De declaratie van uw accountant: vaste of flexibele kostenpost? Met het oog op de aangekondigde bezuinigingen nemen zorginstellingen de niet direct aan zorg gerelateerde uitgaven nog eens goed onder de loep. Als gevolg hiervan worden contracten met externen niet verlengd of worden adviesopdrachten op no cure no pay voorwaarden aangenomen. Het inhuren van een externe accountant voor de controle van uw jaarrekening is echter bij wet verplicht. Periodiek spreekt u met deze accountant de uit te voeren werkzaamheden door alsmede de door hem hiervoor in rekening te brengen fee. U vraagt zich af of deze controle niet goedkoper kan, aan de andere kant is het ook belangrijk dat een deskundige de jaarrekening goed controleert. De dienstverlening: controle van de jaarrekening Iedere zorginstelling in Nederland zoals genoemd in het Uitvoeringsbesluit WTZi artikel 2, is volgens de Regeling Verslaggeving WTZi verplicht een jaarrekening en jaarverslag op te stellen en de jaarrekening door een accountant te laten controleren. Het product van de accountant is in deze gevallen de controleverklaring. Voor kleine zorginstellingen geldt sinds 2010 dat zij kunnen volstaan met een samenstellingsverklaring of een beoordelingsverklaring. Naast de controle van de jaarrekening voert (meestal) dezelfde accountant controles uit op verantwoordingen die nauw samenhangen met deze jaarrekening. Voorbeelden van deze verantwoordingen zijn het nacalculatieformulier, het formulier AO/IC DBC’s of AWBZ en de verantwoording ten behoeve van het opleidingsfonds. Conform de Regeling Verslaggeving WTZi stelt de Raad van Toezicht van de zorginstelling de accountant aan. In de praktijk hebben ook de Raad van Bestuur, de financieel manager en controller een beslissende rol in de keuze. In de controleverklaring bij de jaarrekening verklaart de accountant dat hij zijn controleaanpak zodanig heeft ingericht dat er een redelijke mate van zekerheid is dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een afwijking is materieel indien deze de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. Het is de kunst dat de accountant dit subjectieve begrip kan vertalen in concrete werkzaamheden volgens een controleprogramma. Doorgaans geldt dat als een onderneming of een instelling kleiner is een fout eerder materieel in financiële zin is, dan dat dit bij een grotere instelling het geval is. Een kleinere entiteit zal de accountant dus meer in detail moeten controleren. Het is te verwachten dat bij een kleinere zorginstelling de accountantskosten in verhouding tot de omzet van deze zorginstelling hoger liggen. In individuele gevallen kan het zijn dat door de omstandigheden een fout eerder als materieel wordt aangemerkt. Te denken valt aan een zorginstelling die een groot negatief resultaat heeft gerealiseerd en als gevolg daarvan een negatief eigen vermogen heeft. De accountant is zich er van bewust dat het in dit geval zeer van belang is dat hij de juiste conclusies trekt bij de opgestelde jaarrekening. Hij zal dus geneigd zijn meer werkzaamheden uit te voeren.
Bij een groot zorgconcern dat bestaat uit meerdere stichtingen en BV’s zal de accountant, indien hij de opdracht heeft bij elke entiteit een aparte controleverklaring af te geven, meer werkzaamheden moeten doen dan wanneer alle activiteiten van de zorginstelling in één entiteit zijn ondergebracht. Kwaliteit van de dienstverlening De accountantsfee wordt door de meeste zorginstellingen als hoog ervaren. Voor deze fee mag u dan ook wel enige kwaliteit verwachten. Maar wat verstaat u onder kwaliteit? Allereerst is er de kwaliteit van de landelijke accountantsorganisatie. U wil graag geïnformeerd worden over de laatste ontwikkelingen op het gebied van wet‐en regelgeving. De big‐4 kantoren Ernst&Young, PWC, Deloitte en KPMG alsmede kantoren BDO en Mazars hebben binnen hun organisatie een afzonderlijke zorgsector aangemerkt. Daarnaast nemen accountants van deze kantoren deel in het Coziek. Het Coziek functioneert als informeel overlegorgaan van landelijke accountants in de zorgsector, waarbij contacten worden onderhouden met NZa, VWS en koepelorganisaties. De grote kantoren houden ook vaak informatiebijeenkomsten of cursussen waaraan u als cliënt gratis of tegen een gunstig tarief kunt deelnemen. Daarnaast, en misschien nog wel belangrijker, is er de kwaliteit van het controleteam dat bij u over de vloer komt. Zijn het ervaren mensen die u goed kunnen informeren en u een tip kunnen geven waarmee u een voordeel kan behalen, of krijgt u steeds nieuwe gezichten te zien en functioneert u meer als opleidingsinstituut? Is voornoemde natuurlijke adviesfunctie in de accountantsfee inbegrepen of krijgt u voor iedere vraag een aanvullende factuur? Kwaliteit van een accountantscontrole blijkt een aspect dat niet eenduidig te toetsen is. Los hiervan is het wel mogelijk de hoogte van de accountantskosten bij zorginstellingen in Nederland met elkaar te vergelijken. Verdeling van de zorgmarkt over de accountantskantoren Bij de gepubliceerde jaarrekeningen en jaarverslagen is tevens de verklaring van de accountant bijgevoegd. Sinds enkele jaren dienen zorginstellingen ook een beknopt overzicht van de accountantskosten in hun gepubliceerde jaarrekening weer te geven. Zorginstellingen kiezen, waarschijnlijk gedreven door voornoemde argumenten, massaal voor een accountant van de big‐4 kantoren. Opvallende 5e speler is accountantskantoor Verstegen, een kantoor dat voornamelijk in west‐en midden Nederland actief is. Onderstaande analyse geeft inzicht in de controlefee (controle jaarrekening en overige controle) uit de jaarrekeningen 2010 van 733 zorgaanbieders verdeeld over zes sectorale categorieën: UMC’s (8x), (categorale) ziekenhuizen (102x), VVT (371x), GGZ (113x), GHZ (105x) en gemengde aanbieders (34x). De lijst van zorgaanbieders in dit onderzoek is niet uitputtend, omdat van een aantal aanbieders de gegevens over de accountantskosten niet voorhanden was. De totale controlefee voor de geselecteerde jaarrekeningen bedraagt circa € 51 miljoen.
% verdeling accountants obv controle‐fee Verstegen 3%
BDO Overige 2% 4%
KPMG 19% Deloitte 14%
Ernst & Young 29%
PWC 29%
Accountantskosten in de praktijk In onderstaand overzicht zijn de accountantskosten die betrekking hebben op controlewerkzaamheden in relatie tot de omzet van de zorginstellingen weergegeven . Hierbij valt direct de bandbreedte op waartussen deze kosten zich begeven. Aan de hand van de jaarrekeningen alleen is het niet mogelijk een oordeel te hebben over de hoogte van de accountantskosten maar een aantal zaken wekken wel de aandacht: Grote verschillen bij de Universitair Medische Centra. De kosten bij UMC Utrecht zijn bijvoorbeeld meer dan 2 keer zo groot als de kosten bij UMC Groningen, terwijl de omvang van de ziekenhuizen vergelijk is; Relatief hoge kosten bij zorgconcerns Espria en Careyn. Waarschijnlijk speelt hier mee dat deze concerns bestaan uit veel afzonderlijke entiteiten waar een aparte controleverklaring voor moet worden afgegeven; Kosten GGZ Westelijk Noord‐Brabant. Deze instelling heeft een groot verlies geleden. De accountant heeft een verklaring met continuïteitsparagraaf afgegeven. Waarschijnlijk heeft hij dit jaar hiervoor extra werkzaamheden moeten verrichten.
1.000.000 UMC Erasmus PWC
900.000 Careyn PWC/Ernst & Young
Accountantskosten
800.000
Espria PWC Stichting 's Heeren Loo KPMG UMC Leiden Ernst & Young Parnassia Bavo groep KPMG
700.000 600.000
UMC Utrecht Ernst & Young
500.000 Cordaan NKI‐AVL Meander Ernst & Young KPMG De Opbouw PWC LdH Philadelphia Zorg KPMG PWC PWC GGZ Westelijk N‐ 300.000 Brabant ‐ PWC
400.000
200.000
UMC Radboud Ernst & Young
AZ Maastricht Deloitte
VU MC Ernst & Young
Isala Klinieken Antonius KPMG Ziekenhuis PWC
100.000
UMC Groningen KPMG
‐ 0
200.000.000
400.000.000
600.000.000
800.000.000
1.000.000.000
1.200.000.000
1.400.000.000
Omzet Selectie zorginstellingen met een omzet > € 50 miljoen. Overzicht van kleinere zorginstellingen is opgenomen onder www.zorgmarkt.nl
Overige dienstverlening van de accountant Met de kennis die de accountants omtrent wet‐ en regelgeving bezitten, zijn zij natuurlijk uitstekend in staat de zorginstellingen bij te staan met advisering en het uitvoeren van overige werkzaamheden. Echter, een accountant mag om zijn onafhankelijkheid als controleur te waarborgen slechts een beperkt aantal aanvullende werkzaamheden uitvoeren. Uit onderstaand overzicht blijkt dat het percentage aanvullende dienstverlening redelijk beperkt is. Het is echter zeer waarschijnlijk dat in de kolommen fiscale advisering en niet‐controle diensten niet alle dienstverlening die accountantskantoren leveren zijn opgenomen. De werkzaamheden die de advies‐tak van het accountantskantoor uitvoeren zullen door sommige zorginstellingen wél in de tabel worden opgenomen en door sommige zorginstellingen niet. Er is alleen sprake van toegevoegde waarde van het vermelden van de kosten inzake overige dienstverlening als duidelijker gedefinieerd is welke categorieën hieronder moeten vallen. Het is dus maar de vraag hoe nuttig op dit moment de kolom overige dienstverlening in de jaarrekening is.
Sector VVT
Fee mbt de controle
fisc. advisering (fa) en % fa en ncd van totale niet‐controle accountantskosten per diensten (ncd) sector
17.624
4.553
21%
(Categorale) ziekenhuizen
9.637
3.390
26%
GGZ
8.304
1.912
19%
GHZ
6.642
2.313
26%
Gemengd
5.054
1.465
22%
UMC's
3.751
1.845
33%
Totaal
51.011
15.477
23%
Bedragen x €1.000,‐
Ter overweging In de praktijk blijken er, ook indien de grootte van de zorginstelling in acht wordt genomen, grote verschillen te zitten in de hoogte van de accountantsfee. Ofschoon er verklaringen kunnen zijn voor het ontstaan van deze verschillen neemt het niet weg dat u, aan de hand van wat collega‐instellingen betalen, deze kosten bij uw instelling onder de loep kunt nemen. De dienstverlening controle van de jaarrekening en de verplichte controle van overige verantwoordingen kan gezien worden als een basisdienst waarbij het niet uitmaakt wie deze levert. Echter, ook kwaliteitsaspecten als persoonlijke relatie, imago en aanwezige expertise spelen mee. Een gesprek met uw accountant kan u wellicht meer inzicht geven in de opbouw van de jaarlijkse controlekosten, waarbij het voor u duidelijk moet worden welke prijs u bepaalt voor de kale controle en wat de prijs is voor de ‘zachtere’, kwalitatieve factoren. Indien u het idee hebt dat u een hoge prijs betaalt voor het laatste, dan is het misschien tijd om bij andere accountantskantoren een offerte op te vragen. December 2011 Karin Lambooij‐Hollenberg Ankie van Duppen