Handleiding TIG 220 AC/DC TIG 300 AC/DC
Inhoudsopgave 1. 2. 3.
4.
5. 6. 7.
8.
9. 10. 11. 12. 13. 14.
Blz.
Veiligheidsinstructies Technische gegevens Lasmachine TIG 220 AC/DC, 300 AC/DC 3.1. Toepassingsgebied 3.2. Transport Ingebruikname 4.1. Locatie TIG machine 4.2. Plaatsen / installeren 4.3. Aggregaat 4.4. Verlengkabels 4.5. Opstart cyclus Bedieningspaneel en aansluitingen Bedieningselementen Standaard mode TIG lassen 7.1. Het lasproces 7.2. Toepassingen 7.3. Installatie TIG machine 7.4. Lasnaad voorbereiding 7.5. Stroomsterkte 7.6. TIG mode (Standaard mode) 7.6.1. Instellingen TIG lassen 7.6.2. Toepassingen voor het TIG lassen 7.7. Bediening TIG mode (standaard mode) 7.7.1. Gelijkstroom (DC) TIG lassen 7.7.2. Wisselstroom (AC) TIG lassen Elektrode mode 8.1. Proces 8.2. Installatie elektrode lassen 8.3. Bediening 8.3.1. Display elektrode lassen 8.3.2. Bediening elektrode mode 8.4. Elektrode lassen TIG Expert mode 9.1. TIG menu Expert mode Set up Menu Parameter instelbereik Storingen en foutmeldingen Onderhoud CE Conformiteitverklaring
3 5 6 6 6 7 7 7 7 7 7 9 12 15 15 15 15 16 16 16 16 17 18 18 19 21 21 21 21 21 22 23 24 25 30 32 34 36 37
TICO behoud zich het recht om de specificaties te veranderen, zonder kennisgeving vooraf. Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken, installeren of er onderhoud aan gaat plegen, eerst de handleiding goed door.
2
1. Veiligheidsinstructies Lasprocessen kunnen gevaarlijk zijn als er niet volgens de veiligheidsvoorschriften en instructies gewerkt wordt. Hieronder volgen de hoofdzakelijke veiligheidsmaatregelen. Algemeen Deze handleiding bevat alle nodige instructies voor: de installatie van de apparatuur de bedieningsprocedure en het onderhoud van de apparatuur Omgeving Er dient gelast te worden in een afgeschermde ruimte die niet open is naar een andere ruimte, dit teneinde andere werknemers te beschermen tegen de straling en gassen die bij het lassen vrijkomen. Als een dergelijke ruimte niet beschikbaar is moet de werkplek/lasplaats afgeschermd worden door een lasscherm. Er behoort een geschikte afzuiging aanwezig te zijn.Dit kan door middel van een mobiele afzuiger of door middel van een ingebouwd systeem in de werkbank. Tevens dient er een goede luchtcirculatie te zijn. Symptomen als zere ogen, neus of keel kunnen worden veroorzaakt door een niet adequate afzuiging en/of ventilatie. Het werk dient direct te worden gestopt en alle nodige stappen moeten worden ondernomen om een adequate afzuiging en/of ventilatie te verkrijgen. Beschermingvoorschriften De gebruiker behoort een niet-brandbare lashelm te dragen die bescherming biedt aan de nek, het gezicht en de zijkanten van het hoofd. De lashelm behoort te zijn uitgevoerd met lasglas wat geschikt is voor het toegepaste lasproces en de gebruikte lasstroom. Wanneer er gewerkt wordt met gecoate platen waar bij verhitting giftige gassen vrijkomen, dient er gebruik gemaakt te worden van een geschikte adembescherming. De gebruiker behoort niet-brandbare, goed passende beschermingskleding te dragen, zonder zakken en omgeslagen delen. Olie en vet dienen zorgvuldig te worden verwijderd van alle kleding voor het dragen. Tevens dient de gebruiker gesloten werkschoenen te dragen die voorzien zijn van een stalen neus en een rubberen zool. Lasprocessen dienen te worden uitgevoerd op metaal wat grondig is vrijgemaakt van lagen roest of verf, dit ter voorkoming van het ontstaan van schadelijke gassen. De delen die zijn ontvet met behulp van een oplosmiddel behoren droog te zijn voor het lassen. Schokpreventie Lees voor het aansluiten van de netspanning eerst de volgende instructies: Zorg ervoor dat de machine juist is afgezekerd. Zekeringwaarden staan vermeld in de technische gegevens. De TIG machine mag alleen aan een voorschriftmatig geaarde wandcontactdoos aangesloten worden. Wanneer er gewerkt wordt in een kleine ruimte, moet TIG machine buiten de ruimte worden gehouden Gebruik geen beschadigde las en/of voedingskabel. In de technische gegevens vindt u de draaddiameter van zowel de laskabel als de voedingskabel. Pas op voor het aanraken van hete werkstukken of machinedelen. Wikkel nooit laskabels om het lichaam. Brandpreventie De werkplek moet voldoen aan de veiligheidseisen. Dit houdt in dat er een brandblusser in de nabije omgeving aanwezig moet zijn en dat de muren, het plafond en de vloer brandwerend moeten zijn. Alle brandbare stoffen moeten van de werkplek verwijderd worden. Als dit niet mogelijk is, dan moeten de brandbare stoffen met behulp van een brandwerend materiaal worden afgeschermd. Controleer na het beëindigen van uw werkzaamheden of de werkplek vrij is van gloeiende en/of smeulende materialen. Beschermgas Gebruik voor het gewenste lasproces het juiste beschermgas. Plaats het gas cilinder in een veilige omgeving en vergrendel deze. Zorg ervoor dat de cilinder uit de buurt blijft van hittebronnen. Controleer of het reduceerwiel welke op het gas cilinder gemonteerd wordt goed functioneert.
3
Storingen elektronische apparaten Waarschuwing: Magnetische velden kunnen het functioneren van elektronische apparatuur beïnvloeden (bijvoorbeeld pacemakers). Personen die een pacemaker bij zich dragen, worden aanbevolen hun arts te raadplegen of zij zich in de omgeving van las-, snij-, guts werkzaamheden bevinden mogen. Locatie Omgevingstemperatuur: 1. Tijdens het lassen –10°C tot +40°C; 2. Na transport opslag bij –25°C tot +55°C Relatieve luchtvochtigheidsgraad: 1. tot 50% bij 40°C; 2. tot 90% bij 20°C; Omgeving vrij van, andere dan door de las proces zelf geproduceert, abnormaal hoge doseringen van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties etc. Zorg ten alle tijden voor een adequate luchtcirculatie. Houdt de lucht toe en afvoer roosters vrij. Maximale hoogte boven NAP tot 1000 meter. Unit beschrijving De TICO TIG machines voldoen aan alle gestelde eisen van de moderne industrie met betrekking tot lage kosten, betrouwbaarheid, duurzaamheid en laskwaliteit. Veiligheid De TIG inverters zijn gebouwd volgens de volgende normen: ISO/IEC/EN 60 974-1 en conform CE richtlijnen. Het systeem bevat onder andere de volgende veiligheidsvoorzieningen: Beschermingsgraad IP 23, wat inhoud: Beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen met een minimale diameter van Ø 12mm; Beschermd tegen het inregenen van water tot onder een hoek van 60° De apparatuur is gemarkeerd met het symbool S, wat betekent dat het apparaat bruikbaar is in een omgeving waar een verhoogd risico is met betrekking tot het verkrijgen van een elektrische schok. Beschermd tegen thermische overbelasting. Indicatie lamp: o Systeem fout o Thermische overbelasting o Actieve functie
4
2. Technische gegevens TIG Inverter Primair 1 fase aansluitspanning 3 fase aansluitspanning Frequentie Nom. Vermogen Elektrode (S1) Zekeringwaarden (traag) Cos φ bij I max. TIG Lassen Open klemspanning (U0) Lasspanning TIG Lasstroom TIG 35% ID (10 min.) 40°C 50% ID (10 min.) 40°C 60% ID (10 min.) 40°C 100% ID (10 min.) 40°C Primaire stroom nominaal Primaire stroom maximaal Nom. vermogen TIG (S1) Elektrode Lassen Open klemspanning (U0) Lasspanning Elektrode Lasstroom Elektrode 40% ID (10 min.) 40°C 60% ID (10 min.) 40°C 100% ID (10 min.) 40°C Primaire stroom nominaal Primaire stroom maximaal Nom. vermogen Elektrode (S1) Algemeen Isolatieklasse Beschermingsgraad Kuhlart Gewicht ca. Afmetingen: Lengte Breedte Hoogte
TIG 220 AC/DC
TIG 300 AC/DC
230 50/60 4,9 5,7 16 0.95
400 50/60 13,5 14,6 20 0.95
[V] [V] [A] [A] [A] [A] [A] [A] [A] [kVA]
85 10 - 18 3 - 220 220 160 130 14 26 2,8
70 10 - 22 5 - 300 300 280 250 15 19 10,4
[V] [V] [A] [A] [A] [A] [A] [A] [kVA]
1,5 - 3,25 mm 75(met OVCR<24V) 20 - 27 5 - 180 180 160 130 16 26 3,7
1,5 - 4 mm 70 20 - 32 5 - 300 300 270 230 19 25 13,1
H IP 23 AF
H IP 23 AF
480 200 465
600 300 575
[V] [V] [Hz] [kVA] [A]
[kg] [mm] [mm] [mm]
5
3. Lasmachine TIG 220 AC/DC, 300 AC/DC De met inverter technologie uitgevoerde lasmachines TIG 220 AC/DC, 300 AC/DC zijn te gebruiken voor het TIG en Elektrode lassen met zowel gelijk als wisselstroom. De machines zijn bijzonder geschikt voor montage werkzaamheden. Zeer mobiel door het geringe eigengewicht en door de compacte uitvoering nemen de machines weinig ruimte in. Extra voordeel van de TIG 220 AC/DC is de 230V ingangsspanning.
3.1 Toepassingsgebied Deze lasmachines zijn geschikt voor: Elektroden lassen TIG lassen met beschermgas
3.2 Transport Voor het transporteren van de machine eerst de gasslangverbinding tussen machine en gasfles verwijderen. De gasfles tijdens het transport niet aan de lasmachine bevestigen. Aan de lasmachine zit geen gasfleshouder om de gasfles aan te bevestigen. Pas op: Kans op letsel door omvallen gasfles. Bevestig de gasfles volgens richtlijn VBG 1 hoofdstuk 2. Explosiegevaar!!
6
4. Ingebruikname 4.1 Locatie TIG machine Plaats de TIG machine in een droge omgeving. De lasmachine is bruikbaar in een omgeving waar een verhoogd risico is met betrekking tot het verkrijgen van een elektrische schok. Bij regen nooit in de open lucht lassen. Let op! Voor u een standplaats kiest controleer eerst of de omgeving elektromagnetisch verdraagzaam (EMC) is. Treden er storingen op, dan moet u deze eerst verhelpen. Werkplek lasser: Gevaar op letsel door elektrisch geleidende onderdelen. Bescherming op de werkplek tegen een elektrische schok: de bodem bedekken met een isolerend materiaal.
4.2 Plaatsen/installeren Bij het installeren van de machine dient op het volgende gelet te worden: Plaats de machine op een stabiele, vlakke en droge ondergrond, die geen stof of andere verontreiniging in de stroming van de koellucht brengt. Zorg ervoor dat de machine niet gericht staat in de richting van slijpmachines. Een ventilator verzorgd de koeling van de elektronische vermogens onderdelen. Zorg voor een onbelemmerde luchtcirculatie en let erop dat zowel aan de voor- als achterkant minstens 80 cm vrij is.
Omgevingstemperatuur: tijdens het lassen –10°C tot +40°C; Relatieve luchtvochtigheidsgraad: tot 50% bij 40°C; tot 90% bij 20°C; Omgeving vrij van, andere dan door de las proces zelf geproduceerd, abnormaal hoge doseringen van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties.
4.3 Aggregaat Bij gebruik van een aggregaat: Het vermogen van het aggregaat moet minimaal 10% groter zijn dan het maximale vermogen van de machine De openklem spanning moet gestabiliseerd zijn, dit om schade aan de machine door spanningspieken te voorkomen. Inschakelen: Schakel eerst het aggregaat aan en daarna pas de lasmachine. Uitschakelen: Schakel eerst de lasmachine uit en daarna pas het aggregaat. Als bovenstaande volgorde niet word gevolgd bestaat de kans dat spanningspieken de lasmachine beschadigen.
4.4 Verlengkabels Bij gebruik van verlengkabel: 2 Gebruik alleen kabels met een minimale diameter van 2.5mm . Rol de kabelhaspel volledig af. Controleer de kabel op beschadigingen.
4.5 Opstart cyclus Na het inschakelen doorloopt de machine eerst een opstart cyclus. Tijdens deze cyclus krijgt u informatie over de ingestelde lasinstellingen en software en display versie. Startcyclus:
7
Hoofdschakelaar in positie 1 zetten De sofware word geladen. Het display geeft de volgende informatie: o Display versie o Software versie o Laatste gebruikte lasinstellingen Tijdens de start cyclus kunt u geen instellingen veranderen.
Fabrieksinstelling: na levering staat u machine op ”Standaard mode”ingesteld. In de standaard mode zijn alle noodzakelijke functies beschikbaar. Mocht u meer functies nodig hebben dan kunt u de machine afstellen op “Expert mode”. Het omzetten naar “Expert mode”staat in hoofdstuk 11 beschreven. Speciale functies: Reset: terugzetten op (fabriek) “Standaard mode” o I1 en Iend gelijktijdig indrukken. o In display verschijnt de vraag of reset uitgevoerd moet worden. o Met F4 bevestigen, machine wordt teruggezet naar de standaard mode of F2, terugkeer naar laatste Menu. Kleurinstelling Display: o Set up Menu kiezen o Tiptoets I1, indrukken o Display kleur veranderen
Actuele Lasparameter in sneldoorloop menu weergeven o Tiptoets I1 en I2 gelijktijdig voor 2 sec. indrukken
Inschakelduur ID De inschakelduur word volgens EN 60974-1 / VDE 0544 bepaald op een 10min. arbeidscyclus. Dit betekent bij bijvoorbeeld een 60% ID: Na 6 minuten lassen moet er een afkoel periode volgen van 4 minuten. De vermogensonderdelen zijn door middel van thermostaten, welke automatische teruginschakelen, beschermd tegen overbelasting. Deze waarde gelden bij een omgevingstemperatuur tot 40°C en een werklocatie tot een hoogt van 1000 meter boven NAP. Hogere temperaturen, montage van bescherming/stof filter en locaties boven de maximale hoogte verlagen de inschakelduur.
8
5. Bedieningspaneel en aansluitingen 1
2
3
4
5
14
1
2
3
4 6
13
7 12
8
11
9
10
Positie 1 2 3
Benaming Menu Drukknop Multifunctioneel display Instel potentiometer
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Status aanduiding Functie drukknoppen 1 t/m 4 Down slope tdown Na stroom Iend Gas test, gas nastroom tijd tgas Stroom I2 Stroom I1 Gas voorstroom tijd tgas Startstroom Istart Up slope tijd tup Pulstijd t1 en t2
Omschrijving Drukknop voor menu functies (alleen in instelling “Expert”) Parameter aanduiding/weergave Eindloos draaibare potentiometer voor het instellen van gekozen parameter Bedrijfstatus en waarschuwingssignalen Functie drukknoppen voor mode – en menu functies Parameter drukknop down slope tijd Parameter drukknop nastroom Parameter drukknop gas test en gas nastroom tijd Parameter drukknop tweede lasstroom Parameter drukknop hoofdstroom Gas voorstroom tijd Start stroom Stijgtijd van startstroom tot lasstroom Tijden voor lasstroom I1 en lasstroom I2
9
4a 4b 4c 4d
Positie 4a 4b 4c 4d
Benaming Status aanduiding machine Status netspanning Signaallamp thermische overbelasting Signaallamp storing
Positie 15 16 17
Benaming Connector Connector Negatieve koppeling
18
Positieve koppeling
Omschrijving Geeft aan dat er spanning op de uitgangsklemmen staat Geeft aan dat de machine ingeschakeld is Thermische overbelast Machine storing
15
16
18
17
Omschrijving Afstandsbediening Toortsbediening TCG aansluitkoppeling: gecombineerde aansluiting voor TIG lasstroom en beschermgas / massakabel - elektrodehouder Massakabel / Elektrodehouder
10
19
24
20 21
23
22
Positie 19 20 21 22 23 24
Benaming Tekstvlak Parameter Rechter symbool display veld Pictogram veld display AC Balans Linker symbool display veld
Omschrijving Beschrijving van gekozen parameter Waarde van de gekozen parameter Toont keuze menu- / mode functies Instelling van AC Balans waarde
11
6. Bedieningselementen Standaard mode Hieronder een toelichting van de functies en de pictogrammen welke verschijnen in het display bij een machine in standaard mode. Bediening drukknoppen
1
2
3
4
Functie drukknoppen F1, F2, F3, F4 zijn voor: Instellen van de mode, door het meermaals indrukken van de drukknoppen. In het display word d.m.v. pictogrammen de mode/functie weergegeven. Instellen parameter. Parameterwaarde van in het display weergegeven pictogram kan worden gewijzigd d.m.v. verdraaien Instelpotentiometer.
Menu drukknop (in Standaard mode geblokkeerd) Drukknop voor het instellen van de menu functies
Instelpotentiometer Eindloos draaibare potentiometer voor het instellen van gekozen parameter
Parameter drukknop voor het instellen van de hoofdstroom I1. In de drukknop is een LED geïntegreerd. Deze drukknop LED brand: o Tijdens het instellen van de lasstroom o Gedurende het lasproces als lasstroom I1 actief is Als de hoofdstroom I1 word ingesteld, verandert in procentuele verhouding ook gelijktijdig lasstroom I2.
Parameter drukknop voor het instellen van de lasstroom I2. In de drukknop is een LED geïntegreerd. Deze drukknop LED brand: o Tijdens het instellen van de lasstroom o Gedurende het lasproces als lasstroom I2 actief is Als de tweede lasstroom I2 word ingesteld, heeft dit geen invloed op de hoofdstroom I1. Lasstroom I2 is alleen te gebruiken bij: o Langzaam pulsen o Snel pulsen o 4-Takt met stroom I2
Parameter drukknop voor het instellen van de down slope tijd. In de drukknop is een LED geïntegreerd. Ingestelde tijd waarin de lasstroom I1 zal terug lopen tot het bereiken van de eindstroom Ieind. Lasproces met twee lasstromen I1 en I2: o Beide lasstromen naderen na ingesteld tijd eindstroom Ieind. Deze functie is te gebruiken bij: o Puls mode o Takt mode Parameter drukknop voor het instellen van de Eindstroom Ieind. In de drukknop is een LED geïntegreerd.
12
Parameter drukknop “Gas test”. In de drukknop is een LED geïntegreerd. Gas nastroom tijd instelling: Drukknop 1x indrukken: o Drukknop LED gaat banden, o Gas nastroom tijd is instelbaar m.b.v. Instelpotentiometer Gas Test functie activeren: Drukknop 2x indrukken: o Drukknop LED gaat banden, o Gasventiel opent, o Timer telt af, o Gas ventiel wordt automatisch gesloten bij bereiken “0” o Handmatig sluiten d.m.v. indrukken drukknop. Na het beëindigen van de gas test: o Drukknop LED brand continue o Gas nastroom tijd is instelbaar m.b.v. Instelpotentiometer (zoals na 1x indrukken drukknoop) Signalen Functie Gas na stroom Na het beëindigen van het lasproces: o knippert de LED van de drukknop, o gevolgd door een vooraf ingestelde tijd gas nastroom.
Automatisch doorspoelen van het slangenpakket gebeurt: o bij het omschakelen van Elektrode mode naar TIG mode, wanneer elektrode gelast werden o bij het starten van de machine in TIG mode
LED signaleringen Lasmachine status indicatie LED brand: o op laskabel koppelingen staat uitgangsspanning. Netspanning Status indicatie: LED brand wanneer: o Lasmachine d.m.v. aanvoersnoer op netspanning is aangesloten en de hoofd schakelaar ingeschakeld is. Waarschuwingssignaallamp thermische overbelasting vermogensdelen machine. LED Knippert: Nog 5°C totdat bedrijfstemperatuur van de machine de thermische overbelasting temperatuur bereikt. LET OP: dit betekent dat op zeer kor termijn de machine het lasproces automatisch onderbreekt. LED brand continue: Overbelastingstemperatuur is bereikt. Gevolgen voor Lasproces: o Geen lasproces mogelijk totdat de machine is afgekoeld tot bedrijfstemperatuur. Tijdens het TIG lasproces: o In 2 Takt en 4 Takt mode zal de lasstroom I1 eerst worden verlaagd tot de eindstroom Ieind. o Het lasproces word onderbroken nadat de eindstroom Ieind bereikt is. o Bij voetbediening en robottoepassing zal de lasstroom zonder down slope tijd beëindigt worden.
13
Foutmelding: Word een van de volgende bedieningselementen ingedrukt Toortsschakelaar, voetschakelaar dan zal in het display de foutmelding verschijnen “ TOETS LOSLATEN” Tijdens het elektrode lassen: o Het lasproces zal onmiddellijk beëindigt. o
Storingssignalering LED brand bij storing: Voor het lasproces: o Geen lasproces mogelijk Tijdens TIG / Elektroden lasproces: o Lasproces word onmiddellijk beëindigt. Storingssignaal en de volgende foutmelding in display: “TOETS loslaten” een van de volgende bedieningselementen zijn ingeschakeld: o Toortsschakelaar, voetpedaal, stuurcontact “Geen waterdruk” alleen als er een waterkoel unit is aangesloten
Symbool aanduidingen Hold symbool na het beëindigen van het lasproces. Hold symbool: de laatste ingestelde/gelaste lasparameter word weergegeven. De opgeslagen waarde is vluchtig: o na een onderbreking word het lasproces met deze parameter voortgezet. o Ieder parameter wijziging wist de vorige parameter instelling o Herstellen van de gewiste parameter is niet mogelijk. TIG lasparameter o De laatst gebruikte parameter voordat de down slope tijd begint wordt weergegeven. Elektrode lasparameter o Weergegeven parameter is de parameter van 4 meet cyclussen voordat het lassen werd onderbrokken. AC Balans (TIG mode functie “AC Balans Amplitude”) Verschijnt alleen in het display als AC mode is geactiveerd De horizontale balk geeft het procentuele aandeel van de positieve signaal gedurende volledige periodeduur weer. Indicator in het midden o Periodeduur positieve en negatieve deel van het signaal zijn gelijk. Indicator in de bovenste helft o Positieve deel van het signaal is groter dan het negatieve deel Indicator in de onderste helft o Negatieve deel van het signaal is groter dan het positieve deel Een pixel verschuiving horizontaal is gelijk aan een verandering van 3%
14
7. TIG lassen 7.1 Het lasproces TIG staat voor Thungsten Inert Gas. Een lichtboog Tussen een niet afsmeltende elektrode van wolfram of wolfram + legering en het werkstuk word onder bescherming van een beschermgas een lichtboog ontstoken. De beschermgas zorgt ervoor dat de elektrode en het smeltbad beschermt worden tegen de corrosieve werking van zuurstof. Als beschermgas word Argon, soms Helium of een mengsel van beide gassen gebruikt. Eventueel benodigd toevoegmateriaal wordt onafhankelijk van de boog aan het lasbad toegevoegd. Dit kan zowel handmatig als machinaal.
7.2 Toepassingen Het TIG lassen wordt in alle sectoren in de industrie toegepast en is in het bijzonder geschikt voor hoogwaardige lasverbindingen. Bij het handmatig lassen is de kleine boog ideaal voor het lassen van kleinere wanddiktes of voor een goede beheersing van de inbranding (bij het lassen van grondlagen bij bijvoorbeeld pijpverbindingen). Door de goede beheersbaarheid van het proces wordt TIG lassen ook bij gemechaniseerd lassen toegepast, zonder of met toevoegdraad. Dergelijke systemen vereisen minder lashandvaardigheid, maar de operator moet wel goed getraind worden. Omdat de lasser minder controle heeft over de boog en het gedrag van het smeltbad, moet de lasnaad zorgvuldig worden voorbewerkt (bij voorkeur machinaal in plaats van handmatig), de naad moet nauwkeurig worden gesteld en de lasparameters moeten precies worden ingesteld Omdat de neersmelt gering is (bij het gebruik van lasstaven) wordt aan het booglassen met beklede elektroden of het MIG lassen de voorkeur gegeven voor dikkere materialen en vullagen bij het lassen van dikwandige pijp.
7.3 Installatie TIG machine Netstekker Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in positie “0” staat Netstekker in wandcontactdoos steken. o Let op, controleer of u elektrische installatie voldoet aan de eisen en of de systeem eisen van de las machine overeenkomen. Gegevens machine staan vermeld op Technische gegevens plaatje. Bij gebruik van verlengkabel: Gebruik alleen kabels met een minimale diameter van 2.5mm2. Rol de kabelhaspel volledig af. Controleer de kabel op beschadigingen. Slangenpakket Gecombineerde gas stroom koppeling (TCG koppeling) in negatieve koppel (17) van de machine steken. Koppeling vergrendelen door deze een halve slag te draaien Steek de stuurstroom aansluiting in 5 pins connector, vergrendelen d.m.v. halve slag draaien. Lastoorts met 2 toortsschakelaars of potmeterregeling niet in combinatie met: Afstandsbediening, Voetpedaal regeling gebruiken Massakabel Laskabel koppeling in de plus pool (18) van de machine stekken. Vergrendelen d.m.v. halve slag draaien. Werkstukklem aan werkstuk bevestigen. Let op, dat de aansluiting van de massakabel op het werkstuk vrij is van lak en vet. Zonder een goede verbinding tussen machine en werkstuk is het niet mogelijk om te lassen.
15
Beschermgasfles aansluiten Beschermgasflessen staan onder een hoge druk. Bescherm de fles altijd tegen: Mechanische beschadigen. Vallen Hitte en vorst De beschermgasfles bij opslag of tijdens lasproces: Alleen in gekeurde stellingen plaatsen Altijd de gasfles bij plaatsen in houder met bevestiging ketting borgen Let op explosiegevaar !!
Afdekkap van gasfles schroeven (mits noodzakelijk) Gasflesventiel kort open en dicht draaien o De gasaansluiting is nu van vuil en stof gereinigd! Aansluiting van reduceerventiel controleren.
Is de afdichtring van het reduceerventiel: defect, versleten niet aanwezig dan moet u eerst een nieuwe afdichtring plaatsen. Een lekkende aansluiting is niet economisch en belastend voor het milieu
Schroef het reduceerventiel op de gasfles.
7.4 Lasnaad voorbereiding Bij het TIG lassen moet de lasnaad en het omringende materiaal droog, vrij van vet en of andere vuil zijn. De te gebruiken lasnaad hangt af van het soort en dikte van het materiaal.
7.5 Stroomsterkte Bij het TIG lassen is het instellen van de optimale lasstroom uitmate belangrijk. De punt van de wolframelektrode moet namelijk gelijkmatig belast worden. Bij een te lage stroomsterkte kan de lichtboog zich niet rond elektrode punt vormen. Lichtboog flakkert over de elektrodepunt, is niet stabiel en bemoeilijkt de voortgang van het proces. Bij overbelasting smelt de elektrode, zodat overdracht van wolfram naar het lasbad plaatsvindt. Wolframinsluiting is een lasfout en zal hersteld moeten worden.
7.6 TIG mode (Standaard mode) In het volgende deel leren wij u de bedieningen van de TIG machine in standaard mode. Hierna kunt u de machine als TIG machine gebruiken en machine instellingen doorvoeren.
7.6.1 Instellingen TIG lassen Lasstroom instellen Voor het starten van het lasproces . Gewenste lasstroom d.m.v. instelpotentiometer (3) instellen. o Instelbereik 100%. In display wordt ampère aangegeven. Tijdens het TIG lasproces U heeft verschillende mogelijkheden om de lasstroom in te stellen: Met de instelpotentiometer M.b.v. een afstandsbediening o Lastoorts potentiemeter o Handafstandsbediening o Voetafstandsbediening De met de instelpotentiometer (3) word de eindwaarde ingestelde. De lastoorts potmeter kan de lasstroom regelen van minimaal tot met ingestelde eindwaarde. Tijdens het lasproces geeft de display de met de afstandsbediening ingestelde lasstroom aan.
16
Lasstroom kan bij een afstandsbediening geregeld worden tussen 0% - 100% van de met de instelpotentiometer ingestelde eindwaarde. In het display word de waarde in ampère aangegeven. Voorbeeld: Tijdens het lasproces: Lasstroom me instelpotentiometer instellen: o Display geeft 100A aan Veranderen van de lasstroom d.m.v. een afstandsbediening (naar 60A): o Display geeft 60A aan. o Lastroom Toortselektrode 60A. Na het lasproces: Display geeft weer 100A aan (de met de instelpotentiometer ingestelde waarde) De met de afstandsbediening ingestelde lasstroom word na het onderbreken van de stroomkring niet meer weergegeven. Na het lasproces: Word de met afstandsbediening ingestelde lasstroom niet meer in het display weergegeven. Het display toon de met de instelpotentiometer ingestelde waarde. De aangegeven lasstroom is niet de waarde van de laatst gelaste stroom, dit omdat de stroom d.m.v. een afstandsbediening ingesteld werd. Lasstroom bij een onderbreking Onderbreking < 5 s: o De laatst ingestelde stroom (d.m.v. instelpotentiometer of afstandsbediening) word weer gebruikt. Onderbreking > 5 s: o De lasstroom wordt weer op de met de instelpotentiometer ingestelde waarde teruggezet.
7.6.2 Toepassingen voor het TIG lassen 2 Takt Mode 2 Takt instellen m.b.v. F1 Toortsschakelaar indrukken en vasthouden: Ontsteken van de vlamboog Lasproces wordt gestart met lasstroom I1. Toortsschakelaar loslaten, Down slope tijd drukknop LED brand, (I1 drukknop LED gaat uit) Nadat down slope tijd is verstreken dooft de down slope tijd LED Lasproces is beëindigt Gas test drukknop gaat branden Gas nastroom tijd is geactiveerd Gas test LED gaat uit, de gas nastroom tijd is verstreken. Let op: gedurende het beëindigen van het 2 Takt lasproces is de eindstroom Ieind niet actief. 4 Takt Bij het indrukken van de toortsschakelaar word het lasproces gestart met startstroom Istart . Na het loslaten van de toortsschakelaar loopt de stroom met de ingestelde up slope tijd op van de startstroom Istart tot de ingestelde waarde van de lasstroom I1. Stoppen lasproces. Na het indrukken van de toortsschakelaar begint de down slope tijd. De lasstroom zal terug lopen tot de eindstroom Ieind. Toortsschakelaar loslaten, de vlamboog dooft en er zal nagas stromen gedurende een vooraf ingestelde tijd. 4 Takt met een tweede lasstroom I2 Bij dit lasproces kunt u 2 lasstromen instellen, namelijk I1 en I2 Functioneert hetzelfde als 4 Takt, behalve dat bij Kort indrukken van de toortsschakelaar (korter dan 5 seconden): De lasstroom wisselt naar waarde I2
17
Nogmaals kort indrukken toortsschakelaar en de lasstroom keert weer terug naar waarde I1
Langer indrukken toortsschakelaar (langer dan 5seconden): De lasstroom zal gedurende down slope tijd terug lopen tot de eindstroom Ieind, gevolgd door gas nastroom.
Handmatig Pulsen 4 Takt met tweede lasstroom I2, Lastoorts met 1 toortsschakelaar (TS) TS indrukken en loslaten: o Vlamboog ontsteekt o Lasproces word gestart met lasstroom I1 o I1 drukknop LED brand. TS indrukken en loslaten < 5 s: o Lasstroom I2 word actief o I1 drukknop LED dooft (I2 drukknop LED gaat branden). TS indrukken en ingedrukt houden > 5 s: o Down slope tijd drukknop LED gaat branden, (I1 drukknop LED gaat uit) o Nadat down slope tijd is verstreken dooft de down slope tijd LED o Eind stroom drukknop LED Ieind gaat branden en eindstroom is actief TS loslaten: o Eind stroom drukknop LED Ieind gaat uit, o Lasproces wordt beëindigt, o Gas test drukknop gaat branden o Gas nastroom tijd is geactiveerd o Gas test LED gaat uit, de gas nastroom tijd is verstreken. 4 Takt met tweede lasstroom I2, Lastoorts met 2 toortsschakelaar (TS) TS 1 indrukken en loslaten: o Vlamboog ontsteekt o Lasproces word gestart met lasstroom I1 o I1 drukknop LED brand. TS 2 indrukken en vasthouden: o Lasstroom I2 word actief o I1 drukknop LED dooft (I2 drukknop LED gaat branden). TS 2 loslaten: o Lasstroom I1 word actief o I1 drukknop LED gaat branden (I2 drukknop LED dooft). TS 1 indrukken en vasthouden: o Down slope tijd drukknop LED gaat branden, (I1 drukknop LED gaat uit) o Nadat down slope tijd is verstreken dooft de down slope tijd LED o Eind stroom drukknop LED Ieind gaat branden en eindstroom is actief TS 1 loslaten: o Eind stroom drukknop LED Ieind gaat uit, o Lasproces wordt beëindigt, o Gas test drukknop gaat branden o Gas nastroom tijd is geactiveerd o Gas test LED gaat uit, de gas nastroom tijd is verstreken.
7.7 Bediening TIG mode (standaarde mode) 7.7.1 Gelijkstroom (DC) TIG lassen Met TIG lassen worden hoofdzakelijk hoog gelegeerde staal soorten gelast. Normaal gesproken worden staal en koper met gelijkstroom (DC) gelast. Om een te hoge belasting van de elektrode te voorkomen wordt de TIG toorts aan de min pool (17) en het werkstukkabel aan de plus pool van de machine aangesloten. Bij het lassen met gelijkstroom wordt de punt van de elektrode in een punt geslepen van 15 – 25 °.
18
1
2
3
4
Overzicht DC TIG mode
7.7.2 Wisselstroom (AC) TIG lassen Met wisselstroom worden aluminium, magnesium en legeringen hiervan gelast. De thermische belasting van de wolfram elektrode is met wisselstroom TIG lassen aanzienlijk groter. Gedurende de min cyclus vind er warmte overdracht naar het werkstuk plaats, elektrode wordt nauwelijks verwarmt. Tijdens de plus periode van het signaal (Elektrode op pluspool) word het werkstuk, wat zich binnen de lichtboog gebied bevindt, gereinigd van de oxidehuid. Bij een goede verhouding tussen de lasstroom en de diameter van de elektrode zal zich aan de punt van de elektrode een kalotje vormen.
1
2
3
4
Overzicht AC TIG lassen TIG standaard mode Proces type instellen m.b.v. tiptoets F1:
1
1
2 Takt (zie ook hoofdstuk 4.7.2) Zolang de toortsschakelaar (TS) ingedrukt is, blijft het proces actief. Bij loslaten TS wordt het lasproces gestopt. Down slope start. Lasstroom loopt terug tot eind stroom gevolgd door nagas. 4 Takt (zie ook hoofdstuk 4.7.2) Door indrukken van TS word de lasstroom actief. Opnieuw indrukken en ingedrukt houden, Down slope start. Lasstroom loopt terug tot eind stroom. Loslaten TS boog dooft, gevolgd door nagas. 4 Takt met tweede lasstroom I2 (zie ook hoofdstuk 4.7.2) Handmatig pulsen tussen stroom I1 en I2.
19
1 Type ontsteking instellen m.b.v. tiptoets F2:
2
2
Hoogfrequent ontsteking: De vlamboog wordt ontstoken door middel van een hoogfrequent hoogspanning puls. Lift arc Alleen te gebruiken in DC TIG mode Functie verloop: o Wolfram elektrode op het werkstuk zetten o Toortsschakelaar indrukken en elektrode optillen van werkstuk, o Vlamboog ontsteekt automatisch bij het optillen van de elektrode Ontsteken gebeurt met een minimale stroom.
Lasstroom DC of AC instellen m.b.v. tiptoets F3: Gelijkstroom instelling
3 Wisselstroom instelling
3 (Alleen te gebruiken in DC TIG mode) AC Balans instellen m.b.v. tiptoets F4:
4
AC balans verhouding: Procentuele verhouding tussen positieve en negatieve gedeelte van het signaal. Periodetijd (frequentie) verandert hierdoor niet. In het display verschijnt het procentuele deel van het positieve gedeelte van het signaal. Het verschil t.o.v. 100% is het deel van het negatieve deel. o Aangegeven waarde 50%: Tijden van het positieve en negatieve zijn gelijk o Aangegeven waarde 90%: aandeel van het positieve gedeelte van het signaal is 90% (10% van het signaal is negatief)
Instellen stroomsterkte I1 en I2 d.m.v. tiptoets I1 en I2:
Knop I1 indrukken en met instelpotentiometer waarde van de stroom I1 instellen.
Knop I2 indrukken en met instelpotentiometer waarde van de stroom I2 instellen.
20
8 Elektrode lassen 8.1 Proces Door de goede las karakteristieke is deze machine uitermate geschikt voor het lassen van beklede elektrode. Bijna alle soorten materialen kunnen met elektrode gelast worden. Bij type lasproces word geen beschermgas gebruikt. De mantel van de elektrode zorgt voor de afscherming van vlamboog en lasbad.
8.2 Installatie elektrode lassen Netstekker Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in positie “0” staat Netstekker in wandcontactdoos steken. o Let op, controleer of u elektrische installatie voldoet aan de eisen en of de systeem eisen van de las machine overeenkomen. Gegevens machine staan vermeld op Technische gegevens plaatje. Bij gebruik van verlengkabel: Gebruik alleen kabels met een minimale diameter van 2.5mm2. Rol de kabelhaspel volledig af. Controleer de kabel op beschadigingen. Elektrodehouder Elektrodekabel koppeling op de min pool van de machine aansluiten. Borgen door een halve slag draaien. Polariteit elektrode: Dit is afhankelijk van het soort elektrode dat u gebruikt, raadpleeg technische data elektrode. Massakabel Laskabel koppeling in de plus pool (18) van de machine stekken. Vergrendelen d.m.v. halve slag draaien. Werkstukklem aan werkstuk bevestigen. Let op, dat de aansluiting van de massakabel op het werkstuk vrij is van lak en vet. Zonder een goede verbinding tussen machine en werkstuk is het niet mogelijk om te lassen.
8.3 Bediening In het volgende deel leren wij u de bedieningen van de machine in Elektrode mode. Hierna kunt u de machine als Elektrode machine gebruiken en machine instellingen doorvoeren.
8.3.1 Display elektrode lassen 1
1
2
3
2
3
4
4
Display weergaven voordat het lasproces gestart is. Instelmogelijkheden in tabel weergegeven.
21
8.3.2 Bediening elektrode mode Instellen elektrode mode door meermaals indrukken F1:
1
Elektrode lassen De stroom kring wordt getest bij: o Het inschakelen in Elektrode mode o Het omschakelen van TIG naar Elektrode mode Is de stroom kring gesloten, dan verschijnt de volgende waarschuwing in het display “Lasstroom” en
LED gaat branden.
Lasstroom en tijd parameter instellen door meermaals indrukken F2:
2 2
Lasstroom instellen met instelpotentiometer
Hot start stroom Om een zekere start te garanderen, kan er gedurende de ingestelde hot start tijd thot een hogere start stroom Ihot lopen.
2 Hot start tijd Tijd dat er een hoger start stroom vloeit.
2 Arc force Stroomverhoging wanneer de elektrode in het lasbad wordt gedouwd. De arc force voorkomt het vastkleven van elektrode in het lasbad. o Brand de elektrode alsnog vast, dan wordt de lasstroom automatisch gereduceerd. Dit om gloeien van de elektrode te voorkomen. Instel bereik: o Minimale arc force stroom waarde is gelijk aan lasstroom IEl o Maximale arc force stroom is 250% van stroom IEl. o Maximale arc force is afhankelijk van Machine versie begrensd. Polariteit van de las stroom door meermaals indrukken F3:
3
DC (gelijkstroom) mode
3
Omkeren polariteit van elektrode lasstroom Alleen instelbaar als er geen lasproces actief is
3
AC (wisselstroom) mode
Display instellingen door meermaals indrukken F4:
4
Enkelvoudig display Display geeft actuele waarde van lasstroom
22
4
Tweeledig display Display geeft volgen de waarde aan: o Eerste deel Lasstroom o Tweede deel Lasspanning
8.4 Elektrode lassen Lasstroom instellen Lasstroom met instelpotentiometer instellen. De in te stellen stroomwaarde is afhankelijk van: Dikte materiaal Lasnaad Legering Diameter laselektrode Beëindigen laswerkzaamheden Let op Controleer na het beëindigen van uw werkzaamheden of de werkplek vrij is van gloeiende en/of smeulende materialen.
23
9. TIG Expert mode Om meerder functie te kunnen gebruiken moet u de machine naar Expert mode omschakelen. Omschakelen naar Expert mode staat beschreven in hoofdstuk 7. In TIG expert mode heeft u de mogelijkheid om in 5 submenu’s u las instellingen te wijzigingen, om een optimale afstelling te verkrijgen. TIG menu kiezen: Menu toets indrukken Submenu “1”. Puls menu is actief Meermaals de menu toets indrukken tot het gewenste sub menu in het display verschijnt. U verlaat het TIG menu als u alle 5 submenu’s heeft doorgedrukt/doorlopen of door het indrukken van drukknop I1. De software schakelt naar de laatst gebruikte las mode terug.
1
2
3
4
1 Puls
2 Start
3 DC
3 AC
4 Job
5 Nadel
Overzicht TIG menu
Automatisch pulsen (alleen mogelijk in expert mode) Langzaam pulsen (mogelijk bij zowel AC als DC lassen) Met menu toets 1 puls menu kiezen:
24
o Met F1 langzaam pulsen kiezen o Met F2 tijd t1 kiezen, o Met instelpotentiometer tijd instellen (Tijdsaandeel Stroom I1) o Met F3 tijd t2 kiezen, o Met instelpotentiometer tijd instellen (Tijdsaandeel Stroom I2) Met F4 flank verloop instellen o Steile/vlakke flank TS indrukken en ingedrukt houden o Vlamboog ontsteekt o Lasproces wordt gestart o Lasstromen I1 en I2 wisselen volgens ingestelde tijd o Drukknop LED I1 en I2 knipperen afwisselend.
Snel pulsen (alleen in DC mode mogelijk) Met menu toets 1 puls menu kiezen: Met F1 snel pulsen kiezen Stroom I1 en I2 wisselen volgens ingestelde pulsfrequentie
9.1 TIG menu Expert mode 1.Puls menu (niet mogelijk bij 4 takt met I2 in standaard mode) Door meermaal F1 indrukken: Geen Puls
Langzaam pulsen,
In het linker display verschijnt het symbool Beide drukknop LED I1 en I2 knipperen afwisselend.
Vervolgens in te stellen: Flank verloop kiezen met F4 Zachte flank Harde flank Tijdsaandeel t1 van lasstroom I1 Tijd t1 met F2 kiezen en met instelpotentiometer instel len. Tijdsaandeel t2 van lasstroom I2 Tijd t2 met F3 kiezen en met instelpotentiometer instellen. Snel pulsen (alleen in DC mode mogelijk) Puls frequentie met instelpotentiometer instellen.
In display verschijnt symbool Beide drukknop LED I1 en I2 branden constant. Display geeft ingestelde pulsfrequentie aan. De lasstromen I1 en I2 wisselen met deze pulsfrequentie
Puntlas tijd Puntlas tijd met instelpotentiometer instellen.
In het display links verschijnt symbool Na verlopen van de puntlas tijd moet het lasproces opnieuw gestart
25
Tijdsaandeel van de lasstroom I1 met F2 kiezen:
Tijdsaandeel van de lasstroom I2 met F3 kiezen:
worden. Het lasproces is voor het verlopen van de puntlas tijd op ieder moment te beëindigen.
Tijdsaandeel van lasstroom I1 Tijd met instelpotentiometer instellen. In tijd t1 loopt er stroom I1 Alleen instelbaar bij langzaam pulsen.
Tijdsaandeel van lasstroom I2 Tijd met instelpotentiometer instellen. In tijd t2 loopt er stroom I2 Alleen instelbaar bij langzaam pulsen.
Flank verloop kiezen door meermaals op F4 te drukken: Zwakke flank Alleen mogelijk bij langzaam pulsen De omschakeling tussen pulsstromen I1 en I2 gaat geleidelijk. Hierdoor minder geluid bij langzaam pulsen. Harde flank Alleen mogelijk bij langzaam pulsen Plotselinge omschakeling tussen pulsstromen I1 en I2.
2.Start Menu Gas voorstroom tijd met F1 kiezen: Met instelpotentiometer de gas voorstroom tijd tgas instellen. Start stroom met F2 kiezen: Met instelpotentiometer de startstroom Istart instellen. Up slope tijd met F3 kiezen: Met instelpotentiometer de up slope tijd tup instellen. Up slope tijd : (ingestelde) tijd waarin de stroom van startstroom naar de hoofd lasstroom stijgt. Niet te gebruiken bij puls mode.
Display instellingen (toets F4):
Enkelvoudig display Puls mode niet actief: o Display geeft actuele waarde van lasstroom Puls mode actief: o Display geeft afwisselend I1 en I 2. Tweeledig display Puls mode niet actief: o Eerste deel Lasstroom en tweede deel Lasspanning.
26
Langzaam pulsen actief: o Eerste deel stroom I1 en tweede deel stroom I2. o Eerste deel tijd t1 en tweede deel tijd t2. Snel pulsen actief: o Eerste deel stroom I1 en tweede deel stroom I2.
3. DC Menu Ontsteek puls instellen kiezen d.m.v. F3: Positieve ontsteekpuls stroom Met de instelpotentiometer stroomsterkte instellen. Ontsteek puls tijd Met de instelpotentiometer de tijd instellen.
3. AC Menu AC frequentie kiezen: Met de instelpotentiometer de AC frequentie instellen. De AC frequentie heeft een grote invloed op de lasnaad en het geluid van de lichtboog. Bij stromen groter dan 100A is het aan te bevelen om een frequentie van 50Hz te gebruiken. Het lichtbooggeluid is dan het minst. Ac curve shape AC Lasboog varianten F2:
Squarevormig signaal
Sinusvormig signaal
Vlakke sinusvormig signaal
Ontsteek puls instellen kiezen d.m.v. F3:
Positieve ontsteekpuls stroom Met de instelpotentiometer stroomsterkte instellen. Ontsteek puls tijd Met de instelpotentiometer de tijd instellen. AC balans met F4 kiezen: Met de instelpotentiometer de amplitude verhouding instellen. Procentuele verhouding tussen positieve en negatieve gedeelte van het signaal. Periodetijd (frequentie) verandert hierdoor niet. In het display verschijnt het procentuele deel van het positieve gedeelte van het signaal. Het verschil t.o.v. 100% is het deel van het negatieve deel. o Aangegeven waarde 50%: Tijden van het positieve en negatieve zijn gelijk o Aangegeven waarde 90%: aandeel van het positieve gedeelte van het signaal is 90% (10% van het signaal is negatief) Let op: JOB menu is alleen te gebruiken als deze in Set up menu geactiveerd is (zie hoofdstuk 7). Programma aantal is afhankelijk van opslagcapaciteit. Een uitbreiding van de opslagcapaciteit is als optie verkrijgbaar.
27
4.JOB Menu: Er zijn verschillende manieren om een programma uit te kiezen: Via menu knop: o 4. JOB kiezen o Met de instelpotentiometer een programma (job) kiezen Toorts met 2 toortsschakelaars: o Programma kiezen door indrukken van tweede toortsschakelaar o Deze functie is alleen mogelijk als er geen lasproces actief is. Programmeren van de lasparameters: Met de instelpotentiometer een programma positie kiezen. o programma nummer word in het display weergegeven. Om het programma te programmeren, F1 indrukken Als het programmeren succesvol is verlopen wordt dit aangegeven door: o Een kortstondig weergave van een “vinkje” naast het programmanummer. o Symbool verschijnt rechts in het display (rechterkant naast programmanummer) De lasparameter zijn nu op het gekozen programmanummer geprogrammeerd. o Eventuele oude lasparameters worden door het nieuwe programma overschreven. Na het verlaten van het menu is het programma beschikbaar. Het laden van een opgeslagen programma / job: Met de instelpotentiometer een programma kiezen. o Het programmanummer wordt in display aangegeven. Om te laden F2 indrukken: o Het symbool verschijnt rechts in het display (rechterhoek met programmanummer) De lasparameter zijn nu te gebruiken. Verandert de gebruiker een van de parameters: o Symbool met programmanummer in rechterhoek verdwijnt. o
Symbool verschijnt rechts in het display. Symbool geeft aan dat er geen programma meer actief is.
Wissen van parameters: Met de instelpotentiometer een programma kiezen. o Programmanummer wordt in het display weergegeven. Om te wissen F3 indrukken: o Display: bevestigen wissen Wissen o Met F4 bevestigen. o De gegevens zijn gewist o Programma keert naar Job menu terug Afbreken: o Met F2 wissen afbreken o Gegevens blijven opgeslagen o Programma keert naar Job menu terug
Na het (succesvol) wissen van een programma verschijnt er kortstondig een “vinkje” naast het programmanummer. Gewiste programmapositie krijgt een basisinstelling
28
Terughalen van gewiste gegevens is niet mogelijk.
Doorloopt automatische de ingestelde parameters, geeft dit weer in het display. Met instelpotentiometer programmanummer kiezen. Starten door indrukken F4. Omvang is afhankelijk van het aantal ingestelde parameters. 5. Elektrode menu: Wolfram elektrode: Met de instelpotentiometer een elektrode diameter kiezen. o Er is keuze uit 6 diameters Als de ingestelde stroom niet overeenkomt met de uitgekozen elektrodediameter: o Symbool verschijnt rechts in het display. o Het lasproces wordt niet onderbroken. Het symbool dient als waarschuwing dat er niet volgens richtlijnen gelast wordt. Bevestigingssymbool Kort knipperen symbool na het beëindigen van het lasproces, geeft aan dat de veranderingen van lasparameter bevestigt zijn. Bevestigingssymbool bij invoeren van PIN code en bij het wissen van job parameters. Stroom komt niet overeen met ingestelde wolfram elektrode diameter. Symbool dient als waarschuwing dat er niet volgens richtlijnen gelast wordt. Het lasproces wordt niet onderbroken of beïnvloed. Symbool wat het ingestelde Menu versie in set-up Menu aangeeft. Volledige versie o Symbool verschijnt tijdens de opstartcyclus in het display. Gesperde versie: o Opstartcyclus zonder symbool in het display. Symbool langzaam pulsen Langzaam pulsen is ingesteld. Symbool snel pulsen Snel pulsen ingesteld. Symbool puntlassen Puntlassen ingesteld.
29
10. Set up Menu
Set up Menu kiezen: o Hoofdschakelaar in positie “1”zetten en menu knop ingedrukt houden totdat de menu knop LED gaat branden. o Verlaten van set up menu door kort indrukken van menu knop. o Software keert terug naar laatst gebruikte lasproces.
1
2
3
4
Display Set up menu
Set up menu Taal keuze Met F1 taal uitkiezen: Nederlands, Hongaars, Russisch, Duits, Engels, Portugees
Menu versie Met F2 kiezen uit mode “Standaard” of “Expert” Versie: “Standaard mode” o Display geeft tekst “Menu vergrendeld” o Menu knop functioneert niet. Versie: “Expert mode” o o
Symbool verschijnt links in het display Menu knop functioneert.
Beveiliging code Met F3 Pincode functie instellen. Instellen van Pincode, om ongeoorloofd gebruik tegen te gaan. Pincode instellen: LET OP: Noteer de Pincode wijzigingen Pincode. “Oude Pincode” met behulp van instelpotentiometer instellen en met drukknop onder het pijlsymbool bevestigen. Display weergave “nieuwe pincode” Nieuwe pincode met instelpotentiometer ingeven en met behulp van drukknop onder pijlsymbool bevestigen. Pincode activeren: Na het inschakelen van de machine de actuele pincode invoeren. Lasproces kan pas worden gekozen na het invoeren van de juiste pincode.
30
Juiste Pincode ingevoerd: Software start de laatst ingestelde mode en parameter, die voor het uitschakelen actief waren. Onjuiste Pincode ingevoerd: Word opnieuw gevraagd om de pincode in te voeren. Pincode niet actief: Na het opstart proces is de machine gereed voor gebruik. Software start de laatst ingestelde mode en parameter, die voor het uitschakelen actief waren. JOB menu instellen Met F4 Job menu activeren Job functie actief: Job / programma kiezen is mogelijk in TIG expert mode. Job functie niet actief: Job / programma kiezen is niet mogelijk. Als de Job functie in het set up menu is gedeactiveerd, kan de functie (in TIG expert mode) niet gekozen worden.
31
11. Parameter instelbereik Terugzetten op fabrieksinstelling: I1 en Iend gelijktijdig indrukken Bevestigen F4, Reset wordt uitgevoerd, Of F2, afbreken, annuleren. Software keert terug naar laatste menu. Min. = Minimaal Max. = Maximaal Def = Default (basisinstelling)
S = Seconde ms = Milliseconde % = Procent
A = Ampere Hz = Hertz
Omschrijving Lichtboog lassen Elektrodelassen
Symbool
Instelbereik
instelwaarde
Eenheid
IEL
min def max
20 120 180
A A A
Hot start tijd
thot
min def max
0,01 1,0 2,0
s s s
Arc Force
Arcf
min Def max
100 150 250
% (afhankelijk van IEl) % %
Anti stick stroom
def
40
A
Anti stick tijd
def
1
s
Ontsteek tijd
min def max
2 10 100
ms ms ms
TIG lassen Start stroom
Istart
def
20
A
Hoofd lasstroom
I1
min DC min AC def AC, DC
3 5 100
A A A
Tweede lasstroom
I2
min def max
10 50 200
% (afhankelijk van I1) % %
Eind stroom
Iend
def
20
A
AC Balans
min def max
18 40 82
% (afhankelijk van frequentie) % %
Sinus balans
min max
25 60
% %
Ontsteek puls stroom
min def max
20 80 150
A A A
32
Langzame puls tijd t1 voor hoofd lasstroom
t1
min
10
ms
def max
500 2500
ms ms
Langzaam puls tijd t2
t2
min def max
10 500 2500
ms ms ms
Gas voorstroom tijd
tgas
min def max
0 0,4 2
s s s
Gas nastroom tijd
tgas
min def max
0 10 25
s s s
Upslope tijd
tup
min def max
0 0,4 2
s s s
Downslope tijd
tdown
min def max
0 2 5
s s s
min
50
Hz
def max
100 200
Hz Hz
AC frequentie sinus signaal
fix
50
Hz
Puls frequentie DC
min def max
50 2000 12000
Hz Hz Hz
AC frequentie (square / vlakke sinus signaal)
33
12 Storingen en foutmeldingen Een overzicht van mogelijke storingen. Fout meldingen ontvangt u via: Het display En via signaallampen op het bedieningspaneel. Hieronder een lijst met foutmeldingen, mogelijke oorzaken en eventuele oplossingen. Na het verhelpen van een foutmelding moet de machine eerst opnieuw opstarten. Hoofdschakelaar uit schakelen en na een wacht tijd van min 3 seconde weer inschakelen. Foutmelding display “Toets loslaten”
Oorzaak Toortsschakelaar ingedrukt Voetpedaal ingedrukt Besturingsknop ingedrukt Interne spanningsvoorziening
Oplossing Drukknop / schakelaar loslaten
“Interne fout” “NTC fout”
Raadpleeg dealer Raadpleeg dealer Elektrode ligt op werkstuk en Stroomkring onderbreken, elektrode veroorzaakt een gesloten stroomkring verwijderen. Bij het omschakelen van TIG naar Elektrode mode Bij het inschakelen in Elektrode mode Verhouding tussen ingestelde stroom Andere elektrode diameter en elektrode komt niet overeen instellen Lasstroom veranderen Geen waterdruk Waterstand controleren en eventueel bijvullen Waterpomp controleren Watercircuit controleren Machine opnieuw opstarten nadat probleem verholpen is Raadpleeg dealer Raadpleeg dealer
“Menu vergrendeld”
Afstelling machine versie
Menu drukknop bij het inschakelen van de machine ingedrukt houden tot Menu knop LED brand.
Waarschuwingssignalen
Oorzaak
Oplossing
“Thermische overbelasting” knippert “Thermische overbelasting“ brand
Bedrijfstemperatuur 5°C beneden max. temperatuur. Machine is oververhit
“Storing” brand
Net onder / over spanning
Geen maatregelen nodig Lassen is mogelijk Machine ingeschakeld laten Lassen is onmogelijk Machine schakelt automatisch terug in, nadat bedrijfstemperatuur bereikt is, signaallamp dooft en lasproces is weer mogelijk. Controleer of netstekker op juiste wandcontactdoos aangesloten zit. Zekering nakijken Machine uitschakelen en na min 3s weer inschakelen.
“Overspanning” “Netspanning fout” “Elektrode sluit kort”
“Elektrode fout”
“Geen Waterdruk” afwisselend met “Water bijvullen” “Storing” – LED knippert
“Elektrode overbelast” “Elektrode koelt af”
34
Andere Storingen Geen ontsteking
Oorzaak Gas voorstroom tijd te lang ingesteld. Te kleine startstroom Geen beschermgas
Oplossing Gas voorstroom tijd korter zetten Hogere startstroom instellen Beschermgas toevoer testen
Kan Elektrode mode niet kiezen schakelt terug naar TIG mode Storing beschermgas toevoer
Elektrode licht op werkstuk en veroorzaakt een gesloten stroomkring Gasfles leeg Reduceerventiel gesloten Te weinig / geen gas
Stroomkring onderbreken
Machine schakelt niet in
Zekering defect Beveiliging verkeerde stroom actief Stroomregeling staat op voetbediening ingesteld Hand / voet bediening aangesloten
Toortsschakelaar reageert niet Toortspotentiometer functioneert niet Keuze 4 Takt mode met stroom I2 is niet mogelijk In expert mode is Taak mode niet mogelijk Machine wordt zeer snel warm, ventilator functioneert.
Gas vernieuwen / ruilen Reduceerventiel openen Reduceer gasdebiet verhogen / vervangen Controleer Toorts op defecten/verstoppingen Zekering vervangen Raadpleeg dealer Voetbediening deactiveren Hand / voet bediening deactiveren
Voet bediening aangesloten
Voet bediening deactiveren
Taak menu niet actief
Set up menu openen en Taak mode activeren Raadpleeg dealer Zorg voor een onbelemmerde luchtcirculatie
Foute draairichting ventilator Ventilator rooster aanzuiging belemmerd
35
13 Onderhoud Inwendig Het is raadzaam om regelmatig stof en dergelijke welke op de transformator, gelijkrichter, elektronica etc. neerslaat te verwijderen. De frequentie van deze handeling hangt af van de gebruiksintensiviteit en de aanwezigheid van stof en dergelijke in de gebruikersruimte, maar tenminste iedere 6 maanden. Volg de volgorde zoals hieronder is aangegeven. Waarschuwing Voor u begint met reiniging en inspectie van de machine: o Verwijder eerst de netstekker. o Na het uitschakelen van de netspanning zijn de elektrolytische condensatoren van de inverter nog geladen, wacht minimaal 3 minuten zodat de condensators tot een veilige spanning ontladen zijn. o Machine laten afkoelen Daarna:
Verwijder kap/mantel. Verwijder alle stof met behulp van droge en schone perslucht van max. 2bar. Controleer of alle elektrische en mechanische verbindingen vast zitten en of beschadigd zijn. Controleer of de ingang, uitgang en frame aarde aansluitingen vastzitten en of nog heel zijn. Beschadigde en of defecte onderdelen moeten gerepareerd worden. Reparaties dienen uitsluitend te worden uitgevoerd door vakbekwaam servicepersoneel. Monteer de kap/deksel.
Uitwendig Onderzoek netkabel, laskabel TIG toorts op breuken ,scheuren , beschadigde delen. Controleer of alle onderdelen (koppelingen etc.) vast zitten en of nog heel zijn. Vervang en of repareer beschadigde kabels en onderdelen.
36
14 CE Conformiteitverklaring TICO Lastransformatoren v.o.f., Witte Paal 177, 1742 NX Schagen, Nederland. EG – Conformiteitverklaring
Soort machine: TIG AC/DC lasmachine type: TIG 220 AC/DC TIG 300 AC/DC
Bovenstaan machine is ontwikkeld, geconstrueerd en geproduceerd conform de volgende EG richtlijnen EG – laagspanningsrichtlijn 73/23/EWG EG – EMV richtlijn 89/336/EWG De toegepaste geharmoniseerde normen worden in hieronder weergegeven. Geharmoniseerde normen:
EN 60974 - 1 / IEC 974 - 1 / VDE 0544 Teil 1 EN 60204 - 1 / IEC 204 - 1 / VDE 0113 Teil 1 EN 60974-10 / VDE 0544 Teil 10
Schagen, 29. Juli 2010 W.G. Bakker TICO lastransformatoren vof
Opmerking: De conformiteitverklaring wordt ongeldig als het product wordt omgebouwd, uitgebreid of op vergelijkbare manier wordt gewijzigd, onderdelen in het product worden gemonteerd zonder uitdrukkelijke toestemming van TICO lastransformatoren v.o.f., alsmede bij ondeskundig aansluitingen of niet reglementair gebruik
37
©TICO Lastransformatoren v.o.f. – HL05.TIG AC/DC.1713 – Wijzigingen voorbehouden.
38
www.ticoweld.com
TICO Lastransformatoren Witte paal 177 Postbus 399, 1740 AJ 1742 NX Schagen Tel.: 0224 213149 Fax: 0224 297169 Internet: www.ticoweld.com e-mail:
[email protected]