Datum uitgave: october 2009 · www.multigips.com
Gipsblokken en Pleistersystemen
InhOUD
www. mult ig ips. co m
[2]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Solide droogbouw met massieve gipsblokken Wanden van MultiGips gipsblokken
4
SYSTEMVoORDELEN
Moderne bouwwijzen Geluidswering Constructieve brandwering Lichte binnenwand met hoge brandwerende eisen
7 10 14 16
VERWERKING
Bouwen met vakmanschap, met en zonder certificaat De opbouw van scheidingswanden van MultiGips gipsblokken De opbouw van scheidingswanden met geluidstechnisch geoptimaliseerde randstrook Keuze van de aansluitingen Openingen in scheidingswanden Natte ruimten Het bevestiigen van zware voorwerpen Installaties Algemene richtlijnen voor de montage Oppervlak en wandafwerking Algemene opmerkingenover oppervlakken Efficiënte logistiek op de bouwplaats
21 22 24 26 28 32 33 36 38 40 42 44
PRODUKT- EN SYSTEEMGEGEVENS
Componenten Technische Gegevens
47 49
Normatieve verwijzingen
55
Perfecte oppervlakken met MultiGips pleistersystemen Vanaf pagina
57
Alle informaties ook in het Engels op multigips.com [3]
www. mult ig ips. co m
[4]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Wanden van MultiGips gipsblokken Wanden van gipsblokken zijn buitengewoon populair, niet alleen in de woningen, maar ook in utiliteitsgebouwen zoals ziekenhuizen, kantoren, scholen en industriegebouwen. Dat is niet voor niets. De prijsprestatie verhouding is bijzonder hoog. Op economisch verantwoorde wijze bieden wanden van gipsblokken brandwerendheid, geluidsisolatie en gebruikerscomfort. Bovendien zijn de wanden relatief dun, waardoor de gebruikersoppervlakte optimaal is. Wanden met prestatie Het proces van het bouwen en afwerken van de wanden is simpel en doordacht waardoor wachttijden en droogtijden minimaal zijn. In deze brochure worden de eigenschappen van wanden van MultiGips gipsblokken uiteengezet en wordt ingegaan op de wijze waarop de prestaties kunnen worden gerealiseerd.
[5]
SYSTEEMVOORDELEN
www. mult ig ips. co m
[6]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Moderne bouwwijzen voor scheidingswanden Voordelen voor opdrachtgever en eigenaar Economisch grote afmetingen van gipsblokken voor bouwdelen met korte bouwtijden
Voordelen voor huurder en gebruiker
Direct afwerkbaar met behang, tegelwerk of stucwerk/sierpleister
Homogene massieve wand zonder hulpconstructie voor bevestigen van kasten, geisers, handgrepen etc. met gewone pluggen op elk gewenste plaats
Winst aan gebruiks- en huuroppervlak door slanke scheidingswanden
Hoge geluidsisolatie voor ongestoord wonen en werken
Ruimte-indeling in een late fase van de bouw mogelijk indien gebruiker nog niet bekend
Verandering van de ruimte-indeling ook achteraf op elk moment mogelijk
Stabiele massieve wanden met hoge weerstand tegen mechanische belastingen verminderen reparatie – en onderhoud Blijven hun waarde behouden Economisch aantrekkelijk door lange levensduur Eenvoudige veranderingen in de ruimteindeling zonder beschadiging van belendende bouwdelen
Voordelen voor architect en ontwerper Korte bouwtijden door kant-en-klare binnenwanden zonder tijdrovend pleisterwerk Korte bouwtijden dank zij messing en groefsysteem Nagenoeg geen inbrengen van bouwvocht dank zij droge bouwdelen „Akoestisch zachte“ wanden in appartementengebouwen door ontkoppeling van de constructie door elastische randaansluitingen (geoptimaliseerde contactgeluidsisolatie)
Aangenaam binnenklimaat, ook in de stookperiode door lage warmtegeleidingcoëfficiënt van gips Mineraal materiaal waardoor geen aantasting door (micro)organismen Milieutechnisch en biologisch aan te bevelen Vrij van weekmakers en geen emissies naar de lucht
Voordelen voor hoofdaannemer en uitvoerder Gering oponthoud door korte droogtijden Uitvoering nagenoeg onafhankelijk van weersomstandigheden, wanden tegen optrekkend vocht beschermd door het gebruik van gehydrofobeerde gipsblokken in de onderste laag Eenvoudige visuele kwaliteitscontrole (geen afgedekte bouwdelen) Homogene scheidingswanden met weinig hulpmaterialen Minimale inspanning tijdens het frezen bij het plaatsen van leidingen
Hoge eisen aan de brandwerendheid haalbaar zonder speciale constructies door het volledig niet-brandbare gips (Euroclass A1 conform NEN-EN 13501-1)
Oppervlaktebeoordelingscriteria voor blokken- en montage wanden in 2008 in bewerking, thans beoordeling op criteria van binnenstucwerk
Ontwerpen van deuropening en ophangconstructies vrij door het ontbreken van stijl- en regelwerk
Zeer geringe kwartsstofbelasting
Wensen van de opdrachtgever tot verandering van de indeling in een laat stadium van de bouw mogelijk
Transport met speciale hijskraan mogelijk voor het plaatsen direct op de bouwlaag op de afgesproken tijd
Perfect optisch oppervlak door hoge maatnauwkeurigheid en vlakheid Velerlei oppervlakteafwerkingen mogelijk
[7]
www. mult ig ips. co m
Weldoordacht bouwen Bouwelementen voor een weldoordachte opbouw van niet-dragende scheidingswanden. De gipsblokken met dikten van 70 en 100 mm zijn vervaardigd van zuiver stucgips. Met gipsblokken worden stabiele en toch lichte scheidingswanden gerealiseerd. Gipsblokken verenigen de voordelen van metselwerk en van droge montage (b.v. metal stud wanden) in één systeem. Met gipsblokken worden zonder stijl- en regelwerk homogene monolieten wanden opgebouwd. Dankzij de afmetingen van de blokken wordt een snelle voortgang gerealiseerd: slechts drie blokken met de afmetingen van b.v. 640 mm x 500 mm vormen een wandoppervlak van 0,96 m². Net als bij de droge montage wordt bij het bouwen met gipsblokken weinig water in de bouw gebracht. Er wordt geen metselmortel maar gipslijm verwerkt. Door het messing- en groefsysteem passen de blokken precies in elkaar. Hierdoor ontstaan extreem vlakke wandoppervlakken. Het aanbrengen van pleisterwerk is niet nodig. De voegen, naden en sleuven moeten slechts worden dichtgezet en eventueel nog worden afgefilmd. Vervolgens kan het wandoppervlak met alle beschikbare technieken worden afgewerkt. Voor een snelle, economische en flexibele bouwwijze wordt meer en meer de draagconstructie van de ruimte-indeling gescheiden. Eerst worden alle dragende constructiedelen geplaatst. Op elke bouwlaag ontstaan grote oppervlakken, die pas in tweede instantie worden ingedeeld met niet-dragende scheidingswanden voor de afzonderlijke kamers en ruimten. Behalve rechte wanden kunnen ook veelhoekige, schuine en ronde vormen worden vervaardigd. De blokken zijn gemakkelijk zaagbaar. Voor de ontwerper ontstaan nieuwe vrijheden voor creatieve vormgeving zonder kostbare hulpconstructies. Robuust, want massief Scheidingswanden opgebouwd uit gipsblokken hebben geen draagconstructie nodig, evenmin lateien, hoeklijnen of profielen voor het afdragen van belastingen. De wanden bestaan door en door uit hoogwaardig stucgips. Over de volledige oppervlakte en over de hele doorsnede heeft de wand dezelfde eigenschappen.
[8]
Openingen of aan de wand te bevestigen voorwerpen kunnen daarom op elke willekeurige plaats worden gesitueerd. Hierbij hoeft geen rekening te worden gehouden met afstanden van rasters of profielen. Zelfs zware voorwerpen zoals keukenkasten of wastafels kunnen eenvoudig en veilig worden bevestigd met gewone op de markt verkrijgbare pluggen.
een zeer geringe eigen radioactiviteit die zelfs lager is dan de radioactieve straling van de aardkorst. Het geleidingsvermogen van gips voorkomt het elektrostatische opladen van wandoppervlakken waardoor geen stof aangetrokken wordt. Als zuiver anorganisch materiaal kan gips ook niet schimmelen. Aangename oppervlaktetemperaturen
De stabiele wanden hebben net als in de massieve bouw de vertrouwde en gewaardeerde hoge weerstand tegen mechanische belastingen. Indien aan het oppervlak toch beschadigingen optreden door geweld of vandalisme kunnen deze snel en eenvoudig worden hersteld. Gereguleerde luchtvochtigheid MultiGips gipsblokken kunnen een grote hoeveelheid vocht opnemen door de macroporiën en de open poriënstructuur. Gipsblokken zelf blijven hierbij droog aanvoelen. Gips kan in extreme gevallen meer water opnemen dan de helft van zijn eigen volume. De dampdiffusieweerstand μ is met 5 tot 10 zeer laag. Het vermogen water op te nemen heeft een groot aantal bouwmaterialen – niet altijd ten gunste van het gebouw. Het nuttige van gips is dat het door het gips opgenomen water bij verandering van het binnenklimaat weer afgegeven wordt aan de omgevingslucht. Hierdoor wordt het binnenklimaat door de gipsblokken wand gereguleerd: De extremen van te vochtige of te droge lucht worden verminderd, en de luchtvochtigheid blijft in een aangenaam gebied. De oppervlakken van de gipsblokken blijven voelbaar droog en warm, waardoor de behaaglijkheid wordt gediend. Bouwmateriaal voor het welzijn Gips is een sinds eeuwen beproefd bouwmateriaal waarvan de bouwbiologische en het welzijn bevorderde eigenschappen uitgebreid onderzocht en bevestigd werden. Alleen al het gebruik van gipsverband in de medische wereld bevestigt dat de mens gips goed verdraagt. De pH-waarde van gips is 7, het neutrale gebied, en komt overeen met de pH-waarde van de menselijke huid. Gips is geurloos en bevat geen stoffen die emissies naar de lucht hebben. Gips heeft
Het stucgips van gipsblokken bestaat tot 60% uit kleine poriën. Dit heeft een zeer lage warmtegeleidingcoëfficiënt tot gevolg waaruit de goede warmte-isolerende werking van dit materiaal resulteert. De wandoppervlakken voelen ook ‘s winters warm aan. Er is geen onaangename koudestraling die de behaaglijkheid vermindert. Door het massieve karakter van de gipsblokken wanden wordt bijgedragen aan de warmteopslagcapaciteit van het gebouw en wordt de thermische traagheid verbeterd. Scheidingswanden van gipsblokken zijn merendeels binnenwanden en horen niet bij de thermische schil van een gebouw. Hierdoor worden geen eisen in het Bouwbesluit gesteld en behoeven geen berekeningen met betrekking tot de warmteweerstand te worden uitgevoerd. Anders is het als de gipsblokken gebruikt worden als voorzetwanden voor buitenmuren of dienen als scheidingswanden tussen verwarmde en niet verwarmde ruimten, bijvoorbeeld bij gesloten portiekwoningen. In dit geval moet de warmteweerstand worden berekend afhankelijk van de wanddikte en de warmtegeleidingcoëfficiënt λ. Warmtegeleidingcoëfficiënt MultiGips gipsblokken: normale volumieke massa volgens NEN-EN 12859; λ = 0,41 W/mK hoge volumieke massa volgens NEN-EN 12859; λ = 0,58 W/mK
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
De wanden horen daarom tot de lichte niet-dragende binnenwanden (< 0,5 kN/ m²). Indien het gewicht van deze wanden de 3 kN per strekkende meter niet overschrijdt hoeven deze volgens NEN 6702 bij statische berekeningen van gebouwen niet in rekening te worden gebracht (Bijvoorbeeld bij een 70 mm dikke enkele
Ontwerpvrijheid door een licht gewicht Scheidingswanden bestaande uit gipsblokken laten geoptimaliseerde constructies en flexibele indelingen van de ruimten toe. De oppervlakte massa varieert afhankelijk van de wanddikte en het wandtype van 56 tot 150 kg/m².
wand kan tot een wandhoogte van 5 meter worden gebouwd). Hierdoor kunnen deze op willekeurige plaatsen worden gebouwd. Tevens kunnen altijd wanden bijgebouwd worden – indien nodig ook op een zwevende vloer.
L i j n l a s t e n v a n s c h e i d i n g s w a n d e n v e r v a a r d i g d VAN M u l t i G i p s g i p s b l o k k e n b i j v e r s c h i ll e n d e w a n d h o o g t e n
Wanddikte en -opbouw
Volumieke mas- Massa per vier- Lijnlast per me- Lijnlast bij 2,60 Lijnlast bij 3,00 Lijnlast bij 3,30 sa gipsblokken kante meter ter wandhoogte m wandhoogte m wandhoogte m wandhoogte ca. (kg/m³) ca. (kg/m²) 1) (kN/m) (kN/m) (kN/m) (kN/m)
70 mm dik, blokken normale volumieke massa
800
56
0,55
1,43
1,65
1,98
100 mm dik, blokken normale volumieke massa
800
80
0,78
2,03
2,34
2,57
70 mm dik, blokken hoge volumieke massa
1.250
88
0,86
2,24
2,58
2,84
100 mm dik, blokken hoge volumieke massa
1.250
125
1,23
3,19
3,69
4,06
De lijnlast ligt bij opgegeven wandhoogte niet boven 3,0 kN/m. Met de wanden hoeft geen rekening te worden gehouden in de constructieberekening.
De lijnlast ligt bij opgegeven wandhoogte boven 3,0 kN/m. De wanden moeten conform NEN 6702 in rekening worden gebracht als lijnlast.
1) Wandmassa totaal, inclusief alle componenten zoals affilmen enz.
[9]
www. mult ig ips. co m
Geluidswering In de loop de tijd zijn de wensen naar wooncomfort voordurend gestegen. Hiebij hoort ook de wens om de buren steeds minder te horen. De vraag naar privacy wordt steeds groter. Aan deze wensen wordt tegemoetgekomen in het Bouwbesluit of in de BeoordelingsRichtLijnen van b.v. niet-dragende scheidingswanden en stellen onder andere eisen aan de geluidswering. Het bouwen van wanden met gipsblokken is al tientallen jaren bekend in Nederland. Het bouwen van wanden met gipsblokken is stand van de techniek zoals dit op de traditionele wijze wordt gebouwd. Maar door de steeds hogere eisen was een verdere ontwikkeling nodig, met name op het gebied van de geluidsisolatie. Gipsblokken zijn homogeen en massief, waardoor al een goede demping wordt verkregen. Een belangrijk punt voor een goede geluidwering van een wand is de
[10]
detailuitvoering ter plaatse van de aansluitingen aan de belendende bouwdelen. Door een verende randstrook wordt de geluidsisolatie geoptimaliseerd. Dankzij de elastische aansluiting wordt de flankerende geluidsoverdracht sterk verminderd. Al met enkelvoudige wanden wordt de privacy in de woning tussen de afzonderlijke kamers op een aangename manier bevorderd. Door het bouwen van spouwmuurconstructies kan aan bijzonder hoge geluidseisen worden voldaan, zoals bij woningscheidende wanden of scheidingswanden tussen gangen en kamers van hotels en ziekenhuizen. Naast de keuze van de wandopbouw door een enkelvoudige wandconstructie of door een spouwmuurconstructie wordt de geluidsprestatie tevens beïnvloed door de volumieke massa van de gipsblokken en door de uitvoering van de wand-, vloeren plafondaansluitingen. Voor een hoge luchtgeluidsisolatie moeten de rood ge-
kleurde gipsblokken worden gebruikt. Deze hebben een hoge volumieke massa met een waarde van circa 1.250 kg/m³ volgens NEN-EN 12859. Ontwerpdetails voor de geluidsisolatie Gipsblokken kunnen star, glijdend of elastisch worden aangesloten aan belendende wanden, vloeren en plafonds. Bij wanden met hoge eisen aan de geluidsisolatie moeten de aansluitingen bij voorkeur elastisch worden uitgevoerd. Hierbij wordt de gipswand geluidstechnisch ontkoppeld van de aansluitende constructie door een elastische randstrook. Door het gebruik van de randstroken wordt de geluidsoverdracht naar de zijkanten gereduceerd waardoor de geluidsisolatie geoptimaliseerd wordt.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Verbeterde geluidsisolatie met MultiGips AkustikPro 120
Geluidswering
Door een monolithisch homogeen bouwmateriaal garanderen MultiGips gipsblokken excellent geluidsisolerende binnenwanden. De directe geluidsoverdracht van één ruimte naar een andere ruimte wordt blijvend gereduceerd. Een geoptimaliseerd concept voor de geluidsisolatie houdt ook rekening met ongewenste geluidsoverdracht via flankerende bouwdelen. Dit probleem wordt opgelost met wanden van gipsblokken die elastisch worden aangesloten met MultiGips AkustikPro 120 aan alle belendende wanden, plafonds en vloeren: De bouwdelen zijn geluidstechnisch ontkoppeld en kunnen elkaar niet in trilling brengen. De storende geluidsoverdracht langs aansluitingen wordt hierdoor effectief gereduceerd.
Bij wandaansluitingen wordt een kunststof U-profiel met een schuimband in het profiel geplaatst. In het profiel tegen het schuimband worden de gipsblokken koud aangesloten. Bij onregelmatige oppervlakken ter plaatse van de wandaansluiting dient tussen het profiel en het belendende bouwdeel, ter voorkoming van geluidlekken, een strook vilt, schuimband of kit te worden aangebracht. Kit moet hierbij een semi-gesloten celstruktuur hebben of duurzaam elastisch blijven. Ontwerpdetails voor verbeterde geluidsisolatie MultiGips biedt een andere, nog optimalere oplossingen voor elastische aansluitingen aan. Deze kan toegepast worden zowel voor wandaansluitingen als ook voor vloeren plafondaansluitingen. Deze aansluiting wordt uitgevoerd met een verende randstrook MultiGips AkustikPro 120 die
vervaardigd is van zwaar PE-schuim of MultiGips AkustikBit 1000, een speciale ontkoppelingsstrook gebaseerd op bitumen geimpregneerde wolvilt. Voor het realiseren van de maatgevende geluidsisolatiewaarden moet tijdens de ontwerp- en uitvoeringsfase een aantal randvoorwaarden in acht worden genomen: Voegen tussen de blokken en alle aansluitingen moeten vol en zat worden uitgevoerd.
Ideaal is het gebruik van een randstrook die breder is dan de wand. De overstaande strook wordt na het affilmen afgesneden waardoor elke contactbrug wordt voorkomen. Randstroken van PE-zwaarschuim zijn gemakkelijk verwerkbaar. Water- en afvoerleidingen mogen niet direct met de wand in contact komen, maar moeten verend worden bevestigd. De isolatie van spouwmuurconstructies moet naadloos en zonder te kunnen verschuiven tegen de gipsblokken worden geplaatst.
De elastische randstroken moeten, zonder tussenruimte, strak tegen de belendende bouwdelen worden geplaatst. Over de randstroken mag nooit een filmlaag worden aangebracht, anders moet deze achteraf worden ingesneden. Evenzo moet pleister- of stucwerk van de flankerende wanden of plafonds worden ontkoppeld door insnijden.
[11]
www. mult ig ips. co m
Wandconstructies Afhankelijk van de situatie van de scheidingswand zijn vier verschillende geluidstechnische toepassingen te onderscheiden: Gipsblokken wand als scheidingwand Gipsblokken wand als flankerende wand
Aan de geldende eisen met Ilu;k -20 dB volgens het Bouwbesluit wordt gemakkelijk voldaan. Aan hogere eisen, die gesteld worden b.v. aan woningscheidende wanden, kunnen met een spouwmuurconstructie vervaardigd uit MultiGips gipsblokken worden voldaan. Afhankelijk van de situatie wordt aan de gestelde eisen van 72 dB voldaan.
Installatiewanden Wanden tegen geluid van installaties Gipsblokken wand als scheidingswand De luchtgeluidsisolatie tussen twee belendende ruimten wordt bij een enkelvoudige wand vooral door de massa per vierkante meter bepaald. Voor een groot aantal enkelvoudige wanden van gipsblokken en van samengestelde gipsblokken wanden zijn akoestische beproevingen uitgevoerd. Hierbij heeft een 100 mm dikke enkelvoudige gipsblokken wand met een medium volumieke massa een geluidsisolatiewaarde RW van 40 dB (Ilu;k -15). Bij wanden met de zelfde dikte maar met een hoge volumieke massa wordt een RW van 46 dB (Ilu;k -9) gehaald. [12]
De gemeten waarden gelden slechts voor wanden zonder deuren, doorvoeringen en andere openingen. In de meeste gevallen zijn de deuren de zwakste schakel bij wanden met openingen. Daarom wordt de kwaliteit van de geluidsisolatie door de deuren bepaald. Gipsblokken wand als flankerende wand Naast de massa per vierkante meter wand is de geluidsisolatie in de praktijk eveneens afhankelijk van de aansluiting van de wand aan alle belendende constructies. Door de randaansluitingen elastisch uit te voeren wordt de flankerende geluidsoverdracht sterk beperkt. Of anders gezegd: In tegenstelling tot
de starre koppeling aan de flankerende bouwdelen, zoals wanden, plafonds en vloeren, wordt geen of minimale trilling overgedragen bij ontkoppelde constructies. Verschillende op de praktijk gerichte metingen en deskundigen verklaringen bewijzen dat voor een optimale geluidsisolatie elastische randaansluitingen van een gipsblokken wand van groot belang zijn. Installatiewanden Door het „Institut für Prüfung und Forschung im Bauwesen Hildesheim e.V.“ werd bewezen dat scheidingswanden van gipsblokken, dienende als installatiewanden, met elastische randaansluitingen geen nadelige invloed hebben op de overdracht van installatiegeluid. De prestatie van deze scheidingswanden is in de meeste gevallen gunstiger of tenminste gelijkwaardig aan die van zware scheidingwanden en kunnen daarom worden gebouwd als installatiewanden.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Geluid van installaties Volgens het Bouwbesluit moet afhankelijk van de aangrenzende ruimten een karakteristiek geluidsniveau van maximaal 30 dB(A) of 35 dB(A) worden gehandhaafd. Met betrekking tot lichte enkelvoudige scheidingswanden van gipsblokken zijn beproevingen uitgevoerd door het „Staatliche Materialprüfungsamt Nordrhein-Westfalen“. Bij gipsblokken wanden inclusief een voorzetwand werd het geëiste karakteristieke geluidsniveau van ≤ 35 dB(A) bij verticaal of diagonaal belendende ruimten niet overschreden. De eigen geluidsproductie van de installatie was hierbij 20 dB(A) (installatiegroep I). Bij de beproeving van een wand met een voorzet installatiewand
werden eveneens de eisen niet overschreden. Hier was de eigen geluidsproductie van de installaties 20 dB(A) t/m 30 dB(A) (installatiegroep II). De beproefde spouwconstructie gevuld met minerale wol voldoet met de installatiegroep II ook in het geval van horizontaal belendende ruimten (voor woningscheidende wanden). De beproevingen werden uitgevoerd bij een waterdruk van 0,3 MPa.
l u c h tg e l u i d s i s o l at i e va n e n k e lv o u d i g e wa n d e n va n g i p s b lo k k e n
Dikte (mm)
Volumieke massa NEN-EN 12859
Massa per vierkante meter (kg/m²)
met randaansluiting van PUR-schuim RW (dB) 1)
met Steenwol randstrook RW (dB) 2)
70
(Type L) normale volumieke massa 800 kg/m³
56,0
33
70
Rmax (Type Z) hoge volumieke massa 1.250 kg/m³
87,5
35
100
(Type L) normale volumieke massa 800 kg/m³
80,0
34
38
100
Rmax (Type Z) hoge volumieke massa 1.200 kg/m³
120,0
40
42
met randstrook AkustikPro 120 RW (dB) 2)
met ontkoppelingsstrook AkustikBit 1000 RW (dB) 2)
33 40 40 46
Deze wanden zijn uitermate geschikt voor de toepassing als woningscheidende wanden en overal waar een hoge geluidsisolatie geëist wordt.
L u c h t g e l u i d s i s o l at i e va n s a m e n g e s t e l d e W a n d e n ( s p o u w co n s t r u c t i e ) va n M u lt i G i p s g i p s b l o k k e n
Dikte (mm) 70 80 5 70
Wandopbouw Rmax (Type Z) hoge volumieke massa 1.250 kg/m³, 450 x 500 mm minerale wol Heralan DPF 50 spouw (Type L) normale volumieke massa 800 kg/m³, 640 x 500 mm
Wanddikte (mm)
met geluidsontkoppelingsstrook AkustikBit 1000 RW (dB)
225
72
1) conform Nederlandse Branche Vereniging Gips NBVG, april 2006 2) conform testrapporten van de onderzoeksinstituten te Braunschweig, Leipzig, Stuttgart
[13]
www. mult ig ips. co m
brandwering
Constructieve brandwering Het Bouwbesluit stelt eisen aan de brandeigenschappen van bouwmaterialen om de kans op het ontstaan en de snelle ontwikkeling van brand te beperken en om mensen voldoende vluchttijd te geven. Europese brandklassen Met het in werking treden van het Bouwbesluit 2003 zijn de brandeisen herzien. Producten moeten voorzien zijn van een CE-markering. Dat betekent dat deze moeten voldoen aan een Eurobrandklasse volgens NEN-EN 13501-1. Brandklassen Materialen kunnen qua brandgedrag volgens NEN EN 13501-1 worden ingedeeld in zeven Eurobrandklassen: A1, A2, B, C, D, E en F. A1 is de hoogste klasse: de producten die hierin vallen, leveren geen enkele bijdrage aan een brand. Producten met een zeer geringe bijdrage vallen in klasse A2. Wanneer een product niet is getest of niet
[14]
voldoet aan klasse E, wordt het automatisch ingedeeld in Eurobrandklasse F. → Tabel: Europese brandclassificatie Rookontwikkeling Naast de klassificering voor ontstaan en uitbreiding van brand moet ook informatie over rookontwikkeling bekend zijn. Daarvoor worden drie klassen onderscheiden: s1: Geringe rookproductie s2: Gemiddelde rookproductie s3: Grote rookproductie. A1-geclassificeerde bouwproducten kennen per definitie geen rookontwikkeling. Voor de brandklassen E en F is geen relatie met een rookklasse mogelijk. Gips valt in Euroklasse A1. Dit betekent dat het niet bijdraagt aan de brand en dat er ook geen rook bij vrijkomt. Het materiaal is dus goed te gebruiken in constructies die brandwerend moeten zijn.
Brandwerendheid De brandwerendheid van een constructie wordt bepaald door deze constructie vóór of in een brandoven te plaatsen en dan te beproeven. Hiervoor was in Nederland in het algemeen de NEN 6069 van toepassing en voor de brandwerendheid van staalconstructies werd gewerkt met de NEN 6072. In Europa is nu al een groot aantal NENEN normen beschikbaar welke elk voor een specifieke constructie zijn geschreven, de zogenaamde bouwdeel gebonden beproevingsnormen. Voor het bepalen van de brandwerendheid van wanden maakt men gebruik van de NEN-EN 1364-1 Bepaling van de brandwerendheid van nietdragende bouwdelen – Deel 1: Wanden. Uit de test volgt hoe goed een bouwdeel presteert. Hierbij wordt gekeken naar de thermische isolatie, de temperatuurontwikkeling en de vrijkomende warmtestra-
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
ling. Een ander aspect is de vlamdichtheid en de integriteit. Dit laatste wil zeggen of de constructie intact blijft gedurende een bepaalde periode. Er wordt tijdens de test gekeken of de constructie aan alle of aan een aantal van deze eisen voldoet gedurende een aantal minuten. De normen hanteren hiervoor grenswaarden. Afhankelijk van de prestatie tijdens de proef wordt de constructie ingedeeld in een aantal klassen welke worden aangegeven met een letter gevolgd door een cijfer. De letters geven de aspecten aan waaraan de constructie voldoet en met de cijfers wordt de prestatie in minuten aangegeven. Overzicht klasse indelingen Voor alle bouwdelen en bouwproducten zijn alle beoordelingscriteria zoals genoemd in hoofdstuk 7 van NEN-EN 13501-2 van toepassing, tenzij anders vermeld. Het criterium thermische isolatie betrokken op de temperatuur wordt weergegeven met de aanduiding (I). Het criterium thermische isolatie betrokken op de straling wordt weergegeven met de aanduiding (W). Bouwdelen met een (R) EI-klassering kunnen automatisch voor dezelfde periode en dezelfde expositierichting worden geklasseerd als (R)E of (R)EW. De aanduiding met de letter (E) geeft aan dat de eis van vlamdichtheid van toepassing is. → Tabel: Criteria en klassen voor niet-
dragende binnenwanden
opgeslagen in de ruimten tussen de gipskristallen. Het water heeft een aandeel tot 20% van het totale materiaal. Bij hoge temperatuurbelasting door brand wordt het water aan het gips onttrokken. Het kristalwater verdampt, waardoor energie aan de brand wordt onttrokken. De oppervlaktetemperatuur van het wandoppervlak dat niet naar het vuur is toegekeerd stijgt nauwelijks. Hoe dikker de gipswand is hoe groter is de brandwerendheid. → Tabel: Brandwerendheid gipsblokken-
wanden
wand heben ook de aansluitingen van de wand aan belendende bouwdelen speciale aandacht nodig. Zo moeten de aansluiting volgens het Komocertificaat worden opgebouwd. De plafondaansluiting wordt uitgevoerd met gipslijm of PUR-schuim. Bij gebruik van PUR-schuim word aan beide kanten van de naad ter plaatse van het plafond minimaal 5 mm schuin ingesneden. Vervolgens wordt de voeg gevuld met gips. De naad mag niet groter dan 15 mm zijn.Wandaansluitingen worden uitgevoerd met gipslijm of met steenwol met een minimale volumieke massa van 40 kg/m³. Hier mag de naad niet groter dan 20 mm zijn.
Scheidingswanden met brandwerende eisen Aan binnenwanden kunnen speciale brandbeschermende eisen worden gesteld. Dit geldt voornamelijk voor scheidingswanden voor gangen en trappenhuizen die als vluchtroute in geval van brand dienen. Tijdens de montage van de E u r o p e s e b r a n d cl a ss i f i cat i e
Euroklasse
Rookklasse
Brandbijdrage
Praktijk
A1
n.v.t.
Geen
Onbrandbaar
A2
s1 of s2
Nauwelijks
Praktisch onbrandbaar
B
s1 of s2
Heel beperkt
Heel moeilijk brandbaar
C
s1 of s2
Gemiddeld
Brandbaar
D
s1 of s2
Hoog
Goed brandbaar
E
–
Zeer hoog
Zeer brandbaar
F
–
Niet bepaald
Uiterst brandbaar
Gips een brandwerend bouwmateriaal Gips is een mineraal en onbrandbaar bouwmateriaal (Euroklasse A1 conform NEN-EN 13501-1). In het geval van brand wordt het vuur niet gevoed door brandbare materialen of technisch gezegd: gips draagt niet bij aan de vuurbelasting van het gebouw. In tegendeel, gips draagt door zijn kristalstructuur actief bij aan het vergroten van de brandwerendheid en de weerstand tegen het uitbreiden van de brand. Gips is bekend als een hoogwaardig brandwerend bouwmateriaal. Gips is een mineraal bouwmateriaal met als chemische formule CaSO4·2H2O, bestaat dus uit calciumsulfaat en water (Di-hydraat). De twee watermoleculen zijn niet chemisch gebonden maar zijn
1) NEN Praktijkgids Bouwbesluit Brandveiligheid
Criteria en klassen voor niet-dragende binnenwanden
Beproevingsnorm
hoofdstuk 4 t.m. 11 en hoofdstuk 13 van NEN-EN 1364-1
Klasseringsnorm
7.5.2 van NEN-EN 13501-2
Beoordelingscreteria geldend voor Nederland
Vlamdichtheid betrokken op afdichting (E) Thermische isolatie betrokken op de temperatur (I)
Brandwerendheidsklassen
EI
15
20
30
45
60
90
120
180
240
Brandwerendheid gipsblokken wanden en Bekleding van Kolommen
Dikte
brandwerendheid
classificatie
70 mm
80 minuten
REI 60 1)
100 mm
120 minuten
REI 120 1)
[15]
www. mult ig ips. co m
Schachtwanden Gipsblokken zijn zeer geschikt als afsluiting van installatieschachten. Deze moeten krachtens het Bouwbesluit 2003 art. 2.83 over een dikte van ten minste 100 mm voldoen aan klasse A1 bepaald volgens NEN-EN 13501-1. Vaak zijn er nadere eisen gesteld met betrekking tot de brandwerendheid waaraan tot een eis van EI 120 zeker kan worden voldaan. Aan de brandwerendheid kunnen eisen gesteld worden naar de schacht toe zowel als vanuit de schacht. Voor gipsblokken is dit verschil niet van belang, omdat de brandwerendheid in beide richtingen dezelfde is, zonder dat er werk moet worden verricht aan de moeilijk toegankelijke binnenzijde van de schacht. Brandbeschermende bekleding voor kolommen Staal- en houtconstructies kunnen met gipsblokken eenvoudig en effectief tegen brand en het daardoor ontstane risico van instorten worden beschermd. Aan
[16]
de te beschermen kanten van de kolom worden de gipsblokken vertand opgebouwd. Hierbij kan de kolom zelfs volledig omsluitend worden bekleed (vierzijdig). De brandwerende bekleding kan snel en zeer economisch worden gerealiseerd, omdat geen wapening en geen verankering in de gipsblokken wand nodig zijn. De brandwerendheid is zonder een extra pleisterlaag gegarandeerd. Aansluiting bij eisen aan de brandwerendheid Aansluitingen van brandwanden aan belendende bouwdelen moeten rookdicht zijn. Dit wordt bereikt door de aansluitingen te vullen met steenwol of PUR-schuim, die aan beide zijden van de naad 5 mm ingesneden word en vervolgens opgevuld word met gipslijm. De naad tussen de gipsblokken en het plafond mogen volgens het Komo-certificaat niet groter dan 15 mm zijn en de naden ter plaatse van de wandaansluitingen mogen niet groter dan 20 mm zijn. Indien de aansluitingen anders worden uitgevoerd moet deze door een deskundige worden beoordeeld.
Lichte binnenwand met hoge brandwerende eisen Met gipsblokken kunnen wanden met hoge brandwerende eisen in lichte uitvoering en op economische wijze worden vervaardigd. De brandwand van gipsblokken wordt als spouwconstructie gemaakt met aan elke kant een wanddikte van 60 mm. Voor een verhoogde mechanische stabiliteit kan een speciaal hiervoor vervaardigd stucgaas van glas in de constructie worden ingebed. Hierdoor kan in geval van brand binnen de de aangegeven tijd van de brandwerendheid een schokbelasting van 3000 Nm worden opgenomen zonder dat de wand op gevaarlijke wijze beschadigt. De 3000 Nm-test is te vergelijken met een zak, gevuld met 200 kg loodkorrels, die vanaf een hoogte van 1,50 meter tegen de wand geslingerd wordt. Na de brandproef werd deze test zelfs drie keer op dezelfde plaats uitgevoerd.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Door het opbrengen van stucwerk op beide kanten wordt de brandwerendheid nog extra verhoogd. In de buitenste pleisterlaag kunnen elektraleidingen worden verwerkt mits deze volledig overlaagd worden met de pleister en het stucgaas niet beschadigd wordt. De brandwerendheid blijft hierbij onveranderd. In vergelijking tot andere massieve wanden met hoge brandwerendheid is de beschreven gipsblokken wand met 160 mm vrij dun. Afhankelijk van de steensoort hebben de gebruikelijke wanden een dikte van 240 tot 300 mm. Doordat de gipswanden tot een vrije hoogte van 3,30 meter tot de lichte scheidingswanden horen, kunnen de brandwerende wanden (b.v. bij vluchtroutes) willekeurig worden geplaatst. Er hoeft tijdens de kamerindeling geen rekening worden gehouden met draagbalken, onderslagen of andere verstevigingen. De brandwerendheid van niet afgewerkte plafonds en vloeren moeten hierop zijn aangepast. De elastische wandaansluitingen uitgevoerd met steenwolstroken garanderen de brandwerende verbinding naar de belendende bouwdelen.
De brandwand kan inclusief ingebouwde stopcontacten, schakelaars of verdeeldozen een brandwerendheid van 90 minuten bereiken. Tevens kunnen consolelasten tot 20 kg/m aan de wand worden bevestigd via draadbouten door de gipswand.
dan moet een sprinklerinstallatie worden geïnstalleerd of moet een beoordeling worden uitgevoerd in overeenstemming met de rekenmethode zoals weergegeven in het beveiligingsconcept „Beheersbaarheid van Brand 2007”.
De beschreven brandwand is niet alleen geschikt voor woningen, hotels en kantoren. Doordat de wand is getest tot 6,50 meter is deze ook uitermate geschikt voor de industrie. Weliswaar hoort de wand van deze hoogte niet meer tot de lichte maar tot de gewone brandwanden. In dat geval moet de massa van de wand worden betrokken bij de constructieberekeningen. Bouwconstructieve regelgeving De eisen aan de afmetingen van de brandcompartimenten, dus het aantal en de plaatsen van de brandwerende wanden, wordt geregeld in het Bouwbesluit 2003 zowel voor de woningbouw als ook voor gebouwen met andere gebruiksfuncties. De brandcompartimenten mogen niet groter zijn dan 1.000 m². Indien het brandcompartiment groter is dan 1.000 m²
[17]
www. mult ig ips. co m
Op de steenwolstroken wordt een bed van gipslijm aangebracht
Gipsblokken in verband verwerkt
De bovenste rij blokken eindigt ongeveer 4 cm onder het plafond en worden enigszins afgeschuind
Het vullen van de voeg aan het plafond
Inbedden van het glasweefsel
Het aanbrengen van de pleisterlaag
In 10 stappen tot een brandwand
1. Plaats van de wand op de vloer markeren door een spatlijn, aan de wanden met een schietlood. De aangemaakte MultiGips Kleber opbrengen op vloer en wanden. In dit lijmbed 12 mm dikke en 120 mm brede stroken van steenwol plaatsen (bijvoorbeeld Rockwool RST of gelijkwaardig).
2. Nadat het gips voldoende is verhard op de steenwol een dunne laag gipslijm aanbrengen en de gipsblokken in het lijmbed plaatsen. Bij de volgende rijen blokken telkens op de stoot- en lintvoeg gipslijm opbrengen en de blokken met messing en groef in elkaar plaatsen.
3. Uitgewelde gipslijm afstrijken en de voegen afwerken.
[18]
4. Elke oneven rij blokken begint met een half blok, zodat een verband ontstaat. Elkaar kruisende voegen vermijden. De bovenste rij blokken wordt voor het plaatsen naar binnen afgeschuind en de tussenruimte tussen blok en plafond met een gipsmortel, bestaande uit twee delen MultiGips RotWeiss Haftputz en 1 deel MultiGips Kleber gevuld. Vooraf de strook steenwol aan het plafond vastmaken met gipslijm.
5. Aan de binnenzijde van de eerste wand wordt het glasweefsel (gaas) overlappend en horizontaal met gipslijm vastgelijmd.
6. De tweede wand wordt net zo als de eerste opgebouwd. De eerste rij blokken is echter slechts 250 mm hoog, opdat de voegen niet tegenover elkaar komen te liggen.
7. De tussenruimte tussen beide bladen wordt naarmate de hoogte toeneemt volledig met MultiGips lijm gevuld.
8. Nadat beide bladen gereed zijn met drie schroeven per vierkante meter verbinden zonder in de voegen te schroeven.
9. Het glasweefsel voor de mechanische versterking van de wand aan de buitenkant van het eerste blad verticaal met een overlap van 200 mm aanbrengen en 18 mm dik overpleisteren. Als pleister wordt een mengsel van twee delen MultiGips RotWeiss Haftputz en 1 deel MultiGips Kleber gebruikt.
10. De buitenzijde van het tweede blad gelijk aan dat van het eerste blad uitvoeren, dus met verticaal verlopend glasweefsel, ingebed in 18 mm pleister.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
M u lt i G i p s B r a n d w a n d – T e c h n i s c h e D ata
1)
Materiaal
Wand vervaardigd van gipsblokken NEN-EN 12859, gipslijm en gipspleister
Eurobrandklasse
A1, onbrandbaar
Dikte gipsblok
2 x 60 mm
Afmeting gipsblok
500 x 666 mm
Dichtheidsklasse
Gemiddelde dichtheid, Volumieke massa ρ ca. 850 kg/m³
Wanddikte
160 mm
Massa per vierkante meter, totaal
150 kg/m2
Maximale Wandhoogte
6,50 m
Pleister
Gipsspecie vervaardigen uit MultiGips RotWeiss Haftputzgips en MultiGips Kleber; Verhouding = 2:1
Wapening
glasweefsel, trekkracht ≥ 4.000 N/5 cm, maaswijdte ≥ 5 x 5 mm, Overlapping 200 mm, P-D glasvezel, Typ BGG 09 of iets gelijkwaardigs
Randaansluiting
steenwolstroken, onbrandbaar A1, Smeltpunt ≥ 1.000 °C, rondom, 120 x 12 x 1.000 mm, RockwoolRST of iets gelijkwaardigs
Schroefverbinding
Snelbouwschroef, grof schroefdraad, 6 x 100 mm, 10 mm verdiept
Brandwerendheid
Minimaal 90 min brandwerend, Niet-dragende kamerscheidende brandwand opgebouwd uit massieve gipsblokken getest conform DIN 4102-3 bij vuurbelasting op één kant; (MPA Braunschweig P3668/484/07)
Geluidwerendheid
RW 44 dB
1) in overeenstemming met DIN 4102-3 getest als niet-dragende scheidingswand voor de binnentoepassing (F 90-A) opgebouwd uit twee bladen opgebouwd uit gipsblokken
[19]
VERWERKING
www. mult ig ips. co m
[20]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Bouwen met vakmanschap Bouwen met MultiGips gipsblokken is een bijna onverslaanbare combinatie van voordelen voor de afbouw. De economische, technische en bouwfysische troeven komen echter pas volledig tot hun recht bij professionele verwerking. Daarom zouden de niet-dragende scheidingswanden uitsluitend door gekwalificeerde ondernemingen opgebouwd moeten worden. Deze beschikken over de kennis en de ervaring met het omgaan van hoogwaardige gipsproducten en weten hoe het oppervlak moet worden afgewerkt. Vooral wordt aanbevolen bedrijven te kiezen die aangesloten zijn bij een Stucadoors- of Droogbouw organisatie. De aannemer kan echter ook andere ondernemingen de opdracht verlenen die over voldoende vakmanschap en ervaring beschikken. De bij de NOA1) aangesloten montagebedrijven zijn gerenommeerde bedrijven, die in samenspraak met ervaren technici van de industrie de eisen aan de kwaliteitsgeoriënteerde uitvoering van massieve niet-dragende scheidingswanden van gipsblokken op grond van geldige normen afstemmen, en zich verplicht hebben zich daaraan te houden.
1) Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven NOA
[21]
www. mult ig ips. co m
De opbouw van scheidingswanden Plaatsen van te lood staande profielen die de kamerindeling weergeeft. Vervolgens de plaats van de wand met een spatlijn op de vloer aangeven. MultiGips Kleber gipsblokkenlijm op de vloer t.p.v. de spatlijn opbrengen en de onderste rij blokken erin zetten. Met het waterpas en door kloppen met de rubber hamer worden de blokken recht en waterpas geplaatst. Alle te verlijmen kanten van de gipsblokken moeten worden voorzien van gipslijm. Gipsblok op de onderliggende rij zetten en vervolgens tegen het belendende blok schuiven. De onderkant komt hierdoor volledig in aanraking met de lijm. Blokken recht plaatsen met rij, waterpas door kloppen met een rubber hamer. Op alle voegen moet de lijm uitwellen zodat het vol en zat verlijmen van de gipsblokken gegarandeerd wordt. Door
[22]
de eindblokken aan de profielen vast te zetten met klemmen komt de wand op die plaats automatisch te lood te staan. Uitstekende messingen uit het wandvlak, bijvoorbeeld aan wandeinden, afschaven tot een vlak oppervlak. Nadat de bovenste rij gezet is, worden de voegen tussen plafond en wand gevuld met gipslijm of PUR-schuim. Nadat de PUR-schuim verhard en afgesneden werd wordt aanbevolen om een gaasband op de voeg van de plafondaansluiting te plaatsen met gipsblokkenlijm. Hierdoor wordt de scheurvorming die altijd bij ontmoetingen van verschillende materialen ontstaat geminimaliseerd. Tevens voorkomt dit onregelmatige scheurvorming. Na het enigzins aantrekken van de uitgewelde gipslijm kan deze worden afgestreken. Indien gewenst kan vervolgens het hele wandoppervlak
afgefilmd worden. Na verharden van gipslijm is de wand klaar en kunnen de houten profielen worden verwijderd.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
1. Stellen van profielen, spatlijn op de vloer zetten en gipslijm tussen de spatlijnen aanbrengen
2. Onderste rij blokken in de gipslijm zetten
3. Gipsblokken bijvoorbeeld met een lijmklem aan de profielen bevestigen.
4. Ter plaatse van veerankers en leidingen de blokken in vorm van een V insnijden
5. Uitgewelde PUR-resten na verharden afsnijden
6. Voegen t.p.v. de plafondaansluiting voorzien van een gaasband, vastgezet met gipsblokkenlijm
7. On effen heden afschaven tot een vlak oppervlak
8. Gaasband afwerken en indien nodig later de hele wand affilmen
[23]
www. mult ig ips. co m
1. Positie scheidingswand met spatlijn markeren
3. Een bed van gipslijm opbrengen
2. Nog een spatlijn op de vastgezette randstrook
4. Gipslijm op de kopse kant van het blok vol en zat opbrengen en verwerken
De opbouw van scheidingswanden met geluidstechnisch geoptimaliseerde randstrook Enkelvoudige wand De plaats van de wand op de vloer markeren met spatlijnen. Aan de aansluitende wanden een lijn aanbrengen via een schietlood. Een voldoende aantal profielen, ook voor flankerende bouwdelen, hoeken en deuropeningen, staan borg voor loodrechte plaatsing van de wanden. Aangemaakte MultiGips Kleber gipskleefstof op de vloer aanbrengen en daarbij eventueel aanwezige onvlakheden in de vloer uitvlakken (niet nodig in geval van het gebruik van zelfklevende MultiGips AkustikPro 120 sk). Daarop de stroken voor de randaansluitingen leggen en met rij en waterpas richten. Aan de aansluitende wanden op dezelfde wijze handelen. Men heeft de vrije keus om de blokken met de messing of de groef naar boven te
[24]
plaatsen. Als de groef naar boven wordt geplaatst moeten de messingen van de onderste rij blokken worden verwijderd. Bij de wandaansluiting op gelijke wijze handelen. Als het gips tussen vloer en strook voldoende samenhang heeft, op de randstroken gipslijm aanbrengen in een dunne laag en de blokken plaatsen in het lijmbed. Het verdient aanbeveling de eerste rij blokken zo te zagen, dat de bovenste rij 3 tot 4 cm onder het plafond uitkomt. Ter bescherming tegen de inwerking van vocht kan de eerste rij met waterafstotende blokken worden gemaakt. Bij alle volgende blokken herhalen zich telkens de volgende eenvoudige handelingen: Lijm vol en zat op de stoot- en lintvoegen aanbrengen Blokken met messing en groef ineen plaatsen
Door te kloppen met de rubber hamer een dichte verbinding van messing en groef bewerkstelligen Blokken met rij, waterpas en rubber hamer richten Als de uitgewelde gipslijm voldoende is aangetrokken afstrijken en de voegen vullen. De tweede rij blokken begint met een half blok. Vervolgens in verband verder werken. Kruisende voegen zoveel mogelijk vermijden. Hoekontmoetingen worden per laag vertand. Het maken van de plafondaansluiting Voorafgaand aan het plaatsen van de laatste rij blokken de randstrook met gipslijm aan het plafond bevestigen (vervalt bij de zelfklevende variant). Om de voeg goed te kunnen vullen moet de afstand van de
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
5. Richten met een rubber hamer en rij of waterpas
7. Volledig vullen van de aansluitvoeg bij het plafond
bovenkant van de bovenste rij blokken tot de randstrook aan het plafond niet groter zijn dan 3 à 4 cm. Nadat de blokken voor de bovenste rij afgeschuind zijn moeten de zaagvlakken grondig van gipsstof worden bevrijd. Aansluitvoegen met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen volledig vullen. In de praktijk heeft zicht hiertoe bewezen MultiGips AkustrikPro 120 van 14 cm breed PE-zwaarschuim, dat na het voegen strak langs de wand wordt afgesneden. Op die wijze wordt zeker elke starre verbinding tussen wand en plafond voorkomen. Voegen Na het aanbrengen van eventuele elektraleidingen alle gaten en beschadigingen in de wand, bijvoorbeeld met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen, dichtzetten. Het oppervlak, afhankelijk van
6. Uitgewelde gipslijm nadat deze aangetrokken is deze afstrijken
8. Vrije einde van de randstrook afsnijden
de te realiseren oppervlaktekwaliteit, alleen ter plaatse van de voegen dan wel over het gehele oppervlak, met MultiGips Kleber (gipsblokkenlijm), MultiGips CasoFill Super 50 (hechtpleister) of met MultiGips CasoFill Uni (plamuur) afvoegen of affilmen. Wanden waarop tegelwerk zal worden aangebracht mogen niet afgefilmd worden! Hier alleen de uitgewelde gipslijm vóór het verharden afstrijken. Het maken van samengestelde wanden In het geval van hoge geluidseisen of voor wanden met installaties kunnen scheidingswanden van gipsblokken ook samengesteld worden uitgevoerd. Elk blad is daarbij een zelfdragende wand zonder koppeling aan de andere. (Uitzondering: binnenwanden voor brandcompartimentering). Nadat het eerste blad van een spouwwand constructie gereed werd gemaakt kunnen
naar keuze de installaties of de isolatiematerialen worden aangebracht. Buisleidingen worden bij voorkeur niet in of direct aan de wand bevestigd, maar aan geluiddempende beugels. Isolatiematerialen worden in de spouw nauw aan elkaar sluitend geplaatst en met gipslijm tegen het eerste blad geplaatst en vastgezet. Aansluitend wordt het tweede blad geplaatst, waarbij de vereiste afstand tussen beide bladen dient te worden gerespecteerd. Het isolatiemateriaal mag niet gestuikt worden en de installaties moeten plaatsvast worden bevestigd. Dwars aan te sluiten wanden worden slechts met één van de twee bladen verbonden.
[25]
www. mult ig ips. co m
Constructietekeningen met en zonder randstroken zijn te vinden in de bijlage van deze brochure 5
Alle CAD als PDF of ook in de voor de ontwerpers relevante formaten DWG en DXF beschikbaar op www.multigips.com
4 3
7
6 2 1
1 2
3
MultiGips gipsblok eventueel volledig afgefilmd met MultiGips CasoFill Uni eventuell zaagstof binden door MultiGips Grundiermittel (primer)
4 5 6 7
voegpasta, „PUR-schuim“ betonvloer verend anker spijkerplug
Keuze van de aansluitingen Binnenwanden van gipsblokken kunnen aan alle vaste bouwdelen worden aangesloten, bijvoorbeeld aan beton, gemetselde wanden van allerlei soort, houten en stalen draagconstructies, evenals aan goed samenhangend stucwerk. Drie soorten van aansluitingen zijn geschikt, al naar gelang de eisen van de bouwkundige situatie of de geluidsisolatie: Elastische aansluiting Glijdende aansluiting Starre aansluiting De elastische aansluiting wordt in de regel aanbevolen omdat die kleine vervormingen van de constructie (zoals doorbuigingen van het plafond), opnemen kan en door de hoge geluidsisolatie de beste prestatie levert. Wanneer met grotere en herhaalde vervormingen van de aangrenzende bouwdelen rekening moet worden gehouden, in het bijzonder bij een sterkere doorbuiging van het plafond, verdient een glijdende
[26]
aansluiting de voorkeur. De glijdende aansluiting is speciaal bij aansluitingen aan balklagen van hout of dakaansluitingen en bij plafonds met grote overspanning aan te bevelen, of in het geval van zijaansluitingen, aan houten staander constructies. De starre aansluiting alleen met gipslijm kan slechts in uitzonderingsgevallen worden toegepast, als geen of verwaarloosbaar kleine vervormingen van de constructie worden verwacht en niet hoeft te worden voldaan aan eisen van geluidsisolatie.
worden opgenomen. De veerankers moeten h.o.h. maximaal 1,50 meter aangebracht zijn. Ter plaatse van kozijnen en vrije wandbeëindigingen moet de afstand 0,25 m bedragen. De afstand tussen het plafond en de laatste rij blokken mag maximaal 15 mm zijn. Deze rij blokken is vóór het plaatsen aan de bovenkant te voorzien van een primer of moet voorgelijmd zijn in verband met de hechting van het voegmateriaal. Als elastisch voegmateriaal kan PUR-schuim worden toegepast.
Het wordt wel aanbevolen om de lijmnaad aan de wand- en plafondzijde in te snijden. Dit moet na het afwerken van de wand herhaald worden.
Een andere manier voor de plafondaansluiting is het gebruik van een kunststofprofiel op dezelfde wijze als bij de wandaansluiting. Hierbij moet de laatste rij blokken zo worden afgezaagd dat tussen deze en het lijf van het profiel een ruimte van 10 mm over blijft.
Elastische aansluiting
Plafondaansluiting Één manier van het aansluiten van de wand aan het plafond kan worden uitgevoerd met veerankers en elastisch voegmateriaal waarmee een indrukking tot 5 mm kan
Bij een schuin dak wordt de laatste rij gipsblokken zodanig afgezaagd dat circa 10 tot 15 mm ruimte tussen de blokken en de houten regel overblijft. Uit het oogpunt van geluidsisolatie kan deze ruimte worden
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Elastische aansluiting 3
1
1 2
3
5
2
4
MultiGips gipsblok MultiGips AkustikPro 120 (elastisch randstroken, 120 kg/m³) MultiGips SuperWeiss 200 (lijm)
gevuld met minerale wol of voorgecomprimeerd schuimband. De voeg is aan weerszijden van plinten te voorzien, die op de houten regel geschroefd zijn. Hierdoor is de wand ingeklemd en kan het dak toch bewegen.
Wandaansluiting Een kunststofprofiel wordt mechanisch of met montagelijm bevestigd tegen de aansluitende wand. Bij een onregelmatig wandoppervlak moet het profiel ter voorkoming van geluidlekken aan de wandzijden worden voorzien van een strook vilt, schuimband met gesloten celstructuur of een elastisch blijvende kit. De gipsblokken worden koud in de profielen gesteld. Geoptimaliseerde elastische aansluiting Voor het maken van een elastische aansluiting zijn de randstroken het belangrijkst. Ze bestaan uit polyethyleen zwaarschuim, bitumenvilt of minerale wol en worden deels kant-en-klaar voor
4
5
eventueel volledig afgefilmd met MultiGips CasoFill Uni (plamuur) betonwand, bouwmuur
de montage met de gipsblokken meegeleverd. Als universeel bruikbare en economisch aantrekkelijkste oplossing zijn vooral stroken van PE-zwaarschuim (120 kg/m³) gebleken. De randstrook MultiGips AkustikPro 120 werd speciaal voor de elastische aansluiting van gipsblokken ontwikkeld. De bijzondere geschiktheid daarvan werd aan de hand van omvangrijke beproevingen door een materialen laboratorium aangetoond. Als de scheidingwand t.b.v. brandwerendheid geheel uit niet-brandbare materialen moet bestaan kunnen steenwolstroken (brandklasse A1 vlg. NEN-EN 13501) toegepast worden. De stroken voor de randaansluiting worden alzijdig rondom aan de aangrenzende bouwdelen bevestigd met gipsblokkenlijm (Uitzondering: zelfklevende stroken). De blokken worden dan met nog een laag gipslijm gemonteerd en vrij van holle ruimten op de strook (vloer) of tegen de strook (wand) bevestigd. Voor de plafondaansluiting wordt het gebruik
Een geluidtechnisch optimaal uitgevoerde elastische plafondaansluiting: De randstrook MultiGips AkustikPro 120 bestaat uit PEzwaarschuim (120 kg/m³). De lichte scheidingswand kan geen geluidtrillingen aan flankerende bouwdelen overdragen. Het stucwerk van het plafond is ter plaatse van de ontmoeting met de wand ingesneden. Mede daardoor wordt de flankerende geluidoverdracht (langsgeleiding) daadwerkelijk gereduceerd. De bovenkanten van de blokken van de bovenste laag zijn in lichte mate afgeschuind, om het hechtvlak tussen blok en voegmateriaal te vergroten en tevens het volledig vullen van de voeg gemakkelijker te maken. De voeg voor de plafondaansluiting is met 3 à 4 cm hoogte voldoende en wordt met gips voegenvuller volledig gevuld.
van MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen en gips voor deurkozijnen aanbevolen. De optimaal afgestemde receptuur daarvan voorkomt scheurvorming tengevolge van te snelle verbranding en verzekert daarmee een scheurvrije verbinding. Om geluidtechnische redenen mag de strook voor de randaansluiting niet worden overlaagd met voegmateriaal. Indien dit toch gebeurt moet de voegmassa meteen onder het plafond met een plamuurmes worden doorgesneden. Bijzonder geschikt gebleken zijn de bredere randstroken (14 cm), die na het voegen in het vlak van de wand moeten worden afgesneden. Op die wijze is elke starre verbinding tussen wand en plafond te voorkomen.
[27]
www. mult ig ips. co m
Openingen in scheidingswanden Openingen in scheidingswanden van gipsblokken kunnen bij de montage van de wanden uitgespaard dan wel later uit de gerede wand worden gezaagd (niet uitbreken!). Grotere openingen, zoals deuren, worden bij voorkeur bij de montage gesteld. Voor kleinere openingen, voor doorgeefluiken of kleine ramen, is het achteraf inzagen, boren of frezen de meest gunstige oplossing. De keuzevrijheid voor het van meet af aan of het later aanleggen van de openingen draagt wezenlijk bij aan de flexibiliteit bij ontwerp of aanpassing van bouwdelen van gipsblokken. In de renovatie kunnen ook na lange jaren van gebruik naar believen nieuwe deuren worden gemaakt of juist dichtgemaakt, zonder rekening te moeten houden met beperkingen door raster- of regelafstanden. In de nieuwbouw kan de exacte positie van de deuren nog laat in de realisatiefase worden aangepast. De exacte plaatsen zijn pas nodig als gebruikers of
[28]
huurders gevonden zijn. Voor het maken van openingen en de inbouw van deuren worden onderstaand de in de bouwpraktijk meest voorkomende situaties beschreven: Deuropeningen tot 1 meter breedte Grotere deuropeningen Inbouw van een eendelig stalen kozijn (kant- en klaarkozijn) tijdens de montage van de blokken Inbouw van een eendelig stalen kozijn na de montage van de blokken, met kozijnanker Samengestelde houten kozijnen Deuropeningen tot 1 meter breed Openingen tot 1 meter breed in bouwdelen van wanden van gipsblokken behoeven geen latei en geen wapening. Deze worden in doorgaand verband over de opening heen gebouwd. Daartoe moeten de beide zijdelingse blokken bij voorkeur 20 tot 30
cm op liggen naast de opening. Voor de in voorkomend geval resterende restbreedte wordt een passtuk gemaakt, dat tussen de randblokken wordt ingebouwd. Afhankelijk van de bouwhoogte kan het zinvol zijn de onderste of de bovenste rij blokken hoogkant te plaatsen. Als het kozijn pas achteraf wordt geplaatst kan aan de bovenzijde van de opening een hulpconstructie worden gemaakt, die na het uitharden van de gipslijm weggehaald wordt. De minimale wandbreedte naast de deuropening (de overblijvende restbreedte van de wand) moet tenminste 10 cm bedragen.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Grotere deuropeningen Bij grotere deuropeningen kunnen, afhankelijk van de afmetingen en de plaats, extra maatregelen, in het bijzonder wapening, vereist zijn. Voor openingen groter dan 1 meter breedte is een verzinkte latei, van opengewerkt bandstaal ( 20 mm breed, materiaaldikte 1,5 mm) geschikt gebleken. Ook andere geschikte profielen kunnen worden toegepast. Het bandstaal wordt hoogkant in de gefreesde of gesneden sleuven enkele cm boven de opening in de blokken boven de deuropening gelegd. Beide zijden van de wand moeten van wapening worden voorzien en de sleuven met een hoogteverschil van ca. 5 cm worden gemaakt. De wapening moet ter weerszijden van de opening ongeveer 50 cm in de wand oversteken. Bij grotere wandhoogte wordt aanbevolen ook de daarboven liggende rij gipsblokken te wapenen met het bandstaal. In de praktijk is gebleken dat het meest geschikt is om reeds de eerste rij gipsblokken zo in te korten, en indien nodig hoogkant te monteren, dat de vereiste hoogte van de opening exact samenvalt met de lintvoeg.
met stelbare kozijnankers, die samenvallen met de lintvoegen. De blokken boven het kozijn moeten aan beide zijden van de opening 20 tot 30 cm ter weerszijde van de opening opliggen. Indien nodig wordt in het midden een passtuk geplaatst. Openingen die meer dan 1 meter breed zijn worden op de bovenbeschreven wijze gewapend. Inbouw van een stalen montagekozijn achteraf, met kozijnankers De deuropening wordt tijdens de montage uitgespaard of achteraf uitgezaagd dan wel pas gemaakt. De dagmaat van de opening komt bij montage met ankers overeen met de kozijnmaat. De neggen aan beide zijden en de bovenkant van de opening worden naar één zijde enigszins afgeschuind en krijgen uitsparingen voor de kozijnankers. Aansluitend het kozijn loodrecht en waterpas stellen, verstijven en fixeren. Uitsparingen en holle ruimten aan de zijkanten en boven met gipsmortel vullen, bij voorkeur met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen. → Beschrijving van de montage in beeld
gebracht op de volgende twee bladzijden Inbouw van een stalen montagekozijn tijdens de wandopbouw Stalen montagekozijnen zijn zeer rationeel en elegant op te nemen in een wand van gipsblokken. Het kozijn wordt daartoe op de gewenste plaats gemonteerd tegen stelprofielen die aan het plafond zijn afgesteund en met kruislatten zijn verstijfd. Bij het opbouwen van de wand worden de gipsblokken in het kozijnprofiel gebracht en de holle ruimte volledig met gipslijm gevuld. Bij vaste kozijnankers worden uit de blokken passende sleuven gezaagd. Het werk is eenvoudiger
lijmtangen bevestigen. De holle ruimte van boven, bij voorkeur met gipsmortel vullen, bij voorbeeld met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen. Bij het gieten met de rubber hamer zacht tegen het kozijn kloppen om het ontstaan van holle ruimten te voorkomen. Tenslotte de uitsparingen vullen, bijvoorbeeld met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen. Houten kozijnen samen te stellen uit meerdere delen Houten kozijnen worden in principe achteraf in scheidingswanden van gipsblokken ingebouwd. Meestal behoort dit werk tot het gebied van de timmerman of de kastenbouwer. Deze kan de kozijnen, zoals bij andere wanden, ook met montageschuim of met spreidankers vastzetten. Bij het gebruik van montageschuim verdient de aanbeveling de ondergrond (gips) voor te behandelen met een voorstrijk of een hechtbrug. Bij de toepassing van spreidankers moet de spatkracht naar boven en naar beneden werken. Houten kozijnen kunnen ook vooraf worden gesteld. De stijlen worden aan de vloer verankerd met een hoekstrip. Het kozijn wordt op tenminste de eerste, de derde en de vierde lintvoeg verankerd.
Inbouw van een stalen montage kozijn achteraf, kozijn aangegoten De deuropening wordt bij de blokkenmontage uitgespaard of later uitgezaagd. De breedte en de hoogte moeten afhankelijk van het kozijnprofiel tot ca.15 mm groter zijn dan de nominale bouwmaten. In de hoeken van de latei worden uitsparingen uitgezaagd voor het aangieten van het kozijn. Aansluitend kozijn loodrecht en waterpas stellen, verstijven en fixeren. Bekistingsplanken of dergelijke aan elke kant naast het kozijn met
Dorpelwapening met vlak staal
Openingen in scheidingswanden van gipsblokken kunnen veilig en zonder extra maatregel gemaakt worden zoals onder beschreven. Met de inbouw van een dorpelwapening van vlak staal kan in bijzonder kritische situaties, zoals bij extreem grote vloeroverspanningen of te verwachten grote verplaatsingen van de constructie, de kans op scheurvorming verder worden beperkt. Door deze maatregel wordt de zone van de trekspanning vanuit het gebied van de latei verplaatst naar de onderzijde van de wand. De trekspanning wordt opgenomen door de wapening in de dorpel. Op de stroken voor de randaansluiting in het gebied van de deur MultiGips Kleber (lijm) aanbrengen en de wapening in het lijmbed inbrengen. De beide onderste blokken ter weerszijden van de opening in de metalen doornen drukken. Ontwikkeld en beproefd door het Materialprüfanstalt für das Bauwesen MPA Braunschweig
[29]
www. mult ig ips. co m
a)
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
[30]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Inbouw van een stalen montagekozijn achteraf, met kozijnankers
De deuropening wordt bij de montage uitgespaard of achteraf uitgezaagd. Bij een inbouw met ankers komt de maat van de opening overeen met die van de kozijnmaat (a). De neggekanten worden rondom met een zaag afgeschuind, opgeruwd en van stof ontdaan (b). Uitsparingen voor de flexibele kozijnankers uitzagen en zaagstof verwijderen. Kozijnen met vaste ankers bepalen de positie van de uitsparingen (c, d). Neggekanten en uitsparingen goed voorbevochtigen. Kozijn loodrecht en waterpas stellen (e, f). Kozijn op 1 meter hoogte vastzetten en verstijven (g). Uitsparingen en holle ruimten aan de zijkanten en boven dichtzetten met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen (h).
[31]
www. mult ig ips. co m
Waterproof
Natte ruimten Gipsblokken kunnen in alle ruimten voor de woningbouw, kantoren en utiliteitsbouw voor binnenwanden worden toegepast. Ze zijn ook geschikt voor toepassing in keukens en badkamers in woningen. Alleen daar, waar sprake is van langdurige en regelmatig intensieve vochtbelasting, zoals in industriële grootkeukens of openbare zwem- en badhuizen moeten gipsblokken niet worden toegepast.
wateropname na 2 uur onderdompelen bedraagt minder dan 5% betrokken op droge massa. De functionaliteit van de scheidingswanden krijgt nog meer zekerheid door het gebruik van MultiGips Kleber Hydro 90 (lijm) bij de montage en het affilmen.
Een verhoogde zekerheid voor keukens en badkamers in woningen wordt geboden met waterafstotende gipsblokken. Omdat deze bestaan uit door- en door gehydrofobeerd gips geven ze een betere bescherming dan welke impregneerlaag ook. Het ademende vermogen van de blokken wordt door de hydrofobering niet aangetast.
MultiGips HydroSockel beschermen de wanden tegen optrekkend vocht in geval van vochtbelasting tijdens de bouw en bij latere vochtoverlast. Deze bestaan uit glasschuim, dat absoluut water- en waterdampdicht is. De sokkels zijn aan twee zijden gecacheerd met een glasvlies en kunnen worden meegeleverd.
Om de handeling op de bouwplaats te vergemakkelijken en verwisseling te voorkomen hebben de waterafstotende gipsblokken een blauwachtige kleur. De
[32]
toegepast. MultiGips HydroSockel bewerkstelligen ook een betere warmteisolatie ter plaatse van de voet van de scheidingswand. Bij de opbouw op begane grondvloeren of boven niet-verwarmde ruimten kunnen koudebruggen betrouwbaar worden vermeden.
HydroSockel (kim) voor warmte-isolatie en voor bescherming tegen vocht
Voor de bevestiging op de vloer zijn geschikt cementmortels, tegellijm of MultiGips Kleber. De verdere opbouw van de scheidingswand verloopt normaal. Bij voorkeur wordt een elastische aansluiting
MultiGips HydroSockels van glasschuim
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Het bevestigen van zware voorwerpen Woningen en kantoren evenals verblijfsruimten of sanitaire cellen worden tegenwoordig uitgerust met tal van inrichtingselementen die aan de wanden worden bevestigd. Naast de gebruikelijke kasten en boekenplanken kunnen dit bijvoorbeeld wastafels, televisietoestellen en zware bewakingsinstallaties of ook vitrines in tentoonstellingsruimten en medische apparaten in ziekenhuizen zijn. Niet altijd is de precieze plaats van de elementen al tijdens de bouw bekend, bovendien kunnen latere verbouwingen en veranderingen van het gebruik leiden tot veranderingen in de opstelling. Flexibel bruikbare binnenruimten moeten het dan ook mogelijk maken lasten, ook zware lasten, aan alle wanden en op elke gewenste plaats te bevestigen. Dank zij hun homogene uitvoering en het door en door massief zijn kunnen lichte en zware consolelasten op elke plaats betrouwbaar aan wanden van gipsblokken worden bevestigd. Men hoeft daarbij geen
rekening te houden met rastermaten of afstanden van staanders, zo zijn ook lastafdragende dwarsconstructies e.d. niet nodig. Er behoeven alleen geschikte bevestigingsmiddelen te worden gekozen en de onderstaand beschreven randvoorwaarden te worden nageleefd.
gen van ten minste 100 kg per console bevestigd met 2 Fischer S10 pluggen en 2 houtdraadbouten 5 bij 50 mm.
Consolelasten Lichte consolelasten zoals boekenplanken en wandkastjes mogen aan alle wanden van gipsblokken met gewone in de handel verkrijgbare spreid- of schroefpluggen, zonder verdere aantoning van de geschiktheid worden aangebracht. Zware voorwerpen zoals wastafels moeten met behulp van specialepluggen of doorgaande draadbouten worden bevestigd. De niet-dragende binnenwanden zijn tot een wandhoogte van 2,60 m bestand tegen verticale excentrische belastin-
[33]
www. mult ig ips. co m
Pluggen Voor bevestigingen aan wanden van gipsblokken kan een groot aantal in de handel verkrijgbare pluggen en ankers worden gebruikt. De door de fabrikant opgegeven waarden voor de diepte van de boorgaten en de aanbevolen gebruiksbelasting dienen worden opgevolgd. Boorgaten Het boren moet worden uitgevoerd met HSS-boren in de boorstand, (nooit in de klopboorstand) opdat het boorgat niet te ruim wordt. Om dezelfde reden moet voor kunststof spreidpluggen de boordiameter 1 mm kleiner gekozen worden dan de diameter van de plug. Na het boren moet het boorstof zorgvuldig uit het boorgat verwijderd worden. Boorgaten die te ruim geworden zijn of die niet schoon gemaakt zijn, verminderen de opneembare kracht van de pluggen. Randafstanden Om uitbrekingen te voorkomen moet tussen het boorgat en de randen van de wand (bij de aansluitingen of deuropeningen) voldoende afstand worden gehouden. Indien dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij kopse bevestigingen in deuropeningen, moet de spreidrichting en daarmee de spreiddruk evenwijdig aan de rand verlopen. Voor
dergelijke gevallen verdient de aanbeveling pluggen zonder spreiddruk te gebruiken. Schroeven De door de fabrikant van de plug opgegeven maximale draagkracht wordt slechts bereikt als schroeven met de grootst mogelijke diameter worden gebruikt. Daarom zoveel mogelijk de telkens grootst opgegeven diameter voor de schroeven gebruiken, geen kleinere maten. Het gebruik van spaanplaatschroeven in plaats van houtschroeven kan de maximaal opneembare kracht verminderen. Bevestiging van sanitair
deze sanitaire elementen op te hangen aan draagconstructies. Deze kunnen in tweebladige installatiewanden of voorzetwanden van gipsblokken worden ingebouwd. Het verdient aanbeveling geprefabriceerde systemen voor draagconstructies met inbouw stortbakken te gebruiken, bijvoorbeeld Gerberit, Duravit en dergelijke. Deze worden in overeenstemming met de opgave van de betreffende fabrikant op de onafgewerkte vloer en aan het achterste blad bevestigd. Het voorste blad van gipsblokken moet tenminste 70 mm dik zijn en moet over het gehele vlak aansluiten aan het te monteren element. Daarin zijn de boorgaten met een nauwe passing voor de draadeinden voor de montage van de WCs en voor het afvoerkanaal aangebracht.
Een betrouwbare ophanging van wastafels wordt gerealiseerd met bouten, voorzien van een ring aan de achterzijde van de scheidingswand. Bij enkelvoudige wanden kunnen daartoe aan de achterzijde uitsparingen worden aangebracht door uitsnijden of frezen teneinde de ring of balk in de wand op te nemen. Na montage van het anker worden de sparingen weer met gips gevuld. Bij WCs die aan de wand zijn opgehangen kunnen onbeheerste en stotende belastingen met relatief hoge momenten optreden. Ondanks de hoge bezwijkwaarden van enkele plugtypen voor wanden van gipsblokken wordt altijd aanbevolen
Bij een last van 12,9 kN breekt een gipsblok met hoge dichtheid ( ≥ 1.100 kg/m³) onder trekbelasting. Het bezwijken van de injectiekern is een indicatie voor de optimale verlijming met het blok. De aanbevolen aan te brengen last bedraagt bij een diepte van 75 mm 3,0 kN.
[34]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Fischer bevestigingstechniek
Plugaanduiding fabrikant
Diepte verankering (mm)
Maximale gebruikslast zoals aanbevolen door de fabrikant kN/plug *
S8
40
0,15
S 10
50
0,23
S 12
60
0,37
S 14
75
0,60
SX 8
40
0,26
SX 10
50
0,37
SX 12
60
1,00
SX 14
70
1,00
metallen tuimelplug KM 10
100
1,75
FIS V 360 + FIS G M8
75
1,50 (3,00) **
FIS V 360 + FIS G M10
75
1,50 (3,00) **
FIS V 360 + FIS G M12
75
1,50 (3,00) **
UX 8
50
0,15
UX 10
60
0,35
UX 12
70
0,45
UX 14
75
0,50
Turbo FTP K 8
60
0,29
Turbo FTP K 10
70
0,54
Turbo FTP M 8
60
0,45
Turbo FTP M 10
70
0,65
H i l t i NE D ERL A N D
HUD-1 8 x 40
55
0,15
HUD-1 10 x 50
65
0,25
HUD-1 12 x 60
80
0,40
HUD-1 14 x 70
90
0,55
HGN 12
95
0,80
HGN 14
110
1,00
* De aanbevolen gebruikslasten zijn richtwaarden van de fabrikanten van de pluggen op het moment van het ter perse gaan van deze brochure. Deze omvatten veelvoudige veiligheidsfactoren, per fabrikant verschillend in hoogte. Aansprakelijkheid voor de opgaven wordt afgewezen. Deze geldt in voorkomend geval rechtstreeks de fabrikant van de pluggen. De opgaven gelden voor gipsblokken met gemiddelde dichtheid in overeenstemming met NEN-EN 12589. ** De waarden tussen haakjes betreffen gipsblokken met hoge dichtheid
[35]
www. mult ig ips. co m
Geometrische adviezen: Plaatsing en afmetingen van leidingsleuven Horizontale sleuven met een de diepte van de halve wanddikte mogen niet langer zijn dan 1 meter. Langere horizontale sleuven mogen niet dieper zijn dan 1/3 van de wanddikte. Evenwijdig lopende horizontale sleuven met een afstand van minder dan 50 cm zoveel mogelijk vermijden. Verticale buisleidingen moeten elk in afzonderlijke sleuven worden aangebracht. De afstand tussen twee sleuven in één wandvlak moet tenminste gelijk zijn aan de wanddikte Loodrechte sleuven die minder diep zijn dan de helft van de wanddikte, mogen elke gewenste lengte hebben Diepere sleuven mogen niet langer zijn dan 1 meter. Alle in te bouwen delen moeten na installatie met tenminste 1 cm dekking worden gevuld. Als sleuven op andere wijze worden uitgevoerd moet bij het ontwerp van de wand hiermee rekening worden gehouden. In het geval van sleuven die niet worden gevuld mag slechts de overblijvende wanddikte als nettowanddikte worden aangemerkt.
Installaties Elektra- en dataleidingen of soortgelijke installaties kunnen zeer eenvoudig en onopvallend in wanden van gipsblokken worden aangebracht. Zowel direct na het opbouwen van de wand als achteraf bij latere verbouwingen of renovaties.
voor deurkozijnen. De sleuven hebben geen nadelige invloed op de stabiliteit van de wand indien deze aan de geometrische adviezen voldoen.
Leidingen voorbereiden, aanbrengen en afwerken
Ook buizen kunnen in wanden van gipsblokken worden ingebouwd onder inachtneming van de randvoorwaarden. Metalen buizen moeten in elk geval beschermd zijn tegen corrosie. Ter voorkoming van het ontstaan van condensvocht en scheurvorming tengevolge van uitzetting door warmte moeten de buizen op gepaste wijze voorzien zijn van een ommanteling. Buizen in de blokken van de scheidingswand verminderen de geluidsisolatie, daarom is het meestal gunstiger deze met geluiddempende klemmen op de wand te bevestigen. Het verdient dan aanbeveling de scheidingswand als samengestelde installatiewand of als voorzetwand van gipsblokken uit te voeren. Deze oplossing moet telkens, ook bij een groot aantal installaties – on geacht de soort – getest
De sleuven voor kabels worden gefreesd. Voor contactdozen worden gatzagen gebruikt. In geen geval de sleuven en gaten maken door uitbreken! Bij het aanbrengen van de installaties moeten uitsluitend corrosiewerende bevestigingsmiddelen worden gebruikt. Aansluitend worden de sleuven met gipsmortel gevuld met voldoende dekking op de leidingen van tenminste 1 cm. Geschikte gipsmortels voor het vullen zijn bijvoorbeeld MultiGips Kleber (lijm), MultiGips RotWeiss Haftputz (handpleister) of MultiGips FG 70 Vulgips en gips
[36]
Buizen
worden. Brandveiligheid Ook in het geval dat wanden van gipsblokken moeten voldoen aan eisen van brandveiligheid kunnen op elke gewenste plaats elektrische contactdozen, schakelaars of verdeeldozen worden ingebouwd mits deze niet direct tegenover elkaar worden geplaatst. Individuele elektrische leidingen mogen door de wanden worden doorgevoerd, mits de opening rond de leiding volledig met gips wordt gevuld. Doorvoeringen voor een aantal leidingen op één plaats of andere openingen moeten net zoals deuropeningen brandveilig worden afgewerkt. Dit kunnen bijvoorbeeld brandwerende deuren, brandveilige (inspectie) luiken of beglazingen zijn.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Openingen met afmetingen kleiner dan 5% van het wandoppervlak van elke afzonderlijke ruimte, zijn conform het Bouwbesluit 2003 art. 2.95 vrijgesteld van de eis aan de brandwerendheid. Deze kunnen. Deze kunnen worden uitgezaagd, uitgefreesd of geboord. Zo moet bijvoorbeeld bij de inbouw van een groepenverdeler voor vloerverwarming de opening voor de installatie afhankelijk van de wanddikte worden gekozen.
[37]
www. mult ig ips. co m
MultiGips gipsblokken kunnen met een grove handzaag, ketting- of alligatorzaag gemakkelijk worden bewerkt. Passtukken kunnen op de gewenste afmeting precies passend worden gemaakt. Dank zij het messing- en groefprofiel en de eenvoudige verwerking met gipsblokkenlijm kunnen bijvoorbeeld ook halve blokken gebruikt worden. MultiGips gipsblokken zijn daarom bijzonder economisch, en besparen afval- en stortkosten.
Algemene richtlijnen voor de montage Alle zaagvlakken van aangepaste of afgeschuinde blokken moeten na het zagen grondig worden bevrijd van stof. Openingen, doorbrekingen of sleuven niet uitbreken maar zagen of frezen. Deuren en andere openingen kunnen bij de montage van de wand uitgespaard of achteraf uit de gerede wand worden uitgezaagd. Alle in de wand verwerkte metalen delen, zoals lateien of kozijnen, moeten tegen corrosie beschermd zijn. Cementhoudende mortels mogen in geen geval in de wanden verwerkt worden, ook niet bij de plaatsing van deurkozijnen! Gipsblokken kunnen verwerkt en deugdelijk aangesloten worden, mits de aangrenzende bouwdelen voldoende stabiel en vorstvrij zijn en de temperaturen ook ’s nachts boven het vriespunt liggen. Het dak moet al dicht zijn teneinde vochtbelasting in de bouwfase te vermijden. Cement- of anhydriet dekvloeren, ook als gietvloeren uitgevoerd, kunnen achteraf worden aange-
[38]
bracht, mits de randstroken of beschermfolies vakkundig tegen de wand worden opgezet en na het verharden worden weggesneden. In het geval van dekvloeren van gietasfalt moet worden gezorgd voor een goede ventilatie, opdat de vrijkomende warmte snel kan worden afgevoerd. Voor inpandige ruimten zonder voldoende ventilatie moet van het gebruik van gietasfalt worden afgezien. Eenzijdig alleen op de vloer aangesloten wanden moeten door de aannemer met geschikte profielen aan de vloer worden vastgezet. → Voor een voorbeeld van de montage van
een vrijstaande wand van MultiGips gipsblokken, constructief aan de vloer bevestigd met bandstaalprofielen, zie pagina 39
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
4
3
2
5
1
6
7
1 2 3
4
MultiGips gipsblok MultiGips AkustikPro 120 sk MultiGips Kleber gipsblokkenlijm MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen
5
6 7
8
8
MultiGips CasoFill Uni voor affilmen aan beide zijden Ankerlasverbinding Stalen koker 50 x 50 x 1.250 mm Stalen vloerplaat 200 x 200 x 10 mm
Constructietekeningen met en zonder randstroken zijn te vinden in de bijlage van deze brochure Alle CAD als PDF of ook in de voor de ontwerpers relevante formaten DWG en DXF beschikbaar op www.multigips.com
[39]
www. mult ig ips. co m
Oppervlak en wandafwerking Gipsblokken worden nauwkeurig met messing en groef in elkaar gemonteerd. Al bij de opbouw ontstaat daardoor een bijzonder glad oppervlak dat tevens zeer vlak toont. De oppervlakken hebben geen stuclaag nodig! Dit geldt zowel voor de eisen ten aanzien van de geluidsisolatie alsook voor die van de brandwerendheid (maar niet voor de MultiGips brandwand). Gipsblokken worden alleen ter plaatse van de voegen, of bij zeer strenge optische eisen, over het volle vlak gefilmd. Bij voldoende ventilatie zijn de wanden daardoor al na een paar dagen droog en gereed om te worden afgewerkt. Affilmen Voorafgaand aan het affilmen worden alle sleuven en uitsparingen, die bijvoorbeeld voor het monteren van de deuren of voor de installaties nodig waren, gevuld. Hiervoor zijn bijvoorbeeld geschikt de gipsmortels MultiGips Kleber (lijm), MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen of
[40]
MultiGips RotWeiss Haftputz (handpleister). De uit de voegen uitgewelde gipsblokkenlijm moet al tijdens de verwerking van de blokken worden afgestreken wanneer deze enigszins aan het verharden (aantrekken) is. Eventueel nog aanwezige spatten moeten voor het affilmen worden afgestoken. Aansluitend worden, afhankelijk van de eisen uit het bestek met betrekking tot de oppervlaktekwaliteit, alleen de voegen of het gehele wandoppervlak afgefilmd. Daarvoor zijn geschikt MultiGips CasoFill FK2, MultiGips CasoFill Super 50, CasoFill Super 90m (hechtpleister), CasoFill Uni (plamuur) of MultiGips Kleber (lijm). Oppervlakken, bestemd voor tegelwerk mogen niet worden afgefilmd! Schilderwerk of behang Teneinde een gelijkmatig zuigend wandoppervlak te verkrijgen moeten de wanden voorafgaand aan het aanbrengen van schilderwerk of behang worden voorge-
streken. Fluateren is niet nodig en niet toegestaan. Alle gangbare dispersie- latexolie- en lakverven zijn geschikt. Alleen kalk en waterverf moeten niet worden gebruikt. Afhankelijk van de gerealiseerde kwaliteit van het affilmen kunnen bovendien alle gebruikelijke soorten glad en structuurbehang toegepast worden. Keramische tegels en natuursteen Wanden waarop keramische tegels of natuursteen worden verlijmd mogen niet worden afgefilmd. Ook niet ter plaatse van de voegen. Daar moet alleen de uit de voegen gewelde gipslijm worden afgestreken. Op de voorgestreken wandvlakken kunnen dan de tegels of het natuursteen met een geschikte dunbedlijm betrouwbaar worden aangebracht. Waterafstotende gipsblokken hebben van zich al een gereduceerde zuiging en hebben daarom geen voorstrijk nodig. Voegmortels met een dichtingsmiddel verhogen de waterafstotende werking
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
van de keramische bekleding. Een nog verdere verbetering kan worden bereikt door te voegen met een voegmortel op basis van epoxyhars. Eigenschappen en kwaliteit van het oppervlak Voor de vlakheid en de optische prestatie van een afgefilmd oppervlak worden vaak verschillende en zeer subjectieve criteria gebruikt. In het bestek staan dan vaak weinig behulpzame, want niet gedefinieerde begrippen als „glad, schilderklaar, behangklaar”. Deze begrippen beschrijven niet voldoende nauwkeurig wat de opdrachtgever aan eisen aan de oppervlaktekwaliteit stelt. Daardoor kunnen verschillen van inzicht ontstaan of de gerealiseerde kwaliteit met de eisen overeenkomt. Teneinde een betrouwbare basis te krijgen voor alle betrokkenen en de communicatie tussen opdrachtgever, ontwerper en de verwerker te verbeteren zijn kwaliteitscriteria
in ontwikkeling voor wanden van gipsblokken. Thans wordt nog gebruik gemaakt van de oppervlaktebeoordelingskriteria stukadoorswerk binnen van het Bedrijfschap Afbouw. Daarin worden onderscheiden in de groepen 1 t/m 5. Groep 1 t/m groep 3 worden van een afwerklaag voorzien waardoor kleurverschillen toegestaan zijn. De oppervlakken van groep 4 en groep 5 gelden slechts voor een afwerking van pleisterwerk blijvend in het zicht. Voor ontwerpers en verwerkers verdient het aanbeveling deze kwaliteitsklassen te vermelden in bestekken en aanbiedingen omdat daarmee eenduidigheid over de geëiste prestatie wordt bevorderd. In het geval dat aan de vlakheid van het afgefilmde oppervlak van wanden van gipsblokken verhoogde eisen worden gesteld, moet dit in het bestek beschreven zijn en uitdrukkelijk worden overeengekomen. Indien dit niet het geval is dan zijn de standaard eisen van kracht. Voor de uitvoering in de twee strengste klassen verdient het aanbeveling
de toleranties in de vlakheid schriftelijk overeen te komen. Indien voor de beoordeling of de acceptatie verdere eisen moeten gelden, speciaal in het geval van belichtingsomstandigheden met strijklicht, bij daglicht of bij kunstlicht, moet van de zijde van de opdrachtgever worden verwacht, dat al bij het afwerken van de wand vergelijkbare belichting aanwezig is. Bij ontwerp en acceptatie moet bovendien rekening worden gehouden met de eigenschappen van de te gebruiken bouwmaterialen en hun toleranties evenals met de mogelijkheden die het vakmanschap bij de uitvoering ten dienste staan. → www.bedrijfschapafbouw.nl
p publicaties
[41]
www. mult ig ips. co m
Maattoleranties
Kleine afwijkingen van de beoogde lengte, hoogte- en hoekmaten evenals kleine afwijkingen van de vlakheid zijn in de bouw ten enenmale niet te vermijden en moeten voor lief worden genomen. Deze betekenen geen beperking voor functionaliteit of vorm.
Algemene opmerkingen over oppervlakken Als vlakmateriaal voor wanden van gipsblokken mogen alleen voor dit doel aanbevolen producten van MultiGips worden toegepast. De ondergrond moet schoon en droog zijn, voldoende zuigkracht bezitten en voldoende samenhang hebben. Vlakwerk (de filmlaag) mag alleen bij temperaturen van ten minste 5 °C en bij een relatieve luchtvochtigheid van ten hoogste 70% R.V. worden uitgevoerd. Als meer dan één laag van de producten nodig is moet tussen de afzonderlijke arbeidsgangen de vereiste droogtijd worden aangehouden. Afwerkingen van het oppervlak zoals schilderwerk, behang of pleisterwerk mogen pas worden uitgevoerd als wand en filmlagen verhard en door en door droog zijn. Vervolgens wordt de voorstrijk aangebracht door de volgende onderaannemer. Het te gebruiken voorstrijkmiddel is afhankelijk van zowel de ondergrond als ook van de latere afwerking. Ook bij latere reparaties of verbeteringen is dit van belang.
[42]
Voor behang moet gangbare behanglijm worden gebruikt op basis van methylcellulose. Vooral na het behangen met papieren glasweefselbehang, maar ook na het aanbrengen van kusthars- en celluloselagen moet worden gezorgd voor voldoende ventilatie teneinde een snelle uitdroging te bevorderen. Opmerking voor het bestek De door de ontwerper gewenste oppervlaktekwaliteit moet aan de hand van de „Oppervlaktebeoordelingscriteria stukadoorswerk binnen“ worden vastgelegd en overeengekomen. Aanvullend moeten de eindafwerkingen expliciet worden genoemd zoals behang, tegel-, schilder- of pleisterwerk. Een algemene benoeming is niet toereikend! Staan in het bestek geen vermeldingen van de oppervlaktekwaliteit genoemd, dan geldt groep 3 als zijnde overeengekomen. Een bestek dat voor de beschrijving van de oppervlaktekwaliteit begrippen hanteert als „schilderklaar,
sausklaar, oppervlaktegereed, behangklaar” en dergelijke is niet geschikt voor de te realiseren prestatie. De beschrijving moet eenduidig en volledig zijn. De in deze brochure vermelde kwaliteitsgroepen 1 t/m 3 dienen als voorbeeld voor de beschrijving van het gewenste oppervlak. In bijzondere gevallen moeten bij het ontwerp en de inschrijving met de speciale eigenschappen van de beoogde eindafwerking en het uitzien in de gebruikstoestand rekening worden gehouden. De verwerker moet de opgaven toetsen op eenduidigheid en de technische uitvoerbaarheid. → www.bedrijfschapafbouw.nl
p publicaties
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[43]
www. mult ig ips. co m
Tijdbesparend: vanuit de vrachtwagen door het raam meteen naar de plaats van inbouw
Alternatief: lossen op balkons of terrassen
Praktisch: transport in het gebouw met speciale blokkenwagen
Efficiënte logistiek op de bouwplaats Traditioneel worden de pakketten voor het gebouw gelost. Hierdoor moeten de blokken alle afzonderlijk worden geopperd. Dit vraagt tijd en kracht. Sinds geruime tijd is er in het kader van arbeidsomstandigheden sprake van een verlaging van de massa van de blokken waardoor meer blokken voor dezelfde vierkante meter wand moet worden geopperd, omdat deze kleiner worden. Door gebruik van een vrachtwagen voorzien van een hijskraan kunnen de tijd en de kracht voor het opperen worden bespaard door de pakketten meteen op de juiste verdieping te plaatsen. Een ander voordeel is dat de pakketten nooit meer op de grond in het water te komen staan en dat de gipsblokken veel minder beschadigd zullen raken door het vervallen van het opperen. MultiGips gipsblokken worden op Europallets aangeleverd. De pakketten zijn in folie verpakt ter bescherming tegen de inwerking van water. Als alleen de pakketten met blokken gelost moeten worden dan blijven de pallets op de vrachtwagen. Voorwaarde voor een rationeel transport van de bouwmaterialen is dat de bouwplaats toegankelijk is voor vrachtwagens met 40 ton bruto gewicht. Reeds bij de bestelling moet worden opgegeven hoe het lossen moet geschieden, zodat de vrachtwagen het juiste losgereedschap bij zich heeft. Voor het lossen op de grond moeten de pakketten tegen de inwerking van vocht worden beschermd. Om dit ook te garanderen voor vocht van onder uit, moeten de pakketten met blokken op de pallets blijven of moeten ze op houten balken worden opgeslagen. Het lossen direct in het gebouw met de bouwkraan echter zorgt
[44]
voor duidelijke tijdsbesparing in de bouw en voor vermindering van de belasting van het opperen. Met het pakket direct naar de plaats van montage Met de speciale bouwkraanlogistiek voor gipsblokken wordt de zekerheid geschapen dat de pakketten direct op die verdieping worden geplaatst waar ze verwerkt moeten worden. Speciale hydraulische grijpers nemen de pakketten op, steken ze door de raamopeningen waar ze op wagens worden geplaatst. Een transportwagen wordt in de regel meegenomen en gedurende de tijd van het lossen ter beschikking gesteld. Afhankelijk van de hoogte van plaatsing moet de afstand van de vrachtwagen tot het gebouw 3 tot 7 meter bedragen. De raamopeningen waar de pakketten doorheen moeten, dienen tenminste 0,85 meter breed en 1,30 meter hoog te zijn (1,45 meter in het geval van mechanische grijpers). Bij de bestelling moet bovendien de hoogte van de borstwering van het hoogste raam worden opgegeven (max. 20,5 m). Voorzover vrachtwagens voldoende dicht langs het gebouw kunnen aanrijden kunnen ook hele Europallets op het balkon van de eerste verdieping worden afgezet. Hierbij moet echter worden gelet op de maximaal toegelaten nuttige belasting van de balkonvloer. Maximale plaatsingshoogte voor Europallets 4,5 m. Minimale hoogte van de opening voor Europallets 2,80 m
Bovenkant borstwering bij lossen van pakketten
hijskraan (m)
Max. hoogte (m)
14
9,00
18
15,50
22
17,50
27
20,50
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[45]
PRODUCT- EN SYSTEEMGEGEVENS
www. mult ig ips. co m
[46]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Componenten MultiGips gipsblokken Massieve gipsblokken met gemiddelde dichtheid overeenkomstig NEN-EN 12859 voor de rationele montage van lichte niet-dragende scheidingswanden. Kenmerk Volumieke massa Dikte Standaardafmetingen
Natuurlijk wit ca. 800 kg/m³ 70 mm, 100 mm 500 x 640 mm (70 mm) 500 x 450 mm (100 mm)
Verbruik bij standaardafmeting Levereenheden Karakteristiek
3,125 blokken per vierkante meter (500 x 640 mm), 4,444 blokken per vierkante meter (500 x 450 mm) Pakketten, tegen vocht beschermd in krimpfolie, Pallets met 2 of 3 pakketten, afhankelijk van de blokafmetingen Rondom voorzien van messing en groef
Warmtegeleidingscoëfficiënt Waterdampdiffusieweerstandsgetal Brandgedrag
λ 0,41 W/mK μ 5-10 onbrandbaar volgens NEN 6064 dan wel brandklasse A1 volgens NEN-EN 13501-1
Verwerken Oppervlakken Afwerking
boren, zagen, frezen of knippen, nooit breken Ter plaatse van de voegen afstrijken of volledig affilmen Schilderwerk, behang, stucwerk of tegelwerk
BRL 1003
De producent heeft het recht om het certificatiemerk te voeren volgens nevenstand voorbeeld
IKB 1182
P L A AT M A S S A’ S E N V E R PA K K I N G S E E N H E D E N M U LT I G I P S G I P S B L O K K E N MET GEMIDDELDE DICHTHEID OVEREENKOMSTIG NEN-EN 12859 *
Dikte (mm)
Afmetingen (mm)
Gewicht per oppervlak gerede wand (kg/m2)
Verpakkingseenheden Pallet
Pakket
Aantal
Oppervlak Wand (m2)
Aantal
Oppervlak Wand (m2)
70
500 x 640
56
51
16,32
17
5,44
100
500 x 450
80
36
8,10
12
2,70
* ook gehydrofobeerd te verkrijgen
[47]
www. mult ig ips. co m
MultiGips gipsblokken, hoge dichtheid Massieve gipsblokken met hoge dichtheid in overeenstemming met NEN-EN 12859 voor de rationele montage van lichte niet-dragende scheidingswanden, bijvoorbeeld voor bijzondere eisen voor geluidsisolatie Kenmerk Volumieke massa Dikte Afmetingen
Verbruik bij standaardafmeting Levereenheden Karakteristiek
4,444 blokken per vierkante meter (500 x 450 mm) 4,0 blokken per vierkante meter (500 x 500 mm) Pakketten, tegen vocht beschermd in krimpfolie; pallets met 2 of 3 pakketten, afhankelijk van de blokafmeting Rondom voorzien van messing en groef
Warmtegeleidingscoëfficiënt Waterdampdiffusieweerstandsgetal Brandgedrag Verwerken Oppervlakken Afwerking
Roodachtig ca. 1.250 kg/m³ 70 mm, 100 mm 500 x 450 mm (70 mm) 500 x 500 mm (100 mm)
λ 0,58 W/mK μ 5-10 onbrandbaar volgens NEN 6064 dan wel brandklasse A1 volgens NEN-EN 13501-1 boren, zagen, frezen of knippen, nooit breken Ter plaatse van de voegen afstrijken of volledig affilmen Schilderwerk, behang, stucwerk of tegelwerk
P L A AT M A S S A’ S E N V E R PA K K I N G S E E N H E D E N M U LT I G I P S G I P S B L O K K E N MET HOGE DICHTHEID OVEREENKOMSTIG NEN-EN 12859
Dikte (mm)
Afmetingen (mm)
Gewicht per oppervlak gerede wand (kg/m²)
Verpakkingseenheden Pallets
Pakket
Aantal
Oppervlak Wand (m2)
Aantal
Oppervlak Wand (m2)
70
500 x 450
87,5
34
7,65
17
3,83
100
500 x 500
120,0
24
6,00
12
3,00
MultiGips gipsblokken, waterafstotend Massieve gipsblokken in overeenstemming met NEN-EN 12859 voor de rationele montage van lichte nietdragende scheidingswanden, door en door waterafstotend, bij voorkeur voor toepassing in keukens en badkamers in woningen Volumieke massa, gemiddeld Volumieke massa, hoog
[48]
ca. 800 kg/m³ (blauwachtig) ca. 1.250 kg/m³ (blauwachtig)
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
MultiGips gipsblokken zijn KOMO® gecertificeerd (IKB 1182/06) MultiGips gipsblokken normaal 70 mm
MultiGips gipsblokken zwaar 70 mm
MultiGips gipsblokken normaal 100 mm
MultiGips gipsblokken zwaar 100 mm
L 70 / LH 70 *
Z 70 / ZH 70 *
L 100 / LH 100 *
Z 100
500 x 640 x 70
500 x 450 x 70
500 x 450 x 100
500 x 500 x 100
800
1.250
800
1.200
3,125
4,44
4,44
4,00
gewicht per m² wand in kg
56
87,5
80
120
max. vochtgehalte bij aflevering in % m/m
6
6
6
6
16,32
7,65
8,10
6,00
980
681
701
720
5 – 10
5 – 10
5 – 10
5 – 10
warmtegeleidingscoëfficiënt in W/mk
0,26
0,43
0,26
0,43
warmteweerstand RC volgens NEN 1068 in m² K/W
0,27
0,17
0,38
0,23
5
5
5
5
2,41
2,93
5,09
5,66
benodigde kleefstof (MultiGips SuperWeiss 200) in kg/m² wand (ca.)
1
1
1,4
1,4
luchtgeluidsisolatie RW met PUR-schuim in dB
33
35
34
40
luchtgeluidsisolatie RW met AkustikBit 1000 in dB
–
40
–
46
luchtgeluidsisolatie RW met AkustikPro 120 in dB
33
–
40
–
Niet van toepassing
-20
-15
-9
brandwerendheid in minuten (tenminste)
80
80
120
120
brandklasse volgens NEN-EN 13501-1
A1
A1
A1
A1
Type
afmetingen in mm (l x b x h) volumieke massa (±5%) in kg/m³ aantal gipsblokken per m² wand
vierkante meter wand per pallet gewicht per pallet in kg dampdiffusieweerstand in μ
druksterkte in N/mm² (tenminste) minimaal gemiddelde breuklast in kN
minimale geluidwering Ilu;k in dB
* MultiGips gipsblokken LH 70 / ZH 70 / LH 100 zijn waterafstotend, wateropname max. 5% m/m na twee uur onderdompeling in water
[49]
www. mult ig ips. co m
MultiGips Kleber SuperWeiss 200 (gipsblokkenlijm)
MultiGips CasoFill Uni Flächenspachtel (plamuur)
MultiGips Kleber SuperWeiss 200 gipsblokkenlijm bestaat uit fabrieksmatig voorgemengde gipslijm overeenkomstig NEN-EN 12860 voor het lijmen en affilmen van scheidingswanden van gipsblokken. Ook uitmuntend geschikt voor het bewerken van gepleisterde oppervlakken, voor het plaatsen van stucdragers en voor reparaties. Extra lange bindtijden van 3 tot 3,5 uur, afhankelijk van de concrete omstandigheden tijdens de verwerking.
Pleistergips voor handmatige en machinale verwerking dat de voordelen van pleisteren filmmateriaal combineert. Uitstekende verwerkingeigenschappen bij het volledig affilmen van MultiGips gipsblokken. De tot nul uitstrijkbare pleisterlaag maakt volmaakt gladde oppervlakken met een onberispelijk uiterlijk mogelijk. Ook toepasbaar op cellenbeton of kalkzandsteen en voor het uitvlakken en overlagen van oude en nieuwe pleisterlagen. Ook geschikt voor het vullen van voegen, scheuren en sleuven. Niet gebruiken voor het affilmen van gipsen gipsvezelplaten, gebruik voor deze ondergronden MultiGips CasoFill Super 50.
T ec h n isc h e G E G E V E N S
Kwaliteit
Kwaliteit
Gipslijm overeenkomstig NEN-EN 12860
Pleistergips overeenkomstig NEN-EN 13963, Type 3B/4B
Laagdikte
Laagdikte
0 – 3 mm
0 – 4 mm
Stortgewicht
Stortgewicht
ca. 800 kg/m3
ca. 800 kg/m3
Volumieke massa
Volumieke massa
ca. 980 kg/m3
ca. 850 kg/m3
Korrelfijnheid
–
0,20 mm max.
–
Verbruik *
Verbruik *
ca. 1,50 – 3,00 kg/m2 wand
ca. 0,75 kg per m² en mm laagdikte
Buigtreksterkte
Buigtreksterkte
≥ 1,5 N/mm2
≥ 1,3 N/mm2
Druksterkte
Druksterkte
≥ 3,5 N/mm
≥ 2,2 N/mm2
Waterdampdiffusieweerstandsgetal μ
Waterdampdiffusieweerstandsgetal μ
2
[50]
T ec h n isc h e G E G E V E N S
ca. 10
ca. 5
Warmtegeleidingscoëfficiënt λ
Warmtegeleidingscoëfficiënt λ
0,33 W/mK
0,28 W/mK
Brandgedrag
Brandgedrag
Onbrandbaar
Onbrandbaar
Eurobrandklasse vlg. NEN-EN 13501
Eurobrandklasse vlg. NEN-EN 13501
A1
A1
* Waarden afhankelijk van pleisterdikte, ondergrond, omgevingstemperatuur en verwerkingsomstandigheden.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
stalen deurkozijnen in scheidingswanden van massieve gipswandbouwplaten. Randen en zaagvlakken moeten stof- en vorstvrij zijn. Resten en verontreinigingen van welke aard ook, verwijderen. Verwerking van het voegengips niet bij temperaturen lager dan 5 °C. 1,4 delen MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen instrooien in 1 deel water, MultiGips FG 70 Füll- und Zargengips (vulgips en gips voor deurkozijnen) MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen biedt een betrouwbare oplossing voor perfecte plafondaansluitingen van wanden van gipsblokken. Het hoge watervasthoudend vermogen van het voegengips voorkomt het verbranden. Tegelijkertijd zorgen speciaal geselecteerde hulpstoffen voor een uitstekende hechttreksterkte. Daaraan is het te danken dat het voegengips een scheurvrije verbinding vormt tussen de bovenste rij gipsblokken en de elastische strook voor de plafondaansluiting. Voor het vullen van uitsparingen, gleuven en aansluitvoegen en voor het inbouwen van
laten verzadigen en homogeen mengen. Zaagvlakken van de afgeschuinde bovenste rij blokken grondig vrij maken van gipsstof. Aansluitvoegen volledig vullen met voegengips, de randstroken daarbij vrij laten. Anders de mortel doorsnijden met een plamuurmes, direct onder het plafond. Verwerkbaar gedurende ca. 70 minuten.
T e c h n i s c h e G E G E V ENS *
Kwaliteit
Gipsmortel voor binnentoepassingen B4/20/2 conform NEN-EN 13279
Stortgewicht
ca. 800 kg/m3
Volumieke massa
ca. 980 kg/m3
Korrelfijnheid
0,20 mm max.
Verbruik
ca. 2,00 kg/m² bij toepassing als vulgips ca. 3,00 kg/m² bij toepassing als gips voor deurkozijnen
Buigtreksterkte
≥ 1,5 N/mm2
Druksterkte
≥ 2,0 N/mm2
Waterdampdiffusieweerstandsgetal μ
ca. 10
Warmtegeleidingscoëfficiënt λ
0,28 W/mK
Brandgedrag
Onbrandbaar
Eurobrandklasse vlg. NEN-EN 13501
A1
* Waarden afhankelijk van pleisterdikte, ondergrond, omgevingstemperatuur en verwerkingsomstandigheden.
[51]
www. mult ig ips. co m
MultiGips AkustikPro 120 MultiGips AkustikPro 120 is een randstrook voor het professioneel geluidstechnisch geoptimaliseerde elastische aansluiten van massieve gipsblokken aan wanden, plafonds en vloeren. De strook van PE-zwaarschuim (120 kg/m³), die zich gemakkelijk laat verwerken, onderscheidt zich door uitmuntende geluidsisolerende eigenschappen. Vooral de flankerende luchtgeluidoverdracht wordt aantoonbaar gereduceerd. Op professionele wijze ingebouwd vermindert de strook de trillingsoverdracht zodanig, dat een zelfde vermindering slechts te realiseren is door een ongeveer 3 x zo zware wand wanneer deze star is aangesloten. Met een breedte van 140 mm kan MultiGips AkustikPro 120 worden toegepast voor gipsblokken van alle dikten (70 en 100 mm) De strook is telkens breder dan de wand waardoor het maken van starre geluidsbruggen, dat anders het geval zou zijn, voorkomen wordt. Na het affilmen van de wand kan het teveel aan mortel bij de aansluiting zonder moeite worden doorgesneden. De snijkant van de
[52]
strook is door en door wit, net zo als het gips zelf, zodat de strook zich in de gerede wand nauwelijks aftekent. Nabehandeling van de voeg met acryl is bij gewone eisen overbodig. De aansluitvoegen zijn visueel voorbeeldig en gereed voor oplevering. MultiGips AkustikPro 120 is verkrijgbaar in twee uitvoeringsvormen. De tweezijdig gecacheerde uitvoering garandeert een sterke en betrouwbare hechting van de gipslijm aan beide kanten. Een nog snellere uitvoering wordt gerealiseerd met de eenzijdig zelfklevende variant AkustikPro 120 sk: de strook is gemakkelijk op gladde aangrenzende bouwdelen vast te zetten. De voeg bij de plafondaansluiting tussen randstrook en gipsblok wordt op gewone wijze met MultiGips FG 70 Vulgips en gips voor deurkozijnen dichtgezet. Het PE-zwaar schuim past zich uitstekend aan de ondergrond aan, kleinere oneffenheden worden overbrugd. De ondergrond moet schoon en droog zijn, vorstvrij en vrij van stof- en vetresten.
→ Deskundigen verklaring
Betreffende de luchtgelnidisolatie von een gipsblokkenwand Nr: 2302/G08.043-01www.multigips.com
Verbruik (Verdiepingshoogte ca. 2,50 m) Vloeraansluiting Wandaansluiting Plafondaansluiting Rondom
0,4 m/m² 0,5 m/m² 0,4 m/m² 1,3 m/m²
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Zelfklevend of gecacheerd
Het afsnijden gaat eenvoudig
Visueel niet opvallend
Technische gegevens
Functie
Materiaal
De elastische randstrook dient voor de akoestische ontkoppeling van scheidingswanden van massieve gipsblokken MultiGips AkustikPro 120: PE-zwaarschuim tweezijdig gecacheerd MultiGips AkustikPro 120 sk: PE-zwaarschuim, éénzijdig zelfklevend met beschermfolie, éénzijdig gecacheerd.
Luchtgeluidsisolatie
Luchtgeluidsisolatiecoëfficiënt RW van een 100 mm dikke scheidingswand van MultiGips gipsblokken met een gemiddelde dichtheid overeenkomstig NEN-EN 12859: 40 dB 1)
Toepassing
vloeren, wanden en plafonds
Volumieke massa
120 kg/m3
Dikte
3 mm
Breedte
140 mm
Materiaalstructuur
Luchtdicht, geslotencellig schuim
Kleur
Wit
Gedrag ten opzichte van vocht
Waterdampremmend, vochtbestendig, niet rottend
Brandgedrag
Normaal ontvlambaar in combinatie met de gipsblokkenwand
1) Deskundigen verklaring, Betreffende de luchtgeluidisolatie van een gipsblokkenwand, Nr: 2302 / G08.043-01 gebaseerd op Testrapport Nr. 2029/889/07 van het MPA Braunschweig d.d. 1 maart 2007
[53]
www. mult ig ips. co m
MultiGips AkustikBit 1000
Steenwol randstrook voor aansluitingen
MultiGips HydroSockel
MultiGips AkustikBit 1000 is een randstrook voor een geluidstechnisch geoptimaliseerde en ontkoppelde aansluiting van wanden van massieve gipsblokken aan belendende bouwdelen.
Steenwol randstrook conform NEN-EN 13162 voor de elastische aansluiting tussen de gipsblokkenwand en andere constructiedelen zoals genoemd in de deskundigen verklaring. Geschikt voor vloer-, wand- en plafondaansluitingen. Niet-brandbaar materiaal, brandklasse A1 vlg. NEN-EN 13501-1, Smeltpunt ≥ 1.000 °C. Bij voorkeur te gebruiken bij scheidingswanden met eisen aan de brandwerendheid.
Kimelement van glasschuim ter bescherming tegen optrekkend vocht bij wateroverlast tijdens de bouw of bij later optredende vochtschade. Ook uitstekend geschikt als warmte-isolerende laag ter voorkoming van koudebruggen.
T ec h n isc h e G E G E V E N S
Functie met bitumen geïmpregneerd wolvilt voor de demping van flankerend geluid
Technische gegevens
Materiaal
Luchtgeluidsisolatie
Glasschuim, volkomen anorganisch en vrij van bijkomende bindmiddelen
Luchtgeluidsisolatiecoëfficiënt RW van een 100 mm dikke scheidingswand van MultiGips gipsblokken met een hoge dichtheid overeenkomstig NEN-EN 12859: 46 dB 1)
Technische gegevens
Toepassing
Product
vloeren, wanden en plafonds
Heralan-randstrook
Onbrandbaar, Eurobrandklasse A1 conform NEN-EN 13501 (niet gecacheerd)
Massa per m²
Dikte
Toelaatbare spanning onder druk
3 kg/m2
13 mm
0,23 N/mm2
Afmeting
Breedte
Warmtegeleidingscoëfficiënt λ
80 x 1.000 x 3 mm, 100 x 1.000 x 3mm
80, 100, 120 mm
0,040 W/mK
[54]
Cachering Tweezijdig met een speciaal glasvlies Gedrag bij brand
Verbruik
Verbruik
Afmeting
1,3 m/m²
1,3 m/m²
40 x 80 x 600 mm, 40 x 100 x 600 mm
Levereenheid
Levering
Verbruik
50 m/pakket
te verkrijgen bij de bouwmarkt
0,4 m/m2
1) conform testrapporten van de onderzoeksinstituten te MFPA Leipzig mbH, Nr. P 4.2/08-192
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Normatieve verwijzingen Regelwerk
Naam
Geldig in
Actuele versie
NEN-EN 13501-1
Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag
EU
2007-03
NEN-EN 12859
Gipsblokken - Termen en definities, eisen en beproevingsmethoden
EU
2008-04
NEN-EN 12860
Lijmen op basis van gips voor gipsblokken - Termen en definities, eisen en beproevingsmethoden
EU
2001-07
NEN-EN 13963/C1
Voegvulmaterialen voor gipsplaten - Definities, eisen en beproevingsmethoden
EU
2006-12
NEN-EN 15318
Ontwerp en toepassing van gipsblokken
EU
2007-10
NEN 6702
technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB 1990 - Belastingen en vervormingen
NL
2007-09
NL
2008-01
Bouwbesluit 2003
[55]
InhOUD
www. mult ig ips. co m
[56]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Solide droogbouw met massieve gipsblokken Vanaf pagina
3
Perfecte oppervlakken met MultiGips pleistersystemen MultiGips pleisters en stukadoorgipsen zijn ...
58
PRODUKT- EN SYSTEEMGEGEVENS
Machinepleister Handpleister Gipspleister voor dunne lagen Pleistergips Voorbehandeling van de ondergrond
61 63 64 65 66
ondergronden voor pleisters
Beoordeling en voorbehandeling van ondergronden
69
VERWERKING
Machinepleister Handpleisters van gips Pleistergips voor dunne lagen Pleistergips Minerale hechtbrug Drogen en bouwen in de winter
77 78 79 80 84 87
Technische fiches
88
Certificaten
107
Voor kwaliteit vanaf groeve tot bouwplaats staat het research en de ontwikkeling van VG-ORTH
[57]
www. mult ig ips. co m
MultiGips pleisters en stukadoorgipsen zijn ... ... ideaal voor het binnenklimaat
... hoogwaardig voor het ontwerp
Geringe warmtegeleiding zorgt voor een warm materiaaloppervlak en een behaaglijk woonklimaa
Gevlakt, gefilmd of verschillende structuren: gladde en esthetisch perfecte oppervlakken
Open poriestructuur reguleert het binnenklimaat, het luchtvochtgehalte blijft in het gebied van behaaglijk
Wandafwerking met vele moderne technieken, zoals schilderen, behangen en betegelen is
Gips is puur mineraal, schimmelt niet
[58]
... universeel toepasbaar Voor wanden en plafonds in alle ruimten met gewone relatieve luchtvochtigheid Ook geschikt voor keuken en badkamer in woongebouwen
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
De kwaliteit van een gebouw wordt niet alleen bepaald door de economische en technische factoren. Ruimten moeten ook behaaglijkheid zijn en uitstraling hebben. Gipspleisters en stucadoorsgips van MultiGips staan, dank zij hun gunstige bouwfysische en fysiologische eigenschappen met hun esthetisch lichte oppervlakken, vandaag en ook in de toekomst borg voor een prettige op wonen en werken afgestemde sfeer.
... rationeel bouwproces Tot 25 mm per laag te verwerken, bij incidenteel tot 50 mm per laag Economisch en hoge opbrengst in het gebruik: slechts ca. 8 tot 10 kg droge mortel per m² en gemiddelde laagdikte van 10 mm Snel droog, daardoor verhoogde arbeidsproductiviteit, ook in de stookperiode
... gemakkelijk te verwerken Kant-en-klare droge mortel met precies gedefinieerde en gelijkblijvende eigenschappen Goede hechting op de ondergrond door mechanische en chemische hechting op allen ruwen ondergronden van bouwdelen Weinig droogkrimp, zonder bijzondere maatregelen geen scheurvorming
... overtuigend in gebruik Onbrandbaar, door het gebonden kristalwater zelfs actieve brandbescherming Deugdelijk, duurzaam en woongezond bouwmateriaal met een pH-waarde vergelijkbaar met die van menselijke huid geurloos, zonder giftige of allergie bevorderende emissies volledig hergebruik mogelijk
[59]
P rodu C t - e n S yst E emgegeve n s
www. mult ig ips. co m
[60]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Machinepleister MultiGips MP 100 licht
MultiGips MP 101 licht
Geschikt voor binnen op alle ondergronden. Maximale opbrengst.
Geschikt voor binnen op alle ondergronden. Zeer fijn en zeer hoge opbrengst.
Hoogwaardige prefab droge mortel gebaseerd op gips en lichte toeslagmaterialen voor een rationele verwerking met de machine. Het resultaat is een zeer lichte, éénlaagse binnenpleister voor gebruikelijke ondergronden voor pleisterwerk, ook geschikt voor keuken en badkamers in woongebouwen. Door het geringe eigen gewicht is de pleister ideaal voor moderne, bijzonder lichte wandconstructies zoals cellenbeton of poreuze baksteen. Door de speciale samenstelling van de pleister heeft deze een groot volume aan poriën. Hierdoor wordt tevens de warmte- en geluidsisolatie verbeterd.
Hoogwaardige prefab droge mortel gebaseerd op gips en fijne lichte toeslagmaterialen voor een rationele verwerking met de machine. Het resultaat is een zeer lichte, éénlaagse binnenpleister voor gebruikelijke ondergronden voor pleisterwerk, ook geschikt voor keuken en badkamers in woongebouwen. Door het geringe eigen gewicht is de pleister ideaal voor moderne, bijzonder lichte wandconstructies zoals cellenbeton of poreuze baksteen.
Met MultiGips MP 100 leicht wordt een draagkrachtige ondergrond voor de latere afwerkingen gerealiseerd. MultiGips MP 100 leicht onderscheidt zich door zijn bijzonder goede vormvastheid en door het gelijkmatige verloop van het bindingsproces. Het hoge watervasthoudend vermogen en het aandeel fijne delen waarborgt een ideale verwerking en vlak oppervlak. Bij zwakke of niet zuigende betonondergronden vóór het pleisteren voorstrijken met MultiGips Betonkontakt. Sterk zuigende ondergronden of metselwerk van te voren behandelen met MultiGips Aufbrennsperre (voorstrijk anti-verbranding) of met MultiGips Grundierung (grondering).
Met MultiGips MP 101 leicht wordt een draagkrachtige ondergrond voor latere afwerkingen gerealiseerd. MultiGips MP Noblesse leicht onderscheidt zich door een bijzonder gemakkelijke verwerking en door het gelijkmatige verloop van het bindingsproces. Bij zwakke of niet zuigende betonondergronden vóór het pleisteren voorstrijken met MultiGips Betonkontakt. Sterk zuigende ondergronden of metselwerk van te voren behandelen met MultiGips Aufbrennsperre (voorstrijk anti-verbranding) of met MultiGips Grundierung (grondering).
Technische gegevens*
Technische gegevens*
Verwerkingsduur
Verwerkingsduur
ca. 3 uur
ca. 3 uur
Verbruik
Verbruik
ca. 0,80 kg/m² per mm laagdikte
ca. 0,80 kg/m² per mm laagdikte
Opbrengst natte mortel
Opbrengst natte mortel
ca. 126 l/100 kg
ca. 126 l/100 kg
Dikte pleister
Dikte pleister
één laag 10 - 25 mm
één laag 10 - 25 mm
Druksterkte
Druksterkte
≥ 2,5 N/mm²
≥ 2,5 N/mm²
Verpakkingseenheden
Verpakkingseenheden
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pakket met 40 zakken = 1.000 kg; bezorgen ook los in bouwcontainer of in bulk
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pakket met 40 zakken = 1.000 kg; bezorgen ook los in bouwcontainer of in bulk
Opslag
Opslag
ca. 3 maanden, droog
ca. 3 maanden, droog
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
[61]
www. mult ig ips. co m
Waterproof
MultiGips MP AquaProtect
Geschikt voor binnen op alle ondergronden. Waterafstotend, drukvast: bijzonder geschikt voor keuken en badkamer in woongebouwen Prefab droge mortel met hoge opbrengst gebaseerd op gips voor de machinale verwerking en het vervaardigen van een éénlaagse binnenpleister op alle gebruikelijke pleisterondergronden, inclusief beton. De kant-en-klare wand- en plafondpleister is door en door gehydrofobeerd. Met deze waterafstotende kwaliteit biedt MultiGips MP AquaProtect aanvullend zekerheid bij toepassingen in keukens en badkamers van woongebouwen. Anders als dan welk
[62]
schilderwerk ook heeft de hydrofobiering zijn werking niet alleen aan het oppervlak maar over de totale dikte van de pleisterlaag. Kosten en de inspanning voor de verwerking van de gebruikelijke voorstrijk voor het betegelen van keuken en badkamer komen te vervallen. Met een druksterkte van minimaal 3,3 N/mm² wordt met MultiGips MP AquaProtect een draagkrachtige en drukvaste ondergrond voor tegelwerk gerealiseerd. De geringe wateropname (na 2 uur volledig onder water ≤ 2%, na 24 uur ≤ 6%) biedt, vooral in keukens en badkamers, een hoge zekerheid in de toepassing. Net als alle andere gipspleisters is ook MultiGips MP AquaProtect zeer dampopen en kan de waterdamp vanuit de binnenlucht zowel opnemen als ook weer afgeven aan de binnenlucht. Aanbeveling toepassing van ARDEX: Voorstrijk bij gebruik van MultiGips MP AquaProtect niet noodzakelijk. Het plaatsen van de tegels met ARDEX X7 G FLEX Flexmörtel resp. ARDEX D 22 Dispersions-Fliesenkleber (voor zuigende tegels)
Technische gegevens*
Verwerkingsduur ca. 3 uur Verbruik ca. 0,95 kg/m² per mm laagdikte Opbrengst natte mortel ca. 105 l/100 kg Dikte pleister één laag 10 – 25 mm Druksterkte ≥ 3,3 N/mm² Verpakkingseenheden Papieren zak à 30 kg met vochtscherm; pakket met 40 zakken = 1.200 kg; bezorgen ook los in bouwcontainer of in bulk Opslag ca. 3 maanden, droog
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Handpleister MultiGips RotWeiss leicht 90F
MultiGips GoldWeiss
Hele fijne, flexibele hechtpleistergips voor alle gebruikelijke pleisterondergronden binnenshuis
Voor de handmatige verwerking voor binnentoepassingen op alle ruwe ondergronden.
MultiGips RotWeiss leicht 90F is een in de fabriek voorgemengde, zeer fijnkorrelige, droge mortel op gipsbasis met toeslagstoffen voor een goede hechting, voor de handmatige verwerking voor het aanbrengen van binnenpleisters in één laag en in dunne lagen op alle standaard wandondergronden met een specifieke gesteldheid van het oppervlak en een verschillend zuiggedrag, vooral op ruwe betonnen oppervlakken. Toe te passen op wanden en plafonds in ruimtes met een gebruikelijke luchtvochtigheid, bijv. in de woningbouw of in kantoren, hotels, ziekenhuizen en dergelijke gebouwen. Geschikt voor de toepassing in keukens en badkamers in woningen! Geschikt voor vlakke ondergronden voor laagdiktes vanaf 5 mm.
Kant-en-klare prefab mortel met zeer hoge opbrengst gebaseerd op gips voor handmatige verwerking. Voor het vervaardigen van een éénlaagse binnenpleister op alle gebruikelijke ruwe pleisterondergronden, ook in keukens en badkamers in woongebouwen. Uitstekend geschikt voor reparatiewerk. Vooral voor vlakke ondergronden. Licht en smeuïg te verwerken dank zij een goed watervasthoudend vermogen. Bij sterk zuigende ondergronden of metselwerk van te voren behandelen met MultiGips Aufbrennsperre (voorstrijk antiverbranding) of met MultiGips Grundierung (grondering), bij betonnen ondergronden MultiGips Betonkontakt (hechtbrug) opbrengen.
Bij sterk absorberende pleisterondergronden of gemengd metselwerk moet voor het bepleisteren MultiGips Aufbrennsperre (verdunning max. 1:3) of MultiGips Primer (verdunning max. 1:5) aangebracht worden. Dichte, niet absorberende ondergronden en labiel of niet absorberend beton voorbehandelen met MultiGips Betonkontakt.
Technische gegevens*
Technische gegevens*
Verwerkingsduur
Verwerkingsduur
ca. 90 minuten
ca. 100 minuten
Verbruik
Verbruik
ca. 0,83 kg/m² per mm laagdikte
ca. 0,80 kg/m² per mm laagdikte
Opbrengst natte mortel
Opbrengst natte mortel
ca. 120 l/100 kg
ca. 126 l/100 kg
Dikte pleister
Dikte pleister
eén laag van 5 – 25 mm Gemiddelde dikte van de pleister op beton 10 mm
één laag 10 - 25 mm
Druksterkte
Druksterkte
≥ 2,5 N/mm²
≥ 2,5 N/mm²
Verpakkingseenheden
Verpakkingseenheden
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pallet met 40 zakken = 1.000 kg
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pallet met 40 zakken = 1.000 kg
Opslag
Opslag
ca. 6 maanden, droog
ca. 3 maanden, droog
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
[63]
www. mult ig ips. co m
Gipspleister voor dunne lagen MultiGips Fix & Finish
MultiGips GoldWeiss Spezial
Voor binnentoepassingen op alle vlakke ondergronden. Supervlakke oppervlakken van handmatige of machinale verwerking
Voor binnentoepassingen op alle vlakke ondergronden. Supervlakke oppervlakken handmatig of machinaal te verwerken
Kant-en-klare prefab mortel van gips voor het vervaardigen van een éénlaagse dunne pleister voor de binnentoepassing, handmatig of machinaal te verwerken. Speciaal ontwikkeld voor bijzonder vlakke ondergronden. MultiGips Fix &Finsh is uitstekend geschikt voor gelijmd metselwerk bestaande uit kalkzandsteen of cellenbeton. De uiterst goede opbrengst van de pleister biedt een goede vormvastheid, een goede smeuïgheid en een gelijkmatig bindingsproces. Gemakkelijk vlak te maken door voldoende fijne delen.
Kant-en-klare prefab mortel van gips voor het vervaardigen van een éénlaagse dunne pleister voor de binnentoepassing, handmatig of machinaal verwerkt. Bijzonder geschikt voor de verwerking op cellenbeton en andere sterk zuigende ondergronden. Veelal kunnen plafonds en wanden zonder voorstrijk met een dunne laag worden gepleisterd.
Bij zwak of niet zuigende betonnen ondergronden vóór het pleisteren MultiGips Betonkontakt opbrengen. Sterk zuigende ondergronden of metselwerk van te voren behandelen met MultiGips Aufbrennsperre (voorstrijk anti-verbranding) of met MultiGips Grundierung (grondering).
[64]
Technische gegevens*
Technische gegevens*
Verwerkingsduur
Verwerkingsduur
ca. 2 – 2,5 uren
ca. 2,5 – 3 uren
Verbruik
Verbruik
ca. 0,75 kg/m² per mm laagdikte
ca. 0,80 kg/m² per mm laagdikte
Opbrengst natte mortel
Opbrengst natte mortel
ca. 130 l/100 kg
ca. 126 l/100 kg
Dikte pleister
Dikte pleister
één laag 3 - 6 mm
één laag 5 - 25 mm
Druksterkte
Druksterkte
≥ 2 N/mm²
≥ 2 N/mm²
Verpakkingseenheden
Verpakkingseenheden
Papieren zak à 30 kg met vochtscherm; pallet met 40 zakken = 1.200 kg
Papieren zak à 30 kg met vochtscherm; pallet met 40 zakken = 1.200 kg
Opslag
Opslag
ca. 3 maanden, droog
ca. 3 maanden, droog
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Pleistergips MultiGips CasoFill Super 90m Super hechtende pleister
MultiGips CasoFill Uni Plamuur
Voor een hoogwaardig machinaal pleisterwerk van voegen en/of oppervlakken van droogbouwsystemen, gelijmd metselwerk. Betonelementen en pleisteroppervlakken in de binnentoepassing.
Voor zuigende en vlakke ondergronden in de binnentoepassing. Supervlakke oppervlakken, handmatige of machinale verwerking
MultiGips CasoFill 90m is een hoogwaardige, kunststof gemodificeerde voegenvuller en pleistergips, dat speciaal voor machinale verwerking geoptimaliseerd werd. Uitstekend geschikt voor het machinale pleisteren van zeer vlakke oppervlakken van MultiGips gipsblokken wanden als ook voor kalkzandsteen- en cellenbetonelementen.
MultiGips CasoFill Uni is een gipspleister voor binnen voor handmatige of machinale verwerking voor het pleisteren van het volledige oppervlak van wanden van massieve gipsblokken, cellenbeton- of kalkzandsteen elementen. Ook is het geschikt voor het vullen van voegen, scheuren en sleuven en het vlakken en overtrekken van oude en nieuwe pleisterlagen.
Afhankelijk van de gesteldheid ook geschikt voor gipskartonwanden, betonelementen, nieuwe en oude stuclagen.
De goed vullende en tot op nul uit te smeren pleister maakt een perfect vlak oppervlak mogelijk met een vlekkeloos aanzien. Niet geschikt voor het pleisteren van Gipskarton- en gipsvezelplaten.
Zeer snel en arbeidssparend aanmaken en opbrengen met de machine, daardoor veel vierkante meter per dag bij geringe vermoeiïng van de stukadoors. gemakkelijke vervaardiging van gladde oppervlakken. Alternatief kunnen gestructureerde oppervlakken met een zeer gelijkmatig uiterlijk worden gespoten.
Technische gegevens*
Technische gegevens*
Verwerkingsduur
Verwerkingsduur
ca. 90 minuten
ca. 90 minuten
Verbruik
Verbruik
ca. 0,80 kg/m² per mm laagdikte
ca. 0,75 kg/m² per mm laagdikte
Opbrengst natte mortel
Opbrengst natte mortel
ca. 125 l/100 kg
ca. 130 l/100 kg
Dikte pleister
Dikte pleister
één laag 0 – 5 mm
één laag 0 – 4 mm
Druksterkte
Druksterkte
≥ 8 N/mm²
≥ 2,2 N/mm²
Verpakkingseenheden
Verpakkingseenheden
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pallet met 40 zakken = 1.000 kg
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pallet met 40 zakken = 1.000 kg
Opslag
Opslag
ca. 6 maanden, droog
ca. 6 maanden, droog
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
[65]
www. mult ig ips. co m
Voorbehandeling van de ondergrond
MultiGips PermaHaft 24
Voor betonoppervlakken en andere cementgebonden ondergronden, bijzonder geschikt voor beton met een verhoogd restvochtgehalte. MultiGips PermaHaft 24 is een zeer werkzame minerale hechtbrug voor gips- en gipskalkpleister op alle cementgebonden ondergronden, speciaal voor betonoppervlakken met een verhoogd restvochtgehalte. Blijvende hechting gegarandeerd door chemische kristallisatie aan de ondergrond en gelijktijdige mechanische hechting. Op bouwplaatsen met krappe opleverafspraken kunnen door toepassing van MultiGips PermaHaft 24 Plafond- of wandoppervlakken van beton al na 24 uur na het opbrengen worden gepleisterd. Dit geldt ook als het restvochtgehalte van de betonnen ondergrond nog boven de 3,0% m/m ligt. Gips- en gipskalkpleister hechten ook dan nog stevig en blijvend. Toepassing ook als bufferlaag tussen cement- en gipsgebonden oude en nieuwe pleisters. De ondergrond moet vorstvrij en schoon zijn, voldoende draagkracht hebben en vrij van stof en losse delen zijn. Resten van bekistingolie of nabehandelingsmiddelen en losse oppervlaktelagen, b.v. cementsluier of uitbloeiïngen, moeten worden verwijderd. Beton als ondergrond moet zuigend vermogen hebben en mogen aan het oppervlak geen waterdruppeltjes of waterfilm zichtbaar zijn. Verwerking van de hechtbrug niet bij temperaturen beneden de 5 °C van de ondergrond of omgevingslucht en niet bij te verwachten nachtvorst op niet verwarmde bouwplaatsen. Handmatige of machinale verwerking. Extra tijdbesparing doordat voorstrijken van de ondergrond niet nodig is (mag zelfs nooit). Bij machinale verwerking 1/2-mantel en 10 mm spuitkop gebruiken. Ca. 4 mm dik gelijkmatig opbren-
[66]
MultiGips Betonkontakt gen resp. spuiten en zonder wachttijd meteen met MultiGips Zackenspachtel volledig overtrekken. Latere pleisterlagen opzijn vroegst 24 uur na het voorspuiten opbrengen (bij gebruik van MultiGips Zackenspachtel), langere wachttijden optimaliseren het resultaat. Na het opbrengen van de pleister voldoende ventileren met name in het stookseizon en tijdens het verwarmen van het gebouw. Bij verhoogd restvochtgehalte van het beton mogen slechts dampopen pleisters en verf worden toegepast, die in combinatie met de dampopen hechtbrug een volledige droging mogelijk maken.
Technische gegevens*
Verwerkingsduur ca. 30 minuten Droogtijd minimaal 24 uur
Met een speciale korrel gemengde rood gepigmenteerde hechtbrug, op basis van een kunststof dispersie. MultiGips Betonkontakt is een speciale hechtgrond voor gladde ondergronden (b.v. beton). Gipspleister en gipslijm (b.v. voor het opbrengen van gipskartonplaten) kan hierop worden aangebracht. De hechting en de kwaliteit van de pleister worden door de voorbehandeling met MultiGips BetonKontakt blijvend verhoogd. Toepassing voornamelijk op ondergronden zoals beton waarvan folie de bekisting was, breedplaatvloeren (plafondzijdig) en betonelementen, en bij het verlijmen van gipskarton- of gipsvezelplaten op deze ondergronden. Geschikt ook als hechtbrug voor een naderhand aan te brengen pleister van gipsplaten en eveneens voor het opbrengen decoratief stukadoorswerk op gipspleister of plamuur. Het restvochtgehalte van betonnen ondergronden mag de 3 % m/m niet overschrijden. Technische gegevens*
Opbrengst
Verbruik
ca. 300 g/m²
ca. 3,0 kg/m² per 4 mm laagdikte
Consistentie
Waterbehoefte
vloeibaar
ca. 5,5 l/25 kg Opbrengst natte mortel ca. 76 l/100 kg Dikte pleister één laag 4 mm met de getande kam. Dikte tussen de rillen 2 mm Opbrengst
Kleur rood gepigmenteerd Basis kunststof dispersie Opbrengen strijken, rollen, spuiten Droogtijd
ca. 8 m²/zak; ca. 300 m²/t bij 4 mm laagdikte
tenmindste 24 uur
Verpakkingseenheden
Verwerkingstemperatuur
Papieren zak à 25 kg met vochtscherm; pallet met 42 zakken = 1.050 kg
Niet beneden +5 °C
Bewaren maximaal 9 maanden, droog
Opslag ca. 6 maanden, na inwerking van vorst niet meer te gebruiken
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
MultiGips Grundiermittel
MultiGips Aufbrennsperre Dispersion
Voor het reduceren en vereffenen van de zuiging van sterk zuigende of verschillende zuigende ondergronden.
Voor het reduceren en vereffenen van de zuiging van sterk zuigende of verschillende zuigende ondergronden.
Kunststofdispersie met hoge bestandheid tegen alkaliën voor het reguleren van het zuigingsvermogen, geeft een aanzienlijke verbetering van de hechting van de pleister. Voorkomt op sterk zuigende ondergronden het verbranden van de pleister of de gipslijm. Vereffent het zuigvermogen bij verschillen in zuiging van de ondergrond. Afhankelijk van het zuigvermogen van de ondergrond 1 deel Grundiermittel op 2 tot maximaal 5 delen water mengen. Bij het voorstrijken van oppervlakken van gipspleister, gipsblokkenwanden en gipsplaten 1 deel Grundiermittel op 2 tot maximaal 3 delen water verdunnen. De voorstrijk moet, voordat begonnen wordt met pleisteren, volledig droog zijn. In elk geval enkele uren droogtijd afwachten.
Blauw gepigmenteerde kunststofdispersie met hoge bestandheid tegen alkaliën ter regulering van het zuigingsvermogen. Voorkomt op sterk zuigende ondergronden het verbranden van de pleister of de gipslijm. Vereffent verschillen in zuiging van ondergronden. De hechting van de pleister wordt verbeterd. Afhankelijk van het zuigingsvermogen van de ondergrond het concentraat verdunnen in verhouding 1 : 3 (Aufbrennsperre op water). Vóór gebruik is het belangrijk heel goed door te roeren. Gelijkmatig opbrengen met een kwast resp. Lamsvelrol of met geschikte apparatuur opspuiten.
Technische gegevens*
Technische gegevens*
Opbrengst
Opbrengst
ca. 160 g/m² bij verdunnen 1 : 3
ca. 180 g/m² bij verdunnen 1 : 2
Consistentie
Consistentie
vloeibaar
vloeibaar
Kleur
Kleur
geel gepigmenteerd
blauw gepigmenteerd
Basis
Basis
kunststof dispersie
kunststof dispersie
Opbrengen
Opbrengen
strijken, rollen, spuiten
strijken, rollen, spuiten
Droogtijd
Droogtijd
tenmindste 24 uur
tenmindste 24 uur
Verwerkingstemperatuur
Verwerkingstemperatuur
Niet beneden +5 °C
Niet beneden +5 °C
Opslag
Opslag
ca. 6 maanden, na inwerking van vorst niet meer te gebruiken
ca. 6 maanden, na inwerking van vorst niet meer te gebruiken
MultiGips PermaHaft 24 Minerale hechtbrug
MultiGips Betonkontakt Kunststof hechtbrug
MultiGips Grundiermittel Kunststofdispersie
MultiGips Aufbrennsperre Dispersion Voorstrijk anti-verbranding
* Alle genoemde waarden kunnen afhankelijk van de ondergrond, omgevingstemperatuur en de verwerkingsomstandigheden afwijken
[67]
O n dergro n de n voor pleisters
www. mult ig ips. co m
[68]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Beoordeling en voorbehandeling van ondergronden MultiGips Pleisters kunnen op de beschreven ondergronden op de bouwplaatsen binnen het gebouw worden verwerkt, b.v. op in het werk gestort beton, prefab betonelementen, alle soorten metselwerk, oud en nieuw stukadoorswerk en eveneens op isolatiematerialen. Algemeen geldt: De ondergrond moet zuigend vermogen hebben, sterk (vast), droog en vorstvrij zijn. De temperatuur van de ondergrond en de omgeving mag niet beneden de +5 °C zijn. Voordat begonnen werd met de werkzaamheden moet de ondergrond worden bevrijd van stof, losse en zwakke delen, kalk- en andere uitbloeiïngen, resten van bekistingoliën. In vele gevallen is een droog afborstelen met een harte borstel of een stalborstel voldoende. Als nat moet worden gereinigd dan moet vervolgens worden gewacht tot de ondergrond weer droog is. Als ondanks deze voorbereidingen geen geschikte ondergrond kan worden verkregen dan kunnen geen pleisterwerkzaamheden worden uitgevoerd. In voorkomend geval moeten de bezwaren aan de bouwleiding schriftelijk worden gemeld. Dit geld vooral bij: extreem verontreinigde ondergronden, b.v. doorweekte ondergronden met water of olie zeer onvlakke ondergronden onvoldoende draagkracht van de ondergrond Vorst in de ondergrond of in het gebouw Te hoog vochtgehalte in de ondergrond of het hele gebouw te nat.
Zuigend vermogen van de ondergrond Het zuigingsvermogen van de ondergrond is voor de hechting van de pleister van centrale betekenis. Deze mag noch te groot noch te klein zijn, zodat het proces van de mechanische hechting onbelemmerd kan verlopen. De mechanische hechting is voor de zeer goede hechting van alle MultiGips pleisters verantwoordelijk. Zeer pleistervriendelijke ondergronden zijn in het algemeen baksteen of kalkzandsteen metselwerk. Een te sterk zuigende ondergrond onttrekt te snel het water uit de verse gipsmortel waardoor de verharding niet meer optimaal verloopt. Dit is het zogenaamde verbranden van de pleister, dat gecombineerd gaat met het verlies aan sterkte. Sterk zuigende ondergronden moeten daarom met MultiGips Grundiermittel of MultiGips Aufbrennsperre worden voorgestreken waardoor het zuigingsvermogen geoptimaliseerd wordt. Sterk zuigende materialen voor wanden zijn bijvoorbeeld cellenbeton of poreuze baksteen. Een zwak zuigende ondergrond heeft geen of nauwelijks poriën waarin de pleister zich mechanisch kan verankeren. Het in de praktijk meest voorkomende geval is zeer glad, zwak zuigend beton. De mechanische hechting van de pleister wordt door een voorbehandeling met MultiGips Betonkontakt verbeterd. Bij natte betonnen oppervlakken zijn de poriën van de ondergrond gevuld met water waardoor het gips niet kan indringen en zich niet kan verankeren. Voor een optimale hechting bij pleisterwerkzaamheden moet beslist gewacht worden tot de te pleisteren ondergrond volledig droog is. → Nadere informaties over betonnen op-
pervlakken met een verhoogd restvochtgehalte en over de winterbouw zie vanaf pagina 84
[69]
www. mult ig ips. co m
Beton als ondergrond voor pleisterwerk Alvorens de pleisterwerkzaamheden te beginnen moet het oppervlak van het beton luchtdroog en de ondergrond zuigend zijn. Deze tostand kan onder gunstige omstandigheden (b.v. langdurig zomerweer) 4 weken en bij ongunstige weersomstandigheden (b.v. te hoge luchtvochtigheid) op zijn vroegst 8 weken (minimaal 60 vorstvrije dagen) na het ontkisten worden bereikt. Om een goede hechting van de pleister te krijgen mag het vochtgehalte van beton niet boven de 3,0 % m/m liggen. Indien deze voorwaarden niet in acht worden genomen kan de hechting nadelig beïnvloed worden, omdat de poriën in het beton gevuld zijn met water en het indringen van gips belemmerd wordt het te verse beton nog krimpt (droogkrimp) en hierdoor spanningen tussen beton en pleister ontstaan
[70]
in het proces van de verdere droging van het beton zouten en alkalische vloeistoffen vanuit de poriën naar het oppervlak getransporteerd worden en de hechting verstoren de structuur van het gips door optredende verandering in kristallisatie beschadigd wordt. De geschiktheid van het beton als ondergrond voor pleisters moet, voordat begonnen wordt met de werkzaamheden onderzocht worden. Hiervoor kunnen vijf methoden worden gebruikt, die conform het onderstaande schema achtereenvolgens worden uitgevoerd. Het verdient aanbeveling om de resultaten en de maatregelen volgens het protocolvoorstel schriftelijk vast te leggen.
→ Bij toepassing van de minerale hecht-
brug MultiGips PermaHaft 24 is het aanbrengen van gipspleister op betonnen oppervlakken ook bij een verhoogd restvochtgehalte mogelijk. Zie vanaf pagina 84
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Moderne architektuur is zonder beton nagenoeg niet meer denkbaar. Vriendelijke oppervlakken bestaande uit gipspleister breken de harde uitstraling van beton en geven zo een behaaglijke ruimte die er mooi uitziet. Voor het begin van de pleisterwerkzaamheden moet het beton op een aantal punten worden beproefd en MultiGips Betonkontakt als hechtbrug worden opgebracht.
Visuele beoordeling Te letten is op stof en losse deeltjes, hechtende vreemde materialen, rotte en losse delen van het betonoppervlak (b.v. bekistingolie, vuil, roet, mortelresten, cementwater enz.), hechtende kalkuitbloeiïngen, huidvorming of condenswater. Maatregelen: Verontreinigingen met een borstel of bezem verwijderen, huidvorming met een staalborstel of schraapijzer opruwen, wachten tot de condens gedroogd is.
Veegproef Een veegproef met de vlakke hand op een aantal plaatsen is noodzakelijk om vast te stellen of er hechtend stof aanwezig is. Maatregelen: stof vochtig afborstelen, maar niet aflappen of afspuiten.
Maatregelen: Het betonoppervlak met een staalborstel opruwen, vervolgens aanvullend MultiGips Betonkontakt als hechtbrug opbrengen.
Bevochtigingsproef Schoon water met goed bevochtigde borstel, b.v. een witkwast, diagonaal over het betonoppervlak gelijkmatig opbrengen. Het zuigende vermogen is voldoende als binnen 3 tot 5 minuten de kleur van het beton van licht- tot donkergrijs verkleurt en het water er niet afparelt. Anders moet men bedacht zijn op: nog te vochtig beton resten van bekistingsolie dichte en sterke huidvorming dichte en sterke huidvorming
Maatregelen: droging afwachten reinigen met water en borstel, of naar keuze met een reinigingsmiddel voor beton of met stoom opnieuw droging afwachten Oppervlak met staalborstel of schraapijzer opruwen MultiGips Betonkontakt als hechtbrug opbrengen
Beproeving met de CM-methode Indien er na de bevochtigingsproef nog twijfels bestaan over het vochtgehalte van het beton kan dat met de CM-methode of de Darr-methode worden bepaald. Het vochtgehalte van het beton mag niet hoger zijn dan 3,0 % m/m.
Krasproef Oppervlak met een puntig en hard gereedschap (spaan, plamuurmes o.d.) krassen om afbladderen, afspringen of verzanding en eventuele huidvorming op te sporen.
[71]
www. mult ig ips. co m
Bij restauratie en renovatie worden vaak uit het lood staande, oneffen en onvlakke wanden, gemengd metselwerk, oude pleisterlagen en ook oude verflagen als ondergrond voor de pleisters aangetroffen. MultiGips pleisters worden in één laag met een dikte van 25 mm – bij uitzondering zelfs tot 50 mm – opgebracht. Hierdoor kan ook bij moeilijke omstandigheden voor een glad en vlak wandoppervlak zorg worden gedragen. De noodzaak van een voorbehandeling van de ondergrond moet afhankelijk van de situatie worden onderzocht.
Metselwerk (oud) en andere ondergronden in de renovatie Voornamelijk in de renovatie wordt als ondergrond voor pleisterwerk oud metselwerk aangetroffen waarvan de kwaliteit moeilijk is in te schatten en met een vaak zeer wisselende opbouw (gemengd metselwerk). De gesteldheid en de randvoorwaarden van het bouwproject verschillen sterk zodat geen algemene uitspraak kan worden gedaan over de voorbehandeling van het metselwerk. In elk geval moeten de reeds beschreven algemene regels voor nieuw metselwerk in acht worden genomen. Bovendien zouden de volgende punten beproefd moeten worden of moet men letten op: Voldoende vlakheid van de ondergrond zodat met de beoogde laagdikte een vlak pleisteroppervlak kan worden gerealiseerd. Gipspleisters kunnen in één laag tot 25 mm en bij uitzondering tot 50 mm dikte worden verwerkt zodat het vlakken van oneffenheden meestal probleemloos mogelijk is.
[72]
Stof en losse of rotte delen van een oude pleister moeten zorgvuldig worden verwijderd. Bij ernstige twijfels over de draagkracht en scheurvorming van de ondergrond moet een pleisterdrager worden toegepast. De aanwezigheid van verschillen in steen- en voegkwaliteiten zorgen bijna altijd voor verschillen in zuiging. Dat kan met MultiGips Grundiermittel op een geoptimaliseerd en egaal niveau worden gebracht. Afhankelijk van de situatie kan een versterkingsweefsel of gaas in het bovenste derde van de pleisterlaag raadzaam zijn. De opmerkingen van de beproeving van de verschillende ondergronden gelden in het algemeen ook in de renovatie bij oud pleisterwerk of oude verflagen als ondergrond voor nieuwe pleisters. De oude pleister moet voldoende draagkracht hebben, slijtvast en stofvrij zijn. De pleisters moeten van tevoren met MultiGips Tiefengrund LF gestabiliseerd worden. Losse verflagen moeten worden verwijderd. Draagkrachtige en goed hechtende verf kan in uitzonderingsgevallen overlaagd worden met
nieuwe pleister. Maar verf werkt wel als een soort tussenlaag waarvoor een voorbehandeling met Betonkontakt als hechtbrug moet worden getest. Metselwerk (nieuw) als ondergrond MultiGips pleisters zijn uitstekend geschikt voor de verwerking op metselwerk van iedere soort, of het nu traditioneel gemetselde of gelijmde bouwmaterialen betreft. In elk geval mogen de voegen waar geen mortel (meer) in zit niet breder dan 5 mm zijn. Men moet rekening houden met de verschillen in zuiging van kalkzandsteen, cellenbeton, baksteen en poreuze baksteen. Het zuigvermogen van de stenen en de metselmortel moet bij voorkeur gelijk of nagenoeg gelijk zijn. Sterk of verschillend zuigende oppervlakken, bijvoorbeeld cellenbeton, moeten met MultiGips Grundiermittel of MultiGips Aufbrennsperre worden voorgestreken. Verschillend zuigende oppervlakken moeten eveneens worden voorgestreken of dun worden voorgepleisterd, opgeruwd en nat-in-nat nagepleisterd.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Een in de praktijk wijd verspreid alternatief als pleisterdrager voor het overlagen door pleisteren van ingebouwde houten materialen: De houten balk met oliepapier afdekken en daaroverheen een metaalgaas van verzinkt staal of edelmetaal spannen.
Isolatie als ondergrond Isolatieplaten worden in toenemende mate gebruikt als ondergrond voor pleisterwerk. Dit tengevolge van het moderne, energie besparende bouwen en renoveren. MultiGips pleisters zijn, o.a. wegens hun geringe eigen massa, ideaal voor deze toepassing geschikt. De isolatieplaten moeten volgens de voorschriften van de fabrikant nauwsluitend, zonder speling en plaatsvast zijn bevestigd.
Lichte houtwolplaten moeten voor het pleisteren altijd worden voorzien van een minerale spuitmortel met een grote korrel (0 – 5 mm). Het oppervlak van de verse spuitmortel wordt niet afgewerkt, maar moet volledig zijn gedroogd voor verdere werkzaamheden. Vervolgens MultiGips pleisters met een versterkend weefsel in het bovenste derde van de pleisterlaag plaatsen. Minimale pleisterdikte 15 mm.
Hardschuimplaten
moeten in overeenstemming met de verklaring van de betreffende fabrikant vormvast en geschikt zijn voor het afwerken met pleister. Gecanneleerde platen verdienen de voorkeur. Anders moeten de oppervlakken van deze platen met de tanden van een zaag worden opgeruwd. Alternatief kan MultiGips Betonkontakt worden opgebracht. Dun voorpleisteren, versterkingsweefsel indrukken en nat-in-nat tot een pleisterlaag met minimale dikte van 15 mm afwerken. De randen van de oppervlakken van het pleisterwerk door een snee met de spaan van de flankerende bouwdelen van elkaar scheiden.
Glasschuim (Foamglas)
Ingebouwd hout of metaal in de ondergrond Hout en metaal zijn niet geschikt als ondergrond voor pleisterwerk. Ingebouwde delen van hout en metaal die in het te pleisteren oppervlak aanwezig zijn moeten met een pleisterdrager worden overlaagd. Dat geldt bijvoorbeeld voor stijlen en dwarsbalken in houten vakwerk, kolommen en flenzen van profielbalken van staalconstructies of metalen leidingen in brede wand- en plafondsleuven. Alle in de ondergrond aanwezige aan de lucht blootgestelde ingebouwde materialen bestaande uit oxideerbare metalen moeten van tevoren tegen corrosie worden beschermd.
is een zeer pleistervriendelijke ondergrond. De platen moeten conform de beschrijvingen van de fabrikant met een voor dit systeem geschikte lijm worden geplaatst. Een verdere voorbehandeling is in het algemeen niet nodig, maar een versterkingsweefsel in het bovenste derde van de pleister kan raadzaam zijn.
van geëxpandeerd of geëxtrudeerd polystyreen (EPS of XPS) of van polyurethaan (PU)
[73]
www. mult ig ips. co m
Voorbehandeling van de ondergrond Voor een goede verwerking van het pleisterwerk is vaak een voorbehandeling nodig vooral om de hechting van de pleister aan de ondergrond te verbeteren en een gelijkmatige droging te garanderen. Bij de materialen voor de voorbehandeling van de ondergrond wordt in het algemeen een onderscheid gemaakt tussen hechtbruggen en voorstrijkmiddelen (gronderingen of primers). Het assortiment van MultiGips heeft voor alle gebruikelijke ondergronden en voor de gegeven omstandigheden een nauwkeurig afgestemde oplossing. De materialen worden vloeibaar in een emmer kant-en-klaar geleverd. Deze zijn, afhankelijk van het product, in de originele verpakking ongeopend 6 tot 12 maanden houdbaar. Inwerking van vorst is niet toegestaan! Eenmaal bevroren materialen mogen na ontdooien niet meer worden gebruikt.
Verwerking Voor het opbrengen van MultiGips Haftbrücken (hechtbruggen) of MultiGips Grundierungen (voorstrijkmiddelen) moet de ondergrond schoon, draagkrachtig, droog en vrij van losse delen zijn en vrij van bekistingsolie of nabehandelingsmiddelen. Materialen nooit op bevroren oppervlakken opbrengen en niet beneden +5 °C omgevingstemperatuur verwerken. Belendende oppervlakken zoals glas, marmer, baksteen, metaal enz. moeten worden beschermd. Spatten meteen (in de nog verse toestand) met water afnemen. Het gelijkmatige opbrengen wordt gerealiseerd met een kwast, rol van lamsvacht of een geschikte spuitmethode. Het gebruik van een veiligheidsbril wordt aangeraden. Gereedschap onmiddellijk na gebruik met water reinigen. Tijdens de verwerking goed ventileren! Alle MultiGips hulpproducten ter verbetering van de hechting moeten voor het opbrengen van de pleister droog zijn en mogen niet meer plakken. Dit kan door visuele controle of met de krasproef worden vastgesteld. Lage temperaturen en/of een hoge relatieve luchtvochtigheid verlengen de droogtijd.
Hechtbrug MultiGips Betonkontakt is een kunststof dispersie met een speciale korrel, die als hechtende ondergrond tussen zwak zuigende en/of gladde ondergronden voor pleisters zoals gipspleister of gipslijm toegepast wordt. Het materiaal heeft een hoge bestandheid tegen alkaliën en is daarom
[74]
uitstekend geschikt voor de toepassing op beton. Betonkontakt is zowel binnen als ook buiten toepasbaar. De hechtbrug sluit de poriën niet af, de mechanische hechting van de gipspleister en het ademende karakter van de ondergrond wordt niet negatief beïnvloed. MultiGips Betonkontakt mag niet worden verdund! Voor de verwerking steeds doorroeren. → Voor de verwerking van de minerale
hechtbrug MultiGips PermaHaft 24, die eveneens op betonnen ondergronden met een verhoogd restvochtgehalte kan worden toegepast, zie vanaf pagina 84 Voorstrijkmiddel Primers reduceren de zuiging van de ondergrond en zorgen ook bij verschillende ondergronden voor een gelijkmatig zuigvermogen. Hierdoor kan een te snelle en ongelijkmatige uitdroging van de verse pleisterspecie worden voorkomen. Te snelle onttrekking van water – ook verbranding genoemd – vermindert de hechting en de druksterkte van de pleister. Een niet gelijkmatig zuigingsvermogen kan spanningen in de pleister veroorzaken en visuele aftekening van b.v. voegen van metselwerk op het oppervlak tot gevolg hebben.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Onderzoeksprotocol ter beoordeling van normaalbetonnen ondergronden voor pleisterwerk Bouwplaats
Bouwdeel
Opdrachtgever
Opdrachtnemer
Einde betonwerkzaamheden
Voorlopig begin pleisterwerkzaamheden
Fabrikant droge mortel
Fabrikant hechtbrug
Overige opmerkingen
Meer- en minderwerk
Datum onderzoek
Aanwezigen tijdens inspectie
o n derzoeksmet h ode
R esultaat o n derzoek
M aatregele n
Visuele beoordeling veegproef krasproef bevochtigingsproef temperatuur haaksheid en vlakheid Vochtmeting Ja Neen
Conclusie:
Ondertekening inspecteur
Ondertekening opdrachtgever
[75]
VERWERKING
www. mult ig ips. co m
[76]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Machinepleister MultiGips Machinepleisters zijn een bijzonder economisch en verwerkingstechnisch betrouwbare oplossing voor het pleisteren van grote oppervlakken. Het opbrengen met de machine is tegenover het opbrengen met de hand duidelijk sneller en gemakkelijker. Door de druk van het spuiten wordt tevens een betere hechting bereikt, omdat het gips zeer goed in de poriën van de ondergrond binnendringt. Machinepleisters van MultiGips worden als kant-en-klare droge mortel naar de bouwplaats geleverd. Verdere toevoegingen of bijmengingen zijn niet noodzakelijk en voor het bereiken van de beloofde eigenschappen niet toegestaan. De droge mortels kunnen met alle gebruikelijke gipspleistermachines en transportinstallaties worden verwerkt. De producten kunnen vanuit de zak meteen in de pleistermachine worden gevuld; mortel vanuit de container moet met een pneumatische transportinstallatie worden aangevoerd. Voor het aanmaken uitsluitend schoon gereedschap, kuipen en schoon water gebruiken. De dosering van water moet aan de pleistermachine ingesteld worden, zo dat een ideale consistentie wordt bereikt, die voor de gewenste laagdikte en een probleemloze verwerking nodig is. De aangemaakte specie kan dan goed naar de spuitkop worden gepompt en gelijkmatig en zonder uitzakkingen worden opgebracht. De pleister bij voorkeur op de wanden van boven naar beneden opbrengen. Met de in spuitkop toegediende perslucht wordt de gipspleister in de gewenste dikte – gebruikelijk éénlaags 10 tot 25 mm dik – opgespoten. Indien in voorkomend geval een éénlaagse pleister in twee lagen moet worden aangebracht, b.v. bij verschillen in zuiging van de ondergrond, dikkere pleister-
lagen tot maximaal 50 mm of bij toepassing van een wapeningsgaas, moet dun worden voorgespoten en de tweede laag absoluut nog nat-in-nat worden aangebracht. Na het opspuiten van de pleisterspecie afrijen. Is de pleister voldoende verhard (het oppervlak wordt mat), licht bevochtigen en met het schuurbord doorschuren. Hierbij op letten dat de pleister nog wel enigszins vochtig is, zodat niet te veel moet hoeft te worden voorbevochtigt. Een te sterk bevochtigde pleister kan op het oppervlak tot huidvorming aanleiding geven. Vervolgens de pleister nog vóór het volledige drogen met een spaan zorgvuldig vlakken en hierbij het slib wegnemen. Voor oppervlakken met een structuur na verloop van tijd op nieuw bewerken met een schuurbord. Tijdens de verwerking de verwerkingsrichtlijnen BA-richtlijn 1.1. en 1.2 en verwerkingsadviezen van Bedrijfschap Afbouw in acht nemen. MultiGips machinepleisters kenmerken zich door de gelijkmatige verharding en praktijkgerichte verwerkingstijden variërend tussen 2 à 3,5 uur afhankelijk van ondergrond en omstandigheden. Daardoor zijn een rationeel opbrengen van grote oppervlakken en een optimale tijdsplanning voor het onder de rei brengen en het vlakken mogelijk. De genoemde verwerkingstijden zijn richtwaarde, die afhankelijk van de ondergrond, omgevingsklimaat en verwerkingsomstandigheden kunnen verschillen. In het bijzonder tocht en hoge temperaturen kunnen de verwerkingstijd van de gipspleister beduidend verlagen. De voortgang van het spuiten moet niet langer dan 15 minuten worden onderbroken. Bij onverwachte stroom- of wateruitval en na de beëindiging van de werkzaamheden de menger, specieslangen en de spuitkopen grondig reinigen.
[77]
www. mult ig ips. co m
Advies voor de verwerking machine- en gipshandpleister in de praktijk
De minimale dikte van de pleisterlaag bij te betegelen oppervlakken bedraagt 10 mm. Dit oppervlak mag niet worden geschuurd of geplamuurd. Het oppervlak mag slechts met de spaan ruw worden gehaald. Pleisteroppervlakken aan de randen van betonnen plafonds loodrecht insnijden zodra de pleister begint te verharden. Bij grote plafondoppervlakken de randen voorzien van stuc-stopprofielen of stroken van hardschuim. Na het pleisteren voor een goede ventilatie zorg dragen zodat het vocht kan worden afgevoerd. Een slechte ventilatie kan – vooral in de winter – tot huidvorming aanleiding geven. Is er een huid gevormd wordt het droogproces belemmerd. De oppervlakken moeten dan licht worden geschuurd.
Pleisters bestaande uit meer dan één laag moeten zoveel mogelijk worden voorkomen in verband met de hechting tussen de afzonderlijke lagen die dan niet meer gegarandeerd kan worden. In het geval dat toch in meer lagen moet worden gewerkt dan moet de vorige pleisterlaag in nog plastische toestand zwaluwstaartachtig opgeruwd worden. De volgende laag mag pas na volledige droging van de vorige laag in de richting van de kamrillen worden aangebracht. Tijdens en gieten van gietasphalt moet voor voldoende ventilatie worden gezorgd zodat de ontstane warmte snel kan worden afgevoerd.
Handpleisters van gips Voor kleinere oppervlakken, reparaties en in de renovatie zijn MultiGips handpleisters een ideale oplossing. Het hechtpleistergips (raaplaag) RotWeiss 100 is geschikt voor alle pleisterondergronden met name ook voor gladde, zwak zuigende ondergronden zoals beton. MultiGips GoldWeiss Fertigputsgips is speciaal ontwikkeld voor normaal zuigende, ruwe ondergronden zoals metselwerk. De handpleisters van MultiGips worden als kant-en-klare droge mortel in zakken geleverd. Verdere toevoegingen of bijmengingen zijn niet noodzakelijk en voor het bereiken van de beloofde eigenschappen niet toegestaan. De handpleisters van gips wordt ingestrooid in schoon water en na kort verzadigen met een mixer mengen tot een goed verwerkbare specie. De hoeveelheid van de specie moet zo berekend zijn dat deze binnen 20 minuten aangebracht kan worden. Handpleisters van gips worden in één stap met troffel en spaan aangebracht. Bij
[78]
wanden wordt normaliter van beneden naar boven gewerkt. Voor hechting over het volle oppervlak aan de ondergrond moet deze krachtig tegen de ondergrond aangedrukt worden. Vervolgens afrijen en net als beschreven als bij de machinepleister – schuren en vlakken. Tijdens de verwerking de verwerkingsrichtlijnen BA-richtlijn 1.1. en 1.2 en verwerkingsadviezen van Bedrijfschap Afbouw in acht nemen. → www.bedrijfschapafbouw.nl
p publicaties MultiGips handpleisters zijn is ingesteld op een praktijkgerichte verwerkingsduur van ongeveer 60 tot 100 minuten. De genoemde verwerkingstijden zijn richtwaarden, die afhankelijk van de ondergrond, omgevingsklimaat en verwerkingsomstandigheden kunnen verschillen. Met name tocht en hoge temperaturen kunnen de verwerkingstijd van de gipspleister beduidend verlagen en de eigenschappen van de specie nadelig beïnvloeden.
Resterend materiaal en afvoer
Gipspleister die al aan het verharden is mag niet meer worden toegepast. Ook niet als door bijmengen van water en opnieuw doormengen deze schijnbaar weer verwerkbaar is. Verharde gipspleister kan als bouwafval of voor hergebruik in een worden verzameld.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Pleistergips voor dunne lagen Door de ontwikkeling in de nieuwbouw van de laatste tientallen jaren zijn de eisen aan pleistergips voor wanden en plafonds veranderd. De geringe maattoleranties van gelijmd metselwerk maken de traditionele dikkek pleisterlagen overbodig. De onvlakheden zijn afgenomen en door het ontbreken van voegen is het probleem van het doorschijnen afgenomen. Reeds met heel dun aangebrachte pleisterlagen kunnen gladde oppervlakken met een uitstekend uiterlijk worden bereikt. MultiGips Dünnlagenputze, pleisters voor dunne lagen, vormen in deze gevallen al vanaf 3 mm laagdikte optimale oppervlakken van bouwdelen. Geschikt voor de verwerking in dunne lagen zijn MultiGips Fix & Finish evenals het speciaal voor het pleisteren van cellenbeton en andere sterk zuigende ondergronden ontwikkelde MultiGips GoldWeiss Spezial. Beide materialen worden als kant-en-klare droge prefab mortels in zakken of containers geleverd. Verwerken
en aanbrengen van de mortel kan naar keuze handmatig of machinaal. Alleen zuiver water en schone gereedschappen gebruiken. Eventueel is het nodig de ondergrond voor te behandelen zowel bij het gebruik van machine- of bij handpleisters van gips. Ook moeten leidingsleuven, beschadigingen of voegen groter dan 2 mm vóór het aanbrengen van de pleister dicht worden gezet. De verdere verwerking onderscheidt zich niet van de verwerking van pleisters met de gewende conventionele laagdikten. Het hele spectrum van rechtgetrokken, gevlakte en geplamuurde oppervlakken kan worden vervaardigd. Voor het machinaal aanbrengen kunnen eventueel pompen met een gering debiet worden gebruikt. MultiGips Dünnlagenputze zijn berekend op verwerkingstijden van ongeveer 2 tot 3 uur. De opgegeven verwerkingstijden zijn indicaties die afhankelijk zijn van de ondergrond, de temperatuur van de omgeving en de omstandigheden tijdens
de verwerking. Vooral tocht en hoge temperaturen kunnen de verwerkingstijd aanzienlijk verminderen en de verwerkingseigenschappen van het gipspleister beïnvloeden.
[79]
www. mult ig ips. co m
Pleistergips Met pleistergips worden die materialen aangeduid die tot 0 mm kunnen worden uitgesmeerd. Ze zijn ideaal geschikt voor het vervaardigen van absoluut gladde oppervlakken in de bouw, maar kunnen ook gebruikt worden als voegenvuller voor het dichtzetten van voegen, sleuven of plaatselijke gebreken. Met slechts drie producten dekt MultiGips het hele spectrum van toepassingen en ondergronden voor voegenvullers en pleistergipsen. MultiGips CasoFill Super 50 is een product voor het hoogwaardig pleisteren van droge bouwsystemen. Bij dit product gaat het om een hoogwaardige, met kunststoffen gemodificeerde voegenvuller op basis van gips voor het afwerken van gipsplaten met halfronde kant zonder wapeningsstroken of van gipsplaten met afgeschuinde kant met wapeningsstroken en van gipsvezelplaten. CasoFill Super 50 is ook geschikt als pleistergips voor handmatige plamuren, plaatselijk of over het gehele oppervlak, en pleisteren op kritische pleisteron-
[80]
dergronden. Het toepassingsgebied van CasoFill Super 90m strekt zich uit van het machinaal pleisteren van zwak of normaal zuigende, ruwe en onvlakke ondergronden, het vullen van voegen tussen betonelementen, sleuven en gaten via het over het gehele oppervlak pleisteren van betonoppervlakken, tot het vervaardigen van bijzonder hoogwaardige oppervlaktegesteldheden in de droge afbouw en van pleisters. MultiGips CasoFill Uni is een pleistergips voor binnentoepassing voor handmatig of machinaal pleisteren over het gehele oppervlak van sterker zuigende wandelementen zoals gipsblokken, cellenbeton of kalkzandsteen. Het is geschikt voor het vullen van voegen, scheuren en sleuven, evenals voor het pleisteren en overlagen van oude en nieuwe stuclagen, maar niet voor het verwerken op gipskartonplaten. Pleistergipsen worden gereed voor de verwerking als prefab droge mortels in zakken op de bouwplaats aangeleverd.
Het pleistergips moet in, de per product opgegeven hoeveelheid, schoon water worden ingestrooid. Vervolgens kort laten verzadigen en aansluitend met de mixer tot een klontvrije homogene massa mengen. De voegen vullen en indien nodig in een tweede handeling overpleisteren en gelijk maken met het aangrenzende oppervlak. Bij het aanbrengen van de pleister over het gehele oppervlak het materiaal met de spaan op dikte brengen. Slijpen en later verf- en lijmwerk pas na volledige droging uitvoeren. Om ter plaatse van reparaties het ongelijkmatige drogen van later aangebrachte verflagen te vermijden kan een voorstrijk vereist zijn. Bij het voegen van gipskarton- en gipsvezelplaten en gipsblokken evenals bij het eventuele gebruik van wapeningsstroken voor de voegen moeten de voorschriften van de betreffende fabrikant worden opgevolgd. MultiGips Fugenfüller en pleisters hebben op de praktijk afgestemde verwerkingstijden tussen 50 en 90 minuten.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Machinale verwerking Het pleisteren met gips diende vroeger vooral voor het vullen van voegen of het opvullen van plaatselijke oneffenheden in de ondergrond. Deze relatief kleine vlakken werden (en worden) het gemakkelijkst met de hand, met plamuurmes of spaan, vlak gemaakt. In samenhang daarmee zijn de meeste pleistermaterialen die op de markt verkrijgbaar zijn geoptimaliseerd voor handmatige verwerking. Maar de werkelijkheid op de bouwplaatsen is veranderd! Het pleisteren is niet langer een slechts bijkomstige reparatietechniek, maar wordt in toenemende mate ingezet voor het afwerken van gehele oppervlakken voor een super oppervlak van complete wanden of plafonds: de tegenwoordig in de nieuwbouw gebruikte elementen zijn in de regel loodrecht en vlak, zodat in plaats van een stuclaag nog slechts een dun overlagende pleister wordt aangebracht. Door het aanbrengen van een overlagende pleisterlaag krijgen in de renovatie ook bestaande bouwdelen zoals
beschadigde gipsplaten van droge afbouw systemen of oude stuclagen hun vlekkeloze gladheid terug. De gestegen eisen voor het uiterlijk van de oppervlakken leiden er zelfs toe, dat schilders in het kader van renovaties de hele ondergrond pleisteren, alvorens ze hun hoogwaardige verflagen en dergelijke aanbrengen. In al deze gevallen, waar grote oppervlakten rationeel en kwalitatief goed moeten worden gepleisterd, speelt de combinatie van MultiGips CasoFillSuper 90m en machinale verwerking zijn troeven volledig uit. Want bij deze gipspleister gaat het niet om een traditionele handpleister, maar werd speciaal voor het mengen, transporteren en spuiten met de machine ontwikkeld. De receptuur en de verwerkingseigenschappen daarvan zijn optimaal afgestemd voor de machinale verwerking over het volle oppervlak. Universeel voor een vlakke pleister MultiGips CasoFill Super 90m - machinaal opgebracht – is bijzonder geschikt voor
de gladde oppervlakken van MultiGips gipsblokken, van vlakke elementen van kalkzandsteen of cellenbeton, betonoppervlakken of voor nieuwe en oude pleisterlagen. Ook het afwerken van gipskartonplaten is hiervoor geschikt. Afhankelijk van de ondergrond kunnen voegen, gaten of sleuven tot ongeveer 20 mm breed in één handeling worden dichtgezet. Grotere plaatselijke gebreken moeten vooraf met een vulpleister met de hand worden dichtgezet, bijvoorbeeld met MultiGips CasoFill Super 50 of CasoFill FK2. Voorbehandeling van de ondergrond Met betrekking tot de beoordeling en de eventuele voorbehandeling van de ondergrond onderscheidt het machinaal aanbrengen van de pleister zich niet van handmatige verwerking: voegen en pleisterondergrond moeten droog zijn, samenhang hebben en vormhoudend, stofen vorstvrij zijn. Huidjes, restmaterialen en verontreinigingen van welke aard ook
[81]
www. mult ig ips. co m
MultiGips CasoFill Super 90m machinaal verwerkt … … garandeert het economische succes van de verwerker:
Groot aantal vierkante meters per dag Snelle Verwerking verbetert de kostencalculatie Arbeids- en tijdbesparend aanmaken, mengen en opbrengen Geen inspanningen voor steiger bij hoger gelegen oppervlakken (b.v. plafonds!) Bijzonder economisch en hoge opbrengst van pleistergips, ca. 0,80 kg per m² en mm laagdikte … voldoet aan de hoogste verwerkingseisen:
Geoptimaliseerd pleistergips voor het machinaal aanbrengen Toepassing op nagenoeg alle vlakke ondergronden in de bouw Nauwelijks krimp van het materiaal ter plaatse van voegen Op de praktijk afgestemde bindtijd voor de machine technologie Indien nodig, voorbehandeling van de volgens stand van de techniek Spuiten over het volle oppervlak van 0 tot 5 mm Bijzonder goede hechting … zorgt voor super oppervlakken:
Hoogwaardig vlakke, krimp- en scheurvrije gipsoppervlakken Voor een hoge kwaliteit slechts één spuitlaag nodig met vervolgens bevochtigen een één tot twee keer vlakken Zelfs aan de hoogste eisen kan machinaal worden voldaan Hoogwaardige en vrije uitvoeringsvormen mogelijk Rauhfaser imitatie realiseerbaar, behangen niet nodig
moeten worden verwijderd. De voorbehandeling van de ondergrond en verwerking van CasoFill Super 90m mag niet beneden de +5 °C omgevings- en oppervlaktetemperatuur gebeuren. Sterk zuigende ondergronden moeten worden voorgestreken met MultiGips Grundierung of MultiGips Aufbrennsperre Dispersion. Op betonnen ondergronden kan, afhankelijk van de oppervlaktekwaliteit, voorbehandeling met MultiGips Betonkontakt of bij dunnere laagdikten met een dispersie van MultiGips Aufbrennsperre (verdunning 1 op 3) en op gipskartonplaten een met Putzgrund noodzakelijk zijn. Pleister met MultiGips Tiefengrund (b.v. oud pleisterwerk) of MultiGips Aufbrennsperre Dispersion (b.v. gips- of gips-kalk-pleister) voorbehandelen. Telkens verhardings- en droogtijden aanhouden. Bij afbouwplaten moeten de verwerkingsrichtlijnen van de fabrikant worden opgevolgd. Gereed voor machinale verwerking CasoFill Super 90m is een hoogwaardige, speciaal voor machinale verwerking
[82]
geoptimaliseerde prefab droge mortel. Het aanvullend bijmengen van andere stoffen is niet nodig en is ook niet toegestaan. Droge mortel met de machine mengen, transporteren en spuiten. De waterdosering zo instellen dat een niet te dikke, smeuïge specie ontstaat. De laagdikte is afhankelijk van de gesteldheid van de ondergrond en de geëiste kwaliteit van het oppervlak 0 – 5 mm. Bij het volledige affilmen van betonnen oppervlakken, van gipsblokkenwanden, gipskartonplaten en pleisters wordt CasoFill Super 90m als een dunne pleister (Dünnputz) in een enkele laag met een dikte tot 5 mm opgebracht. Meteen na het spuiten van CasoFill Super 90m wordt met een pleisterspaan zo vlak mogelijk verdeeld. Na ongeveer 40 tot 60 minuten, afhankelijk van het zuigvermogen van de ondergrond, het oppervlak afrijen en met toenemende opstijving één tot twee keer vlakken. Voor dat de pleister de tweede keer gevlakt wordt het oppervlak een beetje te bevochtigen. Bij grotere oppervlakken en hoge oppervlakte-eisen is het aan te bevelen na het afrijen een dunne tweede laag nat-in-nat op te spuiten. Ook
deze finishlaag één tot twee keer zoals boven beschreven vlak maken. Daarnaast kunnen ook de voegen tussen betonnen elementen goed worden gevuld. Indien nodig kan na volledige droging of nat-in-nat een tweede laag de voegen strak worden getrokken. Indien het oppervlak uiteindelijk slechts met verf zal worden afgewerkt wordt geadviseerd om voegstroken te plaatsen. Indien een aantal stuclagen noodzakelijk is, moet de laatst opgebrachte laag verhard en volledig gedroogd zijn. Aanbevelen wordt om de laatst opgebrachte laag voor te behandelen met MultiGips Aufbrennsperre Dispersion. Pas na droging van de stuclaag en droging van de Aufbrennsperre kan de volgende stuclaag worden opgebracht. Het aanbrengen van tegelwerk op CasoFill Super 90m is niet toegestaan. Verschillen in oppervlaktekwaliteiten machinaal te maken Voor de standaard uitvoering van het oppervlak wordt aanbevolen in één keer een
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
laag op het volle oppervlak aan te brengen. De specie na het spuiten met de troffel of spaan verdelen en vlak maken. Ook kwalitatief betere oppervlakken kunnen met slechts één spuitlaag worden bereikt. Afhankelijk van de ondergrond 40 tot 60 minuten na het opspuiten, afrijen en het eerste uitvlakken met weinig water bevochtigen en met toenemend aantrekken opnieuw één tot twee keer vlak maken (watervlak). Bij grotere oppervlakken en bij nog hogere eisen wordt geadviseerd om meteen na de eerste keer afrijen een tweede dunne laag nat-in-nat op te spuiten. Ook deze laag één tot twee keer zoals boven beschreven vlak maken.
Met MultiGips CasoFill Super 90m kunnen oppervlakken met een zeer fijne en gelijkmatige structuur worden gespoten. Ze lijken op rauhfaserbehang en hoeven alleen te worden geverfd. Het behangen en de benodigde materialen hiervoor komen te vervallen. Machinetechniek MultiGips CasoFill Super 90m mag alleen met geschikte machines worden verwerkt (PFT Ritmo Powercoat of dergelijke). VG-ORTH verstrekt adressen van bedrijven voor de aankoop of lease van geschikte machines.
Diverse wandafwerkingen, ook met structuur De volledig gedroogde pleisterlaag is geschikt als ondergrond voor behang, scans en schilderwerk met dispersie-, latex- , olie- of lakverf. Geen kalk- of waterverf gebruiken.
[83]
www. mult ig ips. co m
Gipspleister MultiGips PermaHaft 24 Beton met verhoogd restvochtgehalte
Minerale hechtbrug MultiGips Permahaft 24 is een minerale hechtbrug die in vergelijking met de bekende materialen de hechting bewerkstelligen tussen gipspleister en de cementgebonden ondergrond, een volkomen ander soort hechting garandeert. Terwijl de gewone organische dispersies een film vormen tussen pleisterlaag en bijvoorbeeld een betonondergrond, garandeert de 4 mm dikke laag van MultiGips Permahaft 24 een dubbel werkende chemische en mechanische verankering. Dubbel werkende verankering De verwerker krijgt zo de zekerheid dat de pleisterlaag vast aan alle cementgebonden ondergronden, bijvoorbeeld beton of cementpleister, blijft hechten. Speciaal in het kader van de renovatie kunnen ook verschillende ondergronden, waarop lijmresten van tegels, kalk en cement of gips als bindmiddel kunnen voorkomen, beter worden beheerst. Zelfs cementgebonden gepleisterde ondergronden met sulfaat geven geen problemen.
[84]
Dubbele winst aan kwaliteit en tijd De radicaalste verandering, ja bijna zoiets als een kleine revolutie betekent de nieuwe minerale hechtbrug echter voor het verwerken van gipspleister op betonnen ondergronden in de nieuwbouw. Want anders dan met de gebruikelijke producten kan het pleisteren bij gebruik van MultiGips PermaHaft 24 al beginnen voordat het nog jonge beton volledig is gedroogd. Zo biedt de minerale hechtbrug het stukadoorsbedrijf twee wezenlijke voordelen: omdat de wachttijd tot het uitdrogen van het beton korter is kan in de eerste plaats het pleisterwerk duidelijk sneller en efficiënter worden gepland. Niet-productieve stilstand vervalt in hoge mate. Vooral voor het bouwen in de winter ontstaat een economisch voordeel door versnelling van het bouwproces. Het stukadoorsbedrijf heeft in de tweede plaats de mogelijkheid in te spelen op de wensen van de bouwdirectie of de
opdrachtgever om het pleisteren naar voren te trekken, zonder daarbij risico’s van gebrekkige hechting te hoeven lopen. Want door de druk op alle bouwplaatsen geldt er overal een steeds strakkere planning voor de onderaannemers. Dikwijls wordt het stukadoorswerk al gepland als het beton nog niet volledig droog is. Tot nu toe moest de stukadoor met verantwoordelijkheidsgevoel dan onaangename en vaak heftige debatten voeren met de bouwdirectie. MultiGips PermaHaft 24 geeft hem nu de mogelijkheid om op de eisen van de planning in te gaan en ondanks het verhoogde restvochtgehalte van de betonnen ondergrond een hoogwaardige en duurzaam hechtende gipspleister aan te brengen. Restvochtgehalte van beton Tot nu toe gold de vaste regel, dat gipspleister op cementgebonden ondergronden pas mag worden aangebracht als de ondergrond droog en de kristallisatie van
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Wie kent dit niet? De bouwplaats heeft tijdnood en de bouwdirectie verzoekt om zo snel mogelijk de binnenpleister op het nog vochtige beton op te brengen. Desondanks moet een goede hechting van de pleister op de wanden en met name op de plafonds blijvend gewaarborgd zijn. De oplossing: De minerale hechtbrug MultiGips PermaHaft 24, die met een dubbele hechting de totaal verschillende materialen cement en gips duurzaam met elkaar verbindt. De hechtbrug wordt met de getande kam opgebracht om een optimale droging te garanderen met een hechting, werkend over een zo groot mogelijk oppervlak.
het cement afgesloten is. Als dat nog niet het geval is kan de voortgezette kristalgroei van het cement, gepaard gaande met o.a. de vorming van ettringiet,tot een verstoring van de hechting tussen pleister en ondergrond leiden. Elke cementgebonden ondergrond moet daarom het evenwichtsvochtgehalte bereikt hebben, alvorens gipspleister mag worden opgebracht. In het geval van beton geldt doorgaans dat het restvochtgehalte tot 3 cm diepte onder het oppervlak niet hoger mag zijn dan 3% m/m. Werking van de hechtbrug Bij vakbekwame verwerking kan beton ook gepleisterd worden onder toepassing van de minerale hechtbrug MultiGips PermaHaft 24 als de ondergrond nog niet het bovengenoemde restvochtgehalte van 3% m/m bereikt heeft. Dit wordt mogelijk dank zij de specifieke structuur en de opbouw met open poriën van het materiaal van de hechtbrug. De luchtporiën in de 4 mm dikke minerale bufferlaag laten de bij dit vochtgehalte
nog steeds optredende kristalgroei in de cementgebonden ondergrond de vereiste ruimte, zodat de spatkrachten tengevolge van de volumevergroting niet optreden. In plaats daarvan vergroten de talloze poriën het voor de kristallisatie nodige oppervlak, met als gevolg een innige chemische verankering tussen beton en hechtbrug. Tussen gipspleister en hechtbrug anderzijds ontstaat naast de chemische ook een bijzonder stabiele mechanische hechting. De ruwe, gestructureerde oppervlakken maken een intensieve kristallisatie en tegelijk een innige verankering mogelijk. De zogeheten capillaire poriën zorgen voor het volledig uitdrogen van het systeem, bestaande uit pleisterondergrond, hechtbrug en gipspleister. Anders dan bij de gebruikelijke organische hechtbruggen kan het vocht zowel door diffusie als ook capillair zijn weg naar buiten vinden. Door het principe van de dubbel werkende verankering (chemisch en mechanisch) bereikt de minerale hechtbrug
MultiGips PermaHaft 24 een tot dusverre ongekende stabiliteit en kwaliteit van de hechting. De beide principieel van elkaar verschillende bindmiddelen cement en gips worden duurzaam en veilig met elkaar verbonden. Universeel voor elke ondergrond voor pleisters MultiGips PermaHaft 24 kan als hechtbrug worden toegepast op gips-, gipskalk-, kalken cementpleisters en op beton, zelfs dan, als het restvochtgehalte nog hoger is dan 3% m/m. Het beton moet zuigvermogen hebben en aan het oppervlak mogen geen waterdruppels of een waterfilm aanwezig zijn.
[85]
et an de profilering
www. mult ig ips. co m
g al cia Spe
Verwerking met de hand of machinaal De minerale hechtbrug wordt als kanten- klare prefab droge mortel geleverd en zonder speciaal gereedschap in enkele arbeidsgangen, waarmee alle stukadoors vertrouwd zijn, verwerkt. Verwerking met de hand: de inhoud van de zak (25 kg) instrooien in 5 à 6 liter water, roeren tot een klontvrije massa en binnen ca. 30 minuten verwerken. Opbrengen over het gehele oppervlak met de getande kam MultiGips Zackenspachtel in een laagdikte van ca. 4 mm. De laagdikte van de rillen moet ca. 2 mm bedragen. Machinale verwerking: geschikt voor alle marktconforme pleistermachines. 1/2 mantel en 10 mm spuitkop gebruiken. Circa 4 mm dik gelijkmatig opspuiten en zonder wachttijd direct met de getande kam MultiGips Zackenspachtel over het volle oppervlak verdelen. Ook hier moet de laagdikte tussen de rillen 2 mm bedragen. De standtijd van de hechtbrug bedraagt minstens 24 uur voor het pleisteren met
[86]
gips- of gipskalkpleisters bij verwerking met de speciaal daarvoor aanbevolen getande kam MultiGips Zackenspachtel. Lagere temperaturen verlengen de standtijd. Het vlot aanbrengen van de pleister MultiGips PermaHaft 24 is geschikt als hechtbrug voor alle minerale pleisters, b.v. gips-, gipskalk- of cementpleister. Bij verhoogd restvochtgehalte van het beton mogen alleen dampopen pleisters ( b.v. gipspleister) en lagen gebruikt worden, die in combinatie met de dampopen hechtbrug het volledig uitdrogen van de ondergrond mogelijk maken. Op de hechtbrug kan bij vakkundig gebruik van de getande kam MultiGips Zackenspachtel al na 24 uur een volgende laag worden aangebracht. Langere standtijden zijn optimaal voor het resultaat.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Drogen en bouwen in de winter Pleistermaterialen van MultiGips zijn zorgvuldig ingesteld op verwerkingstijden die in de praktijk nodig zijn en ook op een continu verloop van de binding. Ondanks dat kunnen in de praktijk afwijkingen optreden van de opgegeven verwerkingstijden, omdat het drooggedrag van de pleister in hoge mate door de ondergrond, de temperatuur van de omgeving en de omstandigheden tijdens de verwerking bepaald wordt. Na het aanbrengen van de pleister moet voor een goede ventilatie worden gezorgd, opdat het vocht ongehinderd kan verdwijnen. Ook moet rekening worden gehouden met bouwvocht dat nog kan stijgen door eventueel latere werkzaamheden. Onder ongunstige omstandigheden, bijv. lage temperaturen, veel bouwvocht of ontbrekende ventilatie na aanbrengen van de dekvloeren moeten door de opdrachtgever in voorkomend geval bouwdrogers worden geplaatst. Een slechte ventilatie kan – vooral in de winter – tot de vorming van een huid aanleiding geven, die de droging nadelig beïnvloedt. De pleisterlagen moeten in dit geval lichtjes worden geschuurd. Gipspleisters en de materialen voor de voorbehandeling mogen ten allen tijde slechts vorstvrij verwerkt worden. De temperatuur van de ondergrond, het aanmaakwater en de omgevingslucht mag niet lager zijn dan 5 °C. Stukadoorswerk binnen mag alleen dan worden begonnen als de temperatuur in het etmaal daaraanvolgend niet onder deze temperatuur zal dalen. Ook de oppervlakken van de bouwdelen moeten voor een vakkundige verwerking de juiste temperatuur hebben. Teneinde dit te garanderen moeten de ruimten in koude winters minstens 3 à 4 weken voor het pleisteren verwarmd en grondig geventileerd worden. Bij beton als te pleisteren ondergrond moet in de regel het pleisteren niet eerder worden uitgevoerd dan na tenminste 60 vorstvrije dagen na het ontkisten, tenzij het vochtgehalte van het beton aantoonbaar al eerder tot 3% m/m is gedaald (Te testen bijv. met de CM-methode). Op de bovenste verdieping evenals op alle potentiële koudebruggen van het bouwwerk, speciaal de kopse vlakken, moet bij het bouwen in de winter de thermische isolatie al zijn aangebracht alvorens te beginnen met het pleisteren binnen. Zelfs
als de temperaturen van de bouwdelen ter plaatse van deze details niet lager worden dan +5 °C kan zich toch condensvocht vormen, dat de binding en de hechting nadelig beïnvloedt. Huidvorming op gipspleister De te verwachten kwaliteit van de pleister is in bijzondere mate afhankelijk van de vakkundige verwerking van de juiste gipspleister. Even belangrijk zijn echter de omstandigheden op de bouwplaats die heersen tijdens en vooral na afloop van het stukadoorswerk.
vormen een aantasting van de verwerkingseigenschappen van het pleistergips. Bij het aanbrengen van gietasfalt dekvloeren na het pleisteren moet bijzonder worden gelet op een ongehinderde ventilatie, opdat de warmte snel kan worden afgevoerd. In voorkomend geval moet de werking van een ventilator worden uitgeprobeerd. Door de opdrachtgever moet worden gegarandeerd, dat wanden die moeten worden gepleisterd, tegen opstijgend en doorslaand vocht zijn beschermd. Ook het plafond op de bovenste verdieping of het dak moet zijn gedicht en op de draagvloeren mag geen water, bijvoorbeeld afkomstig van neerslag, staan.
Onontbeerlijk is daarbij een voldoende ventilatie, opdat het met de pleister ingebrachte vocht ook weer kan verdwijnen en de pleister snel door en door kan drogen. Juist op bouwplaatsen in de winter ondersteunt het regelmatig intermitterend ventileren dit droogproces. Als ventilatie en afvoer van de verzadigde lucht achterwege blijven, dan wordt het vochttransport binnen de pleisterlaag naar het pleisteroppervlak geremd en wordt de droogsnelheid van de hele pleisterlaag verminderd. Gevolg: de in het pleistergips aanwezige kalk wordt opgelost en zet zich af aan het oppervlak van de pleisterlaag. Het reageert daar met het in de lucht aanwezige kooldioxide tot calciet. In het verdere verloop vormt zich zo een dichte, waterdampremmende laag of huid, die het droogproces hindert. Huidvorming is gemakkelijk door een bevochtigingsproef waar te nemen. Wordt het water niet door de pleisterlaag opgenomen, maar parelt het er direct van af – vaak ook slechts gedeeltelijk – dan is dit een zeker bewijs van de aanwezigheid van een huid, die direct verwijderd moet worden. Pleisteroppervlakken met een huid zijn niet functioneel en vormen geen solide ondergrond voor latere verf, impregneringen of andere afwerkingen. Een voldoende hechting is niet gegarandeerd. In de regel kan de huid door licht schuren van het pleisteroppervlak worden verwijderd, zodat de pleisterlaag kan nadrogen. Overige invloedsfactoren Tocht en hoge temperaturen evenals vervuild gereedschap of vervuild water reduceren de verwerkingstijd aanzienlijk en
[87]
www. mult ig ips. co m
Technische fiches De volgende bladzijden zijn bedoeld om ontwerper en uitvoerder bij de bouw van lichte niet-dragende scheidingswanden van MultiGips gipsblokken te inspireren en te adviseren. Deze tekeningen zijn genummerd, zodat deze als voorbeeld kunnen worden gehanteerd ter vergemakkelijking van de ontwerp-, aanbestedings- en uitvoeringsfase. De tekeningen ontslaan de gebruiker echter niet van de plicht de toepasbaarheid per concreet deugdelijk te toetsen. Er moet erop worden gelet, dat de materialen voor elastische en glijdende wand- en plafondaansluitingen in hun afmeting en vervormbaarheid overeenkomen met de verwachte bewegingen van het gebouw zelf. De in de tekeningen aangegeven afmetingen zijn slechts een voorbeeld en moeten aangepast worden aan de situatie van de omstandigheden op de bouwplaats. Scheidingswandconstructies met eisen aan de brandwerendheid vergen onbrandbare materialen bij de aansluitingen.
[88]
Opmerking: De tekeningen zijn slechts geldig in combinatie met onze verwerkingsvoorschriften. Onze specificaties en overige beschrijvingen in de tekeningen voldoen aan stand van de techniek en maken geen aanspraak op volledigheid. Technische wijzigingen voorbehouden. Onze kwaliteitsbepalingen hebben betrekking uitsluitend op MultiGips gipsblokken.
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[89]
www. mult ig ips. co m
[90]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[91]
www. mult ig ips. co m
[92]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[93]
www. mult ig ips. co m
[94]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[95]
www. mult ig ips. co m
[96]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[97]
www. mult ig ips. co m
[98]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[99]
www. mult ig ips. co m
[100]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[101]
www. mult ig ips. co m
[102]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
[103]
www. mult ig ips. co m
[104]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Opmerkingen
[105]
www. mult ig ips. co m
Opmerkingen
[106]
G I P S B LO K K E N E N P L E I S T E R SY S T E M E N
Certificaten Als fabrikant nemen wij onze verplichtingen met betrekking tot de bescherming van het milieu serieus en investeren in grondstoffen besparende en emissiearme productietechnieken evenals in maatregelen voor de recultivering van uitgeputte gipsgroeven. Onze producten werden als „ecologisch aanbevolen“ geclassificeerd door de Transferstelle Ökologisches Bauen te Dresden onder registratienummer 1.3-98L004.
Bovendien werden met succes de certificaten van KOMO (BV Kwaliteitsverklaringen IKOB-BKB), BBA en EN ISO 9001 verkregen.
en verpakkingen middels CE-markering gedocumenteerd. Dit is de juridische basis waarom producten van MultiGips in de lidstaten van de Europese Unie in het handelsverkeer gebracht mogen worden.
Voor de fabriek VG-ORTH Hundelshausen, Duitsland, is een managementsysteem voor het milieu volgens EN ISO 14001 en EMAS II-Verordung van kracht. De conformiteit van onze producten met NENEN 12589 wordt op alle leveringsbonnen
© VG-ORTH 1. uitgave, jan 2009 2. uitgave, oct 2009 Overdruk, fotografische, elektronische of digitale of andere reproductietechnieken, bewerking, vertaling, overdracht naar microfilm, opslag, verwerking, bijvoorbeeld in databestanden of andere elektronische media en systemen – ook uittreksels daarvan – uitsluitend na schriftelijke toestemming van de uitgever VG-ORTH GmbH & Co. KG, Holeburgweg 24, D-37627 Stadtoldendorf. Verantwoordelijk: Dipl.-Kfm. Thomas Bremer, Directeur Redactie: Dipl.-Ing. Fred Fischer, Directeur Verkoop Alle rechten voorbehouden Geen aansprakelijkheid voor de in deze brochure gegeven informaties Opgaven van verbruik en hoeveelheden kunnen afwijken, afhankelijk van de ondergrond en de omgevingstemperatuur evenals van de verwerkings- en opslagomstandigheden. Om de bouwfysische en bouwkundige eigenschappen van de MultiGips pleister- en wandsystemen te realiseren mogen uitsluitend MultiGips componenten of door VG-ORTH aanbevolen producten worden gebruikt. Foto’s © VG-ORTH 2008 E&K Immobilien GmbH, Heidelberg 2008 (pagina 5) Florian Schreiber, München 2007 (pagina 9) Fischerwerke, Waldachtal 2006 (pagina 34)
[107]
www. mult ig ips. co m
Met deze publicatie dragen wij de stand van onze kennis over met betrekking tot de verwerking en toepassingsgebieden van onze bouwproducten. Omdat steeds zeer verschillende omstandigheden voor de verwerking worden aangetroffen, kunnen wij slechts algemene verwerkingsrichtlijnen verstrekken. De verwerkers zijn verplicht de doelmatigheid en toepassingsgebieden van onze producten per concreet bouwproject vakkundig en met inachtneming van geldende normen te toetsen. Onze productbegeleiders ondersteunen betrokkenen bij de besluitvorming in situaties, die niet in deze brochure kunnen worden behandeld. Fouten, drukfouten of onvolledigheid bij opgave van technische gegevens voorbehouden. De telkens actuele uitgave is van kracht. Geactualiseerde publicaties zenden wij u op aanvraag gratis toe, aanvragen op
[email protected] met uw adres is voldoende.
Holeburgweg 24 · 37627 Stadtoldendorf Telefon +49 5532 505-0 · Telefax +49 5532 505-560
[email protected] · www.multigips.de
mg | WP PS | NL | 06.09
VG-ORTH GmbH & Co. KG
VG-ORTH GmbH & Co. KG Holeburgweg 24 D-37627 Stadtoldendorf Telefon +49 5532 505-0 Telefax +49 5532 505-560
[email protected] www.multigips.com
Fax antwoord: +49 5532 505-560 Ik verzoek om toezending van:
Mijn adres:
Ex. Brochure MultiGips Gipsblokken en MultiGips pleistersystemen
Naam bedrijf
Ex. Imagebrochure MultiGips Gipsblokken
Voornaam en naam Straat/Postbus Postcode en plaats
Ik ontvang gaarne bezoek van een VG-ORTH productbegeleider
Telefoon/Fax E-mail
www.multigips.com
Aangeboden door:
[108]