Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
Goes, 22 januari 2009 Conclusies en aanbevelingen CE Delft
Notitie Delft, 1 maart 2009
Opgesteld door: A. (Ab) de Buck H.J. (Harry) Croezen G.C. (Geert) Bergsma
1
8-4-2009
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
1
Conclusies Duurzaamheid: 1. De betrokken partijen onderschrijven breed dat ‘duurzaamheid’ van biomassa een kritische randvoorwaarde is voor inzet van biomassa in Zeeland. 2. Over de precieze invulling van de criteria en een voorkeur voor 2e generatie biomassa boven 1e generatie lijken de opinies uiteen te lopen; deze indeling is vrij grof. Eerste generatie die goed scoort op de Cramer/Heldergroenecriteria zou ook moeten kunnen. 3. Het is duidelijk dat de omvang van biomassa (-reststromen) uit Zeeland zelf bij lange na niet voldoende is om de potentiële behoefte in Zeeland (vooral in de chemie) te dekken; 4. Dit betekent dat grootschalige inzet van biomassa in de Zeeuwse industrie en elektriciteitssector vraagt om grootschalige import van biomassa. 5. Bij grootschalige import lijkt het de voorkeur te hebben om biomassa in het land van herkomst te verwerken tot ‘geraffineerde’ halfproducten, dat lijkt uiteindelijk zowel voor milieu (minder volume en transport) als economie gunstiger. 6. De grote energie en koolstofvraag van de Zeeuwse economie, laat onverlet dat ook in Zeeland zelf omvangrijke reststromen biomassa vrijkomen (ordegrootte 2 Mton/jr 1 ), waarvoor een grote potentie ligt voor hoogwaardiger verwerking/energieopwekking. 7. Naast de opwekking van energie uit biomassa, is het ook zaak te kijken naar hergebruik van mineralen in biomassa. Dat geldt vooral voor fosfor, dat vitaal is voor de mondiale wereldvoedselvoorziening, maar snel wordt uitgeput. 8. Het verdient aanbeveling om biomassateelt in Zeeland te richten op hoogwaardige toepassingen, zoals: voedsel, pharma en fijnchemie.
Economie: 9. Het verdient aanbeveling om de aandacht te focussen op inzet van biomassa in bestaande sterke sectoren van de Zeeuwse economie (industrie, landbouw). 10. Streven zou daarbij gericht moeten zijn op het realiseren van stromen en processen die op termijn zonder subsidies kunnen renderen. 11. Grootschalige inzet van biomassa vraagt in veel gevallen ‘transities’ van productieprocessen, zowel in de industrie (nieuwe processen als HTU) als in de landbouw (grootschalige teelt van nieuwe gewassen). 12. Deze transities blijken binnen de huidige constellatie juist moeizaam van de grond te komen, o.a. zijn subsidieregelingen onvoldoende toegesneden op het realiseren van schaalvergroting. 13. Zowel in Sloegebied als in de Kanaalzone zijn er aanzienlijke reststromen warmte en CO2. Deze stromen zouden mogelijk goed benut kunnen worden, bijvoorbeeld om biomassa te drogen. 14. Ook de aanwezigheid van het researchfaciliteiten in Gent-Terneuzen (Biobased Europe) biedt goede kansen om onderzoek uit te voeren voor kansrijke opties.
1
2
8-4-2009
Rapport Hogeschool Zeeland, 2009 (ir. G.H. Huisman), waarvan ca. 70.000 ton GFT.
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
Proces: 15. In het debat was er sprake van open communicatie en een duidelijke bereidheid tussen alle partijen (industrie, e-sector, landbouw, havenbedrijf, onderzoeksinstellingen, overheid, havenbedrijf) om naar elkaar te luisteren. 16. Ook lijkt er sprake van een duidelijke bereidheid om kennis te delen en samen te werken. 17. De provincie Zeeland (en Economische Impuls Zeeland) willen initiatiefnemers faciliteren bij het in gang zetten van initiatieven. 18. Er lijkt bij de betrokken partijen sprake van een breed draagvlak om kansrijke, duurzame initiatieven te ondersteunen. De conclusies met betrekking tot ambities, duurzaamheid en economie zijn vervat in Figuur 1 en Figuur 2. Figuur 1
Hoofdrichtingen en ambities
Energies
ector
Milieu
Meer meestoken (3)
Restwarmte benutten
rt po pu a e Z eela n d S i m E c ono mis c h e
k
Overslag als activiteit
• Fijnchemische eindprod uit teelt (4) • Diversificatie landbouw (4) • Reststromen industrie als feedstock (3)
On
de r z
* LTB = Land- en TuinBouw
3
8-4-2009
oe
• Bioplastics, fijnchemie (4) • Biofuels uit reststromen glastuinbouw (3)
• HTU reststromen, integratie raff. (2),(3) • Assen/nutrienten hergebruiken (3) • Integratie bio-energie met Pproductie (2),(3) • Reststromen (glycerine) als feedstock (1)
s ls /
La
1 Benutten reststromen industrie 2 Innovatieve processen, bioinzet in chemie, raffinage 3 Hoogwaardig verwerken reststromen LTB* 4 Fijnchemische eindprod uit teelt:
sector uw o b nd
Indu st
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
rie
Hoofdrichting en ambities
Figuur 2
Proceskansen
Proceskansen: 2.: provincie, EIZ en ZSP.
4
8-4-2009
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
2
Aanbevelingen Op basis van het debat, voorafgaande interviews en eigen interpretatie, adviseert CE Delft vier hoofdrichtingen voor kansen voor biomassa in de Zeeuwse economie. Hierin zijn overwegingen ten aanzien van duurzaamheid én economie verwerkt.
Hoofdrichtingen: Industrie: 1. Ontwikkeling en opschaling van processen voor grootschalige biomassainzet in de industrie en energiesector In omvang is de Zeeuwse industrie de grootste gebruiker van eindige fossiele energie. Biomassa is op termijn een belangrijk, duurzaam alternatief. Grootschalige inzet van biomassa vraagt om ontwikkeling en opschaling van processen, zoals het HTU-proces. De benodigde transities van processen zouden kunnen aansluiten op de research van Biobased Europe. Verder verwerken sommige industriële bedrijven nu al substantiële hoeveelheden biomassa (Cargill, Nedalco). Dow Chemical heeft recent gemeld met een Duitse partner (Süd-Chemie) onderzoek te starten naar vergassing van biomassa (en steenkool) 2 , als lange termijn alternatief voor olie/gas te vervangen. 2. Bestaande en nieuwe industriële reststromen van warmte en biomassa maximaal benutten De clustering van bedrijven in het Sloegebied en de Kanaalzone biedt kansen om reststromen biomassa te benutten. Een voorbeeld zijn reststromen glycerine van biofuelsfabrieken die mogelijk binnen de chemie kunnen worden ingezet. Daarnaast komen grote hoeveelheden restwarmte en CO2 vrij, die mogelijk ook benut kunnen worden voor het produceren of opwerken van biomassa. Het benutten van reststromen sluit aan bij het lopend deelproject ‘Restwarmte Sloegebied' van Vitaal Sloegebied en Kanaalzone en ook bij de initiatieven voor ‘biopark Terneuzen’. Landbouw: 3. Reststromen (bermgras, snoeihout, restproducten landbouw, etc.) hoogwaardig verwerken In Zeeland komen substantiële hoeveelheden reststromen biomassa vrij in landbouw, voeding- en genotmiddelenindustrie, natuur en groenbeheer. In de huidige situatie wordt het grootste deel hiervan verwerkt via compostering. Hoogwaardiger verwerkingsmethoden, met energieopwekking, zijn in potentie mogelijk. Het is zaak daar tijdig op voor te sorteren. Daarbij liggen er mogelijk ook kansen voor integratie met industriële processen, zoals een biomassacentrale geïntegreerd met Thermphos. 4. Verkenning naar productie van hoogwaardige chemicaliën uit landbouw. Er liggen mogelijk ook belangrijke kansen om uit de productie van de Zeeuwse landbouw (fijn-)chemicaliën te produceren, met hoge toegevoegde waarde. Het onderzoek van ‘Biobased Europe’ biedt kansen deze mogelijkheden verder te verkennen. Grootschalige productie van nieuwe producten vraagt mogelijk wel diversificatie van teelten.
2
5
8-4-2009
Persbericht van Dow/Süd-chemie van 22 jan. 2009 'Katalysator moet omzetting van syngas in chemische producten commercieel haalbaar maken'.
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
De ambities en hoofdrichtingen zouden kunnen worden gezien als een matrix van aan de ene kant a)landbouwsector en b)chemische en andere industrie en 1) de huidige mogelijkheden voor verwerking van bestaande reststromen en 2) innovatie op gebied van teelt, bioraffinage en chemisch-thermische conversieprocessen aan de andere kant. Naarmate innovatie een belangrijkere rol gaat spelen kunnen industrie en landbouw meer vervlochten raken bijvoorbeeld door chemisch-thermische conversie van restproducten van bioraffinage van gewassen tot grondstoffen voor chemie. Figuur 3
Gesignaleerde samenhang tussen hoofdrichtingen
Innovatieontwikkeling
Bestaande situatie
Zeeland klimaatneutraal Teelt innovatie + diversificatie
Landbouw
- fermentatie, verbranden - anders (glycerine)
rest
bestaande reststromen optimaler benutten
Bioraffinage stof
Chemie, ov. industrie
bestaande reststromen optimaler benutten - vergisten, fermentatie, verbranden
Fijnchemische producten direct uit gewas
Proces innovatie (m.n. chemischthermisch)
Biobased grondstoffen voor bulkchemie
Behoud (deels) functie?
Biomassa import (als halffabrikaten)
5. CE Delft adviseert om vervolg workshops conform deze samenhang op te zetten: − Een workshop over biomassa in de chemische industrie. − Deze workshop richt zich op kansen en mogelijke initiatieven van de belangrijkste chemische bedrijven (en de raffinaderij) voor (grootschalige) inzet van biomassa. Daarbij kijken naar mogelijke faciliterende/stimulerende rollen van de provincie Zeeland, EIC en Zeeland Seaports. Een tweede aandachtspunt is het benutten van bestaande en nieuwe reststromen (aansluitend op de projecten Vitaal Sloegebied en Kanaalzone en Biopark Terneuzen). − Een workshop over landbouw en bioreststromen in Zeeland. − Deze workshop richt zich op mogelijkheden om bestaande biomassareststromen (van o.a. landbouw, groenbeheer, voedingsmiddelenindustrie, GFT) hoogwaardiger te verwerken. Daarnaast op mogelijkheden voor teelt van innovatieve gewassen, op het land en in het water (algen/wieren). Om het proces in gang te zetten/houden lijkt het zinvol om periodiek tussen en na de workshops te zorgen voor informatie- en gedachtewisseling. Bijvoorbeeld via een nieuwsbrief of een syntetron (online systematisch ideeën uitwisselen en prioriteren). Tevens kan overwogen worden om resultaten van de workshops uiteindelijk te verwerken in een convenant tussen de verschillende
6
8-4-2009
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’
partijen. Dat zou dan een kader geven voor het stimuleren en faciliteren van duurzame biomassa in Zeeland in de periode 2010-2012.
Concrete kansen Uit het debat volgt verder een aantal concrete kansrijke opties. Dit is geen uitputtend overzicht: Ö Biomassacentrale geïntegreerd met Thermphos: In het debat opperde Thermphos de mogelijkheid van een biomassacentrale geïntegreerd met de fosforverwerking. Dit concept lijkt vanuit meerdere invalshoeken interessant: − het biedt kansen om fosfor duurzaam te winnen uit reststromen biomassa; − restwarmtestromen kunnen worden hergebruikt; − het versterkt op lange termijn een vitaal deel van het chemische cluster.
7
8-4-2009
Ö
HTU in combinatie met raffinaderij of chemie Het HTU-proces biedt kansen om uit biomassa voeding te produceren voor raffinaderijen. Mogelijk liggen er kansen voor integratie van het proces met de raffinaderij van Total en/of andere chemische processen.
Ö
Onderzoek naar vergassing (Dow) Onderzoek naar vergassing biomassa en kolen. Dow is recent met het Duitse Süd-Chemie onderzoek gestart naar het vergassen van biomassa en/of kolen als grondstof voor zijn chemische producten en kunststoffen 3 . Het onderzoek wordt uitgevoerd bij Dow in Terneuzen en bij Süd-Chemie in het Duitse München. Daarnaast ziet Dow kansen in het verwerken van glycerineresten van biofuelsfabrieken.
Ö
De Groene Poort: productie biofuels integreren met kassen (restwarmte en vergisting reststromen) In het concept van de Groene Poort worden reststromen biomassa en bio-energie maximaal geïntegreerd binnen een complex met glastuinbouw, productie van biofuels en biovergisting. Een kanttekening bij dit proces is wel dat de productie van biofuels uitgaat van 1e generatie voedingsmiddelen.
Ö
Vergister(s) voor verwerking reststromen landbouw/groen/natuur Deze optie is uit meerdere interviews naar boven gekomen: met bestaande technologie kunnen reststromen uit landbouw, natuur en groenbeheer vaak hoogwaardiger worden verwerkt dan via de huidige routes (waaronder compostering).
3
Persbericht Dow/Sud-Chemie, 22 januari 2009.
3.864.1 – Debat ‘Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland’