Gemeente Watertand
de Rechtspraak
2 4 APR 2015
Gemeente Waterland
APR' ZO(
Rechtbank Noord-Holland
INGEKOMEN
[1 AANTEKENEN
(4ESCAND [ PER POST [] PER-FAX (0299) 65 85 99
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam
datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk
23 april 2015
Zittingsfase bestuur Haarlem mevr M.M.A. van der Meer (023) 888 39 .12 zaaknummer HAA 15 / 518 WABOA GUT.' U15.00718
bijlage(n) faxnummer afdeling onderwerp
(023) 888 39 76 het beroep van~11. e.a. te Uitdam
Geachte heer/mevrouw,
Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Haarlem bezoekadres Stationsplein 80 2011 LM Haarlem correspondentieadres Postbus 1621 2003 BR Haarlem t (023) 888 37 11 Zittingen t (023) 888 37 12 Beroepszaken t (023) 888 37 13 Voorzieningen f (023) 888 39 73/76 (Bestuursrecht) f (023) 888 39 77 (Belasting) www.rechtspraak.n1
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Over het beroep met zaaknummer ITAA 15 / 518 WABOA GUI1 deel ik u het volgende mee. De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u het niet eens bent met de uitspraak. U kunt ook digitaal hoger beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op www.raadvanstate.n1 voor meer informatie over het indienen van digitaal beroep. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact -opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden.
Hoogachtep.‘7 / / de gri@g,-:'
BE022
" ima.ar •,rer. •
kaout:•,474.....1.gg •
uitspraak RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem. Bestuursrecht zaaknummers: HAA 15/1263 en HAA 15/518 uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 april 2015 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen ~e.a., te Uitdam, eisers (gemachtigde: mr. G.G Kranendonk), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland> verweerder (gemachtigde: R. Ayoub). Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: 11/1.1, te Uitdam (gemachtigde: mr. E. Engels). Procesverloop Bij besluit van 14 juli 2014 (het primaire besluit) heeft verweerder aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van de woonboot op het adres Uitdammer Dorpsstraat 18 te Uitdam (hierna: het perceel). Bij besluit van 16 december 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard. Verzoeker hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 april 2015. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Derde-partij is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Overvvegingen 1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.
zaaknummers: HAA 15/1263 en HAA 15/518
Het bouwplan omvat het vervangen van een reeds bestaande woonboot in de 2. zogenoemde overtuin op het perceel. De huidige bestaande woonboot bevindt zich deels op het buurerf. De nieuwe woonboot komt op een locatie die ten opzichte van de huidige locatie enkele meters naar het zuiden verschoven is, zodat de woonboot in zijn geheel op het erf van derde-partij komt te staan. Het bestreden besluit gaat over de omgevingsvergunning die verweerder aan derde3. partij heeft verleend voor het vervangen van: de reeds bestaande woonboot op het perceel. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan, zodat de vergunning niet kan worden geweigerd. Ook is er volgens verweerder geen sprake van andere weigeringsgronden. Verzoekers hebben aangevoerd dat het begrip "bestaande woonboot" in het 4. bestemmingsplan "Kernen Waterland 2013" dient te worden uitgelegd aan de hand van wat, op grond van de wettelijke systematiek, gewoonlijk onder "bestaand" dient te worden verstaan. Dat is volgens verzoekers het bestaand planologisch gebruik danwel het bestaand feitelijk gebruik. Feitelijk ligt de woonark op een andere plaats dan waar het bouwplan op ziet. De nieuwe woonboot is voorts 20% groter dan de bestaande boot en valt ook deels buiten de aanduiding op de plankaart. Ook de goothoogte is hoger dan bij de bestaande woonboot. Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen 5.. omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. Ingevolge artikel 2.10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo wordt, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, de omgevingsvergunning geweigerd indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan. 6. De voorzieningenrechter dient te beoordelen of verweerder de omgevingsvergunning voor het bouwplan terecht heeft verleend. De voorzieningenrechter merkt hierbij op dat de opsomming in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo limitatief is geformuleerd. Dit betekent dat de orngevingsvergunning moet worden geweigerd indien het bouwplan waarop de aanvraag betrekking heeft in strijd is met één of meer in de weigeringsgronden neergelegde voorschriften. Andersom betekent het dat, wanneer het bouwplan in overeenstemming is met die voorschriften, de omgevingsvergunning moet worden verleend. 7. Het perceel waarop het bouwplan betrekking heeft, is gelegen in een gebied waarvoor het bestemmingsplan "Kernen Waterland 2013" (hierna: het bestemmingsplan) geldt. Het perceel heeft de bestemming Tuin — Overtuinen. Ingevolge artikel 17, eerste lid, van de planvoorschriften zijn de gronden met deze bestemming bestemd voor: a. overtuinen, behorende bij de op de nabijgelegen gronden gelegen woonhuizen; met daaraan ondergeschikt: b. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie — paardrijbak"; c. nutsvoorzieningen; d. kleinschalige duurzame energiewinning; e. water; met de daarbijbehorende: E andere bouwwerken.
zaaknummers: HAA 15/1263 en HAA 15/5 18
Ingevolge artikel 17, tweede lid, van de planvoorschriften worden op of in deze gronden geen gebouwen en overkappingen gebouwd, met uitzondering van: a. bestaande gebouwen; b. een bestaande woonboot, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding — woonboot". Op grond van artikel 1, lid 21, van het bestemmingsplan dient te worden verstaan onder "bestaand" ten aanzien van aan aanwezige bouwwerken in de overtuinen van Uitdam: bestaand zoals aanwezig op de gemeentelijke luchtfoto's van september 2008. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit het bestemmingsplan niet dat 8. de woonboot op exact dezelfde plaats moet worden teruggebouwd. In het bestemmingsplan is namelijk geen bouwvlak aangegeven waarbinnen de woonboot gebouwd dient te worden. Het bestemmingsplan kent voor dit specifieke geval een aanduiding met stippellijntjes. Deze aanduiding geeft aan dat de woonboot op dat perceel gebouwd mag worden. De voorzieningenrechter stelt dan ook vast dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat op het perceel een woonboot mag worden gebouwd, aangezien op het perceel de specifieke bouwaanduiding woonboot van toepassing is. Voor wat betreft de maten van de woonboot, deze mogen de bestaande maten niet overschrijden. Niet gebleken is dat dat het geval is. Gelet hierop voldoet het bouwplan aan artikel 17, tweede lid, onder b, van de planvoorschriften. Vast staat dan ook dat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat zich in het onderhavige geval geen 9. wcigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo. Verweerder was daarom gehouden de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. 10.
Het beroep is ongegrond.
Omdat het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige 11. voorziening te treffen. 12.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
zaaknummers: HAA 15/1263 en HAA 15/518
Beslissing De voorzieningenrechter: - verklaart het beroep ongegrond; wijst het verzoek om voorlopige voorziening a ,
Deze uitspraak is gedaan door tnr. G. Guinau, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S.T. Visser, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 april 2015.
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
1 to Ft, „„ Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan voor zover daarbij is beslist op, het beroep binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.