DE NATIONALE VOORLEESKAMPIOENSCHAPPEN
Handleiding voor leerkrachten
Voorwoord Na de succesvolle Nationale Voorleeskampioenschappen van 2014 zijn wij weer op zoek naar voorleestalent. En ook nu hebben wij uw hulp nodig. Wij roepen u, leerkrachten, leerlingen en ouders van alle basisscholen in Suriname op, om met elkaar en met ons de voorleeskampioenschappen te organiseren. Eerst in de klas, dan op school en dan in de regio. We maken onderscheid tussen onder- en bovenbouw, zodat iedere school uiteindelijk 2 schoolkampioenen heeft. Die twee gaan naar de regiowedstrijden! Lees de handleiding goed en met vragen kunt u altijd bij ons terecht. Stichting Projekten Tel. 411511
[email protected]
Stichting Projekten wenst alle voorlezers heel veel succes toe. Tot ziens bij de Regionale Voorleeskampioenschappen!
Met vriendelijke groet, Stichting Projekten
De kampioenen van de scholen melden zich aan via het inschrijfformulier (zie pagina 7).
De Nationale Voorleeskampioenschappen 2015 2
De Nationale Voorleeskampioenschappen Scholen doen mee aan De Nationale Voorleeskampioenschappen omdat het kinderen enthousiast maakt om te lezen. Uw eigen schoolronde (stap 1) TIPS VOOR DE SCHOOLRONDE Tip 1) Wanneer u de leerlingen van uw groep betrekt in de voorbereiding (het beoordelen van voorlezen, het kiezen van een boek en dergelijke) is deelname aan de schoolronde leuk en leerzaam voor alle leerlingen. Dus ook diegene die niet meedoen als voorlezer. Tip 2) Probeer de leerlingen te motiveren om te kiezen voor verrassende, minder bekende literatuur.
Het schoolteam wijst een trekker aan die als coördinator optreedt. De coördinator zorgt ervoor dat: ● de gehele school goed geïnformeerd wordt ● iedereen enthousiast is ● er een jury samengesteld wordt ● de jury het formulier kent en weet waarop gelet moet worden. Onderbouw: klas 2 en 3 – bovenbouw: 4 t/m 6 (onderbouw leerjaar 4 en 5 - bovenbouw leerjaar 6 t/m 8) In iedere klas vinden voorleeswedstrijden plaats: De leerkracht kiest de 6 beste lezers uit (als er een parallelklas is, kiest iedere leerkracht de 3 beste lezers uit.) Deze 6 kinderen lezen een stuk voor en de jury bepaalt welke leerling de beste is. Vervolgens lezen de beste leerlingen van de onderbouw voor de jury die bepaalt wie de schoolkampioen onderbouw is. Hetzelfde gebeurt in de bovenbouw. De twee schoolkampioenen (één onderbouw, één bovenbouw) worden ingeschreven voor de regionale wedstrijden.
Tip 3) Probeer álle kinderen over de streep te halen om mee te doen! Er zijn genoeg boeken met humor, spanning of sport om ook hen die minder van lezen houden aan het lezen te krijgen.
De Nationale Voorleeskampioenschappen 2015 3
Voor de jury De jury op school ziet er als volgt uit: - Tenminste één leerkracht en een aantal kinderen. Er moet tenminste één vast professioneel jurylid zijn. Hierbij kunt u denken aan een leerkracht uit een andere groep, een schrijver of een biebjuf. De leerkracht is altijd voorzitter van de jury. Waar let de jury op? Was het voorlezen duidelijk? En spannend? Werden de luisteraars aangekeken en was de intonatie goed? U kunt in de klas de aandachtspunten op het bord schrijven. Het juryformulier is een leidraad voor de beoordeling. Werkwijze van de jury - Lees eerst de spelregels en de voorleestips. - Luister eerst even voordat u begint met scoren. - Over alle kandidaten wordt eerst iets positiefs benoemd en pas daarna wordt opbouwende feedback gegeven (geen negatief commentaar).
Voor de leerlingen Een boek en een fragment kiezen - Het moet een verhaal of een deel van een verhaal zijn uit een bestaand Nederlandstalig kinder- of jeugdboek. - Het voorlezen van het stukje verhaal mag maximaal één minuut in beslag nemen. - Zorg dat er niet te veel personen in voorkomen anders wordt het misschien te ingewikkeld voor je publiek.
Oefentips Oefen het voorlezen heel goed. Vraag of iemand wil luisteren en commentaar wil geven. Laat die persoon wel eerst de voorleestips lezen en het juryformulier bekijken. Zorg dat je de tekst heel goed begrijpt. Lees het hele verhaal. Lees de voorleestips en het juryformulier. Dan weet je meteen waar de jury straks op let. Als je oefent op de dingen die daar worden genoemd, word je vast een voorleeskampioen!
De Nationale Voorleeskampioenschappen 2015 4
De Regionale Kampioenschappen (stap 2) De Regionale Kampioenschappen zien er als volgt uit: - Elke school heeft twee schoolkampioenen gekozen, één van de boven- en één van de onderbouw. - Per regio komt een aantal scholen tegen elkaar uit. - De deelnemers lezen eerst een stuk uit een boek dat ze zelf gekozen hebben (goed voorbereid dus) en daarna uit een boek dat ze van de wedstrijdleiding krijgen (onvoorbereid). Uiteindelijk zullen er ongeveer 20 regiokampioenen zijn (10 van de bovenbouw en 10 van de onderbouw). Het hoogst bereikbare is dus de titel ‘regiokampioen’.
Noem voordat je begint met voorlezen de schrijver en de titel van het boek. Daarna zeg je heel kort waar het verhaal over gaat en vertel een paar dingen die van belang zijn om het fragment te begrijpen, bijvoorbeeld wie de personen zijn die erin voorkomen. Hoe korter, hoe beter. Tip 1) Spreek duidelijk. Gebruik je eigen stem. Let op de juiste klemtoon. Oefen vaak hardop en vraag of iemand daarop wil letten. Tip 2) Probeer contact te houden met het publiek. Houd je boek dus niet voor je gezicht en probeer zo nu en dan de mensen in de zaal aan te kijken. Tip 3) Probeer geen toneel te spelen. Gebruik geen overdreven stemmetjes. Tip 4) Je kunt wel je stem gebruiken om de sfeer van het verhaal duidelijk te maken. Je kunt hard (niet TE hard!) en zacht afwisselen. Je kunt in tempo variëren. Je stem kan bedroefd klinken of blij, of boos, dreigend of geheimzinnig, als het maar past bij het verhaal. Tip 5) Schreeuw nooit. Als het nodig is, krijg je een microfoon. Tip 6) Verspreken is niet erg. Even goed ademhalen en rustig opnieuw beginnen!
Het vervolg
De regiokampioenen komen allemaal op 7 augustus naar Paramaribo en beleven daar een fantastische feestelijke educatieve dag. Maar het gaat natuurlijk om voorlezen dus de kampioenen krijgen allemaal een opdracht mee om op verschillende plaatsen te gaan voorlezen. Het kampioensjaar wordt afgesloten met een feestavond op de dag van de Rechten van het Kind, 20 november. De regiokampioenen die dan naar het vervolgonderwijs zijn gegaan, worden benoemd tot voorleesambassadeurs met de opdracht om waar ze ook zijn, het (voor)lezen te promoten.
De Nationale Voorleeskampioenschappen 2015 5
Juryformulier Naam voorlezer: Titel van het boek & de naam van de schrijver of schrijfster: Punten (6=matig 7=voldoende 8=goed 9=uitstekend 10=perfect)
6
7
8
9
10
Opmerkingen
1) De nadruk wordt steeds op de goede plaats gelegd (klemtoon). 2) De kandidaat leest in een prettig tempo (niet te snel, niet te langzaam) 3) Het stemvolume is prettig (niet te hard/schreeuwend, niet te zacht/ onverstaanbaar) 4) Het stemgebruik past bij het verhaal (vrolijk, verdrietig, eng). 5) De emotie wordt goed overgebracht. 6) De kandidaat kijkt het publiek zo nu en dan eens aan. 7) De gezichtsuitdrukking en lichaamshouding zijn goed. 8) De kandidaat is verstaanbaar en spreekt de woorden goed uit. 9) De fragmentkeuze is origineel (denk aan: mooi geheel, spannend open einde) 10) Het klinkt natuurlijk, het is duidelijk dat de kandidaat het verhaal begrijpt.
Totaal aantal punten: Inschrijfformulier
Dit zijn de kampioenen van onze school: A.U.B. in blokletters invullen, in ieder hokje een letter of cijfer
De Nationale Voorleeskampioenschappen 2015 6
Schoolkampioen ONDERBOUW (1) Naam: Voornaam: Leeftijd: Klas: Telefoonnummer: Schoolkampioen BOVENBOUW (2) Naam: Voornaam: Leeftijd: Klas: Telefoonnummer:
Contactpersoon school Telefoonnummer: Naam school: Adres school: Telefoonnummer school: E-mail adres:
Inschrijfformulieren kunnen worden ingeleverd tot uiterlijk vrijdag 12 juni 2015 bij het bureau van Stichting Projekten aan de Dr. Sophie Redmondstraat 172 boven. Voor vragen of het inschrijven van uw kampioenen kunt u bellen naar de Stichting Projekten; 8971334, 411455 of 472072. Of mailen naar
[email protected]
Schrijf duidelijk de namen, school, telefoonnummer en leeftijden!!
De Nationale Voorleeskampioenschappen 2015 7