NOTEBOOK COMPUTER
VERKLARING VAN SYMBOLEN
De betekenis van de symbolen en de lettertypen die in deze handleiding worden gebruikt, luidt als volgt:
Waarschuwing gevaarlijke elektrische spanning.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan die gevaar opleveren voor uw gezondheid. Â
Dit symbool wordt gevolgd door bijkomende informatie, opmerkingen en tips.
Teksten in de lettertype Courier, zijn schermafdrukken die u in de aangegeven volgorde moet uitvoeren.
Copyright © 2001
Alle rechten voorbehouden. Dit handboek is door de auteurswet beschermd. Het copyright is in handen van de firma Medion®. Handelsmerk: MS-DOS® en Windows® zijn geregistreerde handelsmerken van de firma Microsoft®. Pentium® is een geregistreerd handelsmerk van de firma Intel®. Andere handelsmerken zijn het eigendom van hun desbetreffende houder.
Technische wijzigingen voorbehouden.
ii
GARANTIEVOORWAARDEN Het ontvangstbewijs geldt als bewijs voor de eerste aankoop en moet goed worden bewaard. Dit hebt u nodig wanneer u gebruik wilt maken van eventuele garantievergoeding. Wanneer het product aan een andere gebruiker wordt doorgegeven, dan heeft deze voor de rest van de garantietijd recht op garantievergoeding. Hierbij dienen de kassabon alsmede deze verklaring eveneens in het bezit van genoemde andere gebruiker te worden gesteld. Wij garanderen, dat dit apparaat in staat is om te functioneren en in technisch opzicht overeenstemt met de beschrijvingen in de bijgevoegde documentatie. De resterende garantietermijn gaat bij het tonen van het aankoopbewijs van de oorspronkelijke onderdelen over op de desbetreffende reserveonderdelen. Wanneer u dit apparaat inlevert om van eventuele garantievergoeding gebruik te maken, moet u eerst alle programma's, gegevens en demontabele opslagmedia verwijderen. Producten die zonder accessoires worden opgestuurd, worden zonder accessoires vervangen. De vrijwaringplicht geldt niet voor het geval, dat het probleem veroorzaakt werd door een ongeval, catastrofe, door vandalisme, misbruik, onoordeelkundig gebruik, het veronachtzamen van veiligheids- en onderhoudsvoorschriften, wijziging door software, virussen resp. een ander apparaat of andere accessoires of andere door ons niet toegestane modificaties. Deze beperkte garantieverklaring vervangt alle andere uitdrukkelijke en impliciete garanties, dit met inbegrip van de garantie van de verkoopbaarheid of van de geschiktheid voor een bepaald doel, beperkt zich echter niet daartoe. In sommige landen de uitsluiting van impliciete garanties wettelijk niet geoorloofd. In een dergelijk geval is de geldigheid van alle uitdrukkelijke en impliciete garanties beperkt tot de garantieperiode. Na afloop van deze periode verliezen alle garanties hun geldigheid. In sommige landen is het beperken van de geldigheidsduur van impliciete garanties wettelijk niet geoorloofd, zodat bovenstaande beperking niet in werking treedt. Wanneer u met betrekking tot deze garantievoorwaarden vragen zou hebben, neem dan contact met ons op.
iii
De TFT- Beeldschermtechniek is de tot nu toe DSTN- Technologie ver verbetert. over 2 Mil. kleurpunten worden een voor een door transistoren bestuurt. Onlangs modernste productiemethodes is het niet uit te sluiten, dat enkele kleurpunten defect zijn en uitgavenvouten in micrometerbereik veroorzaken. Deze uitgavenfouten worden in vakkringen Pixelfouten genoemd en zijn tot een cijfer van 0,0005 % geen handicap en geen reden voor waarborg. (kijk OLG Köln 1993, AZ 19 U 92/91: CR 1993,208 und OLG Köln 1994, AZ 19 U 183/93: NJW RR 1994, 1077).
Een pixel komt overeen met 3 punten (rood , groen, blauw)
Een reden voor garantie treed dan op: •
als er vijf defecte punten zijn.
•
Bij twee keer twee defecte aan elkaar aangrenzende punten.
•
bij drie defecte punten binnen 15mm doormeter.
BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID De inhoud van dit handboek kan in verband met technische ontwikkelingen onaangekondigd worden gewijzigd. De fabrikant en distributie nemen geen verantwoordelijkheid op zich voor schades die zijn ontstaan als gevolg van fouten of weglatingen van de informaties die in dit handboek beschikbaar zijn gesteld. Wij zijn in ieder geval niet aansprakelijk voor: 1.
door derden aan u gestelde eisen met betrekking tot verliezen of beschadigingen; 2. verlies of beschadiging van uw blanco CD's, registraties of gegevens; 3. economische uit een schadegeval voortvloeiende verdere schades (met inbegrip van winstderving of bezuinigingen) resp. bijkomende schades, ook wanneer wij ervan op de hoogte zijn gesteld, dat zulke schades mogelijk kunnen optreden. In sommige landen is de uitsluiting resp. beperking van bijkomende resp. uit een schadegeval voortvloeiende verdere schades wettelijk niet geoorloofd, zodat bovenstaande beperking niet in werking treedt.
KOPIËREN, FOTOKOPIËREN EN VERVEELVOUDIGEN VAN DIT HANDBOEK Niets uit dit document mag worden gekopieerd, gefotokopieerd, verveelvoudigd, vertaald, verzonden of opgeslagen op een elektronisch leesbaar medium zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
iv
Inhoud: Verklaring van symbolen .............................................. ii Garantievoorwaarden .................................................. iii Beperking van de aansprakelijkheid .................................... iv Kopiëren, fotokopiëren en verveelvoudigen van dit handboek .................................................................. iv
VEILIGHEID EN ONDERHOUD .......................................... 1 Veiligheidsvoorschriften ................................................1 Persoonlijk .........................................................................1 Beveiliging van gegevens ....................................................1 Veiligheid...........................................................................2 Montage, uitrusting en herstellingen.....................................3 Plaats van opstelling ...........................................................5 Omgevingstemperatuur ......................................................5 Elektromagnetische verdraagzaamheid ................................5 Aansluiten..........................................................................6 Tips voor modemgebruik.....................................................7 Tips voor het Touchpad.......................................................7 Accuwerking ......................................................................7 Onderhoud .................................................................8 Onderhoud van het beeldscherm .........................................9 Transport...........................................................................9 Het notebook tegen diefstal en onbevoegde toegrip te beschermen.....................................................................11
INLEIDING ........................................................... 13 Aanwijzingen m.b.t. deze handleiding ........................... 13 Onze doelgroep................................................................13 De kwaliteit......................................................................13 De service........................................................................14 Leveringsomvang ...................................................... 14 De Personal Computer (Notebook) ............................... 15 Hoe werkt een Computer?.................................................15 De Software.....................................................................15 Invoer .............................................................................15 Het Geheugen..................................................................15 De CPU (Processor) ..........................................................15 De Uitvoer .......................................................................15 Toepassingen op de Notebook ..................................... 16 Teksten verwerken ...........................................................16 Calculeren........................................................................16
v
Databanken .....................................................................16 Spelletjes.........................................................................16 Tekenen en Ontwerpen.....................................................17 Multimedia.......................................................................17 Internet...........................................................................17 Leren und Informeren.......................................................18
AFBEELDINGEN ..................................................... 19 Open Notebook ......................................................... 19 Aanzicht front ........................................................... 20 Linker kant ............................................................... 20 Rechter Kant............................................................. 20 Achterkant ............................................................... 21 Onderkant ................................................................ 21 Functielampen .......................................................... 22 Toetsenbelegging ...................................................... 22
INGEBRUIKNEMING ................................................ 23 Zo start u:................................................................ 23 Werkplaats van het beeldscherm ................................. 25 Comfortabel werken .........................................................26
STROOMVOORZIENING ............................................ 27 Aan-/Uitschakelaar .................................................... 27 Stroomvoorziening..................................................... 27 Accuwerking ............................................................. 28 Inzetten van de accu ........................................................28 Verwijderen van de Accu...................................................28 Accu opladen ...................................................................29 Betekenis van het acculampje ...........................................29 Accuprestatie ...................................................................29 Energiebeheer (Power Management) ............................ 31 APM en ACPI....................................................................31 Weergavemodus........................................................ 32 Opslaan in het geheugen...................................................32 Opslaan op de harde schijf ................................................32
HET BEELDSCHERM ................................................. 33 Openen en sluiten van het beeldscherm........................ 33 Beeldschermresolutie ................................................. 34 Externe monitor aansluiten ......................................... 34
vi
GEGEVENSINVOER.................................................. 35 Toetsenbord ............................................................. 35 Standaardtoetsen .............................................................35 Toetsencombinaties, specifiek voor de Notebook .................38 Muisveld (Touchpad) .................................................. 38
HOOFDCOMPONENTEN ............................................ 39 Het diskettestation .................................................... 39 Inleggen en uitgooien van diskettes ...................................40 De harde schijf.......................................................... 41 Belangrijke Mappen ..........................................................42 Optische station ........................................................ 43 Wat is DVD?.....................................................................44 Verschillende DVD-formaten..............................................45 DVD-Video.......................................................................45 PowerDVD ................................................................ 46 PowerDVD installatie.........................................................46 Gebruikoppervlakte ..........................................................47 Geluidskaart ............................................................. 48 Externe audioverbindingen ................................................48 Modem .................................................................... 48 Modemaansluiting ............................................................49 Modemprotocols:..............................................................49 Netwerkgebruik......................................................... 50 Wat is een Netwerk?.........................................................50 Wat hebt u voor een netwerk nodig? ..................................51 Probleemoplossing in het Netwerk......................................53 PC kaartaansluiting .................................................... 54 32-bit CardBus.................................................................55 PC-Kaarten gebruiken.......................................................55 Aansluitingsmogelijkheden.......................................... 57 Seriële poort ....................................................................57 Parallelle poort .................................................................57 PS/2-poort.......................................................................57 Universal Serial Bus-Aansluiting.........................................57 IEEE 1394 (FireWire) ........................................................58 Infraroodpoort..................................................................59 Tips voor het gebruik van de IR-poort ................................59 Geheugenuitbreiding .................................................. 60
vii
SOFTWARE ........................................................... 61 Windowsxp leren kennen ...................................................61 Software installatie ...........................................................63 Windows Activering ..........................................................65 BIOS-setupprogramma............................................... 65 BIOS-setup uitvoeren................................................. 66 Gebruik van het BIOS-Setup .............................................66
KLANTENDIENST .................................................... 67 Bestand en Systeemveiligheid ..................................... 67 Back-up...........................................................................67 Onderhoudprogramma´s ..................................................67 Passwoord terugzet diskettes.............................................67 Systeemherstelling .................................................... 68 Foutoplossing...................................................................68 Kooptoestand herstellen....................................................69 Eerste Hulp bij fout functioneren.................................. 70 Lokaliseren van de oorzaak ...............................................70 Heeft u meer ondersteuning nodig ?...................................72 Driver -ondersteuning ................................................ 72
INDEX ................................................................. 73
viii
VEILIGHEID EN ONDERHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Gelieve dit hoofdstuk aandachtig te lezen en alle vermelde voorschriften in acht te nemen. Zo garandeert u een betrouwbare werking en een lange levensduur van uw Notebook. Hou deze handleiding steeds binnen handbereik in de buurt van uw Notebook. Bewaar deze gebruikshandleiding zorgvuldig om ze in geval van doorverkoop aan de nieuwe eigenaar te kunnen doorgeven.
PERSOONLIJK Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Serienummer
.....................................
Aankoopdatum
.....................................
Plaats van aankoop ..................................... Op de servicefiche voor de Helpdesk vindt u het serienummer van uw Notebook. Heeft u deze reeds opgestuurd, dan vindt u het nummer ook op de achterkant van uw Notebook. Neem dit nummer eventueel ook op in uw waarborgdocumenten.
BEVEILIGING VAN GEGEVENS Maak na elke actualisering van uw gegevens back-ups van uw bestanden op externe schijven (diskettes, banden). De indiening van vorderingen voor schadevergoedingen wegens gegevensverlies en de daardoor veroorzaakte schade wordt uitgesloten.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
1
VEILIGHEID • Open nooit de behuizing van de Notebook! Dit kan leiden tot elektrische kortsluiting of zelfs tot brand, waardoor uw Notebook zou worden beschadigd. • Steek geen voorwerpen door de gleuven en openingen in de binnenkant van de Notebook. Dit kan leiden tot elektrische kortsluiting of zelfs tot brand, waardoor uw Notebook zou worden beschadigd. • De gleuven en openingen van de Notebook dienen voor de verluchting. Dek deze openingen niet af, omdat anders een oververhitting kan ontstaan. • Laat kinderen niet zonder toezicht met elektrische toestellen spelen. Kinderen kunnen mogelijke gevaren niet altijd juist herkennen. Houd plastic zakken van kinderen weg, ze kunnen stikken. • De Notebook is niet geschikt om in een industriële onderneming te worden gebruikt. • Er bestaat gevaar voor verwondingen, als het TFTbeeldscherm breekt. Neem de gebarsten onderdelen vast met beschermingshandschoenen en stuur ze op naar uw servicecenter voor deskundige verwijdering. Was vervolgens uw handen met zeep, omdat niet kan worden uitgesloten dat er chemicaliën vrijkomen. • Bij CD-ROM-/CDRW-/DVD-eenheden gaat het om installaties van Laserklasse 1, voorzover deze toestellen in een gesloten Notebook behuizing worden gebruikt. Verwijder de afdekking van de eenheden niet, omdat onzichtbare laserstraling vrijkomt. Kijk niet in de laserstraal, ook niet met optische instrumenten.
2
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
• Leg geen voorwerpen op de Notebook en oefen geen druk uit op het beeldscherm. Het gevaar bestaat dat het beeldscherm breekt. • Het beeldscherm moet niet volledig, nl. 180°, worden opengeklapt. Probeer ze niet met geweld te openen. • Raak het beeldscherm niet aan met uw vingers of met scherpe voorwerpen om beschadigingen te vermijden. • Neem de Notebook nooit aan het beeldscherm vast, omdat de scharnieren anders kunnen breken. • Voor uw veiligheid bevelen wij het gebruik aan van een overspanningsbeveiliging, om zo uw notebook tegen grote stroomverschillen te beschermen of tegen een blikseminslag uit het elektrisch net te beschermen. Gelieve te werk te gaan zoals omschreven in het hoofdstuk „Klantendienst “ (zie pagina 67): ♦ ♦ ♦ ♦
als als als als
de elektrische kabel of de stekker verbrand of beschadigd is een vloeistof op het toestel werd uitgegoten de Notebook niet naar behoren functioneert de Notebook is gevallen of de behuizing beschadigd is
MONTAGE, UITRUSTING EN HERSTELLINGEN • Laat de montage of uitrusting van uw Notebook uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel uitvoeren. • Mocht u niet over de nodige kwalificatie beschikken, gelieve dan een geschikte onderhoudstechnicus te raadplegen. Gelieve contact op te nemen met ons service center, als u technische problemen heeft met uw Notebook. • Gelieve u te wenden tot onze geautoriseerde servicepartner in geval van een noodzakelijke herstelling.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
3
TIPS VOOR DE ONDERHOUDSTECHNICUS • De behuizing van de Notebook, alsook de montage en uitrusting ervan, is enkel voorbehouden voor onderhoudstechnici. • Gelieve enkel originele reserveonderdelen te gebruiken. • Trek vóór het openen van de behuizing alle stroom- en aansluitingskabels uit en verwijder de batterij. Wordt de Notebook vóór het openen niet losgekoppeld van het stroomnet, dan bestaat het gevaar dat de componenten kunnen worden beschadigd. • Interne componenten van de Notebook kunnen door elektrostatische ontlading (ESD) worden beschadigd. Voer de systeemverwijderingen en –wijzigingen alsook herstellingen uit op een ESD-werkplaats. Is een dergelijke werkplaats niet voorhanden, draag dan een antistatische manchet of raak een goed geleidend metalen lichaam aan. Schade die door ondeskundige bediening ontstaat, wordt door ons hersteld mits betaling van de kosten. OPGELET! Lithium-Batterijen mogen niet worden opgeladen. Ook mogen deze niet aan hoge temperaturen of vuur blootgestelt worden. Houd de batterijen buiten bereik van kinderen. Word de batterij niet correct uitgewisselt, bestaat explosiegevaar. Vervang de batterij alleen door het zelfde batterijtype (CR2032). Oude en/of defecte batterijen horen bij chemisch afval.
Tips voor laserstraling : • In de Notebook kunnen laserinstallaties van Laserklasse 1 tot Laserklasse 3b worden gebruikt. Bij ongeopende Notebook behuizing voldoet de installatie aan de normen van Laserklasse 1. • Door de Notebook behuizing te openen krijgt u toegang tot laserinstallaties tot en met Laserklasse 3b. Bij het uitbreiden en/of openen van deze laserinstallaties moet op het volgende worden gelet: • De ingebouwde CD-ROM-/CDRW-/DVD-stations hebben geen onderdelen, voorzien voor onderhoud of herstellingen. • De herstelling van de CD-ROM-/CDRW-/DVD-stations is uitsluitend voorbehouden aan de fabrikant. • Kijk niet in de laserstraal, ook niet met optische instrumenten. • Stel u niet bloot aan de laserstraal. • Vermijd de bestraling van uw ogen of huid door rechtstreekse of verspreide straling.
4
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
PLAATS VAN OPSTELLING • Houd uw Notebook en alle aangesloten toestellen weg van vocht en vermijd stof, warmte en rechtstreekse zonnestralen. De niet-inachtneming van deze tips kunnen leiden tot storingen of tot beschadiging van de Notebook. • Gebruik uw Notebook niet in open lucht. • Plaats en gebruik alle componenten op een stabiel, vlak en trillingvrij oppervlak om te vermijden dat de Notebook zou omvallen. • Gebruik het Notebook niet over langere tijd op uw Schoot of een ander lichaamsdeel, omdat de hitteontwikkeling aan de onderkant tot onaangename verwarming kan lijden.
OMGEVINGSTEMPERATUUR • Het Notebook kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van 10° C tot 40° C en bij een relatieve luchtvochtigheid van 30% - 70% (niet condenserend). • In uitgeschakelde modus kan het Notebook over een kortere tijd worden opgeslagen bij 0° C tot 50° C.
ELEKTROMAGNETISCHE VERDRAAGZAAMHEID • Bij het aansluiten van bijkomende of andere componenten moeten de Richtlijnen voor elektromagnetische verdraagzaamheid (EMV) in acht worden genomen. • Gelieve er bovendien op te letten dat in verbinding met dit Notebook enkel afgeschermde kabels voor interfaces LPT / COM / USB mogen worden gebruikt. • Hou tenminste één meter afstand tussen het Notebook en magnetische stoorbronnen en stoorbronnen met hoge frequentie (Tv-toestel, luidsprekers, GSM´s, enz.) om functiestoringen en gegevensverlies te vermijden.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
5
AANSLUITEN Let op de volgende tips om uw Notebook volgens de voorschriften aan te sluiten:
STROOMVOORZIENING • Open de behuizing van de stekker niet. Bij geopende behuizing bestaat doodsgevaar door elektrische schokken. Het bevat geen te onderhouden onderdelen. • Steek de stekker van het Notebook (Model: AD 57) enkel in geaarde stopcontacten met AC 100-240V~/ 50-60 Hz. Als u niet zeker bent van de spanning van het elektriciteitsnet op de plaats van opstelling, raadpleegt u best uw elektriciteitsleverancier. • Gebruik enkel de bijgeleverde stekker en aansluitingskabel. • Om de stroomvoorziening te onderbreken trekt u de stekker uit het stopcontact. • Het stopcontact moet zich in de buurt van het Notebook bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn. • Mocht u een verlengsnoer gebruiken, moet u erop letten dat dit voldoet aan de VDE-normen. Raadpleeg eventueel uw elektromonteur. • Wij raden voor de veiligheid aan,een beveiliging tegen spanningspieken, om Uw notebook tegen beschadiging door spanningspieken of bliksemslag van uit het stroomnet te beschermen. • Als U de netadapter van stroomnet wilt trekken, trek dan eerst de steker uit het stopcontact en vervolgens de steker uit het Notebook. Een omgekeerde volgorde zou de netadapter of het notebook beschadigen. Houd bei het aftreken van de verbinding altijd de steker zelf vast. Trek nooit aan de Leiding.
6
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
BEKABELING •
Leg het kabel zo dat niemand erop kan gaan staan of erover kan vallen.
•
Zet geen voorwerpen op de kabel, omdat deze anders kunnen worden beschadigd.
TIPS VOOR MODEMGEBRUIK •
Is uw systeem voorzien van een modem, gelieve er dan op te letten dat deze enkel op een analoge telefoonlijn kan worden aangesloten. De aansluiting op een digitale, tweede aansluiting, een groepsnummeraansluiting of een munttelefoonlijn is niet toegelaten en kan in bepaalde omstandigheden leiden tot beschadiging van de modems of van de aangesloten installatie.
TIPS VOOR HET TOUCHPAD •
Das Touchpad word met de Duim of een andere vinger bedient en reageert op die van de huid afgegeven energie. Gebruik geen balpen of andere object, omdat dit tot een defect van uw Touchpad kan lijden.
ACCUWERKING Batterijen slaan in hun cellen elektrische energie op en geven die indien nodig weer af. Om de levensduur en het prestatievermogen van uw batterij te verlengen, alsook om een goede werking te waarborgen moet op het volgende worden gelet: • Stel de batterij nooit bloot aan langdurige, rechtstreekse zonnestralen of warmte. • Werp de batterij niet in een vlam. • Open de batterij nooit, deze bevat geen te onderhouden onderdelen. • Grove niet-naleving van deze tips leiden tot beschadiging en onder bepaalde omstandigheden zelfs tot ontploffing van de batterij.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
7
• Vermijd vervuiling en contact met elektrische geleiders, alsook met chemische substanties en reinigingsmiddelen. • Gebruik enkel de bijgeleverde, originele stekker (AD 57) om de batterij op te laden. • Zorg ervoor dat de batterij volledig ontladen is, voordat deze opnieuw wordt opgeladen. • Verwissel de batterij enkel door een batterij van hetzelfde type of door een door de fabrikant aanbevolen type. • Laad de batterij altijd zolang op, totdat de oplaadlampje begint te branden. Gelieve tevens de tips „Accu opladen“ op pagina 29 in acht te nemen om de laadmodus van uw batterij te kunnen beoordelen. • Vervang de batterij enkel, als het toestel is uitgeschakeld. • Batterijen zijn bijzonder afval. Breng niet meer gebruikte batterijen naar een deskundige afvalverwerking. Uw klantendienst is hiervoor het juiste aanspreekpunt.
ONDERHOUD Â
Opgelet! Er zijn geen te onderhouden of te reinigen onderdelen in de behuizing van het Notebook.
De levensduur van het Notebook kan u door de volgende maatregelen verlengen: • Trek alvorens te reinigen steeds de stekkers van alle verbindingskabels uit het stopcontact en verwijder de batterij. • Reinig het Notebook met een vochtige, pluisvrije doek. • Gebruik geen oplosmiddelen, bijtende of gasvormige reinigingsmiddelen.
8
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
• Gebruik voor het reinigen van uw CD-ROM-/ CDRW-/DVDstation geen CD-ROM-reinigingsdisc of gelijkaardige producten die de lens van de laser zuiveren. • Stof of vet op het touchpad zal de gevoeligheid van het touchpad negatief beïnvloeden. U krijgt stof of vet op de oppervlakte van het touchpad weg d.m.v. een plakstrook.
ONDERHOUD VAN HET BEELDSCHERM • Sluit het Notebook, als er niet mee wordt gewerkt. Vermijd krassen op het oppervlak van het beeldscherm, omdat dit snel kan worden beschadigd. • Let erop dat er geen waterdruppels op het beeldscherm achterblijven. Water kan ernstige verkleuringen veroorzaken. • Reinig het beeldscherm met een zachte, pluisvrije doek. • Stel het beeldscherm niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling. • Het Notebook en zijn verpakking zijn recyclingvaardig.
TRANSPORT Neem de volgende tips in acht, als u het Notebook wil transporteren: • Schakel het Notebook uit. Om beschadigingen te vermijden worden de koppen van de vaste schijf in zekere mate bewogen. Verwijder ingelegde CD’s en floppy’s. • Wacht na het transporteren van het Notebook zolang met de ingebruikneming tot het toestel de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. Bij grote temperatuur of vochtigheidschommelingen kan condensatie door vorming van vochtigheid ontstaan binnen in het Notebook, wat een elektrische kortsluiting kan veroorzaken. • Sluit het Notebook en zorg ervoor dat het deksel goed is gesloten.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
9
• Gebruik steeds een Notebook tas om het Notebook te beschermen tegen vuil, vochtigheid, trillingen en krassen. • Gebruik voor het Versturen van Uw Notebook steeds de originele kartonnage en laat U van Uw Transporteur desbetreffend beraden. • Laad uw accu en eventueel voorhanden zijnde vervangaccu´s zeker volledig op alvorens lange reizen aan te vatten. • Informeer U voor een reis over die aan het doel van de reis aanwezige stroom en communicatieverzorging. • Koop voor dat U op reis gaat evt. de benodigde adapter voor stroom en evt. communicatie (Modem, LAN etc.). • Leg bij het verzenden van het Notebook, de accu extra in die kartonnage. • Als U de handbagagecontrole bij een vliegveld passeert, is het aan te raden, dat U het Notebook en alle magnetische opslagmedia (diskettes, externe harde schijven) door de röntgeninstallatie (de voorrichting, op die U Uw tassen neerzet) stuurt. Vermeid de magneetdetector (het apparaat, door dat U heengaat) of de magneetstaaf (het handapparaat van het veiligheidspersoneel), omdat dit evt. Uw opgeslagen informatie zou kunnen vernietigen.
10
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
HET NOTEBOOK TEGEN DIEFSTAL EN ONBEVOEGDE TOEGRIP TE BESCHERMEN
INRICHTEN VAN EEN PASWOORD U kunt Uw Notebook met een aanschakel paswoord tegen onbevoegd gebruik beschermen. Bij het aanschakelen van het notebook verschijnt dan een verzoek het paswoord in te typen op het scherm. Het paswoord word in het BIOS ingericht. Â
Attentie: Bewaar Uw paswoord op een veilige plek. Als U Uw paswoord hebt vergeten, heeft U geen mogelijkheid dit te wissen. Neem dan aub. contact met Uw klantenservice op.
GEBRUIK VAN EEN VEILIGHEIDSSLOT Met een zogenoemde. Kensington veiligheidsslot kunt U Uw Notebook tegen diefstal beschermen. In de computerhandel vind U dit veiligheidsslot met kabel als toebehoor. Om het veiligheidsslot aan te brengen, draai het kabel om een stationair voorwerp, bvb. een tafelpoot. steek het slot in de Kensingtonfitting en draai de sleutel, om het af te sluiten. Bewaar de sleutel op een veilige plek.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
11
12
INLEIDING
INLEIDING AANWIJZINGEN M.B.T. DEZE HANDLEIDING Deze handleiding is zo ingedeeld dat u te allen tijde via de inhoudsopgave de benodigde informaties m.b.t. het desbetreffende onderwerp kunt nalezen. Een trefwoordenregister (index) vindt u aan het eind van dit handboek. Het is de bedoeling van deze handleiding om u in begrijpelijke taal met de bediening van uw Notebook vertrouwd te maken. Verdere tips bij het gebruik van uw notebook vindt u in het startmenu. In dit menu klikt u op: Informatie over uw PC Om met de toepassingsprogramma's en het besturingssysteem te kunnen werken, kunt u gebruik maken van de uitgebreide helpfuncties van de verschillende programma's door op een toets te drukken (meestal F1) resp. een klik met de muis. Deze helpfuncties worden u tijdens het gebruik van het besturingssysteem Microsoft Windows® of het op dat moment gebruikte toepassingsprogramma ter beschikking gesteld.
ONZE DOELGROEP Deze handleiding is zowel voor beginners als ook voor ervaren gebruikers bedoeld. Afgezien van eventuele professionele toepassingen is de Notebook ontworpen voor privé-gebruik. Het grote aantal toepassingsmogelijkheden staat het hele gezin ter beschikking.
DE KWALITEIT Bij de keuze van de componenten lieten wij ons leiden door hoge functionaliteit, eenvoudige bediening, veiligheid en betrouwbaarheid. Door een uitgebalanceerd hard- en softwareconcept zijn wij in staat om u een op de toekomst gerichte Notebook te presenteren waarmee u bij uw werk en in uw vrije tijd veel plezier zult beleven.
INLEIDING
13
DE SERVICE Door onze individuele klantenservice ondersteunen wij u bij uw dagelijks werk. Neem gerust contact met ons op: wij helpen u met alle plezier. In dit handboek bevindt zich een afzonderlijk hoofdstuk met betrekking tot het onderwerp service, te beginnen op bladzijde 67).
LEVERINGSOMVANG Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop te contacteren, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven. Met de door u aangekochte Notebook heeft u de volgende onderdelen ontvangen: Notebook Li-ion-accu Stekker met aansluitingskabel Modemkabel* Handleiding Microsoft Windows® handboek / Recovery CD* Support CD met stuurprogramma’s Registratiefiche Garantiekaart * kan enkel worden gebruikt op het aangekochte computersysteem.
De volgende, originele toebehoren is verkrijgbaar:
14
Artikelnummer
Omschrijving
49 0000 004 001 014
Netadapter
INLEIDING
DE PERSONAL COMPUTER (NOTEBOOK) Wij willen u in dit gedeelte van de handleiding een overzicht geven over de Functies en de toepassingsmogelijkheden van uw Notebook.
HOE WERKT EEN COMPUTER? PC´s zijn hun oorspronkelijke werkdoelen, namelijk de effectieve berekeningen van complexere mathematische opdrachten, ontgroeit. Nieuwe Technologieën hebben van de computer een multimediale alleskunner gemaakt, die steeds meer nieuwe taken omvat. Niet des te min: of video, muziek, tekstverwerking of computerspel - altijd zijn complexe berekeningen de basis voor het eindresultaat. Hierop volgend verklaren wij op makkelijk begrijpbare en abstracte manier, de principiële werkwijze van een computer:
DE SOFTWARE De functie van de computer wordt door de software gestuurd. De besturingssysteemsoftware stelt u een gebruikersop-pervlakte ter beschikking, via die u uw aanwijzingen kunt invoeren. Deze is er voor aansprakelijk, dat een van uw gekozen functie zo bewerkt wordt, dat de computer deze „begrijpt“ en uitvoert.
INVOER Om de PC met informatie te verzorgen, is een invoer via een toetsenbord of muis nootzakelijk. Met bevestiging van de instructie worden deze informaties in het geheugen geplaatst.
HET GEHEUGEN Het geheugen (RAM) van de PC is nootzakelijk, om ruimte voor de te verwerkende informatie ter beschikking te stellen. Deze Ruimte is systematisch opgebouwd en in eenheden opgedeeld. De kleinste eenheid is een Bit en kan twee toestanden hebben: nul of een (aan of uit). De ingevoerde informaties worden veranderd en op een desbetreffende combinatie van nullen en enen verkleint.
DE CPU (PROCESSOR) De processor is voor de Berekening aansprakelijk. Met de opdracht bewerkt hij de informatie die hij van het geheugen opvraagt. Vervolgens wordt het resultaat terug in het geheugen geschreven, van waar het naar de uitvoer wordt geleid.
DE UITVOER De uitvoerapparaat is normaalgesproken het Beeldscherm. Daar wordt het resultaat van de berekeningen getoond. Ook een printer zou als uitvoerdoel kunnen bestemt zijn.
INLEIDING
15
TOEPASSINGEN OP DE NOTEBOOK De massa aan verschillende toepassingen voor de PC zijn onoverzienbaar. Vandaar dat wij ons op de belangrijkste mogelijkheden concentreren. Het opgetelde programma´s horen daarbij niet perse bij de leveringsomvang.
TEKSTEN VERWERKEN De klassieke onder de PC- toepassingen. Het bewerken en schijven van briefen en teksten werd door de PC gerevolutioneerd. Voordelen van moderne PC- tekstverwerking zoals Microsoft - Works, Word of Lotus – AmiPro zijn: Veelvuldige vormingsmogelijkheden Spellingscontrole Gegevensoverdracht Een veeltal aan patronen en voorbeelden
CALCULEREN Het voordeel van moderne tabelcalculatie zoals Microsoft - Works, Excel of Lotus - 123 bestaat uit de permanente actualisering van de resultaten in uw calculatie. Deze is de calculator ver overwegen. Als u in een calculatie zoals uw autokosten, inneming-/uitgave of in het huishoudboek alleen maar een waarde verandert, ziet u meteen de uitwerking op het gehele resultaat. Zo kunt u door het vormen van nieuwe Scenario´s snel inspring-ogelijkheden herkent. Het aangesproken programma´s bieden van huis uit een veeltal van calculatievoorbeelden en patronen uit verschillende bereiken.
DATABANKEN Of het een adresboek, recept-, munt- of CD- verzameling is met Databanken laten zich informaties voortreffelijk catalogiseren, binnen seconden oproepen en in een gewenste formaten uitgeven. Standaardprogramma´s zoals Microsoft - Works, Access of Lotus Approach bieden een veeltal aan voorvervaardigde standaardoplossingen, die u naar uw eigen behoeftes kunt aanpassen.
SPELLETJES De PC is vandaag niet meer achter wat speelconsoles betreft. Bij ingewikkelde en rekenintensieve 3-D-animaties kan de PC zijn behoorlijk prestatiepotentiaal vol gebruiken. Of bij handigheids-, strategie- of rollenspelen, sport- of simulatietoepassingen; moderne spelletjes liggen inmiddels zeer dicht bij de realiteit. De markt biedt een veeltal aan randapparatuur, zoals stuurwielen, gamepads en ander besturingsapparatuur, die het spel noch realistischer maken.
16
INLEIDING
TEKENEN EN ONTWERPEN De mogelijkheden van de softwareprogramma’s, met die u kunt tekenen en ontwerpen, gaan van het simpele Tekenprogramma tot professionele CAD-toepassing. Het ontwerpen van uitnodigingskaarten, kalenders, posters en dergelijke is voor het thuisgebruik het centrale opgavengebied. Makkelijk en snel laten zich deze opgaven met programma´s zoals Microsoft - Works of Paint realiseren. Voor professioneel gebruik verheugen zich grafiekprogramma´s zoals Paint Shop Pro, Corel Draw of producten van Adobe en Macromedia grote populariteit.
MULTIMEDIA De PC die oorspronkelijk alleen als „rekenmachine“ werd gebruikt, kan - met de desbetreffende uitrusting – inmiddels onder andere. Ook met muziek, video en TV omgaan. Of het een geluidsstudio, digitale fotografie, videobewerking of tekenfilmproductie - al dit is inmiddels goedkoop met de PC realiseerbar. Meer noch, het is meestal veel uitgebreider dan de conventionele technieken. Er bestaan een veeltal aan toe-passingen uit alle bereike0n, met die u uw hobby noch professioneler kunt uitoefenen.
INTERNET Bijna geen techniek heeft de wereld zo gerevolutioneerd, zoals het Internet. Het wereldwijde informatienet bied een overvloed aan mogelijkheden. Het Internet, vaak ook WWW (WorldWideWeb) genoemd, is een globaal marktplein voor wereldwijde handel: Aandelen, reizen, boeken, zelfs Pizza kan inmiddels door middel van een muisklik worden besteld. Een van de populairste toepassingen is E-mail. De elektro-ische post heeft de communicatie gerevolutioneerd. Themabetrokken Discussieforen (Newsgroups) en virtuele Chat-ruimtes (directe contact naar andere Internet-eelnemers op het Net) zijn zeer populair en vragen om uitwisselen van ervaring. Zoekmachines helpen bij het zoeken van artikels en publicaties. Bijna elke universiteit heeft inmiddels een eigen internetpresentie en stelt zijn weten daarmee wereldwijd ter beschikking. Door de mogelijkheid, Informatie direct van het Internet op te roepen, kunnen vrij te verkrijgen Programma´s (Free- of Shareware), steunprogramma’s, documenten, mu-iek en noch veel meer direct op uw PC worden over-ragen. Om op het Internet te kunnen toegrijpen, heeft u een zogenoemde Browser nodig. Het Windows-besturings-ysteem beinhoud de Internet-Explorer, alternatief word ook vaak Navigator van Netscape gebruikt.
INLEIDING
17
LEREN UND INFORMEREN Een zeer populair gedeelte van softwaretoepassingen is de vaak ook tot Edutainment benoemde deel „leren en informeren“. Encyclopedieën, lexica en leerprogramma´s op CD´s zijn door geluid-, beeld- en filmmateriaal multimediaal in elkaar gezet. Deze vermiddelen weten aanzienlijk, interactief en makelijk te onthouden. Een van de populairste encyclopedieën is Encarta van Microsoft, van die verschillende uitvoeringen bestaan. Moderne taalleerprogramma´s kunnen inmiddels via geluidsuitgave de correcte uitspraak voorgeven en de uitspraak van de lerende via microfooninvoer toetsen. Schoolbegeleidende leerprogramma´s helpen kinderen op elke leeftijd, het op school geleerde te verdiepen of bij te werken en zich optimaal op de toekomst voor te berijden.
18
INLEIDING
AFBEELDINGEN OPEN NOTEBOOK
1 Beeldscherm
5 Statusindicatoren
2 Snelstart toetsen
6 LED indicatoren
3 Aan / Uit schakelaar
7 Toetsenbord
4 Touchpad
8 Microfoon
AFBEELDINGEN
19
AANZICHT FRONT
n
o
p
q rs t u v
1 Woofer (extra luidspreker)
o
n
2 Luidsprekers
3 In- / uitschakelaar CD-Player 4 Terugspoeltoets toetsenblokkering CD-Player 5 Beeldschermvergrendeling
6 LCD-scherm CD-speler
7 Voorspoeltoets
8 Stoptoets Tip: de multimedia uitrusting is optioneel (Elementen 3, 4, 6, 7, 8, 9).
9 Weergavetoets
LINKER KANT
n
o
p
1 Aansluiting Kensington- slot 2 Optische drive 3 3,5“ Diskettedrive
RECHTER KANT
n
20
o p q r s
tu
1 Inschuifvak voor PC kaarten
2 Infrarood poort
3 Volumeregeling
4 Microfoon ingang
5 Aansluiting koptelefoon
6 USB Poort
7 PS/2 Aansluiting
8 Ventilatieopeningen
AFBEELDINGEN
ACHTERKANT
n
o
p
q
r
s
t u v w
1 Aansluiting voor Netadapter
6
Serieel Poort
2 Parallel Poort
7
LAN-aansluiting
3 Tv-uitgang
8
Modem-aansluiting
4 Ventilatieopeningen
9
IEEE 1394 (FireWire)
5 Externe monitoraansluiting
10 USB Poort
ONDERKANT n
r
o
s
p q
1 voetjes
4
batterijgleuf
2 geheugen
5
voetjes
3 batterijontgrendeling
6
Modem of LAN gleuf
AFBEELDINGEN
21
FUNCTIELAMPEN Het systeem toont via LED´s stroomverzorging en gebruikstoestand (kijk Blz. 20) aan. De functie LED´s branden bei de desbetreffende activiteit van het Notebook:
CAPITAL-LOCK - GROOTSCHRIFT Grootschrift [Caps-Lock] is actief, als de LED brand. Hierbij worden de letters op het toetsenbord automatisch groot geschreven.
NUMBER-LOCK De numerische toetsenbordbelegging [Num Lock] word geactiveerd, zo dat meerdere letters van het toetsenbord met getallen belegd worden, wat getallenintensieve informatie-invoer makkelijk maakt.
TOEGRIJP LED Als deze LED brand, grijpt het Notebook op harde schijf of DVD-Rom toe.
STATUSINDICATOREN VAN HET DISKETTESTATION Als de LED indicator oplicht, schakelt de notebook op het diskettestation over.
SCROLL AANDUIDING Door de scroll toets één keer te drukken, schakelt u de scroll functie in. Nogmaals drukken zet de functie weer uit.
TOETSENBELEGGING INTERNET TOETS De Internet Toets activeert het Internet standaardprogramma.
E-MAIL TOETS De E-mail Toets activeert het E-mail standaardprogramma.
PROGRAMMEERBARE TOETS 1 Deze Toets kunt U individueel met de oproep van een programma belegen.
22
AFBEELDINGEN
INGEBRUIKNEMING U heeft dit Notebook uitgepakt en kunt nauwelijks wachten om ermee te beginnen werken? Dat kunnen we goed begrijpen maar toch willen we u hier vragen om even de tijd te nemen en de belangrijke hoofdstukken in dit handboek door te lezen. Om uw Notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een hoge levensverwachting ervan te garanderen moet u het hoofdstuk „Veiligheid en onderhoud” Blz.1 op het begin van dit handboek hebben gelezen. Het Notebook is van tevoren reeds volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s moet installeren en u meteen kunt starten.
ZO START U: Stap 1 Open het beeldscherm (zie pagina 33) en schakel de Notebook aan met de aan-/uitschakelaar (pagina 20). Â
Mocht de accu onvoldoende energie hebben, sluit dan de netadapter aan.
Het Notebook start op en doorloopt nu verschillende fases. Â
Er mag geen diskette in het diskettestation en geen boot-CD (bvb. de Windows®-CD) in het CD-ROM-station steken, omdat anders het besturingssysteem op de vaste schijf niet wordt geladen.
Het Besturingssystem wordt van de harde schijf geladen. De eerste keer duurt het opstarten iets langer. Pas nadat alle nodige gegevens zijn ingevoerd, is het besturingssysteem geïnstalleerd. Het besturingssysteem is volledig geladen, als een welkomstscherm word getoond.
INGEBRUIKNEMING
23
Stap 2 Volg de instructies op het scherm. De dialogen verklaren de uit te voeren stappen. De begroetingsprocedure leidt u o.a. door navolgende scheren en dialogen. Als u vragen hebt, klikt u gewoon op het
.
Muisleerprogramma Verklaring: Gebruik het Muisleerprogramma, om zich vertrouwd te maken met de bediening van de muis.
Licentieovereenkomst Verklaring: Lees het licentiecontract aub. Zorgvuldig door. U krijgt belangrijke rechtelijke Informaties voor het gebruik van uw softwareproduct. Om de complete tekst te bekijken, moet u met de muis de rolbalken naar beneden schuiven, tot u het einde van het document hebt bereikt. U stemt het contract toe, indien u op het optieveld „Ik neem het contract aan“ klikken. Alleen dit geeft u het recht, het product volgens de regels te gebruiken en het Windows®-pakje „Eerste stappen“ te openen.
24
INGEBRUIKNEMING
WERKPLAATS VAN HET BEELDSCHERM Een niet te verwaarlozen aspect is de plaats van opstelling van uw Notebook. Gelieve op het volgende te letten: Het beeldscherm moet zo worden opgesteld dat spiegelingen, verblindingen en sterke licht-/donkercontrasten worden vermeden (en ook al is het zicht uit het venster nog zo aantrekkelijk!) De beeldschern mag nooit in direct in de buurt van ramen staan, omdat op deze plek in de werkruimte door het daglicht het sterkst belicht is. Deze lichtintensiteit maakt het moeizaam voor de ogen, zich aan de donkerdere monitor aan te passen. De monitor, moet steeds met een naar de raamkant parallelle kijkrichting opgebouwd zijn.
Fout is de opstelling, met van het raam afgekeerde kijkrichting, omdat dan spiegelingen van de lichte ramen op het beeldscherm onvermijdbaar zijn. Netzo fout is een opstelling met kijkrichting naar het raam, omdat het contrast tussen donkere beeldscherm en helder daglicht tot aanpassingsmoeilijkheden van de ogen en tot klachten leiden kan. De parallelle kijkrichting zou, ook in betrekking op kunstmatige belichtingsinrichtingen, ingehouden worden. Dit betekent, dat voor de verlichting van de werkruimte met kunstmatig licht dezelfde eisen gelden.
INGEBRUIKNEMING
25
Als de ruimte het niet toelaat, het beeldscherm zoals beschreven op te bouwen, gelden er noch een reeks van mogelijkheden, om verblindingen, spiegelingen, te sterke licht-donker -contrasten e.z.v. te vermeiden: Bij voorbeeld draaien, schuinzetten of neigen van het beeldschermapparaat. Door lamellen aan de ramen, door tussenmuren of door veranderingen van de belichtingsinrichting kan ook in veel gevallen een verbetering worden bereikt.
COMFORTABEL WERKEN Langdurig in dezelfde houding zitten is op den duur niet prettig. Een goede houding verkleint de kans op lichamelijke aandoeningen of letsel.
26
•
Rug - Als u aan uw bureau zit, moet uw rug gesteund worden door de rugleuning van de stoel, terwijl uw rug recht is of iets naar achteren gebogen.
•
Armen - Ontspan uw armen, houd uw ellebogen dichtbij uw zij, terwijl de onderarmen en handen ongeveer horizontaal liggen.
•
Polsen - Houd uw polsen zo recht mogelijk als u het toetsenbord, de muis of de trackball gebruikt. Beweeg ze niet zijwaarts of meer dan 10 graden omhoog of omlaag.
•
Benen - Uw bovenbenen moeten horizontaal zijn of iets schuin naar beneden gericht. Uw onderbenen moeten vrijwel een rechte hoek met uw bovenbenen vormen. Uw voeten moeten plat op de vloer rusten. Indien gewenst kunt u een voetensteun gebruiken. In dat geval moet u echter extra controleren of de hoogte van uw stoel goed is ingesteld op het gebruik van de voetensteun.
•
Hoofd - Houd uw hoofd recht of iets voorover gebogen. Probeer te vermijden dat u met een gedraaid hoofd of een gedraaide romp moet werken.
•
Algemeen - Verander regelmatig van houding en neem geregeld pauzes om vermoeidheid te voorkomen.
INGEBRUIKNEMING
STROOMVOORZIENING AAN-/UITSCHAKELAAR Met de aan-/uitschakelaar (bladzijde 20) wordt de Notebook informeert u over aan- of uitgeschakeld. Het statuslampje de huidige energietoestand. Onafhankelijk van het besturingssysteem wordt het Notebook uitgeschakeld, wanneer de schakelaar langer dan 4 seconden ononderbroken wordt bediend. Â
OPGELET! Schakel uw Notebook niet uit, terwijl de harde schijf of het diskettestation actief zijn en de toegangslampjes branden. Anders kunnen er gegevens verloren gaan. Om de harde schijf te beschermen moet u na het uitschakelen van het Notebook steeds minstens 5 seconden wachten voor dat U deze opnieuw aanschakelt.
STROOMVOORZIENING Uw Notebook wordt met een universele adapter voor wisselstroom uitgeleverd, die zich automatisch instelt op de aangeboden stroombron. De volgende waarden worden ondersteund: AC 100-240V~/ 50-60 Hz. Let op de veiligheidsvoorschriften voor de stroomvoorziening op pagina 1 e.v. De adapter wordt via een elektrische kabel aangesloten aan een stopcontact met wisselstroom. Het elektrische kabel met gelijkstroom wordt aan de achterkant van het Notebook aangesloten (zie pagina 20). De adapter voorziet het Notebook van stroom en laat ook de batterij op. De lampjes voor de stroomvoorziening op de Notebook geven informatie over de functiemodus. Uw batterij wordt ook opgeladen, wanneer u met uw Notebook, aangesloten op het stroomnet, werkt. De adapter verbruikt ook stroom, wanneer de Notebook niet is verbonden met de adapter. Trek daarom de stekker van de adapter uit het stopcontact, wanneer deze niet met de Notebook is verbonden. Â
Opgelet! Gebruik enkel de bijgeleverde stekker en aansluitingskabel.
STROOMVOORZIENING
27
ACCUWERKING Accu´s slaan in hun cellen elektrische energie op en geven die indien nodig weer af. Om de levensduur en het prestatievermogen van uw accu te verhogen, en om een goede werking te garanderen moet u de veiligheidsvoorschriften op pagina 7 e.v. in acht nemen.
INZETTEN VAN DE ACCU Schuif de accu met de kontakten aan de aansluitkant in het accuvak.
VERWIJDEREN VAN DE ACCU Schuif de veiligheid grendel als door pijl [1] word getoond. Houd met de ene hand de grendel vast en trek de accu eruit.
Â
28
OPGELET! Verwijder de accu niet, wanneer het LED batterijlampje brandt, omdat hierdoor gegevens kunnen verloren gaan en het notebook beschadigd kan worden.
STROOMVOORZIENING
ACCU OPLADEN De accu wordt via de stekker opgeladen. Als de stekker is aangesloten, wordt de accu automatisch opgeladen, onafhankelijk van het feit of het Notebook wel of niet is aangeschakeld. Het duurt voor het volledig opladen van de accu enkele uren, als het Notebook is uitgeschakeld. Als de Notebook is aangeschakeld, duur dit omdat er stroom word gebruikt iets langer.
BETEKENIS VAN HET ACCULAMPJE Het acculampje Modus
duidt één van de volgende modi aan.
Activiteit
Knipperend
Accu is leeg en moet worden opgeladen.
Aan
Stekker is aangesloten.
Uit
Stekker is niet aangesloten.
Â
Tip: het opladen wordt onderbroken, wanneer temperatuur of batterijspanning te hoog zijn.
ACCUPRESTATIE Een volledig opgeladen Li-ion-accu levert energie voor ongeveer 2 uur. De duur varieert echter van het instellen van de energiebeheer functies, uw werkwijze, de processor van uw Notebook, de grootte van het werkgeheugen en het soort beeldscherm. Onder Windows zijn er waarschuwingssignalen, zodra de acculading onder de ingestelde minimumwaarde komt. Daardoor wordt de prestatie van de processor verlaagd, zodat het systeem stroom spaart. Â
TIP: accuwaarschuwingssignalen en “LowBattery”-modus stoppen meteen, wanneer de stekker wordt aangesloten.
STROOMVOORZIENING
29
TESTEN VAN DE ACCULADING Om de huidige laadtoestand van de accu te testen beweegt u de muispijl over het energiesymbool op de taakbalk. In de accumodus wordt het symbool van een batterij weergegeven en in de stroomnetmodus een stekker. Wordt de accu opgeladen, dan staat boven de stekker een “bliksem”.Meer inlichtingen over de instellingen vindt u, als u dubbelklik op het desbetreffende symbool maakt.
30
Â
Tip: als u in geval van een lage accustand niet op de waarschuwingssignalen let, gaat uw Notebook in de slaapmodus. Afhankelijk van de BIOS instelling is dit save to disk of save to RAM).
Â
OPGELET! Als de accu leeg is, blijven uw gegevens in geval van Save to RAM niet meer bewaard.
Â
OPGELET! Verwijder de accu nooit, wanneer het Notebook is aangeschakeld of wanneer het Notebook nog niet in de slaapmodus is gegaan, omdat hierdoor gegevens verloren kunnen gaan, en Uw notebook daar door stuk kan gaan.
STROOMVOORZIENING
ENERGIEBEHEER (POWER MANAGEMENT) Uw Notebook biedt automatische en instelbare energiebeheer functies, die u voor een optimale gebruiksduur van de accu en een vermindering van alle functiekosten kan gebruiken. Enkele van deze functies worden ingesteld in het powermenu van het BIOSsetup, wanneer APM (niet ACPI) wordt gebruikt. ACPI-energiespaarinstellingen worden in het besturingssysteem uitgevoerd. De enregiespaarmodi zijn de standby-modus en de suspend-modus. De standby-modus is een eenvoudige functie van het besturingssysteem, de suspend-modus een algemene energiebeheermodus, die door het Notebook-BIOS mogelijk wordt gemaakt. Als het Notebook in één van deze modi staat, knippert het groene lampje voor de functiemodus (Aan-/uit-LED vooraan op de Notebook).
APM EN ACPI Advanced Power Management (APM) werd door Intel en Microsoft ontwikkeld en controleert enkel de belangrijkste stroomfuncties van het systeem. Advanced Configuration and Power Management Interface (ACPI) werd door Intel, Microsoft en Toshiba ontwikkeld om stroomspaar- en Plug&Play-funkties in systemen te controleren. De nieuwe standaard-ACPI omvat APM. Zo kunnen via het energiebeheer verschillende functies worden toegewezen aan het sluiten en openen van het beeldscherm. Het kan zo worden geprogrammeerd dat het sluiten van het beeldscherm het Notebook zich uitschakelt. Ook kan de aan-/uitschakelaar zo worden ingesteld dat de weergavemodus wordt geactiveerd. ACPI geeft u veel instelmogelijkheden.
STROOMVOORZIENING
31
WEERGAVEMODUS Het Notebook kan zowel in het werkgeheugen als op de harde schijf opslaan. U kunt de functie instelling van het Notebook in het BIOS-setup veranderen.
OPSLAAN IN HET GEHEUGEN Als u »Save to RAM« instelt, blijft de inhoud van het geheugen van uw Notebook bewaard, terwijl praktisch alle andere onderdelen van uw Notebook volledig worden uitgeschakeld of uw stroomverbruik tot een minimum wordt herleid. Bij »Suspend« blijft het Notebook actief met een minimum aan stroomgebruik. U kunt uw Notebook terug in de volwaardige functiemodus terugbrengen door op een willekeurige toets op uw toetsenbord te drukken.
OPSLAAN OP DE HARDE SCHIJF (»Save to Disk«) Opslaan op de harde schijf is een zinvol alternatief voor het volledig uitschakelen van het Notebook. In deze modus worden alle gegevens uit het werkgeheugen (systeem en grafiek) in de vorm van een bestand op de vaste schijf gekopieerd. Zodra alle gegevens veilig zijn opgeslagen, wordt het Notebook uitgeschakeld. Als u het Notebook opnieuw aanschakelt, wordt dit bestand door het BIOS terug naar het werkgeheugen geschreven. In enkele ogenblikken bevindt het Notebook zich in precies dezelfde toestand waarin u deze de laatste keer hebt verlaten. Als u ook tijdens het bewerken van een document de deksel dichtklapt (onder voorwaarde dat de ACPI is ingesteld), doet het Notebook de rest automatisch voor u. Als u het Notebook opnieuw opstart, bent u precies op de regel die u vóór de werkonderbreking had bewerkt.
32
STROOMVOORZIENING
HET BEELDSCHERM Anders dan een gewone monitor creëert het LCDbeeldscherm straling noch trilling.
OPENEN EN SLUITEN VAN HET BEELDSCHERM Een beeldschermvergrendeling houd het beeldscherm gesloten, wanneer het Notebook niet wordt gebruikt. Om het beeldscherm te openen schuift u de grendel met een duim op zij, neemt u de grendel met duim en wijsvinger vast en plaatst u het in de gewenste positie.
Het beeldscherm mag niet volledig, dus geen 180°, worden opengeklapt. Probeer hem niet met geweld te openen.
Met de volgende toetsen kan u het beeldschermfuncties bedienen: +
F8
Verhoogt de beeldschermhelderheid.
F9
+
Verlaagt de beeldschermhelderheid.
Aan het openen en sluiten van het beeldscherm kan via het energiebeheer verschillende functies worden toegewezen. Men kan het bijvoorbeeld zo programmeren dat het Notebook wordt uitgeschakeld door het beeldscherm te sluiten.
HET BEELDSCHERM
33
BEELDSCHERMRESOLUTIE Het ingebouwde beeldscherm geeft, afhankelijk van de beelddiagonalen, 800 x 600 pixels of 1024 x 768 pixels weer. Als u in het Windows hulpprogramma »Eigenschappen voor Beeldscherm« naar een weergave met afwijkende instellingen gaat, verschijnt de weergave soms niet op het volledige beeldschermoppervlak. Door de vergroting komt het, vooral bij bepaalde lettertypes, tot vervormingen in de weergave. Maar u kan met een hogere resolutie werken, als u een extern beeldscherm met hogere resolutie aansluit. U moet echter de beeldschermresolutie verhogen of de kleurdiepte verlagen, omdat de videokaart maar een beperkte capaciteit toelaat. Met het Windows hulpprogramma »Eigenschappen van beeldscherm« past u de weergave van de ondersteunde modi aan.
EXTERNE MONITOR AANSLUITEN Het Notebook beschikt over een aansluitpoort voor een externe monitor. 1. Sluit de signaalkabel van de externe monitor aan op de VGA-poort van Uw Notebook (zie pagina 21). 2. Koppel de externe monitor aan het net en schakel deze aan. 3. Start het programma » Eigenschappen voor beeldscherm« en selecteer „Instellingen“.
34
HET BEELDSCHERM
Kommentar: TBC
GEGEVENSINVOER TOETSENBORD Door de dubbele functie van bepaalde toetsen beschikt u over dezelfde functieomvang als op een normaal Windows toetsenbord. Bepaalde functies worden ingevoerd met behulp van de voor de Notebook typische FN-toets.
STANDAARDTOETSEN Toets
Omschrijving
Enter
Uitvoering van een commando; hierdoor gaat de cursor naar het begin van de volgende regel.
Shifttoets
Lock-toets
Hoofdletters of het symbool in de linkerbovenhoek van alle toetsen. Lock- of shifttoets. Door hier nogmaals op te drukken heft u de functie opnieuw op.
Backspace
Plaatst de cursor één positie naar links en wist het teken dat daar staat.
Spatiebalk
Voegt een spatie toe.
Tabulator
Plaatst de cursor één tabulator naar rechts. Samen met de omschakeltoets wordt de functie omgekeerd.
Alt
Deze toets voert samen met andere toetsen bepaalde functies uit. Deze functies worden door elk programma afzonderlijk bepaald. Om een toetsencombinatie met de ALT-toets in te voeren moet u de ALT-toets ingedrukt houden, terwijl u op een andere toets drukt.
GEGEVENSINVOER
35
Toets
Omschrijving Functioneert zoals de ALT-toets maar selecteert een bepaald speciaal teken.
Alt Gr
De voor E-mail nodige @ (zeg: “at”) verkrijgt u door ALT GR ingedrukt te houden en op de Q-toets te drukken. Het Eurosymbool (€) wordt door ALT GR + E geschreven. De backslash ( \ - belangrijk bij padinvoer) verkrijgt u door ALT GR + ß. Afkorting voor sturing. Zoals de ALT-toets Afk. voor Escape. Deze toets onderbreekt commando’s en prgrammafuncties. Onder een zuivere DOS drukt u hiermee de huidige beeldscherminhoud af (Hardcopy). Onder Windows® wordt de huidige beeldscherminhoud naar het klembord te kopiëren; door tezelfdertijd de Alt-toets ingedrukt te houden kopieert u het huidige venster naar het klembord . Van daaruit kan men de inhoud in een ander programma in te voegen.
Scr Lock Rollen
In veel programma’s wijzigt deze toets de manier waarop de gegevens op het beeldscherm worden weergegeven. Deze toets onderbreekt een lopend programma. U gaat verder met het programma door opnieuw op deze toets te drukken. Deze toets zet het toetsenbord in de invoermodus. In deze modus worden gegevens op de cursorpositie ingevoerd en alle gegevens rechts van de Cursors naar rechts verschoven. De invoermodus blijft actief, totdat u opnieuw op de toets INV drukt.
36
GEGEVENSINVOER
Toets
Omschrijving Wist het teken rechts naast de cursor. Alle andere tekens rechts van de cursor worden één plaats naar links verschoven. Zet de cursor aan het eerste teken op de huidige regel van het beeldscherm. Zet de cursor aan het laatste teken op de huidige regel van het beeldscherm. Activeert het numerieke toetsenveld. 15 ergonomisch gerangschikte toetsen op uw toetsenbord tonen rechtsboven in blauwe letters de cijfers of de symbolen van het nummerblok. Bladert naar een volgende/vorige pagina. Komt overeen met het klikken met de rechter muisknop. Opent bvb. het menu van het werkvlak onder Windows®. Opent het Windows®-startmenu. Tip: druk op deze toets samen met de Etoets. Zo start u de Explorer/Verkenner.
F1
F 12
De toetsen van F1 tot F12 op de bovenste rij van het toetsenbord zijn functietoetsen. Tips voor het gebruik van deze toetsen vindt u in de gebruikershandleiding van elke software. Via F1 opent u doorgaans de hulpfunctie.
GEGEVENSINVOER
37
TOETSENCOMBINATIES, SPECIFIEK VOOR DE NOTEBOOK
+
Gaat in de Suspendmodus. Kijk ook „Powermanagement“ op Blz. 31.
+
Schakelt tussen Beeldschermuitgave en Tv-uitgave om.
+
Schakelt de luidsprekers aan en uit.
+
Verhoogt de beeldschermhelderheid.
+
Verlaagt de beeldschermhelderheid.
+
<Scroll Lock> toets. Wordt in de meeste applicaties gebruikt om over het scherm te rollen zonder dat de cursor moet worden bewogen.
MUISVELD (TOUCHPAD) Het touchpad bevindt zich vóór het toetsenbord (zie pagina 19). De muispijl volgt de richting die op het touchpad wordt aangegeven door uw vinger of duim in die richting te bewegen. Gebruik geen balpen of andere voorwerpen, omdat dit kan tot een defect van het touchpad leiden. Onder het touchpad bevindt zich de linke en rechte muisknop, die als bij een gewone muis kunnen worden gebruikt. U kunt echter ook rechtstreeks met het touchpad klikken of dubbelklikken door een - of tweemaal op het oppervlak van het touchpad te drukken. In het configuratiescherm van Windows® vindt u onder de optie „Muis“ veel handige instellingen die uw dagelijks werk vergemakkelijken. Ook als het gebruik wat gewenning vereist, zal u snel merken, dat een touchpad even eenvoudig te bedienen is als een gewone muis.
38
GEGEVENSINVOER
HOOFDCOMPONENTEN HET DISKETTESTATION Uw PC wordt met een diskettestation (Floppy), die als station A word aangesproken, uitgeleverd. De diskette is een voortreffelijk medium om kleine hoeveelheden op te slaan en te transporteren. Een diskettestation dient ter installatie van nieuwe programma’s op uw PC of om informatie op uitwisselbare diskettes op te slaan, om deze op een andere PC te kunnen overdragen.
Schrijfbeveiliging
Het Diskettestation is een 3,5-Inch-station met hoge dichte, die 720-KB-diskettes met dubbele dichte (2DD) of 1,44-MBdiskettes met viervoudige dichte (2HD) kan lezen en schrijven. Op beide diskettetypes bevindt zich voren een pijl in de bovenste, linker hoek en een schijfbeveiliging- grendel in de onderste, linker hoek. (Kijk afbeelding boven) Als de schijfbeveiliging geopend is, kunnen geen informaties op de diskette geschreven of getwist worden.
HOOFDCOMPONENTEN
39
INLEGGEN EN UITGOOIEN VAN DISKETTES Om een diskette in te leggen, houd u deze met de Pijl naar boven en naar het station, tot deze hoorbaar inklinkt. Om een diskette uit te gooien, kijk eerst, of het diskettestation- LED niet brand, en druk dan die uitgooitoets op het station. Als de diskette eruit springt, trekt u deze eruit en sla ze zorgvuldig op.
40
Â
Attentie: Als de diskettestation-controle-LED brand, mag u de PC nooit uitschakelen of resetten.
Â
Bewaar u diskettes altijd in een veilige, schone plek, om deze tegen de omgeving en magnetische velden te beschermen.
Â
Een diskette moet voor het gebruik geformatteerd worden. (Instructies voor het formatteren van een diskette staan in de handleiding van uw besturingssysteem.)
HOOFDCOMPONENTEN
DE HARDE SCHIJF De harde schijf is uw hoofdopslagmedia, met hoge opslagcapaciteit en snelle gegevensoverdracht ineen. Met uw Notebook hebt u een OEM- versie van het besturingssysteem Microsoft Windows® gekocht, dat complete prestatievermogen van uw PC vol ondersteunt. Wij hebben de harde schijf van uw Notebook reeds zo geconfigureerd, zodat normaalgesproken optimaal ermee kunt werken, zonder zelf te moeten installeren. Het Besturingssysteem Windows® neemt een klein gedeelte van de capaciteit voor de administratie van de harde schijf in, daarom staat niet de complete capaciteit van de harde schijf ter beschikking. Dit verklaart mogelijke verschillen tussen BIOS- informatie en Besturingssysteeminformatie. Op de harde schijf bevind zich het besturingssysteem van de Notebook, verdere toepassingsprogramma´s en veiligheidsbestanden, zodat de volle capaciteit reeds verlaagd is. De harde schijf word als station C, D of E aangesproken. Altijd als de PC informatie van de harde schijf leest, brand de desbetreffende LED ( opengeklapt overzicht: E). Â
Probeer nooit de Notebook uit te schakelen, tijdens de LED brand, omdat dit informatieverlies tot gevolg kan hebben.
Uw harde schijf is normaalgesproken in meerdere partities (delen) opgedeeld (Uw configuratie kan afwijken, zoek in de Windows-Help onder „Schijfbeheer“): Partition Station Bestandssystem Grote (ca.) Boot C: NTFS of FAT32 60% Backup D: NTFS of FAT32 30% Recover E: NTFS of FAT32 10%
Op de eerste partitie (Boot) bevind zich het besturingssysteem, de toepassingsprogramma´s en de documenten en instellingen van de ingerichte gebruikers.
HOOFDCOMPONENTEN
41
De tweede partitie (Backup) dient ter beveiliging van informatie en beinhoud extra stuurprogramma´s (D: \Driver) en dienstprogramma´s (D: \Tools) voor uw PC. De derde partitie (Recover) dient ter herstelling van de kooptoestand van uw PC.
BELANGRIJKE MAPPEN Hierop volgend hebben wij de belangrijkste mappen opgelijst en de inhoud beschreven. Â Attentie! Wissen of verander deze mappen of die zich daarin bevindende inhouden niet, omdat anders informatie verloren kan gaan, of de systeemfunctionaliteit in gevaar is. C:\
In de hoofdmap van station C: bevinden zich Belangrijke, voor de start van Windows noodzakelijke bestanden. In de kooptoestand zijn deze bestanden uit veiligheidsredenen niet te zien.
C:\Programmas Als de naam al laat vermoeden, installeren programma´s in deze mappen de bij toepassingen behorende bestanden. C:\Windows De hoofdmap van Windows. Hier slaat het besturingssysteem zijn bestanden op. C:\Documents and Settings In deze map Bevinden zich de instellingen en documenten van iedereen aan de PC werkende gebruikers. E:\Recover Hier bevind zich de terugschijf- bestanden, waarmee u de kooptoestand terug kunt zetten (Blz. 70). D:\Driver In deze map vind u het voor uw PC noodzakelijke stuurprogramma´s (reeds geïnstalleerd). D:\Tools Hier vind u extra programma´s en verdere documentatie voor uw PC.
42
HOOFDCOMPONENTEN
OPTISCHE STATION Afhankelijk van het model is uw Notebook uitgerust met een CD-ROM- of een DVD-station. In dit hoofdstuk wordt het CDROM-station beschreven. Met het CD-ROM-station kunnen gegevens worden gelezen of audio-CD’s worden afgespeeld. Compact disks kunnen grote hoeveelheden gegevens bevatten en men kan de grote bestanden relatief snel openen. Naargelang de configuratie van uw Notebook kan uw Notebook met een DVD-/CD-RW combinatie drive uitgerust zijn. Dit combinatie drive zal u in staat stellen uw gegevens op een CD-medium over te brengen. Voor meer informatie over het schrijven van CD-media verwijzen wij naar de documentatie van uw applicatie.
CD/DVD INVOEREN Anders dan bij CD-ROMs in een PC gebruikt de Notebook een klem om de CD vast te houden. Als u een CD invoert, moet u erop letten dat deze precies op de klem wordt gedrukt. Â
OPGELET! Als de CD niet correct op de klem wordt geplaatst, kan deze bij het sluiten van de schijflade beschadigen.
CD-klem 1. Druk op de ejecttoets aan het CD-station (zie pagina 20) om de lade te openen. 2. Trek de lade er voorzichtig helemaal uit.
HOOFDCOMPONENTEN
43
3. Neem de CD uit zijn hoes, indien mogelijk zonder de onbedrukte zijde aan te raken (gegevens). 4. Leg de disk met de tekst naar boven op de lade en druk hem voorzichtig naar beneden, zodat de disk vlak op de lade ligt en hoorbaar in de CD-klem ineensluit. 5. Controleer of de CD vrij kan draaien en schuif de lade voorzichtig terug in het CD-ROM-station. Im de kooptoestand heeft uw CD-ROM-station als stationsletter de „E“. Met de Windows-Explorer (Verkenner) kunt u de gegevens van uw CD gemakkelijk openen. Start de Explorer (Verkenner) via Ö Start ÖProgramma’s Ö WindowsExplorer (Verkenner) of door tegelijk op de Windowstoets en de „E“-toets te drukken. Om bestanden van een audio- of videodisk (of audio- en videobestanden op gewone gegevens-CD’s) te openen wordt de vooraf geïnstalleerde mediaweergave automatisch gebruikt. Als u een CD wilt verwijderen, druk dan op de uitwerptoets. Â
Opgelet! Zolang het Notebook informatie van het CD-ROM-station leest, brandt het toegangslampje. Probeer dan niet de CD uit het station te halen.
WAT IS DVD? De Compact Disc (CD) werd ingevoerd in 1982. Ondertussen is de CD nauwelijks nog weg te denken als middel om gegevens voor multimedia, computerspelletjes en gedeeltelijk ook voor video op te slaan. Een CD kan tot 700 MB gegevens opnemen, wat te weinig is voor het opslaan van een volledige speelfilm in goede kwaliteit. De DVD (Digital Versatile Disc) heeft dezelfde maat als een CD maar kan veel meer gegevens opnemen, omdat de gegevens dichter en soms zelfs op beide kanten (double sided) kunnen worden opgeslagen. Bovendien kan elke zijde twee lagen hebben (dual layer). Door de hoge gegevensdichtheid is de overdrachtsnelheid veel hoger dan die van een CD, zodat een DVD de gegevens 6 keer sneller overdraagt dan een 6-voudig CD-station. Het DVD-station kan zowel DVD-ROM als CD-ROM lezen, zodat u ook uw andere gegevensdragers kan blijven gebruiken.
44
HOOFDCOMPONENTEN
VERSCHILLENDE DVD-FORMATEN Formaat Zijde A Zijde B max. capaziteit DVD-5
SL
-
4,7 GB
DVD-9
DL
-
8,5 GB
DVD-10
SL
SL
9,4 GB
DVD-14
DL
SL
13,2 GB
DVD-18
DL
DL
17,0 GB
SL=Single Layer, DL=Dual Layer
DVD-VIDEO Enkele eigenschappen van de DVD-video: •
tot 8 uur speelfilm op één DVD
•
tot 8 audiosporen en 32 ondertitels
•
betere beeldkwaliteit dan VHS of SVHS
•
seconden snelle navigatie, stilstaand beeld, enz.
•
selectie van verschillende cameraperspectieven
•
Jeugdbeschermingcontrole - De optie "Parental Control" stelt u in staat om bepaalde scènes of de hele film enkel toegankelijk te maken voor bepaalde leeftijdsgroepen. DVD-spelers kunnen bvb. zo worden ingesteld dat de scènes die pas vanaf 18 jaar zijn vrijgegeven, niet worden getoond.
AUDIO-CD’S AFSPELEN Optische stations kunnen audio-CD’s afspelen maar enkel met het DVD-ROM-station kan u DVD-Audio beluisteren. Als u de audio-CD insteekt, dan opent Windows® doorgaans automatisch een audioprogramma en wordt de CD afgespeeld. Afhankelijk van de DVD-Audio-CD en van de geïnstalleerde software moet u eventueel nog wel een DVDafspeelprogramma openen.
HOOFDCOMPONENTEN
45
POWERDVD Met het programma PowerDVD kunt U DVD-Videos in hoge kwaliteit afspelen. Â
Das programma PowerDVD is reeds voor geïnstalleerd. Een installatie is niet nootzakelijk.
POWERDVD INSTALLATIE Zo installeert U PowerDVD: 1. Start Uw Notebook en wacht, tot Windows volledig is opgestart. 2. Leg de bijliggende „Support-CD“ in het station. Het installatiemenu verschijnt automatisch (Autostart) en laat U uit de beschikbare programma´s kiezen. Tip: als de automatische start niet werkt, is waarschijnlijk de „Autorun“-functie gedeactiveerd. Wijzig deze instelling eventueel in uw taakmanager door „CDROM/DVD-ROM“ te bewerken en de eigenschap „Automatische melding bij wisseling“ te activeren. Manuele installatie zonder de autorun-functie: • •
Open het „Startmenu“ en selecteer „Uitvoeren“. Voer nu de letter van het CD-ROM-/DVD-ROMstation in, gevolgd door een dubbelpunt en de programmanaam „setup“. Vb.: e:setup
Bevestig door op „OK“ te klikken. 3. Volg de instructies op het scherm. 4. Geef U naam, Uw Werkplaats en de CD-Key (Serienummer) aan en klik daaropvolgend op „Volgende“. Â
46
Bij het Notebook ligt een CD-Key bei, die voor de installatie van PowerDVD nodig is. Bewaar deze goed en noteer deze evt. Bij verlies van de CD-Key is het niet mogelijk, de software te installeren.
HOOFDCOMPONENTEN
5. Na het einde van de installatie opent PowerDVD het README-bestand, in die U de nieuwste info´s en technische gegevens over PowerDVD vind. In deze tekstbestand hebt U via de programmagroep PowerDVD ten elke tijd toegang. 6. Sluit het Setup af, indien U op „Afsluiten“ klikt. Het programma bied U de extra mogelijkheid, een bij Power-DVD horende systeemdiagnose programma uit te voeren. Dit programma kan de DMA-Modus activeren en gaat de prestatie van Uw Notebook na. voor de Weergave word de optimale uitgave modus gekozen. U kunt dit programma iedere tijd via de programmagroep PowerDVD uitvoeren.
GEBRUIKOPPERVLAKTE
Hoofdconsole
Bedienveld
Controlewiel Help (F1)
Â
Om zich beter met het programma vertrouwd te maken, lees aub. de PowerDVD Help ().
Â
Een extra Online-Hulp kunt U via het bedienveld () oproepen. Het gebruik van de Online-Hulp is alleen met een internettoegang mogelijk.
HOOFDCOMPONENTEN
47
GELUIDSKAART Uw Notebook heeft een geïntegreerde stereo geluidskaart met 16-bits en ruime klankeffecten (3D). De geluidskaart is compatibel met de industrienorm Sound Blaster en Microsoft Sound System Version 2.0. Dit garandeerd een optimale ondersteuning voor alle gebruikelijke programma’s en spelletjes. U kunt het volume instellen met de desbetreffende schuifbalken. Als u het basisvolume wilt wijzigen, klikt u op het luidsprekersymbool op uw taakbalk. Door hierop te dubbelklikken opent u de soundmixer.
EXTERNE AUDIOVERBINDINGEN Microfoon
Om op te nemen via een externe microfoon. (schakelt het interne microfoon automatisch uit)
Stereo geluidsingang
Om op te nemen van externe geluidsbronnen
Stereo geluidsuitgang
Voor een geluidsweergave via externe stereotoestellen zoals luidsprekers of koptelefoons. (De interne luidsprekers worden bij het aansluiten uitgeschakeld.)
Uw Notebook beschikt over luidsprekers en een microfoon, zodat u zonder extra toestellen geluiden kunt opnemen en weergeven. De aansluiting aan een hifi-installatie via de geluidsuitgang verhoogt de klankkwaliteit aanzienlijk.
MODEM Het modem is uitgerust met een RJ-11-aansluiting waaraan een standaardtelefoonkabel kan worden aangesloten.
48
Â
Attentie! Gebruik aub. een analoge telefoonlijn / telefoonstopcontact. Het geïntegreerde modem bied geen ondersteuning van digitale (ISDN / kabelnet) telefoonsystemen niet.
Â
Tip: Als U niet zeker weet wat voor een telefoonnet U heeft geabonneerd, vraag dan aan Uw telefoonmaatschappij, of het modem geschikt is voor Uw telefoonnet.
HOOFDCOMPONENTEN
MODEMAANSLUITING Sluit het ene eind van het kabel, (de RJ11-aansluiting / Westernstekker) aan het modem / de netwerkaansluiting aan en het andere eind in een analoog telefoonaansluiting welke gemakkelijk toegankelijk is. Â
TIP: zet het notebook niet in de Suspendmodus (of Sleep-modus), als u met het internet bent verbonden, omdat de modemverbinding dan wordt onderbroken.
MODEMPROTOCOLS: De interne modem van de Notebook voldoet aan de protocols JATE (Japan), FCC (USA, Canada, Korea, Taiwan en andere) en CTR21: Land
Geïmplementeerd
Andere tests
Oostenrijk België Tsjechische republiek Denemarken Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Hongarije Ijsland Ierland Italië Israël Liechtenstein Luxemburg Nederland Noorwegen Polen Portugal Spanje Zweden Zwitserland Groot-Brittannië
Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja In verwerking Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja
Nee Nee Niet bruikbaar Ja Nee Nee Nee Nee Niet bruikbaar Nee Nee In verwerking Nee Nee Nee Ja Nee Niet bruikbaar Niet bruikbaar Niet bruikbaar Nee Nee Nee
Deze informatie werden door CETECOM gekopieerd en worden zonder garantie voor de juistheid ervan afgedrukt. Gelieve op http://www.cetecom.de/technologies/ctr_21.html de up-to-date informatie te lezen.
HOOFDCOMPONENTEN
49
NETWERKGEBRUIK Als uw PC is uitgerust met een Fast Ethernet-Netzwerkaansluiting, dan kunt u deze aan een netwerk aansluiten. De volgende verklaringen nemen betrekking op PCs, die een netwerkaansluiting bezitten. Noch meer verklaringen voor het netwerk vindt u in het Windows®-Help in het Start-Menü.
WAT IS EEN NETWERK? Men spreekt over een netwerk, als meerdere PCs met elkaar zijn verbonden. Op deze manier kunnen de PC- gebruikers informaties en Bestanden van PC tot PC oversturen en zich hun ressources (printer, modem en stations) delen. Hier een paar voorbeelden uit de praktijk:
50
•
In een bureau worden Mededelingen via E-mail verstuurd en afspraken worden central opgeslagen.
•
PC-gebruikers delen zich een printer in het netwerk en slaan hun informaties op een centrale computer op (Server).
•
In een privé huishoud delen zich de PC´s een ISDN- of modemverbinding, om het Internet toe te grijpen.
•
Twee of meer PC´s worden met elkaar verbonden, om netzwerk spelletjes te spelen of informaties te verschuiven.
HOOFDCOMPONENTEN
WAT HEBT U VOOR EEN NETWERK NODIG? Om communicatie tussen PC´s mogelijk te maken, moeten bepaalde voorwaardes vervult zijn. 1. De PC´s moet met Netwerkkaarten uitgerust zijn, welke dezelfde Netwerktechnologie ondersteunen. Als u PC over een netwerkaansluiting beschikt, ondersteund deze de normale standaard Fast Ethernet (10/100 Mbit), voor zover het niet anders heeft aangegeven. 2. De netwerkkaarten moeten met elkaar verbonden zijn. Hiervoor is een zog. Shielded Twisted Pair-Kabel (CAT5) nodig, die met RJ-45-Stekker is voorzien. - Moeten twee PC´s met elkaar verbonden worden, benodigd men de Cross-Link variante van deze kabel. - Moeten meerdere PC´s worden verbonden, benodigd men een extra verdeler (Hub of Switch) en de Patch variante van de kabel. 3. De met elkaar verbondenen PC´s moet over een netwerkvaardig Besturingssysteem beschikken. Bij Windows® is dit het geval. 4. De deel nemende PC´s moeten dezelfde „Taal“ spreken, om zich te kunnen verstaan. De taal van het Netwerk zijn protocollen: -
-
Het Netwerkprotocol wordt door het inbinden van de Client-Dienst vastgelegd. Hebben alle PC´s dezelfde Cliënt geladen, bvb. „Cliënt voor Microsoft®Netwerken“, is de eerste vooruitzetting vervuld. U PC, voor zover deze met een netwerkaansluiting is uitgerust, is deze door de fabriek met deze dienst voor geconfigureerd. Zodat de bestanden door het netwerk getransporteerd kunnen worden, is een transportprotocol noodzakelijk. Op uw netwerk-PC is TCP/IP voor geconfigureerd. Deze is het meest gebruikte protocol en voor de Internettoegang dwingend noodzakelijk. IPX/SPX hebt u normaalgesproken alleen nodig, als op Novell®-Netwerken moet worden toegegrepen.
5. De configuratie van de protocollen moet correct zijn. Bij uw netwerk-PC is TCP/IP zo voor geconfigureerd, zodat de noodzakelijke instellingen automatisch van een zog. DHCP-Server worden betrokken.
HOOFDCOMPONENTEN
51
Omdat deze i.d.r. alleen in grote netwerken aanwezig is, bieden Windows® ME en Windows® XP een mechanisme dat deze functie automatiseert en de instelling zelfstandig overneemt. U kunt deze instellingen via het commando prompt met ipconfig /all opvragen, als u een netwerk / internetverbinding hebt. 6. Om het gemeenschappelijke toegrijpen op ressources mogelijk te maken, moeten deze vrijgegeven worden. Hiervoor moet de dienst „Bestand- en Printer delen voor Microsoft®-Netwerken“ geïnstalleerd zijn. Ook dit is reeds in de fabriek gebeurd. De deling wordt op de PC gegeven, op die zich de ressource (map of printer) bevindt. Hier kan de deelnaam en een evt. noodzakelijk passwoord vastgelegd worden. Een noodzakelijke deling wordt met een uitgestoken hand onder het symbool aangegeven: 7. De gedeelde ressources kunnen via de netwerkomgeving getoond en verbonden worden.
Voorbeeld van een standaardnetwerkconfiguratie, zo als deze vanuit de fabriek geleverd word. Uw configuratie kan van deze afwijken, vooral in betrekking op de gebruikte Netwerkkaart.
52
HOOFDCOMPONENTEN
PROBLEEMOPLOSSING IN HET NETWERK Waarom worden in de netwerkomgeving de gedeelde bestanden niet getoond? De Netwerkomgeving is tijd vertraagd. Controleer de gedeelde mappen, indien u naar de desbetreffende Computernamen zoekt. Waarom krijg ik een foutmelding als ik op de netwerkomgeving klik? De Computernaam moet in het netwerk eenmalig zijn en mag niet precies zo heten als de Werkgroep. Het ziet er zo uit, als of de netwerkkaarten niet kunnen communiceren. Waaraan kan dit liggen? Misschien werkt een van de gebruikte netwerkkaarten met een andere snelheid (bvb. 10 in plaats van 100 Mbit) en uw netwerk-PC is nicht in staat dit te herkennen. Stel zo nodig, de compatible snelheid in het netwerk stuurprogramma in. Moeten twee PC´s met elkaar verbonden worden, heeft u een Cross-Link Kabel nodig, anders gebruikt u gewoon een Patch kabel. Controller ook de Protocollen en de configuratie. De gegevensoverdracht geeft fouten of is zeer langzaam. Waaraan kan dat liggen? U hebt misschien de verkeerde kabel (UTP / CAT3 of lager) of de kabel ligt in de buurt van een stroomkabel of een andere storingsbron.
HOOFDCOMPONENTEN
53
PC KAARTAANSLUITING In de PC kaartenaansluiting op de linkerkant (zie pagina 20) kunnen PC-kaarten in de maat van een kredietkaart worden gebruikt. De meeste pc kaarten zijn communicatie- of aansluitingstoestellen zoals ISDN, faxmodem, netwerk of SCSI adapters. Bepaalde PC kaarten hebben geheugenchips of harde schijven om gegevens op te slaan. Als u dergelijke kaarten voor uw Notebook gebruikt, geeft het systeem een stationaanduiding aan de kaart, zodat u toegang heeft tot de ressources. Het PC kaartenstation in uw Notebook ondersteunt PCMCIA 2.1 - (Typ II / Typ III) en CardBuskaarten. Kaarten van Type I zijn 3,3 mm, van Type II 5 mm en van Type III 10,5 mm dik. PCMCIA kaarten van Type III kunnen enkel in het onderste vak worden gebruikt. De dikkere PCMCIA-kaarten van Type III blokkieren door hun hoogte de toegang tot de bovenste schacht en kunnen daarom enkel exclusief worden gebruikt. Kaarten van Type II CardBus kaarten kunnen in het onderste of bovenste vak worden gestoken. Beide vakken kunnen gelijktijdig worden gebruikt. Overzicht:
54
Vak 1 (onderaan)
Vak 2 (bovenaan)
PCMCIA Type II
PCMCIA Type II
PCMCIA Type II
CardBus
CardBus
PCMCIA Type II
CardBus
CardBus
PCMCIA Type III
niet bruikbaar
HOOFDCOMPONENTEN
32-BIT CARDBUS In vak 1 kunnen de juiste PC-kaarten en daarop aangesloten toestellen 32-bit Busmastering gebruikt worden en met frequenties tot 33MHz werken. CardBus-kaarten hebben een 32-Bit-architectuur, waarmee hoge cijfers voor gegevensoverdracht tot 132 MB/s, zoals PCI, kunnen worden bereikt. Gebruik daarvoor de onderste ruimte 1. Uw Notebook ondersteunt hierdoor ook gegevensintensieve toestellen zoals 100Mbps Fast Ethernet, Fast SCSI-randapparatuur en videoconferentie-installaties. De CardBus-ruimte is naar beneden compatibel tot 16-bit PCkaarten met 5V-functiespanning, hoewel de CardBus slechts het stroombesparende 3.3V nodig heeft.
PC-KAARTEN GEBRUIKEN Om een PC-kaart te gebruiken is speciale software (stuurprogramma, enz.) nodig. Deze software wordt meestal door de fabrikant van de kaarten geleverd. De ondersteuning van de kaartenaansluiting is een onderdeel van Windows® en vormt momenteel een optimum aan bedieningscomfort. Denk eraan, als u een ander besturingssysteem kiest.
HOOFDCOMPONENTEN
55
PC-KAART INSTALLEREN Volg de installatiehandleiding van de PC-kaart die het gebruik onder Windows® verklaart, en hou het nodige stuurprogramma bij de hand. Nadat u Windows® heeft opgestart, schuift u de kaart (Er op lijkende afbeeldingen) voorzichtig in de daarvoor voorziene ruimte. Is de kaart er volledig ingeschoven, hoort u twee korte signalen om aan te duiden dat de kaart juist is herkend en met succes werd geconfigureerd. Als u maar één signaal hoort, is er een probleem opgetreden bij de herkenning van de kaart. Volg in ieder geval de handleiding die bijgeleverd is bij uw nieuwe PC-kaart.
PC-KAART VERWIJDEREN Zo verwijdert u uw PC-kaart: 1. Start in het configuratiescherm het programma Ö PCkaart (PCMCIA). 2. Stop de te verwijderende kaart 3. Wacht op een bevestiging van Windows®. 4. Druk op de uitwerptoets rechts naast de ruimte waar de PC-kaart zich bevindt.
(Er op lijkende afbeeldingen
56
HOOFDCOMPONENTEN
AANSLUITINGSMOGELIJKHEDEN Het Notebook beschikt over veel in- en uitvoerpoorten om randapparatuur zoals printers, scanners, toetsenborden e.d.m. aan te sluiten. In dit hoofdstuk worden de aansluitpoorten een voor een voorgesteld. Voor een betere oriëntatie verwijzen we naar pagina 19, waar omschreven wordt waar elke aansluiting aan het Notebook zit.
SERIËLE POORT
De seriële, 9-polige poort dient voor de aansluiting van seriële toestellen zoals modems of muizen. De poort wordt als COM1 aangesproken en is FIFO 16550-compatibel.
PARALLELLE POORT
Op de parallelle, 25-polige poort kunt u een printer of een ander toestel (bvb. een scanner of een ZIP-drive) aansluiten. De parallelle poort ondersteunt standaard/ EPP/ECP. De gewenste gebruikswijze kan u voor uw printer instellen in het BIOS. Meestal is deze instelling reeds vooraf correct uitgevoerd.
PS/2-POORT
Via de PS/2-poort kunt u conform de PS/2-norm toetsenborden en aanwijstoestellen (muizen) aansluiten.
UNIVERSAL SERIAL BUS-AANSLUITING
De Universal Serial Bus (USB) is de nieuwste standaard om invoertoestellen, scanners en ander randapparatuur aan te sluiten. Op de USB kunnen tot 127 toestellen via één enkele kabel worden aangesloten. In de toekomst zal hierdoor het aansluiten van veel randapparatuur aan het Notebook veel gemakkelijker kunnen worden uitgevoerd. Uw Notebook beschikt over een USB-poort. Toestellen die rechtstreeks op de USB-poort zijn aangesloten, mogen niet meer dan 500 mA nodig hebben. Als de toestellen een hoger vermogen nodig hebben, moet u een verdeler/versterker aanschaffen. De transfersnelheid van gegevens ligt tussen 1,5 Mbit en 12 Mbit, is afhankelijk van het daaraan aangesloten toestel.
HOOFDCOMPONENTEN
57
IEEE 1394 (FIREWIRE) De IEEE 1394 aansluiting, ook onder de naam iLink® of FireWire bekent, is een seriële Bus-Standard voor de snelle overdragen van digitale Tv/video-, PC- en audio-bestanden.
GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VOOR IEEE1394 •
Aansluiting voor het aansluiten van digitaal apparatuur van de entertainmentindustrie zoals: set-top boxen, digitale video- en camcorders, DVD, televisie etc.
•
Multimediale toepassingen en videobewerking.
•
In- en uitvoerapparaten zoals bvb. printer, scanner etc.
TECHNISCHE SPECIFICATIE
58
•
De maximale gegevensoverdracht ligt toepassingafhankelijk bij 100, 200 of 400 Mbit/s, wat een informatievolume van tot en met 50 MB per seconde kan zijn.
•
De apparaten kunnen terwijl de apparaten aan staan, en of werken, aangesloten of verwijdert worden. (HotPlugging).
•
De gestandaardiseerde kabel (Shielded Twisted Pair STP) is 4,5m lang en bevat 6 aders. Twee leidingen dienen voor de spanningsleiding (8V bis 40V, 1,5 A max.) En kunnen voor externe spanningsverzorging gebruikt worden. De vier signaalleidingen dienen voor de gegevensoverdracht van bestanden of controleinformatie. Sommige apparatuur hebben geen stroomverzorging via de kabel nodig, zodat vierpool stekers gebruikt worden. De maximale kabellengte is 72m.
HOOFDCOMPONENTEN
INFRAROODPOORT
De infraroodpoort bevindt zich aan de rechterkant van het Notebook (zie pagina 20). De IR-poort voldoet aan de norm „IrDA Serial Infrared Data Link Version 1.1”. Deze omvat een draadloze punt-voor-punt-communicatie. U kan SIR/FIR-applicaties gebruiken om bestanden uit te wisselen tussen de IR-poort en andere toestellen. Als de ingestelde modus niet overeenkomt met het communicerend toestel, dan moet u de juiste modus in het BIOS instellen. FIR (Fast Infrared) ondersteunt maximaal 4 Mbps en SIR (Serial Infrared) maximaal 115.2Kbps. Momenteel kan de poort worden gebruikt voor de koppeling met andere computers, randapparatuur en veel PDA’s (elektronische agenda’s). Het Notebook identificeert de infrarood poort als seriële aansluiting.
TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN DE IR-POORT Lees voor het gebruik van de IR-poort op de volgende tips: • • • • • •
Zorg ervoor dat de gewenste IR-modus is ingesteld in de BIOS-setup. De hoek tussen de twee IR-poorten mag niet meer zijn dan ±15°. De afstand tussen uw Notebook en het andere toestel mag niet meer dan 1 meter bedragen. Beweeg geen van de twee toestellen tijdens de IRoverdracht van gegevens. De overdracht van gegevens kan in een omgeving met veel lawaai of trillingen met fouten verlopen. Hou voldoende afstand van rechtstreekse zonnestralen, bliksemlicht, gloeiend of fluorescerend licht en andere infraroodtoestellen zoals afstandbedieningen. Â
BELANGRIJK: als u lange tijd geen infrarood nodig heeft, raden wij aan dan in het configuratiescherm de infraroodfunctie te deactiveren in de om Windows-ressources te besparen.
Installeer de toestellen zo dat beide infraroodpoorten op dezelfde hoogte t.o.v. elkaar staan. De afstand mag niet meer dan één meter bedragen.
HOOFDCOMPONENTEN
59
GEHEUGENUITBREIDING De uitbreiding van het geheugen is een goede methode om de prestatie van het notebook te verhogen, omdat minder toegangen van de harde schijf nodig worden. Uw Notebook is na uitvoering uitgerust met 64 MB, 128 MB of 256 MB 64-bit-snelle SDRAM. Het BIOS herkent de geheugengrootte automatisch tijdens de POST en configureert dan de CMOS. Voor het monteren van het geheugen is er dus geen hardware of software-installatie nodig. Koop geheugenmodules enkel bij geautoriseerde handelaars om de compatibiliteit en betrouwbaarheid te waarborgen.
60
Â
Tip: geheugenmodules moeten door gekwalificeerd vakpersoneel worden geïnstalleerd.
Â
Attentie: EDO-DRAM wordt door uw Notebook niet ondersteund.
HOOFDCOMPONENTEN
SOFTWARE Dit hoofdstuk gaat over het thema Software. Hierbij maken wij een verschil tussen de BIOS, de Toepassingsprogramma´s en het Besturingssysteem, die wij als eerste behandelen.
WINDOWSXP
LEREN KENNEN
Het besturingssysteem Windowsxp biedt u veel mogelijkheden, de bediening te begrijpen en de veelvuldige mogelijkheden te gebruiken:
WINDOWSXP HOME EDITION - EERSTE STAPPEN Deze handleiding geeft u een kort overzicht over de bediening van uw besturingssysteem. Wij raden, deze lectuur beginners en overstappers van andere Windows versies aan.
WINDOWSXP HELP EN ONDERSTEUNING Hier vindt u een uitgebreide verzameling van handleidingen, hulpjes en voorstellen voor de probleemoplossing. Deze hulp bespreekt het gehele spectrum van het WindowsBesturingssysteem. Deze is voor beginners als ook voor professionals aangeraden. De in thema´s opgedeelde informaties laten zich afdrukken of met leestekens voorzien. Zo start U: 1. Klik op 2. Kies nu
SOFTWARE
61
MICROSOFT INTERACTIEVE TRAINING Wij raden het programma „WindowsXP Stap voor Stap interactief“ aan, om een overzicht over de functies en de bediening van WindowsXP te verkrijgen. Doel van dit programma is het, beginners zoals ook professionele gebruikers interactief de in- of overstap in de WindowsXP Wereld makkelijker te maken. Het programma is in veel kleine thematische delen opgedeeld, zo dat de gebruiker de mogelijkheid heeft de inhoud optimaal aan zijn niveau aan te passen. Multimediale effecten met videosequenties en spraakuitgave bemiddelen de inhoud van elk thema aanzienlijk en effectief.Interactieve opdrachten geven u de mogelijkheid de geleerde inhouden praktisch in de simulatieomgeving van het programma uit te proberen, om het succesvolle leren te ondersteunen. Windows XP Stap voor Stap Interactief vermiddelt... • • • • • •
De bediening van Windows XP. Nieuwe functies in Windows XP. De Aan- en Afmeldvoorgang en de gebruikeradministratie voor de opbouw van een veiligheidsstructuur. de configuratie van de internettoegang het gebruik van het Emailprogramma ... en noch veel meer!
Gebruik dit programma, om uw PC beter te begrijpen en optimaal te kunnen bedienen. Het dient u ook als extra informatiebron ter herkenning en oplossing van mogelijke problemen. Zo start u het programma: 1. Klik op 2. Kies dan 3. Het programma bevind zich in de map „Toebehoren“, dan map „Microsoft Interactieve Training“.
62
SOFTWARE
SOFTWARE INSTALLATIE Tip: Zou uw besturingssysteem zo zijn ingesteld, dat de installatie van software en stuurprogramma´s alleen worden aangenomen, als deze zijn gesigneerd (van Microsoft vrijgegeven), verschijnt de volgende dialoog:
Klik voor installatie va stuurprogramma´s op „Volgende“. De meegeleverde software is reeds compleet geïnstalleerd. Bij de installatie van programma´s of stuurprogramma´s kunnen belangrijke bestanden overschreven en verandert worden. Om bij eventuele problemen na de installatie op de originele bestanden te kunnen toegrijpen, raden wij aan dat u voor de installatie een back-up van de harde schijf maken. Meer over back-up vindt u vanaf Blz. 67.
SOFTWARE
63
ZO INSTALLIEERD U UW SOFTWARE: Volg de instructies die de softwareleverancier bij het softwarepakket heeft bijgevoegd. Navolgend beschrijven wij een „typische“ installatie. Als u de CD invoert, wordt automatisch het installatiemenu gestart. Bent u niet zeker van de compatibiliteit van het te installerende programma, voer dan via Programma´s, Bureau Accessoires. De Programma compatibiliteit-assistent uit. Tip: Zou de automatische start niet werken, is waarschijnlijk het zog. „Autorun“-functie gedeactiveerd. Kijk in de Windowsxp help na, om dit te veranderen. Voorbeeld voor een manuele installatie zonder Autorun: 1. Klik op
en kies de optie .
2. Voer nu de stationsletter van de CD-ROM station in, gevolgd van een dubbelepunt en de programmanaam setup in het veld “uitvoeren” in.
3. Bevestig uw invoer met een klik op „OK“. 4. Volg de instructies van het programma.
VERWIJDEREN VAN SOFTWARE Om de geïnstalleerde software van uw PC te verwijderen, volgt u a.u.b de volgende stappen: 1. klik op 2. Klik op 3. Kies vervolgens het volgende programma:
64
SOFTWARE
Selecteer het betreffende programma, start de de- installatie en volg de instructies op het scherm. Is door de installatie van een bepaalde software of stuurprogramma het systeem instabiel geworden, kunt u via verschillende methoden (kijk vanaf Blz. 67) De stabiliteit van het systeem herstellen. U hoeft het stuurprogramma dan niet te de- installeren.
WINDOWS ACTIVERING Ter bescherming tegen softwarepiraterij heeft Microsoft de productactivering ingevoerd. De op uw PC geïnstalleerde als ook de met de PC geleverde Windowsxp- versie hoeft u niet te activeren, omdat deze van ons voor uw PC is geactiveerd. Een activering is alleen dan nootzakelijk, als u meerdere belangrijke onderdelen van de PC uitwisselt of een niet geautoriseerd BIOS gebruikt. U kunt Windowsxp zo vaak als u wilt activeren, als dit noodzakelijk zou zijn. gedetailleerde informaties vind u in het helpsysteem en op volgende Internetpagina: www.microsoft.com/netherlands/windowsxp/home/productact.asp
BIOS-SETUPPROGRAMMA In het BIOS-setup (basisconfiguratie van uw systeemhardware) heeft u veel instelmogelijkheden voor het gebruik van uw Notebook. Zo kan u bijvoorbeeld de functie van de aansluitingen, de beveiligingskenmerken of het beheer van de stroomvoorziening wijzigen. Het Notebook is reeds in de fabriek zo ingesteld dat een optimaal functioneren wordt gegarandeerd. Â
Verander de instellingen alleen, als dit absoluut noodzakelijk is of als u vertrouwd bent met de configuratiemogelijkheden.
SOFTWARE
65
BIOS-SETUP UITVOEREN U kunt het configuratieprogramma alleen even na het opstarten van het systeem uitvoeren. Als het Notebook reeds is opgestart, schakel deze dan uit en start opnieuw op. Druk op de F2-functietoets om de BIOS-SETUP op te starten.
GEBRUIK VAN HET BIOS-SETUP In het menu van het installatiehulpprogramma staan 6 hoofdpunten: Menupunt
Main Advanced Security Power Boot Exit
Omschrijving Wijzigingen van de basisconfiguratie Meer systeeminstellingen Bepaling van paswoorden Power Management (energiebeheer functies) Instelling van het bootstation BIOS setup verlaten
Elk menupunt is een functie of roept een bepaald venster op met nieuwe instelopties. Selecteer met de pijltjestoetsen de gewenste optie op de startpagina. Als u op een menupunt klikt, wordt deze automatisch geopend. Met de entertoets selecteert u het gewenste menupunt. In het rechterdeel van uw beeldscherm (onder „Item Specific Help“) staat de Engelse omschrijving van het geselecteerde menupunt. In vensters met optievelden kan u eveneens met behulp van de pijltjestoetsen de gewenste optie selecteren. Naast elk veld ziet u één of meerdere waarden. Als u naar een veld gaat, wordt de eerste (of: de enige) waarde geselecteerd. Een geselecteerde waarde kan worden gewijzigd door op de spatiebalk te drukken. In bepaalde velden moet een waarde worden ingevoerd i.p.v. een waarde te selecteren uit een lijst van mogelijke waarden. Andere velden worden door het systeem zelf gegeven en kunnen niet worden gewijzigd. Om naar het vorige niveau terug te keren drukt u op de ESC-toets. Â
66
Als u niet zeker weet of de door u doorgevoerde instellingen juist zijn, raden wij aan de „Setup-Defaults“ laden.
SOFTWARE
KLANTENDIENST BESTAND EN SYSTEEMVEILIGHEID De beschreven programma´s zijn in Windows integreert. Detailleerde informaties vindt u onder weergave van de vetgeschreven trefwoorden in de Windows-Help in het startmenu.
BACK-UP
Maak regelmatig Back-ups op externe media, zoals CD-R of CD-RW. Windows bied u daarvoor het programma „Back-up“ en extra het programma „Overdragen van Bestanden en Instellingen“. Beide programma´s bevinden zich onder Bureau Accessoires, Systeemprogramma´s . Maak Veiligheidsdiskettes van uw passwoorden en van de systeem-configuratie.
ONDERHOUDPROGRAMMA´S
Het regelmatige uitvoeren van de programma´s „Disk Defragmenter“ en „Disk clean up“ kan foutbronnen verwijderen zoals de systeemprestatie verhogen. Zeer helpzaam is ook het Helpprogramma „Systeem-informaties“, welke u gedetailleerde informaties over uw systeemconfiguratie geeft. Ook deze programma´s vind u in de programmamap onder Systeem Werkset, Systeemprogramma´s.
PASSWOORD TERUGZET DISKETTES
Om Gebruikeraccounts teren het geval te beschermen, dat een gebruiker zijn passwoord vergeet, zou iedere locale gebruiker een Passwoord terugzetdiskette opmaken en deze op een veilige plek bewaart. Voor het geval, dat de gebruiker nu zijn passwoord vergeet, kan het passwoord met behulp van de Passwoord terugzetdiskette weer teruggezet worden, zo dat de gebruiker daarna weer op zijn locale Gebruikeraccount kan toegrijpen. Informaties over het opmaken van een passwoord terugzetdiskette vind u in de Windows-Help.
KLANTENDIENST
67
SYSTEEMHERSTELLING Windowsxp levert een nuttige functie die het mogelijk maakt zogenoemde Herstellingspunten op te slaan. Het systeem onthoudt de actuele configuratie als momentopname en gaat als het nodig is naar deze terug. Dit heeft het voordeel dat een mislukte installatie weer ongedaan gemaakt kan worden. Herstellingspunten worden automatisch van het systeem gemaakt, maar kunnen ook manueel gemaakt worden. U kunt dit zelf bepalen en configureren, hoeveel opslagruimte maximaal daarvoor in aanmerking moet komen. Dit programma vindt u in de programmamap onder Accessoires, Systeem Werkset. Wij raden u aan, voor de installatie van een nieuwe software of stuurprogramma een Herstellingspunt te maken. Zou uw systeem niet meer stabiel lopen, hebt u zo meestal de mogelijkheid naar een goed werkende configuratie terug te keren, zonder dat nieuw gemakte documenten gewist worden. Lees in het volgende hoofdstuk welke mogelijkheden u voor de reparatie van een stukke installatie hebt.
FOUTOPLOSSING Windowsxp omvat verschillende functies, die er voor zorgen, dat de PC zoals de geïnstalleerde toepassingen en apparaten correct functievaardig zijn. Deze functies helpen u bij het oplossen van problemen, die door toevoegen, verwijderen of vervangen van bestanden kunnen ontstaan, die voor de functionaliteit van het besturingssysteem, toepassingen en apparaten nootzakelijk zijn. Welke herstellingsfunctie of functies u gebruikt, is afhankelijk van het type van het opgetreden probleem of fout. In de Windows-help vindt u gedetailleerde informaties hierover.
68
KLANTENDIENST
Voer het trefwoord „Overzicht over de Reparatie“ in, om te beoordelen, welke van de hierop volgende functies uw probleem het veiligst oplost: • Back-up • Stuurprogramma herstelling • Apparaat deactiveren • Systeemherstelling • Laatste als functionerend bekende configuratie • Veilige Modus en Systeemherstelling • Herstellingsconsole • Windows-Installatie-CD
KOOPTOESTAND HERSTELLEN Zou uw systeem onlangs de hiervoor beschreven Foutoplossingen niet meer goed functioneren, kunt u de kooptoestand herstellen.
BEPERKING VAN DE SYSTEEMHERSTELLING Achteraf voorgenomen configuratieveranderingen (Desktop-/Internetinstelling) en software-installaties worden niet hersteld - Er wordt geen rekening gehouden met achteraf gebeurde stuurprogramma -actualisatie en hardware uitbreidingen. - Attentie! Alle Bestanden op station C, ook die voor de bestandsopslag van de gebruiker gedachte mappen „Documenten en Instellingen“, worden gewist. Maak evt. een Back-up op station D en op externe Media. Het wordt altijd de Kooptoestand hersteld. Door u uitgevoerde installaties en configuraties moeten evt. opnieuw plaatsvinden. -
Â
Attentie! Als u de map E:\Recover of. De zich daarin bevindende bestanden wist, is een herstelling niet meer mogelijk. U kunt zich voor de veiligheid het bestand RETTEN.EXE en alle verdere RETTEN.00X bestanden op CD-R kopiëren.
KLANTENDIENST
69
UITVOERING VAN DE HERSTELLING 1. Lees van tevoren a.u.b perse het gehele hoofdstuk „Systeemherstelling“ en de aangegeven Verwijzen. 2. Voer de Support-/Application -CD in en start de Notebook opnieuw. 3. Kies de optie „Van CD-ROM starten“ 4. In het nu verschijnende herstellingsmenu kiest u de 1. 5. Volgen de instructies op het scherm. De Notebook start nieuw op en bevind zich weer in de kooptoestand.
EERSTE HULP BIJ FOUT FUNCTIONEREN LOKALISEREN VAN DE OORZAAK Een fout functioneren kan soms banale oorzaken hebben maar vaak ook te wijten zijn aan defecte componenten. We willen u hier een leidraad geven om het probleem op te lossen. Als de hier vermelde maatregelen geen succes hebben, helpen wij u graag verder. Bel ons dan gerust op!
AANSLUITINGEN EN KABELS CONTROLEREN Begin met het zorgvuldig nakijken van alle kabelverbindingen. Als de lampjes niet functioneren, zorg er dan voor dat het Notebook en alle randapparatuur naar behoren voorzien zijn van stroom. ¾ Als u met de accu werkt, sluit het Notebook dan aan op de netadapter en zorg ervoor dat de accu opgeladen is. ¾ Als u met netstroom aan het Notebook werkt, controleer dan het stopcontact, de kabels en alle schakelaars in de schakelkring van het stopcontact. ¾ Schakel het Notebook uit en controleer alle kabelverbindingen. Als het Notebook is aangesloten op randapparatuur, controleer dan ook hier de stekkerverbindingen van alle kabels Verwissel de kabels voor verschillende toestellen niet willekeurig, ook al zien ze er precies hetzelfde uit. De pinbezettingen in de kabel zijn misschien anders. Als u met zekerheid heeft vastgesteld dat het toestel stroom krijgt en dat alle verbindingen intact zijn, schakel het Notebook dan opnieuw aan.
70
KLANTENDIENST
AANSCHAKEL ZELFTEST (POST) De aanschakel zelftest (POST = Power On Self Test) wordt bij elke systeemstart uitgevoerd om geheugen, harde schijf, aanwijzers, toetsenbord en andere componenten te controleren. Als uw Notebook de POST niet succesvol uitvoert en in plaats daarvan een leeg beeldscherm, een reeks signaaltonen of een foutmelding weergeeft, gelieve dan contact op te nemen met uw klantenservice.
FOUTEN EN OORZAKEN Het beeldscherm is zwart: - Zorg ervoor dat de Notebook niet in de weergavenmodus staat. Foute weergave van tijd en datum - Dubbelklik op de weergave in de taakbalk en stel vervolgens de juiste waarden in. Bij het opstarten verschijnt »Non-system disk or disk error«. - U heeft bij het opnieuw opstarten een diskette in het diskettestation laten steken en die vergeten er uit te halen. Het systeem probeert nu van dat station het besturingssysteem op te laden. Verwijder de diskette en druk op een willekeurige toets. Van een CD-ROM kunnen geen gegevens worden gelezen. - Controleer of de CD er naar behoren is ingelegd. - Wordt het station in uw Explorer/Verkenner weergegeven? Zo ja, test dan een andere CD. De -
printer functioneert niet. Controleer de kabelverbinding met de printer. Laat de printer een zelftest uitvoeren. Als meerdere toestellen (scanner, Zipdrive) op deze poort zijn aangesloten, controleer dan de printer afzonderlijk en installeer het printer stuurprogramma opnieuw.
Opslaan op diskette is niet mogelijk. - De diskette is niet geformatteerd, is schijfbeschermd of is te klein voor de op te slaande gegevenshoeveelheid. Openingsopties in de BIOS zijn beperkt. De muis of het touchpad functioneert niet. - Controleer de kabelverbinding. - Probeer of de muis in een andere applicatie werkt en of er een probleem is tussen muis (bvb. Microsoft Intellimouse) en touchpad.
KLANTENDIENST
71
HEEFT U MEER ONDERSTEUNING NODIG ? Als u ondanks de voorstellen in het vorige hoofdstuk nog altijd problemen hebt, neem dan contact op met uw Helpdesk. We zullen u telefonisch verder helpen. Voor dat U zich aan uw servicecenter wend, hou aub. de volgende gegevens bij de hand: -
Heeft u uitbreidingen of wijzigingen aan de beginconfiguratie uitgevoerd?
-
Wat voor extra randapparatuur gebruikt u?
-
Welke eventuele meldingen verschijnen op het beeldscherm?
-
Welke software gebruikte u, toen de fout opdook?
-
Welke stappen heeft u reeds ondernomen om het probleem op te lossen?
DRIVER -ONDERSTEUNING Het systeem is met de geïnstalleerde drivers in onze testlaboratoria uitvoerig en met succes getest. In de computerbranche is het echter gebruikelijk, dat de drivers van tijd tot tijd worden geactualiseerd. Dit gebeurt, omdat bijv. eventuele comptabiliteitsproblemen met andere nog niet geteste componenten (programma's, apparaten) optraden. Actuele drivers vindt u op het Internet op het volgende adres: http://www.lifetec.nl
72
KLANTENDIENST
INDEX A
D
Aan-/Uitschakelaar ........... 27 Aanschakelzelftest ............ 71 Aansluitingsmogelijkheden 57 Accu opladen ................... 29 Accugebruik Accu opladen ................ 29 Acculampje................... 29 Accuprestatie ................ 29 Inzetten van de accu ..... 28 Acculampje...................... 29 Accuprestatie ................... 29 Accuwerking ................ 7, 28 ACPI ............................... 31 Afbeeldingen.................... 19 APM ................................ 31 Autorun......................46, 64 Autostart ....................46, 64
Databanken ..................... 16 Defragmentering .............. 67 Deinstallatie van Software . 64 Diskettestation ................. 39 Display ............................ 33 Displayfuncties ................. 33 Driver-ondersteuning ........ 72 DVD-formaten .................. 45 DVD-Video ....................... 45 E Eerste Hulp ...................... 70 EINDE-toets ..................... 37 EMV ..................................5 Energiebeheer .................. 31 Externe Audioverbindingen 48 Externe monitor ............... 34
B F
Back-up .......................... 67 Beeldschermresolutie ........ 34 Bekabeling ........................ 7 Bestand en systeemveiligheid .......... 67 Beveiliging van gegevens .... 1 BIOS-setup uitvoeren ....... 66 BIOS-setupprogramma ..... 65
Floppy ............................. 39 Fout functioneren ....... 67, 70 Foutoplossing ................... 68 Funktielampen.................. 22 G Geheugenuitbreiding ......... 60 Geluidskaart..................... 48
C Calculeren ....................... 16 CardBus .......................... 55 COM1.............................. 57 CPU ................................ 15
H Hardcopy ......................... 36 Harddisk .......................... 41
INDEX
73
Harde schijf ..................... 41 HD................Zie Harde schijf Helpdesk ..................... iii, 72 herstellingen...................... 3 Het Geheugen .................. 15
N Netwerk Probleemoplossing in het netwerk..................... 53 Wat hebt u voor een netwerk nodig? .......... 51 Wat is een Netwerk? ...... 50 Netwerkgebruik ................ 50 Nummerblok .................... 37
I Infraroodinterface............. 59 Ingebruikneming .............. 23 Inhoud .............................. v Inleiding.......................... 13 Installatie van nieuwe software....................... 63 Internet .......................... 17 Invoer............................. 15 Invoermodus ................... 36
O Omgevingstemperatuur .......5 Onderhoud.........................8 Onderhoud van de display....9 Onderhoudprogramma´s ... 67 Opdeling van de Harde schijf .................. 41
K Kensington-Veiligheidsslot . 11 Keyboard......................... 35 Klantendienst................... 67 Klembord ........................ 36 Kooptoestand................... 69
P Passwoord terugzet diskettes ...................... 67 PC-Kaarten gebruiken ....... 55 PC-Kaartenaansluiting ....... 54 PCMCIA ........................... 54 Plaats van opstelling ...........5 POST............................... 71 PowerDVD ....................... 46 Printer ............................. 57 PS/2-interface .................. 57
L Laserstraling ...................... 4 Leveringsomvang ............. 14 Licentieovereenkomst ....... 24 M
R
Mappen ........................... 42 Modem............................ 48 Protocols ...................... 49 Modemaansluiting ............ 49 modemgebruik ................... 7 Montage, uitrusting ............ 3 Muis ............................... 38 Multimedia....................... 17
74
Reinigingsmiddelen .............8 Rollenanzeige ................... 22 S Scandisk.......................... 67 Seriële interface ............... 57 Serienummer .....................1
INDEX
Service Helpdesk ....................... iii Software ....................15, 64 Softwareinstallatie ............ 64 Standaardtoetsen ............. 35 Stroombron ..................... 27 Stroomvoorziening ........... 27 Energiebeheer............... 31 Weergavemodus ........... 32 Stroomvoorziening ....... 6, 27 Accuwerking ................. 28 Stroombron .................. 27 Suspend to Disk ................ 32 Systeemherstelling ........... 68 Systeemprestatie ............. 67
U Universal Serial Bus .......... 57 USB ................................ 57 V Veiligheid...........................2 Veiligheid Gebruik van een veiligheidsslot ............ 11 Inrichten van een paswoord................... 11 Veiligheid en ondehoud .......1 Veiligheidsslot .................. 11 Veiligheidsvoorschriften .......1 Accuwerking ...................7 Bekabeling......................7 Veiligheidsvoorschriften Aansluiten ......................6 Modem ...........................7 Stroomvoorziening...........6 Veiligheidsvoorziening ....... 11
T Tekenen en ontwerpen...... 17 Teksten verwerken ........... 16 Testen van de acculading .. 30 Tips vooer het Touchpad ....................... 7 Toebehoren ..................... 14 Toegrijp LED .................... 22 Toetsenbord .................... 35 Toetsenbord Invoermodus ................ 36 Toetsenbordbediening ....... 35 Touchpad ........................ 38 Transport .......................... 9
W Wat is DVD?..................... 44 Weergavemodus ............... 32
INDEX
75
Voor Uw notities:
76
INDEX