Brussel, 7 juni 2012 (12.06) (OR. en)
B PU
10823/12
LI
LIMITE
C
seil UE
RAAD VA DE EUROPESE UIE
FISC 75 ECOFI 493
OTA I/A-PUT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad Betreft: Verslag van Ecofin aan de Europese Raad over belastingaangelegenheden
1.
In de conclusies van de Europese Raad van 1/2 maart 2012 over groei wordt de Raad verzocht uiterlijk in juni 2012 verslag uit te brengen over diverse belastingaangelegenheden.
2.
De Raadsgroep op hoog niveau belastingvraagstukken heeft daaraan op 30 mei 2012 een bespreking gewijd en overeenstemming bereikt inzake een ontwerp-Ecofinverslag voor de Europese Raad belastingaangelegenheden.
3.
Het Comité van permanente vertegenwoordigers wordt derhalve verzocht om: –
het ontwerpverslag toe te zenden aan de Raad Ecofin van 22 juni 2012;
–
voor te stellen dat het bijgaande verslag wordt goedgekeurd.
____________________
10823/12
gra/NGS/dp DG G I
1
LIMITE L
BIJLAGE
Betreft:
Ontwerpverslag van Ecofin aan de Europese Raad over belastingaangelegenheden
1.
Dit verslag gaat in op de verschillende onderwerpen die worden genoemd in de conclusies van de Europese Raad van 1/2 maart 20121 over groei; Ecofin was verzocht daarover uiterlijk in juni 2012 te rapporteren. Voortbouwend op de besprekingen in de Raadsgroep op hoog niveau Belastingvraagstukken, wordt in dit verslag uiteengezet in hoeverre door de Raad "concrete manieren om belastingfraude en belastingontwijking beter te bestrijden, ook in relatie tot derde landen" worden uitgewerkt. In het verslag wordt derhalve een overzicht gegeven van de stand van de werkzaamheden in de Raad betreffende een aantal essentiële, specifiek in de conclusies genoemde wetgevingsvoorstellen, zoals die over energiebelasting, de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting, de belasting op financiële transacties, de herziening van de richtlijn spaarbelasting en de onderhandelingsrichtsnoeren voor overeenkomsten met derde landen inzake spaarbelasting.
2.
Uit de in het programma van het Deense voorzitterschap genoemde prioriteiten blijkt dat de Raad zich de afgelopen maanden vooral heeft beziggehouden met de bestrijding van belastingontduiking en belastingfraude. Zorgen voor een efficiënte belastinginning in de lidstaten heeft in het licht van de financiële crisis en de begrotingskrapte inderdaad aan belang gewonnen. Tijdens de besprekingen over belastingkwesties onder het Deense voorzitterschap is ook het belang belicht van belastingen als potentiële stimulans/ontmoedigende factor in verband met bredere problemen zoals groeibevordering, aanpak van klimaatverandering en het trekken van de juiste conclusies uit de financiële crisis.
1
EUCO 4/3/12 (punten 9 en 21).
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
2
LIMITE L
3.
De voorbij zes maanden is met bovengenoemde overwegingen rekening gehouden bij de besprekingen over de hierna genoemde dossiers. Met sommige dossiers zijn goede vorderingen gemaakt. Aan andere moet nog verder worden gewerkt voordat een besluit of aanneming (eenparig) door de Raad mogelijk is. De Commissie blijft het belang van een snel akkoord over de cruciale wetgevingsvoorstellen benadrukken.
Belasting op spaargelden
4.
Het Deense voorzitterschap heeft getracht vorderingen te maken inzake twee met elkaar verband houdende dossiers die verschil zouden kunnen maken bij de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking:
–
het voorstel tot wijziging van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling uit 2008;
–
het ontwerpmandaat voor onderhandelingen met vijf derde landen (Zwitserland, Liechtenstein, Andorra, Monaco en San Marino) over gelijkwaardige maatregelen inzake inkomsten uit spaargelden.
5.
De huidige Spaarrichtlijn voorziet in automatische informatie-uitwisseling over inkomsten uit spaargelden tussen de lidstaten; voor Oostenrijk en Luxemburg geldt een overgangsregeling die een bronbelasting op inkomsten uit spaargelden behelst. Na afloop van de overgangsregeling zullen alle lidstaten gegevens melden en automatisch uitwisselen mits is voldaan aan een aantal eisen waarvoor unanieme Raadsbesluiten nodig zijn.2
6.
De richtlijn is gekoppeld aan de overeenkomsten over spaargeldbelasting met Zwitserland en andere derde landen waarin is bepaald dat er bronbelasting wordt geheven op inkomsten uit spaargelden uit die landen.
2
Art. 10, lid 2, van de Spaarrichtlijn .
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
3
LIMITE L
7.
Bij de praktische toepassing van de richtlijn en de overeenkomsten is gebleken dat zij op sommige punten inefficiënt zijn en grote mazen vertonen die belastingfraude en belastingontduiking vergemakkelijken. De Commissie heeft in 2008 een voorstel tot wijziging van de richtlijn ingediend met de bedoeling haar efficiënter te maken.
8.
Tijdens de vorige voorzitterschappen is overeenstemming bereikt over wijzigingen in de Richtlijn, behalve over een paar resterende technische kwesties.
9.
Oostenrijk en Luxemburg waren echter nog niet klaar voor een definitieve aanneming van de richtlijn: er dienden immers nog problemen in verband met gelijke concurrentievoorwaarden te worden aangepakt. De industrie in Zwitserland en andere derde landen mag niet kunnen profiteren van strengere regelgeving in de EU. Die twee lidstaten hebben er daarom op gewezen dat er een parallellie moet zijn tussen de voorgenomen wijzigingen in de Spaarrichtlijn en de aangescherpte overeenkomsten over inkomsten uit spaargelden met Zwitserland en de andere derde landen.
10.
Om de problemen met de gelijke concurrentievoorwaarden proactief aan te pakken heeft de Commissie een aanbeveling ingediend voor een mandaat om te onderhandelen met Zwitserland en de andere derde landen. Op basis van reeds onder vorige voorzitterschappen verricht werk, heeft het Deense voorzitterschap de technische werkzaamheden in verband met dit mandaat afgerond.
11.
Gelet op de internationale ontwikkelingen, ook op het gebied van samenwerking in belastingzaken en administratieve bijstand, heeft het voorzitterschap in mei 2012 een ontwerpmandaat bij de Raad ingediend.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
4
LIMITE L
In dit ontwerp wordt de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over het aannemen van maatregelen die gelijkwaardig zijn aan de wijzigingen in Raadsrichtlijn 2003/48/EG en worden tevens internationale ontwikkelingen belicht, zoals voorgeschreven door de evaluatieclausules in de bestaande overeenkomsten.
12.
Op Luxemburg en Oostenrijk na konden alle lidstaten met de aanneming instemmen. Luxemburg en Oostenrijk zijn ten volle bereid een mandaat en de voorgestelde gewijzigde richtlijn aan te nemen, maar dringen erop aan dat het mandaat strikt beperkt blijft tot onderhandelingen met derde landen over gelijkwaardige maatregelen. Onverminderd dit standpunt, dringen zij er tevens op aan dat een dergelijk mandaat alleen kan worden verstrekt nadat er binnen de EU een akkoord is bereikt over de betekenis van "internationale ontwikkelingen".
Alle andere lidstaten zijn van mening dat het mandaat ten minste een bepaling moet bevatten die het mogelijk maakt de huidige bepaling inzake informatie-uitwisseling op verzoek aan te scherpen tot de internationaal overeengekomen norm, in overeenstemming met de huidige bilaterale praktijken van de lidstaten en de relevante derde landen.
13.
Er kon in deze fase dan ook geen overeenstemming over dit dossier worden bereikt.
Gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting
14.
Het voorstel betreffende een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) is op 16 maart 2011 door de Commissie ingediend als bijdrage aan een groeivriendelijker belastingsysteem, waarvoor in de Europa 2020-strategie is gepleit.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
5
LIMITE L
Het doel van dit voorstel is tweeledig:
–
het instellen van een gemeenschappelijk EU-systeem voor de berekening van de heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting, dat naast de nationale systemen van de lidstaten zou bestaan en waarvoor de vennootschappen facultatief zouden kunnen kiezen;
–
het mogelijk maken van consolidatie van verlies en winst voor de groepen vennootschappen die voor het systeem hebben gekozen.
15.
Voortbouwend op de werkzaamheden onder het Hongaarse en het Poolse voorzitterschap heeft het Deense voorzitterschap vier vergaderingen van de groep belegd en de technische bespreking in de groep toegespitst op de berekening van de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag vanuit het oogpunt van een individuele belastingbetaler.
De prioriteit ging uit naar bepaalde aspecten, bijvoorbeeld beperking van de renteaftrek, beperking van het overdragen van verliezen, toewijzing van winsten aan een permanente vestiging, de algemene antimisbruikregel, controlled foreign companies en antimisbruikregels inzake hybride dispariteiten tussen entiteiten en financiële instrumenten.
Op basis van de beraadslagingen in de groep heeft het voorzitterschap tevens voor bepaalde delen van het voorstel een eerste compromistekst gepresenteerd die het voorwerp is geweest van bespreking en een eerste commentaar door de lidstaten. Hoewel veel delegaties hebben aangegeven dat zij op die basis verder willen werken, houdt een aantal lidstaten zwaarwegende bezwaren tegen het voorstel. Uit de besprekingen is gebleken dat de technische aspecten nader moeten worden besproken voordat een akkoord of een besluit kan worden bereikt.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
6
LIMITE L
16.
Opgemerkt zij dat verscheidene onderdelen van het voorstel - bijvoorbeeld consolidatie, omslag-op-basis-van-een-formule en administratieve procedures - tot nog toe niet aan de orde zijn geweest en moeten worden bespoken.
Wijziging van de richtlijn interest en royalty's
17.
De richtlijn interest en royalty's van 2003 strekt tot vermindering van het aantal gevallen waarin een bronlidstaat een bronbelasting op een betaling van interest of royalty's heft, terwijl een lidstaat van ontvangst dezelfde betaling belast. Het voornaamste doel is tot een billijke belasting te komen en dubbele belasting tussen lidstaten te vermijden.
18.
De Commissie heeft in 2011 een voorstel ingediend waarmee wordt beoogd de werkingssfeer van de richtlijn uit te breiden zodat betalingen van interest en royalty's er ook binnen komen te vallen, en een voorschrift toe te voegen waaraan een grensoverschrijdende betaling moet voldoen om vrijgesteld te zijn van bronbelasting: de ontvanger van de betaling moet wat zijn inkomen uit de betaling betreft belastingplichtig zijn in zijn staat van vestiging.
19.
Een aantal lidstaten is van oordeel dat in verband met dit nieuwe voorschrift inzake belastingplichtigheid moet worden bedacht dat sommige lidstaten royalty's onder een speciale belastingregeling laten vallen teneinde groeivriendelijk beleid, dat wil zeggen onderzoek en ontwikkeling, te bevorderen. Zij vinden dat een belastingplichtigheidsbepaling bedrijven die onder een dergelijke gunstige belastingregeling vallen de mogelijkheid moet bieden ook van de richtlijn profijt te trekken.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
7
LIMITE L
20.
Een aantal andere lidstaten stelt dat aangezien het een van de doelstellingen van de richtlijn is grensoverschrijdende betalingen van interesten en royalty's één maal te belasten en aangezien het voorstel gericht is op verbreding van de werkingssfeer van de richtlijn, de richtlijn er niet toe moet leiden dat die betalingen geheel worden vrijgesteld of slechts zeer laag worden belast.
Enkele lidstaten zijn te dien einde van oordeel dat de nieuwe belastingplichtigheidsbepaling een minimumniveau van heffing in een lidstaat van ontvangst moet vastleggen als een voorwaarde voor het vrijstellen van een betaling in een bronlidstaat.
21.
Er kon in deze fase dan ook geen overeenstemming over dit dossier worden bereikt.
Herziening van de energiebelastingrichtlijn
22.
De Commissie heeft in april 2011 bij de Raad een voorstel ingediend voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2003/96/EG tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (energiebelastingrichtlijn - EBR). Doel van het Commissievoorstel is de energiebelastingrichtlijn beter af te stemmen op de doelstellingen van de EU inzake energie en klimaatverandering zoals de Europese Raad van maart 2008 heeft gevraagd.
23.
Het voorstel is in de Groep belastingvraagstukken van de Raad meermaals besproken, onder achtereenvolgens het Hongaarse, het Poolse en het Deense voorzitterschap. Het Deense voorzitterschap heeft getracht binnen het bestek van het voorstel algehele compromissen tot stand te brengen in het licht van zowel het verzoek van de Europese Raad om de doelstellingen van de EU inzake energie en klimaat te steunen als recentere conclusies van de Europese Raad (1/2 maart 2012) die zich toespitsen op groei. Op basis van het Commissievoorstel zijn, niettegenstaande de ernstige bezwaren van enkele delegaties tegen het voorstel, onder andere de volgende vraagstukken besproken:
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
8
LIMITE L
•
De beginselen van een nieuwe structuur voor de belasting op energieproducten en de omzetting daarvan in nationale wetgeving.
•
Een geleidelijke invoering van de nieuwe minimumbelastingniveaus alsmede passende overgangsperioden.
•
Het loslaten van het voorstel voor bindende regels voor nationale belastingniveaus boven de minimumniveaus zodat het lidstaten vrijstaat hun nationale belastingniveaus boven de minimumniveaus vast te stellen. De mogelijkheid een beperking van het verschil in de nationale belasting van benzine en diesel in te voeren.
•
Het invoeren van belastingvrijstellingen of -verlagingen voor de CO2-component om overlapping tussen de CO2-component en de regeling van de EU voor de handel in broeikasgasemissierechten te voorkomen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de regels tot hetzelfde resultaat leiden ongeacht of de lidstaten een afzonderlijke CO2-belasting toepassen of een gecombineerd enkel tarief.
•
Mogelijkheden voor wijzigingen en/of handhaving van bestaande belastingverlagingen of -vrijstellingen voor specifieke gebruiksdoeleinden en/of producten mits de gelijke behandeling van de lidstaten, ongeacht de nationale keuzen omtrent de heffingsgrondslag, gewaarborgd is.
24.
Het Deense voorzitterschap heeft een nota opgesteld met het oog op een oriënterend debat in de Raad (Ecofin) op 22 juni 2012, waarin de stand van de besprekingen over het Commissievoorstel wordt beschreven en de ministers wordt verzocht richtsnoeren voor het vervolg van de werkzaamheden te bespreken en goed te keuren.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
9
LIMITE L
Het gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties (FTT)
25.
Het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijke stelsel van belasting op financiële transacties (FTT) en tot wijziging van Richtlijn 2008/7/EG is door de Commissie op 28 september 2011 ingediend. Onder Deens voorzitterschap zijn er drie extra vergaderingen belegd vanwege de politieke belangstelling voor dit voorstel en de verzoeken van een aantal lidstaten om sneller te werken. De groep heeft de eerste technische bespreking van het voorstel op 6 maart 2012 afgerond.
26.
De stand van zaken in dit dossier is door de Raad (Ecofin) van 13 maart 2012 besproken, en vervolgens tijdens de informele Ecofin op 30 maart 2012. Uit de discussies is gebleken dat verder technisch onderzoek nodig is maar dat ook naar mogelijke alternatieven moet worden gekeken.
27.
Op 26 april en 4 mei 2012 heeft de groep daarna de door de Raad uitgezette tweesporenaanpak gevolgd en zich voornamelijk geconcentreerd op mogelijke wijzigingen in het huidige voorstel inzake belasting op financiële transacties. De mogelijkheden voor een stapsgewijze aanpak zijn besproken. Daarnaast is, met het oog op genoemde tweesporenaanpak, gesproken over de elementen van een zegelrecht. De Commissiediensten hebben tevens zeven bijkomende technische documenten verschaft met een nadere toelichting van bepaalde elementen uit het voorstel, alsmede een document over verschillende methodes om financiële activiteiten te belasten. Het voorzitterschap heeft besloten de laatste vergadering te wijden aan mogelijkheden voor alternatieve oplossingen (tweede spoor), dat wil zeggen belasting op financiële activiteiten, bankheffingen enz.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
10
LIMITE L
28.
Enkele lidstaten waren van mening dat, wil men het eerste spoor - invoering van een belasting op financiële transacties - verder onderzoeken met als oogmerk de invoering van zo'n belasting binnen afzienbare tijd, de verdere werkzaamheden zich moeten concentreren op een stapsgewijze aanpak. Dit kan betekenen dat men begint met een belasting op een smalle grondslag, waarbij de belasting voornamelijk wordt geheven op transacties op de secundaire markt met aandelen, obligaties (geen staatsleningen) en icbe, en dat zij later kan worden uitgebreid tot andere financiële instrumenten. Ook brengen de discussies aan het licht dat een aantal lidstaten tegenstander zijn van harmonisering van de belasting voor de financiële sector op het niveau van de EU-27. Sommige lidstaten verkiezen het tweede spoor (onderzoeken van andere manieren om de financiële sector te reguleren of te belasten en, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, in hoeverre daarvoor een optreden op het niveau van EU-27 nodig is).
29.
Het Deense voorzitterschap heeft een verslag opgesteld met het oog op een oriënterend debat in de Raad (Ecofin) op 22 juni 2012, dat de stand van de besprekingen over het Commissievoorstel beschrijft.
BTW en accijns
a)
Aanneming van Raadsconclusies over de toekomst van de btw
30.
Op 6 december 2011 heeft de Commissie aan de Raad een mededeling doen toekomen over "De toekomst van de btw - Naar een eenvoudiger, solider en efficiënter btw-stelsel, aangepast aan de eengemaakte markt".
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
11
LIMITE L
31.
Aansluitend op de besprekingen in de groep heeft het voorzitterschap ontwerpconclusies van de Raad opgesteld betreffende de toekomst van de btw in het algemeen en betreffende de prioriteiten voor de verdere besprekingen, alsmede een verslag over de stand van de besprekingen.
Na nadere bespreking in de groep heeft de Raad op 15 mei 2012 conclusies aangenomen en nota genomen van het verslag van het voorzitterschap over de besprekingen over de mededeling van de Commissie betreffende de toekomst van de btw.
32.
In de Raadsconclusies wordt onder andere benadrukt dat de huidige economische en financiële situatie lastig en complex is en een krachtige consolidatie van de nationale begrotingen vergt, zoals de Europese Raad heeft opgemerkt in zijn conclusies van 1 en 2 maart 20123. Tevens wordt gememoreerd dat de Europese Raad de lidstaten heeft verzocht "waar passend hun belastingstelsels opnieuw te bezien teneinde die doeltreffender en doelmatiger te maken door ongerechtvaardigde belastingvrijstellingen af te schaffen, de belastinggrondslag te verbreden, de belastingdruk te verschuiven weg van arbeid, de efficiëntie van de belastinginning te verbeteren en belastingfraude te bestrijden". Hiermee zal op EU-niveau rekening moeten worden gehouden bij de uitvoering van de in de mededeling geformuleerde doelstellingen. De btw is een belangrijke bron van inkomsten voor de nationale begrotingen, en een hervorming van het huidige btw-stelsel van de EU moet er in het bijzonder op gericht zijn de btw effectiever en efficiënter te maken, ongerechtvaardigde vrijstellingen af te schaffen en de belastinggrondslag te verbreden teneinde bij te dragen tot budgettaire consolidatie en groei.
33.
De Raadsconclusies over de toekomst van de btw zijn een belangrijke stap in de richting van de uitvoering van een nieuwe EU-btw-strategie.
3
doc. EUCO 4/3/12.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
12
LIMITE L
b)
Aanneming van Raadsconclusies over een Speciaal verslag van de Rekenkamer
34.
De Rekenkamer heeft op 15 december 2011 speciaal verslag nr. 13/2011 ingediend, met de titel "Wordt met douaneregeling 42 btw-ontwijking voorkomen dan wel ontdekt?"
Overeenkomstig de toepasselijke procedures heeft het Coreper de Groep belastingvraagstukken verzocht dit verslag te bespreken.
35.
Op 13 maart 2012 heeft de Raad conclusies over dit verslag aangenomen die door de bevoegde Raadsgroep waren voorbereid. In die conclusies wordt nota genomen van het speciaal verslag en worden de lidstaten onder andere aangemoedigd "om de samenwerking op dit terrein nog te intensiveren en om waakzaam te blijven wat betreft voorkoming en opsporing van btw-fraude in samenhang met douaneregeling 42."
c)
Aanneming van nieuwe regels voor administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen
36.
Op 14 november 2011 heeft de Commissie nieuwe regels voor de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen voorgesteld waardoor rechten sneller worden geïnd en inkomsten beter door de lidstaten worden gecontroleerd.
De nieuwe verordening vervangt de bestaande regels teneinde de invoering, in april 2010, van het geautomatiseerde systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (EMCS) beter te weerspiegelen. Dankzij de geautomatiseerde uitwisseling van informatie zal de inning van verschuldigde accijnzen gemakkelijker en sneller verlopen.
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
13
LIMITE L
37. Na besprekingen in de Groep belastingvraagstukken heeft de Raad op 2 mei 2012 het nieuwe verordeningsvoorstel over administratieve samenwerking aangenomen.
38.
De verordening vormt een belangrijke bijdrage in tijden van begrotingsconsolidatie, omdat effectieve belastinginning essentieel is voor de lidstaten. In de interne markt moeten belastingadministraties snel en efficiënt gegevens kunnen uitwisselen met andere lidstaten, met het oog op een goede inning van de inkomsten.
Belastingscoördinatie
39.
De groep op hoog niveau sprak tevens over coördinatie tussen de lidstaten op het gebied van belastingheffing.
a)
Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen)
40.
Het voorkomen van schadelijke praktijken is voor de lidstaten een kernprioriteit op het gebied van belastingen. Zij geven toe dat de lopende werkzaamheden in de Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen) de afgelopen jaren aanzienlijk hebben bijgedragen tot het voorkomen van dergelijke praktijken in de EU-lidstaten en in derde landen. De groep brengt halfjaarlijks verslag uit aan de ministers van de Raad Ecofin over de geboekte vooruitgang. Dit succesvolle werk moet dan ook worden voortgezet op basis van het door de Raad in 2011 goedgekeurde werkprogramma.
b)
Ander vraagstukken op het gebied van belastingcoördinatie
41.
De Groep op hoog niveau heeft een aantal gebieden aangewezen die na juni 2012 mogelijk voor belastingcoördinatie in aanmerking komen, onder meer:
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
14
LIMITE L
– FATCA (US Foreign Account Tax Compliance Act): er zijn besprekingen met de VS gestart over de wijze waarop deze VS-wetgeving efficiënt kan worden toegepast, zoals overeengekomen in de Groep op hoog niveau.4 In informele vergaderingen zijn een aantal praktische elementen in verband met de te volgen weg verduidelijkt. De werkgroep van de Raad moet bezien hoeveel vorderingen zijn gemaakt, bespreken hoe de verdere besprekingen met de VS kunnen worden vergemakkelijkt en elementen aanwijzen voor een gecoördineerde aanpak van verdere gesprekken.
–
De Groep op hoog niveau zou van gedachten kunnen wisselen over belangrijke belastingdossiers die in OESO/G8/G20-verband ter bespreking voorliggen en van betekenis zijn voor de verdere werkzaamheden in de EU. Vertegenwoordigers van die fora/organisaties zouden, indien wenselijk, kunnen worden verzocht presentaties te geven in de Groep op hoog niveau.
–
In de gevallen waarin tot dusver geen EU-wetgeving kon worden aangenomen, zou de groep zich kunnen beraden op mogelijke manieren om verder te gaan.
–
Bij de uitwisseling van beste praktijken zou men zich op het volgende gebieden kunnen concentreren: •
de praktische ervaring van de lidstaten met het omgaan met belastingontduiking en belastingfraude, onder meer met betrekking tot derde landen; de efficiëntie van de belastinginning;
•
ervaringen met groeivriendelijke belastingstructuren5.
_______________
4 5
Brief van het voorzitterschap en de Commissie aan minister van Financiën Timothy Geithner van 24 maart 2011. Rekening houdend met de aanbevelingen in de jaarlijkse groeianalyse 2012 (doc. 17229/11 + ADD 4).
10823/12 BIJLAGE
gra/NGS/dp DG G I
15
LIMITE L