Wie paarden heeft wordt er vroeg of laat mee geconfronteerd. Koliek. Nog altijd doodsoorzaak nummer één bij sportpaarden. Moeilijk te voorkomen, en moeilijk te behandelen. In zijn meest kwaadaardige verschijningsvorm is koliek een verschrikkelijke aandoening. Verschrikkelijk voor het paard, dat extreme pijn ondergaat, en wiens leven in gevaar is, en verschrikkelijk voor de eigenaar, die weinig meer kan doen dan machteloos toekijken. Toch werd de afgelopen jaren ook in de strijd tegen koliek vooruitgang geboekt. In de loopgrachten staat dr. vet. Tom Mariën (dierenkliniek Equinia), een expert ter zake, die jaarlijks zo’n 250 koliekoperaties verricht, en eigenhandig twee nieuwe chirugische technieken ontwikkelde. PK keek toe, en luisterde.
Wie paarden heeft, wordt vroeg of laat met koliek geconfronteerd. De symptomen zijn dan ook vrij goed bekend. Een paard met koliek gedraagt zich onrustig tot paniekerig. Het gaat regelmatig staan en liggen. Het krabt met de voorvoeten over de grond. Het paard eet niet meer, het mest niet meer, en het kijkt regelmatig om naar de flank. Het dier begint te zweten, de hartslag loopt op, en het maakt koorts.
shock gaat. Wat shock betekent, zullen we straks wat nader bespreken. De hartslag kun je het duidelijkst horen net achter de elleboog van het paard. Daar ligt het hart, en gewoon even je oor tegen de huid houden is voldoende om de hartslag te kunnen opnemen. Normaal ligt de hartslag tussen 28 en 44 slagen per minuut. Loopt het ritme op van 60 tot 80 slagen per minuut, dan wordt de situatie alarmerend. Een hartslag hoger dan 80 slagen per minuut wijst op acuut gevaar. Of een paard al dan niet mest, is geen erg betrouwbare indicatie. Zelfs met een ernstig darmprobleem kunnen paarden nog gaan mesten. Bij het herhaaldelijk kijken naar de flank kan de richting al een eerste aanduiding geven over de aard van het probleem. Rechts kan wijzen op een probleem met de dikke of de dunne darm, links kan betekenen dat de dikke darm op de milt is geschoven. Bij een paard dat op de knieën gaat zitten, met de achterhand omhoog, is de kans groot dat een verstopte darm in het bekken is geschoven. Een dier dat op de rug gaat liggen heeft meestal last van een inwendige hernia (een darm die doorheen een ringvormige opening kruipt). In dergelijke gevallen kun je het paard best met rust laten, want het zoekt zelf de minst pijnlijke houding. Koliek kan levensgevaarlijk zijn. Dat is het gelukkig lang niet altijd, maar heb je een paard op stal met symptomen van ko-
De Strijd Naarmate de pijn erger wordt, worden ook de symptomen extremer. Een paard met ernstige koliek raakt buiten zichzelf van pijn. Het rolt zich doelloos heen en weer, waarbij het zowel zichzelf als zijn eigenaar ernstig kan kwetsen. Typisch zijn de schaafwonden rond de ogen, die nog lang na het verdwijnen van de koliek zichtbaar blijven. Al zijn de symptomen duidelijk, toch moeten ze met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De uiting van pijn is niet altijd recht evenredig met de ernst van de koliek. Ieder paard heeft zijn eigen pijngrens. Bij bepaalde dieren kan krabben met het voorbeen al een teken zijn van erge koliek, terwijl andere dieren helemaal door het lint gaan bij een milde buikkramp. Symptomen moeten daarenboven altijd in hun context worden bekeken. Heeft een paard net een stevige inspanning geleverd, of is er sprake van pijn en stress, dan is het normaal dat de hartslag wat hoger ligt. Staat hetzelfde paard er echter wat suf en stil bij, en heeft het desalniettemin een hoge pols, dan moet gevreesd worden dat het dier in
48
48
liek, en meer dan 38.3 graden koorts, dan mag je geen risico’s nemen. Snel optreden (in dit geval de veearts roepen), is namelijk uiterst belangrijk.
Verzamelnaam Zijn de symptomen vrij goed bekend, dan is het misschien minder duidelijk wat koliek werkelijk is. Koliek is eigenlijk een ongelukkige term, die af en toe voor verwarring zorgt. Het is namelijk een verzamelnaam. Alles wat met buikpijnen te maken heeft, noemen we koliek. Het gaat dus niet om één specifieke aandoening, maar om meerdere aandoeningen, die onder één en dezelfde noemer worden gevat. Dat kan gaan van onschuldige maagkrampen, die na een paar uur spontaan verdwijnen, tot een omsnoering van de darm, die levensgevaarlijk kan zijn. Aangezien we over verschillende aandoeningen spreken, hebben we ook met verschillende oorzaken, en eventueel verschillende behandelingswijzen te maken.
mei 2000,
PK
In principe kunnen problemen met de blaas, de nieren, de lever, en de buikwand koliek veroorzaken, maar toch is in de meerderheid van de gevallen het maag-darmkanaal de grote boosdoener. We spreken dan over zo’n vijfennegentig procent van alle gevallen. Die vijfennegentig procent kun je nog eens opdelen in negentig procent spastische krampen, vier procent obstipatie of verstopping, en één procent obstructies met of zonder afsnoering.
Krampen en verstopping
Gewone obstructies Zijn krampen en verstopping nog relatief onschuldig, dan krijg je met obstructies met ernstige vormen van koliek te maken. Obstructie betekent letterlijk dat de doorgang van het maag-darmkanaal geblokkeerd wordt, en dat is ook werkelijk wat er gebeurt. De oorzaken kunnen zeer verschillend zijn.
FOTO © TOM MARIEN
Krampen en verstopping kunnen er heel ernstig uitzien, maar meestal gaat het om een milde vorm van koliek, die vrij goed kan behandeld worden, en niet levensbedreigend is.
tot verstopping. Als je het wat ruimer bekijkt, dan is beweging, of net een gebrek aan beweging, een bijzonder belangrijke factor in het hele koliekverhaal. Een paard is van nature uit een bewegingsdier, en een gebrek aan beweging kan koliek in het algemeen, en verstopping in het bijzonder, in de hand werken.
tegen koliek Krampen kunnen allerhande uitéénlopende oorzaken hebben. Drinken van koud water is daar één van, maar ook een voeding met een té hoog eiwitgehalte kan krampen veroorzaken, net zoals het eten van beschimmeld hooi, of het opnemen van te grote hoeveelheden krachtvoer. Verstopping kan dan weer een gevolg zijn van te weinig drinken, een te grote opname van stro, of de aanwezigheid van een groot aantal parasieten (maag-darm wormen). Heb je een paard dat zich rond eet aan het stro op stal, dan is het niet altijd een oplossing om het dier op houtkrullen te zetten. Er zijn paarden die houtkrullen eten, en ook dat kan leiden
PK, mei 2000
Darmstenen die in de dikke darm worden gevormd, kankergezwellen, spoelwormen die afsterven na het ontwormen en één vaste massa vormen, darmen die in elkaar schuiven (invaginatie), en verplaatsing van de dikke darm op de milt, het zijn stuk voor stuk mogelijke oorzaken van een obstructie in het maag-darmkanaal. Daarnaast kunnen allerhande vreemde voorwerpen voor problemen zorgen. Zand, kiezelstenen, haren die samenklitten tot een haarbal, stro-koorden, je kunt het zo gek niet bedenken, of je vindt het wel in de darm van een paard. Voor de buitenstaander klinkt het misschien zeer bedreigend, maar toch krijgen gewone obstruc-
49
49
Obstructies mét afsnoering
FOTO © TOM MARIEN
Dat is niet langer het geval bij obstructies mét afsnoering (strangulatie). Obstructies mét afsnoering vormen een buitengewoon gevaarlijke vorm van koliek, en alleen als een paard tijdig in een gespecialiseerde kliniek raakt, maakt het een kans om te overleven. Die kans ligt sowieso al lager dan bij andere vormen van koliek, en vermindert letterlijk met de minuut. Tijdig ingrijpen is dus een absolute noodzaak. Wat gebeurt er nu precies bij obstructies mét afsnoering ? Om de één of andere reden wordt de darm afgesnoerd, en de bloedtoevoer valt stil. Bacteriën die altijd aanwezig zijn in de darm, en voor de vertering van het voedsel zorgen, sterven af bij gebrek aan zuurstof. Andere bacteriën daarentegen, die onder normale omstandigheden in een soort sluimertoestand leven, voelen zich goed in een zuurstofarme omgeving, en beginnen zich razendsnel te vermenigvuldigen. Als op hun beurt ook deze bacteriën afsterven, komen zeer giftige stoffen (endotoxines) in de darm, en daarna in de bloedbaan terecht. Die stoffen verspreiden zich doorheen het hele lichaam van het paard, dat als het ware van binnen uit wordt vergiftigd.
Het proces, waarbij bacteriën aangroeien en afsterven, kan omschreven worden als een vorm van gisting. Tot op zekere hoogte is gisting normaal in de darm van het paard, maar het hele proces blijft onder controle, omdat het voedsel constant wordt verwerkt en afgevoerd. Is de darm geblokkeerd en afgesnoerd, dan heeft het voedsel geen uitweg meer. De gisting daarentegen gaat onverminderd verder, en trekt vocht aan uit de rest van het lichaam. De darm schiet vol vocht en zwelt op, de rest van het lichaam droogt als het ware inwendig uit. Alle lichaamsvocht stapelt zich op in de darm. Het klinkt niet fraai, maar het paard loopt in feite inwendig leeg in zijn darmen. Ook het bloed wordt aangetast.
FOTO © TOM MARIEN
ties meestal een gunstige afloop. De doorbloeding blijft namelijk goed, en de darm sterft niet dadelijk af.
Koliek is een verzamelnaam, maar in zijn meest gevaarlijke vorm (obstructie mét afsnoering)is koliek levensbedreigend voor het paard. De foto’s boven en links maken duidelijk waarom. Een gezwel heeft de dunne darm afgesnoerd. Het zwart gedeelte is afgestorven, en zal chirurgisch moeten verwijderd worden.
In gezonde toestand bevat honderd milliliter bloed 65% vocht, en 35% cellen. We spreken dan over een hematocrietwaarde van 35. Naarmate het vochtgehalte afneemt, en het percentage cellen stijgt, wordt het bloed dikker, en de toestand ernstiger. Vanaf een hematocrietwaarde van 50 is de situatie gevaarlijk, vanaf 60 levensbedreigend, en bij een waarde van 70 sterft het dier. Het inwendige uitdrogingsproces, met alle gevolgen van dien, wordt omschreven als het in shock gaan van het paard. Bij een obstructie met afsnoering is een operatie het enige redmiddel. Zoals eerder gezegd is de tijd daarbij een uiterst belangrijke factor. Een factor die de eigenaar zelf voor een groot stuk in de hand heeft. Ook bij lichte koliek is het beter om een diagnose te laten stellen door een dierenarts, maar bij paarden met hevige koliekverschijnselen, veel pijn, een hoge hartslag, en koorts moet je metéén de dierenarts bellen. Laat hem binnen het kwartier komen, en niet binnen een
50
50
mei 2000,
PK
Oorzaken Obstructie met afsnoering kan een lange reeks verschillende oorzaken hebben, te veel om allemaal op te noemen. Darmtorsie (in de volksmond een knoop in de darmen genoemd) komt regelmatig voor. Bij hengsten kan een beklemde liesbreuk de directe aanleiding zijn, en bij oudere paarden moet gedacht worden aan een gesteeld lipoma. Darminvaginatie is een bekend probleem bij veulens, en daarnaast zijn er fokmerries die geplaagd worden door een telkens opnieuw terugkerende darmtorsie tijdens of kort na de dracht. Krijgt een hengst plotseling koliek na steigeren, springen, of dekken, dan moet dadelijk aan een liesbreuk worden gedacht. Ook dat is een levensgevaarlijke vorm van koliek. De darmen schuiven in de balzak, die hard en koud aanvoelt, en zeer gevoelig is. Onder invloed van uitwendige factoren (transport, beweging) kunnen de darmen eventueel terugschuiven, maar het riscio op een afsnoering blijft constant aanwezig. De noodzakelijke operatie had vroeger nagenoeg altijd (eenzijdige) castratie voor gevolg. Tom Mariën heeft een techniek ontwikkeld, geïnspireerd op de humane chirurgie, waardoor castratie kan worden vermeden. Middels een kijkoperatie onder plaatselijke verdoving kunnen de te grote liesringen worden verkleind door er netjes op te plaatsen. De voordelen van de nieuwe techniek zijn enorm. Niet alleen blijft de hengst zijn waarde behouden als fokdier, maar ook het risico van een volledige verdoving wordt vermeden.
PK, mei 2000
Daarenboven is de ingreep op zich veel minder agressief dan de klassieke operatie. Bij hengsten die aanleg hebben tot, of verdacht worden van een liesbreuk, kan de techniek preventief worden ingezet. FOTO © TOM MARIEN
uur of zo. Reageert het dier na vijf minuten niet op de medicatie, dan kun je het best onmiddellijk naar een gespecialiseerde dierenkliniek transporteren. Gaat het werkelijk om een afgesnoerde darm, dan wordt de toestand na drie tot zes uur kritiek. Na zes uur sterft de darm onherroepelijk af. Hoe sneller het paard op de operatietafel belandt, hoe groter zijn kansen dan ook zijn om te overleven. Of een operatie kans heeft op slagen, wordt daarnaast in grote mate bepaald door de dikte van het bloed. Bij een hematocriet van 40 tot 55 is de prognose gunstig, bij een hematocriet van 60 is de prognose minder goed, en bij een hematcocriet van 65 wordt de kans op slagen klein. Bij 65 wordt het bloed zwart, en worden er klonters gevormd. Dergelijke klonters gaan in de bloedbaan circuleren. Komen ze bijvoorbeeld in de hersenen terecht, dan kunnen ze de onmiddellijke dood van het paard als gevolg hebben.
Een obstructie met afsnoering kan vele oorzaken hebben. Darmtorsie, de zogenaamde ‘knoop in de darm’, of ‘vernokte darm’, komt regelmatig voor. In dit geval gaat het om een torsie van de dikke darm, die naar links is gedraaid.
Plotse koliek bij een oud paard kan eventueel een gesteeld lipoma als oorzaak hebben. Een gesteeld lipoma is een vetgezwel met een steel, die rondslingert in de buikholte. Het gevaar is dat de steel zich rond de darm gaat draaien, en op die manier de darm kan afsnoeren. Dadelijk opereren is de enige oplossing. Veulens die veel gaan liggen, krabben, eventueel koorts hebben, en zich na het eten koliekerig gedragen, hebben doorgaans een darminvaginatie. Lintwormen prikkelen de darmen, waardoor die abnormaal gaan bewegen, en in elkaar kunnen schuiven. Zo kan de dunne darm in de blinde, of de blinde darm in de dikke darm schuiven. Een specifiek ontwormingsmiddel tegen lintwormen, dat twee keer per jaar wordt toegediend, kan de aandoening helpen voorkomen. Hoogdrachtige merries (vanaf zes maanden dracht), en fokmerries met een veulen van één tot twee maand aan de voet, kunnen bijzonder gevoelig zijn voor een torsie van de dikke darm. Een operatie is meestal noodzakelijk, maar als de eigenaar tijdig bij de zaak is, overleeft zelfs het ongeboren veulen de ingreep. Bij fokmerries die telkens opnieuw met hetzelfde probleem worden geconfronteerd, kan een preventieve ingreep worden uitgevoerd. Via een kijkoperatie worden de darmen aan de buikwand vast gemaakt, zodat een torsie niet langer mogelijk is.
51
51
Fout Wat kan de eigenaar, die een paard met koliek op stal heeft, ondertussen zelf doen ? Bij lichte koliek kun je het paard wat laten stappen, om de darmbeweging te stimuleren. Nooit overdrijven. Een paard de hele dag laten stappen is zinloos, en kan eerder nadelig werken. Belangrijk is het om een paard met koliek te laten vasten, minimum twaalf tot vierentwintig uur. Veel eigenaars maken de fout om na het verdwijnen van de eerste koliekverschijnselen, het paard metéén te gaan voeren. Met de beste bedoelingen, maar het effect kan noodlottig zijn. Soms draait een darmtorsie van 180 graden spontaan terug. Geef je echter op een cruciaal moment voeder bij, dan kantelt de darm volledig, en kan het probleem alleen nog operatief worden opgelost. De conclusie is dus dat je een paard met (of onmiddellijk na) een koliekaanval niets te eten mag geven, absoluut niets. Het is trouwens aan te raden om ook de stal leeg te halen. Alleen water mag het paard ter beschikking krijgen, en dan nog met mate. Pas als het dier goed gemest heeft, en werkelijk om eten begint te brullen, mag het met mondjesmaat aan wat hooi en gras beginnen. Krachtvoer is op dat moment volledig uit den boze. Hou dit dieet voor een drietal dagen aan, en dan is het ergste leed waarschijnlijk geleden.
nuttig hulpmiddel. De darm komt namelijk vol vocht te zitten, en het gevaar bestaat dat het vocht gaat overvloeien naar de maag. De maag is echter relatief klein, en kan bij overbelasting scheuren of springen. Een gesprongen maag is altijd fataal. Hoe zit het ondertussen met het rollen van een paard met koliek ? Mag het dier rollen, of moet dat net vermeden worden ? Er is maar één geval waarin een paard mag rollen, namelijk bij een verplaatsing van de dikke darm op de milt. Dat kan enkel na diagnose door een dierenarts, en dan nog bestaat het gevaar dat een paard zich kwetst, zeker in een paardenbox. Het is met andere woorden beter en veiliger om een paard met koliek niet te laten rollen (voor zover dat mogelijk is), ongeacht de aard van de koliek.
Beweging Koliek is een verschrikkelijke aandoening, maar gelukkig kan de eigenaar een aantal maatregelen nemen die koliek kunnen helpen voorkomen. Voldoende beweging komt daarbij op de eerste plaats. Lichaamsbeweging is een basisbehoefte van het paard, en stimuleert een gezonde darmbeweging. Op die manier worden gassen sneller en vollediger afgevoerd. Bij een opstapeling van gassen daarentegen worden de darmen uitgerokken, waardoor ze zich abnormaal gaan bewegen. Dat kan een darmverplaatsing, in het slechtste geval een torsie voor gevolg hebben.
FOTO © TOM MARIEN
Voeding
Krijgt een ouder paard plots koliek, dan is de kans groot dat de oorzaak bij een gesteeld lipoma ligt. Een gesteeld lipoma is een vetgezwel met een steel. De steel kan zich om de darm slingeren, en op die manier een afsnoering veroorzaken. Op de foto is het lipoma duidelijk zichtbaar. De dunne darm is afgesnoerd.
Bij ernstige koliek zal het waarschijnlijk noodzakelijk zijn om het paard te sonderen. Dat is iets wat een eigenaar niet in zijn eentje moet gaan doen, maar wel in samenwerking met de dierenarts. De bedoeling is om gassen en vocht, die zich in de darm hebben opgestapeld, te verwijderen. Zeker als de obstructie zich in de dunne darm bevindt, is sonderen een
52
52
Naast voldoende beweging is een gezonde en evenwichtige voeding een belangrijk wapen in de strijd tegen koliek. Een paard mag nooit meer dan vier kilogram krachtvoeder per dag krijgen, en die stelregel geldt ook voor top sportpaarden. De basisvoeding van het paard bestaat uit ruwvoeder. We hebben het dan over hooi, twijgjes, gras, en dat soort zaken meer. Een paard moet altijd ruwvoeder ter beschikking hebben, met een minimum hoeveelheid van vier kilogram per dag. Goed hooi is soms beter dan gras. Gras bevat meer vocht, en minder droge stof, waardoor een paard een te groot volume moet opnemen om aan zijn basisbehoefte te voldoen. Dat resulteert in de bekende grasbuik. Bruin, stoffig, of muf hooi is niet geschikt voor consumptie. Hoewel silo (maissilo, ingekuild gras) hoe langer hoe meer wordt gebruikt in de paardenhouderij, zijn er uitgesproken risico’s aan verbonden. De ervaring leert dat torsies van de dikke darm frequenter optreden na het voederen van ingekuild gras. Van nature uit bestaat er subtiel evenwicht tussen de verschillende bacteriën in het maag-darmkanaal van het paard (darmflora). Silo is een gistingsproces, en het gevaar
mei 2000,
PK
FOTO © TOM MARIEN
ten kunnen verschrikkelijke kolieken veroorzaken, maar zijn met een efficiënt ontwormingsmiddel goed te bestrijden. Lintwormen vormen een belangrijke en zeer gevaarlijke uitzondering op die regel. Hun aanwezigheid is middels een mestonderzoek niet op te sporen, en ze lijken nauwelijks gevoelig voor de bestaande ontwormingsmiddelen. Tot voor kort werd aangenomen dat lintwormen alleen sporadisch bij paarden voorkwamen, maar deze parasiet lijkt in opmars (zie “Wat leeft er in mijn paard ?”, PK, nov. ‘99, blz. 34). Regelmatig krijgen paarden acute koliek als gevolg van een blindedarmontsteking. Een ontsteking veroorzaakt door
bestaat dat bij het voederen van silo dat subtiele evenwicht wordt verstoord. Daarom is het ook af te raden om gemaaaid gras van het gazon, of ongedroogd brood aan paarden te geven. Daarnaast is het geen goed idee om te experimenteren met de samenstelling van het voeder. Wie zijn paard een mengvoeder voorzet, kan zich beter bij dat ene mengvoeder houden, en het dier niet allerhande extra’s gaan voeren. Mengvoeders vormen in principe een volledige, evenwichtige voeding, en het toedienen van extra’s verstoort alleen maar dat evenwicht. Niet alleen de voeding zelf, maar ook stabiliteit in de voeding is belangrijk. Geef je paard iedere dag hetzelfde voer, liefst op hetzelfde uur, en gespreid over meerdere porties. Meedere porties, juist, maar overdrijf ook niet. Meer dan drie keer per dag krachtvoer verstrekken is echt teveel, en kan leiden tot gasophopingen in de darm, en vervolgens tot darmtorsies. Gekookt lijnzaad, wortelen (met mate), en zout kunnen een positieve rol spelen. Zout zet aan tot drinken, verhoogt het vochtgehalte van het lichaam, en dat vermindert dan weer de kans op verstopping. Gekookt lijnzaad zorgt voor een betere stoelgang. Wie zijn paarden op de weide houdt, moet vette weides zoveel mogelijk vermijden. Gras van vette weides heeft een hoog eiwitgehalte, en dat brengt verhoogde risico’s met zich mee. Dat hoge eiwitgehalte is trouwens een gevolg van (over)bemesting met stikstof. Het is hoe dan ook aan te raden om paarden die ‘s winters op stal hebben gestaan, geleidelijk aan de weide te laten wennen.
Ontwormen Beweging en voeding hebben we al gehad, maar ook regelmatig ontwormen kan koliek helpen voorkomen. Parasie-
PK, mei 2000
FOTO © TOM MARIEN
Vooral bij veulens kan darminvaginatie optreden, wat betekent dat een darm in zichzelf schuift, of dat de ene darm in de andere schuift. Op de foto is de dunne darm in elkaar geschoven.
Darmstenen kunnen een oorzaak vormen van obstructie in het maag-darmkanaal. In dit geval gaat het om een steen die in de dikke darm werd gevormd.
lintwormen, die de blinde darm nagenoeg volledig hebben weggevreten. Alleen een snel optreden van de chirurg kan de dieren nog redden. Lintwormen kunnen bestreden worden door gebruik te maken van middelen uit de apotheek van de kleine huisdieren (wat duur uitkomt), of door een middel als Pyrantel® dubbel tot vierdubbel te doseren.
Zandkoliek Zandkoliek is een probleem dat regelmatig terugkeert, maar in principe kan vermeden worden. Als in het najaar en de winter weinig gras voorhanden is, hebben veel paarden de onhebbelijke gewoonte om de laatste sprietjes uit de grond te peuzelen. Een paard kan op die manier zo’n twintig tot dertig kilogram zand opnemen. Extra aandacht verdienen paarden met gedragsstoornissen, die zand eten uit verveling. In beide gevallen kunnen symptomen als vermageren, een doffe vacht, diarree afgewisseld met vaste mest, en verstoppingskoliek worden vastgesteld. De enige preventieve maatregel die kan genomen worden, is het paard op stal houden. Iedere eigenaar kan gemakkelijk controleren of zijn paard al dan niet zand in de darmen heeft. Vul een handschoen
53
53
FOTO © TOM MARIEN
voor rectaal onderzoek voor de helft met mest, en voor de helft met water. Even schudden en onderste boven houden. Zit er in de vingertoppen meer dan een halve centimeter zand, dan is het tijd om de dierenarts te verwittigen. De dierenarts zal het dier minstens twee keer met olie opgieten. Zit
Lintwormen zijn moeilijk te bestrijden, en kunnen grote verwoestingen aanrichten. Ze spelen een rol bij darminvaginatie, en kunnen een blinde darmontsteking veroorzaken, die dan weer leidt tot koliek. De foto toont lintwormen (de geelachtige, vrij korte reepjes), in de top van een blinde darm.
er minder dan een halve centimeter zand in de vingertoppen, dan is het voldoende om iedere dag ongeveer een koffiekop paraffine-olie in het voeder te mengen, en dat gedurende veertien dagen. Bij een gezond paard zit geen zand in de vingertoppen.
Operatie Al worden alle denkbare voorzorgen genomen, koliek zal nooit helemaal te vermijden zijn. In het slechtste geval is een operatie de enige oplossing. De resultaten van koliekoperaties zijn de afgelopen jaren duidelijk verbeterd. Daarbij is de overlevingskans van de paarden gestegen. Bij een gewone obstructie bedraagt de overlevingskans 95%, bij een obstructie met afsnoering spreken we over een overlevingskans van 75% (dierenkliniek Equinia). Vijf jaar terug bedroeg dat laatste cijfer niet meer dan 50%. Ook de complicaties na afloop zijn sterk teruggedrongen. Vroeger was het zogenaamde verkleven van de darmen een veel voorkomend probleem. Eén op vier geopereeerde paarden kreeg er last van. Verkleving resulteerde in vermageren, en chronische koliek. De producten die vandaag worden gebruikt zijn zodanig verbeterd, dat er praktisch geen verklevingen meer optreden. Tom Mariën, die jaarlijks zo’n 250 koliekoperaties uitvoert, stelt hoge eisen aan zijn werk. Voor Tom is een operatie pas volledig geslaagd als het paard de ingreep (en de koliekaan-
54
54
val) overleeft, als het dier geen complicaties overhoudt aan de ingreep, als er geen of minimale wondinfecties optreden, en als het paard na afloop geen verstopte aders vertoont in de hals. Dat laatste is belangrijk bij sportpaarden. Een verstopte ader blijft zichtbaar, wordt door buitenstaanders gemakkelijk met doping in verband gebracht (toedienen van injecties en/of baxters), en zal bij een eventuele verkoop altijd een reductie op de prijs veroorzaken. Net als alle andere elementen bij een koliekoperatie, heeft ook het probleem van verstopte aders met de factor tijd te maken. Paarden die te laat op de operatietafel belanden hebben een dikwijls een hogere hematocrietwaarde, en moeten meer baxters worden toegediend dan gebruikelijk. Hierdoor slibben de aders dicht, en bestaat er een grotere kans op wondinfecties. Naast de verstreken tijd, en de hematocrietwaarde, bepaalt de duur van de eigenlijke operatie ten dele de kansen op succes. Een normale koliekoperatie neemt gemiddeld één uur in beslag, maar hoe sneller de ingreep verloopt, hoe groter de overlevingskansen zijn. Moderne hulpmiddelen en technieken komen ondertussen de paarden ten goede. In de paardenkliniek Equinia wordt voor de narcose hetzelfde middel gebruikt dat in de humane chirurgie voor kinderen wordt ingezet. Het gaat om een superieur product dat de paarden in een zeer lichte, goed controleerbare slaap brengt. Het enorme voordeel is dat de dieren niet ziek zijn van de narcose, na de operatie vrijwel onmiddellijk wakker worden, en geen bewegingsstoornissen ondervinden. Dat laatste reduceert het risico op de voorheen beruchte ongevallen bij het ontwaken nagenoeg tot nul. Het maakt de operatie wel duurder, en verklaart ten dele de hoge kostprijs, die tussen 60.000 en 80.000 bfr ligt. De strijd tegen koliek zal de paardeman nooit helemaal kunnen winnen, maar veel wat vroeger ondenkbaar was is nu mogelijk worden. De gebruikte technieken worden alsmaar efficiënter, en de gebruikte middelen alsmaar gesofisticeerder. Gelukkig, maar toch blijft tijd de belangrijkste factor bij het behandelen van een paard met koliek. Wie onverhoopt zo’n paard op stal heeft moet één ding doen : onmiddellijk de veearts contacteren.
Dit artikel kwam tot stand dankzij de bereidwillige medewerking van dr. vet. Tom Mariën. Tom Mariën maakte niet alleen de bedenkingen en opmerkingen die het hoofdbestanddeel vormen van de tekst, maar leverde ook het unieke fotomateriaal, waarvoor dank. Dr. vet. Tom Mariën is te bereiken op de Dierenkliniek Equinia, Voortkapelseweg 77, 2200 Noorderwijk. (tel. 014/ 26.53.20)
mei 2000,
PK