opinie
Tekst: Drs. J.F. Poelman1 en Drs. J. Schwerzel
Terug naar de basis Veranderingen in het vormingsmechanisme op de KMA ‘Vooral tijdens de eerst twee avonden zoekt de ouderejaars doelbewust naar fouten. Bij een overtreding volgt een soms onprettige, soms ludieke, opdracht. Zo nu en dan nemen de patrouillerende coördinatoren de straf over door initiandi2 hun cane aan te reiken en deze mee te sleuren naar de binnenplaats waar er een corrigerend gesprek of opdracht volgt. Bij het betreden van de binnenplaats zie ik drie coördinatoren om een initiandus heen staan. De initiandus staat met zijn rug tegen een pilaar waarbij haar bovenbeen en onderbeen in een hoek van negentig graden ten opzichte van elkaar staan. Er wordt niet geschreeuwd, maar de (vrouwelijke) initiandus is in de minderheid en bevindt zich in een fysiek en mentaal zware positie’ (Citaat uit dagboek van onderzoeker)3.
‘Alles is individueler geworden. Om zo maar even te zeggen. Waarbij je vroeger gewoon veel meer een groepscohesie had om zo maar te zeggen. Je deed alles met elkaar en iedereen had hetzelfde voortraject. Er was maar een enkeling die een voortraject had gehad. De rest kwam hier gewoon vers als spijkerbroek binnen. Niks geen HBO afgerond. De gemiddelde leeftijd lag ook een stuk lager. Allemaal achttien of negentien en je deed allemaal hetzelfde traject. Ik ben in ‘92 begonnen met het nieuw model. En toen is het allemaal begonnen met het verval’ (Citaat uit interview met een staflid).
Deze citaten gaan over het vormingsproces op de Koninklijke Militaire Academie te Breda en zullen voor iedere officier van de Land- of Luchtmacht herkenbaar zijn. Dit vormingsproces kan worden beschouwd als een inwijdings- of initiatie-ritueel in welke burgers omgevormd worden tot militairen en (aspirant-)officieren. Door met een antropologische bril naar de opleiding op de KMA te kijken is het mogelijk parallellen te trekken met initiatierituelen die in talloze culturen overal ter wereld terug te vinden zijn. Menig lezer zal wellicht verbaasd zijn dat er dergelijke parallellen zijn tussen inwijdingsrituelen in Papua Nieuw Guinea of Madagascar en wat op de KMA gebeurt, bijvoorbeeld tijdens de coördinatietijd (Co-tijd)4. Hoewel er uiteraard ook veel verschillen zijn, volgen alle initiatierituelen dezelfde basale structuur. Tijdens initiatierituelen staat de transformatie van een oude sociale status naar een nieuwe sociale status centraal. Voorbeeld van een dergelijk uitvoerig gevierd ritueel is een initiatie waarin jongens leren jagen en daarna als volwassen man worden beschouwd. Andere voorbeelden zijn huwelijksrituelen, maar ook informele ‘ontgroeningen’ op de werkplek. Doel
20 | Carré 1 | 2013
van initiatierituelen is om de initiandi niet alleen de noodzakelijke kennis mee te geven zodat hij of zij zich weet te gedragen, maar bovenal om een psychologische transformatie te bewerkstelligen waarin de nieuwe identiteit daadwerkelijk deel wordt van de persoon. De eerste auteur van dit artikel, heeft gedurende meerdere maanden antropologisch onderzoek gedaan op de KMA. Hij leefde met en tussen de cadetten, ging met ze naar college, was aanwezig op bivak nam deel aan sportactiviteiten en werd toegestaan aanwezig te zijn bij speciale gebeurtenissen zoals de Co-tijd, het Assaut, en de C&A wedstrijden. Door participeren en observeren is de antropoloog in staat inzicht te krijgen ‘van binnen uit’. Naast participerende observaties heeft de eerste auteur vele interviews gedaan met cadetten en instructeurs op de KMA.
‘Vroeger had je zestig mensen per jaar en dan was je elite. En nu zit je met lichtingen van 250 man waarvan de helft een cursus doet tot officier. En iedereen haalt het in feite op een enkeling na. En er is niks elitairs meer aan. Het is gewoon een onderdeel van de opleiding geworden. Daarom is de Co-tijd als drempel niet zo groot meer want het gros haalt het toch wel. Want je doet het niet vrijwillig. Juridisch technisch gezien is het vrijwillig maar er wordt nog wel van je verwacht dat je er aan deelneemt. Wat je vroeger had dat echt elitaire, wat je krijgt door zo’n periode te doorlopen dat is er vanaf gegaan’ (Citaat uit interview met een cadet). Een van de meest in het ook springende aspecten die tijdens het onderzoek aan het licht kwamen, waren de parallellen met initiatierituelen elders op de wereld. Vandaar dat wij besloten hier een artikel aan te wijden. Het artikel bestaat uit drie onderdelen. Er zal een beschrijving worden gegeven van de rites of passage uit de antropologische theorie. Daarna volgt een beschrijving van de ‘dieper liggende’ structuur die het onderzoek op de KMA blootlegde. In het laatste deel maken we duidelijk dat de KMA-opleiding als geheel, en onderdelen daarbinnen zoals de Co-tijd, beschouwd kunnen worden als initiatierituelen zoals deze in de antropologische literatuur worden beschreven.
Rites of passage: initiatierituelen
In de culturele antropologie staat het begrip cultuur centraal. Cultureel antropologen proberen te verklaren waarom mensen doen wat ze doen, en gaan er daarbij van uit dat de culturele context waarin zij handelen een belangrijke factor is om hun gedrag te verklaren. De stereotype antropoloog, al dan niet met tropenhelm op, reist af naar (exotische) oorden om voor lange tijd in een afgesloten (stammen)gemeenschap te
vertoeven5, de taal te leren, en observaties te doen. Vroeg etnografisch werk richtte zich vaak op het beschrijven en duiden van rituelen, en de zogenaamde rites of passage waren wellicht het meest markant. De term rites of passage beschrijft het proces waarin mensen een overgang maken naar een nieuwe identiteit of status in de gemeenschap; ze worden ook wel initiatierituelen genoemd. Deze rituelen worden gehouden om een identiteitsverandering in iemands leven te bewerkstelligen. Arnold van Gennep beschreef in zijn klassieke werk ‘Rites of Passage’6 dat vrijwel alle initiatierituelen een uniform ‘stappenplan’ volgen: zij hebben in de basis dezelfde structuur. Deze structuur is in de decennia na het uitkomen van Van Gennep’s boek in honderden rituelen in tientallen culturen beschreven. ‘A rite of passage is a ritual that marks a change in a person’s social status or sexual status. Rites of passage are often ceremonies surrounding events such as childbirth, menarche or other milestones within puberty, coming of age, weddings, menopause and death’ (Van Gennep in Turner 1982: 23).
Rites of passage kennen volgens Van Gennep drie opeenvolgende fases die hij benoemt als een preliminele (separatie), een liminele (transitie) en een postliminele (herintreding of reïncorporatie) fase (Van Gennep 1909). Deze fases zijn voor alle initiatierituelen, waar dan ook ter wereld, te herkennen7.
De preliminele of separatie fase
De preliminele situatie kenmerkt zich door symboliek met betrekking tot afsluiting. Het primaire doel van deze fase is om mensen afscheid te laten nemen van hun oude identiteit en ze te confronteren met een dringende urgentie om te veranderen. In sommige culturen gaat de initiandus symbolisch dood. Op de KMA is dit natuurlijk
niet het geval, maar het valt op dat de aspirant cadetten tijdens de Cotijd hun naam8, hun kleding en taal af worden genomen. Zij worden uniform gemaakt zodat ze niet meer via hun persoonlijke eigendommen, taal of uiterlijkheden terug kunnen grijpen naar hun oude identiteit. Zij leren daarbij opnieuw praten, bewegen, eten en drinken. Pas na het doorstaan van de initiatie zullen ze ook weer een eigen (achter-)naam terugkrijgen. In de tussentijd worden ze aangeduid met een alternatieve naam. In het geval van de KMA worden de aspirant cadetten tijdens de Co-tijd Stieren genoemd. De preliminele fase wordt kortom gekenmerkt door constante onzekerheid, angst, shock en psychische en lichamelijke druk9. De preliminele fase eindigt als initiandi ontdaan zijn van Preliminele fase
Separatie
Liminele fase
Postliminele fase
Transitie
Herintreding
De rites of passage
21
hun persoonlijkheid, eerste weerstand tegen de vorming is doorbroken, en als de spelregels duidelijk zijn.
De liminele of transitiefase
Het woord limen betekent in het Latijn drempel en wordt gebruikt om de fase aan te duiden tussen twee identiteiten, waarin iemands status onduidelijk is. Als je op een drempel staat ben je noch binnen noch buiten. Een persoon heeft tijdens de liminele fase geen formele sociale status. De persoon is noch levend noch dood, nog ongetrouwd noch getrouwd. De aspirant cadet op de KMA is geen burger meer maar ook nog niet een volwaardig cadet. In de liminele fase worden initiandi voorbereid op hun nieuwe status en rol. Zij leren nieuw gedrag en doen nieuwe kennis op, welke zij in hun nieuwe status nodig zullen hebben. Jonge meisjes in Afrika die een initiatie ondergaan om volwassen vrouwen te worden, leren naast huishoudelijke vaardigheden ook gepast gedrag, een nieuwe manier van spreken10. In Papua Nieuw Guinea is het voor jongens gebruikelijk om op groot wild te leren jagen, en daarmee een volwassen man worden11. In verschillende culturen verspreid over de hele wereld leren initiandi tijdens rites of passage nieuwe mythes en verhalen over hoe hun nieuwe wereld in elkaar zit: een nieuwe kosmologie. Veel initiatierituelen duren meerdere dagen of zelfs weken en vinden plaats in afzondering van de bestaande leefgemeenschap. Dit gaat vaak onder grote druk. Whitehouse (1996) beschrijft hoe tijdens initiatierituelen in Papua Nieuw Guinea er nog altijd regelmatig jongens omkomen. Men gaat in die zin zo ver dat het creëren van doodsangst in deze rituelen reëel is. Op de KMA is dit uiteraard geenszins het geval, maar de Co-tijd en de eindoefening aan het einde van het eerste gedeelte zijn zeker ontworpen om een sterke indruk te maken op de initiandi. De achterliggende gedachte is hier dat de omgeving rond de initiandus zodanig zwaar dient te zijn dat hij of zij er met behulp van zijn tot nu toe opgebouwde kennis en vaardigheden niet meer uit komt. De onzekerheid over zijn of haar bestaande normen
22 | Carré 1 | 2013
en waardenpatroon, oftewel identiteit, die nu ontstaat kan gebruikt worden om initiandi versneld te voeden met nieuwe oplossingen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kennis die opgedaan wordt onder dergelijke stressvolle omstandigheden, invloed heeft op het diepst liggende niveau van iemands persoonlijkheid, waardoor het veelal leidt tot een structurele identiteitsverandering. Whitehouse verwijst naar de theorie van flashbulb memory: “...vivid recollections of inspirational, calamitous, or otherwise emotionally arousing events. “...the detail of flashbulb recall increases directly with intensity of emotion at encoding”12.
Rites of passage en sociale structuur
De antropoloog Turner focuste zich, op basis van het werk van Van Gennep, op de relatie tussen deze liminele fase en sociale structuur. Hij concludeerde dat tijdens initiatierituelen bewust afstand wordt genomen van de gebruikelijke sociale structuur, de verhoudingen en de omgangsvormen. Tijdens de liminele fase is er sprake van een diffuse omgeving waarin gebruikelijke verhoudingen of normen en waarden niet meer gelden. Onder is boven geworden; rangen en standen verliezen (tijdelijk) hun betekenis. Men behoort niet meer tot de oude, maar ook niet meer tot de nieuwe identiteit; in andere woorden, er is sprake van identiteitsloosheid. De liminele fase kenmerkt zich door een constante afwisseling van structuur en antistructuur. ‘The novices are, in fact temporarily undefined, beyond the normative social structure. This weakens them, since they have no rights over others. But it also liberates them from structural obligations... They are dead to the social world, but alive to the asocial world’ (Turner 1982: 27). Er worden vaardigheden en denkwijzen aangeleerd door de cultuurdragers, maar daarnaast zijn er ook (ludieke) momenten, waar de ruimte bestaat om dat, wat wordt aangeleerd in twijfel te trekken en zodoende te experimenteren met de nieuwe identiteit. Dat dit element als functioneel wordt gezien blijkt uit het feit dat er meer dan eens een officiële rol is gecreëerd voor nar-achtige figuren die
de rite de passage met ludieke elementen omlijsten ‘Liminality may involve a complex sequence of episodes in sacred space-time, and may also include subversive and ludic (or playful) events’ (Turner 1982: 27). Naast deze structurele omdraaiing beschreef Turner ook een sterke en soms zelfs euforische onderlinge verbondenheid tussen de initiandi tijdens de liminele- en postliminelefase. Hij ontdekte diverse processen waarbij positie en status worden ingeruild voor een sterke mate van gelijkheid en het verdwijnen van hiërarchie. De bestaande hiërarchische relaties worden tijdens de liminele fase vervangen door een nivellering van verschillen in positie en status, dit leidt tot een intense ervaring van essentiële menselijke verbondenheid. Turner definieert dit als communitas. Turner’s concept, denoting intense feelings of social togetherness and belonging, often in connection with rituals. In communitas, people stand together “outside” society, and society is strengthened by this.13
De postliminele of herintredingsfase
Gedurende het geheel van de rites of passage werken de initiandi toe naar een identiteit met een nieuwe (hogere) status op de sociale ladder. Dit einddoel dient gedurende de gehele periode als inspiratiebron en initiandi worden hier gedurende de rites of passage ook met regelmaat aan herinnerd. In de postliminele fase keren de initiandi uiteindelijk terug naar de bestaande wereld. Deze fase kenmerkt zich door symbolische terugkeer waarbij de initiandi worden omringd met triomf, beloningen en (uitbundige) feestelijkheden14. De initiandus heeft zijn nieuwe identiteit bereikt en behoort nu tot de culturele in-group. De reguliere Co-tijd eindigt met het cadettenkamp. De cadetten worden terug naar Breda gemarcheerd, onthaald op de KMA, en leggen vervolgens de cadettenbelofte af15. Hiermee wordt het aannemen van een nieuwe identiteit als cadet geformaliseerd. Hoewel de nieuwe cadetten nog een hoop te leren hebben, weten zijn nu voldoende om zich als cadet te redden.
Voorwaarden voor de rites of passage
De efficiëntie van de mechanismen zoals tot nu beschreven leunt op specifieke randvoorwaarden. Turner benoemt een aantal voorwaarden: fysieke afzondering, verplichte deelname en het beleven van het ritueel als een totaalervaring. Ten eerste beschrijft Turner de fysieke afzondering van de bestaande wereld: The passage from one social status to another is often accompanied by a parallel passage in space, a geographical movement from one place to another (Turner 1982: 25). Om de gewenste identiteitsverandering te bewerkstelligen, is het noodzakelijk om de initiandus uit zijn gebruikelijke omgeving weg te halen. Bovendien kan en mag de initiandus geen contact hebben met personen die niet betrokken zijn bij het ritueel. Juist door volledige onderdompeling in een andere, nieuwe, wereld ontstaat er een situatie waarin de initiandus zijn ‘oude’ wereld kan loslaten en niet meer terug kan grijpen op de vastigheden van zijn of haar oude fysieke wereld. Ten tweede beschrijft Turner dat deelname geen optie is maar een verplichting. “It is, furthermore, a universe of work in which whole communities participate, as of obligation, not optation. Sooner or later, no one is exempt from ritual duty (Turner 1982:31). De initiatie is geen vrijblijvende activiteit, het is iets waar de initiandus doorheen moet, een noodzakelijke en ingrijpende periode in het leven, waar men niet onder uit kan. Het verplichte karakter is noodzakelijk om de situatie te creëren die het veranderingsproces mogelijk maakt. De derde voorwaarde is dat de initiatie beleefd wordt als een zogenaamde totaalervaring. De cadet wordt als het ware compleet ondergedompeld in een nieuwe wereld, waarbij zijn oude referentiekader niet toereikend is om te begrijpen wat er gebeurt. Turner geeft aan dat elke rite de passage serieus en als op zichzelf staand geheel moet worden beleefd, “the play is in earnest”16. Hierbij dient onder alle deelnemers een gedeeld begrip te bestaan over de regels en grenzen van het ritueel. Ook de ludieke elementen zijn dus aan grenzen gebonden: zij worden serieus voorbereid
en uitgevoerd, en moeten door de initiandi ook serieus beleefd worden. Alle deelnemers moeten oprecht zijn in hun deelname. De effectiviteit van het ritueel wordt ondermijnd als zelfs maar een klein aantal deelnemers niet serieus deelneemt. Recapitulerend kunnen we stellen dat Turner een verandermechanisme beschrijft welke zijn effectiviteit haalt uit het feit dat er sprake is van fysieke afzondering, verplichte deelname en het creëren van een totale beleving.
De officiersopleiding aan de KMA
Binnen de Koninklijke Militaire Academie te Breda is door de decennia heen een opleidingsmodel ontstaan dat gebaseerd is op drie pijlers, weergegeven in onderstaand model. Het moge duidelijk zijn dat dit artikel vooral betrekking heeft op de persoonsvormende pijler.
Studie
Persoons- & groepsvorming
Militair
Pijlermodel op de KMA 2006 De meeste cadetten starten hun opleiding binnen de militaire pijler met een halfjaar durende militaire basisopleiding, die wordt gevolgd door de academische opleiding. Tijdens de militaire opleiding vind ook de Co-tijd plaats. Tijdens de militaire opleiding leren zij op een intensieve wijze de basis militaire vaardigheden van een formeel militair kader (direct verzorgd door onderofficieren), die getoetst worden in een fysiek en mentaal zware eindoefening. Voor veel cadetten voldoet deze periode precies aan de verwachtingen. ‘De ALO (algemene luitenantsopleiding) was precies wat ik van de KMA verwacht had. Veel groen en een hoop aandacht voor het militaire leidinggeven. Het gaf me enorm veel zelfvertrouwen dat ik zowel de Co-tijd
als het KCT10 gehaald had’ (Citaat uit interview met een eerstejaars cadet). Na deze achttien weken verruilen de cadetten ‘het leven in het bos’ voor een periode van drie jaar waar de focus ligt op de studie binnen de academische pijler. De cadetten leven gedurende deze periode op het terrein van de KMA. De academische pijler dient zorg te dragen voor kennisoverdracht en het aanleren van een kritische academische denkwijze. In deze studieperiode is maar in beperkte mate sprake van georganiseerde militaire activiteiten, maar kan de cadet wel zogenaamde persoonsvormende activiteiten ontplooien binnen de pijler Persoons- & Groepsvorming. Deze pijler valt bestuurlijk en uitvoerend grotendeels onder de verantwoordelijkheid van de cadetten zelf18. Het Corps wordt gefinancierd door de KMA en heft daarbij contributie bij haar leden. De leidinggevenden aan de KMA kijken tijdens de activiteiten goedmoedig over de schouders van de cadetten mee. De actieve corpsleden zorgen met z’n allen voor de uitvoering van een groot aantal jaarlijks terugkerende, maar soms ook spontane activiteiten en geven zo invulling aan het leven op de KMA19.
De Pijler Persoons- & Groepsvorming
De activiteiten binnen de pijler Persoons- & Groepsvorming vallen uiteen in meerdere onderdelen. Allereerst zijn er de formele activiteiten, zoals het ochtendappèl, het koffie halfuurtje op woensdagochtend, excursies, een ceremoniële mars door de stad, ontvangst extern (buitenlands) bezoek en een parade op Koninginnedag. Deze activiteiten zijn een goede oefening voor toekomstige officiële gelegenheden en in die zin vormend. Voorts organiseert het Cadettencorps activiteiten die worden uitgevoerd door hiervoor speciaal opgerichte commissies. Hierbij valt o.a. te denken aan sportactiviteiten, het uitgeven van een eigen blad, het organiseren van cabaret en het beheer van een eigen bar. Daarnaast worden er ook grote officiële evenementen met een formeel karakter georganiseerd. Zo reserveert de KMA een week voor de opbouw en viering van het jaarlijkse gala, het Assaut. In dit weekend
23
wordt er gedineerd en gefeest. Het is ook het weekend dat oud-cadetten, oftewel officieren, een bezoek brengen aan de KMA tijdens een officieel gala. Het valt op dat het formele karakter tijdens het Assaut hier en daar wordt opgesierd met kleine ludieke elementen. ‘Dat is traditie, traditie is het Assaut project, dat zijn hele mooie projecten en dan moet er in zo’n project een grapje zitten. Dan kijk je naar en dan denk je je hee(...) wat is dat mooi zeg. Dan had je bijvoorbeeld een piramide. En dan waren daar allemaal poppetjes geschilderd en dan zag je in één keer een klein poppetje met een shirt ‘I love New York’ er op. Dat was een grapje. Of een oud VOC schip met opeens een kratje bier van Heineken op de voorplecht. Dat was heel klein en dat kon alleen maar omdat het super mooie projecten waren’ (Citaat uit interview met een staflid). Een ander groot evenement zijn de wedstrijden tegen het Korps Adelborsten van het Koninklijke Instituut der Marine (KIM) en het Dies diner. Het evenement staat bekend onder de naam Corps Adelborsten wedstrijden (C&A wedstrijden). Vooral in de dagen voor dit sportweekend maar ook gedurende het weekend zelf is er naast het sporten ook ruimte voor baldadige acties. ‘Bij de C&A als de vissers dan kwamen, dan stond er een boot op het appèl. En als we dan allemaal op het appèl stonden dan kwam er een YPR aanrijden en die reed die boot kapot. Dat soort grappen!’ (Citaat uit interview met een staflid). Het Dies diner is de viering van de verjaardag van de KMA. Ook hier wordt geschakeld tussen formele- en ludieke elementen. ‘Iedereen mag ... rennen over tafel alles kapot maken. Maar op een gegeven moment staat de voorzitter van de Senaat op. Dan stop je met alles wat je doet, laat desnoods alles uit je handen vallen en staat desnoods in de houding en je kijkt, want iemand heeft wat te vertellen. Dan toon je respect want hij is jouw voorzitter. En het is heel belangrijk voor alle buitenstaanders die zien van: Hé, het is een ongedisciplineerd zooitje maar het is wel gedisciplineerd’ (Citaat uit interview met een staflid).
24 | Carré 1 | 2013
De laatste activiteitencategorie is het meest controversieel20 en staat tegenwoordig bekend als de Co-tijd21. Het is de introductie van het Cadettencorps en toont duidelijke overeenkomsten met de introductieperiode van corporale studentenverenigingen. Het programma kent al jaren lang een aantal vaste elementen en is duidelijk afgebakend in tijd en ruimte. Van alle opleidingsonderdelen binnen de KMA zijn de parallellen tussen het programma van de Co-tijd en met de structuur van de rites of passage het zuiverst. Wij zullen de Co-tijd daarom uitgebreider bespreken.
Rites of Passage op de KMA
De Co-tijd22 is de introductie van het Cadettencorps die alle nieuwe leden doorlopen, vergelijkbaar met de kennismakingstijd zoals gebruikelijk bij studentenverenigingen in de burgermaatschappij. De aspirant-cadetten volgen een programma aan de hand van een uitgebreid en zeer gedetailleerd handboek. De doelstellingen zijn onderverdeeld in leer- en vormingsdoelen. De belangrijkste doelstelling van de Co-tijd (en aanverwante activiteiten als het Assaut) is het vormgeven van de pijler Persoons- & Groepsvorming. Tevens dient de Co-tijd het doel informatie te verschaffen aan de toekomstige cadetten, opdat zij zich correct weten te gedragen als cadet en officier. ‘Ik wil ook dat zij dezelfde ervaring hebben zoals ik die heb gehad. Net als mijn Co-tijd. Ik wil ook dat ze sip zijn. Maar ik wil ook dat ze dingen leren. Dat ze zich ontplooien en dat ze lekker worden gemaakt voor het Corps’ (Citaat uit interview met een ouderejaars cadet). In de uitvoering van het programma spelen de vaste instructeurs van de KMA geen rol. Deze week valt nog steeds onder verantwoordelijkheid van de leiding van de KMA. Om ongewenste situaties te voorkomen wordt de gehele week op afstand geobserveerd door een kleine groep officieren (reünisten van het Cadettencorps en dus ingewijd in deze besloten handelingen) uit de militaire staf van de KMA23. De militaire en academische staf blijven echter zeer bewust op de achtergrond; in de beleving van de initiandi zijn de ouderejaars volledig in control en zijn zij verantwoordelijk.
We geven hier een beschrijving die de structuur van de Co-tijd weergeeft, en geen volledige beschrijving van alle elementen of evenementen. Naast het feit dat de precieze vorm en inhoud van deze elementen niet constant zijn, zou een poging tot volledigheid met gemak een boek kunnen vullen.
De start van de Co-tijd: de preliminele fase
De Co-tijd begint met een korte ceremonie waarbij het bevel over de initiandi officieel wordt overgedragen door de commandant van de militaire staf aan de voorzitter van de Coördinatiecommissie, de Co-baas. Het Corps neemt symbolisch de leiding over op de KMA en de formele instructeurs verdwijnen naar de achtergrond. Het afgesloten karakter wordt gesymboliseerd door het feit dat de poort van het kasteel tijdens deze openingsceremonie wordt gesloten en de klok op de binnenplaats is afgeschermd; men bevindt zich dus in een afgesloten en tijdloze plaats. De ouderejaars dragen uniformen die niet passen binnen de voorschriften van de Nederlandse krijgsmacht24, dit is alleen binnen deze week is toegestaan. Na de ceremoniële bevelsoverdracht wordt aan de overige initiandi verteld dat zij een gekleurd lintje met hun naam er op moeten halen bij de cadetten die in de hoeken van de binnenplaats staan opgesteld. De kleur van het lint geeft de groep aan waartoe men behoort. Zoals gedurende de gehele Co-tijd wordt het uitdelen van lintjes begeleid met een vaak onmogelijke tijdslimiet. Zoals zo vaak deze week worden de tijden ‘niet gefikst’. De Co-baas: ‘Jullie zijn waardeloze stieren! Wat heb ik aan jullie! Ik hoef jullie niet meer te zien!’. De coördinatoren verzamelen ‘hun’ noticols via korte bevelen en nemen hen onder hun hoede. De Co-tijd februari 2006 is begonnen (Citaat uit dagboek van onderzoeker).
Het square diner
Het nuttigen van voedsel is een constant terugkerend onderdeel binnen het mensenleven en gaat in veel culturen dan ook gepaard met veel symboliek. Officieren worden geacht zich aan elke tafel op gepaste wijze te kunnen gedragen en tafelmanieren vormen dan ook een belangrijk onderdeel binnen de Co-tijd. Ter correctie van
het tonen van onjuiste tafelmanieren tijdens eerdere maaltijden volgt niet veel later een vergelding. De dag hierop worden de initiandi naar de binnenplaats van het kasteel geleid25, waarvan de vloer is bedekt met zwart plastic, ingeleid. De Cobaas beveelt de initiandi om te gaan liggen in een cirkel om hem heen. De Co-baas neemt het woord en meldt dat hij teleurgesteld is in de initiandi: ‘Jullie hebben jullie echt misdragen’. De enige manier om toch nog iets te maken van deze karakterloze bende is om -letterlijk- vanaf de grond te beginnen26. Tijdens de rede zijn allerlei ouderejaars in de weer met pannen met spaghetti. Alle initiandi wordt opgedragen hun ‘maatje’ (cadettenjargon) aan de ‘linkerzijde’ liggend te voeren. Gedurende de maaltijd ontstaan langzaam sporen van rode tomaten saus op de gezichten van de initiandi. Een paar initiandi weigeren mee te doen met deze manier van eten. Ze worden onder mentale druk gezet om hun maatjes niet in de steek te laten. Als zij blijven weigeren worden zij in een hoek geplaatst om hun eten vanuit zittende positie tot zich te nemen.
Ludieke elementen
De Co-tijd op de KMA kent zeer zeker momenten van ‘beperkte vreugde’ (cadettenjargon). Zo moeten er moeilijke opdrachten binnen onmogelijke tijden worden uitgevoerd en slapen de initandi niet meer dan de door de leiding van de KMA bepaalde slaaplimiet. Daarnaast bestaan er echter ook ludieke elementen waarop op een creatieve en soms zelfs vrolijke wijze dingen worden bijgebracht. Hoewel de coördinatoren het leven van de initiandi vaak lastig maken, brengen zij ook luchtiger initiatieven in. Sommige coördinatoren zijn al weken van te voren bezig met het thema van ‘hun’ kamer en de daarbij behorende creatieve invullingen en opdrachten. Ook worden succesvolle grappen, uitspraken en trucs uit het verleden overgedragen aan de nieuwe generatie coördinatoren. Een ander ludiek element is het uitdelen van bijnamen aan vrijwel elke cadet tijdens de Co-tijd. Men moet hierbij denken aan namen als: ‘Puma Schoen Barbie Vlieg Misschien’. De ludieke elementen en initiatieven zijn niet verplicht en de uitvoering hangt af van het eigen initiatief van de coördinator.
Er sluipt op een avond, op initiatief van één van de coördinatoren, een groepje initiandi bewapend met gasmasker, harnas en bezems de gang door. Deze ‘aliens’ doen een aanval op de ‘Tour of Duty’-kamer. Uit deze kamer schalt op elk moment dat er niet geslapen wordt muziek uit de gelijknamige tv-serie en de kamerbewoners hebben namen gekregen gebaseerd op spelers uit de serie. De ‘aliens’ die de kamer aanvallen worden verslagen door de fictieve Vietnamveteranen die duidelijk gebruik maken van hun thuisvoordeel (Citaat uit dagboek onderzoeker).
De terugkeer
Aan het eind van de Co-tijd wordt Het Cadettenkamp georganiseerd. De sfeer is minder streng en er wordt van de ouderejaars verwacht dat zij de aspirant leden aanmoedigen tijdens de sportieve onderdelen. Het thema van het voor dit onderzoek geobserveerde kamp is: ‘Bloed, Zweet en Tranen’. Tijdens Het Cadettenkamp dienen de initiandi ‘alles te geven wat nog in hun kadavers27 (cadettenjargon) aanwezig is’. Voor de gelegenheid is een kleurig luchtkussen gehuurd in de vorm van een stormbaan.
25
Bij aankomst op het sportterrein blijkt maar een beperkt deel van de KMA populatie aanwezig. ‘We hadden andere dingen te doen’ is een later veel gehoord excuus. De sfeer gedurende Het Cadettenkamp kan worden omschreven als ‘vriendelijk fanatiek’. Daarbij lijkt de strikte planning, die de Co-tijd tot nu toe kenmerkte, te verwateren na de laatste motivatietoespraak van de Co-baas. Het sportveld wordt getekend door een wirwar van cadetten die ongestructureerd om de groepjes sportende initiandi heen zwermen (Citaat uit dagboek onderzoeker). Wanneer het cadettenkamp zijn einde nadert, stellen de cadetten zich voor het laatst op. Na een laatste woord van de Co-baas marcheren zij om het kasteel heen om te eindigen op de binnenplaats. De groep die het beste heeft gepresteerd mag daarbij traditioneel ‘het kanon’ voorttrekken tijdens de laatste mars die wordt omlijst door een klappende erehaag van ouderejaars cadetten. ‘Dat geeft je toch wel kippenvel’ (Eerstejaars cadet uit Cotijd Augustus 2005).
Het inauguratieritueel: de postliminele fase
Het Co-tijd programma is zorgvuldig opgebouwd en van elk onderdeel is de gewenste sfeer beschreven in het draaiboek. De coördinatie commissie kan tijdens elk programma onderdeel opeens switchen in houding en gedrag. Tijdens het laatste onderdeel heeft het programma echter geen veranderingen meer in petto. De initiandi worden nu echt cadetten. Het inauguratieritueel vindt plaats in de aula van de KMA tijdens een officiële Corpsvergadering. De gehele
cadettenpopulatie is in Dagelijks Tenue (DT) aanwezig. Op de voorste rij zitten de gouverneur en alle ereleden van het Cadettencorps. De coördinatiecommissie, coördinatoren, hospikken en mentoren zitten achterin. Het initiatieritueel is eenvoudig. De initiandi dienen in groepjes van vijf naar voren te komen waarna ze een belofte afleggen aan het cadettencorps. De Corpsvergadering wordt afgesloten met een ritueel waarbij de Co-baas een zingende en fluitende polonaise van direct betrokken begeleiders naar buiten leidt. De initiandi zijn nu echte cadetten op de Koninklijke Militaire Academie en lid van de cadettenfamilie28. De nieuwe Corpsleden worden bij het verlaten van de aula opgewacht door hun zojuist toegewezen Corpspa of Corpsma. De Corpsouders zijn in bezit van dranken en eetbare lekkernijen. Zij zullen de nieuwe leden begeleiden naar het diner de luxe. Wat opvalt in de Co-tijd voor de kort model opleiding is het verschil in leeftijd tussen de zoon of dochter en zijn Pa of Ma. De Co-tijd van februari 2006 kende een groot aantal oudere initiandi. Dit maakt dat een aantal tweede- of derdejaars een stuk jonger zijn dan ‘hun kroost’. Een onvermijdelijk gevolg van het gedifferentieerde aanbod in opleidingen, zoals die geldt binnen de KMA anno 2006. Tijdens de borrel na het diner in de door het Corps beheerde Spijkerbar is er de mogelijkheid om onder het genot van een biertje de eventueel ontstane spanning weg te spoelen. Of in de woorden van een net geïnaugureerd ouder corpslid: ‘Daar moesten even een aantal zaken recht gezet worden’. Na deze vermoeiende week is er weinig tot geen tijd om slaap in te halen. Het gehele KMA terrein dient weer in oude staat hersteld te worden voor het begin van de volgende week. Tijdens het appèl op zaterdag geeft de Co-baas ‘het bevel’ weer over aan de commandant van het cadettenbataljon. Voor de komende veertien weken vallen de cadetten opnieuw onder de hoede van de militair instructeur en gaan zij verder met de algemene luitenantsopleiding. Kort na de Co-tijd is er de hot washup. Dit is een evaluatie onder leiding
26 | Carré 1 | 2013
van de voorzitter van de coördinatiecommissie met alle eerstejaars. De structuur van de Co-tijd wordt uitgelegd als ook de onderliggende redenen voor de diverse activiteiten. In de door de onderzoeker bijgewoonde sessie waarbij de vaak wat oudere cadetten van de opleiding kort model het programma volgden, hadden de meeste cadetten uiteindelijk begrip voor het programma. In het begin hadden velen het wel het moeilijk gevonden, maar uit de algemene reactie blijkt dat men de Co-tijd goed georganiseerd vond en het uiteindelijke doel er ook wel van in heeft weten te zien. Echter, er blijven cadetten die moeite blijven hebben met deze, soms vernederende, vorm van initiatie (Citaat uit dagboek onderzoeker).
De KMA-opleiding als Rite of passage
Als we zuiver naar de Co-tijd kijken herkennen we duidelijke de structuur van de rites of passage zoals beschreven door Van Gennep. Maar ook wanneer we breder kijken naar de gehele KMA-opleiding (waarvan de Co-tijd slechts een onderdeel vormt) zien we ook hier dat de structuur van de rites of passage zoals Van Gennep en Turner deze beschrijven van toepassing is. Zo kennen zowel de lang- als kortmodel opleidingen het eerste jaar hele duidelijke pre-liminele elementen in de vorm van de Co-tijd, de militaire basisopleiding en de zware eindoefening. De daaropvolgende studieperiode van de langmodellers binnen de wetenschappelijke pijler kan beschouwd worden als liminele fase. De cadetten zijn geïntroduceerd in het militaire leven, maar worden nog niet als volwaardig officier beschouwd, zij zijn immers nog altijd in opleiding. Er is in die periode de ruimte om tijdens colleges, corpsactiviteiten, vrijetijdsbesteding te oefenen met de nieuwe identiteit. Ook de kort modellers leven na hun militaire basisopleiding een periode intern. En hoewel hier voor hen ook ruimte is voor experimenten tijdens activiteiten binnen de pijler Persoons- & Groepsvorming is de liminele periode korter en minder intensief. Uiteindelijk is er voor alle cadetten duidelijk sprake van symbolische afsluitingselementen in de vorm van promoties in rang en de eindceremonie bij het verlaten van de KMA.
De KMA is in brede zin dus ook een omgeving waarbinnen cadetten zich in een identiteitsvacuüm of antistructuur bevinden; zij zijn geen burgers meer maar ook nog geen volwaardige officieren, zij zijn limineel. De cadetten kunnen deze onbenoemde positie gebruiken om op experimentele wijze de grenzen van het systeem op te zoeken binnen een veilige en gecontroleerde omgeving. Op deze manier leert men de militaire identiteit te omarmen maar leert men ook om daar waar nodig afstand van te nemen omdat hij of zij gespeeld heeft met de essentie van de nieuwe identiteit. Dit experimenteren is van groot belang. De mechanismen achter de militaire identiteit zijn krachtig en militaire opleidingen zetten mensen aan tot het maken van een hyper investment29. Dat wil zeggen dat iemand bereid is om één overheersende groepsidentiteit te accepteren boven alle andere identiteiten die hij in zich draagt. Het is essentieel dat een officier zich kan voegen naar de eisen van de militaire wereld, maar ook dat hij of zij zich hier bovenuit kan stijgen. Het aanmeten van een nieuwe identiteit betekent niet dat de cadetten zich meteen weten te gedragen in hun nieuwe rol, er moet tijd en gelegenheid zijn om te wennen aan de nieuwe identiteit en om ermee te experimenteren. ‘Ik denk dat de KMA net als de studentenwereld een bepaald spel is waar je leert en ook jezelf leert te ontdekken en jezelf leert ontwikkelen. Laat maar zeggen: Het Cadettencorps als voorportaal voor officierschap. Hier mag je fouten maken. Je zit in een leeromgeving. Sowieso natuurlijk. Uiteraard met een hoop spel elementen. Ja, ik denk wel dat het zo is. Het is serieus, maar je weet dat het in de uiterste consequentie ook weer niet zo is. En dat bedoel ik ook met de knuffelcultuur. We zijn heel streng tegen de cadetten, maar eigenlijk ook weer niet zo’ (Citaat uit interview met een docent).
De veranderende KMA
Uit observaties en de vele gesprekken op de KMA (met cadetten en staf) komt duidelijk het beeld naar voren dat er, althans in de ogen van betrokkenen, veel veranderd aan de KMA. Uit sommige van de citaten blijkt ook een gevoel van nostalgie (vroeger was het beter).
“Mensen bepalen alles in een organisatie. Tuurlijk, je hebt tradities en van alles en nog wat maar de organisatie wordt gevormd door de mensen die er nu in zitten. En de homogeniteit in het bedrijf was niet meer wat het twintig jaar geleden was. Alleen al op de KMA. We hebben zes verschillende opleidingsmodellen zo uit mijn hoofd. En de motivatie van mensen? Waar je vroeger geen stuiver verdiende krijg je nu een grof salaris. Terwijl je vroeger gewoon een opleiding waar je niks aan had krijg je nu gewoon een bachelor aangeboden. En dan zie je dus dat je andere mensen aantrekt dan tien twintig jaar geleden. En dan zie je dus dat de intrinsieke motivatie van de individuele cadet op de KMA anders is dan tien, twintig jaar gelden. Plus nog het feit dat je allemaal een andere achtergrond hebt. Vroeger zaten hier alleen jongens van achttien en negentien jaar. Allemaal ongetrouwd. En die tijd is niet meer. We zijn groot geworden we zijn divers geworden. De identiteit is moeilijk te behouden. De eenheid in de groep is weg. Dat is mijn beleving’ (Citaat uit interview een met ouderejaars cadet).” Bovenstaand citaat geeft aan dat de KMA verandert. Een constatering die onder andere wordt beschreven in Studeren in Uniform30 en het lesboek Mens en Organisatie31. De verandering wordt onder andere gevoed door vier belangrijke ontwikkelingen. De eerste ontwikkeling is dat de KMA vroeger per jaar één opkomst van pas geslaagde middelbare scholieren kende en er tegenwoordig meerdere lichtingen op verschillende tijdstippen per jaar starten. De KMA biedt tegenwoordig naast een lange opleiding van viereneenhalf jaar voor cadetten die van de middelbare school komen ook een korte opleiding voor cadetten met ofwel een militaire voorgeschiedenis ofwel een andere vaak burger opleiding. Daarnaast starten er regelmatig korte opleidingen voor specialisten32. De heterogeniteit onder de cadetten neemt dus toe. Dit heeft invloed op het saamhorigheidsgevoel aangezien het nogal kan verschillen of een exmiddelbare scholier of een ex-sergeant van de luchtmobiele brigade een Cotijd doorloopt.
meenschap. Dit komt niet in de laatste plaats door het afschaffen van het internaat-systeem. Naast de aanwezigheid van internet en mobiele telefoons speelt de overgang naar het betalen van soldij vroeger naar salaris nu een belangrijke rol. Had men vroeger net genoeg geld om af en toe een biertje te kunnen betalen buiten de poorten van de KMA, tegenwoordig maakt het salaris het mogelijk om letterlijk vrijheid te kopen, onder andere in de vorm van auto’s en huizen buiten de poort. Het gevolg is dat de moderne cadet toegang heeft tot meerdere identiteiten dan alleen de corpsidentiteit of de militaire identiteit in bredere zin. ‘Mensen hebben nu een salaris. Een goed salaris. Wij kregen dan zakgeld. Eerst vierhonderd, dan vijf- en zeshonderd. Pas het vierde jaar kregen wij een salaris van tweeduizend guldens toen nog. Je was ook gewoon altijd binnen. Je had ook geen geld om er op uit te gaan. Je kon geen auto betalen. Dus vaak was je, je weekenden ook binnen. En daar deed ook niemand moeilijk over. Je werd gewoon allemaal wakker. Je sliep dan op één kamer. Dan was het gewoon weekend dan ging je voetballen met zijn allen. Dan ging je lekker zwemmen. Dan ging je de stad in met zijn allen. En zondag weer allemaal samen de dingen pakken voor de week daarop’ (Citaat uit interview met een staflid). Direct gevolg van deze ontwikkelingen is, dat er sprake is van een afname aan sociale cohesie of druk om mensen te binden aan het Cadettencorps. Een groeiend gedeelte van de cadetten lijkt te hebben gekozen voor een beroep en niet meer voor een roeping. Er ont-
Een tweede ontwikkeling is de afname in geslotenheid van de cadettenge-
27
“The weakening of the boarding school system, along with individualization as a social phenomenon and wider possibilities for the cadets to spend their spare time, make it more difficult for cadets to get a sense of going through the RNLMA-period together.” (Groen en Klinkert, 2003: 70).
Terug naar de basis
staat dus gaandeweg een scherpere scheiding tussen werk en privé. De derde ontwikkeling is de rationalisering binnen de krijgsmacht. Deze ontwikkeling zorgt er onder andere voor dat de cadetten zich gemakkelijker kunnen beroepen op hun formele rechten en ongevoeliger (kunnen) zijn voor sociale groepsdruk. De individualistische eigenschappen die de maatschappij tegenwoordig kenmerkt, kunnen zo minder makkelijk worden geweerd. De laatste ontwikkeling is dat het opleidingsprogramma binnen de KMA steeds meer de structuur volgt van een algemeen bachelor/master systeem vergelijkbaar met hogescholen en universiteiten. Een systeem waarin ‘rationeel’ op cijfers beoordeeld kan worden en minder ruimte is om individuele cadetten op vaak subjectieve gronden te compenseren voor (Corps) activiteiten buiten de studie om. Zoals blijkt uit de citaten zijn cadetten en instructeurs zich goed bewust van deze veranderingen, en ziet een deel van hen dit met lede ogen aan. Laat het duidelijk zijn: cadetten lijken de activiteiten binnen de pijler Persoons- & Groepsvorming over het algemeen positief te ervaren, hoewel minder cadetten zich vol overgave in het cadettenleven storten dan vroeger. De groep aspirant cadetten die slechts halfhartig meedoen aan de Co-tijd en zich daarna onttrekken aan de corpsactiviteiten lijkt echter wel te groeien, iets wat de cadetten zelf ook toegeven. Ook onderzoekers van de KMA trekken dezelfde conclusie:
28 | Carré 1 | 2013
In dit artikel hebben we beschreven dat de KMA-opleiding als geheel, en evenementen als de Co-tijd daarbinnen, de drieledige structuur van de rites of passage volgen. Na een periode van separatie waarin aspirant-cadetten symbolisch worden ontdaan van hun oude (burger)identiteit volgt een periode waarin de cadetten limineel zijn. In deze liminele fase, waarin men noch de oude sociale identiteit noch de nieuwe identiteit als officier heeft, leren de cadetten wat zij nodig hebben om officier te zijn, en hebben zij de vrijheid met hun nieuwe identiteit te experimenteren. De laatste fase is die van reïncorporatie of herintreding waarin de cadetten officieel worden bevestigd in hun nieuwe status als officier. Voorts hebben we gezien dat de KMA verandert en dit heeft zijn weerslag op de persoonsvormende pijler. Eerder in dit artikel bespraken we voorwaarden waaraan rites of passage moeten voldoen om maximale effectiviteit te bereiken: afzondering, verplichte deelname en het creëren van een totaalervaring. Wij concluderen dat er
gaandeweg minder wordt voldaan aan deze voorwaarden. Een deel van de cadetten is ontstegen aan bepaalde activiteiten, en onttrekt zich hieraan. Animo voor actieve deelname in het cadetten Corps daalt. De huidige rol van het Corps als belangrijkste ‘guardian’ van de persoonsvormende pijler staat ‘onder druk’, zoals ook Groen en Klinkert concluderen33. De KMA is een minder gesloten geheel en deelname aan activiteiten heeft zijn verplichte karakter verloren. Vanuit antropologische optiek zijn rites of passage een uitstekend instrument om bij mensen in korte tijd een identiteitsverandering te realiseren. Dit mechanisme leent zich uitstekend voor de transformatie naar een militaire identiteit welke op vele manieren uitzonderlijk is en welke een specifieke mindset vereist. Rites of passage zijn, vanuit antropologisch perspectief, het meest effectieve instrument om vorm te geven aan een intensieve veranderingsperiode, waarin ‘spijkerbroeken’ klaargemaakt worden voor het aannemen van een nieuwe identiteit als militair en officier. Wat ons betreft is het dan ook de moeite waard om, met gebruik van antropologische kennis, na te denken over manieren om rites of passage op de KMA te behouden en waar nodig te bestendigen. Oftewel: terug naar de basis van de rites of passage, om officieren nog beter op te leiden.
Een (spontane) reactie op dit artikel “Terug naar de basis”: Volstrekt begrijpelijk dat de redactie van Carré tot plaatsing van dit zeer boeiende artikel is overgegaan. Buitengewoon leerzaam en informatief geschreven en gelardeerd met antropologische vaktermen en subliem cadettenjargon. Zeer lezenswaard voor een ieder die ook maar iets met de KMA-opleidingen van doen heeft of heeft gehad. Als de auteurs beogen veranderingen te bewerkstelligen is het niet te verwachten dat e.e.a. onmiddellijk zal leiden tot “het opstropen van mouwen” want die waren al “opgestroopt” sinds 1828. Maar zijn we met deze opmerking dan klaar? Zeker niet. Ook in deze discipline geldt de opdracht: Voortdurende en nimmer aflatende patrouille-gang! Semper Fidelis. LKol inf b.d. Job Hooftman (promotie ’67)
Voetnoten
11 Zie Bloch 2004.
1 Johan Poelman studeerde COM (Cultuur, Organisatie, Management) en werkte als
22 De vorm, inhoud, en duur van de Co-tijd op de KMA is door de jaren heen meerdere
12 Whitehouse 1996: 710-711. Rites of Terror:
malen sterk veranderd en zeker niet constant
organisatieadviseur en nu als reseacher.
emotion, metaphor and memory in Melane-
gebleken. Het meerdaagse ritueel dat in dit
[email protected] Jeffrey Schwer-
sian initiation cults. In: Journal of the Royal
artikel wordt beschreven is in haar basale
zel is antropoloog en geeft cultuurtrainingen.
Anthropological Institute Vol.2.
vorm al enkele jaren te doen gebruikelijk.
2 Initiandus (m.-v.;-en), aspirant-lid, novitius. In Van Dale woordenboek.
13 http://www.anthrobase.com/Dic/eng/def/
23 Zie Groen en Klinkert, Studeren in Uniform.
communitas.htm. 24 Dit gold nog binnen de geobserveerde Co-
3 Alle gegeven citaten komen voort uit een
14 Zie ook Whitehouse 1996: 704.
antropologisch onderzoek naar het culturalisatietraject op de Koninklijke Militaire Acade-
tijd. Tegenwoordig valt het gros van de gebruikte uniformen onder de voorschriften
15 “That promise -a foreshadowing of the
van de krijgsmacht.
mie (KMA) te Breda gehouden gedurende vijf
officer’s oath- forms the foundation of the
maanden in het voorjaar van 2006. Een deel
values that the Corps wants to represent
van de citaten zijn afkomstig van opgenomen
internally as well as externally.” Groen en
diner door omstandigheden in een sporthal
interviews, de andere citaten zijn door de
Klinkert: Dutch Dilemmas. Officer eduction
georganiseerd.
onderzoeker opgeschreven. In antropologisch
at the Royal Netherlands Military Academy
onderzoek wordt aan de hand van langdu-
(1828-2003). In: NLARMS. Officer Educa-
rige participerende observaties materiaal
tion. The Road to Athens. 2003.
verzameld. De gedachte hierbij is dat door de langdurige en nabije aanwezigheid van
25 Gedurende dit onderzoek werd het square
26 De symboliek met betrekking tot “van de grond af opbouwen” is overduidelijk aanwezig.
16 Turner: From Ritual to Theatre. The Human
de onderzoeker inzichten ontstaan die moei-
Seriousness of Play. New York : PAJ Publica-
lijker door andere sociaal wetenschappelijke
tions. 1982, pp 32.
27 NB ook hier weer de symbolische verwijzing naar de dood.
methodieken te vangen zijn. De citaten zijn geselecteerd door de onderzoeker en geven
17 KCT: Korps Commando Troepen. Ten tijde
een representatief beeld van de interviews.
van het onderzoek werd deze oefening ver-
De resulterende scriptie (Poelman 2007. Mili-
zorgd door het Korps Commando Troepen.
taire studenten of Studerende militairen? Een antropologisch onderzoek naar het culturalisa-
28 De cadettenfamilie is een informeel sociaal netwerk dat verticaal georganiseerd is onder officieren, waarbij ouderejaars cadetten “pa” of “ma” zijn voor jongerejaars. In de
18 Van den Aker schrijft dat het cadettencorps
regel komt iedere “familie” eenmaal per jaar
tietraject op de Koninklijke Militaire Academie.
niet het enige orgaan is dat verantwoordelijk
bijeen voor een familiediner. De cadet komt
Amsterdam: Scriptie Vrije Universiteit) is aan
is voor de persoonsvorming: “De drie pijlers
op deze manier in aanraking met officieren
de Senaat van het Corps en de staf van de
beïnvloeden elkaar voortdurend. Het is be-
verspreid door de krijgsmacht.
KMA voorgelegd.
langrijk dat de vormingsdoelen in elkaars verlengde liggen, waardoor zij elkaar ver-
29 Winslow, D. The Canadian Airborne Regi-
4 De Co-tijd is een afkorting van de Coördinatie
sterken, verbreden, aanvullen of nuanceren
ment in Somalia: A Socio-Cultural Inquiry.
tijd. Het is de introductie tijd van het cadet-
maar zeker niet tegenwerken of opheffen”
1998
tencorps aan het begin van de opleiding.
(Aker van den P.J.E.J. ’Kennis is macht karakter is meer’. In: Militaire Spectator, jrg. 176:
5 Dit kwam neer op een uitzending van 1 tot 3
10-2007, 419-420).
jaar, zonder verlof, zonder internet en zonder Paludrine of Norit.
30 Groen en Klinkert. Zij wijzen onder meer op het opheffen van het internaat-systeem, waardoor de geslotenheid van de KMA werd
19 Groen en Klinkert (2003) gaan uitgebreid in
verminderd.
op de geschiedenis van het Corps en haar rol 6 Gennep, A. The Rites of Passage. Paris,
in de persoonsvormende pijler.
31 Zie noot 16.
F: Emile Nourry. 1909. 20 “The introduction of new cadets into the 7 Arnold van Gennep, Rites of Passage,
Corps has continued to this day, but over
32 De opleidingen vallen compleet buiten de vaste opleidingsstructuur van de KMA zoals
Routledge, Chapman & Hal, 2004-2010,
time the pressure of social change and the
hiervoor beschreven is en valt dus ook bui-
ISBN 9780-415-61156-5.
concern for bad publicity has made the
ten onze analyse.
event physically and mentally less strenuous. 8 Cadetten krijgen tijdens de Co-tijd een bij-
“ Groen en Klinkert, Dutch Dilemmas.
naam. Daarbij spreken de meeste cadetten elkaar tijdens de overige periode op de KMA aan met hun achternaam. 9 Bloch, M. (2004) Prey Into Hunter. The Poli-
33 Groen en Klinkert: “the Corps as the binding element, as a basis for the informal networks
21 In 2006 was sprake van een lange Co-tijd
that are so important within the officer corps,
in september en een korte Co-tijd in het
and as the guardian of the norms and values
voorjaar. Deze laatste werd speciaal georga-
of the officer, has certainly been put under
niseerd voor de nieuwe lichting kort model
pressure.” 2003: 69.
tics of Religious Experience. Cambridge: Cam-
cadetten die rond deze periode op kwamen.
bridge University Press
De voor dit onderzoek geobserveerde Co-tijd was die voor kort-modellers en duurde zes
10 Zie bijvoorbeeld Audrey Richards klassieke
dagen. De structuur en belangrijkste elemen-
werk Chisungu: a girl’s initiation ceremony
ten zijn voor beide versies van de Co-tijd
among the Bemba of Northern Rhodesia.
hetzelfde.
London: Faber. 1956.
29