no. II 099. Vgl. ook voetnoot n. IOI. lOl. George Warden Or.) het op 27 Februarie by Paardeberg oorgegee en is met die skip Bavarian na St. Helena gestuur. Sien Prisoners of war: list of Free State prisoners, J4 May 1900. Prisoner no. 6729. In die Iys van Vrystaatse vlugtelinge in diedistrik Berea (Basoetoland) teen omstreeks Julie 1901, word aangedui dat drie van Warden se seuns krygsgevangene geneem was. In die Iys vir die distrik Leribe verskyn die naam van H.D. Warden (Henry Douglas John?). Sy woonplek in die Vrystaat is as Senone,Ladybrand aangegee terwyl verder aangedui is dat hy, sy vrou en ses kinders met 'n wa, kar, een perd en 5 I stuks vee by Rautau in die distrik Leribe geskuil he!. (Inligting beskikbaar gestel deur dr. c.c. Eloff, RGN, Pretoria).