N. Landman
De vestiging en geschiedenis van de islam in de drie grote Hollandse steden D e vestiging van de islam i n N e d e r l a n d wordt soms beschreven als de komst van een 'oosterse' religie i n een 'westerse' samenleving. Deze voorstelling van zaken is aanvechtbaar gezien de ontstaansgeschiedenis en de geloofsinhoud v a n de islamitische godsdienst. Weliswaar is de islam ontstaan i n wat we n u het M i d d e n - O o s t e n noemen, o m precies te zijn op het A r a b i sche schiereiland, m a a r als we de wereldgodsdiensten w i l l e n indelen i n groepen d a n hoort de islam samen met het j o d e n d o m en het christendom thuis i n de categorie A b r a h a m i t i s c h e religies, i n onderscheid met godsdiensten als het h i n d o e ï s m e en boeddhisme. D e islam is gezien zijn h a r t l a n d niet meer 'oosters' d a n het christendom. O o k i n zijn latere o n t w i k k e l i n g heeft de islamitische beschaving meer geërfd van de hellenistische c u l t u u r d a n van de diverse Aziatische culturen. D e verwantschap met j o d e n d o m en christendom blijkt duidelijk uit het leven van de stichter van de islam, de profeet M o h a m m e d (gest. 632), en de door h e m verkondigde boodschap. H i j verkondigde dat er slechts é é n G o d was, de Schepper v a n hemel en aarde, die v a n de mens verlangde dat hij z i c h aan h e m z o u onderwerpen (islam = onderwerping), zijn geboden zou naleven en geen afgoden dienen. D e i n h o u d van die geboden was de mens keer op keer bekend gemaakt door profeten als A b r a h a m , M o z e s , D a v i d , J e z u s en - als laatste - M o h a m m e d . D e geschiedenis z o u uitlopen op een laatste oordeel, w a a r i n G o d z o u bepalen wie de b e l o n i n g van het paradijs h a d verdiend en wie als straf voor zijn slechte daden naar de hel z o u gaan. D e leer van M o h a m m e d is bewaard gebleven i n de k o r a n en i n tal v a n mondelinge overleveringen, die later zijn opgeschreven en gebundeld. D e k o r a n wordt gezien als het letterlijk woord v a n G o d , aan M o h a m m e d geopenbaard door b e m i d d e l i n g v a n een engel. A l deze thema's zijn met slechts geringe accentverschillen terug te v i n d e n i n de bijbel. O o k de plaatsing van M o h a m m e d i n een lange rij van profeten, wier n a m e n ook bekend zijn uit de bijbel, duidt op c o n t i n u ï t e i t met het j o d e n d o m en christendom. D e onderlinge verschillen w o r d e n vanuit m o s l i m o p t i e k verklaard door de these dat j o d e n en christenen de aan hen geopenbaarde goddelijke boodschap niet zuiver hebben bewaard. D e islam heeft bijvoorbeeld scherpe kritiek op de vergoddelijking van J e z u s b i n n e n het christendom. D e belijdenis v a n de christelijke kerk, d a t j e z u s zowel G o d als mens is, wordt gezien als een aantasting v a n de eenheid van G o d . D a a r m e e samenhangend worden centrale christelijke dogma's over de betekenis van J e z u s ' optreden afgewezen. O o k voor de profeet M o h a m m e d wordt geen hogere status geclaimd d a n boodschapper v a n G o d . D e aanhangers van de islam noemen zich d a n ook niet naar de stichter van h u n godsdienst. D e term Mohammedaan is een van buitenaf opgelegde en onjuiste b e n a m i n g . D e juiste a a n d u i d i n g is moslim, dat w i l zeggen i e m a n d die zich aan G o d heeft onderworpen. Gebaseerd op de k o r a n en het voorbeeld v a n de profeet ontstond een systeem van gedragsregels voor de moslims, dat onder meer de 'vijf zuilen van de islam' omvatte: de belijdenis dat er slechts é é n G o d is en M o h a m m e d zijn gezant; het rituele gebed, dat vijf m a a l daags wordt verricht; het afstaan van een percentage van bepaalde inkomsten- het vasten tijdens de m a a n d r a m a d a a n (een v a n de m a a n d e n i n de i s l a m i t i sche kalender) en de bedevaart naar M e k k a . N a de d o o d van M o h a m m e d verspreidde de islam z i c h als gevolg van de expansie van enkele A r a b i s c h e d y n a s t i e ë n over een i m m e n s gebied, dat z i c h uitstrekte v a n Spanje tot aan 257
D e vestiging e n geschiedenis v a n de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Afb. 1. Kalligrafie met in Arabische letters de tekst: 'Ik belijd dat er slechts een God is en ik belijd dat Mohammed zijn gezant is.' Qiblah. tisch kwartaalblad
Islami-
(maart 1984) 43.
I n d i a . D e r u i m t e o n t b r e e k t o m i n te g a a n o p d e g e s c h i e d e n i s v a n d e t a l r i j k e v o r s t e n d o m m e n en grote rijken die b i n n e n de islamitische wereld zijn o p g e k o m e n e n t e n o n d e r gegaan. O o k is h e t i n h e t b e s t e k v a n d i t a r t i k e l n i e t m o g e l i j k d e d i v e r s e r e l i g i e u z e s t r o m i n g e n b i n n e n d e i s l a m te b e h a n d e l e n . V a n b e l a n g is v o o r a l d a t e r twee h o o f d r i c h t i n g e n b e s t a a n , d e s o e n n i t i sche e n d e sji'itische i s l a m , die o n d e r l i n g v e r s c h i l l e n over d e v r a a g w i e de l e g i t i e m e p o l i t i e k e e n r e l i g i e u z e leiders v a n d e p e r i o d e n a M o h a m m e d z i j n geweest. D a t o n d e r s c h e i d w e r k t d o o r i n verschillen i n de details v a n de geloofsleer e n religieuze voorschriften. Sji'ieten zijn alleen i n I r a n i n de meerderheid. I n N e d e r l a n d v o r m e n ze een zeer kleine m i n d e r h e i d onder de moslims. B i n n e n de hoofdrichtingen k u n n e n talloze lokale varianten v a n de islam w o r d e n onderscheiden d o o r v e r m e n g i n g v a n de universele islamitische leer met plaatselijke culturele t r a d i t i e s o f d o o r d e o p k o m s t v a n s e k t e n e n s t r o m i n g e n , w a a r v a n d e m e e s t e s l e c h t s e e n plaatselijk o f r e g i o n a a l b e r e i k h e b b e n . D e v e r s c h e i d e n h e i d is m e r k b a a r i n N e d e r l a n d , d o o r dat i m m i g r a n t e n uit islamitische l a n d e n niet alleen h u n godsdienst m e e n e m e n m a a r o o k - en vaak onlosmakelijk ermee verbonden - n o r m e n en waarden van de regio van herkomst.
Islam in Nederland N e d e r l a n d heeft e e n l a n g e t r a d i t i e o p h e t g e b i e d v a n d e b e s t u d e r i n g v a n d e i s l a m . T e r i l l u s t r a t i e k a n w o r d e n g e w e z e n o p h e t w e r k De Religione
Mohammedica
(1705) v a n H a d r i a n R e -
1
l a n d . O o k m e t b e t r e k k i n g tot c o n t a c t e n m e t d e i s l a m i t i s c h e w e r e l d heeft N e d e r l a n d e e n l a n ge g e s c h i e d e n i s .
V a n a f h e t b e g i n v a n d e 17e e e u w w e r d e r l e v e n d i g g e h a n d e l d m e t h e t
O s m a a n s e rijk e n was er een Nederlandse diplomatieke vestiging i n Istanbul.
2
D e vestiging
v a n m o s l i m s i n N e d e r l a n d is echter v ó ó r d e 20e e e u w slechts bij u i t z o n d e r i n g v o o r g e k o m e n e n d e o p r i c h t i n g v a n i s l a m i t i s c h e o r g a n i s a t i e s is v a n n o g r e c e n t e r d a t u m . H e t a a n t a l m o s -
1
^95°m'
2
Zie voor nadere informatie: H . Theunissen, A . A b e l m a n en W. Meulenkamp, Topkapi en Turkomame (Amsterdam 1989).
258
I
S
l
a
m
N
e
d
e
r
I
a
n
d
'
m
:
D
J -J-
W
a
a
r
d
e
n
b
u r g ed., Islam, norm, ideaal en werkelijkheid (Weesp 1987-2)
De vestiging en geschiedenis van de islam in de drie grote Hollandse steden
lims in Nederland bedroeg tijdens de volkstelling van 1960 1000. Momenteel kan dit aantal worden geschat op 500.000 Daarvan wonen er 279.000 in de provincies Noord- en ZuidHolland. In deze bijdrage concentreer ik me op het institutionele aspect van de geschiedenis van de islam in Holland. Hoewel moslims benadrukken dat de islam geen kerkstructuur kent - zoals bijvoorbeeld de katholieke kerk - met hiërarchische structuren en een aparte priesterklasse, spelen in de praktijk de islamitische organisaties een cruciale rol bij de structurering van het religieuze leven van moslims. Dit hangt allereerst samen met het feit dat moskeebezoek, althans het bijwonen van de samenkomst op vrijdagmiddag, een religieuze plicht is voor volwassen mannen. In de migratiesituatie is de betekenis van de moskee nog toegenomen, omdat dit een van de weinige plekken is waar de godsdienstige identiteit van de moslims kan worden beleefd, terwijl in de landen van herkomst de islam op veel meer sociale terreinen zijn invloed doet gelden. In het post-christelijke Europa is de continuering van islamitische tradities mede afhankelijk van de moskeeën en andere islamitische instituten. Een andere reden voor deze concentratie op het institutionele aspect is het feit dat daar relatief veel onderzoek naar is gedaan. De persoonlijke geloofsbeleving van moslims in Nederland en die aspecten van de islam die zich vooral in het familieleven afspelen, zijn nog weinig bekend. De geschiedenis van de islam in de twee Hollandse provincies kan niet geïsoleerd worden van de geschiedenis van deze godsdienst in de overige delen van Nederland. Ook is de opkomst van islamitische organisaties in Holland niet wezenlijk anders verlopen dan elders. 3
3
O p deze problematiek ben ik uitvoeriger ingegaan in N . L a n d m a n , Van mat tot minaret; de institutionalisering van de islam in Nederland (Amsterdam 1992).
259
'e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
W e l n e m e n enkele H o l l a n d s e steden een bijzondere positie i n bij de vestiging en de geschiedenis van de islam i n N e d e r l a n d o m de eenvoudige reden dat we i n deze steden de grootste concentraties moslims aantreffen en dat ook de meeste landelijke islamitische organisaties daar h u n hoofdvestiging hebben: A m s t e r d a m , R o t t e r d a m en D e n H a a g . D e o n t w i k k e l i n g e n i n deze drie steden verschillen o n d e r l i n g aanmerkelijk als gevolg van ongelijke demografische o n t w i k k e l i n g e n en verschillend overheidsbeleid.
Den Haag Reeds enkele decennia voor de migratiestromen uit Turkije, M a r o k k o en S u r i n a m e i n de j a r e n zestig en zeventig v a n deze eeuw h a d D e n H a a g enkele honderden islamitische inwoners. D i t houdt op uiteenlopende m a n i e r e n v e r b a n d met de status van D e n H a a g als residentie. D e n H a a g is de vestigingsplaats van buitenlandse d i p l o m a t e n , onder wie de vertegenwoordigers van islamitische staten. I n de meeste gevallen betreft dit staten die pas n a de tweede wereldoorlog h u n onafhankelijkheid verkregen en dientengevolge n o g niet zo l a n g diplomatieke betrekkingen met N e d e r l a n d hebben. M a a r i n een enkel geval gaat de aanwezigheid van een diplomatieke vestiging van een islamitische staat verder terug. H e t O s m a a n se R i j k , waarmee N e d e r l a n d al vanaf het begin van de 17e eeuw handelsrelaties onderhield, opende i n de tweede helft v a n de 19e eeuw een permanente diplomatieke vestiging i n D e n Haag. 4
D e koloniale banden met N e d e r l a n d s - I n d i ë brachten geheel andere c a t e g o r i e ë n moslims voor korter of langer verblijf naar N e d e r l a n d . Z o werden vanaf het einde van de vorige eeuw jonge I n d o n e s i ë r s uit invloedrijke families i n de gelegenheid gesteld i n N e d e r l a n d te studeren o m met de opgedane kennis kaderfuncties te k u n n e n vervullen i n het koloniale bestuursapparaat. Daarnaast waren er I n d o n e s i ë r s van bescheidener komaf, die i n N e d e r l a n d verzeild raakten. Z o n a m e n sommige Nederlandse gezinnen n a terugkeer uit I n d i ë h u n huisbedienden mee. D e z e I n d o n e s i ë r s articuleerden h u n identiteit niet p r i m a i r i n religieuze (islamitische), m a a r veeleer i n culturele en politieke termen. D e studenten onder h e n o n t w i k k e l den z i c h i n de j a r e n t w i n t i g en dertig van gezagsgetrouwe burgers tot scherpe critici van het koloniale b e w i n d en raakten g e ë n g a g e e r d i n nationalistische bewegingen. N i e t t e m i n werd i n 1932 i n D e n H a a g de eerste islamitische vereniging van N e d e r l a n d opgericht, de Indonesische Islamitische Vereniging. D e z e had i n de j a r e n dertig enkele honderden leden en organiseerde wekelijkse bijeenkomsten i n een particulier woonhuis. D e vestiging van een eigen gebedsruimte was wel een van de doelstellingen van de vereniging, m a a r dit bleek niet haalbaar vanwege de geringe draagkracht van de betrokkenen. W e l slaagde de n v e r i n een stuk g r o n d ter b e s c h i k k i n g te krijgen voor het begraven van i n N e d e r l a n d overleden geloofsgenoten. D e vereniging recruteerde haar leden voornamelijk onder de 'arbeidsmigranten' en k o n slechts i n beperkte mate profiteren van de aanwezigheid van de Indonesische
studenten.
N a de Tweede W e r e l d o o r l o g leidde de Indonesische Islamitische V e r e n i g i n g een zieltogend bestaan. H e t w e i n i g omvangrijke kader werd n o g verder uitgedund d o o r remigratie van studenten ten tijde van de onafhankelijkheidsstrijd. I n de j a r e n zestig kende de vereniging een tijdelijke opleving, doordat vele van de leden de pensioengerechtigde leeftijd bereikten en meer tijd kregen voor verenigingsactiviteiten. D e Indonesische Islamitische Ver4 260
Idem.
'
'
—
D e vestiging en geschiedenis van de i s l a m i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Afb. 3. Mohammed Zafrullah Khan, rechter bij het Internationale Gerechtshof in Den Haag, steekt de eerste spade in de grond voor de bouw van de moskee van de Ahmadiyya-beweging, 1955. Al-Islam (maart 1989) 2.
e n i g i n g is de oudste islamitische organisatie i n N e d e r l a n d , m a a r haar bestaan is slechts weinige Nederlanders opgevallen. D e organisatie functioneerde i n de marge van de samenlev i n g en trad niet naar buiten. D i t laatste k a n niet worden gezegd van de tweede islamitische groepering die z i c h i n D e n H a a g vestigde: de Ahmadiyya-beweging in de islam. D e z e beweging, die i n de 19e eeuw i n BritsI n d i ë ontstond, beschouwt zichzelf als een hervormingsbeweging b i n n e n de i s l a m . Z i j w i l deze godsdienst terugbrengen naar de oorspronkelijke b r o n n e n en van latere aanslibsels z u i veren. D e stichter van de A h m a d i y y a - b e w e g i n g , de I n d i ë r M i r z a G h u l a m A h m a d (18351908), maakte er aanspraak op openbaringen v a n G o d te ontvangen en een profeet te zijn. Vanwege deze aanspraken werd de beweging echter fel bestreden door islamitische theologen. D e z e bestrijding concentreert zich op het islamitische d o g m a dat M o h a m m e d niet slechts i n de rij van boodschappers van G o d staat, m a a r dat hij deze rij ook afsluit met het definitieve W o o r d van G o d . Volgens deze theologen i m p l i c e r e n de overtuigingen van de A h madi's dat het definitieve karakter van M o h a m m e d s profeetschap wordt ontkend en moeten de volgelingen van M i r z a G h u l a m A h m a d als niet-islamitische sekte worden beschouwd. V o o r a l i n I n d i a en Pakistan kreeg de bestrijding een fel en soms gewelddadig karakter. I n Pakistan verklaarde het parlement i n 1974 de A h m a d i ' s formeel tot niet-islamitische m i n derheid. O n d a n k s alle verzet h a d de beweging reeds i n het begin van deze eeuw het ambitieuze p l a n opgevat voor m o n d i a l e zending. A l aan het einde van de j a r e n t w i n t i g hadden aanhan2(>1
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
gers van de beweging vanuit h u n vestiging i n L o n d e n N e d e r l a n d bezocht en lezingen gegeven. I n 1939 vestigde een A h m a d i y y a - z e n d e l i n g zich i n D e n H a a g , waar hij door lezingen gebedsbijeenkomsten en door de verspreiding v a n lectuur bekendheid aan de beweging trachtte te geven. D o o r het uitbreken van de o o r l o g k o n dit werk niet worden gecontinueerd I n 1947 werd i n D e n H a a g echter een permanente missiepost geopend. Terwijl het werk v a n de Indonesische geloofsgenoten onopgemerkt bleef, kreeg de A h m a d i y y a door zijn missionaire activiteiten meer aandacht. D e respons van de Nederlandse pers was uitermate koeltjes. E e n ingezonden stuk i n De Nieuwe Courant bevatte de volgende passage: O o k zien wij de laatste tijd veel I n d i ë r s en/of Pakistaners i n D e n H a a g (mogelijk ook i n andere steden). Z i j n deze 'getest', voordat ze i n N e d e r l a n d werden toegelaten? O.a. lazen wij een krantebericht van een M o h a m m e d a a n s e (India of Pakistan) missie, die i n Nederl a n d werkt ter v e r b r e i d i n g van de kennis van de islam.... Is het niet begrijpelijk dat n a een dergelijk anti-Nederlands bericht als boven aangehaald ons Nederlanders een onbehaaglijk gevoel bekruipt telkens als wij A z i a t e n - met A z i a t i s c h e solidariteit - i n onze straten en h u i z e n zien?
E n enkele weken na aankomst van de eerste A h m a d i - z e n d e l i n g , Q . U . H a f i z i n N e d e r l a n d schreef een christelijk blad: ' W i j laten d h r H a f i z bij deze weten, dat wij allerminst op zijn komst gesteld zijn, en dat hij niet op de sympathie der Nederlandse christenen moet rekenen. 5
N i e t t e m i n slaagde de A h m a d i y y a - b e w e g i n g e r i n een netwerk van contacten op te b o u w e n en een aantal bekeerlingen te m a k e n , die vervolgens werden ingezet bij het verspreiden van de islamitische boodschap i n Nederlandstalige pamfletten. Belangrijke m i j l p a l e n i n de geschiedenis van de beweging i n ons l a n d zijn de uitgave van een Nederlandse koranvertaling i n 19536 en de b o u w van een moskee i n D e n H a a g i n 1955. I n de koraneditie zijn de A r a b i sche tekst en een Nederlandse vertaling naast elkaar gedrukt. D e uitgave bevat een i n l e i d i n g van meer d a n h o n d e r d pagina's, waarin de toenmalige internationale leider van de A h m a d i y y a de suprematie van de islam boven andere godsdiensten verdedigt en de bijzondere positie van zijn beweging b i n n e n de islam uitlegt. D e koranuitgave is d a a r o m vooral bedoeld als instrument i n het zendingswerk. D e M o b a r a k - m o s k e e aan de O o s t d u m l a a n i n D e n H a a g was tot i n de j a r e n zeventig het belangrijkste islamitische c e n t r u m van N e d e r l a n d . H e t was de plaats waar m e n terecht k o n voor informatie over de islam en waar moslims - ook personen die zich niet beschouwden als aanhangers van de A h m a d i y y a - religieuze hoogtijdagen k w a m e n vieren. D e z e status verloor de beweging n a de komst van i m m i g r a n t e n uit Turkije, M a r o k k o , S u r i n a m e en P a k i stan m de j a r e n zeventig en de daarmee samenhangende opkomst van nieuwe islamitische organisaties. H e t was onmogelijk o m vanuit de positie die m e n i n 25 j a a r h a d opgebouwd, te gaan fungeren als c e n t r u m voor islamitische nieuwkomers. D i t heeft te m a k e n met de bovengenoemde theologische positie van de beweging en de daaruit voortvloeiende bestrijding door orthodoxe groeperingen. I n N e d e r l a n d h a d deze 5
6
262
^(SHS N
^ ^ ' ^ ^ ^ ^ ^ ^ . Pakistan 1953). Deze vertaling verscheen daarmee twee jaar eerder dan de koranvertahng van J . H. Kramers, De koran uit het Arabzsch vertaald (Amsterdam 1956) Van de «nmacliyya-vertaling verschenen drie herdrukken, de laatste in 1991.
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Afb. 4. chief.
Moebarakmoskee aan de Oostduinlaan 179, 1972. Foto J.W. Durrer. Haags Gemeentear-
controverse r o n d de beweging tot gevolg dat de nieuwe islamitische organisaties de M o b a rak-moskee i n D e n H a a g boycotten. Weliswaar waren de Turkse en M a r o k k a a n s e moslims nauwelijks op de hoogte van de achtergronden van de A h m a d i y y a , m a a r onder invloed van Pakistaanse theologen k w a m de beweging ook i n N e d e r l a n d i n een g e ï s o l e e r d e en geleidelijk aan steeds marginalere positie. D e n H a a g kende i n het m i d d e n van de j a r e n zeventig een omvangrijke toestroom van Surinamers. D e z e migratiegolf, die s a m e n h i n g met het onafhankelijk worden van de voormalige Nederlandse kolonie, bracht verhoudingsgewijs veel Hindostaanse en Javaanse rijksgenoten naar D e n H a a g . O n d e r deze twee Surinaamse bevolkingsgroepen bevinden zich veel moslims. H i e r o v e r bestaat veel verwarring, omdat de begrippen ' H i n d o s t a a n ' en ' H i n d o e ' door elkaar worden gebruikt, ook door sommige van de betrokkenen zelf. M a a r het w o o r d H i n d o staan verwijst naar afkomst en niet naar religie. D e H i n d o s t a n e n i n S u r i n a m e zijn afkomstig uit het Indische subcontinent. Q u a religie zijn onder hen de H i n d o e s i n de meerderheid, m a a r naar schatting is 2 0 % van de H i n d o s t a n e n aanhanger van de islam. D e concentratie van H i n d o s t a n e n i n D e n H a a g impliceerde d a a r o m ook een concentratie van Surinaamse moslims i n deze stad. D e J a v a n e n zijn i n meerderheid m o s l i m , al is h u n v o r m g e v i n g van de islam traditioneel sterk vermengd met v ó ó r - i s l a m i t i s c h e Javaanse elementen. O o k deze groep moslims is i n D e n H a a g relatief sterk vertegenwoordigd. V o o r beide groepen S u r i naamse moslims zijn d a n ook i n D e n H a a g religieuze organisaties ontstaan die een landelijke uitstraling hebben. N e g e n van de 20 islamitische gebedsruimten i n de residentie worden gebruikt door een Hindostaans-Surinaamse moslimorganisatie. V o o r a l i n de 19e-eeuwse stadswijken, zoals de Schilderswijk, zijn veel van deze Surinaamse m o s k e e ë n aan te treffen. Terwijl i n andere steden de institutionalisering van de islam wordt gedomineerd door Turkse en/of M a r o k k a a n s e organisaties, wordt het beeld i n het Haagse mede bepaald door deze Surinaamse inbreng. 263
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
A n d e r z i j d s d u i d t dit aantal Surinaamse m o s k e e ë n i n D e n H a a g op versnippering. D e z e gaat deels terug op de hierboven genoemde controverse r o n d de A h m a d i y y a , aangezien deze beweging ook onder Surinaamse moslims een grote aanhang heeft. Daarnaast is i n de j a r e n zeventig en tachtig versnippering opgetreden door diverse oorzaken, waaronder prestigestrijd tussen de leiders. Z o ontstonden uit de i n 1974 opgerichte Stichting Moes Hem door afsplitsingen vijf Surinaamse-islamitische organisaties, die o n d e r l i n g niet o f nauwelijks verschillen i n theologie of culturele tradities. D e z e organisaties werkten incidenteel samen en bezoeken eikaars activiteiten, m a a r het v o r m e n van meer structurele samenwerking - laat staan fusies - is tot n u toe niet mogelijk gebleken. Terwijl enkele van deze organisaties een kleine gebedsruimte hebben ingericht i n een v o o r m a l i g w i n k e l p a n d , zijn er andere die de beschikking hebben over een door de gemeente afgestaan schoolgebouw. D e Hindostaanse moslims onderscheiden zich van h u n Turkse en M a r o k k a a n s e geloofsgenoten door een o r i ë n t a t i e op de Pakistaans/Indische islam. D i t uit zich onder meer i n het gebruik van het U r d u als taal van liturgie en theologie (naast het A r a b i s c h , de taal van de koran). U r d u is een Indische taal met invloeden van het A r a b i s c h en Perzisch en wordt i n een A r a b i s c h alfabet geschreven. H e t bevat een rijke traditie aan religieuze p o ë z i e . S o m m i g e van de H i n d o s t a a n s - S u r i n a a m s e m o s k e e ë n i n D e n H a a g verzorgen cursussen U r d u . D e o r i ë n t a t i e op de Pakistaans/Indische islam uit z i c h ook i n een belangrijke r o l van Pakistaanse of Indische voorgangers, die als vaste of rondreizende predikers i n de m o s k e e ë n functioneren. B o v e n d i e n bestaan er diverse banden met Pakistaanse moslimorganisaties i n E n g e l a n d . I n religieus opzicht is - naast de al genoemde A h m a d i y y a - vooral é é n beweging uit I n d i a / Pakistan sterk vertegenwoordigd onder de Surinamers: de B r ê l w i - b e w e g i n g . D e z e aan het einde van de vorige eeuw ontstane beweging wordt gekenmerkt door een grote aandacht voor islamitische mystiek alsmede een diepe verering voor de stichter van islam, M o h a m m e d , en voor andere heiligen uit de islamitische geschiedenis. H e i l i g e n v e r e r i n g komt overal i n de islamitische wereld voor, m a a r is omstreden, omdat het volgens sommige theologen ten koste gaat van de exclusieve verering van de ene G o d . D i t geldt ook voor de verering van M o h a m m e d . D e stichter van de B r ê l w i - b e w e g i n g , A h m a d R i z a K h a n (1856-1921), verdedigde deze tradities echter tegen de puriteinse stromingen van zijn tijd, die met name de heiligenverering zagen als een ketterij. I n N e d e r l a n d uit zich deze achtergrond van H i n d o s t a a n s - S u r i n a a m s e moslims onder meer i n bijeenkomsten ter nagedachtenis van overleden heiligen. B o v e n d i e n is bij hen de geboortedag van de profeet - door andere stromingen meestal sober gevierd - een van de hoogtepunten van het jaar. Samenkomsten voor die gelegenheid brengen vaak h o n d e r d e n geestverwanten uit heel N e d e r l a n d naar de Haagse m o s k e e ë n of naar een speciaal daarvoor afgehuurde conferentiezaal. Verschillende van de Hindostaanse moslimorganisaties hebben d a a r o m naast een plaatselijke ook een landelijke functie gekregen. Overigens vervult een zusterorganisatie i n de B i j l m e r m e e r een vergelijkbaar functie. O o k voor een andere categorie moslims uit S u r i n a m e ligt het zwaartepunt v a n religieuze activiteit i n D e n H a a g : de J a v a n e n . D e z e activiteit heeft echter een veel bescheidener o m v a n g e n bereik dan die van h u n Hindostaanse geloofsgenoten. D i t heeft te m a k e n met kleinere aantallen en een sterkere s p r e i d i n g over N e d e r l a n d . D o o r het zendingswerk van de A h m a d i y y a - b e w e g i n g en het opvallend grote aantal S u r i naamse moslims heeft de geschiedenis van de islam i n D e n H a a g een voor N e d e r l a n d uniek verloop gekregen. D a t neemt niet weg dat de groepen die elders i n N e d e r l a n d het gezicht van de islam bepalen, zich ook i n D e n H a a g hebben gevestigd en n u m e r i e k de grootste groe264
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Afb. 5. Quadratulla Hafiz, februari 1965. Foto Hans de Bakker. Haags Gemeentearchief.
pen moslims zijn gaan v o r m e n , namelijk de Turken en Marokkanen. D e M a r o k k a n e n kregen i n 1982 de b e s c h i k k i n g over twee statige herenhuizen aan de Stationsweg, die als gebedsr u i m t e werden ingericht. V o o r de Turkse moslims geldt dat de meeste stromingen o n d e r h e n i n de residentie een dependance hebben i n de v o r m v a n een gebedsruimte annex activiteitencentrum. V e r u i t de grootste is evenwel de M e s c i d i A k s a , een voormalige synagoge aan de Wagenstraat. D i t p a n d k w a m op wel zeer ongebruikelijke wijze i n h a n d e n van de toenmalige Turkse Islamitische Vereniging. D e synagoge w e r d i n j u n i 1979 door de gemeente D e n H a a g gekocht van de N e d e r l a n d s - I s r a ë l i t i s c h e Gemeente, nadat zij j a r e n l a n g leeg h a d gestaan. O v e r de b e s t e m m i n g van het p a n d bestond n o g geen duidelijkheid. J u i s t i n die periode w e r d duidelijk dat het gebouw, dat toen door de T u r k e n als gebedsruimte werd gebruikt, dermate brandgevaarlijk was dat langer gebruik onverantwoord was. B e r i c h t e n uit de plaatselijke pers uit die tijd geven de i n d r u k van een afbraakbuurt waar slooppanden regelmatig door vandalen i n b r a n d werden gestoken. O o k de gebedsruimte zelf was gevestigd i n een b o u w v a l l i g p a n d , dat rijp was voor de sloop. O n d e r de moskeebestuurders en -bezoekers leefde grote angst voor de veiligheid van de soms h o n d e r d e n aanwezigen. Z i j hadden al geruime tijd bij de gemeente op alternatieve huisvesting aangedrongen, m a a r zonder succes. Toen i n slooppanden naast de moskee b r a n d was uitgebroken, was de maat vol. O p 27 j u l i 1979 bezetten zo'n vijftig T u r k e n de leegstaande synagoge, legden kleden op de g r o n d en begonnen er h u n gebedsdiensten te houden. O v e r het doel van de actie schreef Het Binnenhof de volgende dag: M e t deze actie hopen de T u r k e n de gemeente D e n H a a g zover te krijgen, dat hen een andere r u i m t e wordt aangeboden, waar religieuze diensten k u n n e n worden gehouden. Tot aan deze eis is voldaan zal de synagoge aan de Wagenstraat bezet blijven, aldus een woordvoerder van de actievoerders. 265
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e stede
In de gebeurtenissen van de dagen erna zagen de moslims een bevestiging van h u n angsthet i n m i d d e l s verlaten p a n d werd diverse nachten achtereen doelwit van brandstichting H o e w e l de politie het hield op 'normale' brandstichting, zoals regelmatig m leegstaande panden v o o r k w a m , was Het Binnenhof zen andere m e n i n g toegedaan: A f w i j k e n d detail bij de brandstichting i n de moskee is evenwel, dat deze gepaard ging met een uitspatting van baldadigheid van (met alleen jeugdige) Schilderswijkers. Toen vrijdagnacht de v l a m m e n uit het oude p a n d sloegen en de politie eraan te pas moest kom e n o m de mensenmenigte op afstand te houden, werden agenten vanuit het publiek bebehandH? ^M™' gewond raakte aan de schouder en é
é
n
behandeld moest worden m een ziekenhuis. D e J a n van Gojenstraat lijkt ter hoogte van de voormalige moskee op het restant van een straatgevecht, waarbij de barricaden door de sterke a r m m elkaar zijn geramd. [...] D e allerbedroevendste conclusie z o u zijn dat het hier gaat o m een uitbarsting van anti-Turkse gezindheid. Intussen was de synagoge aan de Wagenstraat i n gebruik genomen als moskee en was m e n begonnen met schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden. D e gemeente, die geen alternatiefvoorhanden had, gedoogde de bezettingsactie. Bij de Turken groeide de hoop dat deze k f t t t e met slechts tijdelijk z o u zijn. D e Turkse Islamitische Vereniging ging i n o n d e r h a n d e l i n g Tr t f i n b e f ^ ™ ^ P " * D e z e onderhandelingen z o u d e n d r i e j a a r in bes ag nemen vanwege de wens van de Turkse partij o m ook de g r o n d te kopen S
e
m
e
e
m
e
m
g
r
n
d
S l C C h t S
e r f
a C h t
t e
1982 f, , ^ ^ ° ° P - -ptember 1982 aanvaardde de gemeenteraad de verkoop van het p a n d en de overdracht van de g r o n d op voorwaarde dat het onroerend goed met aan derden kon worden doorverkocht Inmiddels was de moskee uitgegroeid tot de grootste i n D e n H a a g . Ten slotte moet hier worden vermeld dat D e n H a a g de vestigingsplaats is van enkele belangrijke landelijke moslimorganisaties. Z o is het M o s l i m Informatiecentrum h i e r gevestigd A l s organisatie die door Nederlandstalige moslims wordt gedragen, heeft dit c e n t r u m al geruime tijd de unctie v e r v u l d van voorlichter over de islam aan de Nederlandse samenleving door m i d d e l van de uitgave van het m a a n d b l a d Qjblah, de verspreiding van lectuur het geven van lezingen en het verstrekken van telefonische informatie g
O o k de Islamitische Stichting Nederland (ISN), waarbij de bovengenoemde Turkse moskee is aangesloten, heeft haar hoofdkwartier i n D e n H a a g . A n d e r s d a n de meeste Turkse, M a r o k kaanse en Surinaamse m o s k e e ë n , die staan i n de oude stadswijken waar ook de meeste islamitische e m i g r a n t e n wonen, is het kantoor van de gesitueerd i n een statig p a n d i n een diplomatenwijk. D e z e i n 1982 opgerichte Turks-islamitische organisatie is uitgegroeid tot degrootsteeneen I S N
t , e S
m
O
S
k
e
e
r
u
i
m
t
e
n
l n
tnDen H ^ V ' ^ ^ ^ d o m hebben overgedragen aan de « l u ^ ; ^ ' » van de Turkse ambassade, die tevens toezicht houdt op de recrutering en het functioneren van i m a m s , die door de Turkse relig.euze autoriteiten i n N e d e r l a n d worden gedetacheerd. O o k anderszins zijn er diverse 2 £ . gen tussen de r s en het Turkse Directoraat voor Godsdienstzaken. D e lokatie van het k a n toor, met ver van de Turkse ambassade i n D e n H a a g , symboliseert de invloed v a n de religieuze autoriteiten van Turkije i n het godsdienstig leven van Turkse moslims i n N e d e r l a n d Z
N
266
l
t
t
6
r
S N
1 8 6 6 1 1
f
u
n
c
t
l
o
n
a
s
De vestiging en geschiedenis van de islam in de drie grote Hollandse steden
A f b . 6.
N a het v r i j d a g g e b e d i n de R o t t e r d a m s e m o s k e e N a s r . Buitenlands
bulletin 3 (1992) 15.
Rotterdam
Rotterdam is de stad met het grootste aantal Turkse inwoners van Nederland. Ook Marokkanen zijn er sterk vertegenwoordigd. Meer dan in Den Haag is hier de vestiging van islamitische gemeenschappen veroorzaakt door de arbeidsmigratie van de jaren zestig en zeventig. De Rotterdamse haven maakte vanaf het begin van de jaren zestig in toenemende mate gebruik van gastarbeiders uit mediterrane landen. Ging het aanvankelijk om Zuideuropeanen, geleidelijk werden er steeds meer Turken en Marokkanen gerecruteerd. De toestroom van buitenlandse arbeiders en, vooral, de abominabele wijze waarop zij werden gehuisvest in bepaalde stadswijken, leidden in de jaren 1971 en 1972 tot grote sociale onrust. De Afrikaanderwijk in Rotterdam-Zuid was het toneel van ernstige ongeregeldheden: Een volle week hebben rellenmakers, actiegroepen en knokploegen het nachtelijk straatbeeld in de Afrikaanderwijk beheerst. Een actie, waarbij de buurt een fel protest wilde laten klinken tegen de toenemende concentratie van buitenlanders, liep zo sterk uit de hand, dat 82 mensen moesten worden gearresteerd en een tiental personen verwondingen opliep. 7
Aanleiding voor deze ongeregeldheden was een huurconflict tussen een Nederlandse huurster en een Turkse huiseigenaar. De publieke discussie rond de gastarbeiders richtte zich vooral op het toelatingsbeleid van vreemdelingen, de huisvestingssituatie en de vreemdelingenhaat. In deze bijdrage over de vestiging van de islam in Nederland wordt primair gekeken naar de gevolgen van de arbeidsmigratie op religieus terrein. Sinds de opkomst van islamitische organisaties, sinds de Het Vrije Volk, 17 augustus 1972.
267
De vestiging en geschiedenis van de islam in de drie grote Hollandse sted.
Rushdie-affaire, sinds de discussie van de laatste jaren over de integratie van met name islamitische minderheidsgroepen in Nederland lijkt deze aandacht voor de religieuze aspecten van de arbeidsmigratie vanzelfsprekend, maar aan het begin van de jaren zeventig was dat allerminst het geval. In de kranten en opiniebladen uit die periode komt men slechts bij uitzondering een meer dan marginale verwijzing naar de godsdienst van de immigranten tegen. Het lijkt erop dat de Turkse gastarbeiders hun godsdienst althans in het openbaar niet sterk articuleerden. Zo schrijft een student van de Training Urbane Samenleving (een project voor studenten theologie en sociale wetenschappen) over het islamitische gebed: De meeste Turken lieten dit op de fabriek waar ik werkte achterwege, en gaven als reden op, dat ze door het werk dat ze moesten doen vies waren, en dat het op die manier 'niet normaal' was, om tot Allah te komen. Er was één Turk die wel zijn vijfmaal daagse gebedsplicht nakwam, hij trok zich dan terug in een hoekje van de fabriekshal, spreidde een zak (van de stapel, die hij later moest gebruiken om chemies produkt in af te tappen) op de grond uit, trok zijn schoenen uit en volvoerde het gehele ritueel. De andere Turken deden dit zoals gezegd niet, maar er waren er bij die dan in hun pension hun gebedsplicht wel vervulden. 8
Het door de Turken aangevoerde excuus hangt samen met de rituele reinheid, die volgens de islamitische voorschriften vereist is om het plichtgebed te kunnen vervullen. Omdat kennelijk de mogelijkheden voor een rituele wassing in de fabriek ontbraken, achtten de meesten het niet gepast 'onrein' het gebed te verrichten. In de 'privé-sfeer, onder meer in pensions voor Turken, waren die mogelijkheden er wel of werden ze provisorisch geschapen. 8 268
D. van Heere en H . Hidalgo, Buitenlandse arbeiders in Rotterdam (Rotterdam en Driebergen [1972?]) 87.
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Aft). 8. Titelblad van het eerste nummer van het SPIOR Informatiebulletin, SPIOR informatie bulletin (mei 1990) 1.
In het hierboven aangehaalde werk valt te lezen: In een plaats i n de o m g e v i n g van R o t t e r d a m gingen geruchten, dat T u r k e n op beestachtige m a n i e r de pensions bewoonden. Zelfs de toiletten zouden voor h u n 'vandalisme' niet meer veilig zijn. E n inderdaad bleken veel w.c.-potten gesneuveld te zijn. B i j nader onderzoek k w a m de ware oorzaak naar boven. G e e n vandalisme, m a a r een z i c h onderschikken aan de godsdienstige wetten van de islam bleek de echte oorzaak te zijn. I n die godsdienstige voorschriften is namelijk bepaald dat er [...] regelmatige wassingen van de geslachtsdelen plaats dienen te hebben. I n kamers waar geslapen, gegeten, gekookt en gewoond moet worden, zijn dergelijke wassingen onmogelijk. D a a r o m werd de stortbak als fonteintje gebruikt, met de schade aan de toiletpot en de gevolgen van d i e n .
9
Dergelijke getuigenissen wijzen erop dat de moslims onder de gastarbeiders wel degelijk trachtten i n den vreemde vast te h o u d e n aan de meegebrachte religieuze voorschriften, al waren er ook die, ver van de sociale controle uit h u n geboortedorp, het niet zo n a u w n a m e n met de regels van de islam. M a a r omdat voor de meesten het verblijf slechts een tijdelijk karakter had, werden er aanvankelijk w e i n i g serieuze pogingen o n d e r n o m e n o m z i c h op islamitische basis te organiseren en te streven naar gebedsruimten. D e eerste p o g i n g i n die r i c h t i n g was de o p r i c h t i n g van de Vereniging ter Behartiging van de Belangen der Muslims in Nederland i n j a n u a r i 1971. D e z e vereniging gebruikte j a r e n l a n g een woonhuis aan de S c h e r m l a a n als plaats voor de vrijdagse gebedsdiensten. D e z e diensten werden door enkele honderden Turken bezocht. 9
Idem.
269
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
In de tweede helft van de j a r e n zeventig n a m de behoefte aan islamitische gebedsruimten toe, zoals ook elders i n N e d e r l a n d het geval was. D e z e o n t w i k k e l i n g h i n g samen met de gezinshereniging, die de verwachting van een spoedige terugkeer naar het vaderland sterk deed afnemen. B o v e n d i e n c r e ë e r d e de komst van de k i n d e r e n een behoefte aan plaatsen waar zij k o n d e n worden onderricht i n de n o r m e n en waarden v a n h u n ouders: gebedsruimten annex lokaaltjes voor koran-onderricht. De organisatorische en financiële positie van de moslims liet een spoedige en soepele realisering van h u n p l a n n e n niet toe. B i j inventarisatie van islamitische gebedsruimten i n j u n i 1977 bleken er vier te zijn, waarvan drie door T u r k e n en é é n door M a r o k k a n e n werden gebruikt. A l l e e n die van de M a r o k k a n e n was open voor de dagelijkse g e b e d e n .
10
In de j a r e n d a a r n a breidde niet alleen het aantal T u r k e n en M a r o k k a n e n zich gestaag uit - door gezinshereniging en natuurlijke aanwas - , m a a r ook het aantal islamitische gebedsruimten. D i t laatste was een o n g e c o ö r d i n e e r d proces, dat zich voltrok door toedoen van diverse groepen moslims i n verschillende stadswijken, die los van elkaar of in sommige gevallen als eikaars concurrenten opereerden. D e concurrentie trad vooral bij de Turkse moslims aan het licht. I n de Turkse islam, zowel i n Turkije als i n W e s t - E u r o p a , zijn diverse s t r o m i n gen te o n d e r s c h e i d e n .
11
Vanwege zijn grote concentratie Turkse inwoners is R o t t e r d a m een
stad geworden waar vrijwel alle Turks-islamitische richtingen voldoende aanhang hebben om aan eigen religieuze voorzieningen te denken. Dissidente groepen b i n n e n een moskeeorganisatie slagen er niet zelden i n o m elders een nieuw p a n d te verwerven. H e t komt zelfs voor dat een nieuwe islamitische gebedsruimte wordt gevestigd pal naast een reeds bestaande. M o m e n t e e l heeft R o t t e r d a m 38 islamitische gebedsruimten, waaronder 20 Turkse. In de loop van de j a r e n tachtig werd het proces van moskeevestiging steeds meer ingebed in het gemeentelijk beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. Bij het bureau M i g r a n ten van de gemeente werd een functionaris aangesteld die speciaal was belast met het begeleiden van moskeevestigingen en het oplossen van k n e l p u n t e n r o n d bestaande vestigingen. D i t leidde er onder meer toe dat i n stadsvernieuwingsprojecten rekening werd gehouden met de behoefte aan m o s k e e ë n . O o k werden verschillende 'illegaal' gevestigde m o s k e e ë n gelegaliseerd of verplaatst naar meer adequate lokaties. O n d a n k s de o n t w i k k e l i n g v a n een moskeebeleid op gemeentelijk niveau is er echter tot op heden sprake van onverwachte en o n g e c o ö r d i n e e r d e moskeevestigingen, waarvan de overheid pas achteraf op de hoogte raakt. De c o ö r d i n a t i e tussen de diverse moslimorganisaties van R o t t e r d a m werd aanzienlijk verbeterd door de o p r i c h t i n g van de Slichting Platform Islamitische Organisaties Rotterdam (SPIOR) in 1988. D e SPIOR is een samenwerkingsverband van Turkse, M a r o k k a a n s e , Surinaamse, Pakistaanse en Nederlandse moslimorganisaties. D e z e mede door steun van de gemeente tot stand gekomen organisatie houdt zich b e z i g met maatschappelijke p r o b l e m e n v a n de i s l a m i tische achterban en functioneert als een welzijnsinstelling voor moslims. Daarnaast treedt de SPIOR vaak adviserend of b e m i d d e l e n d op ten behoeve van de lidorganisaties. D i t platform van de islamitische organisaties is mede vanwege de e r k e n n i n g die het van de zijde v a n de overheid heeft gekregen, landelijk gezien een u n i c u m . I n andere grote steden zijn p o g i n gen o n d e r n o m e n o m het Rotterdamse voorbeeld te volgen, m a a r i n de meeste gevallen is m e n n o g niet verder gekomen d a n voorbereidende besprekingen.
10
Behoefte Onderzoek Moslims. Ongepubliceerd rapport van de Commissie Kerkgebruik van het Convent van K e r ken van Rotterdam, oktober 1977. 11 Zie voor een uitvoerig overzicht: L a n d m a n , Van mat tot minaret. 270
D e vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Amsterdam Veel v a n de voor R o t t e r d a m geschetste o n t w i k k e l i n g e n v i n d e n we terug i n de geschiedenis van de islam i n A m s t e r d a m . O o k hier wordt het beeld voor een belangrijk deel bepaald door i m m i g r a n t e n uit Turkije en M a r o k k o , die vanaf de tweede helft v a n de j a r e n zeventig i n steeds meer stadswijken naar r u i m t e zochten o m aan h u n religieuze plichten te k u n n e n voldoen. Terwijl i n R o t t e r d a m de T u r k e n een n u m e r i e k overwicht hebben, zijn i n A m s t e r d a m de M a r o k k a n e n de grootste groep moslims. O o k de Surinaamse moslims zijn relatief sterk vertegenwoordigd en hebben i n de j a r e n zeventig en tachtig belangrijke initiatieven genom e n o m de islamitische achterban te organiseren op een religieuze basis. D e M a r o k k a n e n en T u r k e n werden i n h u n streven gesteund door de werkgroep M o s k e e , w a a r i n de Stichting Welzijn Buitenlandse Werknemers samenwerkte met de Raad van Kerken, terwijl de gemeente A m s t e r d a m een waarnemer naar de vergaderingen stuurde. D e werkgroep onderzocht onder meer de mogelijkheden o m kerkgebouwen, die i n de j a r e n zeventig met enige regelmaat door de kerkgenootschappen werden afgestoten, tot moskee o m te dopen. Zij h a d een zekere c o ö r d i n e r e n d e functie ten aanzien van de diverse moskee-initiatieven. M e d e omdat de werkgroep fungeerde als doorgeefluik voor subsidies van het ministerie v a n C u l t u u r , Recreatie en M a a t s c h a p p e l i j k W e r k ten behoeve van islamitische gebedsruimten, m e l d d e n diverse islamitische groepen die n a a r r u i m t e zochten, zich bij haar aan. M a a r toen tastbare en bevredigende resultaten uitbleven, gingen zowel de Turkse als de M a r o k k a a n s e moskeegroepen steeds meer h u n eigen weg. Zoals i n R o t t e r d a m k a n ook i n A m s t e r d a m worden gesproken van een o n g e c o ö r d i n e e r d e u i t b r e i d i n g van het m o s k e e ë n b e s t a n d , waarbij de initiatiefnemers slecht op de hoogte waren van de gemeentelijke regels inzake de ruimtelijke o r d e n i n g en de brandveiligheid. I n 1984 stelde de gemeente een ambtelijke werkgroep i n o m knelpunten r o n d bestaande moskeevestigingen te inventariseren en met voorstellen te k o m e n o m de knelpunten op te lossen. D i t leidde tot een moskeebeleid dat neerkwam op financiële steun voor bestaande moskee-organisaties die h u n p a n d moesten verbeteren of verlaten. N i e u w op te richten moslimorganisaties konden geen gebruik m a k e n van de subsidieregeling, m a a r wel ambtelijke ondersteuning krijgen bij het zoeken naar ruimte. H i e r door k o n d e n deze initiatieven i n een vroeg s t a d i u m worden begeleid en ongewenste moskeevestigingen tot op zekere hoogte w o r d e n voorkomen. Zoals reeds opgemerkt v o r m e n de M a r o k k a n e n de grootste groep moslims i n A m s t e r d a m . O o k landelijk gezien heeft A m s t e r d a m de grootste concentratie M a r o k k a a n s e inwoners. H e t is d a a r o m niet verwonderlijk dat de hoofdstad tevens een landelijk zwaartepunt is van organisatievorming van M a r o k k a n e n . D a a r b i j leidden de politieke tegenstellingen onder M a r o k k a a n s e m i g r a n t e n i n het begin van de j a r e n tachtig tot scherpe confrontaties, waarbij ook de A m s t e r d a m s e moskee-organisaties betrokken waren. D e confrontaties waren het gevolg v a n het optreden van enerzijds de M a r o k k a a n s e organisatie Amicales, die loyaal was tegenover het M a r o k k a a n s e b e w i n d , en anderzijds het progressieve KomitteeMarokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAH), dat kritisch stond tegenover datzelfde b e w i n d . H e t K M A N verzette z i c h met h a n d en tand tegen wat het zag als infiltratie v a n de A m i c a l e s i n allerlei M a rokkaanse zelforganisaties, inclusief de m o s k e e ë n . I n een document uit 1983 stelt het K M A N : Sinds de o p r i c h t i n g van de verschillende m o s k e e ë n is de invloed van de M a r o k k a a n s e overheid op het reilen en zeilen i n de m o s k e e ë n duidelijk aanwezig geweest. A a n de ene kant z i i n er i n de moskeebesturen een aantal mensen met (voor de M a r o k k a n e n ) duidelij271
De vestiging en geschiedenis van de islam i n de drie grote H o l l a n d s e steden
DEfeANGEA R M VAN KONING
Afb. 9. 'De bestrijding van de 'lange arm van koning Hassan' heeft een reeks van publikaties opgeleverd'. Titelblad van het Dossier Amicales, nr. 1 (Rotterdam 1977).
.'<sOS<s>
ke banden met A m i c a l e s , aan de andere kant is er de altijd aanwezige d r u k vanuit de M a rokkaanse A m b a s s a d e en de K o n s u l a a t . D e M a r o k k a a n s e arbeiders zijn voor bijvoorbeeld het verlengen van h u n paspoort aangewezen op het K o n s u l a a t . D i t geeft het K o n s u laat een grote greep op de M a r o k k a n e n . H e t K o n s u l a a t en de A m b a s s a d e zien er n a u w op toe, dat er i n de m o s k e e ë n geen aktiviteiten o n t p l o o i d w o r d e n die ook m a a r lijken op kritiek op de M a r o k k a a n s e overheid. Sterker nog, het K o n s u l a a t verlangt onvoorwaardelijke loyaliteit met H a s s a n n . 1 2
Teneinde aan deze invloed van de M a r o k k a a n s e autoriteiten tegenwicht te bieden, ondersteunde het K M A N i n de eerste helft v a n de j a r e n tachtig - overigens met w e i n i g succes enkele initiatieven voor zogenaamde 'vrije m o s k e e ë n ' , dat wil zeggen m o s k e e ë n die vrij z o u den zijn v a n invloed v a n het M a r o k k a a n s e consulaat i n de hoofdstad. H e t draagvlak voor dit streven was beperkt, omdat het K M A N als een uitgesproken politieke en niet-religieuze organisatie onder de moskeegangers w e i n i g a a n h a n g had. O o k landelijke overkoepelende organisaties van M a r o k k a n e n , zoals de i n A m s t e r d a m gevestigde Unie van Marokkaanse Moslimorganisaties in Nederland (UMMON), werden door het KMAN beschouwd als handlangers v a n het M a r o k k a a n s e regime, opgericht o m de N l a r o k k a n e n i n N e d e r l a n d onder de d u i m te houden. V o o r de geschiedenis v a n de moslimorganisaties i n N e d e r l a n d zijn de aantijgingen aan het adres van de U M M O N van groot belang, omdat deze organisatie e r i n is geslaagd een groot 12 'Jemaa of bestuur?' in: K o m m i t t e e Marokkaanse Arbeiders i n Nederlanders ed., De Grote Moskee (Amsterdam 1983) 2-10. Tevens als bijlage i n : M . Rabbae, Naast de Amicales nu de UMMON; de mantelorganisaties van de Marokkaanse autoriteiten in Nederland (Utrecht 1993) 31-38. 2 72
D e vestiging en geschiedenis v a n de i s l a m i n de drie grote H o l l a n d s e steden
Afb. 10.
KMAN-voorzitter Menebhi in 1983. Buitenlands bulletin 8 (1983) 3.
deel v a n de M a r o k k a a n s e m o s k e e ë n aan z i c h te b i n d e n en op g r o n d d a a r v a n i n een aantal organisatorische verbanden de M a r o k k a a n s e m o s l i m s vertegenwoordigt. D e U M M O N p a r t i cipeert bijvoorbeeld sinds 1988 namens de M a r o k k a n e n i n de Islamitische Omroepstichting (ios), die beschikt over radio- en televisiezendtijd. O o k i n de Islamitische Raad Nederland, een overkoepelend v e r b a n d w a a r i n Turkse, M a r o k k a a n s e en S u r i n a a m s e m o s l i m s samenwerken, is het de U M M O N die de M a r o k k a a n s e gemeenschap vertegenwoordigt. I n het landelijke inspraakorgaan voor M a r o k k a n e n en T u n e s i ë r s , dat de rijksoverheid adviseert inzake het m i n d e r h e d e n b e l e i d , participeert de U M M O N niet vanwege een boycot door andere M a r o k kaanse organisaties, m a a r juist door het ontbreken v a n de U M M O N staat de representativiteit van dit orgaan ter discussie. K o r t o m , bij de aantijgingen aan het adres v a n de U M M O N is de vertegenwoordiging v a n de M a r o k k a a n s e m o s l i m s op diverse terreinen i n het geding. I n de regel hebben Nederlandse instanties h u n vingers niet w i l l e n b r a n d e n aan een inhoudelijke toetsing v a n de beschuldigingen en deze wegens onvoldoende bewijs naast z i c h neergelegd. D e U M M O N k o n daardoor niet op een zijspoor w o r d e n gezet, al bleef zij een ietwat verdacht imago met z i c h meedragen. Z i j ontkende niet contacten te o n d e r h o u d e n met het consulaat, m a a r verdedigde deze contacten door te stellen dat daardoor de belangen v a n haar achterban bij de M a r o k k a a n s e overheid k o n d e n w o r d e n behartigd. H e t KMAN maakte aan het b e g i n v a n de j a r e n negentig een opmerkelijke o m m e z w a a i i n zijn h o u d i n g tegenover de U M M O N . M e n liet de bestrijding v a n de moskeefederatie varen en koos voor een pragmatische opstelling, waarbij m e n samen met de U M M O N , de A m s t e r d a m s e m o s k e e ë n en andere M a r o k k a a n s e organisaties sociaal-cultureel werk onder M a r o k k a a n s e m i g r a n t e n tot stand probeerde te brengen. M o m e n t e e l werken i n de Stedelijke M a r o k k a a n se R a a d de gezworen v i j a n d e n v a n de j a r e n tachtig, U M M O N en K M A N , samen. H i e r d o o r l i j ken i n A m s t e r d a m de scherpste tegenstellingen tussen progressieve M a r o k k a n e n en loyalisten tot het verleden te behoren. Recentelijk kreeg deze affaire echter een nieuwe w e n d i n g door toedoen v a n het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB) en met n a m e de M a r o k k a a n s e directeur van deze welzijnsinstel273
D e vestiging en geschiedenis van de i s l a m i n de drie grote H o l l a n d s e steden
l i n g , M o h a m m e d R a b b a e . D e z e h a d zich i n de loop van 1992 diverse m a l e n i n het openbaar tegen de U M M O N gekeerd met vergelijkbare beschuldigingen als de bovengenoemde. H i j werkte deze beschuldigingen uit i n een boek van 172 pagina's, getiteld Naast de Amicales nu de UMMON, dat werd uitgegeven door het NCB . D e uitlatingen en het boek van R a b b a e veroorzaakten niet alleen een verhitte discussie i n de pers, m a a r v o r m d e n ook de a a n l e i d i n g voor grote spanningen i n de verhoudingen tussen de islamitische organisaties i n N e d e r l a n d . I n organen w a a r i n de U M M O N samenwerkt met andere moslimorganisaties is deze samenwerk i n g zwaar onder d r u k gezet en i n enkele gevallen, zoals bij de Islamitische O m r o e p s t i c h ting, is het reeds tot een breuk gekomen. D e c o m m e n t a r e n i n de m e d i a vallen i n twee groepen uiteen. Tegenstanders v a n de U M M O N wijzen - i n het verlengde van het boek van R a b b a e zelf - op het repressieve karakter van het M a r o k k a a n s e regime en k o m e n met getuigenissen over arrestaties v a n i n N e d e r l a n d wonende M a r o k k a n e n tijdens h u n vakantie i n M a r o k k o . D a a r b i j wordt overigens de verantwoordelijkheid van de U M M O N voor deze arrestaties wel gesuggereerd, m a a r niet aangetoond. Verdedigers van de U M M O N trachten twijfels te zaaien over de motieven van R a b b a e om de zaak aan te kaarten. Z i j n uitlatingen z o u d e n vooral zijn ingegeven door de vrees dat het NCB als gesubsidieerde welzijnsinstelling voor m i g r a n t e n i n de toekomst terrein z o u moeten prijsgeven aan zelforganisaties van de m i g r a n t e n , zoals de U M M O N . O o k hier is meer sprake van suggestie dan v a n concrete bewijzen. D e affaire k a n niet w o r d e n afgedaan als een competentiestrijd tussen organisaties. E r is wel degelijk een inhoudelijke kwestie i n het geding, namelijk i n welke mate bemoeienis van een buitenlandse overheid met zijn onderdanen i n N e d e r l a n d toelaatbaar is. A n d e r z i j d s is het ook een simplificatie o m de zaak te reduceren tot een strijd tussen vrijheidsstrijders en verdedigers van een o n d e r d r u k k e n d regime. D a a r v o o r liggen de verhoudingen i n de M a r o k k a a n s e gemeenschap te gecompliceerd. V o o r alsnog lijkt het erop dat de campagne tegen de U M M O N wel veel verwijten over en weer en polarisatie heeft veroorzaakt - zowel b i n n e n de M a r o k k a a n s e gemeenschap als i n het welzijnswerk - m a a r w e i n i g helderheid heeft geschapen. H e t is mogelijk dat een aangekondigde U M M O N - p u b l i k a t i e en een bodemprocedure van de U M M O N tegen de aantijgingen van R a b bae nieuwe feiten boven tafel brengen, m a a r v o o r l o p i g is er w e i n i g reden voor optimisme. V o o r A m s t e r d a m moet n o g worden afgewacht hoe de ontstane polarisatie z a l uitwerken op de samenwerking tussen de M a r o k k a a n s e organisaties i n de Stedelijke M a r o k k a a n s e R a a d .
Terugblik D e vestiging van moslims en de opkomst van islamitische organisaties is i n D e n H a a g , R o t terdam en A m s t e r d a m deels langs dezelfde lijnen gelopen, vooral vanaf de j a r e n zeventig, toen de T u r k e n en M a r o k k a n e n i n al deze drie steden de meerderheid van de islamitische bevolking gingen u i t m a k e n . Factoren die voor de v o r m g e v i n g van h u n godsdienstig leven en h u n organisatievorming cruciaal waren, speelden i n alle drie de steden: h u n zwakke sociaal-economische positie, het tekort aan geschoolde leiders, onbekendheid met de N e d e r landse regelgeving en het bestaan v a n bepaalde religieuze en politieke stromingen b i n n e n deze gemeenschappen. Toch zijn er accentverschillen aan te wijzen, doordat bepaalde ontwikkelingen i n de ene stad z i c h p r o m i n e n t e r voordeden d a n i n de andere steden. D e n H a a g was tot de komst van mediterrane m o s l i m s het belangrijkste c e n t r u m van islamitische activiteit door toedoen van een missionaire sekte. A m s t e r d a m was enerzijds het voornaamste to-
rn
De vestiging en geschiedenis van de islam in de drie grote Hollandse steden
neel van politieke tegenstellingen onder Marokkanen, maar anderzijds ook de plaats waar de tegenstellingen werden overbrugd in een Stedelijke Marokkaanse Raad. In Rotterdam werden het eerst de etnische scheidslijnen tussen moslims uit verschillende landen van herkomst overwonnen in de SPIOR, het platform van islamitische organisaties. Het feit dat de S P I O R wel als stimulans heeft gewerkt voor vergelijkbare initiatieven in andere steden, maar dat deze initiatieven elders schipbreuk leden, duidt erop dat de ontwikkeling van de georganiseerde islam sterk wordt bepaald door plaatselijke factoren.
275