Complex op het droge bij de Cubaanse scheeps-werf "Astisur"
Aflevering 24
Donderdag 17 Februari Gisteren alles afgerond met de scheepswerf. Het contract was nu getekend. Deze ochtend om 08:30 uur zou er iemand van de werf aan boord Complex komen en dan zouden we er naar toe varen. Mooi niet dus! Rond 10:00 uur kwamen er twee mannen en een vrouw. Ze wilden de scheepspapieren en US$ 25,- voor de vergunning. De scheepspapieren moesten naar de autoriteiten. Ik gaf ze mijn oude zeebrief maar en gokte er op, dat ze dat niet in de gaten hadden. Ik hield er niet van om dit soort papieren uit handen te geven. De mevrouw beloofde de marina te bellen als de vergunning rond was. En ja hoor, tegen half twaalf was het O.K. Er kwam een sleepboot van de werf aanvaren en die zette 4 man bij ons aan boord. 3 jonkies en een senior. De laatste had de leiding. Maar volgens ons hadden de jonkies meer verstand van zaken. We maakte los en volgde de sleepboot tot vlak bij de werf. Toen we daar arriveerde zagen we de sleephelling, en in het water er voor twee snorkelaars. Ik kreeg opdracht om tussen de twee zwemmers door te varen.Steeds langzamer… langzamer... nog even.. dán een klapje achteruit, én... we lagen stil. De zwemmers gooiden onmiddelijk lijnen aan boord, welke door de nieuwe bemanning vastgezet werden.
Die lijnen zaten onder water al aan de kar vast. Nu moesten de snorkelaars dus met behulp van de lijnen Complex in de juiste positie boven de kar brengen. We hadden behoorlijk last van zijwind, maar, met een hoop getrek en geduw, hulp van het sleepbootje en vooral gekrakeel lukte het. We werden onder water opgestopt en tenslotte reden we langzaam het droge op. De gehele operatie duurde 1½ uur en verliep vlekkenloos. Toen we eenmaal goed stonden, was het lunchtijd en ook wij aten wat. Ik vroeg aan Pépé, de ploegbaas, of ze konden afspuiten met een hoge druk spuit. Nu, dat was dus helemaal geen probleem.! De vaten waar het water uit kwam, waren net iets hoger gevuld dan de waterlijn van Complex. Ha! ha!
Met de 'hoge' druk van de zwaartekracht en een van twijgen gemaakte bezem werd het onderwaterschip van Complex grondig aangepakt. Toen ze klaar waren keurde ik het af. Pépé gaf me gelijk en en droeg de mannen op om het nogmaals en dan beter te doen. Dan, wanneer ik het onderwaterschip inspecteerde, zag ik tot mijn schrik, dat m’n schroefaslager kapot was. Dit lager zit op de plaats waar de schroefas naar buiten komt en bestaat uit een bronzen bus waarin een rubber huls gelijmd is. De rubberen huls was nu losgelaten en naar buiten gekomen. Cuba was nu nét het land waar je zo’n probleem niet moet hebben. Want ik was er van overtuigd, dat ik dit lager hier niet kon kopen. En in de U.S. bestellen en even in laten vliegen was er in Cuba niet bij. (Vanwege het US embargo) Ik besprak het probleem met de technische staf van de werf. Na het probleem te hebben geinspecteerd deelde ze me mee dat het totaal geen probleem was. Ze stelde voor, om de schroefas er uit te halen en dan het oude lager te verwijderen. Terwijl men daar mee bezig was, zouden ze dan een nieuw lager van "guayacan" (pokhout) maken op de draaibank. Goed voor vele jaren, volgens de heren. Ik legde uit dat ons roer ook verwijderd moest worden en wilde ik een prijsopgave voor de totale werkzaamheden hebben. Ik voelde me niet erg prettig, want nu konden ze vragen wat ze wilde, want wij konden geen kant uit! Een paar uur later kreeg ik de prijsopgave. US$ 200,- Nu, dát was héél redelijk en ik ging snel akkoord. Orlando begon de volgende ochtend met het schuren van het onderwaterschip, terwijl ik aan de gang ben gegaan met epoxy, om de onderwater barnacleschade te repareren. Er waren in Curaçao zoveel van die beesten aangegroeid, dat toen ik die later verwijderde er hele stukken van het verfsysteem mee kwamen. Gelukkig had Complex er geen zin in om onder water te Guayacan (de houten lager roesten.! was hiervan afgezaagd) Foto boven: je ziet de rubber die los is geraakt!
Vrijdag 18 februari. Morgen zou er een begin gemaakt worden met de vervanging van het schroefas lager. Ineke schuurde de kajuit deuren, om ze dan opnieuw in de lak te zetten. We stonden geparkeerd tussen ferrocement vissersschepen en die vissers woonde net als wij, gewoon aan boord tijdens de werkzaamheden. We hadden dus niet veel privacy meer, ze waren erg nieuwsgierig. En als het werk van de dag er op zat, stonden ze ons uren aan hun verschansing gade te slaan. Ze stonden werkelijk met open mond te kijken wanneer Ineke bezig was met schuren en lakken. Kortom, nu wisten we hoe het voelt als je in een dierentuin woont. Het kon me niet zo veel schelen, als ze ons maar niet zouden gaan voeren.!
Foto rechts: Die vissersboten zijn gemaakt van ferrocement. Er werd hier een nieuwe verschansing gesmeerd. Eerst hadden ze van ijzere pijp en kippengaas een geraamte gemaakt en daarna smeerde ze het in met ferrocement. Het waren nét bouwvakkers. Zaterdag 19 Februari. Om acht uur kwamen er twee jonge sleutelaars om het roer en de schroefas te verwijderen. Ik had gisteravond de flensen al losgemaakt in de motorruimte en had een hele grote dop sleutel nodig. En die had ik niet. Er werd in de werkplaats een ringsleutel omgebouwd/afgeslepen en dan kon de schroefas er toch uit. Maar, we hadden ook nog wat complicaties met het roer. Toen we een uur verder waren was alles dan toch gelukt.
Dan zagen we, toen de schroefas er uit kwam dat hij op de hoogte van de stuffingbox behoorlijk was ingesleten. Dat was een tegenvaller!! Men stelde voor om hem met roestvrijstaal electrodes op te lassen en dan weer af te draaien. Dan zou hij weer zo goed als nieuw zijn. Ik informeerde hoeveel dit dan wel weer méér moest gaan kosten en tot mijn verbazing vertelde ze me, dat dit niks extra´s kostte. Er waren altijd wel tegenslagen en ze wilde geen misbruik maken van de situatie. Intussen waren er twee andere jongens al een paar uur bezig om het oude lager er uit te krijgen. Het rubber was geen probleem, maar de bronzen bus kwam er in hele kleine stukjes uit. Het was een vreselijk karwei. Ik ging me weer met allerlei andere onderhouds werkzaamheden bezig houden. Om half vijf in de middag hadden wij een gerenoveerde schroefas, een mooie schoongepolijste schroef en een prachtig pokhouten schroefaslager. En alles was gemonteerd! Toen we wat later in de kuip van een drankje genoten, keken we terug op een welbestede dag. De kajuit deurtjes werden prachtig en naast al het lak en schuurwerk had Ineke ook nog een heel hoog en groot brood gebakken. Ook de buren waren enthousiast over Inekes lakwerk! Een van de mannen kwam naar me toe en vroeg of hij een beetje van die lak mocht hebben. Ineke vulde een jampot met bootlak en hij was verschrikkelijk blij. Zondag 20 Februari Wat een rust... die ochtend.! "Descanso Domingo" Maar om 08:30 stond Osmel al weer beneden aan de trap en we begonnen aan het roer. En om 09:30 zat alles weer op zijn plaats. Nadat ik het stuurwerk uit elkaar had gezien, was mijn vertrouwen hierin 100% toegenomen. Ik wist niet dat dit zo´n solide constructie was. Een prettige gedachte. De rest van de dag hield ik me bezig met het schilderen van de romp en antifouling (anti aangroeiverf) op het onder waterschip smeren. Ineke schuurde en lakte. En 21:30 uur lagen we "uitgewoond" in bed. Maandag 21 Februari Voor de 2de keer antifouling aanbrengenen en werk aan de waterlijn. Ik had die waterlijn maar weer eens verhoogd. Ik hoopte dat we daar nu minder aangroei zouden hebben. Ik vroeg aan Frank, de commerciele manager, of hij me morgen de rekening wilde presenteren, Hij vertelde me dat we dinsdag zouden worden opgehaald , want we waren uitgenodigd bij "el pricipal director" op de koffie.
Dinsdag 22 Februari. In de ochtend nog enkele laatste werkzaamheden. Complex zag er weer gelikt uit. In de late ochtend ging ik met Frank én de boekhouder naar de bank. Ja... want je kon hier natuurlijk niet even op kantoor je kaart door de machine halen. Ik betaalde en ze gaven me een lift naar een andere bank alwaar ik speciale zegeltjes moest kopen om onze visa´s te verlengen. Daarna gingen we terug naar de werf en we haalde Ineke op, want nu moesten we naar Leonard Alfonso Lugones, de algemeen directeur van de werf. We dronken prima Cubaanse koffie en en de directeur vroeg ons hoe het ons op de werf was bevallen. Ik vertelde hem dat we tevreden waren en goed waren geholpen. Ook zei ik hem dat we het personeel vriendelijk en goed gemotiveerd vonden. Dan vroeg ik de man toestemming om met mijn camera in de hoge radiomast van de werf te mogen klimmen, om vanuit de top een foto van de werf te kunnen maken. "No problem", was het antwoord, maar hij wilde ook graag een foto hebben. Dus, toen het bezoek was afgelopen, ging ik meteen maar de mast in en maakte de foto. (zie vorige pagina) Ineke had op de computer een leuke brief geschreven waarin vermeld stond wat er gedaan was aan Complex en hoe het gedaan was. En dat we deze werf aanbevelen aan collega zeilers. Wij hadden hier in ieder geval tot nu toe een leuke tijd gehad. Ik vertelde Frank (commerciele manager) dat we een kratje bier wilden neerzetten na werktijd om met de mensen die aan ons schip hebben gewerkt een drankje te drinken. Even afscheid vieren met de werkelijk aardige en hulpvaardige werkers. Helaas, Frank deelde me mee, dat de werf "droog" was en dat er geen alcohol was toegestaan binnen de poorten. Ook niet na werkuren. Dus, ging ik de werkers langs en nodigde ze uit om morgen na werktijd, in de bar van de marina wat op onze kosten te komen drinken. Ook bedankte in Ramiro nog. Hij was de technisch manager en was ook bijzonder hulpvaardig geweest. Hij sprak een beetje Engels en dat was af en toe best wel handig. Hij stond altijd voor ons klaar. Hij zei dat we hem, vóór we uit Cienfuegos zouden vertrekken, thuis moesten komen bezoeken. Ik nodigde hem uiteraard ook uit voor morgenavond. Woensdag 23 Februari Eindelijk was het zo ver.. Stroomdraad los, trap weg en langzaam rolde we weer de helling af. Het voelde verschrikkelijk aan. Veel vibratie geknars en gekreun. Droppie was helemaal in paniek en ik kon hem nog net op tijd grijpen, voordat hij weer in de bilge (onder de motor) zat.! We sloten hem op in de voorkajuit.
De te waterlating verliep verder vlekkenloos. Toen ik het sein daarvoor kreeg, startte ik de motor. Nog een meter of tien..... en dan voeren we rustig achteruit weg van de steunen. Alles leek prima te gaan. Even later lagen we weer op onze oude plek in de marina. Rond 16:00 uur kwamen de mensen van Astisur die we hadden uitgenodigd. Ik had met een Complex stempel een geel blokje "post-it" volgestempeld. Iedereen kreeg bij binnenkomst drie "bierbonnen" En ik had met de barman afgesproken dat iedereen die een bon inleverde een consumptie kreeg. Hij zou de bonnen bewaren en ik rekende dan later na afloop met hem af. Een goed systeem, want op die manier hielden we controle. Het werd een heel gezellige middag en we waren heel blij dat we dit hadden kunnen doen. Later kon ik dus nog wat meer bonnetjes uitgeven aan de dieverse mannen. De laatste mensen vertrokken om 19:30 uur. Nu, toen had ik zelf ook al meer dan genoeg biertjes op.! Hik.! 21:30 tevreden en voldaan de kooi in.
Donderdag 24 Februari. IK schilder de stootlijsten. En Ineke schuurde en lakte de kajuitdeurtjes voor de laatste laag. Dan hoorde ik van Chris (een Belgische Catamaran schipper) dat er hier in de buurt, op de zwarte markt camarones te koop waren. En daar hadden we wel trek in. Voor dat ik ging proberen om daar een kilo van te kopen, kwamen Frank en Ramiro nog even een bak koffie drinken. Toen die weg waren, leende ik de fiets van Chris en ging op zoek naar die garnalen. Bij het pompstation rechtsaf de zandweg op en dan maar een eind doorfietsen en... ja hoor! Er kwam een jongetje tegemoet fietsen. In het voorbijfietsen vroeg hij "Camerones" ?? ik antwoordde: "si.!" Hij draaide gelijk om en gebaarde mij hem te volgen. Zo gezegt zo gedaan en even later gingen we linksaf een steegje in. Dan nog een keer links en we stonden op een klein binnenplaatsje achter een huisje. 25 peso´s per Libre (pond) ik nam 3 pond. De gewichten op de schaal waren liter en halve liter Cocacolaflessen gevuld met water! Zo...dit was dus de zwarte markt voor garnalen. De garnalen werden uitsluitend gevangen voor de export. De Cubanen konden en mochten absoluut zelf géén garnalen kopen. Iets dergelijks gold ook voor rundvlees. Thuisgekomen kookte Ineke de garnalen even. We pelde ze... even door een dun deegje en frituren met die hap. We aten ze met warme honing en als tweede saus hadden we een zoetzure chili saus. Afijn, voordat we het wisten ging de zon onder en was de dag al weer om.
Zondag 27 Februari. Vroeg op.. Afwas, ontbijt en dan een fiets geleend van onze Franse buurman om camerones te halen. Rond 10:30 uur stond Ramiro bij ons schip. Hij legde uit, dat er problemen waren met de autoriteiten. (dit is Cuba.!) Wat bleek.. Er mochten geen kinderen komen in de marina. Doris en Dorita zaten netjes te wachten in de bar. Na een hoop gepraat en gedoe werd er een telefoongesprek gemaakt met de een of andere hogere autoriteit. Die sprak uiteindelijk het verlossende woord "OKE.!!" Doritaatje mocht nu ook aan boord Complex. Maar.. géén rennen of zelfs niet lopen op de steiger.! Terwijl Doris Ineke hielp met garnalen pellen zat Dorita te genieten van een stapel Spaanstalige Asterix en Obelixen. Ze genoot nog meer toen ze hoorde dat ze ze mocht hebben.! De camarones waren heerlijk!!! Met een lekker glas wijn er bij. De dag kon niet meer stuk. Ineke maakte foto´s en Ramiro nodigde ons uit om aanstaande dinsdag middag naar hun huis te komen. Hij zou ons met een geleende auto komen halen. Hij had er een vrije middag voor opgenomen.! We namen de uitnodiging met Ramiro, Doris en dochtertje Dorita beide handen aan. We ontmoeten leuke mensen en zo leerde we tenminste ook wat meer van de Cubaanse manier van leven kennen. Dat was één van de redenen waarom we naar Cuba zijn gekomen.
Maandag 28 Februari. Deze dag eerst de stad in. we gingen naar de markt. Maar, die was gesloten. Waarschijnlijk nog geen aanvoer. Op straat waren ook veel fietskarretjes met mensen die sla, aardappelen en andere zaken verkochten. Dus na een kwartiertje hadden we de vitamientjes weer in de tas. Dan wandelde we naar het plein Jose Martin. Onderweg stonden we versteld van de hoeveelheid kleine stalletjes, die zich langs de straten bevonden. Bijvoorbeeld een mannetje die plastic gas aanstekers vulde en vuursteentjes verkocht. Men kookte hier behalve op gas ook op petroleum. Er waren dan ook veel stalletjes die flesjes petroleum en onderdelen t.b.v.de kokertjes verkochten. Brandertjes, sproeiers, drukvaatjes enz. enz. Op het plein aangekomen streken we weer neer op het leuke terrasje. Er speelde een jazz-band. De tekenaar die al eerder een karikatuur van mij had getekend was ook weer druk aan het werk. Nadat hij een paar mensen aan een tafeltje had getekend, kwam hij ons even gedag zeggen. We hadden een pak viltstiften en kleur potloden voor hem meegenomen. Hij was hier dol blij mee en maakte nogmaals een karikatuur van mij. Nu was dit volgens mij niet zo moeilijk, want ik heb horen zeggen dat ik zo ie zo al een karikatuur ben! Deze keer wilde hij er geen geld voor. We gaven weer een aantal stukken zeep aan wat oudere mensen en dan gingen we weer op huis aan. We wandelde naar de hoofdstraat en daar stond in plaats van een normale taxi een paardentaxi. Hij riep ons aan, of we mee wilde, en we stapte gauw in. Toen we vertelde dat we naar de marina wilde, werd het opeens een probleem en we stapte meteen maar weer uit. Hij moest namelijk met ons langs een plek rijden waar "the boys from Brazil", (politie) stonden te „Zuki“ de tekenaar. controleren.
En dat was dus het grote probleem. Want toeristen mochten niet in de paardenkarretjes. Die moesten in de gewone taxi´s, dat hebben we dus maar gedaan. Toen we aan boord zaten te relaxen in de kuip, zagen we opeens onze Duitse vrienden Dieter en Ruth, van het schip Kormoran op de steiger lopen. We konden ze al sinds we in Brazilie waren. Dat was wel even een leuke verrassing. Ze lagen met Kormoran in Hemmingway marina te Havanna. Ze hadden een auto gehuurd en waren dus aan het toeren. We hadden eerst even gezellig bijgepraat, en toen we vernamen dat ze een hotelletje zochten, boden wij onze voorkajuit aan. Daar wij al hadden gegeten en zij niet, hadden we een kant en klaar pasta voor ze gemaakt. Het werd een gezellige avond. Dinsdag 29 Februari We hadden een laat ontbijt en dan gingen Dieter en Ruth de stad in. Rond half een kwam Ramiro ons halen in een auto van de werf. Hun huis was onvoorstelbaar! Onze Surinaamse vrienden leven dan nog in luxe.
Ramiro Voor z'n huis
Het was een verveloos oud houten huisje. Wij zouden zoiets, een oud schuurtje noemen. Van binnen uit keek je door de kieren naar buiten. Het huis was pak weg 4½ meter breed. Je stapte via de voordeur meteen de huiskamer in... wél even behoorlijk bukken. Dan was er een opening schuin tegenover de voordeur. Hier hing dan een gordijntje voor. Dan volgde de tweede slaapkamer en direct daarna de keuken. Alles was even oud en vervallen. Maar.. je kon er van de grond eten. Het was uitgesproken helder. Achter het huis was een stuk grond, wat zeker net zo lang was als het huis. Hier was Ramiro bezig met de bouw van het nieuwe huis. Er stonden al wat muren. Ze waren gemetseld van een soort gasbeton. Ramiro maakte zijn bouwstenen zelf. De bouw lag op dit moment weer stil, een zak cement kost 60 peso´s. aangezien hij ongeveer 10 peso´s per dag verdiende, schoot dat niet erg op. Hij dacht, dat het minimaal nog 10 à 15 jaar zou duren eer het huis klaar zou zijn. We werden heel gastvrij ontvangen. We brachten een fles rum, (Habana Club),mee. Ramiro maakte hem meteen open en schonk ieder een glas in. Doris had borrelhapjes gemaakt. Gefrituurde banaanschijfjes met een beetje zout er op.
Voor dat we gingen eten liepen we met Ramiro mee om zijn moeder een bezoek te brengen. Die woonde twee straten verder. Ze woonde in een stenen huisje. Alles oud en haveloos met wat schamele meubels. Ze had een oude Singer trap-naaimachine. En daar lag een hoop kleding naast. Ze deed verstelwerk. Daarnaast werkte ze 6 dagen per week in het hospitaal. En zo jong was ze volgens ons ook niet meer. Ramiro vertelde haar trots dat wij klanten van de scheepswerf waren en op een zeilboot woonde. En dat we nu bij hem op bezoek waren. Dan moesten we ook grootmoeder even gedag zeggen. Zij zat in een achterkamertje en begroette ons vriendelijk. Ze kon haast niet meer lopen. Een been was helemaal krom gegroeid en daar kon ze eigenlijk niet meer op staan. Ze was 93 jaar.! En nog zeer alert en goed bij de tijd.! Dan gingen we weer naar huize Romiro terug en gebruikte we de maaltijd. Doris had echt uitgepakt. Kip, rijst, bonen en tomaten en een fles Cubaanse zoetige rode wijn. Je moet wel bedenken dat die fles wijn alléén hun waarschijnlijk 4 daglonen kostte.!! We waren dus blij dat we wat aardigheidjes hadden meegenomen. (zie foto) Na de maaltijd dronken we nog een glas rum en Doris haalde Dorita van school. Ze was erg blij met haar kettinkje en Ramiro zei, dat ze op school honderd uit had verteld over het bezoek aan Complex. En ze is nu serieus bezig met het lezen van de stripverhalen. Dorita is erg goed in zwemmen. Zo goed, dat ze door de autoriteiten van school is gehaald en op een andere school is geplaatst waar er heel veel aandacht aan zwemmen wordt gegeven. Typisch iets voor een communistisch regime. Rond half vijf had Ramiro een vrachtwagentje geregeld. Ineke voorin naast de bestuurder en Ramiro en ik in de Verrassingspakketje voor Doris en Ramiro. laadbak. Hier een hele normale manier van transport. Terug aan boord dus.
Woensdag 1 maart. Deze dag deden we een trip met Dieter en Ruth naar het oude stadje Trinidad want ze waren tenslotte met een auto.. We gingen eerst op weg naar de "Jardin Botanico". We hadden moeite om het te vinden. Er waren haast geen richtings borden. Maar de bevolking was zó vriendelijk, dat we eigenlijk geen borden nodig hadden. De botanische tuin was indrukwekkend. Volgens Dieter zijn boek, hadden ze daar meer dan 70 soorten bamboe staan! Wat een bossen.!! Geweldig hoog. Er klonk een geweldig gekreun en gekraak van de langs en tegen elkaar schuivende bamboestengels. Dan de vele soorten bomen. Loofbomen, naaldbomen en tientallen soorten palm bomen. Het was heel natuurlijk aangelegd. Geen hekjes, wel mooie paden. Je had het gevoel dat je door een bos wandelde. We hadden er ruim 2 uur rond gelopen. Daarna op weg naar Trinidad. We besloten niet de kust route te rijden. Bij het plaatsje "San Blas", gingen we linksaf de bergen in. dit gebied heette "Sierra de Escamray". Het landschap was fantastisch en we reden langs steile kliffen en bergwanden met een soort van open grotten waar je de stalagtieten en stalagmieten in de open lucht zag staan. Rond 14:00 uur reden we Trinidad binnen. We hadden van een ober op het terras van de botanische tuin een kaartje gekregen met het adres van een Casa particular. Links: Lawaaierig bamboebos. Rechts: Iets van een palmboom?
Het leek meer op een klein motelletje. Maar de kamers waren voor Cubaanse maatstaven erg netjes en hadden een eigen douche en toilet. De douche had een electrische waterverwarming in de douchekop. Dus geen boilers en ook geen veteranenziekte. misschien hier en daar een geëlectrocuteerde toerist?? De prijs was US$ 20,- Exclusief ontbijt. Maar na wat onderhandelen werd dat inclusief ontbijt. We installeren ons en gingen dan de stad verkennen. We maakte een lange "slenterwandeling", door de oude stad. Het leek wel of de tijd hier had stil gestaan. Het was een heel apart stadje met een heel aparte atmosfeer. De bewoners waren ook hier weer heel erg vriendelijk, maar meer gewend aan touristen, dus ook meer "bezeten" van dollars. Tourisme zal deze plek uiteindelijk naar de knoppen helpen. (deden wij dus ook aan mee) Dán moesten we Dieter helpen met zijn speurtocht naar "la Canchanchara". Alwaar een héél speciaal drankje werd gedronken. Dit drankje bestond volgens de reisgids uit aquardente, (ruwe rum) mineraalwater, honing en lime juice. Toen we de kroeg gevonden hadden en zo'n drankje bestelde had ik het vermoeden, dat het drankje bestond uit minimaal 85% mineraalwater, (of gewoon water) En die andere 15% zou dan de rest wel zijn. Het goedje werd geserveerd in een minuscuul aardenwerken kopje met een plastic roerdingetje. Het smaakte waterig en kostte US$ 2,50 per stuk. Dit was dus, wat ik noem een "toerist trap".Geeft niet.! Je moet het een keer meemaken.
Daarna gingen we naar een restaurantje in een prachtig koloniaal huis met uitzicht over de "Plazuela Real del Jigue" We aten naar Cubaanse maatstaven lekker en dronken er een prima Cubaans rood wijntje bij. Dan terug naar het motel en we dronken op het terrasje rum met ijsblokjes. Om 10:00 uur naar bed. Donderdag 2 maart. Een goed ontbijt. Brood, roomboter, kaas en een gebakken ei. Dat samen met een goede bak koffie. We rekende af en waren tevreden. Dan reden we naar het oude centrum en parkeerde de auto. We gingen weer slenteren en belandde in het architectonisch museum van Trinidad. We kregen een goede indruk hoe de huizen hier gebouwd werden van de eerste bewoners tot ± de 20er jaren. Dan natuurlijk weer een terrasje. Want van museums wordt men dorstig. Voordat we het stadje verlieten gingen we nog even naar de markt. We kochten uien en we zagen hele grote zakken (balen) sinaasappelen. Pakweg een meter hoog! Die kosten US$ 2,50... dus, we kochten er een. Toen we hem in de kofferbak wilde leggen werd ons duidelijk gemaakt dat de sinaasappelen $ 2,50 kostte, maar dat de zak niet te koop was .! De sinaasappelen moesten dus los gestort worden in de kofferbak! We reden nu de kust route terug naar Cienfuegos. Ook een hele mooie trip. In Cienfuegos aangekomen, kochten we een paar kroppen sla en op de zwarte markt kocht ik 5 pond camerones. (inmiddels wist ik het huisje te vinden) Aan boord gekomen, kookte ineke de garnalen en Daarna gingen we ze gezamelijk pellen terwijl Dieter sinaasappelen perste. Want hij dacht maar aan een ding.. “rum and orange”. (hij is vast familie van "Kapitein Haddock" uit "Kuifje) De garnalen werden héél eventjes gefrituurd en smaakte fantastisch!
Dan hoorde we een hoop geroep en geschreeuw uit de richting van de haven komen, dus ik ging er even naar toe. Het bleek dat men een walvishaai gevangen had van ongeveer 7 meter! Ze waren hem op het strandje aan het slepen. We onderbraken de maaltijd en gingen kijken. Ik liep even terug om de camera te halen. Terug aan boord sloot ik Drop met zijn inmiddels gestolen garnaal maar even in de voorkajuit. Er lag inmiddels een hoop eten voor een hoop mensen op het strand. (Er leven nog maar pakweg 1000 van die beesten op aarde!!) De walvishaai is een bedreigde diersoort en leeft van plankton, krill en andere kleine zeedieren.
Vrijdag 3 Maart. We ontbeten en kregen een lift de stad in, van Dieter en Ruth. Daar namen afscheid van ze en wandelden naar het “immigration” Kantoor. We moesten onze visa’s weer voor een maand verlengen. In het kantoor aangekomen bezochten we een klein manneke die achter een héél groot bureau zat. Hij had er geen zin in, maar ja..wat moet, dat moet nietwaar? Dus hij heeft een kwartiertje gefröbeld met stickers en zegeltjes. Het ging hem allemaal een beetje moeilijk af. Dan moesten we nog naar een ander mannetje voor een stempeltje of twee en een paraafje. Ja... als je hier bij immigration werkt moet je goed zijn in handenarbeid. En wij mochten weer een maand blijven. We namen een taxi terug naar de marina en brachten de rest van de dag door met schrijven knippen en plakken. Ook handenarbeid dus! WORDT VERVOLGD!!