Computercommunicatie B: Informatiesystemen Markus Egg Rijksuniversiteit Groningen
Voorjaar 2007
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
Introductie: doelen van de cursus • definitie van informatiesystemen”
” • voorbeelden van informatiesystemen
– klassieke voorbeelden: communicatieplatformen – IS in een ruimere betekenis: automatische vertaling, Semantic Web • beoogde vaardigheden – beoordelen van mogelijkheden en beperkingen van IS – toepassing ervan op communicatie-problemen – communicatie-questies vertalen naar IT-concepten en omgekeerd • afbakening tot CMC A: in deze cursus staat de usability van systemen centraal, in CMC B hun functionaliteit
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
1
Introductie: organisatie van de cursus 1 • klein getal deelnemers → meer interactiviteit mogelijk • groepjes van twee studenten voor presentaties/feedback • voor elk onderwerp is er een presentatie van 30 a` 45 minuten • daarna een discussiebijdrage van een ander groepje met commentaar op de presentatie (15 minuten)
• de rest van de tijd wordt ingevuld door mij/door discussie • schriftelijke versie van de presentatie • dat zijn de oefenopdrachten voor deze cursus • ten slotte een tentamen
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
2
Introductie: organisatie van de cursus 2 • toetsing – presentatie 25% – commentaar 10% – schriftelijke versie 25% – tentamen 40% • het is een nieuwe cursus, nog nooit gegeven • de ontwikkeling is nog niet helemaal af - voordelen en nadelen • jullie kunnen verschillende kanten op - meer of min technisch . . .
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
3
Introductie: organisatie van de cursus 3 • zes onderwerpen – online samenwerken: Nestor (http://nestor.rug.nl) and SURFgroepen (http://www.surfgroepen.nl) – intranetten – Information Retrieval en Information Extraction – Semantic Web – Automatische Vertaling – Databanken en hun gebruikersinterfaces • deze lijst zou kunnen veranderen • we beginnen met online samenwerken” (21 en 28 februari) en intranetten” (7 en 14 maart)
”
”
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
4
Introductie: definitie van IS 1 • definitie van informatiesystemen”
” – de uitdrukking is vrij populair: 75.100.000 hits in Google (met aanhalingstekens!)
– het onderwerp wordt vaak binnen de economische wetenschappen aan de orde gesteld
– wij willen het vanuit de communicatiewetenschappelijke kant benaderen • heel algemeen: systemen voor het werken met informatie – (gegevens) verzamelen – (gegevens) verwerken – verspreiden – aanvragen Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
5
Introductie: definitie van IS 2 • IS worden met name in organisationele settings gebruikt • in de literatuur over organisaties vind je plaatjes zoals dit:
• IS hebben een sterke maatschappelijke of toepassings-kant • probleem: de juiste informatie op de juiste tijdstip toegankelijk maken • eigenlijk zou een klassieke bibliotheeks-catalogus ook een IS kunnen zijn, maar dat blijft hier buiten beschouwing
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
6
Introductie: definitie van IS 3 ´ gewone gebruikers • mensen: ICT-specialisten en
• netwerken: – vandaag het internet (als fysiek phenomeen, computers en de kabels ertussen), communicatie-satellieten, ... ´ – vroeger ook telefoonkabels en prive-netwerken
• software: bestuurssystemen en programma’s • gegevens: van alles, klant-informatie, treinaansluitingen, enz. • hardware: met name voor het opslaan van gegevens
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
7
Introductie: definitie van IS 4 • een systeem is een groep onderling verbonden of op elkaar inwerkende ” elementen die een geheel vormen” (O’Brien)
• systemen hebben vier elementaire functies – invoer: intikken, scannen, inspreken, . . . – verwerking: van data naar informatie – opslag: databases – uitvoer: als beeld, geluid, tekst, . . . • twee verdere functies – terugkoppeling: levert gegevens over het gedrag van een systeem – besturing: aanpassen van het systeem op basis van het feedback
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
8
Introductie: definitie van IS 5 • informatiesystemen mikken op een niet te ingewikkeld niveau van weten (in tegenstelling tot systemen binnen de Kunstmatige Intelligentie) ¨ • de hierarchie van het weten
– data/gegevens: rauwe, nog niet georganiseerde feiten (waarvan men denkt dat ze kloppen)
– informatie: verwerkte gegevens in een gestructureerde vorm – weten: informatie verrijkt door relaties tussen onderdelen van de informatie – intelligentie (ervaring): weten dat voor het oplossen van problemen kan worden toegepast
– wijsheid: visie en diepte van begrijpen verworven door uitgebreid weten en ervaring
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
9
Introductie: definitie van IS 6 • onderdeel van HCI (Human-computer interaction)
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
10
Introductie: definitie van IS 7 • IS zijn een interfacefenomeen (ze overlappen met alle HCI-onderdelen) • technische feiten van IS zijn geen doel op zichzelf maar worden beschouwd vanuit het perspectief van hun communicative functionaliteit
• je moet altijd in de gaten houden hoe IS bij een bepaald netwerk van mensen en hun gezamenlijke doelen passen
• soms ook extreem hoge risico’s bij het van start gaan van IS – de te ondersteunen processen gaan gewoon door – er is vaak geen tijd om IS uitgebreid te testen
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
11
Introductie: definitie van IS 8 • het nut van informatiesystemen – de afhankelijkheid van informatie wordt steeds groter (er is sprake van een informatie-maatschappij”) ” – de hoeveelheden informatie nemen toe, hun betrouwbaarheid af
– maar er zitten ook kansen in ∗ prive´ bijv. het contact houden met vrienden of het opzoeken van literatuur ∗ zakelijk: ondersteuning van bedrijfsprocessen, besluitvorming en het halen van concurrentievoordeel
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
12
Introductie: definitie van IS 9 • van hoger opgeleiden in het algemeen wordt verwacht dat ze met IS vertrouwd zijn, voor de communicatie binnen een instelling en naar buiten
• dit geldt met name voor CIW’ers – in instellingen zijn IS vaak onderdeel van communicatieproblemen of van hun beoogde oplossing
– communicatie-experts worden geacht om tussen gewone gebruikers en ICT-experts te kunnen bemiddelen
– daarvoor moet je de taal van de experts” kunnen spreken ” – voorbeeld 1: interne informatievoorziening
– voorbeeld 2: contact met klanten (zakelijk of in overheidsinstellingen)
Markus Egg, Computercommunicatie B 2007
13