DEURNINGER ES BEELDKWALITEITPLAN
IAA Stedenbouw en Landschap
COLOFON 15 mei 2014 Beeldkwaliteitplan
‘Deurninger Es’, Deurningen In opdracht van:
Gemeente Dinkelland Opgesteld door:
IAA Stedenbouw & Landschap M.H. Tromplaan 55 Postbus 729 7500 AS, Enschede t (053) 480 44 44 Project: 2011001LL e
[email protected] i www.iaa-sl.nl Projectteam: P. Hermens, J. Jansen, R. Korsman, M. Otten, R. Wessels.
2
INHOUDSOPGAVE 1. Algemeen
4
2. Verharding
8
1.1 Uitgangspunten beeldkwaliteit 1.2 Hoofdkenmerken beeldkwaliteit 2.1 Verharding 2.2 Gemengde zone
4 6
8 10
3. Groen
12
4. Water
18
5. Bebouwing
20
6. Verlichting
28
3.1 Assortiment 3.2 Groene erfgrenzen 3.3 Een nieuwe esrand
5.1 Bebouwing 5.2 Bouwkaders: situering 5.3 Bouwkaders: beeldregie 5.4 Bouwkaders: hoofdvormen 5.5 Bouwkaders: gevelaanzichten 5.6 Bouwkaders: materialisering en detaillering
12 14 16
20 21 22 23 24 26
3
1. ALGEMEEN 1.1 Uitgangspunten beeldkwaliteit Het plangebied is op te delen in twee delen, het deel ten noorden van de beek en het deel ten zuiden van de beek. Het noordelijke deel wordt beschouwd als inbreiding binnen de bestaande kern. Hier ligt het accent met name op aanhechting aan de bestaande dorpskern en op het aanhelen van de hoofdlijnen van de stedenbouwkundige structuur. Tevens vormt dit gebied de schakel tussen het bestaande dorp en de uitbreiding ten zuiden van de beek. Het accent van het zuidelijke gedeelte, op de flank van de es, ligt met name op de overgang van dorp naar landschap en de beleving van de es.
4
I inbreiding
II uitbreiding
impressie bestaande situatie
5
1.2 Hoofdkenmerken beeldkwaliteit Inbreiding In het noordelijke deelgebied I, de inbreiding, wordt de beeldkwaliteit afgeleid van de bestaande kwaliteiten in het omringende dorpsgebied. De bestrating en aanplant worden doorgezet vanuit de bestaande context. De nieuwbouw krijgt een duidelijke relatie met de bestaande bebouwing. Uitbreiding Gebied II, de uitbreiding, krijgt vanaf de brug een eigen karakter. Het gebied kent een relatie met zowel de bestaande aangrenzende structuur als de open groenstructuur van de es. De beeldkwaliteit borgt vanaf de Vliegveldstraat het aanzien van een Twents dorp op de flank van de es. Hierbij wordt voor de beeldkwaliteit van de woningen die vanaf de Vliegveldstraat zichtbaar zijn, extra aandacht gevraagd in de vorm van een hogere beeldregie. In de inrichting wordt een relatie gezocht met de oorspronkelijke esbeplanting, -bestrating en -bebouwing en wordt gestreefd naar een Twents, dorps woonkarakter. Dat hoeft niet historiserend te zijn. Het gewenste karakter kan ook worden gevonden in een eigentijdse, bij voorkeur moderne, versie van voornoemde elementen. Inzet van streekspecifieke, natuurlijke materialen geniet daarbij de voorkeur.
6
impressie nieuwe situatie 7
Kerkweg
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
2. VERHARDING 2.1 Verharding st. Plechelmusplein
Past. Gl
oerichs
traat
Past. Havinkstraa
t
t Past. Teussestraa
I Inbreiding Het profiel van de Pastoor Havinkstraat is niet altijd eenduidig. Dit leidt tot onduidelijke overgangen en onoverzichtelijke parkeeroplossingen. Met de nieuwe ontwikkeling ten noorden van de Deurninger beek wordt het profiel van de Pastoor Havinkstraat eenduidig gemaakt en doorgetrokken. Hierdoor ontstaat meer ruimte in de bestaande straat en leidt het parkeren niet langer tot problemen. Met de bestrating en de introductie van de gemengde zone (zie 2.2) wordt de aansluiting gezocht met de uitbreiding ten zuiden van de Deurninger beek.
Past. Havinkstraat
vinkstra
at
Deurningerbeek
t
erichstraa
isstr aa
t
Past. Glo
Wil thu
II Uitbreiding Het zuidelijk plandeel krijgt één type bestrating met nuances in kleur en/of verband, waardoor het op een subtiele manier onderscheidend is van andere woongebieden, maar wel past bij het karakter van het dorpse wonen. De gehele bestrating betreft een gebakken klinkerbestrating. In de gemengde zone zijn verschillende invullingen denkbaar, waarbij ook groen een prominente rol speelt. In een groot deel van de gemengde zone worden bovendien de benodigde parkeerplaatsen gerealiseerd. Om de kwaliteit van het straatbeeld hoog te houden en in de toekomst niet overal auto’s te hebben staan, zijn delen van de gemengde zone toegewezen waar niet geparkeerd wordt. De rijzone en gemengde zone krijgen een licht genuanceerde klinkersortering. Waar het parkeervakken betreft, wordt een ander verband of type bestrating gebruikt, ook opritten worden in een ander patroon gelegd. De vormgeving en detaillering van de bestrating draagt in de toekomst zorg voor een rijk, groen en gevarieerd straatbeeld, zonder grote en eenzijdige oppervlakten bestrating.
Past. Ha
De grens tussen inbreiding en uitbreiding wordt gevormd door de Deurningerbeek. De verbinding tussen inbreiding en uitbreiding wordt gemaakt met een brug. De uitgangspunten voor het ontwerp van de brug worden verder toegelicht in hoofdstuk 4. wandelpad / langzaam verkeer wandelpad / langzaam verkeer rijzone rijzone gemengde zone gemengde zone zonder parkeren gemengde extra parkeerzone zone zonder Pastoor parkeren Havinkstraat parkeerplaats ve eg
Vli
langzaam- en noodverkeer at
tra
lds
brug
typologie verharding 8
Deurningeresweg
N
I Inbreiding
straat
II Uitbreiding
rijzone
trottoir / inrit: gemengde zone
Wandelpad richting beek
Verschillende bestratingsverbanden
parkeren: gemengde zone
9
Kerkweg
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
2.2 Gemengde zone
In het plan is een deel van het profiel gemarkeerd als gemengde zone. Deze zone bestaat in principe uit een viertal verschillende functies: opritten, trottoir, parkeerplekken en groen. Ook zal deze zone een functie vervullen voor de leidingen en bekabeling.
st. Plechelmusplein
Past. Havinkstraa
traat oerichs Past. Gl
De opritten en het trottoir liggen in dwarsverband, waardoor zij zich onderscheiden ten opzichte van de in keperverband bestrate rijloper. Parkeervakken hebben door de openingen tussen de klinkers al een iets groenere uitstraling.
t
t Past. Teussestraa
De gemengde zone is essentieel voor de gewenste dorpse (Deurningse) kwaliteit. Door deze in de latere detaillering zorgvuldig te ontwerpen ontstaat een gevarieerd straatbeeld: geen brede en monotone verhardingsvlakte.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstra
at
Delen van de gemengde zone die niet met een verkeersfunctie worden ingevuld (onder andere de roze-omrande delen op nevenstaande kaart), krijgen bij voorkeur een groene invulling. Kenmerkend voor de straatprofielen van Deurningen zijn namelijk de hagen, struiken, heesters en grasstrookjes met 1 of enkele bomen daar in. Het zijn deze groene elementen die het straatprofiel haar prettige, dorpse karakter geven.
Deurningerbeek
De gemengde zone is als zone gemarkeerd en niet op elementniveau ingetekend, omdat de locaties (en voor het groen: de soortkeuze) afhankelijk zijn van de precieze invulling en detaillering in een latere fase.
t
erichstraa
Wil thu
isstr
aat
Past. Glo
gemengde zone gemengde zone zonder parkeren
N
ve
eg
Vli lds at
tra
gemengde zone 10
Deurningeresweg
gemengde zone: trottoir en oprit
gemengde zone - dwarsverband
grasstrook
grasstrook
plantvak
hagen
trottoir / inrit: gemengde zone
parkeren: gemengde zone
11
Kerkweg
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
3. GROEN 3.1 Assortiment
t Past. Havinkstraa traat oerichs
C
Past. Gl
Het volgende beplantingsassortiment kan worden toegepast: • houtwallen nadrukkelijk inrichten als houtwal (eik – beuk, eventueel inmengen van meidoorn, sleedoorn, hazelaar enz.); • solitaire bomen: eiken afgewisseld met eventueel beuk / haagbeuk (hierdoor blijft dorpssilhouet inheems, open plekken krijgen karakter van brink); • de noordoever van de beek blijft een eikenwal; • de zuidoever van de beek krijgt een flauwer talud en wordt ingericht als Twents beekdal, met soorten als es, els, eik en eventueel ook haagbeuk.
st. Plechelmusplein
Past. Teussestraat
De uitbreiding op de flank van de es krijgt een groene uitstraling waarvan de specifieke plekken (de beekzone, het plantsoen, het wandelpad langs de huidige speelplek, het centrale groengebied en het zuidelijk gelegen bosplantsoen) een aaneengesloten groene ader door de wijk vormen.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstraa
t
B Deurningerbeek
A t
erichstraa
Past. Glo
E
huis
stra a
t
C
Wilt
D
E
B
B
ve eg
Vli at
tra
lds
N
openbaar groen Deurningeresweg
12
A
beplanting beekdal
B
essen
C
houtwallen
D
solitaire bomen op groene brink
groene wadi
E
Pad de es op
13
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
Kerkweg
3.2 Groene erfgrenzen Er zijn in het uitbreidingsgebied drie soorten erfgrenzen te onderscheiden. Dat zijn: st. Plechelmusplein
t Past. Teussestraa
Past. Gl
oerichs
traat
Past. Havinkstraa
t
A. erfgrenzen waar de voortuin de scheiding vormt met het openbare gebied. Hier mogen erfafscheidingen niet hoger dan 0,7 meter zijn, op de tekening hiernaast gemarkeerd met een groene stippellijn. De erfafscheiding kan bestaan uit een haag, een gemetselde muur, een hek of een combinatie daarvan. Wanneer een hek of muurtje de voorkeur geniet, dient dat in de bouwaanvraag te worden toegevoegd. Dergelijke bouwwerken mogen niet hoger zijn dan 0,5 meter.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstra
at
B. erfgrenzen grenzend aan het openbare gebied. Als er een erfafscheiding wordt gerealiseerd, dan mag dat uitsluitend een haag zijn, met een maximale hoogte van 2m. Op de tekening zijn deze aangegeven met een dikke groen lijn. Bij kavels die erfgrenzen van dit type bevatten, worden de erfafscheidingen meegenomen in het welstandsoordeel.
Deurningerbeek
C. erfgrenzen van de kavels onderling. Deze moeten voldoen aan de eisen die hierover in het bestemmingsplan zijn opgenomen.
t
erichstraa
Wil thu
isstr aa
t
Past. Glo
erfgrens A hoog 0,7 mtr erfgrens B hoog 2 mtr
e Vli
N t
aa
str
eld
gv
erfgrenzen 14
Deurningeresweg
beuk
rode beuk
veldesdoorn
hoge haag
hoge haag
ommetje grenzend aan kavels
lage haag
lage haag
veldesdoorn
15
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
Kerkweg
3.3 Een nieuwe esrand st. Plechelmusplein
Past. Havinkstraa
t
t Past. Teussestraa
Het reliëf is een essentieel onderdeel van het plan. De uitbreiding is gelegen op de flank van de Deurninger es. Deze typerende ligging zorgt voor een kenmerkend dorpsaanzicht van buitenaf en een unieke beleving van binnenuit.
20,65 20,52
Past. Gl
oerichs
traat
De weg die grenst aan de es ligt gemiddeld een meter lager. Op sommige plekken is dat net iets meer (het meest westelijke deel en de oostelijke punt) en op andere net iets minder. Doordat de esrand als een glooiende lijn is vormgegeven, wordt het hoogteverschil op diverse manieren beleefbaar. Waar het hoogteverschil minder groot is wordt de es ‘ingesneden’ door een talud van 1 : 1 (45 graden). Op deze plekken kan ook zitmeubilair worden geplaatst. Op plekken waar het hoogteverschil groter is, wordt de rand meer glooiend, zodat zichten over de es gewaarborgd blijven.
20,65
Past. Havinkstraat
20,50 20,50
Past. Ha
vinkstra
at
20,55
20,40
20,30
20,40
Door deze vormgeving wordt het zicht (vanaf de Vliegveldstraat) op de onderkanten van de woningen weggenomen. Op deze wijze houdt het dorpssilhouet haar vriendelijke karakter en blijft het reliëf ook van buitenaf zichtbaar.
20,50
Deurningerbeek 20,00 20,30 t
erichstraa
Past. Glo
20,27
20,54
De rand wordt zoveel mogelijk met gras bedekt. Rondom het bosplantsoen komt hoog kruidig gras. Op enkele strategische plekken komen soliaire bomen.
20,54 20,45
20,38
21,05 20,49
20,60
20,75
21,11 20,75
20,85
21,74 21,43
20,70 20,90 21,02
t isstr aa
20,60
20,60
21,13
20,60
20,93 20,85
Wil thu
21,20
21,79
22,14
20,97 21,19
20,20 21,35
20,68
21,36 21,38
21,05
21,48 21,85
21,16 21,05
21,47
22,10
22,00 22,10
20,75
20,95 21,45
22,29
22,09
21,62 22,00 20,95 21,25 21,10
21,75
21,70
21,85
22,15
22,09
21,80
22,08
21,50
ve
eg
Vli
21,77
lds
N
at tra
esrand met hoogtes 16
Deurningeresweg
kruidig gras
kruidig gras
zitmeubilair in coupure
solitaire eik op de flank
impressie van de esrand
17
Kerkweg
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
4. WATER De beek vormt de overgang tussen de inbreiding en de uitbreiding. Dit deel van de beek kan worden geclassificeerd als een smal beekdal tussen de essen. Op deze plek is de beek gelegen op de overgang tussen het stedelijk gebied en het landelijk gebied. De beek is een kernkwaliteit van het nieuw te ontwikkelen gebied. Het streven is dan ook om de beek en het op deze plek aanwezige reliëf sterk beleefbaar te maken.
st. Plechelmusplein
Past. Gl
oerichs
traat
Past. Havinkstraa
t
t Past. Teussestraa
Om dit te bereiken wordt het profiel ingericht als een stedelijke beekloop, met een licht meanderende stroom, beleefbaar reliëf en aanplant van boomsoorten uit het Twentse beekdal. De brug krijgt een iets meer landelijke uitstraling (natuurlijke materialen hout, beton en staal). Door deze combinatie ontstaat een zichtbare en ervaarbare overgang tussen landelijk en stedelijk gebied.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstra
at
Het ontwerp van de brug dient te worden opgepakt als een aparte ontwerpopgave. Daarbij moet gebruik worden gemaakt van een aantal vastgestelde uitgangspunten, zodat in overeenstemming met andere bruggen over de Deurningerbeek een eenduidig beeld ontstaat. Deurningerbeek
De hoofdprincipes voor de brug zijn: - getoogd betonnen brugdek; - stalen liggers; - transparante leuning, overhellende leuning; - natuurlijke kleurstelling (geen accentkleuren); - natuurlijke materialen (hout, beton, staal); - geen overbodige detaillering, eenvoudige uitstraling. t isstr aa Wil thu
De openbare groenplekken vormen (5m uit de insteek van de beekloop) tevens de wadi’s. In het noordelijk plandeel blijven delen van de nu bestaande sloten behouden. Zij worden gebruikt ten behoeve van wateropvang van de inbreiding ten noorden van de Deurninger beek.
t
erichstraa
Past. Glo
N ve
eg
Vli at
tra
lds
water in het plangebied 18 Deurningeresweg
Referentiebeelden deels op basis van brugontwerp architectenburo Willem Smid & Jim Peters 19
5. BEBOUWING 5.1 Bebouwing De nieuwbouw van de inbreidings- en uitbreidingswijk Deurninger Es sluit aan op een naoorlogse wijk (gebouwd tussen 1950-1980) met seriematige woningbouw. Het hoofdgebouw van de bouwmassa bestaat hier uit een heldere hoofdvorm van twee bouwlagen met zadelkap en staat loodrecht op of parallel aan de straat. Er komen vrijstaande en geschakelde woningen voor. De meeste woningen zijn inmiddels uitgebreid. Door de verscheidenheid binnen de eenheid en door herkenbare bouwvolumes in combinatie met veel groen in de straat, heerst er een prettige sfeer. De afmeting en vorm van de bouwvolumes geven een duidelijke dorpse sfeer. De beeldkwaliteit van de nieuwe bebouwing sluit aan op die in de aangrenzende bestaande wijk. De inbreiding (ten noorden van de beek) sluit qua opzet sterker aan bij de bestaande bebouwing, dan de uitbreiding ten zuiden van de beek. Die sluit aan, maar krijgt daarnaast ook een eigen karakter. Binnen de gestelde kaders wordt gestimuleerd de woning een dorpse eigenheid mee te geven. De vaste kaders worden gesteld om een duidelijke herkenbare eenheid te creëren die past bij het dorp. Dit in tegenstelling tot de bebouwing van eind 20ste eeuw ten noorden van de kerk, waarbij de individuele architectuur geen of weinig relatie vertoont met de belendende panden en met de omliggende planmatige bebouwing.
I inbreiding
II uitbreiding
N
bestaande bebouwing 20
Past. Gloerichstraat
5.2 Bouwkaders: situering
t Past. Havinkstraa
traat oerichs
Rooilijn Over het algemeen ligt de rooilijn in beide delen van de wijk op 3 meter van de weg. De rooilijn van de rij aan de noordzijde van de beek wordt als lijn doorgezet ten zuiden van de beek. Aan de noordzijde ontstaat hierdoor een groene ruimte tussen de nieuwe woningen en de bestaande woningen aan de Pastoor Havinkstraat. Tevens krijgt het plandeel zuidelijk van dit deel hiermee een duidelijke introductie. Er is 1 uitzondering (de roze lijn): de rooilijn van de kavels die op de es zijn georiënteerd, liggen verder van de weg (op 5 meter) om de openheid van de es te accentueren.
st. Plechelmusplein
Past. Gl
In zowel de inbreidings- als de uitbreidingslocatie wordt gestreefd naar aanhechting met het dorp. De gewenste eenheid wordt gezocht in onder andere het bouwvolume, kapvorm en materiaalgebruik. De referentie hierbij is dorps/Twents wonen in relatie met de aangrenzende naoorlogse woonwijk.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstra
at
Deurningerbeek
Zijdelingse afstand Met uitzondering van de 2-onder-1 kapwoningen (die op de erfgrens staan) moet het hoofdgebouw ten minste 3 meter uit de erfgrens staan om een dorps karakter te waarborgen.
t
erichstraa
Past. Glo
Wilt
huis
stra
at
Orientatie De oriëntatie van de woning moet altijd gericht zijn op het openbare gebied. Dit moet tweezijdig zijn als het een hoekkavel betreft.
e Vli e gv tra
lds at
N
rooilijnen Deurningeresweg
21
Past. Gloerichstraat
st. Plechelmusplein
5.3 Bouwkaders: beeldregie
traat
normale beeldregie (max. goothoogte 6m)
Past. Havinkstra
hoge beeldregie (max. goothoogte 6m) Past. Gl oerichs
Hogere beeldregie De kavels langs de esrand zijn zichtbaar vanaf de vliegveldstraat. Ze vormen daarmee vanaf de belangrijke zuidelijke invalsroute het aanzien van het dorp Deurningen. Deze beeldbepalende dorpsrand is dus belangrijk en wordt onderworpen aan een extra zware welstandstoets. Dat wil zeggen dat er meer eisen aan de verschijningsvorm van deze woningen worden gesteld en dat deze nauwkeuriger getoetst moeten worden.
at
hoge beeldregie (max. goothoogte 4,5m)
Voor de Deurninger Es gelden verschillende zwaartes van beeldregie, te weten hogere beeldregie en normale beeldregie.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstra
Normale beeldregie De overige kavels zijn slechts zichtbaar vanaf de nieuwe wijkontsluitingsroute. Deze kavels moeten voldoen aan het beeldkwaliteitplan zoals opgenomen in dit hoofdstuk en voldoen aan redelijke eisen van welstand. Ze kennen geen aanvullende eisen.
at
Deurningerbeek
t
erichstraa
Wil
thu
isstr
aat
Past. Glo
N
Vli at tra
lds
22
ve
eg
beeldregie
Kerkweg
Past. Gloerichstraat
Kerkweg
5.4 Bouwkaders: hoofdvormen Volume algemeen Er mag maximaal 1 hoofdvolume op een kavel komen. De afmeting mag variëren, mits die past binnen het bouwvlak en de rooilijn en voldoet aan het bestemmingsplan. st. Plechelmusplein
Past. Gl
oerichs
traat
Past. Havinkstraa
t
t Past. Teussestraa
normale beeldregie Er mag maximaal twee lagen met een kap worden gebouwd. Eventuele aanbouwen krijgen bij voorkeur een kap, passend bij of aansluitend op de kap van het hoofdgebouw.
Past. Havinkstraat
Past. Ha
vinkstra
at
hogere beeldregie Er mag maximaal 1,5 laag met een kap worden gebouwd. Eventuele aanbouwen bij voorkeur voorzien van een kap, passend bij of aansluitend op de kap van het hoofdgebouw. Kapvorm en richting Uitgangspunt is een zadeldak.
Deurningerbeek
t
erichstraa
Past. Glo
isstr aa Wil thu
uitbreidingslocatie: normale beeldregie Hier zijn kleine afwijkingen van een zuivere zadelkap toegestaan, denk hierbij aan bijvoorbeeld een knik. Ook zijn hier schildkappen toegestaan, mits de nok nog een duidelijke richting heeft en de nok minimaal 3/5e van de lengte van de goot bedraagt. In geen geval is toegestaan: platte daken of piramidekappen. Omdat de kaveluitgifte ten dele flexibel is binnen de bouwzones, kan de nokrichting in de uitvoering anders worden, variatie is altijd een belangrijk uitgangspunt. Wanneer de kavels worden uitgegeven volgens de voorgestelde verkaveling, is de nokrichting leidend.
t
inbreidingslocatie Hier zijn uitsluitend zuivere zadelkappen toegestaan. Dus geen knik erin of aankappingen.
uitbreidingslocatie: hoge beeldregie Hier zijn kleine afwijkingen van een zuivere zadelkap toegestaan, denk hierbij aan bijvoorbeeld een knik. In geen geval zijn toegestaan: platte daken, piramidekappen, schildkappen, wolfseinden of stolpwoningen. De kavels zijn vastgelegd en de nokrichting moet verplicht worden gevolgd.
N ve
eg
Vli at
tra
lds
nokrichting 23 Deurningeresweg
5.5 Bouwkaders: gevelaanzichten Gevelopbouw Gevels zijn vrij indeelbaar mits deze bij de gekozen architectuur passen. Dit is sterk afhankelijk van het concept van de woning en de gekozen materialisering. In de ‘hoge beeldregie’-zone wordt hier extra zwaar op toegezien. Plasticiteit De hoofdbouw moet helder van opzet zijn. Uitsneden, aanbouwen, opbouwen en inkepingen van deze hoofdvorm zijn op vele wijzen mogelijk, mits ze bij de gekozen architectuur passen en ondergeschikt blijven aan de hoofdvorm.
inkeping
De matrix op de volgende pagina geeft mogelijkheden en onmogelijkheden weer voor kapvorm, varianten daarvan en van de mogelijke plasticiteit.
opbouw heldere hoofdvorm
24
Kapvorm * Alleen bij de uitbreidingslocatie waar normale beeldregie geldt. Voorwaarde is een duidelijke nokrichting.
Mogelijke varianten van de zadelkap
Mogelijke plasticiteit
mogelijkheden-matrix
5.6 Bouwkaders: materialisering en detaillering Kap De dakbedekking kan bestaan uit keramische pannen of riet. Het mag ook een omgevouwen gevel zijn waarbij de kap hetzelfde materiaal heeft als de gevel. Andere materialen kunnen ter goedkeuring worden voorgelegd. Hoogglans dakpannen zijn niet toegestaan. Gevel Hoofdeis De gevel moet een referentie hebben naar dorps- of Twents-wonen. Materialen die hier bijhoren zijn metselwerk en hout. Metselwerk wordt uitgevoerd in gedekte kleuren, aansluitend bij het landschap (zie nevenstaande kleurenrange). Hout is zwart gebeitst en/of naturel vergrijzend. Normale beeldregie Andere natuurlijke materialen dan de in de hoofeis omschreven soorten, kunnen ter goedkeuring worden voorgelegd. De gevels mogen gekeimd worden, mits goed gemotiveerd. Hogere beeldregie Er mogen geen andere materialen worden gebruikt buiten de in de hoofdeis voorgeschreven materialen. Dit geld voor zowel het hoofdgebouw als eventuele bijgebouwen.
26
kleurenrange metselwerk
27
Past. Gloerichstraat
6. VERLICHTING De verlichting is een belangrijke beeldbepaler in het straatprofiel. Om een rustig beeld te garanderen wordt de verlichting zoveel mogelijk aan één zijde in het profiel geplaatst op gelijke onderlinge afstand.
st. Plechelmusplein
Past. Gl oerichs
traat
Past. Havinkstra
at
Zowel voor de meest noordelijke ontsluiting als voor de weg grenzend aan de es, worden verlichtingsmasten aan de binnenzijde (dorpszijde) van het profiel geplaatst (zie tekening hiernaast). Daardoor ontstaan twee heldere lijnen in het verlichtingsplan. Past. Havinkstraat
In de huidige situatie worden in Deurningen voornamelijk armaturen van het type ‘kegel’ gebruikt. De masten en armaturen in het nieuwe plangebied hebben een modernere uitstraling. De mast en armatuur zijn antraciet, passend bij de gedekte kleurstelling van de woningen en de hoogwaardige uitstraling van de gebakken klinkers. De armatuur is niet het standaardtype ‘kegel’, maar een moderne variant daarvan, waardoor een iets elegantere uitstraling wordt gehaald.
Past. Ha
vinkstra
at
De lichtsterkte is nader te bepalen. Belangrijk is dat de lampen geel licht geven en geen hard wit licht.
Deurningerbeek
at
erichstra
Wil
thu
isstr
aat
Past. Glo
N ve eg
Vli lds at tra
Referenties mogelijke typen verlichtingsarmaturen
indicatie verlichting
28 Deurningeresweg