Deel 2 Geneesmiddelengroepen
Geneesmiddelengroepen
Geneesmiddelengroepen
329
Deel 2
allylaminen Werking Werkingsspectrum: terbinafine is (fungicide) werkzaam tegen dermatofyten en Aspergillus; in vitro minder werkzaam tegen Candida albicans.
Geneesmiddelengroepen
alfa-receptorblokkerende sympathicolytica Werkzaamheid Bemoeilijkte mictie bij oudere mannen Alle alfareceptorblokkerende middelen hebben enig gunstig effect op de klachten. De nhg-Standaard Bemoeilijkte mictie geeft de voorkeur aan alfuzosine en tamsulosine Raynaud-fenomeen Enkele kleine onderzoeken geven aan dat prazosine (2-3 x daags 1 mg) enig gunstig effect heeft bij het fenomeen van Raynaud: vermindering van het aantal, de ernst en de duur van de aanvallen. Urinesteenlijden Aangetoond is dat tamsulosine de kans op spontane lozing, vooral van distale ureterstenen, met 20-30% kan vergroten. Werking Selectieve alfa-1-receptorblokkers geven vaatverwijding. Ketanserine heeft naast een zwakke alfareceptor blokkerende werking ook een serotinerge werking. Bijwerkingen Orthostatische hypotensie in het begin van de behandeling (‘firstdose effect’). Verder: misselijkheid, duizeligheid, diarree, hoofdpijn en palpitaties. Interacties Combinaties met bètablokkers en calciumantagonisten versterken het anthypertensieve effect. Aandachtspunten In verband met de kans op orthostatische hypotensie in het begin van de behandeling (‘first-dose effect’) moet de medicatie voorzichtig gestart worden.
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Bij terbinafine oraal: maag-darmstoornissen (> 10%), huidreacties als rash, erytheem, jeuk en urticaria, smaakverlies (meestal reversibel) en verhoging van leverenzymen. Zelden ernstige leverschade. Bij leverfunctiestoornis het middel staken. Interacties Bij terbinafine oraal: cimetidine kan versnelde klaring geven. Bij gelijktijdig gebruik met orale anticonceptiva kunnen doorbraakbloedingen en spotting optreden. Terbinafine kan de plasmaspiegels van tricylische antidepressiva verhogen. Contra-indicaties Niet geven bij leverschade en bij zwangerschap en borstvoeding. Aandachtspunten Bij gebruik langer dan een maand leverfuncties controleren. amantadine Werkzaamheid Parkinson (ziekte van) Geeft verbetering van tremor en geringe verbetering van bradykinesie en rigiditeit. Werkt vaak na enkele dagen, effect neemt na 6-12 maanden af. Bijwerkingen Duizeligheid, wazig zien, droge mond, rash, ataxie, slapeloosheid, enkeloedeem, livedo reticularis van de benen. Soms en dosisafhankelijk verwardheid en psychotische episoden. Interacties Centrale bijwerkingen van anticholinergica worden versterkt. Bij ouderen zijn de bijwerkingen sterker, bij hen bij voorkeur niet voorschrijven. anesthetica (dermaal) Werkzaamheid Hemorroïden Er is geen gecontroleerd onderzoek naar het resultaat van lidocaïne bij hemorroïden gevonden. Fissura ani Lokale anesthetica hebben een pijnstillend effect; het effect op de genezing van de fissuur is onduidelijk.
330
Geneesmiddelengroepen
Werking Werkt snel met een duur van 30 tot 45 minuten. Bijwerkingen Crème/hydrogel: lokale allergische reacties en irritatie kunnen voorkomen. Oogdruppels: branderig gevoel; herhaalde toediening kan anesthesia dolorosa of irreversibele corneabeschadiging veroorzaken.
331
Deel 2
anti-jeukmiddelen (dermaal) Werkzaamheid Dermatitis solaris/zonneallergie Bij zonneallergie is de werkzaamheid van lokale anti-jeukmiddelen (zoals lidocaïne) niet aangetoond. In een klein onderzoek bleek applicatie van lokale anesthetica (lidocaïne en prilocaïne = EMLA® crème) bij 20 proefpersonen met kunstmatig opgewekte jeuk effectiever dan placebo. Lokale toediening van menthol (zoals mentholtalkpoeder, levomenthol 1% in carbomeerwatergel 1% fna of levomenthol 1% in lanettecrème) zou enige vermindering van de klachten geven. Pruritus senilis Onderzoek naar de werkzaamheid bij pruritus senilis ontbreekt. Waterpokken/varicella De wetenschappelijke onderbouwing voor de werkzaamheid van lokaal toegediende middelen tegen jeuk is zeer beperkt. Lokale applicatie van lidocaïne (bijv. als lidocaïnelevomethol gel fna) zou vermindering van jeuk geven.
Geneesmiddelengroepen
antacida Werking Antacida (zoals algeldraat/magnesiumhydroxide) hebben een neutraliserend effect op de zure maaginhoud. Bijwerkingen Aluminiumverbindingen kunnen obstipatie veroorzaken, magnesiumverbindingen diarree. Interacties Antacida remmen de absorptie van allopurinol, ijzerpreparaten, chinolonen, tetracyclinen en ketoconazol. Houd een tijdsinterval van minimaal 2 uur tussen het toedienen van deze stoffen en antacida.
Geneesmiddelengroepen
Werking Lidocaïne-levomentholgel fna (beide 1%) en calamineschudsel (calamineschudsel fna bevat per ml 150 mg calamine, 50 mg zinkoxide en 4,2 mg fenol) werken jeukstillend en verkoelend. Bijwerkingen Lidocaïne en levomenthol kunnen zelden irritatie en overgevoeligheidsreacties (= sterke jeuk, roodheid, zwelling of huiduitslag) geven en mogen net als calamineschudsel niet gebruikt worden in open wonden. Calamineschudsel is vanwege de kleur niet geschikt voor gebruik op het zichtbare deel van de huid. antizweetmiddelen Werkzaamheid Hyperhidrosis Bij lokale behandeling van axillaire hyperhidrosis en van palmaire transpiratieklachten lijkt aluminium(hydroxy) chloride effectief te zijn. Goede onderbouwing ontbreekt. Werking Aluminium(hydroxy)chloride inactiveert de zweetproductie. Bijwerkingen Huidirritatie en hevige jeuk komen regelmatig voor. Fotosensibilisatie is een zeldzame bijwerking. Aandachtspunten De patiënt moet gewaarschuwd worden voor verkleuring van de kleding. anticoagulantia (cumarinen) Werkzaamheid tia/cva Cumarinederivaten (zoals acenocoumarol en fenprocoumon) reduceren het herhalingsrisico van 12% naar 4%. Ook voor tia’s die berusten op een recent myocardinfarct is het nut van orale anticoagulantia aangetoond. Diepe veneuze trombose Zolang behandeling van dvt met cumarinederivaten wordt voortgezet treden er weinig recidieven van dvt op (1%). Wel wordt een substantiële toename van het aantal ernstige bloedingen gezien, maar het geven van antistolling verlaagt de mortaliteit.
332
Geneesmiddelengroepen
333
Deel 2
antidepressiva (klassieke, tricyclische) Werkzaamheid Depressie Middelen als imipramine, amitriptyline en nortriptyline zijn werkzaam bij ongeveer 70% van patiënten met een ernstige depressie. Effect treedt pas na 1-2 weken op, bij 25% pas na 4 weken. Neuropathische pijn Enige werkzaamheid van amitriptyline is aangetoond bij diabetische neuropathie en bij postherpetische neuralgie. Stoppen met roken Nortriptyline is effectief gebleken bij ondersteuning van stoppen met roken. Voor minstens 6 maanden abstinentie was de gemiddelde odds ratio (vergeleken met placebo) 2,8 en de nnt 10.
Geneesmiddelengroepen
Werking Cumarinen zijn vitamine-K-antagonisten; ze veroorzaken een functioneel defect van vitamine-K-afhankelijke stollingsfactoren. Bijwerkingen Bloedingen door te sterke antistolling; meest frequent huidbloedingen en hematurie. Interacties − Versterken effect van anticoagulantia: amiodoron, kinidine, cimetidine, clofibraat, gemfibrozol, antibiotica (zoals co-trimoxazol, metronidazol, erytromycine, tetracycline), danazol, disulfiram, levothyroxine, miconazol, fluconazol, ketoconazol, tamoxifen, nalidixinezuur, allopurinol, orale antidiabetica, alcoholgebruik. − Verzwakken effect van anticoagulantia: carbamazepine, colestyramine, colestipol, thiazidediuretica, griseofulvine, (oestrogeen bevattende) orale anticonceptiva. − Bij gelijktijdig gebruik van nsaid’s is de kans op maagbloedingen vergroot. Aandachtspunten Bij overdosering zonder bloedingen: therapie enkele dagen staken. Bij bloedingen vitamine K toedienen; bij gevaarlijke bloedingen is 4-factorenconcentraat nodig.
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Droge mond (50%), duizeligheid (25%), obstipatie (20%), sufheid (15%), tremor (12%), misselijkheid (9%), wazig zien (8%), tachycardie, glaucoom, transpireren, bemoeilijkte mictie, tremor, verwardheid. Orthostatische hypotensie vooral bij ouderen. Voorts gewichtstoename en seksuele stoornissen. Inname van een weekdosis is zeer toxisch en kan fataal zijn. Interacties − Niet combineren met mao-remmers. − Kunnen plasmaspiegel van carbamazepine verlagen: eventueel dosis aanpassen. − Anticholinergisch werkende middelen versterken de bijwerkingen. − Alcohol versterkt sedatief effect. − Cimetidine verhoogt de plasmaspiegel van een aantal klassieke antidepressiva; pas zo nodig de dosis aan (alternatief ranitidine). Contra-indicaties Niet geven bij hartfalen, hartritmestoornis en na recent hartinfarct. Aandachtspunten Terughoudendheid is geboden bij prostaathypertrofie, urineretentie, onbehandeld glaucoom en epilepsie. antifibrinolytica Werkzaamheid Vaginaal bloedverlies Tranexaminezuur reduceert overvloedig bloedverlies (disfunctioneel of ten gevolge van myomen of iud) met de helft. Werking Tranexaminezuur remt de omzetting van plasminogeen in plasmine en daardoor de fibrinolyse. Bijwerkingen Misselijkheid, braken en diarree komen vrij vaak voor; soms duizeligheid, allergische reacties, trombo-embolische aandoeningen en visusstoornissen.
334
Geneesmiddelengroepen
335
Deel 2
antihistaminica (oraal) Werkzaamheid Allergische rhinitis Zijn werkzaam tegen alle symptomen, maar nauwelijks tegen de obstructie. Urticaria Twee derde van de patiënten reageert met gedeeltelijke of gehele respons. Pruritus senilis Van oxatomide is het effect op pruritus senilis in één gecontroleerd onderzoek onderzocht; oxatomide leek effectiever dan placebo. Andere antihistaminica zijn bij deze indicatie niet onderzocht. Waterpokken/varicella Sommige studies laten enig effect op de jeuk zien. De onderbouwing is echter mager. Werking Antihistaminica (bijv. cetirizine, loratidine, fexofenadine, ebastine, oxatomide) antagoneren histamine op de histaminereceptoren (H1-receptor) en blokkeren daardoor de jeukreactie die ontstaat door het vrijkomen van histamine. Bijwerkingen Eerste generatie antihistaminica: sedering, sufheid, slaperigheid, moeheid, hoofdpijn. Zelden paradoxale reacties met slapeloosheid, tremoren en geprikkelheid. Anticholinerge effecten: droge mond, tachycardie, dubbelzien, urineretentie, impotentie.
Geneesmiddelengroepen
antihistaminica (lokaal) Werkzaamheid Allergische rhinitis De effectiviteit bij behandeling van allergische rhinitis is ten minste vergelijkbaar met die van orale antihistaminica. Werking Levocabastine en azelastine zijn lokaal werkende antihistaminica met een sterk H1-antagonistisch effect. Het werkingsmechanisme van beide middelen komt overeen. De effectiviteit bij behandeling van allergische rhinitis is ten minste vergelijkbaar met de orale antihistaminica. De werking treedt snel in (10 tot 15 minuten). Bijwerkingen Bij oogdruppels lichte irritatie van de ogen.
Geneesmiddelengroepen
Interacties Alcohol versterkt het sederende effect van antihistaminica. Erytromycine, ketoconazol, itraconazol en andere cyp3a4-remmers kunnen de plasmaconcentratie van sommige antihistaminica (fexofenadine, loratadine, ebastine) verhogen waardoor verlenging van het qtc-interval op kan treden met mogelijke hartritmestoornissen. Aandachtspunten Bij voorkeur toedienen enkele uren voor verwachte allergeenexpositie. Bij kinderen jonger dan 2 jaar geen eerste generatie antihistaminica. Bij prostaathypertofie, urineretentie en nauwekamerhoekglaucoom geen antihistaminica met anticholinerge eigenschappen gebruiken. Sommige sederende antihistaminica mogen niet in de zwangerschap worden gebruikt. Vanwege het risico op ademdepressie (sederende) antihistaminica niet aan kinderen jonger dan één jaar geven. antihistaminica (vertigo) Werkzaamheid Misselijkheid/braken Er is geen goed placebo-gecontroleerd onderzoek verricht bij bewegingsziekte. Dimenhydraat bleek even werkzaam als scopolamine bij bewegingsziekte. De ‘moderne’ tweede generatie antihistaminica (cetirizine en fexofenadine) blijken niet werkzaam te zijn bij deze indicatie. Werking Middelen als cyclizine, meclozine, dimenhydrinaat en cinnarizine werken anti-emetisch door een remmend effect op het braakcentrum. De werking begint binnen twee uur na orale inname. Bijwerkingen Centrale bijwerkingen (sedatie, slaperigheid en coördinatiestoornissen) en anticholinerge bijwerkingen (droge mond, accommodatiestoornissen en mictiestoornissen) komen voor. Interacties Alcohol en centraal dempende stoffen versterken de sedering.
336
Geneesmiddelengroepen
Contra-indicaties Niet gebruiken bij ziekte van Parkinson of extrapiramidale stoornissen in de anamnese; ook niet bij kinderen jonger dan 2 jaar. Aandachtspunten Preventief: inname 1 tot 2 uur voor de reis.
Deel 2
337
Geneesmiddelengroepen
antimicrobiële middelen (lokaal) Werkzaamheid Acne Erytromycine en clindamycine verminderen het aantal pustels en papels; niet het aantal comedonen. Bij ontstekingsverschijnselen even werkzaam als benzoylperoxide. Rosacea Bij rosacea geeft metronidazol lokaal bij ongeveer 75% verbetering. Hidradenitis In een dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek bij 30 patiënten is applicatie van clindamycine lotion 1% effectiever gebleken dan placebo. Waterpokken/varicella Aangetoond is dat lokale toediening van fusidinezuur 2% crème een gunstig effect heeft bij impetigo. Mupirocine 2% heeft een vergelijkbaar effect als fusidinezuur crème. Schaafwonden Gecontroleerd onderzoek naar de effectiviteit van fusidinezuur bij schaafwonden ontbreekt. Dermatitis perioralis In een klein onderzoek bij zeven kinderen (leeftijd 4 tot 12 jaar) met langer bestaande periorale dermatitis leidde applicatie met metronidazolcrème bij alle kinderen tot genezing. Werking Fusidinezuur: het werkingsspectrum is beperkt tot grampositieve kokken. Fusidinezuur is zeer actief tegen stafylokokken (inclusief bètalactamasevormende); minder werkzaam tegen streptokokken. Mupirocine: is werkzaam tegen stafylokokken (inclusief Staphylococcus aureus-stammen die resistent zijn geworden tegen bètalactamase-ongevoelige penicillinen), en streptokokken. Polymycine B: bactericide tegen gramnegatieve staafjes. Chlooramfenicol: breed werkingsspectrum. Bijwerkingen Bij lokaal gebruik: voorbijgaande roodheid, irritatie of brandend gevoel; zelden overgevoeligheidsreacties.
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Contact met ogen en slijmvliezen vermijden. Tegen fusidinezuur en mupirocine kan resistentie optreden. Daarom niet langer dan 10 dagen toepassen. Mupirocine neemt een belangrijke plaats in bij behandeling van mrsa, waardoor het ongewenst is dit middel in de eerste lijn te gebruiken. Gebruik van chlooramfenicol oogdruppels beperken tot 2 weken; langdurig gebruik kan (zelden) beenmergdepressie veroorzaken. Lokaal metronidazol is niet geschikt voor kinderen onder de 6 jaar. Blootstelling aan uv-straling, direct na gebruik, evenals contact met slijmvliezen, vermijden. antipsychotica Werkzaamheid Psychose (acute) Bij alle psychotische syndromen treedt bij 70% van de patiënten aanzienlijke en bij 20% matige verbetering op. Agitatie vermindert binnen uren tot dagen, de hallucinaties en wanen duren aanzienlijk langer. Delier bij ouderen Bij alle psychotische syndromen treedt bij 70% van de patiënten aanzienlijke en bij 20% matige verbetering op. Agitatie vermindert binnen uren tot dagen, de hallucinaties en wanen duren aanzienlijk langer. Dementie met gedragsstoornissen Het succes van middelen als haloperidol en risperidon is bij gedragsstoornissen bij dementie moeilijk te voorspellen. Bijwerkingen Extrapiramidale stoornissen treden in het begin van de behandeling op, zijn dosisafhankelijk en verminderen bij dosisverlaging. Bij langdurige behandeling tardieve dyskinesie (na 4 jaar bij 20%). Droge mond, wazig zien, obstipatie, tachycardie, urineretentie, seksuele problemen en verwardheid, amenorroe en gynaecomastie. Interacties Antihistaminica, benzodiazepinen en alcohol versterken de sedering. Combinatie met bètablokkers kan orthostatische hypotensie geven. 338
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Voorzichtig bij hart-vaatziekten, epilepsie, ziekte van Parkinson en spastische verlammingen. Bij plotseling staken kunnen zich hevige onttrekkingsverschijnselen voordoen: dyskinesie, tremor, braken, transpireren en slapeloosheid.
Deel 2
339
Geneesmiddelengroepen
antiseptica en desinfectantia Werkzaamheid Folliculitis, oppervlakkig Bij volwassenen is wassen met chloorhexidine of povidonjood bevattende zeep meestal afdoende. Hidradenitis Er is geen onderzoek gevonden naar het effect van lokale desinfectantia bij hidradenitis. Schaafwonden De chloorhexidine-oplossing 1% is gelijkwaardig aan de povidonjood-oplossing. Gecontroleerd onderzoek bij schaafwonden ontbreekt. Werking Chloorhexidine en povidonjood werken breed; bactericide voor zowel grampositieve als gramnegatieve bacteriën en fungicide. Povidonjood is ook werkzaam tegen sporen en virussen. Waterstofperoxide heeft vooral een bactericide werking. Daarnaast speelt oxidatie van zwavelhoudende substraten een rol, waardoor vorming van vluchtige zwavelverbindingen (vzv’s) wordt gereduceerd. Bijwerkingen Chloorhexidine: smaak wordt beïnvloed, branderige tong, uitdroging mondslijmvlies, reversibele verkleuring van tong en tanden. Bij gebruik op huid: irritatie. Povidonjood: soms huidirritatie, werkt zelden sensibiliserend (erytheem en blaarvorming). Waterstofperoxide: onaangename smaak, bij gebruik langer dan 1 week kans op een ‘hairy tongue’. Aandachtspunten Chloorhexidine: verkleuring van de tanden is te voorkomen door voor het spoelen de tanden te poetsen of de prothese even uit te doen. Povidonjood: werkt zelden sensibiliserend. Waterstofperoxide: advies ingeval van onaangename smaak: de
Geneesmiddelengroepen
beschikbare waterstofperoxide-oplossing 3% fna 1:1 met water verdunnen. antivirale middelen (lokaal) Werkzaamheid Infectieuze conjunctivitis Tijdige behandeling kan soms uitbreiding van de virale infectie naar de cornea voorkomen. Herpes labialis Aciclovir geeft bij herpes labialis een verkorting van de genezingsduur van 1-2 dagen bij start in prodromale fase. Geen effect op de duur van de pijn en jeuk. Bijwerkingen Branderig gevoel na applicatie. antivirale middelen (oraal) Werkzaamheid Herpes genitalis Bij een eerste herpes genitalis-infectie zijn patiënten 2 dagen eerder symptoomvrij als de therapie met een virostaticum vroegtijdig wordt toegepast en lijkt de infectie milder te verlopen. Bij recidiverende herpes genitalis bleek na 1 jaar behandeling met aciclovir bijna 50% recidiefvrij (versus 2% in de controlegroep). Herpes zoster Mogelijk een geringe vermindering van pijn en huidverschijnselen, maar geen duidelijk effect op het risico van het ontstaan van postherpetische neuralgie (phn). Wel is er enig effect op de ernst en de duur van phn, met name bij ouderen. Ook is er een gunstige invloed op het ontstaan en de ernst van de oogcomplicaties. Herpes labialis Orale virostatica zijn effectief gebleken bij recidiverende herpes labialis ter vermindering van het aantal recidieven. Werking Valaciclovir, famciclovir en aciclovir blokkeren de virale replicatie. Eliminatie voornamelijk via de nieren. Werkingsspectrum: herpes simplex-virus type 1 en 2, varicella zoster-virus.
340
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid, moeheid, misselijkheid, braken, soms diarree, koorts, jeuk, huiduitslag, verwardheid. Aandachtspunten Terughoudendheid is geboden bij nierfunctiestoornissen.
341
Deel 2
benzodiazepinen Werkzaamheid Slaapproblemen Benzodiazepinen verlengen de slaapduur gedurende 2 weken beter dan placebo’s, daarna niet meer. Zolpidem heeft een met de benzodiazepinen vergelijkbaar effect. Angststoornissen Alle benzodiazepinen zijn even werkzaam. Effect gedurende 4 weken is bewezen, maar lijkt tijdelijk te zijn. De klachten keren bij staken soms tijdelijk terug. Depressie Alle benzodiazepinen zijn even werkzaam. Effect gedurende 4 weken is bewezen, maar lijkt tijdelijk te zijn. De klachten keren bij staken soms tijdelijk terug. Restless legs In verschillende onderzoeken wordt van clonazepam (0,5 tot 2 mg voor de nacht) een gunstig effect beschreven ten aanzien van de kwaliteit van de slaap en een afname van de sensaties
Geneesmiddelengroepen
azelaïnezuur Werkzaamheid Rosacea Azelaïnezuur geeft bij rosacea bij ongeveer 60% een verbetering. Melasma (chloasma) Azelaïnezuur geeft bij melasma bij 50-70% een verbetering. Werking Azelaïnezuur is een dicarbonvetzuur met een anti-inflammatoire en keratolytische werking. Het werkingsmechanisme bij rosacea is niet bekend. Bijwerkingen Soms branderigheid, jeuk, droogheid en roodheid. Contra-indicaties Gebruik tijdens zwangerschap of lactatie wordt afgeraden. Aandachtspunten Vermijd contact met ogen en slijmvliezen.
Geneesmiddelengroepen
in de benen. De motorische symptomen blijken nauwelijks af te nemen. Of het middel werkzaam blijft bij langdurige behandeling is niet bekend. Werking Onderscheid tussen kort- en langwerkende middelen is gebaseerd op de halfwaardetijden. Zeer kortwerkend: midazolam, brotizolam, zolpidem. Kortwerkend: temazepam, oxazepam, lor(met)azepam. Langer werkend: nitrazepam, diazepam, flurazepam. Bijwerkingen Sufheid, verwardheid, duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, dubbelzien, diarree, spierslapte en coördinatiestoornissen. Vooral bij ouderen kunnen geheugenstoornissen, verwardheid en andere paradoxale reacties optreden. Vooral kortwerkende middelen kunnen anterograde amnesie veroorzaken. Gebruik kan leiden tot lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. Bij staken treden bij 20-40% van de gebruikers ontwenningsverschijnselen op; vaker bij middelen met een korte halfwaardetijd. Interacties Alcohol, antipsychotica, antidepressiva, opioïden, anti-epileptica en sedatieve antihistaminica versterken de sedering. Cimetidine, hormonale anticonceptiva, disulfram en propranolol vertragen de afbraak; fenytoïne, carbamezapine en rifampicine versnellen de afbraak. Dosisaanpassing kan daarom nodig zijn. Aandachtspunten Bij slapeloosheid: pas op bij gelijktijdig alcoholgebruik. Na abrupt staken kunnen onthoudingsverschijnselen optreden: vaak hartkloppingen, slapeloosheid, angst, prikkelbaarheid, gejaagdheid, spiertrekkingen, gespannen spieren en tremor. Terughoudendheid is geboden bij slaapapnoe, bij chronische respiratoire insufficiëntie en bij deelname aan gemotoriseerd verkeer. benzoylbenzoaat Werkzaamheid Scabies Bij scabies minder werkzaam dan permetrine en lindaan. Werking Werkt acaricide, vooral tegen Sarcoptes scabiei. 342
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Huidirritatie, allergische huidreacties. Aandachtspunten Contact met de ogen en slijmvliezen vermijden.
343
Deel 2
bèta-2-sympathicomimetica (per inhalatie) Werkzaamheid Astma bij volwassenen Zeer effectieve bronchodilatatoren bij astma en copd. Werken bij jongeren iets beter dan ipratropiumbromide. Werking Voor acute benauwdheid zijn de langwerkende preparaten niet geschikt. Middellangwerkende preparaten (salbutamol, fenoterol, terbutaline) werken 3-6 uur, langwerkende 12 uur (salmeterol, formoterol). Bijwerkingen Tremoren, hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid. Bij hoge doseringen tachycardie en aritmie. Interacties Bètablokkers kunnen het effect antagoneren.
Geneesmiddelengroepen
benzoylperoxide (dermaal) Werkzaamheid Acne Werkzaamheid bij acne is aangetoond, maar vaak pas na maanden te beoordelen. Benzoylperoxide 5% is even effectief gebleken als 10%. Bij acne conglobata is er weinig effect. Bijwerkingen Sensibilisatie (1-2%), in het begin van de behandeling tijdelijk droogheid, roodheid, branderigheid en schilfering. Aandachtspunten Textiel en haar kan door benzoylperoxide verbleken. Intensief contact met zonlicht en uv-straling vermijden.
Geneesmiddelengroepen
bètablokkers Werkzaamheid Angststoornissen Migraine bij volwassenen Bètablokkers zijn bij maximaal twee derde van de patiënten effectief. Angina pectoris, stabiel Door bètablokkers worden aanvallen van angina pectoris en ‘stille’ ischemie voorkomen, of nemen de frequentie, duur en ernst ervan af. Er is geen effect op de mortaliteit aangetoond. Atriumfibrilleren Bètablokkers zijn zowel in rust als bij inspanning effectief in het verlagen van de ventrikelfrequentie. Beleid na myocardinfarct Bètablokkers verminderen de kans op sterfte en een recidief hartinfarct. Cardiovasculair risicomanagement (cvrm) Bij hypertensie kan eenmaal daags gedoseerd worden. Beoordeling van het antihypertensieve effect is na 6 weken mogelijk. Ze verlagen de bloeddruk. Vermindering van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit is aangetoond; het effect op cerebrovasculaire accidenten is het meest uitgesproken. Essentiële tremor Propranolol geeft een significante vermindering van de tremor in vergelijking met placebobehandeling. Werking Niet-selectieve bètablokkerende sympathicolytica (propanolol, sotalol) blokkeren de bèta-1- en bèta-2-receptoren. Selectieve bètablokkers (metoprolol, atenolol, bisoprolol) remmen voornamelijk de bèta-1-receptoren. Bijwerkingen Moeheid, verminderde inspanningstolerantie, bronchoconstrictie, koude handen en voeten, Raynaud-fenomeen, potentiestoornissen, decompensatio cordis, slaapstoornissen, angstige dromen, depressie. Interacties Combinaties met calciumantagonisten kunnen het antihypertensieve effect versterken en combinatie met verapamil en diltiazem kunnen een versterkte vertraging van de av-geleiding geven. Neuroleptica en bètablokkers kunnen elkaars concentratie verhogen.
344
Geneesmiddelengroepen
345
Deel 2
biguaniden Werking Metformine remt de glucoseproductie in de lever en verbetert de insulinegevoeligheid van de perifere weefsels. Metformine geeft een verlaging van het nuchtere glucosegehalte van ongeveer 3 mmol/l. Bijwerkingen Gastro-intestinale bijwerkingen komen regelmatig voor (bij 10-30%): anorexie, misselijkheid, buikpijn en diarree (vaak voorbijgaand); soms metaalsmaak; zelden lactaatacidose. Interacties ace-remmers kunnen in het begin het hypoglykemische effect versterken. mao-remmers kunnen een hypoglykemisch effect teweegbrengen. Corticosteroïden en thiazidediuretica hebben een bloedglucoseverhogend effect. Contra-indicaties Ernstige leverinsufficiëntie, ernstig nierfalen, hypoxie bij hartfalen of copd, slechte voedingstoestand, fors alcoholgebruik en ernstige infectieziekte. Aandachtspunten Dosering geleidelijk opbouwen om bijwerkingen te vermijden.
Geneesmiddelengroepen
nsaid’s kunnen het bloeddrukverlagende effect van bètablokkers verminderen. Contra-indicaties Niet geven bij hypotensie, bradycardie, av-block, sick-sinus-syndroom, ziekte van Raynaud, perifeer arterieel vaatlijden en metabole acidose. Aandachtspunten Bètablokkers worden langzaam afgebouwd om te voorkomen dat een tijdelijke sympathische hyperactiviteit ontstaat: een week halve dosering, vervolgens een week kwart dosering. Niet gebruiken bij niet adequaat behandeld hartfalen. Bij astma en copd en bij insuline-afhankelijke diabetes mellitus alleen bèta1-selectieve bètablokkers gebruiken (symptomen van hypoglykemie kunnen gemaskeerd worden).
Geneesmiddelengroepen
bisfosfonaten Werking Bisfosfonaten (alendroninezuur, risedroninezuur) hebben een remmend effect op de botafbraak. Bijwerkingen Maagklachten, slokdarmbeschadiging (erosies, ulceraties). Contra-indicaties Niet geven bij een distale slokdarmstenose, bij nierfalen en bij hypocalciëmie. Aandachtspunten Terughoudendheid is geboden bij maagbloeding in verleden, twee of meer ulcera in de laatste 5 jaar, reflux- of ulcusklachten en gastritis. bupropion Werkzaamheid Stoppen met roken Bupropion is effectief gebleken bij ondersteuning van stoppen met roken. Gemiddelde scores voor 12 maanden abstinentie: or = 2,0; nnt = 11. Bijwerkingen Hoofdpijn, slapeloosheid, droge mond, duizeligheid, buikpijn, misselijkheid; soms bloeddrukverhoging, angina pectoris, hartkloppingen, visusstoornissen, opwinding en angst. Interacties Niet combineren met mao-remmers. Contra-indicaties Zwangerschap, levercirrose, epilepsie; in anamnese: bipolaire stoornis, anorexia of boulimia nervosa. Aandachtspunten Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met antidepressiva, antipsychotica, antihistaminica, sommige anti-arhytmica, antimalariamiddelen, anti-epileptica, tramadol, chinolonen, theofylline, cimetidine en systemische corticosteroïden. Dan niet meer dan 150 mg dd geven. Tussen 2 innamen interval van ten minste 8 uur aanhouden. Geen borstvoeding geven.
346
Geneesmiddelengroepen
347
Deel 2
calciumantagonisten Werkzaamheid Angina pectoris, stabiel Calciumantagonisten verhogen de inspanningstolerantie en verlagen de aanvalsfrequentie. Voor de indicatie angina pectoris worden met name diltiazem en verapamil gebruikt. Er is geen effect op de mortaliteit aangetoond. Raynaud-fenomeen In een placebogecontroleerd onderzoek hadden de patiënten in de nifedipinegroep (30 tot 60 mg per dag) gemiddeld 0,20 aanvallen ten opzichte van 0,46 aanvallen per dag in de placebogroep. In andere rct’s werd bij nifedipine en andere dihydropyridinepreparaten circa 50% reductie in frequentie van aanvallen gevonden. Wintertenen/perniones Spaarzaam onderzoek geeft aan dat nifedipine retard (20 tot 60 mg per dag) enig effect heeft bij perniones. Langwerkende calciumantagonisten hebben de voorkeur.
Geneesmiddelengroepen
buspiron Werkzaamheid Angststoornissen Bij gegeneraliseerde angststoornis is buspiron werkzaam, hoewel de onderzoeksresultaten erg verschillend zijn. Werking De anxiolytische werking treedt langzaam in 3-4 weken in. Heeft geen sedatieve of anticonvulsieve eigenschappen. Bijwerkingen Duizeligheid, hoofdpijn, nervositeit, zweten, maag-darmstoornissen, dysforie, opwinding, moeheid, verwardheid, tachycardie, tremoren, droge mond en wazig zien kunnen voorkomen. Zelden: allergische reacties, extrapiramidale stoornissen, hallucinaties, ataxie en epileptische aanvallen. Interacties In combinatie met mao-remmers kan hypertensie optreden. Kan interacteren met medicamenten met een remmende invloed op cyp3a4 (diltiazem, verapamil, itraconazol, erytromycine): geven een verhoging van de buspironspiegel; daarom dosering verlagen en combinatie met grapefruitsap vermijden. Aandachtspunten Terughoudendheid is geboden bij epilepsie.
Geneesmiddelengroepen
Nifedipine is in Nederland wel voor het fenomeen van Raynaud maar niet voor perniones geregistreerd. Atriumfibrilleren Verapamil en diltiazem zijn zowel in rust als bij inspanning effectief in het verlagen van de ventrikelfrequentie. Cardiovasculair risicomanagement (cvrm) Ter verlaging van de systolische bloeddruk is de werkzaamheid van de langwerkende dihydropyridinen (nifedipine retard, amlodipine, nitrendipine) op het terugdringen van hart- en vaatziekten aangetoond. Werking Calciumantagonisten werken vaatverwijdend. Bijwerkingen Roodheid van het gelaat (flush), hoofdpijn, duizeligheid, hypotensie, lichte hartkloppingen, maag-darmstoornissen, refluxklachten, enkeloedeem, vermoeidheid en huidreacties. Bij verapamil en diltiazem worden bradycardie en geleidingsstoornissen gemeld. Interacties − Combinatie met bètablokkers en verapamil en diltiazem kunnen een versterkte vertraging van de av-geleiding veroorzaken. − De concentratie van digoxine kan stijgen bij gelijktijdig gebruik. − De combinatie met lithium kan neurotoxiciteit veroorzaken. − Cimetidine en ranitidine kunnen de plasmaspiegel verhogen. − Carbamazepine- en theofyllineconcentraties kunnen stijgen bij gelijktijdig gebruik van verapamil en diltiazem. Contra-indicaties Niet geven bij hypotensie, recent hartinfarct en bij instabiele angina pectoris. Aandachtspunten Bij tweede- of derdegraads av-blok, sick-sinus-syndroom, wpwsyndroom, bradycardie (< 40 slagen/min) geen verapamil of diltiazem gebruiken. calciumpreparaten Werking Dienen als suppletietherapie.
348
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Maagklachten, obstipatie, bij te royale suppletie niersteenvorming. Interacties Calciumzouten verminderen de resorptie van tetracycline. Aandachtspunten 500 mg elementair calcium komt overeen met 1250 mg calciumcarbonaat of 2000 mg calciumcitraat of 5500 mg calciumgluconaat.
Deel 2
349
Geneesmiddelengroepen
carbamazepine Werkzaamheid Neuropathische pijn De werkzaamheid blijkt uit klinische ervaring, maar is ook aangetoond bij diabetische neuropathie en bij trigeminiusneuralgie. Bijwerkingen Vaak voorkomende bijwerkingen zijn neurotoxische verschijnselen zoals hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, sufheid, moeheid, dubbelzien en ataxie. Twee uur na inname zijn deze verschijnselen het ergst. Dosisafhankelijke reacties zijn: huidafwijkingen, gepaard met koorts, komen bij 5-10% van de patiënten voor, vooral in het begin van de behandeling. Bij 7% van de volwassenen en 12% van de kinderen komt een reversibele en voorbijgaande leukopenie voor, die zelden aanleiding geeft tot klinische verschijnselen. Interacties Geeft inductie van de leverenzymen cyp2C9 en cyp3a4; vandaar interactie met diverse andere anti-epileptica: verhoogt de eliminatie hiervan, ook van orale coagulantia, orale anticonceptiva, vitamine D en acetylsalicylzuur. Contra-indicaties Atrioventriculiar blok of verlengd pq-interval; beenmergdepressie in anamnese. Aandachtspunten Voorzichtigheid is geboden bij ouderen en bij ernstige ziekten van hart, lever en nieren.
Geneesmiddelengroepen
cefalosporinen Werkzaamheid Gonorroe De werkzaamheid van cefalosporinen (zoals cefotaxim en cefuroximaxetil) bij gonorroe is aangetoond. Resistentie komt nauwelijks voor. Werking Bactericide breedspectrumcefalosporine. Uitscheiding voornamelijk via de nieren. Werkingsspectrum: – grampositieve en merendeel van gramnegatieve bacteriën; – ongevoelig zijn onder andere Listeria, Clostridium difficile, Legionella pneumophila, Treponema pallidum, Mycoplasma en Chlamydia. Bijwerkingen Maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, buikpijn, diarree), overgevoeligheidsreacties, geneesmiddelkoorts. Bij injectie van cefotaxim kan een lokale reactie optreden; flebitis, pijn, verharding van weefsel. Contra-indicaties Overgevoeligheid voor cefalosporinen. Aandachtspunten Cefotaxim-injectie diep in de gluteusspier toedienen. Voorzichtigheid is geboden bij penicilline-allergie; kruisallergie tussen penicillinen en cefalosporinen komt in 10% van de gevallen voor. chinolonen Werking Werkingsspectrum: – de meeste gramnegatieve bacteriën (inclusief Neisseria gonorrhoeae en Pseudomonas aeruginosa); – sommige grampositieve bacteriën (stafylokokken); – Campylobacter, Chlamydiae (niet norfloxacine), Legionella; – veel minder gevoelig zijn streptokokken (inclusief pneumokokken), enterokokken, Mycoplasma; – weinig gevoelig tot resistent zijn anaerobe bacteriën.
350
Geneesmiddelengroepen
351
Deel 2
cholesterolsyntheseremmers Werking Het effect van de statines (zoals simvastatine, pravastatine en atorvastatine) begint binnen een week en is maximaal na 4-6 weken. Bijwerkingen Misselijkheid, dyspepsie, obstipatie, maag- en darmkrampen, buikpijn, diarree en flatulentie (bij 0,5-1%), spierpijn. Stijging transaminasen; therapie staken bij blijvende verhoging van > 3 maal de normale waarde. In combinatie met nicotinezuur(derivaten) en fibraten neemt de kans op myopathie toe. Interacties Het effect van cumarinederivaten neemt iets toe: controleer antistolling. Digoxinespiegel kan gering stijgen.
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Maag-darmklachten (3-6%) en neurologische bijwerkingen (1-4%) als hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, paresthesieën, slaapstoornis, verwardheid, psychose; zelden convulsies en hallucinaties. (Allergische) huidreacties (0,5-2%) inclusief fotosensibilisatie en zelden leverfunctiestoornissen, acute nierinsufficiëntie, artralgieën, tendinitis en peesruptuur (< 1%). Interacties Pipemidinezuur, perfloxacine en ciprofloxacine kunnen het metabolisme van theofylline remmen. Gelijktijdige inname van aluminium, magnesium of ijzer bevattende zouten of sucralfaat vermindert de resorptie. De fluorochinolonen (cipro-, nor- en ofloxacine) kunnen de werking van orale anticoagulantia versterken. Contra-indicaties Zwangerschap, lactatie, leeftijd < 16 jaar. Aandachtspunten Niet geven bij (actuele) tendinitis. De effectiviteit van chinolonen bij gonorroe is beperkt door de toegenomen resistentie van gonokokken tegen chinolonen.
Geneesmiddelengroepen
clonidine Werkzaamheid Climacteriële klachten Clonidine heeft bij overgangsklachten een gunstige invloed op opvliegers en transpireren. Werking Clonidine is een centraal aangrijpend middel dat naast een antihypertensieve werking ook vermindering geeft van het effect van vasoconstrictieve en vasodilatatoire stimuli. Bijwerkingen Sedatie, onrust, slapeloosheid, droge mond, obstipatie, exantheem en orthostatische hypotensie en bij hogere dosis moeheid. Interacties Versterkt de werking van sederende middelen. Aandachtspunten Clonidine is geregistreerd voor vasomotorische klachten (flushes en transpireren) in de overgang, maar niet voor de indicatie hyperhidrosis. colchicine Werkzaamheid Jicht Colchicine geeft bij 80% van de patiënten binnen 24 uur verbetering bij een acute jichtaanval. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, buikkrampen en diarree. Bij overdosering diarree met bloed, hematurie en nierbeschadiging. Interacties Cimetidine, erytromycine en tolbutamide kunnen de plasmaspiegels van colchicine verhogen. Aandachtspunten Heeft een smalle therapeutische breedte. corticosteroïd-zure oordruppels Bijwerkingen Contactallergie. Aandachtspunten Bij trommelvliesperforatie geen corticosteroïd(-zure) oordruppels voorschrijven. 352
Geneesmiddelengroepen
353
Deel 2
corticosteroïden (dermaal) Werkzaamheid Hemorroïden Er is geen gecontroleerd onderzoek bekend naar het gebruik van lokale corticosteroïden bij hemorroïden. Constitutioneel eczeem Corticosteroïden: klasse-1- en -2-corticosteroïden lijken even werkzaam als teerpreparaten. Seborroïsch eczeem De effectiviteit van lokale corticosteroïden is ongeveer gelijk aan die van ketoconazol (ongeveer 80%). Psoriasis Voor voldoende effect zijn klasse 3 en 4 nodig. Klasse 4 geeft bij 70-95% van de patiënten na 2 weken een aanzienlijke verbetering. Dermatitis solaris/zonneallergie In een kleine rct is lokale applicatie van corticosteroïden (betamethason) effectief gebleken. Pruritus senilis Dermale corticosteroïden blijken een jeukstillende werking te hebben. Onderzoek naar de werkzaamheid bij pruritus senilis ontbreekt. Pruritus ani In een rct wordt de werking van hydrocortison 0,25% vergeleken met hydrocortison 1,0%, zinkoxide en een neutrale wateroplosbare zalf. De hydrocortison 1,0% werkt het beste. Bijwerkingen Lokaal: atrofie, gemakkelijk te beschadigen huid, hypopigmentatie, ecchymosen, teleangiëctasieën, striae (irreversibel), rosacea, dermatitis perioralis, acne, verhoogde infectiegevoeligheid, maskering van bacteriële, virus- en schimmelinfecties. Contactallergie.
Geneesmiddelengroepen
corticosteroïd oogdruppels Werking Zeer effectief bij allergische conjunctivitis. Bijwerkingen Soms prikkelend of branderig gevoel. Overgevoeligheid kan voorkomen. Na langdurig gebruik kunnen glaucoom en een subcapsulair posterieur cataract optreden. Contra-indicaties Infectieuze en ulcereuze oogaandoeningen; keratitis dendritica. Aandachtspunten Tijdens gebruik geen zachte contactlenzen dragen.
Geneesmiddelengroepen
Voor systemische bijwerkingen wordt verwezen naar Corticosteroïden. Interacties Toevoegen van huidverwekende componenten of aanbrengen van occlusie versterkt de werking en bijwerkingen. Aandachtspunten De dermale corticosteroïden worden ingedeeld naar sterkte in de klassen 1 t/m 4. Maximale hoeveelheden per week: – klasse-1-steroïden (hydrocortisonacetaat) bij volwassenen geen beperking; bij kinderen boven 2 jaar 60 g, tot 2 jaar 30 g; – klasse-2-steroïden (triamcinolonacetonide) bij volwassenen 100 g; bij kinderen boven 2 jaar 60 g, tot 2 jaar 30 g; – klasse-3-steroïden (betamethasonvaleraat, diflucortolon) bij volwassenen 100 g; bij kinderen boven 2 jaar 50 g, tot 2 jaar 30 g; – klasse-4 steroïden (clobetasol, betamethasondipropionaat) maximaal 50 g per week. Toevoegen van huidverwekende componenten of aanbrengen van occlusie versterkt de werking en bijwerkingen. corticosteroïden (injectie) Werkzaamheid Jicht Corticosteroïden hebben een krachtige anti-inflammatoire werking. Een intra-articulaire injectie werkt binnen 24 uur, van orale behandeling is binnen 2 dagen effect te verwachten. Epicondylitis Door lokale injecties met een corticosteroïd (evt. in combinatie met een anestheticum) kan de pijn verminderen. Een verkorting van de ziekteduur is niet aangetoond. Het aantal injecties per jaar dient beperkt te blijven tot 5. Schouderklachten Een lokale injectie met een corticosteroïd in de subacromiale ruimte of in het glenohumerale gewricht is werkzaam gebleken (zie nhg-Standaard Schouderklachten). Bursitis prepatellaris en olecrani In een onderzoek bij niet-geïnfecteerde bursitis olecrani bleek lokaal toegediend methylprednisolonacetaat 20 mg effectief te zijn. Hielpijn/calcaneodynie Bij fasciitis plantaris is een gering effect van corticosteroïd-injecties aangetoond. Van andere medicamen354
Geneesmiddelengroepen
corticosteroïden (oraal) Werkzaamheid Reumatoïde artritis Orale corticosteroïden doen de functionele capaciteit bij reumatoïde artritis toenemen. Dermatitis solaris/zonneallergie In een kleine rct naar het effect van orale toediening van prednisolon (1 dd 25 mg gedurende 7 dagen) bij 20 patiënten met ple werd enige effectiviteit aangetoond. 355
Deel 2
corticosteroïden (neusspray) Werkzaamheid (Niet-)allergische rhinitis Beclometason, budesonide, mometason en fluticason neusspray verminderen alle symptomen van (niet-)allergische rhinitis; beter werkzaam dan cromonen en antihistaminica. Bijwerkingen Vorming van bloedkorsten in de neus en zelden bloedneus. Aandachtspunten Bij gebruik van oplossingen gaat minder werkzame stof verloren dan bij aerosolen.
Geneesmiddelengroepen
teuze therapie is geen effect aangetoond. Chalazion Met corticosteroïd-injecties worden succespercentages gegeven van 40-80%. Wanneer bij een recidief binnen 2 weken opnieuw geïnjecteerd werd, wordt een succespercentage bereikt van 90%. In twee latere onderzoeken werd een succespercentage van 75% resp. 90% vermeld. Werking Voor injecties worden vaak methylprednisolon en triamcinolonacetonide gebruikt. Bijwerkingen De meest voorkomende bijwerkingen van injecties zijn: opvliegers (flushes) en 1 tot 3 dagen meer pijn. Lokale corticosteroïd-injecties kunnen lokale roodheid veroorzaken. Andere bijwerkingen zijn zeldzaam. Na corticosteroïd-injecties in een pees is een grotere kans op een peesruptuur alleen in dierproeven aangetoond.
Geneesmiddelengroepen
Werking Predniso(lo)n heeft pas na 4-8 uur een klinisch effect, dat 12-36 uur aanhoudt. Glucocorticoïde effecten zijn anti-inflammatoir, immunosuppressief en antiprurigineus. Het anti-inflammatoire effect is aspecifiek; er vindt ontstekingsremming plaats ongeacht de achterliggende oorzaak. Zowel vroege als late ontstekingsverschijnselen worden beïnvloed. Het immunosuppressieve effect uit zich voornamelijk op de cellulaire en in mindere mate op de humorale immuniteit. Bijwerkingen Bij hoge doses verhoogde infectiegevoeligheid. Perifeer katabole effecten: vermindering van spiermassa, negatieve stikstofbalans, osteoporose, aseptische botnecrose, ecchymosen, huidatrofie, striae, vertraagde wondgenezing. Verminderde lengtegroei, hyperglykemie, vollemaansgezicht, gewichtstoename, stemmingsveranderingen als euforie, maar ook depressie, angst, slapeloosheid, rusteloosheid, cataract, glaucoom, hirsutisme en secundaire amenorroe. Oedeem, hypokaliëmie, hypertensie, alkalose en hartfalen. Interacties Fenytoïne en carbamazepine kunnen de afbraak versnellen, colestyramine kan de opname verminderen. Oestrogenen en orale anticonceptiva kunnen het effect versterken. Corticosteroïden kunnen de eliminatie van salicylaten verhogen. Contra-indicaties Niet gebruiken bij het syndroom van Cushing en bij vaccinaties met verzwakt levend virus. Aandachtspunten Bij diabetes mellitus de glucosespiegel controleren (corticosteroiden hebben een diabetogeen effect). Bij hogere doseringen en een ulcus pepticum in de anamnese, of bij gelijktijdig gebruik van een nsaid, een protonpompremmer toevoegen. Voorzichtigheid is geboden bij virus- en schimmelinfecties, bij tropische worminfecties, bij osteoporose en bij patiënten met een psychiatrische voorgeschiedenis.
356
Geneesmiddelengroepen
357
Deel 2
cromonen Werkzaamheid Astma bij volwassenen Cromoglicinezuur en nedocromil zijn minder werkzaam dan inhalatiecorticosteroïden en worden niet meer geadviseerd. Allergische rhinitis Als neusspray werkzaam tegen alle symptomen behalve tegen obstructie; minder werkzaam dan corticosteroïden en antihistaminica, en hebben daarom geen voorkeur. Bijwerkingen Inhalatie: irritatie van de keel, hoesten, hoofdpijn, misselijkheid. Neusspray: zelden voorbijgaande irritatie van het neusslijmvlies. Oogdruppels: voorbijgaande irritatie van de ogen.
Geneesmiddelengroepen
corticosteroïden (per inhalatie) Werkzaamheid Astma bij volwassenen Inhalatiecorticosteroïden (beclometason, budesonide, fluticason) verminderen de inflammatie bij astma effectief. Een versnelde afname van de longfunctie bij astma wordt door corticosteroïden geremd. Effecten zijn pas maximaal na enige maanden behandeling. De werkzaamheid is minder bij roken. COPD Inhalatiecorticosteroïden zijn als proefbehandeling alleen gewenst bij veel klachten (hoesten, kortademigheid) en frequente exacerbaties. De effecten bij copd op lange termijn zijn niet duidelijk. Astma bij kinderen Inhalatiecortosteroïden zijn de meest werkzame anti-inflammatoire middelen bij astma en worden gebruikt ter vermindering van de ontsteking van de luchtwegen waardoor de symptomen verminderen en de longfunctie verbetert. Bijwerkingen Lokale bijwerkingen: dysfonie, hoesten, keelpijn, orofaryngeale candidiasis (mond spoelen na inhalatie). Bij ouderen verhoogde kans op onderhuidse hematomen en incidenteel cataract. Bij kinderen kans op groeivertraging. Aandachtspunten Na gebruik mond spoelen en spoelsel uitspugen en slok water drinken.
Geneesmiddelengroepen
desmopressine Werkzaamheid Enuresis nocturna Heeft beperkt succes (dus garandeert ook geen droge nachten). Percentage minder natte nachten tijdens gebruik van desmopressine varieert tussen 10 en 65. Grote terugval na staken van de behandeling. Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, maagpijn, rhinitis, epistaxis, psychiatrische reacties en convulsies. Aandachtspunten Vochtinname ’s avonds vanaf 1 uur voor tot 8 uur na de toediening beperken in verband met kans op waterintoxicatie/hyponatriëmie. digoxine Werkzaamheid Hartfalen Bij hartfalen en een sinusritme heeft digoxine een positief effect op de symptomen van hartfalen. Digoxine is werkzaam bij hartfalen met atriumfibrilleren. Werking Digoxine heeft een beperkte therapeutische breedte: er wordt gestreefd naar een plasmaspiegel tussen 0,5 en 2,0 microgram. Bijwerkingen Zijn dosisgerelateerd en kunnen wijzen op overdosering. Verminderde eetlust, misselijkheid, braken, sufheid, duizeligheid, veranderd kleurenzien, wazig zien en fotofobie. Ritmestoornissen als ventriculaire extrasystolie, nodale tachycardie, av-geleidingsstoornissen. Interacties Verlaging van de plasma-kaliumspiegel vergroot de gevoeligheid voor digoxine: pas hiervoor op bij combinatie met een diureticum: geef zo nodig een kaliumsparend diureticum. Calciumantagonisten verminderen het inotrope effect en verlengen de av-geleiding. Contra-indicaties Niet geven bij bradyaritmische stoornissen en bij hypertrofische cardiomyopathie. 358
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Halveer dosering bij creatinine boven normaalwaarde, leeftijd > 80 of gewicht < 55 kg. Controleer jaarlijks de creatinine- en kaliumconcentratie
359
Deel 2
diuretica (kaliumsparend) Werkzaamheid Hartfalen Hartfalen: spironolacton toegevoegd aan onder andere een diureticum en ace-remmer vermindert de kans op sterfte bij patiënten met matig of ernstig hartfalen. Werking Triamtereen, amiloride: kaliumsparend diureticum met zwak diuretische werking. Spironolacton: werkt vooral in distale tubulus door competitief antagonsme met aldosteron Bijwerkingen Hyperkaliëmie, misselijkheid en braken. Bij spironolacton: gynaecomastie. Interacties Combinatie met ace-remmer verhoogt het risico op hyperkaliëmie vooral bij verminderde nierfunctie. In combinatie met thiazidediuretica kunnen elektrolytstoornissen optreden. Bij dm kan de insulinebehoefte wijzigen. Effect van antihypertensiva kan worden versterkt Spironolacton: salicylaten kunnen diuretisch effect verminderen,
Geneesmiddelengroepen
ditranol (antrachinonderivaat) Werking Goed werkzaam bij psoriasis, vergelijkbaar met lokale corticosteroïden. Bijwerkingen Verkleuring van huid en kleding, huidirritatie rond laesie, jeuk en erytheem. Aandachtspunten Contact met gezonde huid, gezicht, ogen, behaarde hoofdhuid en lichaamsplooien mijden.
Geneesmiddelengroepen
effect van orale anticoagulantia neemt af, renale uitscheiding van digoxine kan afnemen. Contra-indicaties Hyperkaliëmie, hyponatriëmie, acute en chronische nierinsufficientie (creatinineklaring < 25 ml/min), ernstige leverinsufficiëntie Aandachtspunten Nierinsufficientie vormt een relatieve contra-indicatie. Bepaal regelmatig het kalium bij gelijktijdig gebruik van een ace-remmer. diuretica (lis-) Werkzaamheid Hartfalen De effectiviteit van furosemide is uit klinisch onderzoek gebleken. Werking Middelen als furosemide en bumetanide werken snel en kort: Zij geven frequente mictie gedurende een half uur tot 6 uur na inname. Bijwerkingen Hypokaliëmie, hyponatriëmie, dehydratie, zelden hyperglykemisch of hyperuremisch effect. Bij prostaathypertrofie bestaat het gevaar van urineretentie bij het opwekken van snelle diurese. Interacties – nsaid’s kunnen het diuretische effect verminderen: controleer het lichaamsgewicht. – Bij combinatie met een ace-remmer bestaat gevaar op ernstige hypotensie: stop lisdiureticum eerst enkele dagen. – Lisdiuretica en thiazidediuretica versterken elkaars effect. Aandachtspunten Pas op voor urineretentie bij opwekken van snelle diurese bij prostaathyperplasie. diuretica (thiazide-) Werkzaamheid Hartfalen Chronisch hartfalen: de effectiviteit van de onderhoudsbehandeling met diuretica is in klinische studies overtuigend aangetoond. Gegevens over mortaliteitsreductie zijn niet bekend. Cardiovasculair risicomanagement (cvrm) Morbiditeit en morta360
Geneesmiddelengroepen
361
Deel 2
dopamineagonisten Werkzaamheid Parkinson (ziekte van) Middelen als pergolide, cabergoline, lisuride en bromocriptine zijn minder werkzaam dan dopamineprecursors. Ze verhogen de werkzaamheid van dopamineprecurosors. Bijwerkingen In het begin van de behandeling: misselijkheid en braken. Cardiovasculaire bijwerkingen zijn dosisafhankelijk: bij lage doses orthostatische hypotensie, hoofdpijn en syncope; bij hoge doses koude extremiteiten, spierkrampen in benen, flushing, hypotensie, incidenteel angina pectoris, hartinfarct en bradycardie. Bij hoge doses voorts verwardheid, hallucinaties, wanen en duizeligheid. Interacties Neuroleptica en metoclopramide kunnen de werking tegengaan.
Geneesmiddelengroepen
liteit van hart- en vaatziekten worden gereduceerd. Effect op de preventie van cerebrovasculaire accidenten is het meest uitgesproken. Werking Middelen als hydrochloorthiazide en chloortalidon werken matig diuretisch, kaliuretisch en natriuretisch. Bijwerkingen Verlaging van het kaliumgehalte, verminderde glucosetolerantie, verhoging urinezuurspiegel. Interacties Bij toevoegen van ace-remmer aan therapie bestaat kans op ernstige hypotensie: stop diureticum 2-3 dagen voor start ace-remmer. nsaid’s verminderen het bloeddrukverlagende effect. Gelijktijdig gebruik met corticosteroïden kan hypokaliëmie geven. Bij gelijktijdig gebruik met lithium is er kans op lithiumintoxicatie. Aandachtspunten Jicht en digoxinegebruik zijn relatieve contra-indicaties. Niet geven bij ernstige nierinsufficientie (creatinineklaring < 30 ml/ min).
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten – Pas op orthostatische hypotensie. – Tabletten tijdens de maaltijd innemen. dopamine-antagonisten Werkzaamheid Migraine bij volwassenen Anti-emetica zoals domperidon en metoclopramide verhogen de resorptie en effectiviteit van analgetica. Werking Domperidon en metoclopramide werken binnen 15-30 minuten na orale inname, bij rectale toediening na 1-2 uur. Ze zijn werkzaam bij de symptomatische behandeling van misselijkheid en braken. Bijwerkingen Metoclopramide: sedering, diarree of obstipatie, extrapiramidale verschijnselen, vaker bij jonge vrouwen en ouderen. Domperidon: voorbijgaande darmkrampen, bij kinderen soms extrapiramidale reacties, zelden acute urineretentie. Contra-indicaties Niet geven bij een bloeding in het maag-darmkanaal, bij darmobstructie en bij ernstige leverfunctiestoornis. Aandachtspunten Metoclopramide tabletten niet < 15 jaar (in zetpil niet < 10 jaar). Domperidon liever niet < 1 jaar. dopamineprecursors Werkzaamheid Restless legs Uit de vele kleine onderzoeken kunnen geen duidelijke conclusies worden getrokken. In twee reviews wordt vastgesteld dat dopaminerge middelen bij rls vermindering van (vooral subjectieve) klachten geeft zoals verbetering van de slaapkwaliteit. Dit geldt zowel voor levodopa/carbidopa als voor de dopamineagonisten cabergoline en pergolide. Parkinson (ziekte van) Zijn de meest werkzame Parkinson-middelen. Verbetering van bradykinesie en rigiditeit treedt snel in en zet door in het eerste jaar van behandeling. Tremor verbetert ook meestal snel en kan ook in het tweede jaar nog afnemen. De werk362
Geneesmiddelengroepen
363
Deel 2
ergotaminepreparaten Werkzaamheid Migraine bij volwassenen Ergotamine is bij ongeveer de helft van de patiënten effectief. Bij een derde van de patiënten komt de migraine binnen 24-48 uur terug. Bijwerkingen Braken, misselijkheid, diarree, buikkrampen, algehele malaise, spierkrampen, paresthesieën. Door vasoconstrictie cardiovasculaire bijwerkingen in het bijzonder bij perifeer vaatlijden. Contra-indicaties Niet geven bij hypertensie, coronairlijden en ander arterieel vaatlijden. Aandachtspunten Bij langdurig gebruik kan ergotamine-afhankelijke hoofdpijn ontstaan. Door stoppen van de medicatie verdwijnen de symptomen meestal na 72 uur.
Geneesmiddelengroepen
zaamheid neemt na verloop van tijd af. Bij langdurige behandeling neemt therapeutische breedte af: afname van werkzaamheid aan einde van doseringsinterval en toename van bijwerkingen bij piekplasmaspiegels. Dit is enigszins op te vangen door totale dagdosis over meer porties te verdelen (of door controlled-release preparaat). Bijwerkingen In het begin: misselijkheid, braken, anorexie, orthostatische hypotensie en voorbijgaande flushing. Voorts onwillekeurige bewegingen van tong, lippen, kaken en later extremiteiten. Zelden cardiovasculaire stoornissen en bloedbeeldafwijkingen. Bij patiënten met cardiale stoornissen: ventriculaire aritmieën en hypertensie. Na 1-3 jaar dyskinesieën. On-off-verschijnsel: onafhankelijk van plasmaspiegel plotselinge verstarring gevolgd door hyperkinesie. Langdurige behandeling: slaapstoornissen, verwardheid, depressie, nachtmerries en psychotische verschijnselen. Interacties Neuroleptica, fenytoïne, benzodiazepinen en eiwitrijk dieet kunnen werkzaamheid verminderen. Gelijktijdig gebruik met mao-aremmer kan hypertensie geven.
Geneesmiddelengroepen
foliumzuur Werking Toedienen van foliumzuur vult het tekort in de voeding aan. Bijwerkingen Deze treden uiterst zelden op en kunnen bestaan uit overgevoeligheidsreacties. Interacties Toediening van foliumzuur bij foliumzuurdeficiëntie en fenytoïnegebruik kan de fenytoïneconcentratie significant doen dalen. Aandachtspunten Toediening van (alleen) foliumzuur aan een patiënt met een vitamine-B12-deficiëntie en neurologische stoornissen als gevolg hiervan, kan deze niet laten verdwijnen. fosfodi-esterase-5-remmers Werking pde-5-remmers remmen het cgmp waardoor de arteriële bloeddoorstroming toeneemt en de gladde spiercellen verslappen. Daardoor houdt een erectie ook langer aan. Bijwerkingen Vaak: hoofdpijn, blozen, dyspepsie, misselijkheid, verstopte neus en duizeligheid. (Deze bijwerkingen treden vooral in het begin op en kunnen na gebruik van enkele pillen verminderen of verdwijnen.) Soms: palpitaties, gezwollen (pijnlijke) oogleden, spierpijn, visusstoornissen. Zelden: langdurige erectie, priapisme, tensieschommelingen. Interacties Bij gebruik van alfablokkers, ritonavir, lopinavir, cyp3a4-remmers (cimetidine, claritromycine, erytromycine, itraconazol, ketconazol, voriconazol, proteaseremmers) en grapefruitsap: dosering verlagen! pde-5-remmers versterken het hypotensieve effect van nitraten. Contra-indicaties Klachten van hartfalen of angina pectoris (nyha klasse iii/iv), hypotensie (rr < 90/50), doorgemaakt myocardinfarct of cva minder dan 6 maanden geleden, gebruik van nitraten of ‘poppers’. 364
Geneesmiddelengroepen
glucagon Werking Bij een glucagon-injectie subcutaan of intramusculair treedt het effect bij een hypoglykemisch coma binnen 15 minuten in. Bijwerkingen Misselijkheid en braken, tachycardie (soms hypokaliëmie). glucose-oplossingen Werking Het intraveneus toedienen van een glucose-oplossing bij een hypoglykemisch coma heeft doorgaans een snel effect: binnen 2-3 minuten komt de patiënt weer bij. Bijwerkingen Het injecteren buiten het bloedvat kan een flebitis veroorzaken.
365
Deel 2
fosfomycine Werking Werkingsspectrum: zowel grampositieve (o.a. Staphylococcus aureus en saprophyticus, Streptococcus faecalis) als gramnegatieve micro-organismen (Escherichia coli, Proteus mirabilis, Haemophilus influenzae). Bijwerkingen Maag-darmklachten, huidreacties. Contra-indicaties Nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 80 ml/min).
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Sildenafil en vardenafil werken relatief kort: 4-5 uur; tadalafil werkt lang: tot 36 uur. Daarom is het innametijdstip bij tadalafil minder belangrijk dan bij de andere middelen. De kortwerkende middelen moeten bij voorkeur op een lege maag worden ingenomen (ten minste 3 uur na de maaltijd). De inwerktijd van pde-5-remmers is ca. 15 tot 40 minuten. Deze middelen zijn pas effectief na seksuele stimulatie en bij seksuele opwinding. De werkzaamheid is pas optimaal na 4 tot 6 maal een pil gebruikt te hebben.
Geneesmiddelengroepen
H2-receptorantagonisten Werking H2-antagonisten (zoals ranitidine, cimetidine, famotidine, nizatidine) zijn antihistaminica die de H2-receptoren in de maagmucosa blokkeren; daardoor neemt de zoutzuurproductie af en wordt de pepsinevorming geremd. Bijwerkingen Bij 1-3%: diarree, hoofdpijn, sufheid, vermoeidheid, spierpijn en obstipatie. Interacties Cimetidine remt de afbraak van theofylline, cumarinederivaten en fenytoïne in klinisch relevante mate; dosisaanpassing kan op zijn plaats zijn. hoestprikkeldempende middelen Werkzaamheid Hoesten Het bewijs voor de werkzaamheid van codeïne en noscapine is zeer mager. Bronchitis (acute) Het bewijs voor de werkzaamheid van codeïne en van noscapine is zeer mager. Bijwerkingen Codeïne: sufheid, misselijkheid, obstipatie. Noscapine: heeft minder bijwerkingen dan codeïne en heeft daarom de voorkeur. Interacties Alcohol kan de centrale werking van codeïne versterken. Aandachtspunten Bij kleine kinderen is codeïne gecontra-indiceerd in verband met remming van de ademhaling. hydrochinon Werkzaamheid Melasma (chloasma) Gecontroleerd onderzoek naar het effect van hydrochinon bij chloasma is niet voorhanden. De werkzaamheid is bij diverse vormen van hyperpigmentatie slechts in zeer beperkte mate aangetoond.
366
Geneesmiddelengroepen
367
Deel 2
hydrokinine Werkzaamheid Nachtelijke spierkrampen Hydrokinine is effectief in het verminderen van het aantal, maar niet de ernst van de nachtelijke spierkrampen; deze verdwijnen niet door hydrokinine. Er is alleen kortdurend onderzoek beschikbaar en de resultaten zijn wisselend. De optimale dosering en behandelingsduur van hydrokinine bij nachtelijke spierkrampen kan niet onderbouwd worden. Werking Hydrokinine verlengt de refractaire periode van de spier en verlaagt de excitatiedrempel waardoor de spier minder snel samentrekt. Het verlaagt de prikkelbaarheid van de motorische eindplaat waardoor de reacties op herhaalde zenuwstimulatie en op acetylcholine geringer zijn. Bijwerkingen Regelmatig: hoofdpijn, tinnitus, duizeligheid (en vooral bij ouderen toename van de valkans), bittere smaak en maag-darmklachten. Daarnaast is na kortdurend gebruik van therapeutische doseringen reversibel gehoorverlies beschreven. Ernstige overgevoeligheidsreacties (hemolytisch uremisch syndroom) zijn zeldzaam.
Geneesmiddelengroepen
Werking Remt de melaninesynthese in de melanocyt. De pigmentrijke huid bleekt sneller dan de normale huid. Bijwerkingen Lokaal brandend of prikkelend gevoel, jeuk, droge huid en roodheid. Ook zijn sensibilisatie, lokale hypopigmentatie en paradoxale hyperpigmentaties beschreven. Contra-indicaties Over het gebruik tijdens de zwangerschap bestaan onvoldoende gegevens om de schadelijkheid te beoordelen en wordt derhalve ontraden. Aandachtspunten Zonlicht vermindert het effect van hydrochinon. Contact met slijmvliezen moet vermeden worden. De blekende werking kan reeds na weken optreden, maar meestal wordt pas na enkele maanden een effect bereikt.
Geneesmiddelengroepen
Interacties Kinine kan de werking van anticoagulantia versterken en de toxiciteit van digoxine verhogen. Contra-indicaties Hydrokinine kan schadelijk zijn als het tijdens zwangerschap wordt gebruikt. Het kan een abortus opwekken. Zeer hoge doses zijn teratogeen gebleken. Dus niet gebruiken tijdens zwangerschap; ook niet tijdens lactatie. hydroxipyridonen (lokaal) Werking Werking is onbekend. Ciclopirox is werkzaam tegen schimmels en gisten. Bijwerkingen Lokale irritatie kan optreden; ook contactdermatitis is mogelijk. Aandachtspunten Zacht inmasseren. ijzerpreparaten Werking Orale ijzerpreparaten: alle tweewaardige ijzerzouten (ferrofumaraat, ferrosulfaat) zijn even effectief. Parenterale ijzerpreparaten Intramusculaire toediening geeft geen snellere stijging van het Hb dan orale toediening, maar wel een snellere aanvulling van de ijzervoorraden. Bijwerkingen Orale ijzerpreparaten: obstipatie en diarree (beide dosisonafhankelijk), misselijkheid en braken (beide dosisafhankelijk). Zwarte verkleuring van de ontlasting. Bij maagklachten tabletten na de maaltijd innemen. Parenterale ijzerpreparaten: lokaal: pijn op injectieplaats, ontsteking en verkleuring van de huid. Algemeen: misselijkheid, braken, malaise, metaalsmaak. Interacties H2-receptorantagonisten en antacida kunnen de opname van ijzer verminderen. IJzer kan de opname van tetracyclinen, bifosfonaten, chinolonen en methyldopa verminderen. 368
Geneesmiddelengroepen
Tetracyclines en ijzerpreparaten minimaal 3 uur na elkaar innemen. Aandachtspunten Kinderen maximaal 3 mg ijzer per kg lichaamsgewicht.
Deel 2
369
Geneesmiddelengroepen
imidazolen Werkzaamheid Seborroïsch eczeem Van de imidazolen is ketoconazol het meest effectief tegen Pityrosporum ovale. De effectiviteit van ketoconazol is ongeveer gelijk aan die van lokale corticosteroïden (ongeveer 80%). Erythrasma Imidazolderivaten zijn bij erythrasma werkzaam gebleken. Luieruitslag Heeft bij luieruitslag en vermoeden van secundaire Candida-infectie gunstig effect. Intertrigo Bij Candida-intertrigo is een imidazolderivaat goed werkzaam gebleken. Werking Miconazol, clotrimazol en ketoconazol zijn fungistatisch werkzaam tegen een breed spectrum van schimmels en gisten. Ketoconazol is het meest effectief tegen Pityrosporum ovale. Imidazolen hebben ook een lichte bactericide werking. Bijwerkingen Lokaal: irritatie, erytheem, branderigheid, jeuk en contactdermatitis. Interacties Oraal miconazol (ook de orale gel) kan het effect van anticoagulantia, orale bloedsuikerverlagende middelen en fenytoïne versterken. Maagzuurverlagende middelen verminderen de resorptie van ketoconazol. Ketoconazol kan het effect van orale anticoagulantia en terfenadine (cave artimieën) versterken. Aandachtspunten Lokaal: contact met ogen, genitalia en beschadigde huid vermijden. Bij gebruik van miconazol orale gel bij zuigelingen dient de suspensie in gedeelten (met de vinger, wattenstaafje of speen) in de mond te worden verspreid om keelobstructie te voorkómen.
Geneesmiddelengroepen
imiquimod Werkzaamheid Condylomata acuminata In een systematische review werd gevonden dat volledige genezing (zonder recidief) werd bereikt bij 37% van de met imiquimod behandelde groep vs 6% in de placebogroep. Werking Immuunmodulerend en antiviraal effect. Bijwerkingen Meest frequent lokale reacties zoals erytheem, branderigheid, jeuk, huiderosie, ontvelling, schilfering, oedeem; systemische reacties met griepachtige symptomen zijn gemeld. Contra-indicaties Zwangerschap. indifferente huidmiddelen Werkzaamheid Hemorroïden Er is geen gecontroleerd onderzoek gedaan naar het effect van indifferente preparaten. Contacteczeem In een systematische review bleek toepassing van indifferente vetcrèmes goed te helpen bij de behandeling van acute vormen van ortho-ergische contactdermatitis en tevens bij de preventie en behandeling van chronische vormen. Luieruitslag Heeft bij luieruitslag waarschijnlijk indrogende en beschermende werking Pruritus senilis Gecontroleerd onderzoek ontbreekt. De toepassing is gebaseerd op klinische ervaring. Droge huid/Xerosis Onderzoeken waarbij indifferente crèmes en zalven voor de indicatie droge huid met elkaar werden vergeleken, zijn niet gevonden. Pruritus ani In een rct werd bij pruritus ani een zinkoxidepreparaat vergeleken met een hydrocortisonpreparaat. Zinkoxide gaf wel enige verbetering, maar hydrocortison 1% gaf het beste resultaat. Dermatitis perioralis Een indifferente crème, zoals cremor cetomacrogolis, kan de klachten soms verminderen. Er is geen onderzoek bekend waarop een voorkeur voor een bepaald indifferent preparaat gebaseerd kan worden. 370
Geneesmiddelengroepen
371
Deel 2
insulinen Werking De effectiviteit van insulinetherapie is afhankelijk van de scherpte van de instelling. Traditionele behandeling bestaat uit tweemaal daags een injectie met een gecombineerd kort- en middellang-
Geneesmiddelengroepen
Werking Indifferente middelen als lotio alba fna en zinkoxidesmeersel fna (zinkolie) hebben een indrogende werking. Zinkolie en zinksulfaatcrème hebben ook een licht adstringerend en jeukstillend effect. Van sommige indifferente middelen wordt verondersteld dat ze een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking hebben. De meest gebruikte middelen hiervoor zijn lanettecrème, cetomacrogolcrème, vaseline-lanettecrème, vaselinecetomacrogolcrème, vaseline-paraffine fna en unguentum leniens. Indifferente vetcrèmes en zalven gaan uitdroging van de huid tegen. Preparaten met een hydraterende werking zijn vaselinecetomacrogolcrème fna en vaseline-lanettecrème fna. Zalven met een hydraterende werking zijn unguentum leniens (koelzalf ) en unguentum aquosum (waterhoudende zalf fna); een sterk hydraterende werking hebben cetomacrogolzalf, lanettezalf en vaseline. Bijwerkingen In sommige indifferente preparaten wordt propyleenglycol als conserveermiddel gebruikt, hetgeen bij sommige patiënten een branderige irritatie kan geven. Propyleenglycol kan dan door sorbinezuur vervangen worden. Verder bevat lannettecrème wolvet (cera lanette); patiënten die overgevoelig zijn voor wol zouden hierop allergische reacties kunnen ontwikkelen, maar dit valt in de praktijk erg mee. Aandachtspunten Een nadeel van zinkolie is de witte kleur die cosmetisch storend kan zijn. Zinkolie kan vlekken op de kleding geven die moeilijk te verwijderen zijn. Vetcrèmes zijn cosmetisch aantrekkelijker dan zalven omdat ze gemakkelijk zijn aan te brengen, een nauwelijks zichtbare laag achterlaten en met water afwasbaar zijn.
Geneesmiddelengroepen
werkend preparaat. Moderner is intensieve therapie met driemaal daags een kortwerkende insuline en een middellangwerkende voor de nacht. Er wordt gestreefd naar een zo scherp mogelijke instelling. Indien de insulinebehoefte groter is dan 200 ie per dag wordt van insulineresistentie gesproken. Bijwerkingen De belangrijkste bijwerking is hypoglykemie. Bij kortwerkende preparaten worden de symptomen van hyperglykemie doorgaans tijdig herkend. Bij langerwerkende preparaten kan ’s nachts ongemerkt hypoglykemie ontstaan. Dit kan leiden tot reactieve hyperglykemie in de ochtend, waardoor het risico bestaat dat de insulinedosering ten onrechte wordt opgehoogd. Lokaal kunnen allergische reacties optreden. Op injectieplaatsen kan atrofie of hypertrofie van het subcutane vet ontstaan. Regelmatig wisselen van injectieplaats kan dit voorkomen. Door hogere insulinespiegels komen de meeste patiënten in gewicht aan. Interacties – Bètablokkers kunnen de verschijnselen van hypoglykemie maskeren door vooral de tachycardie daarbij te onderdrukken. Voorts kunnen zij het herstel naar normoglykemie vertragen. – Corticosteroïden kunnen bloedsuikerverhogend werken bij diabetici. Bij starten, stoppen of dosisaanpassing van deze middelen wordt het effect op de bloedsuikerspiegel gecontroleerd en de therapie zo nodig aangepast. – Alcohol heeft een hypoglykemisch effect. Gebruik van kleine hoeveelheden bij de maaltijd heeft weinig invloed. – mao-remmers kunnen een hypoglykemisch effect teweegbrengen. Bij starten en stoppen van deze middelen worden de effecten bewaakt en wordt insulinetherapie zo nodig aangepast. – Hoge doseringen salicylaten kunnen het hypoglykemische effect van insuline versterken. – Thiazidediuretica hebben een bloedglucoseverhogend effect. – ace-remmers kunnen in het begin van de behandeling het hypoglykemische effect versterken. Bij het begin van de behande372
Geneesmiddelengroepen
ling moet hiervoor worden gewaarschuwd en moet de bloedsuikerverlagende therapie eventueel worden aangepast. Aandachtspunten Koorts verhoogt de insulinebehoefte. Bij koorts moet de insuline dan ook in dezelfde hoeveelheden worden toegediend, ook al is de voedselinname verminderd. Vaak moet de dosis zelfs worden verhoogd.
Deel 2
373
Geneesmiddelengroepen
isotretinoïne Werking Isotretinoïne is zeer effectief tegen acne gebleken. Bijwerkingen Meestal dosisafhankelijk. Vaak: droge, schilferende of rode huid, droge slijmvliezen, jeuk, spier- en gewrichtspijnen. Verder hoofdpijn, wazig zien, epistaxis, verhoging van leverenzym- en triglyceridenspiegels. Zelden: depressie, psychose. Interacties Gelijktijdig gebruik met tetracyclinen kan intracraniële hypertensie geven. Blootstelling aan zonlicht vermijden. Zo nodig zonnebrandmiddel gebruiken met factor 15 of meer. Alcoholgebruik vermijden. Contra-indicaties Lever- en nierinsufficiëntie, sterk verhoogde lipidenspiegels, hypervitaminose A, zwangerschap, lactatie, leeftijd onder 12 jaar. Aandachtspunten Vanwege teratogeniteit is terughoudendheid in de vruchtbare periode gewenst. Zwangerschap dient vooraf uitgesloten te worden. Anticonceptie is absoluut noodzakelijk van 1 maand voor tot 1 maand na behandeling. Voor en 1 maand na begin van de behandeling en daarna 1 keer per kwartaal lab. contrôle: Hb/Ht, bloedbeeld, creatinine, alat, y-gt, cholesterol, triglyceriden (indien lipiden na 1 maand niet verhoogd, dan geen verdere bepaling nodig).
Geneesmiddelengroepen
ivermectin Werkzaamheid Scabies In een rct is ivermectin effectiever gebleken dan placebo. Het genezingspercentage met ivermectin was groter dan met placebo (rr 5.2; 95% bi:2.1-12.9; nnt:2). Werking Doodt parasieten door verlamming te veroorzaken. Bijwerkingen Zijn doorgaans licht en voorbijgaand van aard. Bijwerkingen kunnen zijn: hypotensie, moeheid, hoofdpijn, anorexie, koorts, jeuk, huiderupties en pijn in spieren en gewrichten. Contra-indicaties Ivermectin wordt ontraden bij zwangerschap en lactatie omdat er onvoldoende gegevens zijn over de veiligheid. Ook bij kinderen < 15 kg wordt het ontraden. Aandachtspunten Dosering is 0,2 mg/kg lichaamsgewicht. Binnen 2 uur voor en 2 uur na inname geen voedsel gebruiken. keratolytica Werkzaamheid Wratten/verrucae vulgaris Bij dagelijkse behandeling kan het soms 3 maanden duren voordat de wrat verdwenen is. Salicylzuurpleisters zijn bij dagelijks gebruik binnen 6 weken bij 70% effectief. Droge huid/Xerosis In diverse onderzoeken is aangetoond dat ureum toegevoegd aan een crème of zalf effectiever is dan de basis alleen. Likdoorn/eksteroog/clavus Er is geen onderzoek bekend naar de effectiviteit van salicylzuur bij clavus. Werking Salicylzuur heeft sterk keratolytische en verwekende eigenschappen. Ureum heeft keratolytische en hygroscopische eigenschappen, dringt diep door in de huid en vermindert de droogheid van de huid doordat het water aan zich bindt. Ureum 5-10% kan worden toegevoegd aan vaseline-lanettecrème fna, unguentum leniens en lanettecrème fna. 374
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Salicylzuur: huidirritatie, dermatitis. Ureum: soms een kortdurend branderig-schrijnend gevoel. Aandachtspunten Niet toepassen rondom de ogen, op open wonden en niet gebruiken bij acute dermatosen.
375
Deel 2
laagmoleculairgewichtheparinen Werkzaamheid Diepe veneuze trombose Het toevoegen van een laagmoleculairgewichtheparine (lmwh) aan een cumarinederivaat bij dvt verlaagt het risico van uitbreiding van de trombus en een recidief dvt. lmwh geven minder recidieven, minder ernstige bloedingen en een lagere mortaliteit dan de gewone ongefractioneerde heparinen. Werking lmwh bevatten fragmenten van heparine met een laag moleculair gewicht. Zij remmen geactiveerde stollingsfactor Xa 2-3x sterker en trombine zwakker dan gewone ongefractioneerde heparine. lmwh hebben een beter voorspelbare farmacokinetiek en biologische beschikbaarheid dan heparine. Bijwerkingen Bloedingscomplicaties door te sterke antistolling. lmwh hebben een kleinere kans op grote hemorragieën en trombocytopenie dan gewone heparine. Zelden allergische reacties en reacties op injectieplaats. Interacties Bij gelijktijdig gebruik met stoffen die de bloedstolling negatief kunnen beïnvloeden (bv cumarinederivaten, nsaid’s, ssri’s) en
Geneesmiddelengroepen
kunsttraanvocht Werking Hypromellose en carbomeer ooggel worden gebruikt als suppletiebehandeling bij droge ogen. Bijwerkingen Lichte branderigheid na aanbrengen, overgevoeligheid (conserveermiddelen).
Geneesmiddelengroepen
met ulcerogene stoffen (bv corticosteroïden) is de kans op bloedingscomplicaties verhoogd. Aandachtspunten Bij overdosering kan protamine langzaam i.v. als antidotum worden gegeven. Protamine is als antidotum bij lmwh echter minder effectief: zelfs bij hoge doses protamine wordt maximaal 50% van de anti-Xa-activiteit geneutraliseerd. laxantia (contact-) Werkzaamheid Obstipatie bij volwassenen De werkzaamheid van bisacodyl en sennapreparaten is onvoldoende onderzocht om die te bepalen. Beoordeling hiervan berust op klinische ervaring. Werking Tot de contactlaxantia behoren de difenylmethanen (bijv. bisacodyl) en de antraceenderivaten (bijv. senna). Ze bevorderen de peristaltiek door chemische prikkeling van de darmwand. Tevens verhogen zij het watergehalte van de feces door de water- en zoutresorptie door de mucosacellen te verminderen. Bisacodyl kan ook als zetpil worden toegediend. De defecatie komt bij orale toediening ’s morgens op lege maag na 5 uur en ’s avonds na 10 tot 12 uur op gang; bij rectale toediening na 15 tot 60 minuten. Bijwerkingen Krampende buikpijn. Bisacodyl rectaal kan proctitis-klachten geven, zich uitend in een branderig gevoel in de anus. Door langdurig gebruik kunnen atonie en distensie van de darm ontstaan; tevens kunnen elektrolytstoornissen (hypokaliëmie, hypocalciëmie, metabole acidose en metabole alkalose) optreden. Chronisch gebruik van senna is wel geassocieerd met pseudomelanosis coli. Interacties Bisacodyl niet met melk of antacida innemen. Contra-indicaties Niet geven bij acute buikpijn en bij darmobstructie/subileus. Aandachtspunten Melk of antacida kunnen de ‘enteric coating’ van bisacodyl oplossen, waardoor maagirritatie kan ontstaan. 376
Geneesmiddelengroepen
377
Deel 2
laxantia (osmotisch werkend) Werkzaamheid Obstipatie bij volwassenen De werkzaamheid van deze middelen is onvoldoende onderzocht om die te bepalen. Beoordeling hiervan berust op klinische ervaring. Werking Lactulose en lactitol zijn synthetische disacchariden die in het coecum en proximale colon door Lactobacillus-bacteriën worden
Geneesmiddelengroepen
laxantia (emollientia) Werkzaamheid Obstipatie bij volwassenen De werkzaamheid is onvoldoende onderzocht om die te bepalen. Beoordeling hiervan berust op klinische ervaring. Werking Natriumdocusaat, natrium(bi)fosfaat, natriumaurylsulfoacetaat: de werking van klysma’s en suppositoria berust op een combinatie van het veroorzaken van rectumcontracties door chemische prikkeling van de mucosa en het verweken van de fecale massa. De gemiddelde tijdsduur tot het effect bedraagt bij rectale toediening 5-20 minuten. Bijwerkingen Hevige krampende buikpijn. Het op lichaamstemperatuur brengen van het klysma vermindert vaak de ernstige krampen. Bij fosfaatklysma’s kunnen ernstige elektrolytstoornissen (hyperfosfatemie en hypocalciëmische tetanie) optreden. Interacties De absorptie van andere geneesmiddelen kan verstoord worden door het gebruik van deze klysma’s en zetpillen. Aandachtspunten Klysma’s die natriumdocusaat met sorbitol bevatten kunnen gedurende drie dagen worden gegeven om de fecale impactie te verwijderen. Docusaatklysma’s mogen gebruikt worden vanaf 12 jaar. Gebruik vooral zeer voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen, nier- en leverfunctiestoornissen. Toediening van een fosfaatklysma tegen de darmwand kan perforatie van het rectum veroorzaken.
Geneesmiddelengroepen
omgezet in korteketenvetzuren (acetaat en lactaat), CO2 en methaan. Ze werken door verzachting van de feces en bevordering van de peristaltiek door vergroting van de darminhoud. Lactulose werkt binnen 1-2 dagen, en zorgt voor een versnelling van de darmpassage. Toediening kan eenmaal daags geschieden. De anorganische zouten werken (afhankelijk van de dosering) binnen 3 tot 8 uur en werken sneller als ze op een nuchtere maag ingenomen worden. Bijwerkingen Lactulose en lactitol: opgeblazen gevoel en flatulentie; soms krampende buikpijn en diarree. Sommige mensen vinden de smaak onaangenaam. Chronisch gebruik kan diarree en verstoring van de elektrolytenbalans veroorzaken. Magnesiumzouten: bij langdurig gebruik verstoring van het water- en elektrolytenevenwicht (cave bij nierfunctiestoornissen en bij cardiale problemen zoals hypertensie en hartfalen). Interacties Magnesiumzouten kunnen de resorptie van tetracycline, digoxine, ijzerpreparaten en cifloxacine verminderen. Contra-indicaties Niet geven bij acute buikpijn en bij darmobstructie/subileus. Aandachtspunten Bij nierfunctiestoornissen worden magnesiumpreparaten niet geadviseerd. laxantia (volumevergrotend) Werkzaamheid Prikkelbaredarmsyndroom Soms een gunstig effect als obstipatie op de voorgrond staat. Er is een groot placebo-effect. Obstipatie bij volwassenen De werkzaamheid van vezelsupplementen is onvoldoende onderzocht om die te bepalen. Beoordeling hiervan berust op klinische ervaring. Hemorroïden Een rct bij patiënten met niet spontaan prolaberende hemorroïden heeft aangewezen dat het gebruik van vezelsupplementen gedurende 6 weken leidde tot een reductie van bloedingen: rr 0,6. Tevens was er een reductie van de pijn bij defecatie: rr 0,7. Een andere rct bij 50 patiënten met prolaberende 378
Geneesmiddelengroepen
379
Deel 2
leukotriënenantagonisten Werkzaamheid Astma bij volwassenen Montelukast is bij astma in geringe mate werkzamer dan placebo en minder werkzaam dan een inhalatiecorticosteroïd, ook in combinatie met een langwerkend bèta-2sympathicomimeticum.
Geneesmiddelengroepen
hemorroïden gedurende 40 dagen, liet bij gebruik van psylliumzaad een vermindering van bloedende hemorroïden zien: rr 0,2. Werking Volumevergrotende laxantia of ‘bulk’-vormers (zoals psylliumzaad) zijn moeilijk afbreekbare polysacchariden. Vezelsupplementen mengen zich met de darminhoud en nemen water op. De laxerende werking berust op een chemische en een mechanische prikkeling van de darmwand en op verweking van de feces, waardoor de peristaltiek toeneemt en de defecatie gemakkelijker wordt. Ze werken binnen 2 tot 3 dagen. Macrogol (= polyethyleenglycol = peg) met elektrolyten werkt naast volumevergrotend ook als osmotisch laxans. Werkt in hoge dosis na 1 tot 2 uur en in lage dosis na 1 tot 2 dagen. Bijwerkingen Bovenbuikklachten, flatulentie en borborygmi. Voor psyllium: zelden allergische reacties zoals huiduitslag, rhinitis en conjunctivitis. Bij onvoldoende vochtinname kunnen impactie en darmobstructie optreden. Interacties Cellulose bevattende middelen kunnen de absorbtie van hartglycosiden, salicylaten, cumarinederivaten en nitrofurantoïne verminderen. Geadviseerd wordt een tijdsinterval van minimaal 2 uur tussen het innemen van psylliumzaad en de overige medicatie aan te houden. Aandachtspunten Veel drinken (1,5-2 liter per dag) is noodzakelijk bij gebruik van vezelsuppelementen. Bij te weinig vochtinname bestaat kans op impactie of zelfs obstructie, bijvoorbeeld een zemelen-ileus.
Geneesmiddelengroepen
Werking Montelukast remt de door blootstelling aan antigeen opgewekte bronchoconstrictie. Bijwerkingen Hoofdpijn, buikpijn, maag-darmstoornissen, tandpijn, vermoeidheid, slapeloosheid, duizeligheid, agitatie, overgevoeligheidsreacties; zeer zelden Churg-Strauss-syndroom. Interacties Montelukast wordt gemetaboliseerd door cyp3a4 en kan interacties geven o.a. met fenytoïne en fenobarbital. Aandachtspunten Tablet innemen 1 uur voor of 2 uur na de maaltijd. Niet gebruiken om een astma-aanval te behandelen. loperamide Werkzaamheid Diarree (acute). Binnen enkele uren effectief, maar niet langer dan 2 dagen. Geen effect < 8 jaar. Bijwerkingen Misselijkheid, droge mond, duizeligheid, obstipatie. Zelden (sub) ileus. Contra-indicaties Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 8 jaar, bij koorts met bloederige diarree, bij aanhoudende diarree na gebruik van een breedspectrumantibioticum en bij darmobstructie. macroliden en lincomycinen Werkzaamheid Endocarditisprofylaxe Het beschermende effect is nooit overtuigend aangetoond, ligt mogelijk in de orde van 50% bescherming Keelpijn (acute) Macroliden (azitromycine, claritromycine, erytromycine) hebben dezelfde werkzaamheid als smalspectrumpenicillinen.
380
Geneesmiddelengroepen
381
Deel 2
malathion Werkzaamheid Hoofdluis en kleerluis In verschillende onderzoeken is gebleken dat een eenmalige applicatie van malathion bij hoofdluis effec-
Geneesmiddelengroepen
Acne Orale antimicrobiële middelen geven na 2-6 weken verbetering van verschijnselen. Bij acne conglobata is het effect meestal onvoldoende. Erythrasma Erytromycine is effectief bij erythrasma. Chlamydia-infectie Een eenmalige dosering van 1 gram azitromycine is vrijwel 100% effectief in de behandeling van een urethritis of cervicitis door Chlamydia. Klinische genezing wordt vaker bereikt dan met doxycycline. Werking Werkingsspectrum: – grampositieve kokken (streptokokken, waaronder pneumokokken, soms stafylokokken); – gramnegatieve kokken (meningokokken, gonokokken); – Haemophilus influenzae, Campylobacter jejuni, Mycoplasma pneumoniae, Legionella, Chlamydia. Het werkingsspectrum van lincomycinen komt overeen met dat van macroliden, maar is iets smaller: onder andere Haemophilus influenzae en Legionella zijn ongevoelig. Bijwerkingen Macroliden: misselijkheid, buikpijn, diarree (5-30%), overgevoeligheidsreacties (erytromycine: 0,5%), leverfunctiestoornissen (0-10%). Lincomycinen: misselijkheid, buikpijn, diarree (clindamycine: 10-20%). Soms pseudomembraneuze colitis (Clostridium difficile). Interacties Erytromycine en claritromycine kunnen de plasmaconcentraties verhogen van carbamazepine, theofylline, orale anticoagulantia, terfenadine (gevaar voor aritmie) en de benzodiazepinen midazolam en triazolam. Voedsel vermindert de absorptie van erytromycine. Aandachtspunten Bij zwangeren en lacterenden verdient erytromycine de voorkeur boven de andere macroliden.
Geneesmiddelengroepen
tiever is dan placebo (nnt 2, 95%- bi 1-3). Vergelijkbare resultaten ten gunste van malathion werden gevonden in rct’s waarin malathion met phenothrine of met permetrine werd vergeleken. Werking Malathion is een cholinesteraseremmer met insecticide en ovicide (netendodende) werking. Bijwerkingen Bestaande hoofdroos kan tijdelijk verergeren. Zelden komen huidirritatie, overgevoeligheid en sensibilisering voor. Cave intoxicatie door abusievelijke orale inname. De geur is onaangenaam. Aandachtspunten Omdat malathion door chloor wordt geïnactiveerd wordt zwemmen in chloorwater tot een dag na behandeling ontraden. Dit advies wijkt af van het advies in de bijsluiter waarin een termijn van 1 week niet zwemmen in chloorwater wordt vermeld. Vermijd contact met de ogen, de slijmvliezen en huidlaesies. Na de behandeling geen hoofddoek gebruiken omdat dit de resorptie zou kunnen verhogen. Geen haardroger gebruiken en niet bij open vuur komen. Gebruik bij kinderen onder de 6 maanden wordt afgeraden. mebendazol Werkzaamheid Worminfecties Op basis van ervaring kan worden gesteld dat de werkzaamheid zeer goed is. Een enkel onderzoek in Ethiopië laat zien dat mebendazol goed werkzaam is bij ascariasis (spoelworm) en bij trichuriasis (zweepworm). Onderzoek bij een Nederlandse populatie met worminfectie is niet gevonden. Werking Antiwormmiddel met vermicide en larvicide eigenschappen. Bijwerkingen Mebendazol wordt nauwelijks geabsorbeerd en veroorzaakt daarom niet vaak bijwerkingen. Diarree, buikpijn, hoofdpijn, duizeligheid kunnen voorkomen.
382
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten In de eerste drie maanden van de zwangerschap en bij kinderen onder de twee jaar wordt geadviseerd geen mebendazol te gebruiken. Bij hen zijn hygiënische maatregelen over het algemeen afdoende. Buiten deze drie maanden alleen wanneer medicamenteuze behandeling noodzakelijk is. Tijdens borstvoeding mag mebendazol gewoon gebruikt worden.
383
Deel 2
naloxon Werking Morfineantagonist zonder agonistische of morfineachtige eigenschappen. Werkt binnen 2 min, maximaal na 5-15 min. Duur: 1-4 uur Bijwerkingen Ontwenningsverschijnselen: onrust, braken, stijging van de bloeddruk, tremoren, tachycardie, transpireren.
Geneesmiddelengroepen
metronidazol Werking Metronidazol is een nitro-imidazolderivaat met antimicrobiële en antiprotozoaire werking tegen een groot aantal micro-organismen. Het heeft tevens een anti-inflammatoir en immunosuppressief effect. Het werkingsmechanisme van metronidazol bij rosacea is onbekend. Werkingsspectrum: – anaërobe bacteriën, vooral de gramnegatieve anaërobe (bijv. Bacteroides-soorten); – protozoa (anaëroob): Entamoeba histolytica, Giardia lamblia, Trichomonas vaginalis. Bijwerkingen Misselijkheid (12%), metaalsmaak, allergische (huid)reacties, hoofdpijn en duizeligheid. Bij langdurig gebruik is er kans op polyneuropathie. Interacties Antacida kunnen de resorptie van metronidazol verminderen. De werking van anticoagulantia kan worden versterkt. Gelijktijdig gebruik van alcohol kan intolerantie voor alcohol geven.
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Terughoudend toedienen aan patiënt met afhankelijkheid van opioïden in verband met kans op acuut abstinentiesyndroom na toediening. nasale decongestiva Werkzaamheid Rinosinusitis (acute) De neusdoorgankelijkheid wordt beter. De genezing en de duur van de sinusitis worden echter niet beinvloed. Werking Neusdruppels met xylometazoline kunnen worden gegeven bij klachten van een verstopte neus; effect op de genezing is niet aangetoond. Bijwerkingen Lokale irritatie en reactieve hyperemie (vooral bij langdurig gebruik). Aandachtspunten Voorzichtigheid is geboden bij hypertensie, aritmieën en gesloten-kamerhoekglaucoom. neuraminidaseremmers Werkzaamheid Influenzapandemie Oseltamivir is bij aviaire influenza effectief gebleken als postexpositieprofylaxe bij ca 60% van gezinsleden en bij 70-90% van andere contacten van een indexpatiënt. Behandeling van influenza met oseltamivir (75-150 mg) geeft snellere verlichting van symptomen dan met placebo: patiënten in oseltamivirgroep hebben, vergeleken met patiënten uit de placebogroep, een 20% grotere kans op verlichting van symptomen. Het effect van zanamivir is ongeveer even groot. Influenza/griep Profylactische toepassing van neuraminidaseremmers is enigermate effectief bij overigens gezonde volwassenen, maar de effectiviteit van profylaxe is bij patiënten met een zeer hoog risico nog weinig onderzocht. Therapeutische toepassing is alleen effectief gebleken bij gebruik binnen binnen 48 uur na het optreden van de eerste symptomen. 384
Geneesmiddelengroepen
385
Deel 2
niclosamide Werkzaamheid Worminfecties Werkzaamheid is niet aangetoond, maar berust op klinische ervaring.
Geneesmiddelengroepen
Werking Neuraminidase is een essentieel enzym op het membraan van het influenzavirus, dat het de gerepliceerde virussen mogelijk maakt om de gastheercel te verlaten. Is dit enzym uitgeschakeld, dan kunnen nieuwe virussen de geïnfecteerde cellen niet verlaten en kan de infectie zich niet naar andere cellen verspreiden. De patiënt is daardoor minder en korter besmettelijk voor anderen en de verspreiding van het virus in de populatie blijft beperkt. Bijwerkingen Oseltamivir: misselijkheid, braken, buikpijn zijn het meest gemeld; ook komen dyspepsie, rinorroe, neusbloeding, infectie van de bovenste luchtwegen en conjuctivitis voor. Minder vaak: allergische huidreacties en anafylactische reactie. Zanamivir: neus- en keelklachten, hoofdpijn; zelden acute bronchospasmen. Interacties Bij gelijktijdige toediening van geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte die renaal worden uitgescheiden (zoals methotrexaat en chloorpropamide) kan cumulatie optreden. Contra-indicaties Ernstige nierinsufficiëntie (klaring < 10 ml/min). Aandachtspunten Voorzichtigheid is geboden bij kinderen jonger dan 1 jaar, en bij zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven. Bij verminderde nierfunctie is dosisaanpasing van oseltamivir vereist. Bij zanamivir is tevens voorzichtigheid geboden bij patiënten met astma of copd. Altijd eerst de astma-medicatie gebruiken. Neuraminidaseremmers worden niet vergoed door ziektekostenverzekeraars.
Geneesmiddelengroepen
Werking Vermicide middel tegen lintwormen. De werking berust op verstoring van de energiehuishouding van de lintworm. Bijwerkingen Bij < 5%: misselijkheid, braken, buikpijn, hoofdpijn, jeuk, duizeligheid. Interacties Geen alcohol gebruiken tijdens behandeling. Aandachtspunten Over het gebruik tijdens de zwangerschap bij de mens is onvoldoende bekend. Er zijn tot dusver geen aanwijzingen voor schadelijkheid; liever niet in de eerste drie maanden van de zwangerschap gebruiken en alleen indien medicamenteuze behandeling noodzakelijk is. Borstvoeding hoeft niet te worden onderbroken. nicotinevervangende middelen Werkzaamheid Stoppen met roken Nicotinevervangende middelen (nvm) vergroten de kans op een geslaagde stoppoging: 17% van de gebruikers blijkt langer dan 1 jaar gestopt te zijn, tegen 10% in de controlegroep (nnt = 14). Bijwerkingen Algemeen: duizeligheid, hoofdpijn slapeloosheid, stijging van polsfrequentie en bloeddruk. Kauwgom: hikken, maag-darmklachten, kaakpijn, mond-tandklachten. Pleister: Irritatie van de huid, slecht slapen. Zuigtablet: hikken, irritatie aan mond en keel, maag-darmklachten, hoesten. Contra-indicaties Recent hartinfarct of cva, instabiele angina pectoris, ernstige ritmestoornissen, actuele faryngitis of oesofagitis. Leeftijd beneden 18 jaar. Aandachtspunten Tijdens de zwangerschap lijkt roken schadelijker dan het gebruik van nvm. Geen borstvoeding geven bij roken of gebruik van nvm. 386
Geneesmiddelengroepen
Er zijn geen aanwijzingen voor het bestaan van een verslavingsrisico. Voorzichtigheid is geboden bij hypertensie, stabiele angina pectoris, cerebrovasculaire insufficientie, hyperthyreoïdie, diabetes mellitus, peptische ulcera, astma en lever- en nierinsufficiëntie.
387
Deel 2
nitraten Werkzaamheid Angina pectoris, stabiel Nitraten (nitroglycerine, isosorbidedinitraat, isosorbidemononitraat) zijn effectief ter vermindering van de klachten en ischemie bij (stabiele) angina pectoris. Er is geen effect op de mortaliteit aangetoond.
Geneesmiddelengroepen
nitraathoudende zalf/crème Werkzaamheid Fissura ani De effectiviteit van isosorbidinitraatzalf is bescheiden en wordt ontleend aan het werkingmechanisme en aan de werkzaamheid van nitroglycerinezalf. Werking De neurotransmitter stikstofmonoxide (no) die betrokken is bij de relaxatie van de interne anale sfincter, kan worden vrijgemaakt uit organische nitraten zoals nitroglycerine (glyceryltrinitraat) en isosorbidedinitraat. Anale applicatie van nitraathoudende zalven blijkt de anale rustdruk te verlagen en de anodermale doorbloeding te verhogen. Isosorbidinitraat heeft een kortere werkingsduur dan nitroglycerine zodat het frequent moet worden aangebracht. Bijwerkingen Hoofdpijnklachten (patiënten met migraine kunnen de bijwerking van hoofdpijn nadrukkelijker en langduriger ervaren), licht gevoel in het hoofd. Interacties Voorzichtigheid is geboden bij het gelijktijdig gebruik van andere nitraathoudende medicatie. Contra-indicaties Het gebruik in de zwangerschap of tijdens lactatie wordt afgeraden.
Geneesmiddelengroepen
Hartfalen Nitraten hebben bij hartfalen een gunstig effect op korte en lange termijn. Onduidelijk is of de prognose verbetert. Acuut coronair syndroom Nitraten hebben een gunstig effect op de klachten bij patiënten met instabiele angina pectoris. Werking Bij gelijkblijvende concentratie van nitraten in het bloed neemt de werkzaamheid na 6-8 uur af (nitraattolerantie). Bijwerkingen Hoofdpijn, rood gezicht, duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid en hypotensie. Bij voortgezet gebruik nemen bijwerkingen meestal af. Interacties Alcohol kan het bloeddrukverlagend effect versterken. Gelijktijdig gebruik met sildenafil is gecontra-indiceerd. Contra-indicaties Niet geven bij ernstige anemie en bij hypotensie. Aandachtspunten Vanwege de vluchtigheid van nitroglycerine de tabletten in de afgeleverde verpakking bewaren. nitrofurantoïne Werking Werkingsspectrum: werkzaam tegen de meeste grampositieve en gramnegatieve bacteriën die urineweginfecties veroorzaken. Pseudomonas, Serratia en Proteus zijn in het algemeen resistent. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree. Zelden acuut en chronisch pulmonaal syndroom (interstitiële pneumonitis) en leverfunctiestoornissen. Aandachtspunten Voorzichtig bij longziekten, leverfunctiestoornissen, allergische diathese en bij ouderen met verminderde nierfunctie. Kan urine geel-bruin verkleuren.
388
Geneesmiddelengroepen
Deel 2
389
Geneesmiddelengroepen
NSAID’s Werkzaamheid Pijnbehandeling algemeen nsaid’s (zoals ibuprofen, diclofenac en naproxen) zijn effectief gebleken voor pijnbestrijding bij tal van aandoeningen, vooral die van het bewegingsapparaat. Migraine bij volwassenen nsaid’s zijn bij migraine effectiever dan placebo. Het effect van metoclopramide met acetylsalicylzuur is vergelijkbaar met dat van sumatriptan. Vaginaal bloedverlies nsaid’s verminderen bij overvloedig vaginaal bloedverlies (ook bij een iud) het bloedverlies met 20-50%. Dysmenorroe Bij 80% van de patiënten met dysmenorroe is een nsaid goed werkzaam. Werking De werking van diverse preparaten varieert per patiënt aanzienlijk en onvoorspelbaar. Bij uitblijven van effect is het soms nuttig van preparaat te wisselen: bij tijdelijke behandeling na 1-2 weken, bij chronische behandeling na 2-4 weken. Bijwerkingen Maag-darmstoornissen (zoals misselijkheid, zuurbranden, pijn in epigastrio) komen vaak voor. Erosies of ulceraties kunnen optreden zonder dat er klachten zijn. Ernstige maagcomplicaties (bloeding, perforatie, distale stenosering) komen weinig voor. Tevens kunnen overgevoeligheidsreacties (zoals bronchospasme, angioedeem, urticaria en huiduitslag) en renale bijwerkingen (water- en zoutretentie) optreden. Verder kunnen optreden hoofdpijn, duizeligheid, verwardheid en (zelden) bloeddyscrasieën. Bij een overdosis salicylaten kunnen oorsuizen, hoofdpijn, duizeligheid en verwardheid ontstaan. Vooral bij diclofenac kunnen leverfunctiestoornissen optreden. Astmapatiënten kunnen met een ernstige astma-aanval reageren (aangeboren overgevoeligheid). Interacties – Bij gebruik van orale anticoagulantia geen acetylsalicylzuur; andere nsaid’s kunnen een voorbijgaande sterkere antistolling veroorzaken. – Salicylaten versterken het hypoglykemisch effect van orale antidiabetica.
Geneesmiddelengroepen
– nsaid’s kunnen de natriuretische werking van diuretica verminderen of tenietdoen: controleer op oedeem of op hypertensie. – nsaid’s kunnen de antihypertensieve werking van ace-remmers verminderen: controleer de bloeddruk bij gelijktijdig gebruik langer dan 2 weken. – nsaid’s kunnen de uitscheiding van digoxine en lithium verminderen. De dosering zo nodig verlagen. – De concentratie van valproïnezuur stijgt bij gebruik van acetylsalicylzuur. Contra-indicaties Ulcus pepticum, actieve gastritis, gastro-intestinale bloeding, stollingsstoornis, bekende overgevoeligheidsreacties op een nsaid, ernstig hartfalen, ernstige lever- en nierfunctiestoornissen en het laatste trimester van de zwangerschap. De cox-2-selectieve nsaid’s zijn bovendien gecontra-indiceerd bij ischemische hartziekte, tia/cva en perifeer arterieel vaatlijden. Aandachtspunten – De kans op ernstige gastro-intestinale pathologie is groter bij: hogere leeftijd (> 70 jaar), voorgeschiedenis met ulcuslijden, aanwezigheid van Helicobacter pylori in de maag, hoge dosis nsaid, gelijktijdig gebruik van meerdere nsaid’s, orale corticosteroïden, anticoagulantia of ssri’s en ernstige comorbiditeit, zoals invaliderende reumatoïde artritis, hartfalen en diabetes mellitus. – De kans op gastro-intestinale bijwerkingen kan enigermate worden verkleind door inname van het nsaid tijdens of kort na de maaltijd met voldoende vocht. – Overweeg bij een verhoogde kans op gastro-intestinale pathologie gelijktijdig gebruik van een protonpompremmer of misoprostol. Terughoudendheid is geboden bij colitis ulcerosa; ook bij ischemische hartziekte, tia/cva, en perifeer arterieel vaatlijden. Gebruik tijdens de zwangerschap wordt ontraden; dit geldt niet voor acetosal in een dosering lager dan 100 mg dd.
390
Geneesmiddelengroepen
Deel 2
391
Geneesmiddelengroepen
oestrogeen/progestageen combinatiepreparaten Werkzaamheid Hormonale anticonceptie Eenfasepreparaten hebben een hoge effectiviteit: een zwangerschapsfrequentie van 0,1-1 per 100 gebruikersjaren. Driefasepreparaten zijn even betrouwbaar als eenfasepreparaten, maar hebben praktische nadelen. Tussentijds bloedverlies wijst niet op een verminderde betrouwbaarheid, als de pil niet vergeten is. Vaginaal bloedverlies Sub-50-combinatiepillen reduceren het bloedverlies met 50% als er geen onderliggende pathologie is, bij myomen met 25%. Onregelmatige menstruaties reageren goed op een sub-50-combinatiepil. Dysmenorroe Bij 80-90% van de patiënten met dysmenorroe nemen de klachten sterk af door een sub-50-pil. Bijwerkingen Bijwerkingen treden bij ongeveer 10% van de patiënten op en zijn vaak beperkt tot de eerste paar maanden. Deze zijn afhankelijk van de dosering van de afzonderlijke componenten. Op cardiovasculaire ziekten is er geen tot een lichte risicoverhoging bij sub-50-pillen en een risicoverhoging bij de 50-pillen. Er is een licht hypertensief effect, een verhoogde tromboseneiging, waarschijnlijk alleen belangrijk bij roken. Combinatiepillen kunnen ook de kans op galsteenlijden vergroten. Migraine, astma en epilepsie kunnen soms verergeren. Het risico op een trombo-embolie bij gebruik van derde generatie pillen die de progestagenen gestodeen of desogestrel bevatten is ongeveer tweemaal zo groot als bij pillen die levonorgestrel bevatten. Interacties Anticonvulsiva (fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine, primidon) en rifampicine kunnen de werking van de pil verminderen: geef een oraal anticonceptivum met 50 microgram ethinylestradiol en 250 microgram levonorgestrel. Contra-indicaties Niet gebruiken na doorgemaakt hartinfarct, ischemisch cerebrovasculair accident, bij trombo-embolische ziekten (diepe veneuze trombose of longembolie) en bij hormoonafhankelijke
Geneesmiddelengroepen
tumoren (mamma- of endometriumcarcinoom) in de anamnese, of bij ernstige leverfunctiestoornissen of cholestatische icterus tijdens zwangerschap. Aandachtspunten Bij hevig braken of waterdunne diarree als bijwerking van antibiotica staat de effectiviteit van de pil ter discussie. Volg dan het beleid zoals beschreven onder ‘combinatiepil vergeten’. oestrogenen Werkzaamheid Climacteriële klachten Door oestrogenen (zoals oestradiol) verbeteren vasomotorische klachten gewoonlijk al in de eerste behandelingscyclus, soms al na enkele dagen. Bijwerkingen Afhankelijk van dosering: misselijkheid, braken (bij hoge doses), vochtretentie, oedeemvorming, pijnlijke borsten, hypermenorroe, mucorroe, fluor vaginalis (niet infectieus), hoofdpijn, hypertensie, leverfunctiestoornissen en stoornissen in de hemostase. Contra-indicaties Vermijd oestrogenen bij een ischemisch vaatincident en bij cholestatische icterus in de anamnese. Aandachtspunten Terughoudendheid is geboden bij diepe veneuze trombose langer dan 2 jaar geleden en bij endometriosis of myomatosis uteri. oestrogenen (lokaal) Werkzaamheid Climacteriële klachten Klachten door urogenitale atrofie reageren goed op vaginale toediening van oestrogenen. Bijwerkingen In het begin van de behandeling jeuk en irritatie. opiaatagonisten (opiaten) Werking Morfine is het prototype, codeïne is als analgeticum 10 maal zwakker, fentanyl 100 maal sterker.
392
Geneesmiddelengroepen
393
Deel 2
paracetamol Werking De werking treedt in op geleide van de piekplasmaconcentratie na 30-60 minuten, na rectale toediening iets later. Halfwaardetijd 1,5-3 uur. Omdat paracetamol bij rectale toediening langzamer wordt geresorbeerd, wordt een dubbele dosis gegeven, terwijl de frequentie van toediening wordt gehalveerd. Bijwerkingen Zelden allergische huidreacties, gastro-intestinale klachten en leverfunctiestoornissen bij langdurig gebruik van therapeutische doseringen. Interacties In zeldzame gevallen kan bij gebruik van orale anticoagulantia een lichte verlenging van de stollingstijd optreden.
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Obstipatie, misselijkheid/braken, duizeligheid, sedatie, stemmingsverandering, verwardheid, hallucinaties, ademhalingsdepressie, urineretentie, (orthostatische) hypotensie, jeuk en urticaria. Interacties De sederende (bij)werking en ademhalingsdepressie van opiaten kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere centraal dempende stoffen als alcohol, anxiolytica, hypnotica en antipsychotica. Gelijktijdig gebruik van 3a4-remmers kan de bloedspiegel verhogen. Tramadol niet combineren met carbamazepine, ssri’s en maoremmers. Contra-indicaties Niet gebruiken bij ernstig astma of copd, bij hersentrauma of verhoogde intracraniale druk, bij darmobstructie en bij hypotensie. Fentanyl intraveneus niet toedienen bij kinderen < 2 jaar. Aandachtspunten Pas dosis aan bij ernstige lever- of nierfunctiestoornissen, bij patiënten met een geringe respiratoire reserve en bij ouderen.
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Bij overdosering (8 gram of meer in een keer) kan levernecrose optreden. Aanbevolen maximale doseringen: – voor kortdurend gebruik bij (sub)acute pijn: 3 gram per dag; – voor langerdurend gebruik bij benigne aandoeningen: 2,5 gram per dag (of bij afwezigheid van risicofactoren eventueel verhogen tot 3 gram per dag); – bij aanwezigheid van een of meerdere van de ondergenoemde risicofactoren: 2 gram per dag; – voor pijnbestrijding in terminale fase: 4 gram per dag. Risicofactoren die de kans op leverschade vergroten zijn: overmatig alcoholgebruik, nierinsufficientie, bestaande leverziekte, hoge leeftijd, laag lichaamsgewicht, slechte voedingstoestand, vasten en gebruik van leverenzyminducerende middelen. parasympathicolytica Werkzaamheid Parkinson (ziekte van) Middelen als trihexyfenidyl, biperideen en dexetimide zijn werkzaam tegen tremor en autonome verschijnselen. Bradykinesie en rigiditeit worden nauwelijks beïnvloed. Bijwerkingen Vaak: visusstoornissen, droge mond, obstipatie, urineretentie en hartkloppingen. Verder: verwardheid, agitatie, delier en cognitieve stoornissen. Interacties Neuroleptica, klassieke antidepressiva en amantadine kunnen het effect versterken. Contra-indicaties Bij gesloten-kamerhoekglaucoom bestaat de kans op acuut glaucoom. Aandachtspunten Bij koorts kan warmte-intolerantie optreden.
394
Geneesmiddelengroepen
395
Deel 2
parasympathicolytica (per inhalatie) Werkzaamheid Astma bij volwassenen Astma/copd: ipratropium is een effectief bronchodilaterend middel. De werkzaamheid van tiotropium bij patiënten met ernstige copd is aangetoond. Bij (zeer) ernstige copd en bij patiënten met cardiale comorbiditeit is er een lichte voorkeur voor tiotropium boven een langwerkend bèta-2-sympathicomimeticum. Werking Ipratropiumbromide werkt na ongeveer 15 minuten en gedurende 6 uur. Tiotropium is een langwerkend parasympathicolyticum. Bijwerkingen Droge mond (voorbijgaand), hoofdpijn, misselijkheid, lokale irritatie, obstipatie, urineretentie, hartkloppingen, atriumfibrilleren, allergische reacties.
Geneesmiddelengroepen
parasympathicolytica (bewegingsziekte) Werkzaamheid Misselijkheid/braken Onderzoek laat een gunstig effect van scopolamine tts zien bij bewegingsziekte. Werking Scopolamine remt de prikkeloverdracht van de vestibulaire kernen en vermindert zo de prikkeling van het braakcentrum. Scopolamine is beschikbaar als pleister (tts = transdermaal therapeutisch systeem). Een pleister werkt maximaal 3 dagen. Bijwerkingen Droge mond (60%), slaperigheid (15%), lokale huidirritatie en accommodatiestoornissen. Zelden, maar vooral bij ouderen: geheugen- en concentratiestoornissen, verwardheid en hallucinaties. Door pupilverwijding kan er een acuut glaucoom optreden. Interacties Alcohol en centraal dempende stoffen kunnen de sedering versterken. Aandachtspunten Voorzichtigheid is geboden bij prostaathypertrofie, urineretentie, glaucoom en cardiovasculaire aandoeningen.
Geneesmiddelengroepen
parasympathicomimetica Werking Pilocarpine heeft een cholinerge werking; het is een direct werkend parasympathicomimeticum met voornamelijk effect op de muscarinereceptoren. Afhankelijk van de dosis verhoogt pilocarpine de secretie van exocriene klieren, waaronder de speekselklieren. Het effect is maximaal na 6 tot 8 weken. Bijwerkingen De meest genoemde bijwerking is overmatige transpiratie. Andere bijwerkingen zijn: misselijkheid, koude rillingen, rhinitis, vasodilatatie, frequente mictie, duizeligheid, asthenie, hoofdpijn, diarree, dyspepsie. Contra-indicaties Gesloten-kamerhoekglaucoom, onbehandelde astma/copd en andere chronische ziekten waarbij gebruik van cholinerge agonisten een risico met zich meebrengt. Aandachtspunten Bij patiënten met leverfunctiestoornissen is het raadzaam met een lagere dosis te starten (3x 2½ mg). penicillinen (breed spectrum) Werkzaamheid Rinosinusitis (acute) Genezingspercentages met antibiotica variëren van 36 tot 100. Dit betekent dat de werkzaamheid onbekend is. Prostatitis (acute) Amoxicilline/clavulaanzuur is effectief bij gecompliceerde en ongecompliceerde urineweginfecties. Endometritis puerperalis Endometritis reageert in het algemeen goed op amoxicilline 3 dd 500 mg in combinatie met metronidazol 2 dd 500 mg gedurende 7 dagen. Chlamydia-infectie De effectiviteit van amoxicilline voor de behandeling van een Chlamydia-infectie bij zwangeren is aangetoond en vergelijkbaar met de effectiviteit van erytromycine. Gonorroe Bij gonorroe bij zwangeren werden met amoxicilline vergelijkbare genezingspercentages bereikt als met cefalosporinen (89%-97%).
396
Geneesmiddelengroepen
Deel 2
397
Geneesmiddelengroepen
Werking Bactericide; beter bij grampositieve dan bij gramnegatieve bacteriën. Zij zijn weinig lipofiel en dringen slecht in het centrale zenuwstelsel door. Uitscheiding voornamelijk via de nieren, waarmee in de urine hoge concentraties worden bereikt. Zij hebben een grote therapeutische breedte en geringe toxiciteit. Werkingsspectrum: − grampositieve kokken (met uitzondering van bètalactamasevormende stafylokokken, wel gevoelig voor amoxicilline-clavulaanzuur); − gramnegatieve kokken: meningokokken, de meeste gonokokken; − gramnegatieve staven: meeste E.coli-stammen, Salmonellae, Shigellae, Proteus mirabilis (echter bij de voorgaande vier ook nogal eens resistentie), bijna alle Haemophilus influenzae-stammen (echter bij H.influenzae type B nogal eens resistentie); − niet gevoelig zijn (ook niet voor amoxicilline/clavulaanzuur): Proteus vulgaris, Pseudomonas, Klebsiella. Bijwerkingen Breedspectrumpenicillinen geven vaker bijwerkingen dan andere penicillinen; vooral huiderupties (7-8%) en diarree. Gastro-intestinale bijwerkingen komen het meeste voor: diarree, misselijkheid en braken. De toevoeging van clavulaanzuur aan amoxicilline veroorzaakt nog vaker bijwerkingen. Vooral de kans op levertoxiciteit is bij het combinatiepreparaat amoxicilline/clavulaanzuur hoger dan bij amoxicilline alleen. Overgevoeligheidsreacties komen voor, zoals, in afnemende frequentie: maculopapulaire huiduitslag, urticariële huiduitslag, koorts, bronchospasme en anafylaxie (0,04-0,2%). Naast echte allergische reacties treedt bij ampicilline en amoxicilline ook regelmatig een maculopapulaire rash op na virale infecties. Optreden daarvan verhindert verder gebruik van deze preparaten niet. Interacties De werking van orale anticonceptiva kan verminderen. Het advies is tijdens de kuur en 7 dagen erna aanvullende anticonceptie te gebruiken.
Geneesmiddelengroepen
penicillinen (smal spectrum) Werkzaamheid Keelpijn (acute) Reduceert het aantal gevallen van acuut reuma en mogelijke bacteriële complicaties zoals otitis media acuta, sinusitis en andere bacteriële keelontstekingen. Antibiotica bieden geen bescherming tegen glomerulonefritis. Er is waarschijnlijk geen bekorting van de ziekteduur. Schaafwonden Gecontroleerd onderzoek bij geïnfecteerde schaafwonden ontbreekt. Bursitis prepatellaris en olecrani In een aantal onderzoeken bij een bacterieel geïnfecteerde bursitis (olecrani en prepatellaris) zijn penicillinase-resistente penicillinen effectief gebleken. Gecontroleerd onderzoek ontbreekt. Syfilis (lues) De effectiviteit van benzathinebenzylpenicilline bij primaire syfilis is waarschijnlijk hoog. Werking Feneticilline en fenoxymethylpenicilline werken bactericide; beter bij grampositieve dan bij gramnegatieve bacteriën. Zij zijn weinig lipofiel en dringen slecht tot het centrale zenuwstelsel door. Uitscheiding voornamelijk via de nieren, waarmee in de urine hoge concentraties worden bereikt. Zij hebben een grote therapeutische breedte en geringe toxiciteit. Werkingsspectrum: – grampositieve kokken (streptokokken inclusief pneumokokken; stafylokokken met uitzondering van bètalactamasevormende stafylokokken); – gramnegatieve kokken (meningokokken, de meeste gonokokken). – bètalactamase-ongevoelige smalspectrumpenicillinen: bovengenoemde bacteriën en de meeste bètalactamasevormende stafylokokkenstammen. Bij infecties met Staphylococcus aureus worden bètalactamaseongevoelige smalspectrumpenicillinen gekozen, aangezien meer dan 80% van de Staphylococcus aureus-stammen bètalactamase produceert. Flucloxacilline wordt het best geresorbeerd en verdient daarom de voorkeur.
398
Geneesmiddelengroepen
Bijwerkingen Gastro-intestinale bijwerkingen komen het meeste voor: diarree, misselijkheid en braken. Verder overgevoeligheidsreacties zoals in afnemende frequentie maculopapulaire huiduitslag, urticariële huiduitslag, koorts, bronchospasme en (zelden) anafylaxie (0,04-0,2%). Aandachtspunten Bij overgevoeligheid voor penicillinen is een macrolide het alternatief.
progestagenen Werkzaamheid Acuut vaginaal bloedverlies Progestagenen (lynestrenol) zijn voor deze indicatie aanvaard, maar bewijs is op weinig onderzoek gebaseerd. Verminderen of verdwijnen van het bloedverlies mag na 24 tot 48 uur worden verwacht. Niet-acuut vaginaal bloedverlies Levonorgestrel afgevend spiraal399
Deel 2
polyenen Werking Polyenen werken fungicide en -statisch door de celmembraan van de schimmel te beschadigen. Polyenen worden lokaal gebruikt en worden vrijwel niet via de slijmvliezen of darmen geabsorbeerd. Nystatine is vooral werkzaam tegen Candida albicans. Bijwerkingen Nystatine geeft zelden overgevoeligheidsreacties.
Geneesmiddelengroepen
podofyllotoxine Werkzaamheid Condylomata acuminata In een placebogecontroleerde rct werd bij 37,1% volledige genezing bereikt vs 2,3% in de controlegroep. Werking Is een mitoseremmend middel. Bijwerkingen Huiderosies, jeuk en branderigheid. Contra-indicaties Zwangerschap, tijdens lactatie en bij kinderen.
Geneesmiddelengroepen
tje of een tweede-generatie sub-50-pil hebben de voorkeur vanwege effectiviteit en geringe bijwerkingen. Morning-afterpil Met het gebruik van levonorgestrel na eenmalige onbeschermde coïtus werd in een groot onderzoek 85% (95% bi 74%-93%) van zwangerschappen voorkomen; met de Yuzpe(2x2-)methode was dit 57% (95% bi 39%-71%). Bijwerkingen Algemeen: afhankelijk van dosering: toename van het lichaamsgewicht, toename van eetlust, zelden verminderde glucosetolerantie, verhoging van het hdl-cholesterolgehalte, acne, vet haar, gespannen borsten, hypomenorroe, doorbraakbloedingen, irritatie, depressie, afname libido, droge vagina, hypofunctie cervixklieren, varices en beenkrampen. Bij de prikpil: onregelmatig bloedverlies en op den duur amenorroe. Bij de morning-afterpil: misselijkheid, pijn in onderbuik, hoofdpijn. Contra-indicaties Medroxyprogesteron-injectie: niet geven bij onverklaarde vaginale bloedingen, mammapathologie, veneuze trombo-embolische aandoening, leverfunctiestoornissen. Vermijd progestagenen bij cholestatische icterus in de anamnese. Aandachtspunten Niet geven bij onverklaard vaginaal bloedverlies. protonpompremmers (PPI’s) Werkzaamheid Maagklachten; persisterend of recidiverend ppi’s (omeprazol, pantoprazol, lansoprazol) zijn zeer effectief bij de behandeling van ulcus pepticum en refluxoesofagitis. Werking Protonpompremmers verminderen in sterke mate de zuursecretie door de pariëtale cellen van het maagslijmvlies. Bijwerkingen Diarree, misselijkheid, buikpijn en hoofdpijn. Interacties Bij gelijktijdig gebruik van een macrolide antibioticum neemt de biologische beschikbaarheid van de ppi toe en stijgt de plasma400
Geneesmiddelengroepen
concetratie van de macrolide. Doordat ppi’s de pH in de maag verhogen, kan de absorbtie van geneesmiddelen afnemen (bijv. ketoconazol en itraconazol) of toenemen (bijv. digoxine).
Werkzaamheid Hartfalen ras-remmers geven symptoomverbetering, verbeteren inspanningstolerantie, verminderen de progressie van het hartfalen en verbeteren de prognose bij hartfalen klasse ii t/m iv. Het effect treedt geleidelijk in. Raynaud-fenomeen Beperkt onderzoek van geringe omvang laat van losartan enig effect zien. Cardiovasculair risicomanagement (cvrm) ras-remmers verlagen de bloeddruk bij essentiële en renovasculaire hypertensie, verge401
Deel 2
RAS-remmers
Geneesmiddelengroepen
pyretrinen en pyretroïden Werkzaamheid Scabies Permetrine is bij scabies even werkzaam als lindaan; 90% genezing na twee weken. Vaak is wel een tweede behandeling nodig. Werking Permetrine is een synthetisch pyretroïd met pediculocide en acaricide eigenschappen. Het is beschikbaar als een 1%-lotion en als een 5%-crème. Permetrinelotion of -crème is werkzaam tegen hoofd- en schaamluis en tegen scabies; 90% genezing na twee weken. Vaak is wel een tweede behandeling nodig. Ook de combinatie bioalletrine + piperonylbutoxide doodt zowel luizen als neten. Het is beschikbaar als sprayvloeistof. Bijwerkingen Lokale irritiatie, jeuk, branderig gevoel en roodheid van de huid is mogelijk. Aandachtspunten Contact met ogen, slijmvliezen en huidlaesies vermijden. Niet gebruiken bij uitgebreide open wonden. Bij orale inname door kinderen bestaat de kans op maag-darmklachten en alcoholintoxicatie. Na applicatie handen goed wassen.
Geneesmiddelengroepen
lijkbaar met diuretica, bètablokkers en calciumantagonisten. Bij ongeveer 60% van de patiënten met lichte tot matige hypertensie wordt een normale bloeddruk bereikt. Werkzaamheid op het terugdringen van de mortaliteit en morbiditeit van hart- en vaatziekten ligt in dezelfde orde van grootte als dat van diuretica en bètablokkers. Werking ras-remmers worden verdeeld in ace-remmers (zoals captopril, enalapril, trandalopril, perindopril) en angiotensine ii-antagonisten (zoals losartan en valsartan); alle geven vasodilatatie. Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid, orthostatische hypotensie (vooral na eerste dosis), prikkelhoest, smaakstoornissen, angioneurotisch oedeem. Bij angiotensine-ii-antagonisten (bijv. losartan of valsartan) geen of minder prikkelhoest. Interacties – Niet samen gebruiken met kaliumsparende diuretica (dit geldt niet voor spironolacton). – Bij het starten van ras-remmers tijdens behandeling van hartfalen met diuretica kan een sterke bloeddrukdaling optreden; stop diureticum 1 dag voor starten ras-remmer. – nsaid’s kunnen het antihypertensieve effect van ras-remmers verminderen: controleer zo nodig de bloeddruk en let op tekenen van hartfalen. – Bij gelijktijdig gebruik met lithium is de kans op lithiumintoxicatie verhoogd. Aandachtspunten – Begin met een lage dosering en hoog langzaam op om hypotensieve reacties bij aanvang van de therapie te vermijden. – Controleer voor het starten en na 2 weken de nierfunctie door een serumcreatininebepaling. – Terughoudendheid is geboden bij nierarteriestenose, ernstig hartfalen, hypotensie, hyponatriëmie en hypovolemie.
402
Geneesmiddelengroepen
rehydratievloeistof (oraal, ORS) Werkzaamheid Diarree (acute) ors heeft geen invloed op de duur van de diarree, maar is werkzaam in het voorkomen en behandelen van dehydratie. Aandachtspunten Zelf bereiden met glucose en keukenzout kan tot fouten in de samenstelling leiden; adviseer een kant-en-klare samenstelling.
403
Deel 2
seleensulfide Werkzaamheid Pityriasis versicolor Bij pytiriasis geeft seleensulfide vaker recidieven dan een imidazolderivaat. Bijwerkingen Ruikt onaangenaam en veroorzaakt lokale irritatie van de huid. Haar en hoofdhuid kunnen sneller vet worden. Bij veelvuldig toepassen kan het haar uitvallen. Aandachtspunten Niet op de ogen of genitalia aanbrengen.
Geneesmiddelengroepen
retinoïden (dermaal) Werkzaamheid Acne Tretinoïne en adapaleen zijn goed werkzame lokale middelen tegen comedonen. Bijwerkingen Lokale irritatie, branderigheid, erytheem, droge huid, schilfering en fotosensibilisatie. De acne kan in de eerste behandelweken verergeren. Aandachtspunten − Niet gelijktijdig met benzoylperoxide gebruiken. − Contact met ogen en slijmvliezen of beschadigde huid vermijden. − Niet gebruiken bij patiënten met zonnebrand.
Geneesmiddelengroepen
serotonineheropnameremmers (SSRI’s) Werkzaamheid Depressie ssri’s (fluvoxamine, fluoxetine, paroxetine, sertraline, venlafaxine) zijn even werkzaam als de klassieke antidepressiva bij een ernstige depressie. Effect treedt pas na 1-2 weken op, bij een kwart pas na 4 weken. Bijwerkingen Misselijkheid (25%), diarree (20%), sedatie, agitatie, slapeloosheid, manie, droge mond en wazig zien. Interacties Fluoxetine niet combineren met mao-remmers; mao-remmers 2 weken voor begin stoppen, omgekeerd 5 weken voor begin maoremmer stoppen met fluoxetine. ssri’s geven in combinatie met nsaid’s een extra verhoogd risico op een maagbloeding; ze versterken mogelijk het effect van orale anticoagulantia. Aandachtspunten Er zijn weinig gegevens over overdosering. Mogelijke verschijnselen zijn tachycardie, sufheid, tremor en misselijkheid. Fluoxetine, paroxetine en sertraline hebben bij zwangerschap de voorkeur. Paroxetine en sertraline gaan minder over in de moedermelk en hebben daarom bij lactatie de voorkeur. serotoninereceptoragonisten (triptanen) Werkzaamheid Migraine bij volwassenen Bij subcutane toediening van sumatriptan reageert ongeveer 80% binnen 1-2 uur met belangrijke vermindering van de ernst van de hoofdpijn (tegen placebo ongeveer 35%). Binnen 24 uur keert bij ongeveer 40% de hoofdpijn terug. Na orale toediening reageert bijna tweederde van de patiënten. De hoofdpijn keert ook hier bij ongeveer 40% terug. Oraal sumatriptan is niet effectiever dan de combinatie van metoclopramide en acetylsalicylzuur. Bijwerkingen Pijn en lokale roodheid na injectie. Misselijkheid en braken, tintelend gevoel, warmtesensaties in nek of borst, duizeligheid, malaise, vermoeidheid. Minder vaak (3-5%) zwaar gevoel op de borst 404
Geneesmiddelengroepen
of elders in het lichaam. Incidenteel angina pectoris, hartinfarct, ventriculaire aritmie en voorbijgaande hypertensie. Interacties Niet combineren met ergotamine. Interacties mogelijk met serotonerge middelen (zoals ssri’s en serotonerge tca’s) en met maoremmers en lithium.
Deel 2
405
Geneesmiddelengroepen
sulfonamiden en trimetoprim Werkzaamheid Prostatitis (acute) Co-trimoxazol is effectief bij gecompliceerde urineweginfecties. Werking Werkingsspectrum: – grampositieve bacteriën; – gramnegatieve bacteriën (enterokokken en Pseudomonas aeruginosa zijn van nature resistent; er is een matige activiteit tegen E. coli); – het werkingsspectrum van trimethoprim is vergelijkbaar met dat van de sulfonamiden, maar trimethoprim is beter werkzaam tegen E. coli. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, anorexie, overgevoeligheidsreacties, vooral allergische huidreacties, vaker maculopapulair dan urticarieel (1-3%). Interacties Sulfonamiden kunnen de hypoglykemische effecten van orale antidiabetica (sulfonylureumderivaten) versterken. Sulfamethizol kan de fenytoïneconcentratie verhogen. Bij gebruik van hoge doses foliumzuur kan de werkzaamheid verminderd zijn. Bij combinatie met orale anticoagulantia is de kans op bloedingen verhoogd. Contra-indicaties Niet gebruiken tijdens zwangerschap en bij gebruik van orale anticoagulantia (cumarinederivaten).
Geneesmiddelengroepen
sulfonylureumderivaten Werking Middelen als tolbutamide, glimepiride en gliclazide bevorderen de afgifte van insuline door de bètacellen van de pancreas, waardoor de glucose-waarde daalt. Ze hebben een goede respons bij 60 tot 70% van de patiënten. Ze geven een gemiddelde verlaging van het nuchtere glucosegehalte met 3 mmol/l; effecten op postprandiale waarden zijn minder constant. De tweede generatie preparaten werkt op gewichtsbasis sterker. Bijwerkingen Twee procent staakt gebruik door bijwerkingen. Meest voorkomende bijwerkingen: gewichtstoename (2-5 kg), misselijkheid, braken, diarree, huidreacties, alcoholflushes en zelden agranulocytose. Verder hypoglykemie; risicofactoren daarvoor zijn leeftijd > 60 jaar, verminderde nierfunctie, slechte voedingstoestand en gebruik van meer geneesmiddelen. Vanwege de relatief grote kans op hypoglykemie wordt glibenclamide afgeraden. Interacties Bètablokkers kunnen verschijnselen van hypoglykemie maskeren en herstel tot normoglykemie vertragen. Gelijktijdig alcoholgebruik kan flushing en hoofdpijn geven. Hoge doses salicylaten en sulfonamide-antibiotica kunnen het hypoglykemische effect versterken. ace-remmers kunnen bij het begin het hypoglykemische effect versterken. mao-remmers kunnen een hypoglykemisch effect teweegbrengen. Corticosteroïden en thiazidediuretica hebben een bloedglucoseverhogend effect. sympathicomimetica Werking Na intramusculaire toediening begint de werking van adrenaline na 3-5 minuten. Bijwerkingen Hartkloppingen, ritmestoornissen, angst, rusteloosheid en hoofdpijn. Interacties Bètablokkers antagoneren het bètareceptorstimulerende effect.
406
Geneesmiddelengroepen
407
Deel 2
tetracyclinen Werkzaamheid Acne Orale antimicrobiële middelen geven na 2-6 weken verbetering van verschijnselen. Bij acne conglobata is het effect meestal onvoldoende. Rosacea Heeft waarschijnlijk een gunstig effect (bij ongeveer 70% van de patiënten trad een verbetering op). Dermatitis perioralis Een dubbelblinde dubbeldummy gerandomiseerde studie met tetracycline (oraal 250mg 2x daags) of metronidazolcrème 1% (2x daags) onder 108 patiënten liet na 4 en na 8 weken bij beide middelen een significante verbetering zien. In de tetracyclinegroep werd na 8 weken door 49 van de 51 patiënten verbetering ondervonden tegenover 41 van de 46 patiënten met lokaal metronidazol. Werking Werkingsspectrum van tetracyline en doxycyline: − veel grampositieve kokken; − veel gramnegatieve kokken; − de meeste staafvormige bacteriën (Proteus en Pseudomonas zijn meestal resistent); Chlamydia sp., Rickettsiae, Mycoplasma, spirocheten. Bijwerkingen Misselijkheid, braken en diarree. Gebitsverkleuring bij kinderen, fotosensitiviteit, pigmentatie van de huid en andere organen. Allergische reacties op tetracyclinen komen in vergelijking met
Geneesmiddelengroepen
teerpreparaten Werkzaamheid Constitutioneel eczeem Teerpreparaten lijken even werkzaam als klasse-1- en -2-corticosteroïden. Bijwerkingen Onaangename geur, verkleuring van textiel, teerfolliculitis (behandeling tijdelijk stoppen en corticosteroïd geven), allergisch contacteczeem en overgevoeligheid voor licht. Aandachtspunten Neem teerlaag met plantaardige olie af en voorkom blootstelling aan zonlicht.
Geneesmiddelengroepen
penicillinen half zo vaak voor. Interacties Combinatie met aluminium, calcium, ijzer en magnesium bevattende preparaten (zoals antacida en melk) vermindert de absorptie door vorming van onoplosbare complexen. Carbamazepine en fenytoïne kunnen de doxycyclineconcentratie verlagen. Tetracyclinen kunnen de werkzaamheid van orale anticonceptiva verminderen. Het advies is tijdens een kuur en tot 7 dagen daarna te zorgen voor aanvullende anticonceptie. De werking van orale anticoagulantia kan worden versterkt. Contra-indicaties Door de schadelijke werking op bot- en tandweefsel is de toepassing van tetracyclinen tijdens de gehele periode van zwangerschap alsook bij kinderen tot 8 jaar gecontra-indiceerd. Bij kinderen van 8 tot 13 jaar wordt aangeraden terughoudend te zijn met tetracyclinen, onder meer in verband met de ontwikkeling van de derde molaren. Aandachtspunten Tussen tetracyclinen onderling bestaat kruisresistentie en kruisovergevoeligheid. Aanbevolen wordt de capsules en tabletten in zittende of staande houding in te nemen met voldoende water of thee om erosies van de slokdarm te voorkomen. thiazolidinedionen Werking Pioglitazon en rosiglitazon verlagen de glucose-, insuline-, triglyceriden- en vetzuurplasmawaarden. Bijwerkingen Gewichtstoename (ongeveer 4 kg) door vochtretentie komt regelmatig voor. Interacties Niet gebruiken in combinatie met insuline (risico van hartfalen), kans op oedeem bij gelijktijdig gebruik met nsaid. Contra-indicaties (Anamnestisch) hartfalen, leverfunctiestoornissen (2,5 maal verhoogde alat-spiegel). 408
Geneesmiddelengroepen
Aandachtspunten Geadviseerd wordt de leverfunctie te controleren vóór de start van de behandeling en zo nodig bij symptomen van levertoxiciteit (anorexie, misselijkheid, braken, abdominale pijn).
409
Deel 2
thyreostatica Werking De thionamiden (carbimazol, thiamazol) remmen de synthese van thyroxine. Bijwerkingen Bij 1-5% van de patiënten ontstaat exantheem, koorts, misselijkheid, paresthesieën, gewrichtspijnen of voorbijgaande leukopenie. Kruisovergevoeligheid tussen thyreostatica kan voorkomen. In de eerste 3 maanden van de behandeling ontstaat bij 0,2 tot 0,5% van de patiënten agranulocytose; instrueer de patiënt bij symptomen van agranulocytose (keelpijn en koorts) direct contact op te nemen
Geneesmiddelengroepen
thyreomimetica Werking Levothyroxine is werkzaam als suppletietherapie bij alle vormen van hypothyreoïdie. Ook wordt het gebruikt als toevoeging aan thyreostatica bij de behandeling van hyperthyreoïdie. Bijwerkingen Overdosering kan klachten geven zoals nervositeit, tremoren, palpitaties, hypertensie, (toename van) angina pectoris, diarree, braken, gewichtsverlies, hoofdpijn en koorts. Zelden komen overgevoeligheidsreacties of jeuk voor. Bij langdurig gebruik van hoge doses, die leiden tot te (onmeetbaar) lage tsh-spiegels, kan osteoporose optreden. Interacties Gelijktijdige inname van ijzerpreparaten, antacida, sucralfaat en cholesterolverlagende middelen moet vermeden worden; versterkt het effect van cumarine. Aandachtspunten Op een lege maag en elke dag op een vast tijdstip innemen. Laat de patiënt steeds hetzelfde merk gebruiken in verband met mogelijke absorptieverschillen.
Geneesmiddelengroepen
met de (dienstdoende) arts voor een cito bloedonderzoek. Interacties Bij gelijktijdig gebruik van cumarine-anticoagulantia kan de behoefte hieraan toenemen. Aandachtspunten Zwangerschap dient tijdens het gebruik van carbimazol en thiamazol te worden voorkomen vanwege het risico van schadelijke effecten op de vrucht. Tijdens zwangerschap en lactatie heeft propylthiouracil de voorkeur. triazolen Werking Fluconazol en itraconazol hebben een breed antimycotisch spectrum; breder dan de imidazolen. Bijwerkingen Fluconazol: misselijkheid (2%), braken, buikpijn (1%), hoofdpijn (1-2%), zelden stijging leverenzymen. Itraconazol: maag-darmstoornissen (2-5%), hoofdpijn, zelden stijging leverenzymen. Interacties Itraconazol kan de eliminatie van digoxine en carbamazepine vertragen. Maagzuurverlagende middelen verminderen de resorptie van itraconazol. Metabolisering vindt plaats via cyp3a4 in de lever; daarom is interactie mogelijk met verschillende middelen die ook via dit enzym gemetaboliseerd worden (zoals de meeste statines) met kans op hartritmestoornissen. Fluconazol kan het effect van orale anticoagulantia, orale antidiabetica (sulfonylureumderivaten) en fenytoïne versterken. Extra controle door de trombosedienst is bij beide middelen noodzakelijk. Contra-indicaties Niet geven bij bestaande leverschade. Fluconazol: zwangerschap. Itraconazol: zwangerschap en lactatie. Aandachtspunten Bij langduriger gebruik van itraconazol (> 4 weken) leverfunctie controleren. 410
Geneesmiddelengroepen
Deel 2
411
Geneesmiddelengroepen
trombocytenaggregatieremmers Werkzaamheid tia/cva Acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium verminderen zowel de kans op het doormaken van een niet-dodelijk herseninfarct als een niet-dodelijk myocardinfarct met circa 25%. Dipyridamol heeft een relevant aanvullend preventief effect. Angina pectoris, stabiel Het nut van acetylsalicylzuur is aangetoond bij patiënten met coronairlijden, waaronder stabiele en instabiele angina pectoris Acuut coronair syndroom Acetylsalicylzuur heeft een gunstig effect op zowel de overleving en de reïnfarcering (ook na trombolyse) als op het ontwikkelen van een cva, naast het relatief lage risico op bijwerkingen. Clopidogrel heeft een aanvullend antitrombotisch effect; wordt (tijdelijk) gelijktijdig gegeven met acetylsalicylzuur bij een acuut coronair syndroom zonder st-stijging. Werking Werkingsduur: 4-6 dagen na staken van de behandeling. Bijwerkingen Acetylsalicylzuur: Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, zuurbranden, pijn in epigastrio, zowel door lokaal als systemisch effect. Erosies of ulceraties kunnen optreden zonder dat er klachten zijn. Renale bijwerkingen: acute en chronische nierinsufficiëntie, nefrotisch syndroom, interstitiële nefritis, papilnecrose en stoornissen in de water- en elektrolytenhuishouding. Overgevoeligheidsreacties zoals bronchospasme, angioedeem, urticaria en huiduitslag. Verder komen hoofdpijn, verwardheid, duizeligheid en bloeddyscrasieën (zelden) voor. Astmapatiënten kunnen met een ernstige astma-aanval reageren (aangeboren overgevoeligheid). Clopidogrel: vaak maag-darmklachten: buikpijn, dyspepsie, diarree, misselijkheid; bloedingen (o.a. van maag, subcutaan en intracerebraal); verder huiduitslag en jeuk; hoofdpijn, duizeligheid, paresthesieën, leverfunctiestoornissen. Dipyridamol: door vasodilatatie kunnen hoofdpijn, duizeligheid, bloeddrukdaling, ‘flushing’ en tachycardie optreden. Tevens maag-darmklachten: misselijkheid, diarree. Soms spierpijn en overgevoeligheidsreacties: brochoconstrictie, huiduitslagen en
Geneesmiddelengroepen
urticaria. Interacties Acetylsalicylzuur: gelijktijdig corticosteroïd- of alcoholgebruik vergroot de kans op een ulcus pepticum. Bij gebruik van orale anticoagulantia geen acetylsalicylzuur gebruiken; andere nsaid’s kunnen een voorbijgaande sterkere antistolling veroorzaken. Salicylaten versterken het hypoglykemisch effect van orale antidiabetica. nsaid’s kunnen de natriuretische werking van diuretica verminderen of tenietdoen: controleer op oedeem of op hypertensie. nsaid’s kunnen de antihypertensieve werking van ace-remmers verminderen: controleer de bloeddruk bij gelijktijdig gebruik langer dan 2 weken. nsaid’s kunnen de uitscheiding van digoxine en lithium verminderen. De dosering zo nodig verlagen. De concentratie van valproïnezuur stijgt bij gebruik van acetylsalicylzuur. Clopidogrel: versterkt de antitrombotische werking van acetylsalicylzuur; verhoogt daardoor de kans op bloedingen bij gelijktijdige toediening, ook van heparine en trombolytica. Dipyridamol: voorzichtigheid is geboden bij ernstige corononaire vaataandoeningen. Contra-indicaties Acetylsalicylzuur: actief ulcus pepticum, gastro-intestinale bloeding, cerebrovasculaire bloeding, hemorragische diathese, bekende overgevoeligheidsreacties op een nsaid of salicylaten. Clopidogrel: ernstige leverfunctiestoornis, pathologische bloedingen (bijv. van maag en intracerebraal). Niet geven tijdens zwangerschap en lactatie. Dipyridamol: niet geven tijdens zwangerschap en lactatie. Aandachtspunten Bij een overdosis salicylaten kan salicylaatintoxicatie ontstaan: oorsuizen, duizeligheid, verwardheid en hoofdpijn. Geef bij allergie voor salicylaten clopidogrel.
412
Geneesmiddelengroepen
413
Deel 2
uricosurica Werking Met benzbromaron daalt de uraatspiegel in serum en weefselvocht met ongeveer 60%. Bijwerkingen Door daling van de urinezuurconcentratie kunnen bestaande neerslagen oplossen, waardoor een jichtaanval kan ontstaan (bij 15% in de eerste maand). Verder: kans op niersteenvorming, maagklachten en diarree. Interacties Verhoogt de bloedspiegels van penicillinen, nsaid’s en methotrexaat. Door acetylsalicylzuur kan het effect van probenecid worden verminderd.
Geneesmiddelengroepen
uricostatica Werking De urinezuurspiegel wordt bij een dagelijkse dosering van 300 mg allopurinol gereduceerd met 35%. Bestaande urinezuurdepots verdwijnen vaak na 6-12 maanden. Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties met exantheem en jeuk (2%; dan therapie staken), maag-darmklachten en zelden leukopenie. Bij 15% jichtaanval gedurende eerste maand. Interacties Bij gelijktijdig gebruik van amoxicilline is de kans op huidreacties verhoogd. Allopurinol verhoogt bij hogere doseringen de spiegel van theofylline en mogelijk van anticoagulantia. Contra-indicaties Niet starten tijdens jichtaanval. Aandachtspunten Gestreefd wordt naar de laagste dosis waarmee een normaal urinezuurgehalte (< 0,38 mmol/l) wordt bereikt (soms zijn hogere doseringen dan 300 mg per dag nodig). Om de kans op een jichtaanval te verminderen moet de dosering langzaam worden opgevoerd.
Geneesmiddelengroepen
Contra-indicaties Niet gebruiken tijdens een jichtaanval, bij overgevoeligheid, bij nierstenen in anamnese en bij creatinineklaring < 25 ml/min. urospasmolytica Werkzaamheid Urine-incontinentie Urospasmolytica hebben een vrij gering extra effect (placebo-effect: 30-40%). Van flavoxaat is de werkzaamheid niet aangetoond. Werking Verminderen de contracties van de detrusor door een antagonistisch effect op de muscarinereceptoren. Bijwerkingen Droge mond, visusproblemen, hoofdpijn, sufheid, buikpijn, misselijkheid en obstipatie. Deze anticholinerge neveneffecten komen vooral bij oxybutinine oraal voor; iets minder bij de pleister voor transdermale toediening. Interacties Combinatie met krachtige cyp3a4-remmers zoals ketoconazol en itraconazol is gecontra-indiceerd. Combinatie met matige cyp3a4-remmers zoals de macroliden, ssri’s en terbinafine kan een verhoogde blootstelling veroorzaken. Ook is voorzichtigheid geboden bij combinatie met middelen die het qt-interval verlengen. De anticholinerge (parasympathicolytische) bijwerkingen worden versterkt door combinatie met andere middelen met deze bijwerkingen, zoals de tca’s. vitamine B12 Werking Hydroxocobalamine wordt i.m. geïnjecteerd als substitutietherapie. Bijwerkingen Allergische reacties komen zelden voor.
414
Geneesmiddelengroepen
415
Deel 2
vitamine-D3-analoga (dermaal) Werkzaamheid Psoriasis Calcipotriol is bij psoriasis ongeveer even werkzaam als corticosteroïden klasse 3 en 4 en ditranol. Bijwerkingen 10-20%: voorbijgaande irritatie, brandend, stekend gevoel, erytheem, droge huid. 2-5% eczeem, urticaria. Bij overdosering kans op hypercalciëmie. Interacties Salicylzuur inactiveert calcipotriol. Aandachtspunten Niet gebruiken bij kinderen, niet op het gezicht en niet in de lichaamsplooien, niet bij stoornissen in het calciummetabolisme. Na applicatie de handen goed wassen.
Geneesmiddelengroepen
vitamine D (oraal) Werking Colecalciferol bevordert de calcium- en fosfaatresorptie uit het maag-darmkanaal en de terugresorptie van calcium door de nieren en mobiliseert het calcium uit botweefsel. Bijwerkingen Hypercalciëmie, vooral bij hoge doseringen. Symptomen hiervan: vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, ataxie, dorst, polydipsie, polyurie, anorexie, misselijkheid, braken, diarree, convulsies. Na langere tijd: nierstenen, nierfunctiestoornis, pancreatitis, cataract. Interacties Gelijktijdig gebruik van digoxine kan leiden tot hartritmestoornissen. Paraffine vermindert de resorptie in de darm. Corticosteroïden kunnen de respons op colecalciferol verlagen. Contra-indicaties Hypercalciëmie, hyperparathyreoïdie, sarcoïdosis. Aandachtspunten Nierfunctie vaker controleren ingeval deze gestoord was.
Geneesmiddelengroepen
zure oordruppels Werkzaamheid Otitis externa Genezingspercentages variëren van 75 tot 100% na 2 weken behandeling. Werking Zure oordruppels (met aluminiumacetotartraat) werken antibacterieel en bevorderen de natuurlijke weerstand van de gehoorganghuid. Bijwerkingen Lokale irritatie. Aandachtspunten Bij trommelvliesperforatie alleen 1 op 10 verdunde aluminiumacetotartraat oordruppels geven.
416
Deel 3 Transcriptietabellen
Transcriptietabellen
Transcriptietabellen Generieke naam
Specialité naam
acarbose acenocoumarol acetylcysteïne acetylsalicylzuur acetylsalicylzuur/ metoclopramide aciclovir adapaleen alendroninezuur alfuzosine algeldraat/magnesiumhydroxide allopurinol alprazolam aluminiumacetotartraat amantadine amiloride/ hydrochloorthiazide amitriptyline amlodipine amoxicilline amoxicilline/ clavulaanzuur atenolol atorvastatine azelastine azitromycine beclometason benzbromaron benzoylperoxide
Glucobay Sintrom Fluimucil, Mucomyst, Bisolbruis Aspirine Protect, Aspro Cardio, Cardegic Migrafin Zovirax Differin Fosamax Xatral, Urion Antagel, Maalox, Regla-ph
Deel 3 Transcriptietabellen
Apurin, Zyloric Xanax Alucet Symmetrel Moduretic Sarotex, Tryptizol Norvasc Clamoxyl Augmentin, Forcid Tenormin Lipitor Allergodil Zithromax Aerobec, Becloforte, Becotide, Qvar Desuric Benzac W, Akneroxid
419
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
betamethasondipropionaat in glycerol betamethasonvaleraat bioalletrine/ piperonylbutoxide biperideen bisacodyl bismutsubcitraat bisoprolol bromocriptine brotizolam budesonide budesonide/ formoterol bumetanide calcipotriol calcium captopril carbamazepine carbasalaatcalcium carvedilol cefotaxim cefuroximaxetil celecoxib cetirizine chlooramfenicol chloordiazepoxide chloorhexidine chloortalidon ciclopirox ciclosporine cimetidine ciprofloxacine claritromycine
Diprolene
420
Betnelan, Celestoderm Para-Speciaal Akineton Dulcolax De-Nol Bisobloc, Emcor Parlodel Lendormin Pulmicort Symbicort Burinex Daivonex Cacit, Calci-Chew, Calcium Bruis Capoten Carbymal, Tegretol Ascal ‘38’, Ascal Cardio Eucardic Claforan Zinnat Celebrex Zyrtec Chlooramfenicol Minims Librium Corsodyl, Sterilon, Hibisol, Hibiscrub Hygroton Loprox Neoral Tagamet Ciproxin Klacid
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
clemastine clindamycine clobetasolpropionaat clomipramine clonazepam clonidine clopidogrel clorazepinezuur colecalciferol co-trimoxazol cromoglicinezuur
Tavegil Dalacin C Dermovate Anafranil Rivotril Catapresan, Dixarit Plavix, Iscover Tranxène Devaron Bactrimel, Eusaprim, Sulfotrim Opticrom, Allergocrom comod, Prevalin, Vividrin (conjunctivitis), Lomudal (astma) Diane-35 Fragmin Emselex Aerius Minrin Cerazette Oradexon Valium Voltaren, Cataflam Arthrotec
Deel 3 Transcriptietabellen
cyproteron/ ethinylestradiol dalteparine darifenacine desloratidine desmopressine desogestrel dexamethason diazepam diclofenac diclofenac/ misoprostol diflucortolonvaleraat digoxine diltiazem dimeticon dimetindeen dipyridamol domperidon dopamine doxycycline
Nerisona Lanoxin Tildiem, Tiadil, Surazem Aeropax, XTLuis Fenistil Persantin Motilium, Gastrocure Dynatra Dopamine Dagracycline, Doxy Disp, Neodagracycline, Vibra-S, Vibramycin 421
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
dydrogesteron enalapril enoxaparine esomeprazol estradiol estradiol transdermaal
Duphaston Renitec Clexane Nexium Estrofem, Progynova, Zumenon Climara, Dermestril (Matrixfilm, Septem), Estraderm (Matrix, tts), Estradot, Fem ‘7’, Menorest, Sandrena, Systen Femoston
estradiol/ dydrogesteron estradiol/dydrogesteron continu estradiol/norethisteron (pleister) estriol etidroninezuur/ calciumcarbonaat famciclovir famotidine felopidine feneticilline fenoterol fenoterol/ipratropium fenoxymethylpenicilline fenprocoumon fentanyl flucloxacilline fluconazol fluoxetine flurazepam fluticason fluvoxamine formoterol fosfomycine 422
Femoston continu Estracomb tts Synapause-E3 Didrokit Famvir Pepcidin Plendil Broxil Berotec Berodual Acipen V Marcoumar Durogesic Floxapen Diflucan Prozac Dalmadorm Flixotide, Flixonase Fevarin Foradil, Oxis Monuril
Transcriptietabellen
Specialité naam
furosemide fusidinezuur fytomenadion gabapentine glibenclamide gliclazide glucagon haloperidol hydrochloorthiazide hydrocortisonbutyraat hydrokinine hydroxyzine ibuprofen
Lasiletten, Lasix Fucithalmic Konakion Neurotin Daonil Diamicron Glucagen Haldol Esidrex Locoid Inhibin Atarax Advil, Brufen, Nurofen, Femapirin, Ibosure, Zafen, Antigrippine Ibuprofen Aldara Novorapid Novomix
imiquimod insuline aspart insuline aspart/ insuline aspart protamine insuline gewoon insuline gewoon/ insuline isofaan insuline glargine insuline isofaan
Actrapid, Humuline Regular, Insuman (Infusat, Rapid), Velosulin Humuline, Insuman Comb, Mixtard
Lantus Humuline nph, Insulatard, Insuman Basal insuline lispro Humalog insuline lispro/insuline Humalog Mix ‘25’ lispro protamine ipratropium Atrovent ipratropiumbromide Atrovent isosorbide-5Monocedocard, Promocard mononitraat isosorbidedinitraat Cedocard, Isordil 423
Deel 3 Transcriptietabellen
Generieke naam
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
itraconazol ivermectin ketoconazol lactitol lactulose lansoprazol leflunomide levocabastine levocetirizine levodopa/benserazide levodopa/carbidopa levonorgestrel levonorgestrel afgevend spiraal levothyroxine lidocaïne lidocaïne/prilocaïne lisinopril lisuride loperamide loratadine lorazepam lormetazepam losartan lynestrenol macrogol/electrolyten
Trisporal Stromectol Nizoral Importal Duphalac, Legendal Prezal Arava Livocab Xyzal Madopar Sinemet Norlevo Mirena
malathion mebendazol meclozine medroxyprogesteron meloxicam metformine methylprednisolon metoclopramide 424
Eltroxin, Euthyrox, Thyrax Duotab Xylocaïne Emla Novatec, Zestril Dopergin Imodium, Diacure Claritine Temesta Loramet, Noctamid Cozaar Orgametril Movicolon, Colofort, Klean-Prep, Transipeg Prioderm, Noury hoofdlotion Vermox Suprimal Provera Movicox Glucophage Depo-Medrol, Solu-Medrol Primperan
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
metronidazol cutaan metronidazol oraal metroprolol miconazol miconazol/ hydrocortison midazolam mirtazapine mometason montelukast morfine mupirocine nadroparine naproxen
Elyzol, Rozex Flagyl Lopresor, Selokeen Daktarin, Dermacure Daktacort
Deel 3 Transcriptietabellen
natriumchloride 4%/ uceum 4% crème natriumdocusaat/ sorbitol natriumlaurylsulfoacetaat/natriumcitraat/sorbitol niclosamide nicotinevervangende middelen nifedipine nitroglycerine (spray) nizatidine nitrazepam nitrendipine nitrofurantoïne norethisteron norfloxacine nortriptyline
Dormicum Remeron Nasonex Singulair Sevredol, Kanapol, ms Contin, Noceptin Bacroban Fraxiparine Aleve, Femex, Naprocoat, Naprovite, Nycopren Symbial Klyx Microlax
Yomesan Nicorette, Nicotinell Adalat Estaro, Nitrolingual Axid Mogadon Baypress Furabid, Furadantine Primolut N Noroxin Nortrilen
425
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
noscapine
Librochin prikkelhoest, Noscapect ‘Roter’ Dagynil, Premarin Premelle cycle
oestrogenen, geconjugeerd oestrogenen, geconjugeerd/medroxyprogesteron oestrogenen, geconjugeerd/ medroxyprogesteron continu ofloxacine olopatadine omeprazol oseltamivir oxazepam oxybutinine, oxybutinine transdermaal butinine transdermaal oxycodon pantoprazol paracetamol paroxetine pergolide perindopril permetrine pioglitazon plantago ovata povidonjood pravastatine prednisolon (oogdruppels) propranolol 426
Premelle ‘5’, Plentiva ‘5’
Tarivid Opatanol Losec Tamiflu Seresta Dridase, Kentera (pleister)
OxyContin Pantozol Panadol Seroxat Permax Coversyl Loxazol Actos Metamucil, Volcolon Betadine Selektine Prednisolon Minims, Pred Forte Inderal
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
psylliumzaad ranitidine risedroninezuur risperidon rizatriptan salbutamol salbutamol/ ipratropium salmeterol salmeterol/fluticason scopolamine seleensulfide selegiline sennosiden sertraline sildenafil simvastatine solifenacine sotalol spironolacton sumatriptan tadalafil tamsulosine temazepam terbinafine terbutaline thiamazol tinzaparine tiotropium tolterodine tramadol trandolapril tranexaminezuur tretinoïne
Metamucil, Volcolon Zantac Actonel Risperdal Maxalt Airomir, Ventolin Combivent
Deel 3 Transcriptietabellen
Serevent Seretide Scopoderm tts Selsun Eldepryl X-Praep Zoloft Viagra, Revatio Zocor Vesicare Sotacor Aldactone Imigran Cialis Omnic Normison, Normitab Lamisil Bricanyl Strumazol Innohep Spiriva Detrusitol Tramagetic, Tramal Gopten Cyklokapron Acid A Vit
427
Transcriptietabellen
Generieke naam
Specialité naam
triamcinolonacetonide triamtereen triamtereen/ hydrochloorthiazide trihexyfenidyl trimethoprim valaciclovir valsartan vardenafil venlafaxine verapamil xylometazoline zanamivir zolmitriptan zolpidem
Kenacort-A
428
Dytac Dytenzide Artane Monotrim, Wellcoprim Zelitrex Diovan Levitra Efexor Geangin, Isoptin Otrivin, Xylo-comod Relenza Zomig Stilnoct
Transcriptietabellen
Generieke naam
Acid A Vit Acipen V Actonel Actos Actrapid Adalat Advil Aerius Aerobec Aeropax Airomir Akineton Akneroxid Aldactone Aldara Aleve Allergocrom comod Allergodil Alucet Anafranil Antagel Antigrippine ibuprofen Apurin Arava Artane Arthrotec Ascal ‘38’, Ascal Cardio Aspirine Protect, Aspro Cardio Atarax Atrovent Augmentin Axid Bacroban
tretinoïne fenoxymethylpenicilline risedroninezuur pioglitazon insuline gewoon nifedipine ibuprofen desloratidine beclometason dimeticon salbutamol biperideen benzoylperoxide spironolacton imiquimod naproxen cromoglicinezuur azelastine aluminiumacetotartraat clomipramine algeldraat/magnesiumhydroxide ibuprofen
Deel 3 Transcriptietabellen
Specialité naam
allopurinol leflunomide trihexyfenidyl diclofenac/misoprostol carbasalaatcalcium acetylsalicylzuur hydroxyzine ipratropiumbromide amoxicilline/clavulaanzuur nizatidine mupirocine 429
Transcriptietabellen
Specialité naam
Generieke naam
Bactrimel Baypress Becloforte Becotide Benzac W Berodual Berotec Betadine Betnelan Bisobloc Bisolbruis Bricanyl Broxil Brufen Burinex Cacit Calci-Chew Calcium Bruis Capoten Carbymal Cardegic Cataflam Catapresan Cedocard Celebrex Celestoderm Cerazette Chlooramfenicol Minims Cialis Ciproxin Claforan Clamoxyl Claritine Clexane
co-trimoxazol nitrendipine beclometason beclometason benzoylperoxide fenoterol/ipratropium fenoterol povidonjood betamethasonvaleraat bisoprolol acetylcysteïne terbutaline feneticilline ibuprofen bumetanide calcium calcium calcium captopril carbamazepine acetylsalicylzuur diclofenac clonidine isosorbidedinitraat celecoxib betamethasonvaleraat desogestrel chlooramfenicol
430
tadalafil ciprofloxacine cefotaxim amoxicilline loratidine enoxaparine
Transcriptietabellen
Generieke naam
Climara Colofort Combivent Corsodyl Coversyl Cozaar Cyklokapron Dagracycline Dagynil Daivonex Daktacort Daktarin Dalacin C Dalmadorm Daonil De-Nol Depo-Medrol Dermacure Dermestril Dermovate Desuric Detrusitol Devaron Diacure Diamicron Diane-35 Didrokit Differin Diflucan Diovan Diprolene Dixarit Dopergin Dormicum Doxy Disp
estradiol transdermaal macrogol/electrolyten salbutamol/ipratropium chloorhexidine perindopril losartan tranexaminezuur doxycycline oestrogenen, geconjugeerd calcipotriol miconazol/hydrocortison miconazol clindamycine flurazepam glibenclamide bismutsubcitraat methylprednisolon miconazol estradiol transdermaal clobetasolpropionaat benzbromaron tolterodine colecalciferol imodium gliclazide cyproteron/ethinylestradiol etidroninezuur/calciumcarbonaat adapaleen fluconazol valsartan betamethasondipropionaat in glycerol clonidine lisuride midazolam doxycycline 431
Deel 3 Transcriptietabellen
Specialité naam
Transcriptietabellen
Specialité naam
Generieke naam
Dridase Dulcolax Duphalac Duphaston Durogesic Dynatra Dopamine Dytac Dytenzide Efexor Eldepryl Eltroxin Elyzol Emcor Emla Emselex Esidrex Estaro Estracomb tts Estraderm Estradot Estrofem Eucardic Eusaprim Euthyrox Famvir Fem ‘7’ Femapirin Femex Femoston Femoston continu Fenistil Fevarin Flagyl Flixotide, Flixonase Floxapen
oxybutinine bisacodyl lactulose dydrogesteron fentanyl dopamine triamtereen triamtereen/hydrochloorthiazide venlafaxine selegiline levothyroxine metronidazol cutaan bisoprolol lidocaïne/prilocaïne darifenacine hydrochloorthiazide nitroglycerine (spray) estradiol/norethisteron (pleister) estradiol transdermaal estradiol transdermaal estradiol carvedilol co-trimoxazol levothyroxine famciclovir estradiol transdermaal ibuprofen naproxen estradiol/dydrogesteron estradiol/dydrogesteron continu dimetindeen fluvoxamine metronidazol oraal fluticason flucloxacilline
432
Transcriptietabellen
Generieke naam
Fluimucil Foradil Forcid Fosamax Fragmin Fraxiparine Fucithalmic Furabid Furadantine Gastrocure Geangin Glucagen Glucobay Glucophage Gopten Haldol Hibisol, Hibiscrub Humalog Humalog Mix ‘25’ Humuline Humuline nph Humuline Regular Hygroton Ibosure Imigran Imodium Importal Inderal Inhibin Innohep Insulatard Insuman Basal Insuman Comb Insuman (Infusat, Rapid)
acetylcysteïne formoterol amoxicilline/clavulaanzuur alendroninezuur dalteparine nadroparine fusidinezuur nitrofurantoïne nitrofurantoïne domperidon verapamil glucagon acarbose metformine trandolapril haloperidol chloorhexidine insuline lispro insuline lispro/insuline lispro protamine insuline gewoon/insuline isofaan insuline isofaan insuline gewoon chloortalidon ibruprofen sumatriptan loperamide lactitol propranolol hydrokinine tinzaparine insuline isofaan insuline sofaan insuline gewoon/insuline isofaan insuline gewoon
433
Deel 3 Transcriptietabellen
Specialité naam
Transcriptietabellen
Specialité naam
Generieke naam
Iscover Isoptin Isordil Kapanol Kenacort-A Kentera pleister Klacid Klean-Prep Klyx Konakion Lamisil Lanoxin Lantus Lasiletten Lasix Legendal Lendormin Levitra Librium Librochin prikkelhoest Lipitor Livocab Locoid Lomudal Lopresor Loprox Loramet Losec Loxazol Maalox Madopar Marcoumar Maxalt Menorest Metamucil
clopidogrel verapamil isosorbidedinitraat morfine triamcinolonacetonide oxybutinine, transdermaal claritromycine macrogol/electrolyten natriumdocusaat/sorbitol fytomenadion terbinafine digoxine insuline glargine furosemide furosemide lactulose brotizolam vardenafil chloordiazepoxide noscapine atorvastatine levocabastine hydrocortisonbutyraat cromoglicinezuur metoprolol ciclopirox lormetazepam omeprazol permetrine algeldraat/magnesiumhydroxide levodopa/benserazide fenprocoumon rizatriptan estradiol transdermaal psylliumzaad, plantago ovata
434
Transcriptietabellen
Generieke naam
Microlax
natriumlaurylsulfoacetaat/natriumcitraat/sorbitol acetylsalicylzuur/metoclopramide desmopressine levonorgestrel afgevend spiraal insuline gewoon/insuline isofaan amiloride/hydrochloorthiazide nitrazepam isosorbide-5-mononitraat trimethoprim fosfomycine domperidon macrogol/electrolyten meloxicam morfine acetylcysteïne naproxen naproxen mometason doxycycline ciclosporine diflucortolonvaleraat gabapentine nicotinevervangend middel nicotinevervangend middel nitroglycerine (spray) ketoconazol morfine lormetazepam levonorgestrel temazepam temazepam norfloxacine nortriptyline amlodipine
Migrafin Minrin Mirena Mixtard Moduretic Mogadon Monocedocard Monotrim Monuril Motilium Movicolon Movicox ms Contin Mucomyst Naprocoat Naprovite Nasonex Neo-Dagracycline Neoral Nerisona Neurotin Nicorette Nicotinell Nitrolingual Nizoral Noceptin Noctamid Norlevo Normison Normitab Noroxin Nortrilen Norvasc
Deel 3 Transcriptietabellen
Specialité naam
435
Transcriptietabellen
Specialité naam
Generieke naam
Noscapect ‘Roter’ Noury hoofdlotion Novatec Novomix Novorapid Nurofen Nycopren Omnic Opatanol Opticrom Oradexon Orgametril Otrivin Oxis OxyContin Panadol Pantozol Para-Speciaal Parlodel Pepcidin Permax Persantin Plavix Plendil Plentiva ‘5’
noscapine malathion lisinopril insuline aspart/insuline aspart protamine insuline aspart ibuprofen naproxen tamsulosine olopatadine cromoglicinezuur dexamethason lynestrenol xylometazoline formoterol oxycodon paracetamol pantoprazol bioalletrine/piperonylbutoxide bromocriptine famotidine pergolide dipyridamol clopidogrel felopidine geconjugeerde oestrogenen/ medroxyprogesteron continu prednisolon (oogdruppels)
Pred Forte, Prednisolon Minims Premarin geconjugeerde oestrogenen Premelle ‘5’ geconjugeerde oestrogenen/ medroxyprogesteron continu Premelle cycle geconjugeerde oestrogenen/ medroxyprogesteron Prevalin cromoglicinezuur Prezal lansoprazol 436
Transcriptietabellen
Generieke naam
Primolut N Primperan Prioderm Progynova Promocard Provera Prozac Pulmicort Qvar Regla-ph Relenza Remeron Renitec Revatio Risperdal Rivotril Rozex Sandrena Sarotex Scopoderm tts Selektine Selokeen Selsun Seresta Seretide Serevent Seroxat Sevredol Sinemet Singulair Sintrom Solu-Medrol Sotacor Spiriva Sterilon
norethisteron metoclopramide malathion estradiol isosorbide-5-mononitraat medroxyprogesteron fluoxetine budesonide beclometason algeldraat/magnesiumhydroxide zanamivir mirtazapine enalapril sildenafil risperidon clonazepam metronidazol cutaan estradiol transdermaal amitriptyline scopolamine pravastatine metoprolol seleensulfide oxazepam salmeterol/fluticason salmeterol paroxetine morfine levodopa/carbidopa montelukast acenocoumarol methylprednisolon sotalol tiotropium chloorhexidine
Deel 3 Transcriptietabellen
Specialité naam
437
Transcriptietabellen
Specialité naam
Generieke naam
Stilnoct Stromectol Strumazol Sulfotrim Suprimal Surazem Symbial Symbicort Symmetrel Synapause-E3 Systen Tagamet Tamiflu Tarivid Tavegil Tegretol Temesta Tenormin Thyrax Duotab Tiadil Tildiem Tramagetic Tramal Transipeg Tranxène Trisporal Tryptizol Valium Velosulin Ventolin Vermox Vesicare Viagra Vibramycin Vibra-S
zolpidem ivermectin thiamazol co-trimoxazol meclozine diltiazem natriumchoride 4% ureum 4% crème budesonide/formoterol amantadine estriol estradiol transdermaal cimetidine oseltamivir ofloxacine clemastine carbamazepine lorazepam atenotol levothyroxine diltiazem diltiazem tramadol tramadol macrogol/electrolyten clorazepinezuur itraconazol amitriptyline diazepam insuline gewoon salbumatol mebendazol solifenacine sildenafil doxycycline doxycycline
438
Transcriptietabellen
Generieke naam
Vividrin Volcolon Voltaren Wellcoprim Xanax Xatral, Urion X-Praep XTLuis Xylocaïne Xylo-comod Xyzal Yomesan Zafen Zantac Zelitrex Zestril Zinnat Zithromax Zocor Zoloft Zomig Zovirax Zumenon Zyloric Zyrtec
cromoglicinezuur psylliumzaad, plantago ovata diclofenac trimethoprim alprazolam alfuzosine sennosiden dimeticon lidocaïne xylometazoline levocetirizine niclosamide ibuprofen ranitidine valaciclovir lisinopril cefuroximaxetil azitromycine simvastatine sertraline zolmitriptan aciclovir estradiol allopurinol cetirizine
Deel 3 Transcriptietabellen
Specialité naam
439
Deel 4 Trefwoordenregister
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister Indicaties en Geneesmiddelengroepen De cursief gedrukte paginacijfers verwijzen naar vermeldingen in het deel Geneesmiddelengroepen.
A aambeien 124 aarsmade 132, 134 abces 180 acenocoumarol 332 - atriumfibrilleren 76 - tia/cva 54 - trombose 88, 89 ace-remmers 402 acetylsalicylzuur 411 - acuut coronair syndroom 71 - angina pectoris 68, 69 - atriumfibrilleren 76 - cardiovasculair risicomanagement 62, 65 - migraine bij volwassenen 43, 44 - na myocardinfarct 72, 73 - perifeer arterieel vaatlijden 83, 84 - tia/cva 52, 53 achillespeestendinitis 297, 298 aciclovir 340 - conjunctivitis 278 - herpes genitalis 175, 176 - herpes labialis 212 - herpes zoster 213, 214 acne vulgaris 180 acute diarree 118 acute dystonie 54 acute otitis media 269 acute (traumatische) pijn 28 acuut coronair syndroom 70 acuut hartfalen 77 adapaleengel, acne vulgaris 181, 183 ademhalingsdepressie 319 adrenaline 406 - allergische reactie 313 aërofagie 123 aften 253
442
alcohol- of benzodiazepine-onttrekking, delier 34 alcoholgebruik, problematisch 320 alcoholonthoudingsverschijnselen 320 alendroninezuur 346 - osteoporose 304 - polymyalgia rheumatica 307 alfa-receptorblokkerende sympathicolytica 329 alfuzosine 329 - benigne prostaathypertrofie 144, 145 algeldraat, maagklachten 110 allergeendichte hoes, astma 100 allergische conjunctivitis 276 allergische reactie 313 allergische rhinitis 261 allopurinol 413 - jicht 301, 302 allylamine 329 - onychomycose 228 - schimmel 201 alopecia 183 - androgenetica 184 - areata 184 aluminium (hydroxy)chloride 332 aluminiumacetotartraat 416 - otitis externa 273, 274 aluminiumchloride, pitted keratolysis 230 aluminiumhydrochloride, pitted keratolysis 230, 231 aluminiumhydroxychloride, hyperhidrosis 216 aluminiumkaliumsulfaat, hyperhidrosis 216 Alzheimer 34 amantadine 330
Trefwoordenregister
anticonceptie, hormonaal 159 antidepressiva 333 - angststoornis 29 - depressie 31 - neuropathische pijn 27 anti-emetica 362 - duizeligheid 38 - migraine bij volwassenen 43 anti-emetisch antihistaminicum, bewegingsziekte 116 anti-epileptica - neuropathische pijn 27 - orale anticonceptie 160 antifibrinolytica 334 antihistaminica 193, 246, 335 - allergische reactie 313 - allergische rhinitis 261 - pruritus senilis 234 - vertigo 336 antihypertensiva 60 - cardiovasculair risicomanagement 58 anti-jeukmiddelen 331 - urticaria 246 antimicrobiële middelen, lokaal 337 antimycotica - orale candidiasis 258 - schimmel 201 antipsychotica 338 - delier 33 - psychose 35 antiseptica 339 antistolling 52 antivirale middelen 340 anti-zweetmiddelen 332 - hyperhidrosis 216 antraceenderivaten 376 arteriïtis temporalis 305 artrose, hiel- 298 ascariasis 132, 133 Ascaris lumbricoides 132 asthma cardiale, hartfalen 77 astma bij kinderen 95 - exacerbatie 98 astma bij volwassenen 100 atenolol 344
443
Deel 4 Trefwoordenregister
- Parkinson 48, 49 amiloride 359 amiloride/hydrochloorthiazide, cardiovasculair risicomanagement 60, 62, 63, 65 amitriptyline 333 - depressie 32 - neuropathische pijn 27 amlodipine 348 - cardiovasculair risicomanagement 61, 63, 64, 65 amoxicilline 396 - acute rinosinusitis 265 - chlamydia-infectie 167 - copd 106, 107 - endocarditisprofylaxe 90 - endometritis puerperalis 163 - erythema migrans 205, 206 - gingivitis 257 - gonorroe 168, 169 - i.c.m. metronidazol 396 - maagklachten 112, 113, 115 - otitis media acuta 270, 271 - pneumonie 93, 94 amoxicilline/clavulaanzuur 396 - (acute) keelpijn 267, 269 - bijtwond 185 - epidimytis (acute) 142, 143 - paronychia 229, 230 - urineweginfecties 136, 137, 139, 140 - wondinfecties 250, 251 anafylactische reactie 313 analgetica 21 - migraine bij volwassenen 42 anemie 55 anesthetica (dermaal) 330 angina pectoris 66 angiotensine-II-antagonisten 402 angststoornis 29 animale mycosen 200 anogenitale wratten 172 antacida (algeldraat/magnesiumhydroxide) 331 anticoagulantia 332 - tia/cva 52, 53
Trefwoordenregister
- atriumfibrilleren 76 - tremor 41 atherosclerose 83 atopische constitutie, astma bij kinderen 95 atorvastatine 351 - angina pectoris 68, 69 - hyperchlesterolemie 66 - na myocardinfarct 73, 74 - perifeer arterieel vaatlijden 83, 84 - tia/cva 52, 53 atriumfibrilleren 74 - tia/cva 52 atropine, acuut coronair syndroom 70 aviaire influenza 316 azaleïnezuurcrème, rosacea 239 azelaïnezuur 341 azelaïnezuurcrème - melasma 226 - rosacea 239 azelastine 335 - allergische conjunctivitis 276, 277 - allergische rhinitis 262 azijnzuur/hydrocortison, otitis externa 274 azijnzuur/triamcinolon, otitis externa 274 azitromycine 380 - (acute) keelpijn 268 - acute rinosinusitis 266 - cellulitis 189, 190 - chlamydia-infectie 167 - diarree 118, 119, 120, 121 - ecthyma ulcus 203 - eczeem 195 - endometritis puerperalis 163 - epidimytis (acute) 142, 143 - erysipelas 204 - erythema migrans 206 - erythrasma 207 - folliculitis 209 - furunkel 211 - gingivitis 257 - impetigo 220
444
- kinkhoest 92 - mastitis 164 - otitis externa 275 - otitis media acuta 270, 272 - pneumonie 94 - slijmbeurs ontsteking 294 - urethritis bij mannen 169, 170 - wondinfecties 250, 251 B bacteriële conjunctivitis 277 bacteriële vaginose 158 balanitis 187 bbpd 38 beclometason 355, 357 - allergische rhinitis 263 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 104 - copd 107 - niet-allergische rhinitis 264 - pseudo-kroep 95 bekkenbodemoefeningen 147 bemoeilijkte mictie 144 benigne paroxismale positieveranderingsduizeligheid 38 benigne prostaathyperplasie (BHP) 144 benzathinebenzyllpenicilline 398 - syfilis 178 benzbromaron 413 - jicht 301, 302 benzodiazepinen 341 - angststoornis 29 - delier 33 - depressie 31 - epileptisch insult 39 - koortsconvulsie 40 - restless legs 49, 50 - psychose 35 benzoylbenzoaat, scabies 242 benzoylperoxide 337, 343 - acne vulgaris 181, 182 benzylbenzoaat 343 - scabies 240, 241 berg 244 bèta-2-sympathicomimetica 343
Trefwoordenregister
- mastitis puerperalis 163 - tepelkloven 164 - vitamine-K-profylaxe 56 botmineraaldichtheid 303 botontkalking 303 bovenste luchtweginfectie 91 bradycardie, acuut coronair syndroom 70 braken 116 brandwonden 186 bromocriptine 361 - Parkinson (ziekte van) 49 bronchitis 92 brotizolam 342 budesonide 355, 357 - allergische rhinitis 263 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 102, 104 - copd 107 - niet-allergische rhinitis 264 - pseudo-kroep 95 bumetanide 360 bupropion 346 - tabaksverslaving 322, 323 bursitis, hiel- 298 bursitis olecrani 293 bursitis prepatellaris 293 buspiron 347 - angststoornis 30 C cabergoline 361, 362 calamineschudsel 332 calcaneodynie 298 calcipotriol 415 - psoriasis 236, 237 calciumantagonisten 347 calciumcarbonaat 349 - osteoporose 304 calciumcarbonaat/lactogluconaat, osteoporose 304 calciumcitraat 349 calciumgluconaat 349 calciumpreparaten 349 calciumsuppletie, osteoporose 303, 304
445
Deel 4 Trefwoordenregister
bètablokkers 344 - als oorzaak Raynaud-fenomeen 84 - migraine bij volwassenen 43 - tremor 41 betamethasondipropionaat 354 betamethasonvaleraat 353, 354 - eczeem 192, 193, 194, 197 - psoriasis 236, 237, 238 - zonneallergie 199 bewegingsoefeningen, duizeligheid 38 bewegingsziekte 116 biguaniden 345 - diabetes mellitus 287 bijbalontsteking 141 bijholteontsteking 264 bijtwonden 184 bioalletrine/piperonylbutoxide 401 - hoofdluis 218 - schaamluis 176, 177 biosynthetisch verband, brandwonden 187 biperideen 394 - acute dystonie 54 bisacodyl 376 - obstipatie bij kinderen 127, 128 - obstipatie bij volwassenen 129, 130, 131 bisfosfonaten 346 - osteoporose 303, 304 polymyalgia rheumatica 307 bismuth, maagklachten 112 bisoprolol 344 - chronisch hartfalen 81, 82 blaastraining 147 blefaritis 279 bloedarmoede 55 bloedverlies - abnormaal vaginaal 151 - intermenstrueel 151 - postmenopauzaal 151 boezemfibrilleren 74 borborygmi 123 borstklierontsteking 163 borstvoeding
Trefwoordenregister
Campylobacter, diarree 118 Candida albicans 187 candida-balanitis 187 candida-infectie 221 candida-vulvovaginitis 157 candidiasis, orale 258 captopril 402 carbamazepine 349 - neuropathische pijn 27 carbasalaatcalcium 411 - acuut coronair syndroom 71 - koorts 319 - migraine bij volwassenen 43, 44 - na myocardinfarct 72, 73 - pijnbestrijding 25 - tia/cva 52, 53 carbimazol 409 carbomeer ooggel 375 - droge ogen 284 cardiogene shock, hartfalen 77 cardiomyopathie, endocarditisprofylaxe 89 cardiovasculair risicomanagement 58 carvedilol, chronisch hartfalen 81, 82 cefalosporinen 350 cefotaxim 350 - epidimytis (acute) 142, 143 - gonorroe 168 - pelvic inflammatory disease 171, 172 - urethritis bij mannen 170 cefuroximaxetil 350 - epidimytis (acute) 142, 143 - gonorroe 168 - urethritis bij mannen 170 cellulitis 188 cetirizine 335, 336 - allergische conjunctivitis 277 - allergische reactie 314 - allergische rhinitis 263 - pruritus senilis 235 - urticaria 246, 247 - waterpokken 249 cetomacrogol, eczeem 192, 194 cetomacrogolcrème 371
446
- dermatitis perioralis 198 - zie ook vaseline-cetomacrogolcrème cetomacrogolzalf 371 - droge huid 202 - eczeem 192, 194 chalazion 280 cheilitis angularis 259 chinolonen 350 Chlamydia trachomatus 141, 141 chlamydia-infectie 166 chloasma 225 chlooramfenicol 337 - conjunctivitis 278 - corneabeschadiging 282 - corpus alienum in oog 283 chloordiazepoxide, alcoholgebruik 320, 321 chloorethylspray, abces 180 chloorhexidine 339 - furunkel 211 - wondreiniging 242 chloorhexidine mondspoeling - aften 253, 254 - foetor ex ore 256 - gingivitis 257 chloorthalidon 361 - cardiovasculair risicomanagement 60, 62, 63, 65 - chronisch hartfalen 82 - cardiovasculair risicomanagement 60, 62, 63, 65 cholesterol, verhoogd 65 cholesterolsyntheseremmers 351 - tia/cva 54 cholesterolverlager, cardiovasculair risicomanagement 59 chronisch hartfalen 78 chronische bronchitis 104 ciclopiroxcrème, schimmel 200, 201 cimetidine 366 - maagklachten 110 cinnarizine 336 - bewegingsziekte 117 ciprofloxacine - diarree 120, 121
Trefwoordenregister
- na myocardinfarct 73 - perifeer arterieel vaatlijden 83, 84 - tia/cva 52, 53 clorazepinezuur, psychose 35 clotrimazol 369 - candida-vulvovaginitis 158, 159 clusterhoofdpijn 46 Cockcroft en Gault, formule van 15, 301 codeïne 366, 392 - bronchitis 93 - hoesten 91, 92 - pijnbestrijding 25 colchicine 352 - jicht 300, 302 colecalciferol 415 combinatiepil, orale anticonceptie 160 comedonen 180 condylomata acuminata 172 conjunctivitis 276 - door contactallergie 281 constitutioneel eczeem 191 contactallergische conjunctivitis 281 contacteczeem 196 convulsie, koorts- 39 copd 104 corneabeschadiging 282 coronair syndroom 70 coronaire bypass 72 corpus alienum in oog 283 corticoïd-zure oogdruppels 352, 353 - contactallergische conjunctivitis 281, 282 corticosteroïdcrème, zonneallergie 199 corticosteroïden - dermaal 353 - exceem 191 - geïnfecteerde wratten 227 - jicht 300 - oraal 355 - per inhalatie 357 - per inhalatie, zie ook inhalatie- polymyalgia rheumatica 306
447
Deel 4 Trefwoordenregister
- epidimytis (acute) 142, 143 - gonorroe 168, 169 - urethritis bij mannen 170 - urineweginfecties 137, 140 claritromycine 380 - acne vulgaris 183 - (acute) keelpijn 268 - acute rinosinusitis 266 - cellulitis 189, 190 - ecthyma ulcus 203 - endometritis puerperalis 163 - erysipelas 204 - erythrasma 207 - folliculitis 209 - furunkel 211 - gingivitis 257 - impetigo 221 - maagklachten 112, 113, 115 - mastitis 164 - otitis externa 275 - otitis media acuta 272 - pneumonie 94 - slijmbeurs ontsteking 294 - wondinfecties 250, 251 claudicatio intermittens 83 clavus 222 clemastine, allergische reactie 313, 314 climacteriële klachten 154 climacterium 154 clindamycine 337 - acne vulgaris 182, 183 - bijtwond 185 - endocarditisprofylaxe 90 - hidradenitis 215 clobetasol 354 - psoriasis 236, 237, 238 clomipramine, angststoornis 29 clonazepam 341 - restless legs 49, 50 clonidine 352 - overgang 155, 156 clopidogrel 411 - angina pectoris 68, 69 - cardiovasculair risicomanagement 62, 65
Trefwoordenregister
- reuma 309 corticosteroïd-injectie 354 - gonartrose 297 - hielpijn/calcaneodynie 298 - schouderklachten 310 - slijmbeursontsteking 293 - tenniselleboog 295 - tr. iliotibialis frictie-syndroom 312 corticosteroïdenneusspray 355 - allergische rhinitis 261, 262, 263 corticosteroïd-zure oordruppels, otitis externa 273, 274 co-trimoxazol 405 - diarree 120, 122 - epidimytis (acute) 143, 143 - otitis media acuta 270, 271 - urineweginfecties 137, 139 creatinineklaring 15 - jicht 301 cromoglycaat 357 cromoglycinezuur, allergische rhinitis 261, 262, 263 cromonen 357 cryotherapie, condylomata acuminata 172 cumarinederivaten 332 cumarinen, tia/cva 52, 53 cva (cerebrovasculair accident; beroerte) 51 cyclizine 336 - bewegingsziekte 117 cystitis 135 D dalteparine, trombose 87, 88 darifenacine, urine-incontinentie 147, 148 dauwworm 191 decompensatio cordis 77 decongestieve oogdruppels, contactallergische conjunctivitis 281, 282 decongestiva, acute rinosinusitis 264, 265 defecatiepatroon 118 dehydratie 118
448
delier bij ouderen 33 dementie met gedragsstoornissen 34 Denekampschaal 16 depressie 31 dermatitis perioralis 197 dermatitis solaris 198 dermatomycosen 200 desinfectantia 339 desinfecterende zeep, furunculose 210 desmopressine 358 - enuresis nocturna 148 desogestrel 391 - orale anticonceptie 161 dexamethason - allergische reactie 313, 314 - pseudo-kroep 95 dexetimide 394 diabetes mellitus 286 - cardiovasculair risicomanagement 58 - voedingsadviezen bij 286 diabetische neuropathie, neuropathische pijn 27 diarree 118 diazepam 342 - angststoornissen 30 - depressie 33 - epileptisch insult 39 - koortsconvulsie 40 - slaapstoornissen 36, 37 diclofenac 389 - dysmenorroe 157 - gonartrose 296, 297 - jicht 300, 301 - koliekpijn 26 - migraine bij volwassenen 44 - pijnbestrijding 25 - polymyalgia rheumatica 307 - reuma 309 - schouderklachten 311 - urinesteenlijden 146 - vaginaal bloedverlies 153 diclofenac/misoprostol, jicht 301 diepe veneuze trombose (dvt) 86 difenylmethanen 376
Trefwoordenregister
- acute rinosinusitis 265, 266 - bijtwond 185 - chlamydia-infectie 167 - copd 106, 107 - epidimytis (acute) 142, 143 - erythema migrans 205, 206 - pelvic inflammatory disease 171, 172 - pneumonie 93, 94 - syfilis 178 - urethritis bij mannen 169, 170 - wondinfecties 250, 252 draaiduizeligheid 38 droge huid 201 droge mond 254 droge ogen 283 dtp-vaccin 324 duizeligheid 38 duodenitis, erosieve 114 dysmenorroe 156 dyspnoe - ernstige 108 - palliatieve zorg 108 dystonie, zie acute dystonie E ebastine 335, 336 ecthyma ulcus 203 eczeem, constitutioneel 191 eksteroog 222 elastische kousen, trombose 86 elektrocoagulatie, condylomata acuminata 172 enalapril 402 - cardiovasculair risicomanagement 61, 62, 63, 64, 65 - chronisch hartfalen 80, 82 encopresis, obstipatie bij kinderen 126 endocarditisprofylaxe 89 endometritis puerperalis 163 endoscopie 113 enoxaparine, trombose 87, 88, 89 enterobiasis 132, 134 Enterobius vermicularis 132 entrapment-neuropathie 302
449
Deel 4 Trefwoordenregister
diflucortolon 354 digoxine 358 - atriumfibrilleren 75, 76 - chronisch hartfalen 80, 81, 82 dihydropyridinen 347 - cardiovasculair risicomanagement 61, 63, 64 diltiazem 347, 348 - angina pectoris 68, 69 - atriumfibrilleren 75, 76 dimenhydrinaat 336 dimeticon, flatulentie 124 dimetindeen - eczeem 193, 195 - urticaria 246 dioralytepoeder voor drank, diarree 121 dipyridamol 411 - tia/cva 52, 53 disease modifying antireumatic drugs (dmard’s) 308 ditranol 359 - psoriasis 236, 238 diuretica - kaliumsparend 359 - lis- 360 - thiazide- 360 dmard’s 308 docusinezuur/sorbitolklysma, obstipatie bij kinderen 128 domperidon 362 - bewegingsziekte 117 - duizeligheid 38 - migraine bij volwassenen 44 doorbraakpijn 23 dopamineagonisten 361 - Parkinson 48 dopamineantagonisten 362 dopamineprecursors 362 dopamineprecursor, Parkinson 48 dosisaërosol - astma bij kinderen 96 - astma bij volwassenen 100 - copd 105 doxycycline 407 - acne vulgaris 182, 183
Trefwoordenregister
enuresis nocturna 148 epicondylitis 294 epidimytis (acute) 141 epileptisch insult 38 epinefrine, allergische reactie 313, 314 episcleritis 284 eradicatiekuur - maagklachten 114 - refluxklachten 112 erectiele disfunctie 149 ergotamine 363 - als oorzaak Raynaud-fenomeen 84 - migraine bij volwassenen 42, 45 ergotamine/coffeïne 45 erysipelas 188, 204 erythema migrans 204 erythrasma 207 erytromycine 337, 380 - (acute) keelpijn 268 - acne vulgaris 182, 183 - acute rinosinusitis 266 - chlamydia-infectie 167 - ecthyma ulcus 204 - endometritis puerperalis 163 - erythrasma 208 - folliculitis 209 - furunkel 211 - gingivitis 258 - kinkhoest 92 - mastitis 164 - otitis externa 275 - pitted keratolysis 231 - pneumonie 95 - slijmbeurs ontsteking 294 estradiol 392 - migraine bij volwassenen 44, 45 - overgang 155, 156 estriol - overgang 155, 156 - urineweginfecties 138, 140 ethinylestradiol - overgang 155 - vaginaal bloedverlies 151, 153 ethinylestradiol/levonorgestrel
450
- dysmenorroe 157 - orale anticonceptie 161 ethinylestradiol/lynestrenol - dysmenorroe 157 - orale anticonceptie 161 ethinylestradiol/norethisteron - dysmenorroe 157 - orale anticonceptie 161 exacerbaties - astma bij kinderen 98 - astma bij volwassenen 102 - copd 106 excoriaties 242 exostose van Haglund 297, 298 F famciclovir 340 - herpes genitalis 175, 176 - herpes zoster 213, 214 familiaire hypercholesterolemie, cardiovasculair risicomanagement 59 famotidine 366 - maagklachten 110 fasciitis plantaris 298 fecale impactie, bij volwassenen 130 fecesretentie, bij kinderen 127 feneticilline 398 - (acute) keelpijn 268 - erysipelas 204 fenomeen van Raynaud (fr), zie Raynaud-fenomeen 84 fenoterol 343 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 103 - copd 107 fenoxymethylpenicilline 398 - cellulitis 189 - erysipelas 204 fenprocoumon 332 - atriumfibrilleren 76 - tia/cva 54 - trombose 88, 89 fentanyl 392 - acute (traumatische) pijn 28 - acuut coronair syndroom 70, 71 - pijnbestrijding 23, 25
Trefwoordenregister
formoterol 343 formoterol - astma bij volwassenen 103 - copd 106, 107 formule van Cockcroft en Gault 15, 301 fosfodi-esterase-5-remmers 364 fosfomycine 365 - urineweginfecties 136, 139 functionele maagklachten 115 furosemide 360 - chronisch hartfalen 80, 82 furunculose 209 furunkel 209 fusidinezuur 337 - blefaritis 279 - conjunctivitis 278 - corneabeschadiging 282 - corpus alienum in oog 283 - eczeem 191, 193, 195 - erythrasma 207 - furunkel 210, 211 - geïnfecteerde wratten 227 - impetigo 220 - intertrigo 222 - stomatitis angularis 260 - waterpokken 248, 249 - wondinfectie 243 fysiologisch zoutoplossing - droge mond 254 - rinosinusitis 264 fytomenadion, vitamine-K-profylaxe 56 G galbulten 246 galstenen, koliekpijn 26 gastritis, erosieve 114 gastroscopie 113 gedragsstoornissen bij dementie 34 gehoorgang 272 gestodeen 391 gingivitis (tandvleesontsteking) 256 gistinfectie 231 gliclazide 406 - diabetes mellitus 288
451
Deel 4 Trefwoordenregister
fenylefrine, contactallergische conjunctivitis 281, 282 ferrofumaraat 368 - ijzergebreksanemie 55 ferrosulfaat 368 fexofenadine 335, 336 fijt 229 fissura ani (anusfissuur) 122 flatulentie 123 flavoxaat 414 flucloxacilline 398 - cellulitis 189, 190 - ecthyma ulcus 203 - eczeem 193, 195 - endocarditisprofylaxe 90 - erysipelas 204 - folliculitis 208 - furunkel 209, 210 - geïnfecteerde bursitis 293, 294 - impetigo 220 - mastitis 164 - otitis externa 274, 275 - wondinfectie 243, 250 fluconazol 410 - candida-balanitis 187, 188 - candida-vulvovaginitis 158, 159 - orale candidiasis 258, 259 fluor vaginalis 157 fluoxetine 404 flurazepam 342 flushing, rosacea 238 fluticason 355, 357 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 104 - copd 107 fluvoxamine 404 - angststoornis 29 - depressie 32, 33 fobie 29 foetor ex ore 255 foliumzuur 364 - pernicieuze anemie 55 foliumzuurdeficiënte 54, 55 foliumzuursuppletie, neuralebuisdefect (preventie) 55, 56 folliculitis 208
Trefwoordenregister
glimepiride 406 - diabetes mellitus 288 glucagon 365 - hypoglykemie 289 glucoseoplossingen 365 - hypoglykemie 289 gonartrose 295 gonorroe 166, 167 Graves, ziekte van 290 griep 314 griepepidemie 316 H H. pylori-diagnostiek, refluxklachten 112 H2-receptorantagonisten 366 haarnestcyste 245 haaruitval 183 halitosis 255 hallucinaties 33 haloperidol 338 - delier 33, 34 - dementie met gedragsstoornissen 34 - psychose 35 handschimmel 200 hart - en vaatziekten (preventie) 58 hartafwijking, aangeboren, endocarditisprofylaxe 89 hartfalen 77 hartinfarct 70 - secondaire preventie 72 hartklepafwijkingen, endocarditisprofylaxe 89 Hashimoto-thyreoïditis 289 hemorroïden 124 herpes genitalis 174 herpes labialis 211 herpes zoster 213 herpesconjunctivitis 277 herpes-simplex-virus 174, 211 herpetische neuralgie 213 herseninfarct 51 hidradenitis 214 hielpijn/calcaneodynie 297 hielspoor 298
452
hoesten 91 hoestprikkeldempende middelen 366 hoofdluis 216 hoofdpijn 42 hoofdroos 244 hooikoorts 261, 276 hordeolum 280 hormonale anticonceptie 159 huidziekten 180 huisstofmijtallergie 100 humaan papillomavirus 172 hydroactief verband, brandwonden 187 hydrochinon 366 hydrochloorthiazide 361 - cardiovasculair risicomanagement 60, 62, 63, 66 - chronisch hartfalen 80, 82 hydrocortison 353, 354 - pruritus ani 233 hydrocortisonacetaat - eczeem 192, 193, 194, 197 - hemorroïden 126 - intertrigo 222 - luierdermatitis 224, 225 - pruritus senilis 235 - seborroïsch eczeem 245 - zonneallergie 199 hydrocortisonbutyraat - eczeem 193, 194 - psoriasis 238 - seborroïsch eczeem 244, 245 hydrokinine 367 - spierkrampen 50, 51 - eczeem 193, 195 hydroxipyridonen 368 hydroxocobalamine 414 - pernicieuze anemie 55 hydroxyzine, urticaria 246 hypercholesterolemie 65 hyperemesis gravidarum 116 hyperhidrosis 215 hypertensie, cardiovasculair risicomanagement 60 hyperthyreoïdie 290
Trefwoordenregister
hypoglykemie 288 hypoglykemisch (sub)coma 289 hypothyreoïdie 289 hypromellose 375 - droge ogen 283, 284
J jeugdpuistjes 180 jeuk - bij oudere mensen 234 - perianaal 232 - urticaria 246 jicht 299 jichtaanval 300
Deel 4 Trefwoordenregister
I ibuprofen 389 - dysmenorroe 157 - gonartrose 296, 297 - jicht 300, 301 - koorts 319 - migraine bij kinderen 46 - migraine bij volwassenen 43, 44 - pijnbestrijding 24 - polymyalgia rheumatica 307 - reuma 309 - schouderklachten 311 - vaginaal bloedverlies 152, 153 ijzergebreksanemie 55 ijzerpreparaten 368 imidazol 369 - candida-balanitis 187, 188 imipramine 333 - angststoornis 29 - depressie 32 imiquimod 370 - condylomata acuminata 173 immunoglobuline, tetanus 324 impetigo 219 incontinentie voor urine 147 indifferente huidmiddelen 370 indifferente therapie, eczeem 192 indifferente vetcrème - droge huid 202 - psoriasis 236 infectieuze conjunctivitis 277 influenzapandemie 316 influenzavaccinatie 100, 104 inhalatiecorticosteroïd - astma bij kinderen 97 -astma bij volwassenen 101 inhalatiekamer - astma bij volwassenen 100 - copd 106 inhalatievoorzetkamer, astma bij
kinderen 96 instabiele angina pectoris 70 insuline 371 - diabetes mellitus 288 intermenstrueel bloedverlies 151 intertrigo 221 interventiestrategie, roken 321 ipratropium 395 - astma bij volwassenen 101, 103, 104 - copd 105, 106, 107 irritable bowel syndrome 131 isosorbidedinitraat 387 - acuut coronair syndroom 70, 71 - acuut hartfalen 78 - angina pectoris 67, 68, 69 - chronisch hartfalen 82 - fissura ani 123 isosorbidemononitraat 387 - angina pectoris 69 isotretinoïne 373 - acne vulgaris 182, 183 itraconazol 410 - candida-vulvovaginitis 158, 159 - onychomycose 228 - orale candidiasis 258, 259 - pityriasis versicolor 232 iud, vaginaal bloedverlies 151, 152 ivermectin 374 - scabies 241
K kalknagels 228 karbonkel 209 keelpijn (acute) 267 keratitis photoelectrica 285 keratoconjunctivitis sicca 283
453
Trefwoordenregister
keratolytica 374 - likdoorn 223 - wratten 252 ketanserine 329 ketoconazol 369 - seborroïsch eczeem 244 kinderwratten 227 kinkhoest 91 kleerluis 216 klepprothese, endocarditisprofylaxe 89 kloven 201 klysma met emollientium - obstipatie bij kinderen 127 - obstipatie bij volwassenen 130 kniegewricht, artrose 295 koelzalf 371 - eczeem 194 - pruritus senilis 235 - zonneallergie 197 koliekpijn 26 koolteeroplossing 194 koolteervetcrème, eczeem 192, 193 koorts 318 koortsconvulsie 39 koortsstuip 39 krentenbaard 219 kunstspeeksel 255 kunsttraanvocht 283, 284, 375 L laagmoleculaire heparine 375 lactitol 25, 377 - obstipatie bij kinderen 127, 128 - obstipatie bij volwassenen 130, 131 - prikkelbaredarmsyndroom 132 lactulose 377, 378 - obstipatie bij kinderen 127, 128 - obstipatie bij volwassenen 129, 130 - pijnbestrijding 25 - prikkelbaredarmsyndroom 132 lanettecrème 371 - eczeem 192 - zie ook: vaseline-lanettecrème
454
lanettezalf 371 - droge huid 202, 203 - eczeem 192, 194 lansoprazol 25, 400 - gonartrose 297 - jicht 302 - maagklachten 113, 115 - reuma 310 lasogen 285 laxantia 23 - contact- 376 - emollientia 377 - obstipatie bij kinderen 127 - obstipatie bij volwassenen 129 - osmotisch werkend 127, 377 - volumevergrotend 378 leukotriënenantagonisten 379 levocabastine 335 - allergische conjunctivitis 276, 277 - allergische rhinitis 262 levodopa 362 - restless legs 49, 50 levodopa/carbidopa 362 - Parkinson 49 levomenthol 331 - urticaria 246 levonorgestrel 391, 399, 400 - morning-after-pil 162 - vaginaal bloedverlies 151, 153 levothyroxine 409 - hyperthyreoïdie 291, 292 - hypothyreoïdie 290 lidocaïne 330 - aften 253, 254 - fissura ani 123 - hemorroïden 126 - herpes genitalis 175 - herpes labialis 212 - pruritus senilis 234 - schouderklachten 310, 311 - tenniselleboog 295 - zonneallergie 199 lidocaïne-levomenthol 331, 332 - pruritus senilis 235 - urticaria 246
Trefwoordenregister
M maagklachten - beleid na gastroscopie 113 - eerste episode 109 - persisterend 110 - recidiverend 110 macrogol 379 macrogol met elektrolyten - obstipatie bij kinderen 127, 128 - obstipatie bij volwassenen 129, 131 macroliden 380 - ecthyma ulcus 203 - erythrasma 207 - slijmbeurs ontsteking 293 maden 132 magnesiumhydroxide, maagklachten 110 magnesiumzouten 378 malathion 381 - hoofdluis 218, 219 mastitis puerperalis 163 mebendazol 382 - worminfecties 133, 134 meclozine 336 - bewegingsziekte 117 medroxyprogesteron 400 - orale anticonceptie 161 - overgang 156 - vaginaal bloedverlies 153 melanoderma 225 melasma 225 meloxicam - pijnbestrijding 25 - reuma 310 menopauze 154 menstruatie, migraine rond 43 menstruatiepijn 156 mentholtalkpoeder 331 meralgia paraesthetica 302 meteorisme 123 metformine 345 - diabetes mellitus 287 - diabetes mellitus 288 methylprednisolon 355 - gonartrose 297
455
Deel 4 Trefwoordenregister
- waterpokken 248, 249 - zonneallergie 199 lidocaïne/prilocaïne 331 lidocaïne-infiltratie, abces 180 likdoorn 222 lincomycinen 380 lindaan 380 - scabies 240 lintworm 133, 134 lisdiureticum, acuut hartfalen 78 lisinopril, chronisch hartfalen 80, 82 lisuride 361 - Parkinson (ziekte van) 49 lokaal anestheticum, fissura ani 123 loperamide 380 - diarree 118, 119, 121 lor(met)azepam 342 loratadine 335, 336 - allergische conjunctivitis 277 - allergische reactie 314 - allergische rhinitis 262 - pruritus senilis 235 - urticaria 246, 247 - waterpokken 249 lorazepam - delier 34 - psychose 35 - slaapstoornissen 37 losartan 402 - chronisch hartfalen 81, 82 - na myocardinfarct 74 - prikkelhoest 61, 63, 64, 65 - Raynaud-fenomeen 85 lotio alba 371 luchtweginfectie - bovenste 91 - onderste 92 lues 177 luierdermatitis 224 luieruitslag 224 luizen 216 Lyme disease 205 Lyme-borreliose 205 lynestrenol 399 - overgang 156 - vaginaal bloedverlies 152, 153
Trefwoordenregister
- hielpijn/calcaneodynie 299 - jicht 302 - schouderklachten 311 - slijmbeursontsteking 293, 294 - tr. iliotibialis frictie-syndroom 312 methylprednisolon/lidocaïne - hielpijn/calcaneodynie 299 - schouderklachten 311 - tr. iliotibialis frictie-syndroom 312 metoclopramide 362 - bewegingsziekte 117 - duizeligheid 38 - migraine bij volwassenen 43, 44 metoclopramide/acetylsalicylzuur 389 metoprolol 344 - acuut coronair syndroom 71 - angina pectoris 68, 69 - atriumfibrilleren 75, 76 - cardiovasculair risicomanagement 61, 62, 63, 64, 65 - chronisch hartfalen 81, 82 - hyperthyreoïdie 292 - migraine bij volwassenen 43, 44, 45 - na myocardinfarct 72, 73, 74 metronidazol 337, 338, 383 - candida-vulvovaginitis 158, 159 - dermatitis perioralis 198 - diarree 119, 120, 121 - endometritis puerperalis 163 - maagklachten 112, 113, 115 - pelvic inflammatory disease 171, 172 - rosacea 239 - trichomoniasis 179 miconazol 369 - candida-vulvovaginitis 158, 159 - dermatomycosen 200 - erythrasma 207 - intertrigo 222 - luierdermatitis 224, 225 - orale candidiasis 258, 259 - otitis externa 273, 273, 274,
456
- pitted keratolysis 231 - pityriasis versicolor 232 - schimmel 200, 201 - stomatitis angularis 260 microalbuminurie 286 mictie, bemoeilijkte 144 midazolam 342 - epileptisch insult 40 - ernstige dyspnoe 108 middenoorontsteking 269 migraine - bij kinderen 45 - bij volwassenen 42 minipil, orale anticonceptie 160 misoprostol - gonartrose 296 - reuma 308 misselijkheid 116 - bij migraine 43 - draaiduizeligheid 38 mixinsuline, diabetes mellitus 287 mometason 355 mondhoekragaden 259 mondhygiëne 254, 256 - orale candidiasis 258 montelukast 379 - astma bij volwassenen 101, 102, 104 morfine 392 - acuut coronair syndroom 70, 71 - acuut hartfalen 78 - chronisch hartfalen 82 - ernstige dyspnoe 108 - koliekpijn 26 - pijnbestrijding 23, 25 - urinesteenlijden 146 morning-after-pil 162 mullusca contagiosa 227 mupirocine 337 - impetigo 220 mycotisch intertrigo 200 mycotische sycosis barbae 200 myocardinfarct 70, 72 N nachtelijke spierkrampen 50
Trefwoordenregister
nierfunctie, zie creatinineklaring niersteenlijden 145 nierstenen, koliekpijn 26 niet-allergische rhinitis 263 nifedipine 347 - angina pectoris 69 - Raynaud-fenomeen 85 - wintertenen 86 nitraathoudende zalf/crème 387 nitraten 387 - angina pectoris 67 nitrazepam 342 - slaapstoornissen 36, 37 nitrendipine 347 - cardiovasculair risicomanagement 61, 63, 64, 65 nitrofurantoïne 388 - urineweginfecties 136, 137, 138, 139 nitroglycerine 387 - acuut coronair syndroom 70, 71 - acuut hartfalen 78 - angina pectoris 69 - chronisch hartfalen 82 nitroglycerinezalf 387 nizatidine 366 - maagklachten 110 norethisteron 399 - vaginaal bloedverlies 153 norfloxacine, urineweginfecties 137, 140 nortriptyline 333 - depressie 32 - neuropathische pijn 27 - tabaksverslaving 322, 323 noscapine 366 - bronchitis 93 - griep 315 - hoesten 91, 92 nph-insuline, diabetes mellitus 287 nsaid 389 - acute keelpijn 267 - arteriïtis temporalis 306 - jicht 300 - koorts 319 - migraine bij volwassenen 43, 44
457
Deel 4 Trefwoordenregister
nadroparine, trombose 87, 88, 89 nafazoline, contactallergische conjunctivitis 281, 282 nagelriemontsteking 229 naloxon 383 - opiaatintoxicatie 319, 320 naproxen 389 - dysmenorroe 157 - gonartrose 296, 297 - jicht 301 - migraine bij volwassenen 43, 44 - pijnbestrijding 25 - polymyalgia rheumatica 307 - reuma 309 - schouderklachten 311 - vaginaal bloedverlies 153 nasale decongestiva 384 natrium(bi)fosfaat 377 natriumdocusaat 377 natriumdocusaat/sorbitolklysma - obstipatie bij kinderen 127 - obstipatie bij volwassenen 130, 131 natriumlaurylsulfoacetaat 377 natriumlaurylsulfoacetaat/sorbitolklysma, obstipatie bij volwassenen 130, 131 natriumlaurylsulfoacetaat/sorbitolmicroklysma, obstipatie bij kinderen 127, 128 nedocromil 357 Neisseria gonorrhoea 142, 167 netelroos 246 neten 216 neuralebuisdefect (preventie) 55 neuraminidaseremmers 384 neuropathische pijn 27 neusverkoudheid 264 niclosamide 385 - worminfecties 134 nicorette, tabaksverslaving 322 nicotineafhankelijkheid 321 nicotinell, tabaksverslaving 322 nicotinevervangende middelen 322, 323, 386 - tabaksverslaving 321
Trefwoordenregister
- pijnbestrijding 22, 24 - reuma 309 - spanningshoofdpijn 42 nystatine 399 - orale candidiasis 258, 259 O obstipatie - bij kinderen 126 - bij volwassenen 128 oestrogeen/progestageen combinatiepreparaten 391 oestrogenen 392 - migraine bij volwassenen 43, 44 - overgang 154, 155 ofloxacine - pelvic inflammatory disease 171, 172 - urineweginfecties 140 olopatadine allergische conjunctivitis 276 omeprazol 25, 400 - gonartrose 297 - jicht 300, 301 - maagklachten 113, 115 - reuma 310 omrekeningstabel opiaten, pijnbestrijding 24 onderste luchtweginfectie 92 ontwenningsverschijnselen alcohol 320 onychomycose 228 oordopjes 273 opiaatagonisten 392 - pijnbestrijding 23 opiaatintoxicatie 319 opiaten, acute (traumatische) pijn 28 opvliegers 154 orale candidiasis 258 ors (orale rehydratiezouten), diarree 118, 119 oseltamivir 384 - aviaire influenza 317, 318 - griep 315, 316 osteoporose 303 otitis externa 272
458
otitis media acuta 269 overgang 154 overmatig alcoholgebruik 320 oxatomide 335 oxazepam 342 - alcoholgebruik 320, 321 - angststoornissen 30 - delier 34 - depressie 33 oxybuprocaïne, lasogen 285 oxybutinine, urine-incontinentie 147, 148 P panaritium 229 paniekstoornis 29 pantoprazol 25, 400 - gonartrose 297 - jicht 302 - maagklachten 113, 115 - reuma 310 paracetamol 393 - acute keelpijn 267 - dysmenorroe 156, 157 - gonartrose 296, 297 - griep 315 - koorts 319 - migraine bij kinderen 46 - migraine bij volwassenen 43, 44 - otitis media acuta 269, 270 - pijnbestrijding 22, 24 - rinosinusitis 264 - schouderklachten 310, 311 - spanningshoofdpijn 42 - tenniselleboog 294 paraffinegazen, wondinfectie 243 parasympathicolytica 394 - acute dystonie 54 - bewegingsziekte 395 - Parkinson 48 - per inhalatie 395 parasympathicomimetica 396 Parkinson (ziekte van) 47 paronychia 229 paroxetine 404 - angststoornis 29
Trefwoordenregister
- astma bij kinderen 96 - astma bij volwassenen 100 - copd 105 polyenen 399 polyethyleenglycol (peg) 379 polymorfe lichteruptie 198 polymyalgia rheumatica 305 polymycine B 337 - otitis externa 274 polymyxine-B/trimethoprim, conjunctivitis 278 postherpetische neuralgie 213 - neuropathische pijn 27 post-infarctpatiënten 72 postmenopauzaal bloedverlies 151 povidonjood 339 - brandwonden 187 - furunkel 211 - wondinfectie 243 - wondreiniging 242 pravastatine 351 - angina pectoris 68, 69 - hyperchlesterolemie 66 - na myocardinfarct 73, 74 - perifeer arterieel vaatlijden 83, 84 - tia/cva 52, 53 prazosine 329 - Raynaud-fenomeen 85 predniso(lo)n 356 - allergische conjunctivitis 276, 277 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 103, 104 - contactallergische conjunctivitis 281, 282 - copd 106, 107 - episcleritis 284 - jicht 300, 302 - polymyalgia rheumatica 307 - reuma 310 - urticaria 247 - zonneallergie 199 pregolide, restless legs 49 prikkelbaredarmsyndroom 131 prikkelhoest 61, 63, 64, 91
459
Deel 4 Trefwoordenregister
- depressie 32, 33 pde-5-remmer, erectiele disfunctie 150 pediculosis 216 - pubis 176 pelvic inflammatory disease 170 penicillinen - breedspectrum 396 - ecthyma ulcus 203 - smalspectrum 398 percutane coronaire interventie 72 pergolide 361, 362 - Parkinson (ziekte van) 49 perianale jeuk 232 perianale trombose 124 perifeer arterieel vaatlijden (PAV) 83 perindopril 402 - na myocardinfarct 73, 74 perlèche 259 permetrine 401 - hoofdluis 218, 219 - scabies 240, 241 - schaamluis 176, 177 pernicieuze anemie 54 perniones 85 Phthirus pubis 176 pijn op de borst 67 pijnbestrijding 21 pilocarpine 396 - droge mond 255 pioglitazon 408 - diabetes mellitus 287, 288 piperonylbutoxide 401 pitted keratolysis 230 pityriasis versicolor 231 plantago ovata 379 - hemorroïden 125 - obstipatie bij volwassenen 130, 131 - prikkelbaredarmsyndroom 132 pneumonie 93 podagra 299 podiumvrees 30 podofyllotoxine 399 - condylomata acuminata 173 poederinhalator
Trefwoordenregister
prikpil 160 problematisch alcoholgebruik 320 profylactische vitamine-K-toediening 56 profylaxe postcoitum, urineweginfecties 137 progestagenen 399 promethazine. eczeem 193, 195 propranolol 344 - hyperthyreoïdie 292 - migraine bij volwassenen 43, 44, 45 - podiumvrees 30 - tremor 41 propylthiouracil 410 prostaathyperplasie 144 prostatitis 135, 140 protonpompremmers 22, 25, 400 - gonartrose 296, 297 - jicht 300 - refluxklachten 112 - reuma 308 pruritus ani 232 pruritus senilis 234 pseudo-jicht 299 pseudo-kroep 95 psoriasis 235 psychose (acute) 35 psychotische symptomen (bij dementie) 34 psyllium, zie: plantago ovata puistjes 180 pyelonefritis 135 pyretrinen 401 pyretroïden 401 Q quadrupeltherapie, maagklachten 112 R ranitidine 366 - maagklachten 110 ras-remmers 401 Raynaud-fenomeen 84 reflux, maagklachten 111
460
refluxoesofagitis 114 rehydratievloeistof 403 reizigersdiarree 118 restless legs 49 retinoïden 403 reuma 308 reumatoïde artritis 308 rhinitis, niet-allergische 263 rigiditeit, Parkinson 47 ringworm 200 rinosinusitis (acute) 264 risedroninezuur 346 - osteoporose 305 - polymyalgia rheumatica 307 risperidon 338 - dementie met gedragsstoornissen 35 roken 321 roodvonk 267 rosacea 238 rosiglitazon 408 - diabetes mellitus 288 ructus 123 S salbutamol 343 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 103 - copd 105, 106, 107 salicylaat, koort 319 salicylzuur - likdoorn 223 - psoriasis 236, 237 - wratten 252 salmeterol 343 - astma bij volwassenen 103 - copd 106, 107 Salmonella, diarree 118 scabies 240 schaafwonden 242 schaamluis 176 schildklierfunctiestoornis 289 schimmel 200 schoencorrectie 298 schoonmaakregime, astma bij kinderen 96
Trefwoordenregister
spanningshoofdpijn 41 speekselproductie 254 spierkrampen, nachtelijke 50 spierrekoefeningen 298 spiraal, vaginaal bloedverlies 151 spironolacton 359 - chronisch hartfalen 81, 82 spoelworm 132, 133 ssri’s 404 statinen 351 - cardiovasculair risicomanagement 58 - tia/cva 52 steenpuist 209 sterculiagom, obstipatie bij volwassenen 129 stomatitis aftosa 253 stomatitis angularis 259 stoppen met roken 321 straatvuil 324 stressincontinentie 147 strontje 280 struma 290 sub-50-combinatiepil 391 - dysmenorroe 157 - vaginaal bloedverlies 151, 152 suikerziekte 286 sulfamethizol 405 sulfanamiden 405 sulfonylureumderivaten 406 - diabetes mellitus 287 sumatriptan 404 - clusterhoofdpijn 47 - migraine bij volwassenen 43, 44 syfilis 177 sympathicomimetica 406 T tabaksverslaving 321 Taenia saginata 132 taladafil 365 - erectiele disfunctie 150 tamsulosine 329 - benigne prostaathypertrofie 144, 145 - urinesteenlijden 146
461
Deel 4 Trefwoordenregister
schouderklachten 310 schurft 240 scopolamine 395 - bewegingsziekte 116, 117 seborroïsch eczeem 243 seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) 166 seleensulfide 403 - pityriasis versicolor 231, 232 senna 376 sennosiden - obstipatie bij volwassenen 129 - pijnbestrijding 25 serotonineheropnameremmers 404 serotoninereceptoragonisten (triptanen) 404 sertraline 404 - depressie 32, 33 serumcreatinine, cardiovasculair risicomanagement 61, 62, 64 serumkalium, cardiovasculair risicomanagement 61, 63 sfincterspanning 122 Shigella, diarree 118 shock, anafylactische 313 sildenafil 365 - erectiele disfunctie 150 simvastatine 351 - angina pectoris 68, 69 - hyperchlesterolemie 66 - na myocardinfarct 73, 74 - perifeer arterieel vaatlijden 83, 84 - tia/cva 52, 53 sinus pilonidalis 245 sinusitis 264 slaaphygiënische adviezen 36 slaapmiddelen 36 slaapstoornissen 35 slijmbeursontsteking 293 smalspectrumpenicilline, erysipelas 204 smetplekken 221 solifenacine, urine-incontinentie 147, 148 sotalol 344
Trefwoordenregister
tarsaaltunnelsyndroom 298 teerpreparaten 407 - eczeem 192, 194 tekenbeet 205 teleangiëctasieën, rosacea 238 temazepam 342 - slaapstoornissen 36, 37 tenniselleboog 294 tepelkloven 164 terbinafine 330 - dermatomycosen 200 - onychomycose 228 - schimmel 200, 201 terbutaline 343 - astma bij kinderen 99 - astma bij volwassenen 103 - copd 105, 107 tetanusimmunoglobuline 324, 325 tetanusprofylaxe 324 - bijtwonden 184 tetanusvaccin, tetanus 324, 325 tetracyclinen 407 - acne vulgaris 182, 183 - conjunctivitis 278 - corneabeschadiging 282 - corpus alienum in oog 283 - dermatitis perioralis 198 - maagklachten 112, 113 - rosacea 240 thiamazol 409 - hyperthyreoïdie 291, 292 thiamine, alcoholgebruik 321 thiazidediureticum, cardiovasculair risicomanagement 60, 62, 63 thiazolidinedionen 408 thionamiden 409 thyreoïditis van Hashimoto 289 thyreomimetica 409 - hyperthyreoïdie 291 - hypothyreoïdie 290 thyreostatica 409 - hyperthyreoïdie 291 tia (transient ischemic attack) 51 tig, tetanus 324 tinea capitis 200 tinea corporis 200
462
tinea manis 200 tinea pedis 200 tinzaparine, trombose 87, 88, 89 tiotropium, copd 106 tolbutamide 406 - diabetes mellitus 287, 288 tolterodine, urine-incontinentie 147, 148 tonsillitis 267 tophi 299 tractus iliotibialis frictie-syndroom 312 tramadol 393 - gonartrose 296, 297 - pijnbestrijding 23, 25 trandolapril 402 - na myocardinfarct 73, 74 tranexaminezuur 334 - vaginaal bloedverlies 152, 153 transpiratieklachten 215 tremor - essentiële 40 - Parkinson 47 Treponema pallidum 177 tretinoïne, acne vulgaris 181, 183 triamcinolonacetonide 354, 355 - chalazion 281 - eczeem 192, 193, 194, 197 - gonartrose 296, 297 - hielpijn/calcaneodynie 299 - jicht 300, 302 - pruritus ani 233 - psoriasis 237, 238 - schouderklachten 310, 311 - seborroïsch eczeem 245 - slijmbeursontsteking 293 - tenniselleboog 295 - tr. iliotibialis frictie-syndroom 312 - zonneallergie 199 triamtereen 359 triamtereen/hydrochloorthiazide, cardiovasculair risicomanagement 60, 62, 63, 65 triazolen 410 - onychomycose 228
Trefwoordenregister
Trichiuris trichiura 133 trichloorazijnzuur, condylomata acuminata 173 Trichomonas vaginalis 178 trichomoniasis 178 tricyclische antidepressiva 333 - neuropathische pijn 27 trigeminusneuralgie, neuropathische pijn 27 trihexyfenidyl 394 - Parkinson (ziekte van) 48, 49 trimetoprim 405 - urineweginfecties 136, 137, 138, 139 tripeltherapie, maagklachten 112 triptanen 404 - clusterhoofdpijn 47 - migraine bij volwassenen 43, 45 trombocytenaggregatieremmers 411 - cardiovasculair risicomanagement 58 - tia/cva 52 trombose, diepe veneuze 86 trommelvliesperforatie 269
V vaginaal bloedverlies, abnormaal 151 vaginale afscheiding 157 vaginitis 157 valaciclovir 340 - herpes genitalis 175, 176 - herpes labialis 213 - herpes zoster 214 valpreventie 303 valsartan 402 - na myocardinfarct 74 vardenafil 365 - erectiele disfunctie 150 varicella 247 vaseline 371 - wratten 252 vaseline-cetomacrogolcrème 371 - droge huid 202 - eczeem 191, 192, 194 - herpes labialis 212 - pruritus senilis 234, 235 - psoriasis 237 - tepelkloven 165 vaselinegaas, brandwonden 187 vaseline-lanettecrème 371 - droge huid 203 - eczeem 192, 194 - herpes labialis 212 - pruritus senilis 234, 235 - psoriasis 236, 237 - tepelkloven 165 - zonneallergie 197 vaseline-paraffine 371 vaseline-zinkoxidesmeersel, herpes labialis 212 vasomotorische klachten 154 venlafaxine 404 - angststoornis 30 ventrikelfrequentie 74 verapamil 347, 348 - atriumfibrilleren 75
463
Deel 4 Trefwoordenregister
U ulcus duodeni 114 ulcus ventriculi (maagzweer) 114 unguentum aquosum 371 - droge huid 202 unguentum leniens 371 - droge huid 202 - eczeem 192 uraatstenen 299 urethritis bij de man 166, 169 ureumzalf, droge huid 202, 203 urge-incontinentie 147 uricostatica 413 - jicht 301 uricosurica 413 - jicht 301 urine-incontinentie 147 urinekweek 135 urinesteenlijden 145 urineweginfecties 135 - bij kinderen 138
- recidiverende 136 urospasmolytica 414 urticaria 246
Trefwoordenregister
verblijfskatheter 135, 137 verbranding 186 verrucae vulgaris 252 verstikking 108 vertigo 38 verwardheid 33 vetcrèmes 371 vetgaas, brandwonden 187 vezelrijke voeding 124 - obstipatie bij volwassenen 128 vezels 378 virale conjunctivitis 277 virustatica 340 - herpes labialis 212 vitamine B1, alcoholgebruik 321 vitamine B12 414 vitamine B12-deficiëntie 55 vitamine D (oraal) 415 vitamine D3-analoga 415 vitamine D-suppletie, osteoporose 304 vitamine K 56 voedingsadviezen bij diabetes mellitus 286 voetschimmel 200 vogelgriep 316 W wanen 33 waterpokken 247 waterstofperoxide 339 - foetor ex ore 256 waterwratten 227 weefselinvasie bij urineweginfectie 135 wervelbaddermatitis 208 winderigheid 123 wintertenen 85 wondinfecties 242, 249 worminfecties 132 wratten 252 X xerosis 201 xerostomie 254 xylometazoline 384
464
- acute rinosinusitis 265 - otitis media acuta 271 Y Yersinia, diarree 119 Z zanamivir 384 - aviaire influenza 317, 318 - griep 315, 316 zemelen 124 ziekte van Graves 290 ziekte van Lyme 205 zindelijk worden 148 zinkolie, herpes labialis 211 zinkoxide(smeersel) 222, 370, 371 - eczeem 192 - herpes genitalis 174, 175, 176 - herpes zoster 212 - luierdermatitis 224, 225 - stomatitis angularis 260 zinkoxidezalf, hemorroïden 125 zinksulfaatvaseline - herpes zoster 212 - pruritus ani 233 - pruritus senilis 234, 235 zolpidem 341, 342 - slaapstoornissen 36, 37 zonlicht, osteoporose 303 zonneallergie 198 zonnebrandcrème - herpes labialis 211 - melasma 225 - rosacea 238 - zonneallergie 198 zuivelconcumpties 303 zure oordruppels 416 - otitis externa 273 zuurstof - acuut coronair syndroom 70 - clusterhoofdpijn 46 zwangerschap, waterpokken 248 zwangerschapsmasker 225 zwangerschapsmisselijkheid 116 zweepworm 133 zwemmerseczeem 200 zweten 215