De Holland langszij Hr.Ms. Amsterdam
Alle Hens
02|12
Amfibisch oefenen in de Verenigde Staten
Colofon: Coverfoto: Aan boord van Hr.Ms. Amsterdam maken ze zich klaar om voor het eerst te bevoorraden met patrouilleschip de Holland. (Foto: Eva Klijn, AVDD) Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend.
Eerste RAS voor de Holland
Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel Eindredactie: LTZ2OC Maartje van der Maas Lay-out: Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk: OBT B.V., Den Haag Voor adreswijzigingen 0223 657386
4
Adreswijzigingen KM-personeel: 0223 657386
Nederlandse vlag in Bold Alligator
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 | 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 | 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl
7
Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 | 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected] Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 22 maart 2012. Abonnementenwet Sinds 1 december 2011 is de nieuwe Abonnementenwet van kracht. Deze is van invloed voor abonnementen van betalende abonnees. Kijk voor meer informatie op de website www.aboland. nl en de specifieke pagina voor dit blad/ deze krant.
Hr.Ms. Evertsen klaar voor missie
20 PTG3 traint voor Kunduz
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar) Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder:
29
32 Sport | 33 Logboek | 39 Mensen & Mutaties
Alle Hens | februari 2012
2
column
Tegenstellingen Afgelopen maand hebben we afscheid genomen van Hr.Ms. Zuiderkruis, een prima schip met een uitstekende staat van dienst. Het deed me goed dat meer dan vijfhonderd oud-opvarenden naar de reünie op de Oude Dame zijn geweest. Dat is een bewijs van de trouw en de toewijding die de marineman en –vrouw kenmerkt. Het deed me echter zeer om dit schip te laten gaan. Met dit afscheid is in deze bezuinigingsronde onze bevoorradingscapaciteit gehalveerd en een fors deel van de vloot afgestoten. In deze tijden, waarin onze inzet groter is dan ooit, is dat een zwaar verlies.
Nieuwe schepen Op dezelfde dag van afscheid, verwelkomden we onder luid gejoel van het Korps Adelborsten het marinedetachement Friesland voor de eerste keer in de haven van Den Helder. Het gaat goed met de bouw van onze nieuwe schepen. Op de scheepswerf in Roemenië wordt ondanks de extreme kou hard gewerkt aan de Groningen. Ook aan de geïntegreerde mast van het Joint Support Ship is de eerste hand gelegd. Dat zijn vorderingen die me positief stemmen. Bij deze vernieuwing moeten we echter niet uit het oog verliezen, dat dit ter compensatie van eerdere bezuinigingen was. Voor de patrouilleschepen hebben we immers M-fregatten ingeleverd. Als ik dan ook terugkijk naar het begin van deze eeuw, moet ik helaas concluderen dat na twee forse bezuinigingsslagen de vloot bijna is gehalveerd. Personeel Het gaat echter niet alleen om de materiële kant van het verhaal. Onlangs zijn de knelpuntcategorieën bekend gesteld. Een aantal collega’s in deze groepen wordt de gelegenheid geboden om gebruik te maken van het Sociaal Beleidskader en hun carrière buiten onze organisatie verder voort te zetten. Het is natuurlijk niet leuk om straks vroegtijdig afscheid te nemen van uitstekend functionerende werknemers. We moeten dit gezamenlijk op een goede manier doen. Daar tegenover staat weer dat we tegelijkertijd hard werken aan de werving van nieuw personeel. De instroom van jonge mensen is van belang voor onze toekomst. Verder zijn er schaarstecategorieën geformuleerd en we kijken naar maatregelen voor behoud van de mensen die zich in deze groepen bevinden. Ontwikkelingen De bezuinigingen zijn onontkoombaar en een werkelijkheid waar we mee moeten leven. Daarnaast is onze inzet onverminderd veel gevraagd. De dreigingen op maritiem vlak in de wereld nemen alleen maar toe. De problemen tussen het Westen en Iran rondom de Straat van Hormuz illustreren dat. Maar liefst een derde van al de olie die overzee vervoerd
3
wordt, gaat door deze verkeersader, waarvan de Westwaartse route door Iraanse territoriale wateren loopt. Conflicten rondom deze zeestraat kunnen enorme economische gevolgen hebben. Het piraterijprobleem aan de Oostkust van Afrika heeft dezelfde consequenties. Een recent rapport berekende dat de economische gevolgen van piraterij de wereldeconomie in 2011 tussen de 6,5 en 7 miljard dollar hebben gekost. In dat zelfde rapport staat te lezen dat onze aanpak met schepen en de Vessel Protection Detachements in die regio haar vruchten begint af te werpen. Helaas zien we echter ook dat deze vorm van misdaad zich nu steeds meer aan de Westkust van Afrika ontwikkelt. Er is genoeg werk voor ons en we doen dat werk goed. Zoals u ziet stond deze maand vol met tegenstellingen. We nemen afscheid en we verwelkomen. Onze inzet is onverminderd hoog en we bezuinigen tegelijkertijd. We stellen schepen gereed voor nieuwe missies en de voorbereiding op de derde rotatie van de Police Training Group voor Kunduz is in volle gang. Dit terwijl we zowel op personeels- als op materieelsgebied een lean and mean-marine zijn. Op beide vlakken zie ik na deze reorganisatie dan nog weinig mogelijkheden om nog meer efficiëntie te winnen. Ik ben trots op uw inzet en vraag u om ondanks de grote tegenstellingen toch als waardig ambassadeur van de organisatie te blijven optreden, zoals u altijd gedaan heeft. Onze taken blijven zichtbaar door te laten zien waar we goed in zijn. Dat deze Alle Hens bol staat van artikelen over het opwerken voor en onze daadwerkelijke operationele inzet, is voor mij hèt bewijs dat u gehoor geeft aan deze oproep.
Vice-admiraal Matthieu Borsboom Commandant Zeestrijdkrachten, Admiraal Benelux Twitter: @VADMBORSBOOM
Alle Hens | februari 2012
operationeel
Afgevinkt: Bevoorraden op Zee
Holland stap dichter bij operationele inzet ‘Of de Holland straks het predicaat ‘Zijner Majesteits’ krijgt?’, vragen enkelen zich af. Terwijl het patrouilleschip gereed wordt gemaakt voor vertrek naar zee vult het helidek zich met opstappers vanuit het hele land. Na vandaag is de eerste bevoorrading op zee een feit, een gebeurtenis die de belangstelling van velen wekt. De kou drijft iedereen bijeen in de hangaar waar de koffie klaar staat. De pul is ‘geleend’ van Hr.Ms. Zeven Provinciën en zelfs ingedeelden voor het olieladen vandaag komen van andere schepen. Dat is varen anno nu, geen ‘poppetje’ te veel en iedereen is flexibel inzetbaar. Tekst: Doenja Zwaan | foto’s: Eva Klijn (AVDD)
Alle Hens | februari 2012
4
De naamgever van de Hollandklasse vaart uit met een grote delegatie defensiepersoneel en werknemers van elektronicaspecialist Thales. Belangstelling is er vandaag voor twee aspecten: de mast en het effect daarvan op de manoeuvreereigenschappen van het schip bij operaties, in dit geval bevoorraden op zee. Thales is verantwoordelijk voor de sensoren, communicatie- en radarsystemen die in de recent gemonteerde hightech mast zijn geïntegreerd en voert tests uit om de werking ervan te meten. De Holland is het eerste patrouilleschip met militair silhouet dankzij de mast. Met alle state of the art-apparatuur weegt die een slordige 55 ton. “Doordat het schip nog niet volledig is opgetopt met munitie en voorraad, is de diepgang geringer en dan merk je die effecten van de mast goed”.
operationeel
Souplesse Het schip is nog maar net de havenhoofden gepasseerd als de navigatieofficier met een scherpe draaihoek bakboord uit vaart. De commandant van het schip, kapitein-luitenant-terzee Chris van den Berg, glimlacht: “de wendbaarheid van dit schip is fantastisch”. Een betere manier om de opvarenden kennis te laten maken met de souplesse van het patrouilleschip is er niet. Nadat iedereen is voorzien van een veiligheidsbriefing, is het tijd om het binnenschip te bewonderen. Thales houdt inmiddels huis in een van de ruime vierpersoonshutten. Op talloze laptops zijn kleurrijke grafieken waarneembaar, al roept de betekenis ervan bij de meesten meer vragen op dan duidelijkheid. “Binnen vier uur was het plaatsen van de mast een feit”, vertelt het Hoofd Materieel Dienst (HMD) Luitenant ter zee 1 Sander Horenberg. “Maar we zijn nog even bezig geweest met het verbinden van alle kabeltjes”. De bouw van de mast kwam voor rekening van het Marinebedrijf/DMO maar de installatie van de hard- en software is een taak van de elektronicaspecialist. “Thales is nu bezig met finetunen”. Tot aan de zomer vinden tests plaats om de operationele inzet vervolgens te kunnen waarborgen. “Dat duurt lang omdat de Holland de eerste is, maar dat zal straks bij de andere schepen aanzienlijk sneller gaan”, verzekert Horenberg. Deze fase heeft echter ook zo zijn voordelen: “Bij wijze van spreken, als ik vind dat de trap te steil is dan kunnen we dat nog aanpassen”. Veiligheid en milieu zijn namelijk twee speerpunten. “Het meest positieve verschil is dat
er niets meer ronddraait in de mast, dat maakt de systemen ook een stuk minder onderhoudsgevoelig”. Dat betekent minder werk aan onderhoud en daardoor kan het platform ook weer met minder personeel toe. Stofzuiger op de nek Maar niet alleen de Materieel Dienst is aan boord van het Oceangoing Patrol Vessel (OPV) sterk gereduceerd ten opzichte van de andere grootbovenwater eenheden. Ook de Logistieke Dienst en de Operationele Dienst moeten met een aanzienlijk kleiner aantal de posten bezetten. “Dat was ook de grootste uitdaging, het draaiende houden van de dagelijkse routine”, legt Chef d’Equipage adjudant Rob Kellner uit. Naast het bemannen van de diverse posten moet het schip immers ook schoon gehouden worden, iets dat met een kleine bemanningslijst en een groot schip een taak wordt van iedereen. “Maar dat is me alleszins meegevallen, vanaf dag één liep de Eerste Officier ook gewoon met een stofzuiger op zijn nek”, aldus Kellner. De grote betrokkenheid die leeft onder de bemanning ligt daaraan ten grondslag, meent hij. “Dan moet ook wel, want met zo’n kleine bemanning heeft iedereen er extra taken bij”. Nu de Holland is voorzien van een mast wordt het oefenprogramma uitgebreid met meer operationele taken. Daarmee zal de bemanning steeds meer dienstvakoverschrijdend worden ingezet. Zoals wel blijkt bij het bevoorraden op zee. Niemand kan worden gemist. Dus
Het tuigage gaat over van Hr.Ms. Amsterdam naar de Holland.
5
Alle Hens | februari 2012
operationeel
valt een aantal collega’s van de andere patrouillevaartuigen in voor vanwege opleidingen afwezige bemanningsleden van de Holland. Deze werkwijze is zeker niet nadelig, vertelt de Chef d’Equipage. “De bemanningen van de patrouillevaartuigen leiden elkaar op die manier op. Zodoende wisselen ze kennis en ervaring uit. Dat is heel nuttig in deze periode van proefvaren.” Commandant, van den Berg, beaamt dat: “Met maar vijftig bemanningsleden aan boord heb je de expertise van de andere schepen nodig”. Tijdens een regelmatig overleg houden de commandanten van de patrouilleschepen elkaar op de hoogte van de vorderingen.
"Een nuttige oefening: je moet eerst leren kruipen voordat je kan lopen" Helaas verhindert een lekkage van het interne leidingsysteem de uiteindelijke tankbeurt.
Succesvolle oefening Inmiddels hebben de ingedeelden bij het olieladen de penenpakken (koudweerpakken) aangetrokken. Geen overbodige luxe. Met op de achtergrond een blauwe hemel en felle zon is de kou verraderlijk, de gevoelstemperatuur ligt rond de -10ºC. De navigatieofficier voert eerst twee naderingen uit op grote – veilige- afstand. Na het nodige radioverkeer, vlaggenseinen, koers- en vaartveranderingen zijn zowel Hr.Ms. Amsterdam, als patrouilleschip Holland gereed voor het bevoorraden op zee. “Stuur 183”, roept de officier van de wacht als de schepen op een krappe 40 meter van elkaar varen. Op dat moment schalt ook een alarm door de brug. “Brandalarm in de FRISC-ruimte!”. De procedures gaan onvermoeibaar
door, anderen ontfermen zich over het alarm, dat al snel loos blijkt. Met precisie worden twee schietlijnen overgeschoten, eentje voor het tuigage en de ander voor de afstandslijn. De procedure verloopt soepel. Wanneer de probe is gekoppeld kan aangevangen worden met laden. Helaas verhindert een lekkage van het interne leidingsysteem de uiteindelijke tankbeurt. “Dat zijn van die dingen waar je in het begin tegenaan loopt”, verklaart navigatieofficier luitenant-ter-zee 2OC Alexander Haasnoot. Maar het belangrijkste is dat het team nu heeft kunnen oefenen met de manoeuvres en het overgeven van het tuig. “Je moet eerst leren kruipen voor je kunt lopen. Gaat het goed op een veilige afstand dan kun je ingewikkelde dingen gaan doen. De twee naderingen op grote afstand gingen goed en de uiteindelijke bevoorrading op zee ook. Al met al een succesvolle oefening”. Ook de bemanningsleden in penenpak zijn tevreden. Arjan Rouw, de ‘geleende’ bootsman van de Groningen stapt voldaan van boord: “voor mij was het een mooie ervaring, na jaren op Hr.Ms. Zuiderkruis te hebben gewerkt, heb ik aan boord van het patrouilleschip een nieuwe uitdaging gevonden. Wel bijzonder hoor om van het alleroudste naar het allernieuwste schip over te stappen”. Ook de meegevaren delegatie stapt weer van boord. Verkleumd maar voldaan. Voordat de laatste echter voet aan wal kan zetten begeeft de ophanging van de valreep het. Niemand raakt gewond en de bemanning heeft in no-time een stevige alternatieve constructie gemaakt. Een mooi voorbeeld van hun flexibele mentaliteit. De commandant pleegt nog snel even een telefoontje met de verantwoordelijke organisatie. Toch maar goed dat er in de garantieperiode aan proefvaarten wordt gedaan. Dit is weer een aandachtspunt voor het commandantenoverleg.
De Holland kreeg eind november een militair silhouet.
Alle Hens | februari 2012
6
oefening
Nederlandse vlag wappert fier in grote Amerikaanse oefening
"We leren veel van elkaar" “De grootste amfibische oefening van de Verenigde Staten sinds 2001.” Onder die omschrijving werd de oefening Bold Alligator internationaal gelanceerd. Zo’n 15.000 militairen en 24 schepen uit negen landen namen van 30 januari tot 12 februari deel aan deze bijzondere oefening. De 32e infanteriecompagnie en het bootpeloton van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied waren erbij. Tekst: Vanessa Strijbosch | Foto’s: Peter Bijpost (AVDD) Foto boven: In de stromende regen varen op hoge snelheid de Boston Whalers samen met patrouillevaartuigen van het Amerikaanse Riverine Squadron over de New River in North Carolina.
In de stromende regen vaart op hoge snelheid een gun patrol boat van het Amerikaanse Riverine Squadron over de New River in North Carolina. Uit een muur van regen en wind doemen naast het patrouillevaartuig drie boston whalers van het Korps Mariniers op. Behendig manoeuvreren de snelle boten zich een weg door de rivier, tot enthousiasme van de Amerikanen en Nederlanders. “Een mooie ervaring!”, is de enthousiaste reactie van de kersverse commandant van het bootpeloton, eerste luitenant der mariniers Michiel Alberts. “We leren een hoop van elkaar. Door deze crosstraining zijn we straks nog beter voorbereid op de komst van de FRISC (de vervanger van de boston whaler die in 2012 bij de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB) wordt verwacht, red.).” 7
Aan wederzijdse respect en belangstelling is geen gebrek, volgens de bootpelotoncommandant: “Je zou denken dat onze bescheiden boston whalers wegvallen naast die indrukwekkende vaartuigen van de Amerikaanse marine. Maar zij vinden onze boten net zo interessant als wij die van hen.” De Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied, brigade-generaal Dick Swijgman, luistert aandachtig als hem aan boord van een riverine gun patrol boat uitleg wordt gegeven over het materieel. In Camp Lejeune, één van de grootste marinierskampementen aan de oostkust van de Verenigde Staten, bezoekt hij zijn eenheden, die zich volop inzetten voor de oefening Bold Alligator, die in en rondom deze amfibische oefenlocatie plaatsvindt. Alle Hens | februari 2012
oefening
Tactieken, technieken en procedures Bold Alligator 2012 wordt de grootste joint amfibische oefening genoemd sinds 2001 van de US Navy en de US Marine Corps. De oefening wordt georganiseerd door 2nd Marine Expeditionary Forces (II MEF USMC) en Atlantic Fleet USN. Het doel van de oefening is om nieuw leven te blazen in de amfibische en expeditionaire tactieken, technieken en procedures van de US Navy en de US Marine Corps. De oefening voor CZMCARIB bestaat uit twee fases. De eerste fase is een eenheidstraining op Camp Lejeune die voor de Nederlandse marinierscompagnie in het teken staat van helikoptertraining, schiettraining en optreden in verstedelijkt gebied. Het bootpeloton ondergaat een crosstraining met de Riverine Group One van de Amerikaanse marine. Tijdens de tweede fase worden beide eenheden gekoppeld aan 24 MEU (Marine Expeditionary Unit). Deze Amerikaanse eenheid, waarin ook special forces zitten, wordt gedurende de oefening afgetest met een certificeringoefening. CZSK heeft voor deze oefening een formele uitnodiging ge-
De Navy Landing Craft Air Cusion vaart het amfibisch transportschip USS Kearsarge binnen op open zee. (Foto: CPL Robert Walters, USNAVY)
Alle Hens | februari 2012
8
kregen van de Commander US Second Fleet. Echter door de eerder aangegane verplichting aan de oefening Cold Response 2012 had CZSK geen capaciteiten meer om deel te nemen. Vanwege het belang dat C-ZSK en de Commandant Korps Mariniers hebben bij een goede samenwerking met de US Navy en de US Marine Corps is CZMCARIB gevraagd om aan deze oefening deel te nemen.
“Zij vinden onze boten net zo interessant als wij die van hen” Nagebootst CZMCARIB benut de gelegenheid om de marinierscompagnie en het bootpeloton op een unieke locatie met unieke middelen te laten trainen. Naast het amfibische aspect concentreren de eenheden zich ook op andere trainingsdoeleinden. Optreden in verstedelijk gebied (MOUT) is daar één van. Uitgerust met een beschermend masker, kogelvrij vest en een grote lading verfpatronen, oefenen de pelotons en de compagnie diverse scenario’s in een zeer realistisch nagebootst. In het scenario krijgen de mariniers te maken met verschillende dreigingen, die vaak uitmonden in vuurgevechten waarbij echte gewonden worden gesimuleerd. Ook maken ze gebruik van de beschikbare Amerikaanse luchtsteun die door de forward air controller (FAC) van de eenheid wordt aangestuurd. De FAC-er heeft tijdens deze oefening de beschikking over gevechtsvliegtuigen (Harriers) en gevechtshelikopters (Cobras en Hueys). Het zijn lastige opgaven voor de mariniers van wie enkele dit voor het eerst beoefenen. De De gehele compagnie wordt afgetest voor de vaardigheid ‘fast rope’.
oefening
Canadese militairen gaan aan boord van de MV-22 Osprey helikopter. (Foto: CPL Robert Walters, USNAVY)
compleet nagebouwde straten en huizen met Arabische tekens op de voordeur geven het geheel een levensechte uitstraling. Het optreden in verstedelijk gebied is één van de vaardigheden die de compagnie moet beheersen. In Camp Lejeune is het zelfs mogelijk om in een speciaal ingericht ‘doolhof’ van beton met scherpe granaten en munitie te trainen.
Een interessant onderdeel van Bold Alligator voor de marinierscompagnie: een fast rope oefening in samenwerking met de Super Stallion helikopter van de US Marine Corps. Veel uitdagingen voor de mariniers in de scenario’s voor het optreden in verstedelijk gebied.
Compleet scala Als operatieofficier is majoor der mariniers Roland Melis nauw betrokken bij de organisatie en planning van de Nederlandse deelname aan Bold Alligator. Hij noemt het zeer bijzonder dat Nederland gekoppeld is aan de 24 MEU, een taakeenheid die over een compleet scala aan capaciteiten beschikt. “Het is uniek om van dichtbij te zien hoe zij operaties plannen en zichzelf opwerken. Dat zijn leermomenten waar niet alleen ikzelf maar alle deelnemers wijzer van worden.” Deze MEU wordt in maart uitgezonden voor diverse taken in Middellandse Zee en de Hoorn van Afrika en neemt deel aan de internationale oefening African Lion. Het ligt volgens Melis in de planning dat CZSK volgend jaar groter wil inzetten met deelname aan Bold Alligator. Echter, al dit jaar zijn de interoperabiliteit en het combined en joint optreden met de Amerikanen en de andere negen deelnemende landen, waaronder Frankrijk en Engeland, maximaal aangesterkt.
Bijzonder is de Nederlandse inbreng in de staf van Bold Alligator. Luitenant-ter-zee 1 George Pastoor is de lead planner voor de Amerikaanse marine. Hij is als uitwisselingsofficier werkzaam in de Expeditionary Strike Group Two. Vanuit die functie is hij sinds een jaar betrokken als lead planner bij de ontwikkeling van Bold Alligator 2012. Kapitein-luitenant-ter-zee Mark Wiersum is de N3 bij de Franse amfibische taakeenheid en werkt als operatie officier nauw samen met de Expeditionary Strike Group Two.
9
Alle Hens | februari 2012
operationeel
Een lastige opdracht
Duikers zoeken naar Michael van Dijk “Veel zwaarder dan dit kan het niet worden”, is het nuchtere commentaar van kwartiermeester Gerrit Weerstand. Hij is de duiker die op zondag 5 februari het lichaam van de 10-jarige Michael van Dijk uit Luttelgeest bergt. “Toch ben ik er trots op dat wij dit als duikteam hebben kunnen doen. Er is niets erger voor de familie dan tijden in onzekerheid te moeten doorbrengen. Bij het aantreffen van het stoffelijk overschot realiseer je je dat hiermee de laatste hoop voor hen is weggenomen. Hoe wrang ook, ze weten nu wel waar ze aan toe zijn en kunnen op een waardige manier afscheid nemen.” Het duikteam, bestaande uit vijf personen, vertrok op vrijdagochtend naar het dorp in de Noordoostpolder. Hoofd Duikeenheid, luitenant-ter-zee 1 Bernd Roelink, vertelt: “Toen het verzoek voor militaire bijstand binnenkwam, hebben we meteen onze spullen gepakt en zijn die kant opgereden. De paklijsten en de apparatuur voor dit soort zoekacties liggen altijd klaar. De mannen moesten zich echter wel goed voorbereiden op de extreme kou. De nacht daarvoor was -22 graden gemeten in het aangrenzende Lelystad.” Bij de zoekapparatuur zat ook de Remote Operated underwater Vehicle (ROV). Deze slechts een maand oude onderwaterrobot heeft hiermee direct zijn nut bewezen. IJs niet sterk genoeg “Bij aankomst werden we prima opgevangen door onze collega’s van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)”, vervolgt Roelink. “De politie, de Militaire Eenheid, helikopters, de dorpsbewoners en zelfs paragnosten hadden al meerdere dagen gezocht. Helaas zonder succes. Op informatie van de KLPD had het zoekgebied primair een lengte van vijfhonderd meter van de totaal vijf kilometer lange vaart. Dat gedeelte loopt namelijk langs het dorp. Er waren daar de afgelopen dagen vaker kinderen weggestuurd omdat het ijs nog niet sterk genoeg was. Het vermoeden was groot dat Michael er op een ongelukkige manier toch onder was gekomen.” De diepte van de vaart – tussen de twee en drie meter – vroeg om inzet van de ROV. Kwartiermeester Johan Tilma legt uit dat deze kleine onderwaterrobot wordt aangestuurd met een afstandsbediening via een kabel. “Er kunnen allerlei applicaties opgebouwd worden, zoals een sonar of een camera, een
Alle Hens | februari 2012
10
Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: DDG en René Lipmann (Duiken)
grijparmpje of lampen. Het wordt voortgestuwd met drie schroeven en heeft ook wieltjes waarmee het bijvoorbeeld tegen een scheepswand of een kademuur kan rijden, maar ook tegen de onderkant van het ijs.” In verband met de lengte van de kabel, sloegen Weerstand en Tilma voorzichtig om de zoveel meter een wak in de vaart om de ROV te water te laten. Hun collega’s schipper Klaas van der Heijde en bootsman Jeroen van den Berg bekeken op twee schermen in een bus op de wal de beelden die het apparaat met sonar en camera genereerde. Volle honderd procent Na bijna twee dagen zoeken, had het duikteam de vijfhonderd meter van de vaart langs het dorp in kaart gebracht. “Geen spoor van Michael”, aldus Roelink. “Daarop hebben we ’s avonds alle gegevens nogmaals geëvalueerd. Zijn we er voor de volle honderd procent zeker van dat Michael hier niet ligt?” Nee, niet helemaal, concluderen ze. “Er was een stuk waar een afmeersteiger stond en waar de palen onder water voor veel schaduw op de beelden van de ROV zorgden. We besloten dat gedeelte nog eens apart vanuit een andere hoek te bekijken.” De kwartiermeesters laten de onderwaterrobot weer in een zelfgemaakt wak zakken. “Ik zag meteen dat hij niet tegen het ijs ging rijden”, vertelt Weerstand. “Blijkbaar hadden de mannen in de bus wat op het oog, want anders hadden ze hem wel verder gestuurd met de afstandsbediening.” Als hij door Tilma naar de laptop wordt geroepen, weet hij meteen hoe laat het is. “De sonarbeelden gaven duidelijk de vormen van een klein menselijk lichaam aan. We hadden hem gevonden.”
operationeel
Tilma en Weerstand hakken een wak in het ijs om de onderwaterrobot te water te laten.
Weerstand gaat te water op zoek naar Michael van Dijk.
De ROV gaat te water om zijn zoekslagen te maken.
De ROV is eigenlijk aangeschaft voor havenbescherming, maar blijkt ook zeer nuttig bij zoekacties.
Scherpe beelden “Toen mij werd gevraagd of ik bereid was om hem onder het ijs vandaan te halen, twijfelde ik geen moment”, vertelt Weerstand. “Vanaf dat moment zorgt de adrenaline en een verhoogde hartslag dat je gefocust bent op het uitvoeren van een dergelijke opdracht. Je weet dat je hier ook voor ingezet
lastigst. “Het was zondag en de dienst in de kerk honderd meter verderop stond op het punt van aanvang. De klokken beierden zeker vijftien minuten lang. Met dat beeld en geluid in je hoofd rij je dan enkele uren later weer terug naar Den Helder.” Hij vertelt dat dergelijke belevingsintensieve momenten altijd nabesproken worden. “Daarnaast is de opvang van collega’s ook altijd erg goed. Het bergen van lichamen is niet het leukste onderdeel van ons werk, zeker niet als het een kind betreft. Maar ik ben trots dat ik het kan en mag doen.”
“Toen mij werd gevraagd of ik onder het ijs vandaan wilde halen, twijfelde ik geen moment” kan worden. Het fijne aan de scherpe beelden van de ROV is wel dat je van te voren weet waar en wat je kan verwachten. Je komt niet voor een volledige verrassing te staan.” De kwartiermeester kleedt zich en gaat te water. “Met een lamp tegen de onderkant van het ijs liet ik me naar de plek van het lichaam dirigeren. Daar zakte ik af naar de bodem. Na een korte zoekslag had ik Michael bij zijn jasje te pakken.” Het moment dat hij het jongetje op het ijs legt, vond hij zelf het
11
“De gloednieuwe ROV is eigenlijk aangeschaft voor havenbescherming, zowel nationaal als expeditionair”, aldus Roelink. “Dat hij ook zeer nuttig blijkt bij dit soort zoekacties is een mooie bijkomstigheid.” Hij vertelt dat de duikers zo ongeveer vijf tot tien keer per jaar uitrukken om mensen op te sporen. “De apparatuur die wij gebruiken is ter ondersteuning van de duikers bij het uitvoeren van hun opdracht. Hiermee proberen wij een honderd procent garantie af te geven dat iets er wel of niet ligt. Met de aanschaf van deze nieuwe ROV is dat in veel gevallen een stuk gemakkelijker geworden.
Alle Hens | februari 2012
materieel
Warm welkom aan de Friesland 2010. Het Ocean Going Patrolship is daarna verder gebouwd en heeft verschillende proefvaarten uitgevoerd op de Zwarte Zee. Na een reis van 3600 zeemijl meerde het schip eind vorig jaar af in Vlissingen, waar Damen de Friesland afgebouwde. Mevrouw Verbeet was nu weer aanwezig toen het patrouilleschip voor de eerste keer zijn thuishaven binnenvoer. Haar twee zusterschepen Groningen en Zeeland liggen nog op de werf in Galatz voor de proeftochten. De Groningen zal komend voorjaar omgevaren worden naar Vlissingen om daar afgebouwd te worden. Het eerste schip uit de nieuwe klasse, de Holland, komt steeds dichter bij operationele inzet.
De ceremoniële uitdienststelling van het oudste schip van de marine werd diezelfde dag opgevolgd door een ander bijzonder ceremonieel. Het nieuwe patrouilleschip Friesland werd feestelijk onthaald in de haven van Den Helder. Onder de begeleiding van sleepboten die grote waterstralen de lucht in spoten, voer het marinedetachement de haven in. Op Fort Harssens stond ondanks de kou het Korps Adelborsten klaar om het derde schip van de Holland-klasse met het eerbewijs ‘joelen’ welkom te heten, een traditie die onlangs, na jaren afwezigheid, weer in ere is hersteld. De Friesland is gebouwd op de scheepswerf van Damen Schelde Naval Shipyards in het Roemeense Galatz. Tweede Kamer-voorzitter Gerdi Verbeet doopt het schip daar bij haar tewaterlating op 4 november Alle Hens | februari 2012
Tekst: Maartje van der Maas | Foto: Eva Klijn (AVDD)
12
M aterieel
Zuiderkruis definitief de dienst uit Met haar thuiskomst uit de Golf van Aden, waar zij deelnam aan de antipiraterij-missie Atalanta, kwam in december 2011 een einde aan een lange, woelige, carrière. Tijdens de afscheidsceremonie nam de echtgenote van André Kuipers namens haar man de scheepsbel van de Zuiderkruis in ontvangst. De keus viel op Kuipers als beschermheer omdat hij zich momenteel het dichtst bij het gelijknamige sterrenbeeld bevindt. Met een tweet en het afsteken van een vuurpijl bracht vice-admiraal Borsboom de astronaut op de hoogte van de overdracht. “@astro_andre, fantastisch om jou als beschermheer de scheepsbel van Hr. Ms. Zuiderkruis aan te bieden. Succes met je missie!”
Na 36 jaar dienst is ceremonieel afscheid genomen van Hr. Ms. Zuiderkruis. De reünie voorafgaand aan de uitdiensstelling werd druk bezocht. Het schip bevoer alle wereldzeeën maar stond in 1981 volop in de spotlichten vanwege een primeur in de maritieme krijgsgeschiedenis. De bevoorrader nam als eerste marineschip vrouwelijke bemanningsleden aan boord. Ben Jeijsman, destijds Hoofd Technische Dienst (HTD) weet nog dat hij best even moest wennen aan de situatie. Hij herinnert zich dat de vrouwen hun eigen verblijf hadden, maar dat de doucheruimtes in die tijd gedeeld werden: “Uiteraard waren de douchehokjes gescheiden, maar ik vond het best een vreemd idee.”. Maar de diversiteit aan boord bracht volgens de oud-HTD een hoop gezelligheid met zich mee.
Tekst: Nadèsch Kuipers | Foto: Eva Klijn (AVDD)
13
Alle Hens | februari 2012
operationeel
Een bijzonder opwerktraject voor Hr.Ms. Van Amstel
Maritieme snipers Ter voorbereiding op de anti-piraterijmissie Atalanta, die voor Hr.Ms. Van Amstel medio maart van start gaat, is de bemanning druk bezig met een opwerktraject. Naast de standaardprocedures kreeg de bemanning ook te maken met een aantal bijzondere extra taken. Zo beoefenden onder meer mariniers het maritime sniping aan boord. Tekst: Marloes Rutsen | Foto’s: Marloes Rutsen en Timo van Hest
Hr.Ms. Van Amstel is het eerste Nederlandse M-fregat dat deelneemt aan de missie Atalanta. Tijdens de anti-piraterijmissie gaat er een Enhanced Boarding Element (EBE) mee. Twee marksmen en twee snipers van het Korps Mariniers oefenden twee dagen aan boord van het M-fregat. Ze schoten vanaf het bewegende schip op een bewegend doel. “De schieten observatievaardigheden van snipers worden voortdurend getraind, maar dit gebeurt vrijwel altijd op land,” legt kapitein der mariniers André Skwortsow uit. “Tijdens een antipiraterijmissie hebben de snipers echter te maken met andere omstandigheden, zoals het weer en de deining van zowel het platform waarop zij zich bevinden als van het doel.” Maritiem scherp schieten Voor de gelegenheid werd een sleepboot ingezet om een bewegend doel voort te slepen. Een stalen constructie met een ijzeren plaat erop diende als target. De mariniers vonden het een uitdagende training. Sniper Toby vertelt: “Schieten op een bewegend doel is niet gemakkelijk, je bent constant kleine correcties aan het maken om je wapen goed te kunnen richten. Op zee moet je ook nog eens rekening houden met de deining. Raak schieten wordt op die manier echt een kunst.” Internationaal wordt een training voor snipers onder maritieme omstandigheden niet tot nauwelijks uitgevoerd. Sniperteams worden echter steeds vaker ingezet in EBE’s en de Vessel Protection Detachments (VPD). Het loont dus om eens te evalueren wat de maritieme vaardigheden van snipers zijn, en om hier eventueel een training voor te ontwikkelen. “De try-out aan boord van Hr.Ms. Van Amstel was in ieder geval een succes,” vertelt Skwortsow enthousiast. “De samenwerking tussen het schip en de mariniers verliep perfect en de oefendoelstellingen zijn gehaald. De mannen kunnen de ervaring die zij hebAlle Hens | februari 2012
14
ben opgedaan goed gebruiken tijdens de missies waar ze binnenkort aan zullen deelnemen. Daarnaast wordt onderzocht hoe we deze training door kunnen ontwikkelen.” De vier mariniers die de maritime sniping trial uitvoerden zijn lid van een EBE, een versterkt boardingteam dat meegaat met anti-piraterijmissies. Zij bieden ondersteuning in de vorm van observatie en indien nodig precisievuur. De marksman-opleiding richt zich voornamelijk op de bediening van een wapen. Marksmen worden opgeleid in precisieschieten op lange afstand. Marksmen en snipers worden zelfstandig of gecombineerd ingezet voor verschillende opdrachten. Snipers worden getraind op vaardigheden als camouflage, observatie en stalken (het ongezien verplaatsen). Zij richten zich vooral op de tactiek, maar houden zich daarnaast bezig met het berekenen van de afstand van het doel en de afwijking door invloed van de wind en de beweging van het doel. Afhankelijk van hun opdracht beschikken zij over verschillende optische kijkers, nacht- en warmtebeeldapparatuur en diverse wapensystemen.
operationeel
Commandant van Vessel Protection Detachment 15
Aanval piraten afgeslagen Het Vessel Protection Detachement-15 aan boord van het Nederlandse schip de Flintstone heeft door een uitstekende voorbereiding en samenwerking succesvol een aanval van piraten afgeslagen. Dat zegt de commandant van het VPD, eerste luitenant der mariniers Peter terugblikkend op de actie. Het schip kon na de actie van de zeesoldaten zijn reis weer vervolgen. Tekst: Evert Brouwer | Foto: Archief
Het begint allemaal in de ochtenduren met het signaleren van een dhow. Luitenant Peter, van ochtendgloren tot zonsondergang op de brug, krijgt al snel argwaan door de positie van het bootje. Als ook nog eens een zogenoemde skiff, een snel motorbootje, met zes man aan boord wordt uitgezet, gaan alle alarmbellen rinkelen. De bemanning van het Nederlandse schip, de steenzuiger Flinstone, wordt ondergebracht in de afgesloten citadel en de mariniers nemen hun MAG-posities in. “Toen dat bootje de snelheid in onze richting verhoogde en op een bedreigende afstand kwam, hebben we lichtkogels afgeschoten. Dat had niet het beoogde effect”, vertelt de luitenant . “Toen de piraten een zogenoemde rocket propelled grenade (RPG) in stelling brachten, is direct gereageerd op de acute dreiging.” Standbeeld De kapitein van het schip blijft tijdens het grootste deel van de actie op de brug. “Die man verdient een standbeeld”, oordeelt Peter. “Hij heeft de Flintstone zo gemanoeuvreerd dat de MAG-posities maximaal zicht op de piraten bleven houden. Alles wat ik hem vroeg, heeft hij onmiddellijk opge-
volgd. Daaruit mag het grote vertrouwen in het mariniersteam blijken. In feite heeft de kapitein deel uitgemaakt van ons team, zo hebben we dit maximale resultaat kunnen bereiken.” De voorbereiding die de luitenant en zijn mannen in hun opleiding en de aanloop naar deze missie hebben gehad, blijkt goed op de praktijk aan te sluiten. “Het is wel bewezen dat we alle skills&drills hebben meegekregen. Je bent zo sterk als je zwakste schakel, maar iedereen heeft gedaan wat hij moest doen onder de enorme druk.” Lübeck De piraten blazen nadat de Nederlandse mariniers het vuur hebben geopend snel de aftocht. “We zijn nog teruggegaan naar de plek van de confrontatie om te kijken of er mogelijke drenkelingen waren. We hebben echter niets aangetroffen”, stelt de commandant van het team. Niet lang na het schietincident komt de helikopter van het Duitse fregat FGS Lübeck, onderdeel van de antipiraterijmissie Atalanta, poolshoogte nemen. “Ik heb de positie van de dhow, die we nauwlettend zijn blijven volgen, doorgegeven”, zegt luitenant Peter. De heli en het schip zijn gaan achter de piraten aangegaan en hebben het scheepje in de gaten gehouden. De Flintstone kan dan weer op stoom komen en de weg naar het Suezkanaal vervolgen. “De sfeer aan boord, die al prima was, heeft nog eens een enorme positieve impuls gekregen”, weet de luitenant. Hij en zijn team krijgen de complimenten van de geschrokken directeur van Tideway, eigenaar van het schip. “Ik spreek graag onze grote waardering uit voor het kordate optreden van de gehele bemanning met inbegrip van de mariniers van het VPD. Zonder de professionele houding van jullie allen had deze situatie er totaal anders uit kunnen zien. Training en het bewustzijn van de gevaren zijn beloond”, meldt hij.
15
Alle Hens | februari 2012
A chtergrond
Marinemuseum 50 jaar
Suikerbietstamp met andijvie Het Marinemuseum viert dit jaar zijn vijftigste verjaardag. De museumcollectie telt inmiddels ruim 25.000 geïnventariseerde objecten. Alle Hens staat stil bij enkele pareltjes uit de collectie. Groot of klein, imposant of juist onopvallend, maar steevast voorwerpen met een bijzonder maritiem verhaal. Deze keer over illegale culinaire praktijken op de Rijkswerf. Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Eva Klijn (AVDD) Koken als verzetsdaad. Je zou het niet direct zeggen, maar het onschuldig ogende grove stuk plaatwerk op de foto van 16,5 centimeter hoog en 36,5 centimeter breed was in de Tweede Wereldoorlog zwaar illegaal op de toenmalige Rijkswerf. “Een noodkacheltje als dit was streng verboden bezit”, vertelt Tineke Haster, educatief medewerker van het Marinemuseum. “De Duitser moest niet merken dat je zoiets maakte. Je riskeerde hiermee een enkeltje naar de werf in Bremen of Wilhelmshaven.” Dwangarbeid? Het bescheiden object maakt deel uit van de tentoonstelling ‘Werfwerk is mensenwerk’. De expositie belicht de rol van de arbeiders op de Rijkswerf als cruciale schakel voor de vloot. Voor de meeste werfwerkers was het werken voor de bezetter geen kwestie van kiezen, vertelt Haster. “Bijna alle ‘wervianen’ waren kostwinnaar. Werk in de Kop van Noord-Holland was schaars, zeker gedurende de Bezetting. De Rijkswerf bood velen een vaste bron van inkomsten. De werkmanspopulatie piekte in 1944 op 2600 werfwerkers. Dus dat beteken-
Een noodkacheltje als dit was verboden bezit op de Rijkswerf tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Alle Hens | februari 2012
16
de voor heel wat vrouwen en kinderen brood op de plank.” Duitse Schnellboote gebruikten de Helderse werf als uitvalsbasis. Behalve onderhouds- en reparatiewerk aan dergelijke Sboote, bouwden de werfwerkers ook gevorderde Nederlandse vissersschepen om tot patrouillevaartuigen. “De wervianen hielden de Duitse vloot varend”, erkent Haster. “Dwangarbeid kun je het niet noemen. Maar hoe ‘vrijwillig’ werk je als het de enige manier is om je gezin te onderhouden?” Doe-het-zelf-industrie Bovendien verslechterden de leefomstandigheden steeds verder naarmate de oorlog vorderde. Brood, vlees, zeep en brandstof, aan bijna alles was gebrek. In die omstandigheden zagen vindingen als het noodkacheltje het levenslicht. Haster: “De wervianen waren echte vaklui. Met beperkte middelen wisten ze betrekkelijk snel een heel efficiënt kacheltje te maken, zodat je met een minimum aan brandstof toch goed een potje kon koken.” Een slimmigheid die symbool staat voor de hele ‘doe-het-zelf-industrie’ van de oorlogsjaren, merkt ze op. “Dit soort huishoudelijke apparaten was wijdverbreid en dus ook zeker niet uniek voor de medewerkers van de Rijkswerf. Wel verkeerden de wervianen in de bijzondere positie dat zij toegang hadden tot schaarse benodigdheden zoals plaatijzer en carbid. En de Duitsers waren zich daar ook van bewust.” De werfwerkers probeerden spullen van hun werk mee naar huis te nemen. “Vooral het meesmokkelen van het sterk ruikende carbid was risicovol”, merkt Haster op. “De werfpolitie fouilleerde namelijk aan de poort. Maar ook niet meer dan steekproefsgewijs. Aangezien de wervianen met honderden tegelijk de poort uitstroomden, waagden velen die gok. Wat carbid en een noodkacheltje was thuis immers goed voor een beetje licht en een warm maal van gestampte suikerbiet met andijvie.”
materieel
De laatste gesimuleerde deklanding
Afscheid van Lynx-simulator Na een ietwat wilde start, koerst wethouder Kees Visser de Lynx-boordhelikopter behendig richting open zee. In de verte doemt een fregat op. “We gaan ons klaarmaken voor een deklanding”, meldt luitenant-ter-zee 1 Dave de Moel. Na een korte stop aan boord scheert de heli rakelings langs het schip terug naar De Kooy. Als de Lynx veilig aan de grond staat, stopt de simulator. Voorgoed. Na 24 jaar valt eind januari definitief het doek voor de Lynx Full Mission Flight Trainer. Tekst: Marlous de Ridder| Foto’s: Ad Biersteker, Ruud Mol (AVDD)
De simulator is overbodig geworden omdat Nederland de Lynx de komende jaren uitfaseert. Met zestigduizend vlieguren op zijn naam leverde de eerste helikoptersimulator in Nederland een belangrijke bijdrage aan de vliegveiligheid en een beter milieu. Vliegen in een simulator bespaart immers brandstof en produceert minder geluid. Twee decennia Niet alleen de gebruikers, maar ook het technisch personeel, de Defensie Materieel Organisatie en de producent van de simulator zijn op Maritiem Vliegkamp De Kooy samengekomen. Ruim twee decennia zijn hier vliegers opgeleid en waren er bijna permanent één of meer buitenlandse bemanningen te gast voor een vliegopleiding en tactische training. Een van de eerste cursisten die les kreeg in de simulator was De Moel. Dat juist hij de laatste vlucht mag uitvoeren, is daarom extra bijzonder. “Deze simulator heeft ontzettend veel bijgedragen aan de kennis en kunde van de bemanningen. Het ‘spelletje’ dat je hier speelt, is echt. Daarnaast bespaart het op de kosten van ‘echte’ vlieguren en kunnen we zonder gevaar ongelimiteerd complexe situaties nabootsen.” Revolutie Virtuele training voor helikopterbemanningen is niet meer weg te denken, maar destijds was de Lynx Full Mission Flight Trainer (FMFT) revolutionair op het gebied van simulatie. De Lynx-simulator is in 1988 geplaatst in Den Helder. Vanwege de hoge kosten en om kennis te delen, verenigden de Lynx-gebruikers Duitsland, Noorwegen en Denemarken zich met Nederland in het Joint Executive Committee. Volgens hoofd van de Lynx-FMFT, luitenant-ter-zee 1 Fred Douglas, bepaalde die multinationale samenwerking voor 17
een groot deel het succes van de FMFT. “In die tijd was het uniek dat landen geld op één hoop gooiden om vervolgens één systeem te delen. Zeker het delen van tactische procedures was voor veel landen ondenkbaar.” De mogelijkheden beperkten zich aanvankelijk tot het beoefenen van noodprocedures. Later werd de simulator gebruikt voor het bijhouden van kwalificaties en specifieke missievoorbereiding, zoals onderzeebootbestrijding en Search and Rescueoperaties (SAR). Technisch hoogstandje De meerwaarde van de simulator werd in 1995 bewezen toen een Nederlandse Lynx nabij voormalig vliegkamp Valkenburg een noodlanding moest maken. Achteraf bleek dat de vlieger zeer goed vliegerschap had getoond dankzij zijn training in de sim. Beperkt door flatgebouwen, kassen en een autoweg, wist hij een 400ft autorotatie veilig uit te voeren. Alle inzittenden bleven wonderbaarlijk ongedeerd. Een ander niet te missen feit was de inzetbaarheid van de sim. Douglas: “Van de P-3C Orion simulator leerden we hoe onhandig het was om bij elk defect technisch personeel te laten invliegen. Bij de aankoop van de FMFT is daarom besloten om een vaste onderhoudsploeg te detacheren. En met succes. Dankzij de inzet van hoogwaardig technisch personeel, waarvan het merendeel zelfs in de regio is gaan wonen, heeft de sim ons nooit in de steek gelaten.” Na een upgrade krijgt de trainer op het Duitse Marine Vliegveld Nordholz een nieuwe thuisbasis, waar hij Duitse, Deense en Portugese bemanningen gaat opleiden.
Samen met wethouder Kees Visser maakt LTZ1 Dave de Moel de laatste vlucht in de simulator.
Alle Hens | februari 2012
reorganisatie
Ervaringen delen, onderling afstemmen
De reorganisatie
voor extern ge “U werkt dan wel bij een ander krijgsmachtdeel, maar blijft een wezenlijk onderdeel van de marinefamilie. Er gebeurt veel en als marineleiding vinden we het belangrijk om u te informeren en ervaringen te delen. Als Commando Zeestrijdkrachten zijn we functioneel afhankelijk van de ondersteuning die we krijgen van de onderdelen waar u werkt. U vervult daarin een belangrijke rol!” Met deze woorden opent P-CZSK, generaal-majoor Ton van Ede, de informatiedag over de reorganisatie van het CZSK voor extern geplaatst personeel. Alle Hens sprak drie collega’s, werkzaam bij andere krijgsmachtdelen. Hoe zijn hun ervaringen op de buitenposten? Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Archief Juist deze bevindingen interesseren de organisatoren van de informatiedag voor de extern geplaatsten. Tijdens drie bondige presentaties van de directeuren operaties, ondersteuning en personeel gaven zij de grote lijnen van de vorderingen binnen hun vakgebied weer. Daarin schuwden zij niet om hun uitdagingen op tafel te leggen, maar gaven ze ook aan dat veel zaken de goede kant op gaan. Aan hun oproep om vooral vragen te stellen en meningen en visie te delen, werd goed gehoor gegeven zowel tijdens de forumronde als achteraf tijdens het informele gedeelte.
Adjudant WD Diederik Kits van Heijningen Wervingsvoorlichter voor de KM bij het CDC
“Bij ons is de grootste verandering dat we tegenwoordig paars werven. Voor geïnteresseerden kijken we welke baan en welk krijgsmachtdeel het best bij hen past. Iemand met een te grote oogafwijking kan geen marinier worden. Het zou jammer zijn om hem dan maar naar huis te sturen. Hij kan namelijk wel prima infanterist zijn bij de landmacht. In de praktijk verwezen de wervingsvoorlichters van de verschillende krijgs-
Alle Hens | februari 2012
18
P-CZSK besloot met de woorden: “We vragen het uiterste van onze mensen in de combinatie van enerzijds gereedstelling en operationele inzet en anderzijds het reorganisatieproces. De introductie van SAP, sourcingtrajecten en andere ontwikkelingen komen daar nog bij. Ook u bent onderdeel van dat proces. Bovendien zit u als KM-militair vandaag buiten het CZSK en morgen weer binnen. Via diverse kanalen is informatie voor u beschikbaar. Maak daarvan gebruik en stel waar nodig uw vragen. En als u ideeën heeft hoe dat proces nog beter kan, dan reken ik erop dat u die met ons deelt.”
machtdelen al vaak naar elkaar door, maar nu zijn de lijnen nog korter en dat werkt beter.” Kits van Heijningen geeft aan dat hij zich erg betrokken voelt bij het CZSK. Dankzij zijn werk en vanwege zijn lange loopbaan bij het bedrijf -31 jaar- weet hij prima hoe aan informatie te komen over de reorganisatie. “De marine is erg transparant en gaat op een eerlijke manier met deze ombuigingsoperatie om.” Toch heeft hij ook wel een kritische noot. “Ik heb het idee dat signalen van de werkvloer niet altijd bij de top aankomen. Die lijnen zouden ook wel eens wat korter mogen.” Hij is er echter van overtuigd dat de KM op een goede manier uit de reorganisatie zal komen. “Over een paar jaar zijn we weliswaar een kleinere, maar moderne marine.”
reorganisatie
eplaatsen Luitenant-ter-zee TD 2OC Olav Sinjou Projectmanager technisch systeemmanagement bij de DMO
“Ik begeleid veel technische modificaties en projecten op de schepen en heb dus regelmatig contact met mijn collega’s in Den Helder. Via dit informele circuit blijf ik goed op de hoogte van de ontwikkelingen van de reorganisatie.” Hiermee geeft Sinjou meteen aan dat hij de informatievoorziening vanuit het formele circuit soms wat mager vindt. “Er wordt veel gespeculeerd op de werkvloer en dat zorgt voor onrust. De informatie die we krijgen gaat vaak
Kapitein-luitenant-ter-zee A Henk Delwel Directie financiën en control in oprichting bij de Defensiestaf
Delwel is dagelijks bezig met het vormgeven aan de nieuwe organisatie. “Ik zit op een plek waar alle reorganisatieplannen voor Defensie voorbij komen en ben dus goed op de hoogte. Elke beslissing die wij hier doorvoeren, probeer ik te vertalen naar de werkvloer. ‘Wat betekent dit voor de mannen en vrouwen op zee of in het veld?’”
19
Op de reorganisatiepagina op het intranet is een kort verslag van deze dag opgenomen. Ook zijn de presentaties van de directeuren te lezen. Op 20 september zal een volgende informatiemiddag worden georganiseerd.
over de vordering van het proces maar niet over de inhoud. Aan de andere kant begrijp ik ook dat lang nog niet alles met zekerheid gezegd kan worden. Dan kan je soms maar beter niets zeggen.” Sinjou geeft aan dat hij wel verontrust is. “Er wordt geschat dat ongeveer veertig procent van de werkplekken bij het ressort Maritieme Systemen waarvoor ik nu werk zal verdwijnen. Ik ben wel eens bang dat hiermee de noodzakelijke kennis afvloeit om te kunnen zorgen voor goed en veilig materiaal.” Hij is echter wel positief over de toekomst. “Ondanks alle onzekerheden ga ik nog steeds elke dag met plezier naar mijn werk en is de omgang met mijn collega’s bij de DMO en in Den Helder erg prettig. Samen komen we hier doorheen en we zetten er dan ook samen de schouders onder.”
Daarom heeft hij ook gekozen voor een plek binnen de medezeggenschapscommissie. “Zo kan ik meedenken over een nieuwe organisatie die rekening houdt met de balans tussen de werknemers en het organisatiebelang.” Hij vindt dat CZSK-ers doorgaans transparant communiceren over de ontwikkelingen bij de KM, maar is het met Sinjou eens dat het concreter mag. “Daarom is het goed dat het CZSK zeepkistsessies organiseert voor de mensen die niet dagelijks in Den Helder komen.” Ook hij heeft vertrouwen in de toekomst. “We beschikken over goed en professioneel personeel. Ik denk dat we met de marine van de toekomst nog prima mee kunnen doen in de internationale maritieme omgeving.”
Alle Hens | februari 2012
Hr.Ms. Evertsen klaargestoomd voor ernstinzet Na het winterverlof is Hr.Ms. Evertsen een uitdagend opwerktraject ingegaan om zich voor te bereiden op de antipiraterijmissie van de NAVO, Ocean Shield. Na het afronden van de training onder leiding van het Nederlandse Sea Training Command, vertrok het fregat naar het Engelse Plymouth voor de slotfase van haar opwerkperiode: de Flag Officer Sea Training (FOST). Vijf weken lang wordt het schip en haar bemanning onderworpen aan een groot scala van oefeningen. Van bedrijfsongevallen tot brand aan boord, van boardings tot onderzeebootbestrijding, luchtverdediging of oppervlaktebestrijding. Ook oefent de bemanning hoe zij optimaal humanitaire hulp kan verlenen na bijvoorbeeld de passage van een orkaan. In de laatste fase, de freeplay fase krijgt het schip het echt voor de kiezen. Naast het bezoek van de Keniaanse minister van Defensie, hebben de seariders van FOST ook een uitdagend programma samengesteld. De bemanning moet onder andere een boarding op een piratenschip uitvoeren. De zeerovers worden ondervraagd, van hun scheepje gehaald en in bewaring gesteld aan boord van de Evertsen. Een nuttige oefening waaruit veel lessen worden geleerd voor de operatie die het fregat gaat uitvoeren. Het opwerktraject wordt op 16 februari succesvol afgesloten. Het schip is er klaar voor. Op 10 mei zal het naar de woelige wateren rondom Somalië vertrekken. Foto: Gerben van Es (AVDD)
Alle Hens | februari 2012
20
21
Alle Hens | februari 2012
historie
De slag in de Javazee
De vergeefse strijd Op 27 februari was het zeventig jaar geleden dat de Slag in de Javazee plaatsvond. In deze zeeslag tussen een geallieerd eskader onder commando van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman en een Japans smaldeel, lieten honderden Nederlandse marinemensen het leven. Dit artikel blikt terug op de achtergronden van deze zeestrijd, alsook op problemen die gepaard gaan met operaties in multinationaal verband. Tekst: Amselm van der Peet | Foto’s: NIMH
Zijlstra. “Met een bootje als dit overmeesteren piraten een olietanker.”
Op 7 december 1941 bracht een onverhoedse Japanse luchtaanval de Amerikaanse vloot in Pearl Harbour grote schade toe. Hierop verklaarde Nederland de oorlog aan Japan, gevolgd door Groot-Brittannië, Australië en de Verenigde Staten. De onstuitbare Japanners veroverden tot januari 1942 grote delen van Zuidoost-Azië. De Geallieerden probeerden van hun kant beter samen te werken, waarna op 3 januari 1942 het American-British-Dutch-Australian Command (ABDACOM) werd opgezet. Deze bevelsstructuur plaatste de geallieerde vloten aanvankelijk onder het commando van een Amerikaanse admiraal. De luchtstrijdkrachten, waar ook het gros van de Marine Luchtvaartdienst deel van ging uitmaken, vielen onder een apart commando, waardoor deze gebrekkig met de zeestrijdkrachten samenwerkten.
Alle Hens | februari 2012
22
Irritaties Hoewel de Combined Chiefs of Staff te Washington besloten hadden “to defend Java to the last by all combatant troops then in the island”, volgde op 25 februari 1942 de opheffing van ABDACOM. Hieruit viel op te maken dat de Amerikaanse militaire leiding de strijdkansen somber inzag. De onderlinge relatie tussen de geallieerden kende daarbij zo haar problemen. De Nederlanders waren geïrriteerd over het gebrek aan medezeggenschap in de bevelvoering en de verhoudingsgewijs geringe bondgenootschappelijke steun. De overige geallieerden hadden weer kritiek op de Nederlanders. Zij zouden te weinig inzicht hebben in tactiek en communicatie bij optreden in een groter verband, en gingen er te makkelijk vanuit dat een in haast samengestelde internationale vloot
historie
daadwerkelijk als een eenheid slag kon leveren. Niettemin bracht schout-bijnacht Doorman eind februari 1942 een relatief grote strijdmacht in zee, bestaande uit twee zware en drie lichte kruisers (waaronder het vlaggenschip Hr. Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Java) en negen torpedobootjagers.
Schout-bij-nacht Karel Doorman.
Terugtrekken is onaanvaardbaar De Japanse strijdkrachten drongen intussen ver door in Nederlands-Indië en maakten zich op voor de verovering van Java. De vijandelijke invasievloot onder commando van schout-bij-nacht Takeo Takagi bevond zich op 26 februari 1942 ten zuiden van Borneo. Deze schepen werden begeleid door twee zware en twee lichte kruisers, en veertien torpedobootjagers. Hoewel de twee eskaders numeriek aan elkaar gewaagd waren, sloeg de balans op veel gebieden door in Japans voordeel. Zo beschikte Doorman in tegenstelling tot zijn tegenstander slechts over onvolledige en achterhaalde inlichtingen, doordat hij nauwelijks kon teruggrijpen op verkenningsvliegtuigen. Daarnaast beschikten de Japanners over een torpedo met een groot bereik, het type 93, die nauwelijks een bellenspoor naliet en daarom pas in laatste instantie ontweken kon worden. Tenslotte hadden diverse schepen van de Combined Striking Force bij voorgaande acties schade opgelopen en waren hun bemanningen oververmoeid.
Een torpedo trof Hr.Ms. Kortenaer, waarop deze in tweeën brak en zonk Doorman vroeg superieur vice-admiraal Conrad Helfrich, of het niet verstandiger was het geallieerde eskader buiten de Archipel terug te trekken en in een later stadium in de oorlog terug te slaan. Hij kreeg te horen dat het voor de Koninklijke Marine onaanvaardbaar was zich van Java terug te trekken zonder in de Javazee slag te leveren. Verder meende Helfrich gestand te moeten doen aan de Amerikaanse order tot het laatste toe door te vechten. Het moreel van het Nederlandse marinepersoneel was bovendien nog altijd hoog. Tekenend in dit verband is, dat bij de uiteindelijke afvaart nagenoeg niemand ontbrak.
23
De zeeslag Het geallieerde eskader vertrok op 27 februari kort voor 15.00 uur vanuit Surabaya en koerste naar het noordwesten. Kort na 16.00 uur maakte de Britse torpedobootjager HMS Electra contact met de vijand, die direct het vuur opende. Dit werd al snel beantwoord door de zware kruisers HMS Exeter en USS Houston, de enige geallieerde oorlogsschepen die op dat moment voldoende vuurbereik hadden. Doorman wilde voorkomen dat de eenheden van Takagi met een T-kruising het geallieerde verband zouden doorbreken en liet daarom de koers wijzigen. Ook probeerde hij dichter bij de vijand te komen, om zo zijn lichtere kruisers in te kunnen zetten bij het artillerieduel. Een torpedodreiging deed de Nederlandse vlagofficier andermaal de koers wijzigen. Niet ten onrechte zo bleek later: tussen 16.33 en 16.52 uur lanceerden de Japanners zonder resultaat tientallen torpedo’s. De situatie voor het geallieerde eskader was om 17.00 uur nog altijd redelijk. Kort hierna werd HMS Exeter zwaar getroffen en moest het USS Houston na een treffer vaart minderen. De Britse kruiser (het tweede schip in de kruiserlinie na Hr. Ms. De Ruyter) draaide naar bakboord uit de linie. De commandanten van de hierachter varende geallieerde eenheden interpreteerden dit als een algehele uitwijkmanoeuvre, waarop ook de overige schepen naar bakboord wegdraaiden. Vervolgens trof een torpedo de torpedobootjager Hr.Ms. Kortenaer, waarop deze in tweeën brak en zonk. De beschadiging van de Exeter was tactisch gezien een groter verlies voor Doorman. Hij was zo niet alleen een van zijn zwaarste eenheden kwijt, maar ook het enige geallieerde schip dat over radar beschikte. Om 17.25 uur liet de Nederlandse vlagofficier zijn Britse torpedobootjagers een tegenaanval uitvoeren, waarbij HMS Electra ten onder ging. Doorman trok zich naar het zuiden terug en liet HMS Exeter, met de Nederlandse torpedobootjager Hr.Ms. Witte de With als escorte, terugkeren naar Surabaya. Na zonsondergang verlegde de Combined Task Force de koers naar het noorden, om zo de Japanse oorlogsschepen te omzeilen en de invasievloot, waarvan de eskadercommandant vermoedde dat deze zich achter de Japanse kruisers bevond, aan te kunnen vallen. Die avond kwam het wederom tot een artillerieduel. Een half uur voor middernacht voerde het Japanse smaldeel een succesvolle torpedoaanval uit waarbij Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Java verloren gingen. De resterende schepen van de Combined Striking Force trokken zich hierop terug. Niets kon vervolgens de Japanse landingen op Java nog verhinderen. Het gevecht in de Javazee heeft de Japanse invasie maar met één dag vertraagd. Bij de zeeslag zelf lieten ruim 900 Nederlandse marinemensen het leven, terwijl de bemanningsleden die dit treffen overleefden drieënhalf jaar ontberingen in Japanse krijgsgevangenenkampen te wachten stond.
Alle Hens | februari 2012
achtergrond
25 jaar Kustwacht
Veilig en verantwo De Kustwacht dit jaar bestaat 25 jaar. Deze civiele organisatie heeft een nauwe band met Defensie en in het bijzonder met de Koninklijke Marine. Dat de ontwikkelingen niet stil staan, blijkt uit de toevoeging van een nieuwe taak in 2011. Mijnen, bommen en torpedo’s uit de Tweede Wereldoorlog vormen nog dagelijks een gevaar voor vissers en zandzuigers. Na een melding alarmeert de Kustwacht de Duik- en Demonteergroep van de marine of, in het geval van explosieven boven water, de Explosieven Opruimingsdienst. In dit artikel een overzicht van het groeiproces van de Kustwacht. Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Archief Snel schakelen, dat is het voordeel van samen onder één dak zitten. Het Kustwachtcentrum fungeert als coördinatie-, meld- en informatiecentrum.
In de nacht van 5 op 6 juli 1882 vergaat de rammonitor Zr.Ms. Adder. Alle vijfenzestig opvarenden komen om. Pas als op 8 juli tientallen lichamen aanspoelen op het strand bij Scheveningen, slaan mensen alarm. Een scheepsramp op nog geen vijf mijl uit de kust en niemand die er iets van heeft gemerkt. Het schip blijkt niet eens als vermist te zijn opgegeven. Professionalisering Het lot van de Adder is een van de eerste aanzetten tot een professionalisering van de kustbewaking. Dat begint met vuurtorens. Met de komst van radio en radar krijgt men mogelijkheden om aanzienlijk meer te doen dan uitkijken en alarmeren. Verschillende organisaties, waaronder de Opsporings- en Reddingsdienst van de marine, verlenen hulp bij scheepsrampen. Veelal doen ze dat los van elkaar. Naarmate het scheepvaartverkeer en de bedrijvigheid op de Noordzee toeneemt, groeit ook de bestuurlijke bemoeienis met Nederlands deel van de Noordzee. In de jaren tachtig hebben maar liefst twintig Nederlandse overheidsdiensten daar iets in de melk te brokkelen. Hun zeggenschap varieert van het redden van drenkelingen en maritieme grensbewaking tot seismisch onderzoek en beheer van de boeien. Op Hemelvaartsdag 1983 blijkt waar die bestuurlijke wirwar op uit kan draaien. Een korte, maar hevige storm brengt vele pleziervaarders in moeilijkheden. De hulpverlening na deze zogeheten ‘Kanaalrat’ is een chaos. Iedereen doet zijn best, maar van coördinatie is geen sprake. Het ene schip krijgt teveel hulp, het andere helemaal niet. Zeker tien mensen komen om het leven.
Alle Hens | februari 2012
24
Onheilsplek De tragedie maakt pijnlijk duidelijk dat het echt anders moet. Betere samenwerking in dienstverlening en toezicht, tegen lagere kosten. Met die doelstelling ziet de Kustwacht op 26 februari 1987 het levenslicht. De klok rond is het Kustwachtcentrum de schakel tussen zes ministeries met beleidsof operationele verantwoordelijkheid op de Noordzee. Het jonge samenwerkingsverband mag zich een goede week later meteen bewijzen. Op 3 maart kapseist de veerboot Herald of Free Enterprise voor de haven van Zeebrugge. Al snel vragen de Belgische collega’s het Kustwachtcentrum in IJmuiden om bijstand. Behalve de reddingsboten uit Zeeland arriveren ook marineduikers op de onheilsplek. Ondanks de massale internationale hulp eist de scheepsramp in totaal 192 mensenlevens. Search & rescue (SAR) oftewel reddingstaken staan samen met rampenbe-
achtergrond
oord op zee strijding bovenaan het prioriteitenlijstje van de Kustwacht. Wanneer de chemicaliëntanker Anna Broere in 1988 in aanvaring komt met een Zweeds schip, dreigt een grote milieuramp. De giftige en explosieve stoffen aan boord maken de bergingsoperatie bijzonder lastig. Bemanningen in het bergingsgebied moeten continue gaspakken en persluchtapparatuur dragen. Ruim een maand lang moet lucht- en scheepvaartverkeer worden omgeleid, ondermeer door de mijnenjager Hr.Ms. Middelburg. De NBC-drills van de bemanning komen hierbij goed van pas. Garanties De marine krijgt in 1995 de operationele leiding over Kustwachtcentrum IJmuiden. Ook maakt men plannen om het Kustwachtcentrum onder één dak te brengen met het Marine Hoofdkwartier in Den Helder. Het maakt deel uit van een doorlopend verbetertraject dat erop gericht is meer lijn en structuur aan te brengen in de samenwerking van de verschillende ministeries. Ondanks alle goede voornemens blijkt in 1996 namelijk nog geen veertig procent van alle voorgenomen acties uitgevoerd. Van de 3600 geplande vaaruren zijn er slechts 900 geklokt. Een kapitein-ter-zee heeft als Directeur Kustwacht in naam de leiding bij Kustwachtoperaties. Maar in de praktijk kan hij niets afdwingen als personeel, vaartuigen of vliegtuigen niet volgens afspraak beschikbaar zijn. Duidelijke garanties voor een gecoördineerde inzet van mensen en middelen komen uiteindelijk in 2007. Vanaf dan is de Kustwacht niet langer een vrijblijvend samenwerkingsverband, maar een zelfstandige civiele organisatie. De minister van Defensie wordt operationeel verantwoordelijk. De minister van Verkeer (nu Infrastructuur en Milieu –IK) is beleidsverantwoordelijke voor de meeste Kustwachttaken. De Kustwacht krijgt eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Als een spin in het web verbindt de Kustwacht de afzonderlijke ministeries in het brede scala aan taken dat moet “zorgen voor een veilig en verantwoord gebruik van de Noordzee”, zoals het motto van de Kustwacht luidt. Maar in tegenstelling tot voorheen, kan deze spin ook daadwerkelijk aan touwtjes trekken. En dat kan vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week, het hele jaar door, bij nacht en ontij.
Marinetintje De marine is een natuurlijke partner van de Kustwacht. Op elk moment van de dag bevinden zich 200 tot 300 vaartuigen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Het Kustwachtcentrum krijgt jaarlijks ongeveer 1600 hulpverzoeken. Op zee geven marineschepen geregeld invulling aan tal van kustwachttaken. De hydrografische opnemingsvaartuigen brengen zowel in militair als in Kustwachtverband de zeebodem en vaarwegen in kaart. Andere schepen assisteren in het zoeken naar drenkelingen, vaarverkeerbegeleiding of fungeren als on scene coordinator bij zwaardere ongevallen. Boven zee voeren Defensie helikopers bijna wekelijks SAR-vluchten uit. Ook de aeronautische patrouilles van de Kustwachtvliegtuigen hebben een marinetintje. Luchtmacht- en marinevliegers vliegen gezamenlijk op de twee Dorniers. Ze doen dat boven de Noordzee, maar sinds kort ook aan de maritieme buitengrenzen van de Europese Unie in het kader van de grensbewakingsoperatie Frontex. Samen optreden betekent ook in steeds sterkere mate samen opleiden. De marine biedt Kustwachtpartners hiervoor plekken aan in haar opleidingen. En wat is gezamenlijk opleiden als je het niet in de praktijk brengt? Daarom participeert de marine ook in multidisciplinaire oefeningen, zoals de grote rampenoefening LIVEX’09.
Jubileumboek Kustwachtvoorlichter Peter Verburg maakte ter gelegenheid van het jubileum het boek Kustwacht, 25 jaar wakend in dienstbaarheid. Het beschrijft de aanloop naar en ontwikkeling van een professionele Kustwachtorganisatie. Op 10 februari hebben Peter Verburg en de Directeur Kustwacht, KTZ Jankees Trimpe Burger, het boek aangeboden aan de twee ‘Kustwachtministers’, Hans Hillen (Defensie) en Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Het boek is vooralsnog niet in de winkel verkrijgbaar. Meer informatie: www.kustwacht.nl
Ogen op en boven zee voor de Kustwacht vanuit de Dornier. Foto: Henry Westendorp, AVDD
25
Alle Hens | februari 2012
opleiding
Vernieuwde opleiding tot MARSOF-operator
Specialist op maritiem De snijdende Noordoostenwind die over het water van het Nieuwe Diep komt aangewaaid, maakt van de vrieskoude van –4 een helse gevoelstemperatuur. Terwijl heel Nederland al praat over een mogelijke Elfstedentocht, hebben zes jonge cursisten in wetsuit wel wat anders aan hun hoofd. Na een finale inspectie van de uitrusting springen ze onverschrokken het ijskoude water van de Helderse haven in, op weg naar een volgend leermoment. De opleiding tot Maritime Special Operations Forces-operator is niet weggelegd voor koukleumen. Tekst: Leo de Rooij | Foto’s: John van Helvert (AVDD)
Lean & mean opleiden. Dat is de filosofie achter de – vernieuwde – integrale Maritime Special Operations Forces (MSOF)-opleiding, waarbij door het leveren van maatwerk de kwaliteit en rendement vergroot kunnen worden. Met als doel uiteindelijk een goed getrainde operator af te leveren, die zowel op land als in de maritieme omgeving wereldwijd inzetbaar is in speciale operaties. “Het nieuwe zit ‘m hierin dat we nu verschillende trainingsmodules combineren tot één uniforme basisopleiding. Na twintig weken opleiding staat er dan een goed getrainde operator, die zich vervolgens bij een van de Marsof-teams kan specialiseren. Afhankelijk van de behoefte van de organisatie en eigen voorkeur kan dat zijn een vervolgopleiding tot kikvorsman, voortgezette counter terrorisme opleiding, of een aanvullende klimmodule”, schetst hoofd MSOF-opleiding van de UIM, kapitein Nico, het algemene plaatje.
Alvorens daadwerkelijk aan te vangen met de opleiding dient eerst een drie-weekse voorselectie te worden doorlopen, waarin zowel de fysieke als mentale weerbaarheid van de cursist wordt getest. Kapitein Tim: “Wij noemen dat de aptitude. Een soort schud-aan-de-boom moment waarbij we bekijken of kandidaten een kans maken in de opleiding. Daardoor kunnen we focussen en investeren in mensen die een goede kans maken deze zware opleiding tot een goed einde te brengen. In de aptitude testen we een aantal fysieke basisvaardigheden en enkele specifieke maritieme vaardigheden zoals zwemmen en kajakken. Daarnaast komen elementaire zaken als gebruik van kaart en kompas, springen van hoogtes en lange verplaatsingen onder tijdsdruk aan bod. We kijken daarbij continu of de kandidaat over voldoende mentale weerbaarheid en individuele capaciteiten beschikt. Pas na het succesvol doorlopen van de aptitude kan hij beginnen aan de eerste echte fase van de MSOF-opleiding.” Drie opleidingsmodules De vernieuwde MSOF-opleiding bestaat uit drie modules, waarvan de eerste de ‘groene’ fase is. “In de SOP/TTP fase komen de standing operating procedures en de tactics, technics en procedures aan bod”, zegt Nico. “Na een theorieweek verbindingsmiddelen en demolitie volgt een blok van zes weken. Hierin komen de volgende onderwerpen aan bod: patrouil-
De cursisten zitten aan het einde van de maritieme module van de opleiding.
Alle Hens | februari 2012
Voorselectie Het verkorten van de vernieuwde opleiding tot twintig weken is mogelijk door de invoering van meetmomenten vooraf en een strenge voorselectie. Hoofd Opleidingseenheid Specialistische Operaties van de Defensie Duikschool, kapitein Tim, legt uit: “Om aanstaande cursisten voor te bereiden op de MSOF-opleiding stellen we in samenwerking met de operationele mariniersbataljons tweemaal per jaar een meetmoment in. Daarmee is precies te bepalen waaraan de cursist nog moet werken om op het vereiste startniveau te komen. Verder krijgt hij een informatieboekje op huisadres met daarin een duidelijke uitleg over aard en inhoud van de opleiding, alle eisen in detail en hoe men zich alvast daarop kan voorbereiden.”
26
opleiding
gebied legang met kleine eenheden, het betrekken van een OP (observatiepost), close target reconnaissaince, het uitvoeren van kleine raids en acties. Hierin worden ook de nieuwste observatiemiddelen gebruik. Deze fase sluiten we af met een week werken op hoogte en een week mobility training.” Aansluitend hierop is er de vijfweekse module Special Operations in Urban Terrain (SOUT). “De zogenaamde ‘zwarte’ fase, ofwel het optreden in verstedelijkt gebied en met name de basisprocedures op het gebied van counter terrorism. Hierin komt ook het uitvoeren van Hostage Rescue Operations (redden van gijzelaars) aan bod.”
"Hier ligt onze expertise, op maritiem gebied zijn wij de specialisten" De laatste vijf weken, de ‘blauwe’ Basis Maritieme Module, zijn de cursisten in Den Helder voor het aanleren van de specifiek maritieme aspecten van speciale operaties. Kapitein Tim: “Ze krijgen dan hun vaaroplei-
Het is een zeer praktisch gerichte opleiding, met professionele instructie en eerste klas spullen.
ding met allerhande vaartuigen, maritieme helikopteroperaties, maritieme contra-terreur zoals het aan boord gaan van schepen of boorplatforms, anti-piraterij operaties. In deze fase wordt het verschil gemaakt tussen de landgebonden special forces en de Marsofoperator. Hier ligt onze expertise, op maritiem gebied zijn wij de specialisten! Dat mogen de mannen vervolgens laten zien in een zesdaagse eindoefening, waarbij ze onder extreme omstandigheden zelfstandig hun missie moeten uitvoeren.” Focus op praktijk De mariniers Rik, Don en Corné zijn intussen uit het water geklauterd, van waaruit ze het afvuren van een soort van enterhaak over een scheepsrailing hebben beoefend. Zij zitten aan het eind van hun maritieme module en staan dus vlak voor die eindoefening, die vanwege de winterse omstandigheden nog wel eens verschrikkelijk zwaar zou kunnen worden. Wat vinden zij eigenlijk van de nieuwe opzet van de opleiding? Ze beginnen enigszins cryptisch: hier selecteren ze om op te leiden en is de opleiding niet bedoeld om te selecteren. En dat betekent? “De voorselectie ervaren we allemaal als een goede zaak”, verwoordt Rik het groepsgevoel. “Omdat basisvaardigheden als kaart en kompas al in de aptitude zitten, kan tijdens de opleiding meer de focus gelegd worden op het ‘echte’ werk, en da’s wel zo prettig. Het is een zeer praktisch gerichte opleiding, met professionele instructie en eerste klas spullen. Wat opvalt is de volwassen opzet. Daarmee bedoelen we dat het in vergelijking met onze infanterie veel minder ‘schools’ is, je kunt al snel redelijk zelfstandig aan de bak. Dat vinden we helemaal geweldig, dat is uitdagend. 27
En dat was toch één van de redenen om ons hiervoor aan te melden.” Tot nu toe vinden ze de opleiding ‘als verwacht’: “Pittig, maar goed te doen. Voor een gezonde marinier is dit zeker haalbaar, fysiek is alles redelijk goed te behappen. Al moet je mentaal wel eens de knop kunnen omzetten, want je wordt echt tot het uiterste gepusht. Een grote plus vinden we de instructie. Die is erg gebaseerd op de praktijkervaringen van special operators in echte missies, inclusief overal beeld en geluid bij en daadwerkelijk de lessons learned uit acties. Dat levert ons cursisten een uitstekend beeld op van wat we straks kunnen verwachten.”
In de MSOF-opleiding wordt onder toezicht van de MSOF-opleidingseenheid samengewerkt door instructeurs vanuit de operationele eenheden van MARSOF, het Mariniers Opleidingscentrum en de Defensie Duikschool. De opleiding wordt tweemaal per jaar gegeven en start steeds na het zomer- en winterverlof. De MSOFopleiding staat open voor mariniers, korporaals en luitenanten. Aansluitend op de opleiding worden operators geplaatst bij een van de teams binnen Marsof, waarna men zich verder kan specialiseren. De kersverse Marsof-operator is na de opleiding wereldwijd inzetbaar binnen het gehele geweldsspectrum van speciale operaties, zowel op land als in de maritieme omgeving.
Alle Hens | februari 2012
A chtergrond
Samenwerken is doen!
Maritiem cluster kiest nieuwe koers Nederland Maritiem Land, vertegenwoordiger van maar liefst 12.000 grote en kleine ondernemingen, heeft begin dit jaar een nieuwe koers ingezet. “Wij zijn een duurzame sector met een enorme toekomst voor ons”, aldus voorzitter Arie Kraaijeveld. Het sleutelwoord om dat te bewijzen en die toekomst succesvol uit te bouwen, is meer samenwerking tussen de verschillende maritieme bedrijven, branches en organisaties. De Koninklijke Marine is hier nauw bij betrokken want, hoewel geen commerciële partij, is het Commando Zeestrijdkrachten wel een belangrijke speler. Tekst: Maartje van der Maas Met een internationale haven als Rotterdam en maar liefst 185.000 mensen die werkzaam zijn in de maritieme sector, is Nederland met recht een maritieme handelsnatie te noemen. “We zijn het aan onze stand verplicht hierin nationaal en internationaal te excelleren”, concludeert de voorzitter. Nederland Maritiem Land (NML) ziet hiertoe mogelijkheden door de handen in elkaar te slaan. Gezamenlijk zullen de organisaties nieuwe activiteiten ontplooien op de gebieden communicatie, arbeidsmarkt en scholing, innovatie, internationaal ondernemen en het weer op de kaart zetten van Nederland als vestigingsland.
Vreemde eend Scheepsbouwers, reders, vissers maar ook binnenvaartschippers, de offshore, de waterbouwers en de Koninklijke Marine zetelen allemaal in deze organisatie. Het Commando Zeestrijdkrachten lijkt als Defensieonderdeel een vreemde eend in de bijt. Bestuursondersteuner kapitein-luitenant-ter-zee Peter van Maurik legt uit dat dit geheel niet het geval is. “De KM is vaak de aanjager van innovatie in de maritieme sector. Zo waren wij de eersten die aan boord water maakten via osmose in plaats van in ketels. Dit kwam de veiligheid van de schepen zeker ten goede. Ook bepaalde technische installaties aan boord van de patrouilleschepen zijn vernieuwend en bruikbaar voor andere vaartuigen.” Daarnaast legt hij de nadruk op de internationale rol van het CZSK. “Wereldwijd zorgen wij voor veiligheid. Internationale veiligheid begint bij internationale contacten. Dankzij onze positie als varende ambassade kunnen wij die contacten tot stand brengen en Alle Hens | februari 2012
28
onderhouden. Dat is vaak de reden dat we in buitenlandse havens recepties organiseren en bezoeken afleggen aan verschillende instanties.” Speerpunten De ambities van het NML richten zich op vier fronten. “De werving van jonge mensen is daar een belangrijke van”, legt van Maurik uit. “We zijn op zoek naar slimme denkers met gevoel voor de zee. Dat geldt net zo goed voor de offshore als voor de Koninklijke Marine. We kunnen elkaar helpen in wervingscampagnes en daarna in de selectie van goed personeel.” Hij vervolgt: “als die mensen dan zijn aangesteld, is het belangrijk dat ze een goede vorming krijgen. Op het gebied van onderwijs moeten we samenwerken zodat we efficiëntere en betere opleidingen kunnen ontwikkelen. De eerste projecten met het Koninklijk Instituut voor de Marine zijn al gestart.” Een ander speerpunt van het NLM ligt op het gebied van de public relations. “De communicatie over de sector moet intensiveren. Nederlanders moeten weten dat ons land begint bij het strand. De VPRO-serie ‘Nederland van boven’ liet in de aflevering over de Rotterdamse haven duidelijk zien hoe belangrijk de zee is voor ons land. Zonder handel over zee geen geld, geen pensioenen, geen onderwijs… Hierover zal in de toekomst nog veel vaker bericht worden.” Als laatste geeft van Maurik aan dat het NML een grotere adviesfunctie zal innemen voor de Europese maritieme zaken. “Denk hierbij aan de organisatie van de kustwacht of de indeling van het zeegebied. Daar zijn wij Nederlanders erg goed in. Daarnaast kunnen we ook adviseren in milieuzaken of de veiligheid op zee. Daar komt de marine weer om de hoek kijken, want daarin zijn wij gespecialiseerd.” Het NML heeft voor 2012 net zoals het Commando Zeestrijdkrachten samenwerking hoog op de agenda staan. Beiden staat midden in de maatschappij en smeden succesvolle allianties om in de toekomst meer efficiënt en doelgericht te werken.
operationeel
Opwerken voor Kunduz
Goed werkende smeltkroes van krijgsmachtculturen De politietrainingsmissie in het Afghaanse Kunduz is in volle gang. Eind april vertrekt de derde lichting van de Police Training Group, onder wie 140 mariniers, voor een half jaar naar het gebied. Behalve het beveiligen van marechausseecollega’s, trainen zij ook Afghaanse politiemensen. Wat houdt de missie precies in en hoe kijken de mariniers, marechaussees en landmachters tegen hun aanstaande partnerschap aan? Tekst: Jopke-Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: Hans Lebbe (AVDD)
Politietraingsmissie Kunduz De Police Training Group (PTG) maakt samen met onder andere de Air Taskforce (ATF) en de Europese politiemissie (EUPOL) onderdeel uit van de geïntegreerde politietrainingsmissie (GPM), waarover Duitsland de leiding heeft. Doelstellingen Het verbeteren van de kwaliteit van de Afghaanse civiele politie. → Het versterken van de Afghaanse juridische keten. → Het versterken en verbeteren van de onderlinge relatie tussen de Afghaanse civiele politie en rechterlijke macht. → Het verbeteren van het imago van de Afghaanse civiele politie richting de burgerbevolking. Deelnemers De Police Training Group (PTG) bestaat uit de volgende partijen: → Ministerie van Buitenlandse Zaken → Ministerie van Veiligheid & Justitie → Commando Zeestrijdkrachten → Commando Landstrijdkrachten → Koninklijke Marechaussee Het Commando Landstrijdkrachten en het Korps Mariniers wisselen elkaar gedurende de missie af en worden primair ingezet voor het beveiligen van de collega’s van de Koninklijke Marechaussee buiten de poort. Daarnaast trainen zij ook samen met de KMAR-collega's de Afghaanse civiele politie. De mariniers nemen deel aan PTG-3 en 5, de overige PTG’s worden door de landmacht ondersteund. PTG-3 bestaat uit zo’n 45 marechaussees, vijftig landmachters en een kleine 180 militairen van de marine (140 mariniers en 36 van de vloot). Meer weten In het KMar Magazine zijn het afgelopen half jaar diverse artikelen over de missie verschenen. Het blad is digitaal te vinden op het intranetportaal of www.defensie.nl via het pad actueel/defensiebladen/KMar Magazine.
29
De Police Training Group (PTG) zal onder leiding van kolonel der mariniers Jarst de Jong verder borduren op het werk van PTG-1 en 2. “De marechaussee wordt ingezet voor het opleiden van de Afghaanse civiele politie”, begint hij zijn uitleg. “Een achtweekse basisopleiding binnen de poort en een vervolgopleiding van tien weken buiten de poort. Die praktijkcursus buiten de poort ondersteunen wij als beveiligers van onze collega’s. En als er geen dreiging is, trainen ook wij de Afghanen.” De mariniers maken daarmee deel uit van de zes Police Operational Mentoring and Liaison Teams (POMLTs), ieder bestaand uit vijf marechaussees, negen mariniers en een algemeen militair verpleegkundige. De 420 uur durende praktijkcursus Advanced Patrolman Training Course is opgebouwd uit drie zuilen: beveiliging, openbare orde en opsporing. Om zich goed voor te bereiden op de inhoud van de missie, maar ook op de samenwerking tussen de verschillende krijgsmachtdelen, doorlopen de deelnemers momenteel een opwerktraject van een half jaar. “Het eerste thema van de vier opwerkfases was introductie en mindset”, vertelt De Jong. “We moesten eerst zorgen dat we samen op één lijn kwamen en een team werden. Het idee ‘de mariniers gaan samen met de marechaussee en de landmacht op missie’, moest vervangen worden door het gevoel ‘we gaan als PTG-3 op missie’. One mission, one team. En dat is gelukt. We zijn nu halverwege het opwerktraject en de sfeer onderling is fantastisch. Behalve dat mensen hard en respectvol samenwerken, is er ook ruimte voor humor. Er is echt chemie onderling.” Alle Hens | februari 2012
operationeel
“We lijken meer op elkaar dan we dachten”
“Ik voel me veilig bij de mariniers”
“Marechaussees gaan normaal individueel op uitzending”, legt luitenant-kolonel Frank Rippens uit. “Dat we nu onderdeel uitmaken van een militaire eenheid met een ‘groene’ inzet, is helemaal nieuw voor ons. Nu na een paar weken opwerken hebben we onze KMar-collega’s en de eenheid van het Korps Mariniers aardig leren kennen. We lijken meer op elkaar dan we vooraf dachten.”
Voor wachtmeester Mirjam en korporaal van de mariniers Thijs is de politietrainingsmissie hun eerste uitzending. En dan moet je ook nog samenwerken met een club die je helemaal niet kent, waarvan je je afvraagt of het wel gaat klikken. “In het begin moesten we wel even wennen aan elkaar”, vertelt Mirjam. “Als je samen op missie gaat is het belangrijk dat je goed met elkaar kunt samenwerken”, haakt Thijs in. “Wij waren ook wel wat afwachtend in het begin, maar al vrij snel bleek het goed te klikken. Wederzijds begrip is heel belangrijk. We kunnen alles met elkaar bespreken en ook buiten het opwerkprogramma gaan we sociaal goed met elkaar om.” “We trekken echt naar elkaar toe”, zegt Mirjam enthousiast. “Bij de marechaussee zijn we helemaal niet gewend om intern te zitten. Onze vrije uren brengen we nu ook vaak met elkaar door en dat is eigenlijk heel gezellig. Die mix van krijgsmachtdelen en ervaren en onervaren militairen maakt het erg leuk en boeiend.” “We gaan samen de Afghaanse politie trainen”, vertelt Thijs. “Maar eigenlijk is het beveiligen van onze KMar-collega’s onze hoofdtaak. Bij verplaatsingen rijden we bijvoorbeeld met een bushmaster voorop. Mirjam heeft alle vertrouwen in de beveiliging door de mariniers: “Ik voel me bij hen echt veilig.”
Marechaussee majoor Rob Jacobs is binnen PTG-3 commandant POMLTcompagnie en alle bijbehorende specialisten, onder wie de explosieven opruimingsdienst, genie, fire support teams, medische afvoerploegen en het elektronisch oorlogsvoeringsteam
“De mariniers zijn naar ons idee heel praktisch, sociaal en flexibel”, vult majoor Rob Jacobs aan. “Kenmerken die wij marechaussees ook hebben, want ook wij moeten in ons dagelijks werk continu anticiperen op de gegeven omstandigheden.” Beide heren waren al snel positief over de samenwerking met de CZSK-collega’s. Jacobs: “Iedereen beseft zich dat we deze missie samen als team moeten doen, van uitvoerders tot stafmedewerkers. Er heerst wederzijds respect. Bovendien merken we dat we veel van elkaar kunnen leren.” Wachtmeester Mirjam is een van de drie vrouwen binnen de zes POMLTs en werkt normaal op de grensbewaking van Schiphol.
Marechaussee overste Frank Rippens staat als senior police advisor naast commandant De Jong: “Ik adviseer over en bewaak de voortgang van de doelstellingen binnen de politiële en justitiële keten.”
Alle Hens | februari 2012
30
“Het beveiligen van onze KMar-collega’s is onze hoofdtaak”, zegt korporaal der mariniers Thijs. “Daarnaast trainen we ook de Afghanen.”
operationeel
“De omschakeling van denk- en werkwijze is een behoorlijke uitdaging”
“Prettig om van tevoren vertrouwd te raken”
Tweede luitenant Marijke van de landmacht gaat de functie van officier toegevoegd S4 bekleden. Het is haar eerste uitzending. “Het team waarin ik werk, bestaat overwegend uit mariniers en enkele militairen van de vloot en landmacht. Voor een goede werkwijze proberen we het beste van alle partijen te laten samensmelten, al neigen we daarin het meest naar de procedures van de mariniers. Die omschakeling naar een andere denk- en werkwijze is een behoorlijke uitdaging. Een ruime opwerktijd van zes maanden is dus erg prettig. In het begin voelde ik me best een vreemde eend in de bijt als landmachter en vrouw tussen al die mannen, maar na twee weken was ik één van hen. En met de achttien vrouwen van de hele PTG hebben we al afgesproken af en toe samen onze vrouwenmomenten te pakken in onze vrije uren”, lacht ze.
“Ik ben legal advisor van de commandant”, begint luitenant-ter-zee 2 OC Kitty. “Ik voorzie hem van juridisch advies op het vlak van internationaal recht, humanitair recht, oorlogsrecht, militair straf- en tuchtrecht en militair ambtenarenrecht. Daarnaast kunnen er nog tal van andere zaken zijn waarbij ik assisteer. Voor mijn functie hoef ik in principe het kamp niet te verlaten, maar als ik de kans krijg, zou ik graag het werk van onze trainers in de praktijk willen zien. Ik vind het belangrijk om ook kennis en ervaring op te doen van de omgeving waar we opereren. Behalve dat ik het zelf heel interessant vind, kan het me helpen in mijn functie. Voor wat betreft onze veiligheid buiten de poort maak ik mij geen zorgen, ik heb alle vertrouwen in de mariniers. Ik heb goede ervaringen met ze opgedaan in Uruzgan.”
Luitenant-ter-zee 2 OC Kitty is als legal advisor verantwoordelijk voor het juridisch advies aan C-PTG-3.
Als S4 toegevoegd is tweede luitenant Marijke samen met 52 collega’s verantwoordelijk voor de hele logistieke keten van de POMLTs van PTG-3. Samen zullen ze onder meer de verhuizing op het kamp naar de nieuwbouw (slaapen kantooraccomodatie) organiseren en uitvoeren.
31
De samenwerking met het Korps Mariniers in het opwerktraject verloopt tot nu toe erg vlot, volgens Hogenelst. “Ik heb het gevoel dat iedereen in de staf elkaar erg waardeert en cultuurverschillen tussen de verschillende krijgsmachtonderdelen geen rol spelen. We zijn al een echt team, waarin iedereen een individuele rol heeft.” Ze ging twee jaar geleden voor het eerst op uitzending naar Tarin Kowt in Uruzgan. Dit was een individuele uitzending, waarbij ze veel samenwerkte met de landmacht. “Ik moest me toen enorm aanpassen aan hun werkwijze en omgangsvormen, dat was soms best lastig. Voor deze missie doorlopen we gezamenlijk een opwerktraject. Het is heel prettig om van tevoren al zo vertrouwd te raken met elkaar.”
Alle Hens | februari 2012
sport
01 I 02
OMK Schaatsen Het Defensiekampioenschap schaatsen is gehouden op de vijf kilometer lange ijsbaan FlevOnice. Gestoken in professionele marineschaatspakken, werkt de marineschaatsploeg jaarlijks onder leiding van hun gediplomeerde schaatscoach een stevig trainingsprogramma door. Ook dit jaar wierp dat zijn vruchten af. De deelnemers binnen de ploeg zijn allemaal marathonschaatsers. Daarom richtten zij de pijlen op het koningsnummer, de 40 km. Bij de heren veteranen werd het podium volledig gevuld met schaatsers uit de marineschaatsploeg. Deze drie veteranen waren ook nummer 1, 2 en 3 in het overall klassement. Bij de 40 km heren senioren viel de 3e prijs ook binnen de KM. Op de 20 kilometer werd eveneens goed gereden. Bij de dames vielen de 1e en 3e prijs binnen de KM, terwijl ook bij de Heren Senioren de 1e prijs voor de KM is. Als klap op de vuurpijl heeft de trainer/coach van de marineschaatsploeg meegedaan aan de 20 km en heeft er voor gezorgd dat ook de 1e prijs bij de heren veteranen voor de KM was.
lichting, waar voor het eerst ook personeel van de vloot deel van uit zal maken. Zij zullen bij goed gevolg als eerste Vloot Sport Instructeurs aan het werk gaan. 27 I 01
CDK Zaalvoetbal ning van het marinebedrijf zorgde voor een finaleplaats voor beide teams. De finale werd uiteindelijk via strafschoppen beslist na een 1-1 gelijkspel in de reguliere speeltijd. De strafschoppenserie werd net even beter genomen door het Marinebedrijf. Op marinebasis Parera en marinekazerne Suffisant streden negen teams om de titel. Het combinatieteam van Suffisant behaalde de eerste plaats en verlengt daarmee hun titel voor 2012. Uitslag: - Suffisant - CIDW 8 (CLAS compagnie) - Savaneta - Parera 11 | 01
Nieuwjaarsloop 2012 Zowel in Den Helder, als in Doorn en Amsterdam is de Nieuwjaarsloop gehouden. Bij elkaar stonden er ongeveer 500 deelnemers aan de start van deze prestatietocht, die voor velen een eerste aanzet was om gestalte te geven aan de gemaakte goede voornemens. Een goed begin is het halve werk! 09 I 01
Eerste uitreiking nieuwe sportinsigne De commandant van het Mariniers Opleidings Centrum, LKOLMARNS Jan ten Hove, heeft deze week op de Rotterdamse Van Ghentkazerne de splinternieuwe draaginsigne uitgereikt aan 27 instructeurs Fysieke Training & Sport. Het glimmende schildje is een erkenning voor diegenen die een van de langst durende opleidingen van de KM hebben afgerond. Deze opleiding bestaat uit twee modules. Om te beginnen Fysieke Training (elf maanden), gericht op de hindernisen touwenbaan plus hardlopen. Daarna volgt Sport (vier maanden), waarbinnen vooral de spelsporten aan bod komen. De eerstvolgende opleiding start in april van dit jaar. Hieraan kunnen 20 mariniers deelnemen. Na de zomer start eveneens een nieuwe Alle Hens | februari 2012
18 | 01
MK Zaalvoetbal Twee poules van zes teams hebben in de sporthallen op de Nieuwe Haven in Den Helder het Marinekampioenschap Zaalvoetbal gespeeld. Op de wedstrijdvloer ontspon zich naar de kruisfinales toe een spannende en sportieve strijd. In de kruisfinales speelden het Marinebedrijf tegen het team van Marine Vliegkamp de Kooij. De andere halve finale werd gespeeld door het team van het tweede peloton van de 13e infanterie compagnie tegen de Marinebrandweer. Een overtuigende zege van de brandweer en een nipte overwin32
Uitslag: 1: Marinebedrijf 2: Marine brandweer 3: 2e peloton, 13e infanteriecompagnie 18 | 01
NMK Cross Country Met een kanonschot werd het kampioenschap cross country op de legerplaats bij Oldenbroek ’t Harde geopend. 144 Defensiemedewerkers streden onder goede omstandigheden om de titel van nationaal militair kampioen. Het kampioenschap werd gelopen over twee afstanden: 4km en 10km. Zowel bij de 4km als de 10km begon de wedstrijd spannend. Het parcours was hier en daar bevroren waardoor er snelle tijden werden gelopen. Na een aantal kilometers tekende het verschil tussen de eerste loper(s) en de achtervolgers zich echter af. De winnaars finishten uiteindelijk met een flinke eindigden op de concurrentie. Uitslagen: Korte cross (4km) - overall 1. Sgt. Wezeman, R 00:14:18 2. Kpl1. Ploem, RGJ 00:14:43 3. SMI Oosterhout, R van 00:14:52 Lange cross (10km) - overall 1. Sgt. Beekveld, PAWM van 00:35:30 2. Sgt1 Boom, RC van der 00:36:22 3. Sgt. Lemstra, YW 00:36:59 Dames (4km) 1. Sgt Humblet-Lievaart, A 00:16:28 2. SMI Linden, AM van der 00:16:55 3. Kap. Schoenmakers, LMP 00:17:00
logboek
2012
Centrale Klachten Commissie voor de Militaire Gezondheidszorg Bent behandeld in een van de gezondheidscentra van Defensie, maar om wat voor reden dan ook niet tevreden? Dien een klacht in bij de Centrale Klachten Commissie. Voorzitter brigadegeneraal b.d. Bart Rosengarten beantwoordt enkele vragen. 1. Waarom is de CKC opgericht? “In de eerste plaats is het ministerie verplicht om een klachtencommissie in te stellen. Tot 1 juli van vorig jaar had ieder krijgsmachtdeel een eigen klachtencommissie. Uit de praktijk bleek dat klagers de weg naar de commissies maar moeilijk konden vinden. Er kwamen erg weinig klachten binnen, en dan hebben we het over een aantal van drie of vier per jaar. Gevolg daarvan is dat de commissieleden weinig kennis en ervaring opbouwden met afhandeling van klachten. Dus om de weg naar de klachtencommissie gemakkelijker te maken en de expertise van de commissieleden te vergroten is de CKC opgericht.” 2. Wat doet de CKC met de klachten? “In eerste instantie legt de klager zijn klacht neer bij de Patiëntencontactpersoon (PCP). Die probeert door bemiddeling, een gesprek, de klacht te verhelpen. Vaak blijkt er namelijk sprake te zijn van miscommunicatie tussen de hulpverlener en cliënt. Mocht de klager niet tevreden zijn met de uitkomst van die bemiddeling, komt de klacht bij ons terecht. Vervolgens doet onze onderzoekscommissie onderzoek. In die commissie zitten onder andere een jurist en verschillende medische disciplines. Gaat de klacht bijvoorbeeld over een tandarts, dan doet ook onze tandarts mee aan dat onderzoek. We zorgen er natuurlijk altijd voor dat er geen belangenverstrengeling plaatsvindt.”
5. Wie kunnen er terecht bij de CKC? “Iedereen die gebruik maakt van de militaire gezondheidszorg. Dus militairen en burgers mogen bij ons een klacht indienen. En het gaat dus niet alleen om de eerste- en tweedelijnszorg, maar ook om bijvoorbeeld de arbodienst, en het revalidatiecentrum. Het betekent dat men ook met klachten die bijvoorbeeld ontstaan in het Centraal Militair Hospitaal of in de geestelijke gezondheidszorg terecht kan bij de CKC. Wij gaan overigens uiterst voorzichtig om met de gegevens die de klager aan ons verstrekt. Dat kan ik niet vaak genoeg zeggen. Iedereen die zich tot ons went met een klacht, verzeker ik dat er vertrouwelijk wordt omgegaan met zijn of haar klachtgegevens. Wij waarborgen de privacy van de klager én de aangeklaagde.”
Contactgegevens Centrale Klachten Commissie:
3. Wat voor sancties kan de CKC opleggen? “Geen. Wij oordelen alleen of de klacht gegrond of ongegrond is. Wordt een klacht gegrond verklaard, is het aan de beklaagde om iets met die klacht te doen. Het oordeel gaat wel altijd naar de zorgaanbieder, eventueel voorzien van een advies hoe herhaling in de toekomst te voorkomen. Mocht de klager geen genoegen nemen met onze uitspraak, kan die ook nog naar het medisch tuchtcollege stappen.”
Via de patientencontactpersoon (PCP) van uw gezondheidscentrum of door het benaderen van de secretaris van de commissie: Dhr. Wout van Wissen, Telefoon: 06 – 1006 3108, E-mail:
[email protected]
4. Aan wat voor klachten moeten we denken? “De ervaring tot nu toe leert dat de meeste klachten gaan over bejegening, dus over de patiëntvriendelijkheid. Een behoorlijk deel gaat echter over medisch-inhoudelijke klachten. Het kan dus variëren van iemand die vindt dat de fysiotherapeut erg onaardig was tijdens een behandeling tot een tandarts die de verkeerde kies heeft getrokken. Momenteel lopen er negen zaken bij de CKC.”
Voor meer informatie over de CKC: Intranet:http://wiki.mindef.nl/ckc. Internet:http://www.defensie.nl/cdc/ gezondheidszorg/klachten_militaire_ gezondheidszorg
33
Alle Hens | februari 2012
logboek
Ontdek Den Helder
09|02
Balgzand als ijsbreker
Den Helder is een stad waar elke dag genoeg valt te beleven. Op het blog ontdekdenhelder.wordpress.com kunt u iedere dag een stukje informatie vinden over Den Helder, nieuws, wetenswaardigheden en volksverhalen. Een bijzondere rubriek is ‘het mooiste plekje van…’ waarin ook C-ZSK Matthieu Borsboom, trotse inwoner van de havenstad, vertelt op welke plek hij het liefst komt.
Op verzoek van Rijkswaterstaat is de marinesleepboot Balgzand ingezet om de haven van Schiermonnikoog weer toegankelijk te maken. Door de aanhoudende vorst was deze dichtgevroren. Dikke ijsschotsen in de haven zorgden ervoor dat de veerdienst tussen Lauwersoog en Schiermonnikoog niet veilig meer kan aanmeren. Na de strenge vorstperiode is de Balgzand weer teruggekeerd naar Den Helder.
Nijmeegse Vierdaagse De bezuinigingen bij Defensie hebben ook effect op de organisatie van de Vierdaagse van Nijmegen. Het bestuur van de Vierdaagse heeft maatregelen genomen om de fors hogere kosten op te vangen. Deelnemen aan de Vierdaagse wordt 8 euro duurder. Ook verdwijnt de Vlaggenparade in het Goffertstadion, de traditionele opening aan de vooravond van het wandelevenement. De parade wordt vervangen door een eenvoudige openingsceremonie op de Wedren, het start- en finishterrein van de Vierdaagse. “Voor 2012
en 2013 lijken de opbouw en het beheer van Kamp Heumensoord, waar alle militaire deelnemers worden ondergebracht, nog wel gegarandeerd››, aldus marleider Johan Willemstein. Maar het bouwen van de traditionele pontonbrug over de Maas bij Cuijk op de vierde wandeldag moet de organisatie voor eigen rekening nemen, net als de opbouw en bemanning van hospitaaltenten op de rustplaatsen onderweg. Defensie zorgt ook niet langer voor de inschrijving van de militaire deelnemers.
13|02
Duikers bergen vermiste schaatser
Een 43-jarige Nederlandse man uit Grubbenvorst verdween 3 februari nadat hij was gaan schaatsen op de Krickenbecker See in Nettental, vlak over de grens bij Venlo. De Duitse hulpdiensten startten direct een grote zoekactie. Ook Duitse brandweerduikers zochten twee keer onder het ijs naar de man. Vanwege de kou en het ijs moesten ze deze pogingen staken. De Duitse autoriteiten verleen-
den toestemming aan de civiele autoriteiten in Limburg om verder te zoeken met duikcapaciteit van Defensie. Vijf marineduikers van de Defensie Duikgroep zochten vervolgens vrijdag het meer af met sonarapparatuur en vonden rond 16.15 uur het levenloze lichaam van de man. De militairen hebben het lichaam geborgen en overgedragen aan de politie Limburg-Noord.
08|02
NH90 Simulator in gebruik
Kapitein Erik Starmans en de LTZ2 Wesley Haas van het Defensie Helikopter Commando hebben een stukje helikoptergeschiedenis geschreven. Ze maakten in Italië de eerste oefenvlucht met splinternieuwe Nederlandse NH90-simulator. Onder supervisie van de De-
Alle Hens | februari 2012
fensie Materieel Organisatie (DMO) is hiermee weer een belangrijke stap op weg naar de vernieuwing van de helikoptervloot van defensie gezet. De simulator, die voorlopig in een dorpje vlakbij Milaan staat, is vanwege zijn hoogwaardige technologie zeer bijzonder. Vliegen is zo realistisch dat de uren die in de simulator worden gevlogen als echte vlieguren tellen. Daarmee kan de simulator naar verwachting in de toekomst een flink gedeelte van de reguliere trainingsvluchten vervangen. Instructeurs van het Nr. 7 Squadron van het Defensie Helikopter Commando gaan vanaf vandaag vliegers, tacco›s, sensoroperators en loadmasters op deze simulator opleiden. 34
05|02
Weekendschool bij Marinebrandweer Stichting Weekendschool Den Helder is er voor kinderen uit groep zeven die om wat redenen dan ook wat extra uitdaging/ plezier kunnen gebruiken. De stichting werkt rondom vier thema’s uit het beroepenveld en vragen gastdocenten om over hun beroep te vertellen. Een van die thema’s is dienstverlening en in het kader daarvan waren de kinderen op bezoek bij de Marinebrandweer. De dag begon met een introductiefilm over het werk van de Marinebrandweer. In groepjes zijn de scholieren uiteen gegaan voor verschillende activiteiten. Zo mochten ze in een rokerige ruimte een pop redden, compleet met brandweerjas en helm, hebben de kinderen elkaar omhoog getakeld en hebben ze kennis gemaakt met een hefkussen. Hoogtepunt was toch wel de rit in een echte brandweerwagen, natuurlijk hard en met sirene. Om de dag af te sluiten zijn de scholieren naar het Marinemuseum gegaan.
logboek
04 |02
Reservisten ondersteunen Sporten Voor Sophia Twintig reservisten hebben gedurende drie dagen een benefiet sportevenement voor het Sophia Kinderziekenhuis ondersteund. In het topsportcentrum Rotterdam ‘spinden’ gesponsorde deelnemers in blokken van drie uur. De benodigde 400 fietsen zijn door reservisten in de sporthal geplaatst en na afloop van het evenement verwijderd. Daarnaast stapten op zaterdag en zondag enkele reservisten op de fiets om ook sportieve inzet te tonen. De samenwerking is tot stand gekomen na een verzoek van de organisatie aan de commandant van de Van Ghentkazerne in Rotterdam. De KMR Eenheid Rotterdam heeft de uitvoering verzorgd. De actie ‘Sporten voor Sophia’ heeft dit jaar ruim 300.000 euro opgebracht. Het geld wordt besteedt aan MRI-onderzoek naar de groei en beweeglijkheid van kinderlongen.
02|02
Loopbaanperspectief voor jonge officieren Op initiatief van de beroepsvereniging voor marineofficieren, de KVMO, vond op donderdag 2 februari een open brainstormsessie plaats tussen jonge officieren en P&O in gebouw Albatros in Den Helder. Onderwerp van gesprek was het loopbaanperspectief van jonge officieren bij de Koninklijke Marine. Deze bijeenkomst was een vervolg op een eerdere sessie tussen deze groep en P&O, gehouden na het uitkomen van de beleidsbrief van de minister van Defensie in april 2011. Hoofd P&O René Luyckx gaf tijdens de bijeenkomst aan: “Hoewel we in de toekomst helaas groepen medewerkers zullen moeten laten gaan, moeten we ook werken aan de instroom en het behoud van andere groepen om het operationele product van de organisatie te kunnen garanderen.” Deze lastige situatie waar P&O zich op dit moment in verkeert, wist hij treffend te illustreren met een foto van een circusartiest in spagaat. De volgende vragen stonden centraal tijdens de sessie: ‘Wat verwacht de jonge officier van het CZSK op het gebied van behoud en loopbaanperspectief?’ en ‘Hoe kan Defensie inspelen op de wensen van de jonge officier?’ Hierbij gaf Luyckx duidelijk aan dat dit tweerichtingsverkeer is. “Er wordt van de medewerker verwacht dat hij of zij ook voor zichzelf een plan maakt. Het initiatief komt niet alleen van de organisatie uit. De tijd dat P&O loopbanen op een presenteerblaadje gaf, is voorbij maar in goede samenspraak is er veel mogelijk.” Het succes van deze bijeenkomst
lag dan ook in de open dialoog die de jonge officieren met P&O aan konden gaan. Een groot aantal loopbaanbegeleiders was aanwezig om de verschillende suggesties aan te horen en te stroomlijnen in het interactieve deel van de middag. De resultaten daarvan werden gebundeld en vervolgens integraal bediscussieerd, waarbij relevantie en haalbaarheid van de suggesties centraal stond. Met deze sessie is de dialoog tussen P&O en deze,voor de marine van de toekomst zeer waardevolle categorie officieren nog niet afgelopen. Dit werd in het slotwoord bevestigd door de directeur personeel. Schriftelijk verslag volgt.
02|02
Medaille onderstreept Frans Nederlandse marinesamenwerking De Chef Staf van de Franse Marine, Admiraal Bernard Rogel, heeft een bezoek gebracht aan de Koninklijke Marine. Dit bezoek stond in het teken van de versteviging van het samenwerkingsverband tussen de Nederlandse en Franse Marine. Beide admiraals spraken over de versterking van de maritieme samenwerking en het ontplooien van eventuele aanvullende initiatieven. Ook brachten zij een bezoek aan verschillende Nederlandse eenheden. Uit dank voor de inzet ten behoeve van de hechte band tussen de beide marines ontving viceadmiraal Matthieu Borstboom tijdens dit
bezoek de ordre national du mérite in de rang van commandeur. Deze hoge Franse onderscheiding kreeg hij namens het Nederlandse Marinepersoneel. De medaille staat symbool voor samenwerking op gebied van antipiraterij, mijnenbestrijding, maar ook de inzet in Afghanistan. Daarnaast werd inzet van Hr.Ms. Amsterdam genoemd, die vorig jaar het Franse commandoschip Tonnere ondersteunde nabij Ivoorkust. In zijn dankwoord benadrukte vice-admiraal Borsboom dat hij deze medaille namens de gehele marine in ontvangst heeft genomen. “Zonder de toegewijde inzet van al het ma-
rinepersoneel op en vanuit zee” was dit niet mogelijk geweest.
35
Alle Hens | februari 2012
logboek
Uit de West
30|01
Start onder arctische omstandigheden
Een eerste groep bemanningsleden van het marinedetachement Groningen is in Galati, Roemenië, aangekomen om het patrouillevaartuig gereed te maken voor haar platformproeftocht. Onder arctische omstandigheden, waarbij de temperaturen overdag regelmatig tot wel 19 graden onder nul daalden, is een begin gemaakt met het beladen van de Groningen en het in kaart brengen van technische staat van het schip. Korporaal Linda Reichwein is als goederenbeheerder al vanaf begin 2011 bezig geweest om alle spullen te ontvangen en gereed te maken voor transport naar Roemenie. “Het is mooi om nu het resultaat van vele maanden voorbereiding te zien. Wij plukken de vruchten van de ervaring die de bemanning van de Holland in de zomer van 2011 heeft opgedaan toen zij hierheen zijn gekomen om de proeftocht van de Friesland uit te voeren. Wat het wel lastig maakt zijn de weersomstandigheden. De combinatie van wind en lage temperatuur maken het zeer zwaar om buiten werkzaamheden uit te voeren, maar gelukkig
is de bemanning hier goed tegen gekleed. Daar komt bij dat sneeuw en ijsvorming op de werf en aan boord een extra uitdaging vormen. Bootsman Johan Klem geeft aan dat de eerste indrukken van het schip zeer positief zijn. “Je kan duidelijk zien dat veel van de bevindingen die aan boord van de eerste drie schepen zijn gedaan, door zijn gevoerd aan boord van de Groningen.” Omdat de bemanning van het marinedetachement Groningen op dit moment nog niet volledig is aangetreden wordt de proeftocht uitgevoerd door de bemanning van het marinedetachement Zeeland. Zij zullen de Groningen in het voorjaar ook omvaren naar Vlissingen waar het schip verder wordt afgebouwd. In Vlissingen worden onder meer nog de verschillende wapensystemen en ziekenboeg geïnstalleerd.
29|01
Touch & go Chinook op Van Ghentkazerne Tijdens een ultrakorte landing van een Chinook van het Defensie Helikopter Commando op de Rotterdamse Van Ghentkazerne, stapten 25cursisten van de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers (POTOM) aan boord voor een vlucht naar de Edesche Hei. De vliegreis maakte deel uit van de basishelikoptertraining van de officieren in opleiding. Hierbij is aandacht voor veilig werken met heli`s, tactisch in- en uitstijgen en het uitvoeren van noodprocedures. Naast de noodzaak van het houden van deze training, bood de reis per heli een praktische tijdbesparing ten opzichte van vervoer over de weg, maar vooral ook een goede en mooie vliegervaring. Alle Hens | februari 2012
36
Grootschalige drugsbestrijdingsoperatie Onder de noemer ‘Operation Martillo’ bestrijden twaalf landen drugssmokkel in een groot gedeelte van het Caribische gebied en de Stille Oceaan, waarbij de nadruk wordt gelegd op de Zuid Amerikaanse en Midden Amerikaanse kustwateren. Dat gebeurt onder de paraplu van de United States Southern Command. Nederland is grotendeels betrokken bij het planningsproces voor deze operatie. De marine zet voor onbepaalde tijd varende eenheden in. De Kustwacht Caribisch gebied neemt deel met de inzet van het maritieme patrouillevliegtuig DASH 8 en levert assistentie in het belang van de bescherming van de Koninkrijkswateren. Aan Operation Martillo doen ook Belize, Canada, Colombia, El Salvador, Frankrijk, Groot-Brittannië, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Panama en Spanje mee. Ongeveer 80% van de cocaïne die in de VS aankomt wordt via zee vervoerd. In 2011 werd in dergelijke operaties 119.000 kilo coke onderschept, ter waarde van 2,35 miljard dollar op de Amerikaanse markt.
logboek
WieWatWaar 01|02 In 1973 opgekomen als matroos, zwaait LTZ1 Kees Zwanenburg na een indrukwekkende loopbaan als onderofficier en officier als hoofdofficier met Functioneel Leeftijds Ontslag (FLO). VADM Borsboom, nam op gepaste wijze afscheid van hem met de uitreiking van zijn persoonlijke munt. Dit als uiting van waardering en respect voor Zwanenburg als militair, werknemer maar vooral als mens binnen de Koninklijke Marine.
Veteranennieuws ling als kaderlid in het bijzonder. Met name zijn rol en doorzettingsvermogen bij de implementatie van SAP sprak hierbij tot de verbeelding.
23|01 Na een periode van ongeveer zeven maanden op de Operationele School, zijn vijf matrozen geslaagd voor de opleiding tot onderofficier van de nautische dienst, kwartiermeester.
AVOM Wandelpeloton wandelt voort. Na het plotselinge vertrek van de vorige voorzitter en secretaris, traden ook enige leden uit het AVOM wandelpeloton, waardoor het ledenaantal sterk verminderde. Maar het AVOM wandelpeloton wandelt voort! Dus AVOM-leden die graag wandelen, sluit u aan en beoefen met gelijkgestemde oud- marinemensen de gezonde wandelsport. Inlichtingen via Jan Hopster. Tel: 0614197010, E-mail:
[email protected].
17 | 03
12|01
30|01 In bijzijn van zijn echtgenote en diverse collega’s ontving SGTMARNALG Jacques Greitemann uit handen van de commandant van het mariniers trainingscentrum de zilveren medaille voor 24 jaar trouwe dienst. Greitemann is werkzaam als onderofficier onderhoud mariniersgoederen bij het amfibische logistiek bataljong AMFLOGBAT. Hij werd hierbij geprezen om zijn kennis, ervaring en inzet op logistiek gebied en zijn ontwikke-
14 leerlingen van de voortgezette vak opleiding van de logistieke dienst verzorging ‘VVO klas 143’ heeft hun certificaat ontvangen voor het vaktechnische gedeelte van de ‘VVOLDV’. De diploma-uitreiking werd gevolgd door de inauguratie van de matrozen van de logistieke dienst verzorging tot korporaal. Het vaktechnische gedeelte was het laatste gedeelte voor de matrozen LDV. Voor hen en de medeleerlingen van het CLAS en het CLSK was hun ingangsniveau, hun behaalde studieresultaat en het eindassessment door het ROC Midden Nederland voldoende om in aanmerking te komen voor het diploma zelfstandig werkend kok.
37
Mijn opa was een… Veel Nederlanders hebben voorouders die in Nederlands-Indië woonden, in het KNIL dienden of daar waren als dienstplichtig militair tijdens de politionele acties eind jaren ‘40. Bij het opruimen van de zolder of kast vinden zij dan soms oude foto’s waarop die familieleden in Indië staan afgebeeld, al dan niet in uniform. Soms vinden zij behalve foto’s ook documenten of onderscheidingen. Maar wat is het belang en de betekenis van die spullen? Dat is vaak niet duidelijk. Museum Bronbeek organiseert een fotodag om mensen te helpen de betekenis en inhoud van hun foto’s en documenten te verduidelijken. Voor deelname zijn de normale museumentreeprijzen van toepassing (www.bronbeek.nl). Reserveren is noodzakelijk. Belangstellenden kunnen zich opgeven via e-mail:
[email protected] of telefoon 0263763555.
Alle Hens | februari 2012
logboek
o
Aankondigingen km, juistheidsworpen met werpgewichten in standaardringen, afstandschatten, mars van 25 km en de schietproef met Diemaco of Glock. Voor dames en deelnemers van 45 jaar en ouder gelden lichtere eisen.Voor meer informatie en inschrijving www.tmpt.nl.
24|03
Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht 2012 Sinds 1 maart 2012 is de inschrijving voor de TMPT 2012 geopend. De 64ste editie van deze prestatietocht vindt plaats op 15 en 16 mei vanuit het ISK Harskamp. De datum van opkomst is maandag 14 mei vanaf 15.00 uur. De TMPT is een veelzijdige, niet te onderschatten tocht voor beroeps- en reservemilitairen van alle krijgsmachtdelen. De twaalf onderdelen die in twee dagen, binnen twee maal tien uren moeten worden afgelegd zijn: verplaatsing per fiets, kaartlezen per kajak, afleggen van survivalbaan, afleggen van de nationale hindernisbaan, tweemaal een snelmars van 3 km in 19 minuten, afleggen van een oriëntatieparcours van 9 km, kaartleesopdracht per fiets van 60
Darttoernooi in de Marine OnderOfficieren Club Het toernooi begint om 15.00 uur. Inschrijving vindt plaats van 13.30 uur tot 14.30 uur. Er wordt gespeeld singles, 501, best of 3/5. Het inschrijvingsgeld is 5 Euro en wordt verdeeld als prijzengeld. Inschrijven kan ook via
[email protected]
11|05
04|04 Vossenjacht Van 13.30 tot 16.00 organiseert Bureau Operationele Zorg voor kinderen vanaf 2 jaar t/m groep 6 op het terrein van Quelderduijn een vossenjacht.
OD-Landdag De OD-landdag voor officieren zeedienst en mariniers vindt vanaf 08.30 uur plaats in gebouw Dukdalf. Deze dag biedt naast netwerkmomenten en een forumdiscussie ook een programma met diverse sprekers. De ontwikkelingen op het personele gebied worden besproken en er worden lezingen gegeven over Missile Defence en de inzet van mariniers op en vanuit zee. Opgave voor 28 maart via
[email protected]
Verzamelen bij het clubhuis tourvereniging Toon Jacobs op de Schootenweg 2-A , 1785 LV Den Helder (naast de parkeerplaats van het sauna & welness center)
29|06
06|09
03|10
Reünie W-COY Reünie gehouden in de kantine van de Van Braam Houckgeestkazerne Doorn. Opgave voor 22 mei 2012 door het overmaken van € 15,00 op het bankrekeningnummer 056.99.93.040 t.n.v. MINDEF FDC/Servicepunt Utrecht/ Kasbeheerder, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Met als omschrijving DDF-nr. 10510060 reünie WCOY onder vermelding van uw naam en registratienummer.
Reünie afscheid van de Lynx Reunie voor de bemanning van MVK de Kooy en het Defensie Helikopter Commando. Na 35 jaar neemt de Koninklijke Marine afscheid van de Lynx-helikopter. Informatie via
[email protected].
Reünie Hr. Ms. Dolfijn S. 808 Reünie voor de bemanning van Hr. Ms. Dolfijn tijdens de missie rond Ned. Nieuw-Guinea. Informatie via Rinus Peperkamp. Tel: 010-438 25 88 of 06-15 28 63 99. E-mail:
[email protected]
Inschrijven kan nog tot 28 maart via
[email protected] onder vermelding van naam activiteit, voor- en achternaam kind, adres, geslacht, groep, leeftijd en werknemer ID van vader of moeder.
Reunies
Informatie via Berend Timmermans:
[email protected] of Hans Bouman:
[email protected].
Alle Hens | februari 2012
38
mensen & M U T A T I E S
officieren Bevorderingen: KLTZTA M.C. van der Deijl LTZ 1 D. van der Meule LTZE 1 L.C. Leppink LTZ 1 L.C. Rietdijk LTZ 2 OC J. Franssen LTZ 2 OC J.A. Woltjer LTZT 2 OC R.E. de Groot LTZ 2 OC E.M. Duenk LTZ 2 OC P.R.G. Smeets KAPTMARNS R.F. Wilde LTZ 2 OC J.P. Rorijs LTZ 2 T.J. Dop LTZT 2 J. de Waal
Dienstverlaters: GENMAJMARNS H.A. van der Til KTZA F.J. Marcus KTZA G.H. Peters KLTZT H.J.M. Sandbrink LTZE 1 A. van Gameren LTZA 1 P.B. Karssen LTZA 1 E. van Laar LTZA 1 M. Venema LTZ 2 OC R. Bruinsma LTZSD 2 OC H.T.A. van Ginkel LTZAR 2 OC K.A. Gmelig Meijling LTZE 2 OC R.L.C. van Haastrecht LTZT 2 OC M.M. van der Hert LTZ 2 OC A.G.D. van Hoef LTZE 2 OC P.A. Kersseboom LTZ 2 OC J. Kooistra LTZT 2 OC C. Lamoré LTZE 2 OC D.M. Nieland LTZ 2 OC G.J. Wessels LTZT 2 A.P.A. Disco LTZT 2 J.C. van der Graaf LTZSD 2 A.F. Keus
SGTTDE S.K. Huijser SGTMARNALG M.A.W.D. Kuipers SGTTDW D. Ruybroek KPLADBZ M.M. van Aalst KPLWDS R. Boezer KPLMARNALG J. Coumou KPLTDW R.J.K. Feenstra KPLTDE W.M.A. van der Hert KPLTDE A.J. Klompmakers KPLODOPS Knippels KPLADBZ C.M. Lam KPLODND M. Nijhof KPLTDW J.C. Schoordijk KPLLDGB M. Teijl KPLLDGD G.C. Tomson KPLLDV M. Veenstra KPLTDE M.J. Voorhamm KPLTDW B. van Willigen KPLLDGD J. van der Zee
Bevorderingen AOOODND W.L.M. Vroom AOOLDA J.J. den Boer AOOODVB A.L. Wehrman AOOODOPS M. Rauwerda AOOBDSD A.M.J. Verdonk AOOBDSD R. Greve AOOMARNALG R. de Wind AOOLDA H.J.C.A. Goedee AOOODVB L. Driesprong SMJRMARNALG N.J.M. Dekker SMJRODVB I.A.G. Oukes SMJRWDW H.G.J. Oeijen SMJRODVB H.J. Polak SMJRMARNALG B. Harman SMJRMARNALG M. Smeenk SMJRWDW S.F. Seuters SMJRMARNALG M.A.M. Kerremans SGTMARNALG D. van der Woude SGTODND A. Rouw SGTMARNALG M.W.G. Cork SGTMARNVB D. van der Zijde SGTTDW P.J.C. Mous SGTWDS R. Steijsel SGTODND V. Bak SGTMARNALG B. Gerrits SGTTD S.W. Elting SGTODVB L.J.W. van Raalte SGTMARNALG A. Juric SGTTDV M. Boumeester SGTMARNALG W.A. Nijenhuis SGTWDS W. Ziengs SGTODND T.J. de Jong SGTTDE R.F. Terweij
MATR 1 OD R.J. van der Linden MARN 1 ALG N.J. Noordzij ADBA D.R. Opmeer MARN 1 ALG E.J. Poot MATR 1 TDW J.W. van Schaik MATR 1 OD V. Sousa Gomes MARN 1 ALG J.H. Swarts MATR 1 TDE M. Tavafi MARN 1 ALG P.J. Thoutenhoofd MARN 1 ALG R.S. Troenokarso MARN 1 ALG A.A. van der Veen ADBZ S.J. Zuiderduin
Burgermedewerkers Bevorderingen S. Adema, 9 S.J. Praamsma,7 M. Beens, 4
onderofficieren Bevorderingen: MATR 1 TD R.L.J. Klaver
Dienstverlaters: MATR 1 TD S. van Amstel MARN 1 ALG W. Baljeu MARN 1 ALG E.J.F. Berghout MARN 1 ALG J.W.M. Bessems MATR 1 ODVB T.I. van Beusekom MARN 1 ALG J.C. Bimmerman MATR 1 LDV M. Bonnet ADBZ K.A. de Bruin MARN 1 ALG M. Deelen MATR 1 OD M.M. van Dijk MATR 1 LDGB D. den Doop MARN 1 ALG J.D.R. Farid MARN 1 ALG S. Fels MARN 1 ALG A. Firouztash ADBZ R.G. Genee MARN 1 ALG A.J. de Glint MATR 1 TDW S.D.A. ter Haar MATR 1 LDV W.J. Jacobs MATR 1 TDW W.J.G.T.M. Janssen ADBM R. Ketelaars MATR 1 LDGD H.J.S. Koel MARN 1 ALG M.D. van Kooten MARN 1 ALG M. Koppelaar MARN 1 ALG A. Kroonen MARN 1 ALG A.B. Kuiling MARN 1 ALG C.W.P. Lagendijk MATR 1 LDV D.Z.S.L. Lapkowski
Dienstverlaters: AOOTDW C.H. Blokmaker AOOODOPS J.M. Boone AOOMARNALG H.A.A. van Dun AOOMARNALG J.G. Etman AOOLDGB H.P. Gangadin AOOTDE R.J. van Ginkel AOOMARNALG M. de Jong AOOTDE R.S. Looij AOOODVB K. van der Meulen AOOODOPS P.B.J. Roelofs AOOMARNALG P.R. de Wind SMJRODOPS W.M. Feenstra SMJRWDW J.C.B. Franssen SMJRMARNALG J.A. Jager SMJRTDW R.J.L. de Leuw SMJRTDW A.R. Spaans SMJRODOPS R. Zellenrath
Dienstverlaters I.Gillissen R.A. Zomerdijk J. de Vries G.H. Pfaff R.A.C. Vos H.J. Boelsma R. Peters J.A. Roelse
manschappen burgers 39
Alle Hens | februari 2012
Schijn licht op je loopbaan! Word matroos bij de marine! Hoewel er bij de marine ingrijpend gereorganiseerd wordt, is er nog steeds ruimte voor instroom van nieuw personeel. Mocht u mensen kennen die matroos willen worden bij de Koninklijke Marine, verwijs ze dan naar www.werkenbijdemarine.nl