COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 08.09.2000 COM(2000) 552 definitief
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China”
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China” Samenvatting De belangrijkste doelstellingen van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China” van de Commissie uit 19981 waren China meer bij de internationale gemeenschap te betrekken, steun voor China’s overgang naar een open samenleving en verdere integratie van China in de wereldeconomie. Teneinde deze doelstellingen te bereiken, wilde de Commissie onder andere de politieke dialoog bevorderen, het belang van China in het ASEM-proces en regionale kwesties in Azië versterken en de juiste voorwaarden creëren voor China’s toetreding tot de WTO. Daarnaast wilde de Commissie de ervaring en expertise van de EU aanwenden om het hervormingsproces in China te ondersteunen en mensenrechten, milieu en duurzame ontwikkeling toe te voegen aan de agenda. Sinds de mededeling is goedgekeurd, zijn de betrekkingen tussen de EU en China enorm verbeterd. In 1998 en 1999 is tijdens de eerste jaarlijkse topconferenties tussen de EU en China de basis gelegd voor een bredere politieke dialoog. Tegelijkertijd is de communicatie verbeterd en het wederzijds begrip bevorderd door een toenemend aantal ontmoetingen en dialogen op alle niveaus en op allerlei gebieden die zowel de EU als China aangaan. De dialoog op de agenda is uitgebreid tot regionale veiligheid, economische onderwerpen, handelskwesties en mensenrechten. Verdere uitbreiding zou mogelijk zijn, zoals is opgemerkt in de mededeling van 1998, tot andere mondiale kwesties, zoals clandestiene immigratie en eventueel handel in drugs, witwassen van geld en georganiseerde misdaad. Op 19 mei 2000 hebben de EU en China een bilaterale overeenkomst ondertekend, waardoor de weg is vrijgemaakt voor China’s toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Als China lid wordt van de WTO, wordt de EU voor de belangrijke uitdaging gesteld om methoden te ontwikkelen die voor beide partijen acceptabel zijn, waarmee kan worden gecontroleerd of China voldoet aan de WTO-verplichtingen en waarmee China dienaangaande kan worden ondersteund. De EU zal ook de resterende belemmeringen voor toegang tot de markt blijven aanpakken. Het samenwerkingsprogramma tussen de EU en China is geleidelijk aan uitgebreid en is nu vooral gericht op de ondersteuning van duurzame ontwikkeling om het algehele hervormingsproces in China te ondersteunen. De prioriteiten en de inhoud van het programma zullen worden geëvalueerd om de elkaar snel opvolgende wijzigingen bij te kunnen houden en het effect en de zichtbaarheid van de steun van de EU aan China te verbeteren.
1
COM(1998) 181.
2
Inleiding Op 25 maart 1998 heeft de Europese Commissie de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China” goedgekeurd. De mededeling werd gesteund door de Europese Raad van Ministers van 29 juni 1998. Deze mededeling, waarin aanbevelingen zijn gedaan om de betrekkingen tussen de EU en de Volksrepubliek China te verbeteren, eindigde met de conclusie dat “de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement geregeld verslag zal uitbrengen met de uitvoering van de voorstellen in deze mededeling”. De totstandkoming van dit eerste verslag over de tenuitvoerlegging van de nieuwe Chinastrategie valt samen met de herdenking van het feit dat vijfentwintig jaar geleden de betrekkingen tussen de EG en China werden aangeknoopt. Het verslag heeft betrekking op de periode tussen maart 1998 en mei 2000. Tijdens de verslagleggingsperiode hebben de Chinese autoriteiten structurele hervormingen doorgevoerd waarbij steeds economische groei werd gestimuleerd. Ook hebben ze stappen ondernomen om de corruptie op alle niveaus aan te pakken. In 1999 groeide het BBP met 7,1% minder snel dan in de jaren daarvoor. In de context van de wereldhandel boekte de Chinese regering enkele successen, met name de overeenkomsten met de EU en met de VS betreffende de voorwaarden voor China’s toetreding tot de WTO. Op binnenlands gebied nam de hervorming van staatsbedrijven een centrale plaats in op de agenda voor sociaal-economische hervormingen. Tijdens deze periode traden de autoriteiten streng op tegen democratische dissidenten, religieuze groeperingen en andere bewegingen. Door de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen te evalueren, wordt in dit verslag geprobeerd om zoveel mogelijk wegen te vinden waarmee het partnerschap tussen de EU en China op een hoger peil kan worden gebracht. De hoofdstuktitels A t/m E in dit verslag komen overeen met die in de mededeling. A.
China meer bij de internationale gemeenschap betrekken “De EU streeft in haar strategie naar een omvattende relatie met China en wil dat bereiken door middel van een vernieuwde en versterkte bilaterale politieke dialoog met China en door sterkere deelneming van China aan multilaterale initiatieven van globaal belang.” COM (1998) 181, blz. 5
A.1
Versterking van de politieke dialoog EU-China
De mechanismen en platforms van de EU voor de politieke dialoog met China zijn pas recentelijk tot ontwikkeling gekomen. Het algemene kader voor de politieke dialoog werd voor het eerst geformaliseerd in 1994 in de vorm van een briefwisseling en op 2 april 1998 vond de eerste topconferentie tussen de EU en China plaats op regeringsniveau te Londen. Deze vormde een antwoord op de toenemende bereidheid van China om een actieve rol te spelen op het wereldtoneel. De tweede topconferentie tussen de EU en China vond plaats op 21 december 1999, toen voorzitter Prodi een bezoek bracht aan Beijing. Deze topconferenties hebben een platform verschaft om een extra impuls te geven aan de betrekkingen tussen de EU en China, ideeën uit te wisselen en belangrijke kwesties ter sprake te brengen met betrekking tot politiek, mensenrechten, economie en handel, waaronder toetreding tot de WTO, bilaterale samenwerking en regionale ontwikkeling. 3
In september 1998 en maart en september 1999 hebben ook ontmoetingen plaatsgevonden op trojka-niveau met de Chinese minister van Buitenlandse Zaken. Ontmoetingen tussen hoge ambtenaren hebben plaatsgevonden in oktober 1998 en juni en oktober 1999 en hebben de mogelijkheid geboden om inzicht te krijgen in het Chinese standpunt ten aanzien van regionale kwesties zoals ASEM, ontwikkelingen op het Koreaanse schiereiland, Japan, de betrekkingen tussen India en Pakistan, Indonesië en Oost-Timor, Myanmar/Birma en Taiwan. EU-ambassadeurs in Beijing zijn tweemaal per jaar bijeengekomen met de Chinese minister van Buitenlandse Zaken. Naast de formele politieke dialoog, regelmatige bezoeken van de trojka-ambassadeurs aan het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken en frequente, wederzijdse bezoeken op hoog niveau is de politieke dialoog tussen de EU en China geïntensiveerd. In februari 1998 en januari 1999 brachten respectievelijk de Chinese eerste vice-minister-president Li Lanqing en vice-premier Wu Bangguo een bezoek aan de Europese Commissie. De voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Santer, bezocht China in november 1998. De minister-president van China, Zhu Rongji, bezocht de Commissie in Brussel op 11 juli 2000. Dit was de eerste keer dat een Chinese minister-president een bezoek aflegde aan de Commissie. De Europese parlementaire groep die verantwoordelijk is voor Chinese aangelegenheden is jaarlijks bijeengekomen met leden van het Nationale Volkscongres van China en parlementsleden hebben individueel of in groepsverband China bezocht. De verdere ontwikkeling van dergelijke contacten kan alleen maar waardevol zijn voor de algehele betrekkingen tussen de EU en China. De ontwikkelingen in China hebben ook regelmatig op de agenda van de politieke dialoog tussen de EU en sleutelpartners gestaan, zoals de Verenigde Staten, Canada, Australië, Japan, India en Rusland. A.2
Voortbouwen op het ASEM-proces
De EU heeft de integratie van China in het ASEM-proces (Asia-Europe Meetings) gestimuleerd, waarbinnen uiteenlopende economische en politieke kwesties aan de orde komen. China heeft vanaf het begin van het ASEM-proces een constructieve houding aangenomen en vooral de nadruk gelegd op economische aspecten, met name de bevordering van investeringen. Tijdens de discussies over politieke kwesties toonde China echter een zekere terughoudendheid. China heeft de welkome stap gezet om als gastheer op te treden tijdens een informeel ASEM-seminar over mensenrechten in Beijing in juni 1999 en heeft samenwerkingsinitiatieven op gebieden als wetenschap en technologie enthousiast gesteund. China heeft daarnaast het initiatief genomen tot en als gastheer opgetreden op een ministeriële ASEM-conferentie over wetenschap en technologie, die in oktober 1999 is georganiseerd, en het land zal een leidende rol op dit gebied blijven spelen. Bovendien heeft China actief deelgenomen en 500.000 US-dollar gedoneerd aan het ASEMtrustfonds voor de financiële sector en hervormingen van het sociaal beleid. A.3
Mondiale kwesties aanpakken
In 1998 heeft de EU met Chinese deskundigen besprekingen gevoerd over wapenbeheersing en non-proliferatie. De besprekingen bevinden zich nog in een vroeg stadium, maar tijdens deze nuttige dialoog zijn standpunten uitgewisseld ten aanzien van het Verdrag inzake een totaal verbod op kernproeven, de Controleregeling voor rakettentechnologie, biologische 4
wapens, antipersoneelmijnen, exportgoederen voor tweeërlei gebruik en ontwikkelingen op het gebied van de veiligheid in Azië. Hoewel het nog te vroeg is om te beoordelen of China deze dialoog in de toekomst wil voortzetten, is echter wel gebleken dat de basis is gelegd voor een toenemend wederzijds vertrouwen. De EU moet nu onderzoeken hoe de reikwijdte van haar politieke dialoog met China kan worden uitgebreid zodat mondiale kwesties ter sprake kunnen worden gebracht, zoals de bestrijding van handel in drugs, witwassen van geld, georganiseerde misdaad en clandestiene immigratie, zoals reeds is opgemerkt in de mededeling van de Commissie van 1998. Op al deze gebieden heeft de Unie nieuwe verantwoordelijkheden op zich genomen in het kader van het Verdrag van Amsterdam. Sommige lidstaten van de EU maken zich vooral zorgen over de situatie van asielzoekers uit China en dienaangaande hebben EU-partners onderling informatie uitgewisseld in 1999. De EU zou moeten beoordelen of China bereid is een specifieke dialoog op dit gebied aan te gaan en vervolgens onderzoeken of op dit terrein en op andere terreinen samenwerking mogelijk is. China is een onmisbare gesprekspartner geworden tijdens belangrijke internationale dialogen over verschillende mondiale milieukwesties. Uitwisselingen vinden regelmatig plaats op verschillende niveaus (ook ministerieel) in het kader van internationale bijeenkomsten over, bijvoorbeeld, klimaatsverandering. China wijst steeds meer middelen toe aan binnenlandse maatregelen om klimaatsverandering tegen te gaan en toont zich steeds enthousiaster over specifieke maatregelen in de toekomst waarmee de EU expertise en technologie op het gebied van klimaatsverandering gemakkelijker kan overdragen aan China. Met name de dialoog over klimaatsverandering zal in de komende jaren een belangrijke plaats innemen binnen de betrekkingen tussen de EU en China. Andere mondiale kwesties, met name het behoud van biodiversiteit en de bescherming van de ozonlaag, zullen ook regelmatig aan de orde komen tijdens bilaterale besprekingen. De Commissie zal alles in het werk stellen om deze dialogen en andere over nieuwe mondiale kwesties gaande te houden. A.4
Dialoog over regionale kwesties in Azië bevorderen
De EU heeft deelgenomen aan ministeriële bijeenkomsten tijdens het Regionale Forum van ASEAN (ARF) in Manilla in juli 1998 en in Singapore in juli 1999. Het ARF heeft een positieve rol kunnen spelen in het conflict over de Zuid-Chinese Zee en tijdens de uitwisseling van standpunten over regionale kwesties, zoals het Koreaanse schiereiland. China is echter terughoudend bij het steunen van het multilaterale ARF-proces en legt van oudsher de nadruk op bilaterale diplomatie in zijn betrekkingen met de Aziatische buurlanden. China benadrukt regelmatig dat de werkelijke invloed op de Democratische Volksrepubliek Korea niet moet worden overdreven. Toch blijft China een belangrijke bondgenoot en gesprekspartner van Pyongyang. Daarom neemt de situatie op het Koreaanse schiereiland een belangrijke plaats in tijdens de dialoog tussen de EU en China met betrekking tot het regionale beleid. In dit opzicht heeft de EU bij China erop aangedrongen om de positieve houding voort te zetten, met name tijdens de besprekingen tussen de vier partijen, en beide zijden hebben standpunten uitgewisseld na hun respectieve dialogen met de Democratische Volksrepubliek Korea. Tijdens de verslagleggingsperiode heeft de EU met name aandacht besteed aan de ontwikkeling van de betrekkingen tussen China en Taiwan. In juli 1999 heeft het voorzitterschap van de EU een verklaring afgelegd namens de EU waarin nog eens werd benadrukt dat EU voorstander is van “één China” en dat de kwestie rond Taiwan vreedzaam via een constructieve dialoog moet worden opgelost. Bij beide partijen is erop aangedrongen
5
om geen stappen te ondernemen of verklaringen te doen waardoor de spanning zou kunnen oplopen. A.5
De autonomie van Hongkong en Macau ondersteunen
Tijdens de verslagleggingsperiode heeft de EU de tenuitvoerlegging van de Basiswet van de twee speciale administratieve regio’s Hongkong en Macau nauw in het oog gehouden, met name met betrekking tot de autonomie en onafhankelijkheid van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht van deze gebiedsdelen. De betrokkenheid van de EU bij het correct functioneren van deze bestuurlijke en juridische regelingen is nog eens duidelijk benadrukt in januari 1999, in het eerste jaarverslag van de Commissie over de speciale administratieve regio Hongkong, waarin vooral is ingegaan op de ontwikkeling van democratie. De Overeenkomst betreffende samenwerking in douanezaken tussen de EU en Hongkong, die op 1 juni 1999 van kracht werd, heeft mede de basis gelegd voor het onafhankelijk functioneren van de economie van de speciale administratieve regio Hongkong. In het tweede jaarverslag van de Commissie betreffende Hongkong, dat op 18 mei 2000 werd goedgekeurd, werd ingegaan op het wetstelsel van Hongkong en het principe “één China, twee systemen”. Daarnaast werd echter uitdrukking gegeven aan de zorg dat de rest van het democratiseringsproces traag verloopt. In november 1999 publiceerde de Commissie de mededeling “De Europese Unie en Macau na het jaar 2000”. De betrekkingen met Macau zijn sterker geworden doordat het Bureau voor Economie en Handel van Macau in Brussel officieel is erkend door de Europese Gemeenschap en verschillende samenwerkingsprojecten in Macau van start zijn gegaan. Vergaderingen van het Gemengd comité EG-Macau hebben plaatsgevonden in 1998 en 1999 en voor 2000 is nog een vergadering gepland. De bepalingen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EG en Macau zijn na de soevereiniteitsoverdracht nog steeds ongewijzigd van kracht. Op 26 januari 2000 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening van de Raad ingediend om burgers van Hongkong en Macau zonder visum toegang tot de EU te verlenen. B.
Steun voor China’s overgang naar een open samenleving die gebaseerd is op de rechtsorde en eerbiediging van de mensenrechten “Thans staat China voor de uitdaging om de economische groei te ondersteunen en de sociale stabiliteit te bewaren terwijl het tegelijk werkt aan de totstandkoming van een open, op de rechtsorde gebaseerde samenleving. Indien Europa aan dit proces wenst mee te werken moet het alle beschikbare middelen blijven benutten om de zaak van de mensenrechten in China voortdurend op een actieve, constructieve manier te bevorderen.” (idem, blz. 9)
B.1
Bevordering van de mensenrechten door open discussie...
De afgelopen jaren heeft het individu in China een hogere mate van zelfbeschikking verworven dankzij economische hervormingen en het verminderde staatstoezicht op het sociale leven. Ook zijn er sinds 1998 positieve resultaten bereikt met betrekking tot China’s deelname aan internationale mechanismen voor mensenrechten, zoals het bezoek van de VNcommissaris voor mensenrechten Mary Robinson aan China in september 1998 en maart 2000 en de ondertekening door China van het VN-Verdrag inzake burgerrechten en politieke
6
rechten. (Een jaar eerder, in 1997, had China het VN-Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten reeds ondertekend.) Terwijl de economische en sociale rechten geleidelijk zijn verbeterd en voortgang is geboekt bij het versterken van de rechtsorde, is geen vooruitgang of zelfs een achteruitgang te bespeuren op het gebied van burgerrechten en politieke rechten. De EU maakt zich onder andere ernstige zorgen over de onderdrukking van politieke dissidenten, willekeurige arrestaties, de veelvuldige toepassing van de doodstraf, de onderdrukking van etnische minderheden (ook in Tibet) en beperkingen van de vrijheid van godsdienst, het recht van vereniging en vrije meningsuiting. Ook maakt de EU zich zorgen omdat China niet in staat blijkt om zich te houden aan de belangrijkste arbeidsnormen waarover internationaal overeenstemming is bereikt. Deze normen zijn uiteengezet in de desbetreffende IAO-conventies en de Verklaring betreffende fundamentele principes en rechten op de werkplek van de IAO. Regelmatige conferenties over deze dialoog die afwisselend in China en Europa zijn gehouden (in oktober 1998, februari en oktober 1999 en februari 2000) hebben een waardevol platform verschaft om met China de dialoog aan te gaan over gevoelige kwesties, zorgen van de EU te kanaliseren, argumenten voor te leggen aan de relevante Chinese autoriteiten en voorstellen voor samenwerkingsprojecten op te stellen. In dit kader hebben de Chinese autoriteiten enige vooruitgang gemeld inzake hervormingen op het gebied van wetgeving en rechtswezen en hebben ze ook aangegeven dat ze bereid zijn om alle gevoelige kwesties tijdens de formele dialoog te bespreken, hoewel dit tot dusver nog niet tot verbeteringen ter plaatse heeft geleid. De EU heeft herhaaldelijk gewezen op de noodzaak om de dialoog meer resultaatgericht te maken en beter te laten aansluiten op de besluitvorming in China. Naast bilaterale instrumenten, zoals de dialoog tussen de EU en China over de mensenrechten, wil de EU de mensenrechtensituatie in China graag aan de orde stellen in multilaterale fora. In 1998, 1999 en 2000 hebben de lidstaten van de EU besloten om een resolutie over de mensenrechtensituatie in China niet ter sprake te brengen of te steunen tijdens een vergadering van de VN-commissie voor mensenrechten (UNCHR) in Genève. Tijdens de openingstoespraak voor de 55e en 56e vergadering van de UNCHR, in 1999 en 2000, heeft het voorzitterschap van de EU echter aangegeven dat de mensenrechtensituatie in China bijzondere zorgen baart. Tijdens de verslagleggingsperiode hebben de EU-hoofden van de missie in Beijing kwartaalrapporten opgesteld voor de monitoring van de mensenrechtensituatie in China. De EU blijft de situatie in Tibet bij elke gelegenheid ter sprake brengen. B.2
…en via samenwerking
Vanaf het moment dat de dialoog tussen de EU en China over de mensenrechten van de grond is gekomen, heeft de Commissie toegezegd om een aantal samenwerkingsprojecten van start te doen gaan die zijn bedoeld om de dialoog te steunen en aan te vullen en ervoor te zorgen dat in praktijk de mensenrechten op lange termijn beter worden geëerbiedigd. Dit heeft bijvoorbeeld ertoe geleid dat de rechten van gehandicapten onder de aandacht zijn gebracht en dat de Faciliteit van de EU en China voor kleinschalige projecten betreffende mensenrechten is opgezet om kleinschalige initiatieven op het gebied van de mensenrechten te ondersteunen. Bovendien zijn er verschillende juridische seminars over mensenrechten gehouden als aanvulling op de vergaderingen in het kader van de officiële dialoog tussen de EU en China. Deze seminars stonden open voor academische kringen en NGO’s. 7
Het Programma van de EU en China inzake wetgeving en rechtswezen, waarnaar wordt verwezen in paragraaf C.2 hieronder, is in maart 2000 van start gegaan en zal minstens vier jaar duren. Met dit programma wordt een aanzet gegeven tot de oprichting van een samenleving waarin rechtsorde heerst en mensenrechten worden geëerbiedigd, doordat een beter begrip van dit concept wordt verspreid onder de ambtenaren die het nauwst bij het Chinese wetstelsel zijn betrokken. Het project Village Governance heeft tot doel ervoor te zorgen dat de wetgeving tot regeling van verkiezingen op dorpsniveau doeltreffend wordt uitgevoerd, zodat het verkiezingsproces en het zelfbestuur op dorpsniveau worden verstrekt. Een internationale oproep tot het indienen van offertes is in voorbereiding. In 2000 de Commissie heeft ook gepland een opleidingscursus over mensenrechten te steunen aan de universiteit van Hongkong. In het kader van dit project, dat voortbouwt op de unieke deskundigheid van Hongkong op het gebied van wetgeving en rechtswezen, worden cursussen over mensenrechten en juridische kwesties gegeven aan studenten uit Azië en met name uit de Volksrepubliek China. Van uitzonderlijk belang in de nabije toekomst is de oprichting van een netwerk van deskundigen uit de EU en China, op basis waarvan ervaringen kunnen worden uitgewisseld met betrekking tot de ratificatie en de tenuitvoerlegging van de twee VN-verdragen inzake mensenrechten. C.
Verdergaande integratie van China in de wereldeconomie “De EU is van mening dat het doel nl. China helpen een globale economische speler te worden die ten volle in de wereldeconomie is geïntegreerd en in staat is zich aan gemeenschappelijke regels te houden, zou moeten worden nagestreefd via een combinatie van handelsbesprekingen en samenwerkingsinitiatieven. Deze strategische aanpak moet beogen China’s integratie in het wereldhandelssysteem te bespoedigen en consolideren, en tegelijk steun te verstrekken voor de hervormingen waaraan China zo’n behoefte heeft om binnen dat systeem te kunnen gedijen.” (idem, blz. 11)
C.1
China beter in het mondiale handelssysteem opnemen
De EU heeft een belangrijk, groeiend aandeel gehad in het overschot op de Chinese handelsbalans van 1998 en 1999. De financiële crisis in Azië is van invloed geweest op de Chinese export in de regio en heeft ertoe geleid dat deze export van Oost- en Zuid-Oost-Azië is verschoven naar Europa. Het handelstekort tussen de EU en China steeg van 24,4 miljard euro in 1998 naar meer dan 30 miljard euro in 1999. Het grote Chinese handelsoverschot, waaruit blijkt dat de Chinese export wereldwijd steeds belangrijker wordt, wordt ook in de hand gewerkt door hardnekkige handelsbarrières in China, waardoor handel en investeringsstromen worden belemmerd. Het bedrijfsleven maakt zich bijvoorbeeld vooral zorgen om de onbevredigende situatie in China met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten. De EU blijft derhalve prioriteit verlenen aan het verwijderen van deze obstakels teneinde de integratie van China in de wereldeconomie te bevorderen en de wederzijdse voordelen van bilaterale handel en economische betrekkingen tot het uiterste te benutten. De EU heeft zich ingezet voor deze doelstellingen tijdens de onderhandelingen over China’s toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en via bilaterale handelsbesprekingen en bilaterale economische gedachtewisselingen met China.
8
De afgelopen twee jaar hebben de besprekingen om tot een overeenkomst te komen over China’s toetreding tot de WTO hoog op de handelsagenda van de EU gestaan. De bilaterale overeenkomst die op 19 mei 2000 is gesloten tussen de EU en China betekent derhalve een belangrijke stap voorwaarts in onze handelsbetrekkingen. Volgend op de overeenkomst tussen de VS en China van november 1999 is het met de overeenkomst met de EU vrijwel zeker dat China begin 2001 zal toetreden tot de WTO. De Commissie en de Chinese autoriteiten zijn overeengekomen om stapsgewijs allerlei markten open te stellen, hetgeen binnen drie tot vijf jaar ten uitvoer zal worden gelegd. De overeenkomst tussen de EU en China zal ertoe leiden dat bedrijven uit de EU (en andere landen die lid zijn van de WTO) veel beter toegang krijgen tot de Chinese markt. Invoertarieven en andere niet-tarifaire beperkingen zullen ingrijpend en permanent worden verminderd. Het WTO-lidmaatschap zal de inspanningen van China om doorzichtigheid, eerlijkheid en openheid te stimuleren over de gehele linie van het eigen handelsbeleid consolideren en versnellen. Doordat de WTO beschikt over een onafhankelijk, juridisch bindend stelsel van geschillenbeslechting, kunnen beide partijen handelsproblemen snel en efficiënt oplossen. Kortom, deze overeenkomst verbetert aanzienlijk het klimaat voor Europese bedrijven om te exporteren naar, zaken te doen met en te investeren in China. Daardoor kunnen de EU en China uitkijken naar een positieve wending in de recentelijk teruglopende rechtstreekse buitenlandse investeringen (FDI) in China. Naast de mogelijkheden op het gebied van handel die de WTO-toetreding biedt, zal ook de economische hervorming en ontwikkeling van China aanzienlijk hiervan profiteren. Tijdens de onderhandelingen heeft de EU ervoor gezorgd dat een pakket met ondersteuningsmaatregelen is ontwikkeld waardoor geleidelijke, maar blijvende hervormingen en een duurzame ontwikkeling mogelijk worden. Met betrekking tot China’s toetreding is het van wezenlijk belang dat alle vereiste wijzigingen in het handelsbeleid volgens planning ten uitvoer worden gelegd. De EU heeft toegezegd om met China samen te werken op basis van partnerschap, zodat dit overgangsproces zo soepel mogelijk verloopt. De Commissie zal haar ervaringen binnen de WTO delen met China, waarbij China onder andere wordt geholpen om zijn economie zo snel mogelijk aan te passen aan de WTO-verplichtingen via het samenwerkingsprogramma tussen de EU en China. Steun voor economische hervormingen is reeds gereserveerd als onderdeel voor toekomstige financieringen (zie C.2 hieronder). De toetreding tot de WTO biedt nog een andere basis voor structurele hervormingen. De toetreding tot de wereldhandel zal voor Chinese bedrijven als katalysator dienen om efficiënter te werk te gaan, waarbij ze kunnen laten zien dat ze op redelijke voorwaarden kunnen concurreren met de rest van de wereld. De overeenkomst is derhalve ook positief voor Chinese bedrijven en werknemers, omdat ze zijn gebaat bij toenemende buitenlandse investeringen en de modernste beheerspraktijken en rechtsstructuren kunnen overnemen. De toetredingsonderhandelingen zijn in de loop van 1999 snel gevorderd dankzij de gezamenlijke inspanningen van de EU, de VS en China, welke hebben geleid tot de overeenkomst tussen de VS en China van november 1999. De EU legde toen liever de nadruk op de eigen specifieke belangen tijdens haar eigen bilaterale onderhandelingen, teneinde te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden voor Europese bedrijven in China en de bilaterale handel en investeringsstromen te bevorderen. De bilaterale onderhandelingen tussen de EU en China met betrekking tot handelskwesties en de onderhandelingen over het WTO-lidmaatschap speelden en spelen een belangrijke rol bij het oplossen van problemen van wederzijds belang. De 15e vergadering van het Gemengd
9
comité EU-China vond plaats in juni 1998. Na China’s toetreding tot de WTO zullen zowel bilaterale als multilaterale dialogen worden gebruikt om handelskwesties op te lossen, zoals problemen ten aanzien van de regelgeving, investeringsbarrières en het ondernemingsklimaat voor bedrijven uit de EU in China. Ook zal het Gemengd comité een belangrijk forum worden voor controle en discussie ten aanzien van mogelijke verschillen in opvattingen over de reikwijdte en de tenuitvoerlegging van China’s activiteiten binnen de WTO. In het kader van Gemengd comité EU-China wil de Commissie samen met de Chinese partners opnieuw beoordelen hoe de bestaande mechanismen voor de bilaterale dialoog kunnen worden verbreed, versterkt en aangepast aan de nieuwe taken waarmee China te maken krijgt nadat het is toegetreden tot de WTO. De Commissie overweegt nieuwe dialoogkanalen te openen voor specifieke terreinen zoals industriële normen en certificeringsprocedures, sanitaire en fytosanitaire kwesties, regelgeving voor effectenmarkten en industriële zaken. Bovendien zijn onderhandelingen gestart voor een overeenkomst betreffende zeevervoer, welke de steun kregen van de verantwoordelijke Chinese minister toen deze een bezoek bracht aan de Commissie in juli 1999. Voorbereidende besprekingen voor een overeenkomst betreffende douanesamenwerking tussen de EU en China zullen binnenkort plaatsvinden. Daarnaast worden onderhandelingen overwogen over een overeenkomst tussen Euratom en China betreffende het vreedzaam gebruik van kernenergie en hebben voorbereidende contacten plaatsgevonden met de Chinese autoriteiten. Een dergelijke overeenkomst zou het kader voor nucleaire samenwerking tussen de EU en China op de lange termijn versterken, waarbij bestaande en toekomstige handel wordt bevorderd, voor beide partijen nuttig onderzoek wordt gestimuleerd en het hoogste niveau van non-proliferatie en veiligheid wordt gewaarborgd. De Europese antidumpingregelgeving voor overgangseconomieën zoals die van China is in 1998 gewijzigd met het oog op markthervormingen die in het land aan de gang zijn. Volgens de nieuwe regelgeving wordt per geval bekeken of Chinese exporteurs die actief zijn in een marktomgeving de behandeling van een markteconomie wordt gegund. Dit nieuwe beleid is reeds in een aantal gevallen toegepast en heeft ertoe geleid dat aan sommige Chinese bedrijven de behandeling van een markteconomie is gegund. Steeds meer Chinese bedrijven zullen in de toekomst profiteren van deze behandeling, omdat het wetgevend kader voor de voorwaarden van een markteconomie in China tot ontwikkeling komt en het bewustzijn ten aanzien van de daarmee samengaande vereisten toeneemt. De EG-regeling inzake kwantitatieve beperkingen jegens China is in 1998 gedeeltelijk geliberaliseerd. In 1999 zijn geen Europese contingenten opgeheven met het oog op de situatie van de EU-industrieën in de betrokken sectoren en de stagnerende liberalisatie van de Chinese contingenten. Als voorwaarde voor China’s toetreding tot de WTO is nu gesteld dat kwantitatieve beperkingen aan beide zijden geleidelijk moeten worden verminderd en dat de contingenten aan beide zijden in 2005 worden opgeheven. De EU heeft ook enkele elementen ontwikkeld in het kader van een alomvattende strategie voor het stimuleren van investeringen en de samenwerking met bedrijven in China ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de Europese strategie voor markttoegang. Deze strategie is gericht op het wegnemen van handels- en investeringsbarrières op de Chinese markt. Het programma European Community Investment Partners (ECIP) (dat in 1999 is beëindigd) was gericht op het bevorderen van de aanwezigheid van Europese kleine en middelgrote
10
ondernemingen op opkomende markten en bleek uiterst succesvol in China. Eind 1998 had 16% van alle initiatieven die in het kader van het ECIP werden gefinancierd betrekking op China, waarbij meer dan zestig joint ventures zijn opgezet. Initiatieven die zijn gesteund in het kader van het programma Asia Invest en waarmee werd geprobeerd investeringsmogelijkheden en partners in Azië te identificeren, zijn in China op een veelbelovende manier van de grond gekomen. De Commissie en de Chinese Raad ter Bevordering van de Internationale Handel zijn in 1998 van start gegaan met een dialoog tussen bedrijven uit de EU en China teneinde betrekkingen tussen het Europese en Chinese bedrijfsleven aan te moedigen. Naar verwachting zal dit informele proces verder worden uitgebreid: een volgende bijeenkomst is gepland op 23 oktober 2000 in Beijing, tegelijkertijd met de jaarlijkse topconferentie tussen de EU en China. Na enkele jaren van voorbereiding hebben de delegatie van de Commissie in Beijing en lokaal gevestigde Europese bedrijven in oktober 1999 een Europese Kamer van Koophandel opgericht te Beijing. Hiermee worden pogingen gesteund om obstakels voor de markttoegang vast te stellen en weg te nemen en de aanwezigheid van Europese bedrijven in China te stimuleren. De Kamer, waarbij zich reeds meer dan 180 bedrijven hebben ingeschreven, is volledig zelffinancierend. C.2
Steun voor economische en sociale hervormingen
In de betrokken periode is prioriteit gegeven aan steun voor economische en sociale hervormingen. China’s verwachte toetreding tot de WTO zal het tempo van de hervormingen versnellen. De samenwerking met de EU zal de benodigde expertise blijven verschaffen op gebieden waar deze het meest nodig is. Hieronder worden in het kort vier met de WTO-doelstellingen samenhangende projecten beschreven met een totale waarde van 22 miljoen euro: •
een programma ter ondersteuning van het WTO-lidmaatschap begint dit najaar en zal Chinese ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van WTOverplichtingen op allerlei terreinen opleiden;
•
aan het einde van dit jaar zal een breed initiatief van start gaan waarmee de hervorming en herstructurering van de sector voor financiële dienstverlening wordt gesteund;
•
binnenkort begint een project voor het verzamelen en verstrekken van statistische gegevens;
•
een programma dat is gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van een kader voor doorzichtige, niet-discriminerende overheidsopdrachten zal binnenkort worden afgerond;
•
een aantal projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van een modern, effectief systeem voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten is inmiddels van start gegaan.
Teneinde de algehele ontwikkeling van China te stimuleren concentreerde de samenwerking tussen de EU en China in 1998 en 1999 zich duidelijk op de prioriteiten die zijn uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 1998, waarbij de nadruk lag op steun voor economische en sociale hervormingen.
11
In oktober 1998 is de financieringsovereenkomst voor het Programma voor juridische en justitiële samenwerking tussen de EU en China ondertekend. Dit programma is in maart 2000 van start gegaan en omvat scholing en activiteiten om het bewustzijn van Chinese juristen te vergroten. Geselecteerde advocaten, rechters en openbare aanklagers zullen worden opgeleid in hoofdgebieden uit de juridische praktijk van de EU. Het programma geeft mede een aanzet tot een maatschappij waarin mensenrechten beter worden geëerbiedigd, doordat het is gericht op de ontwikkeling van een gedegen, doorzichtig, voorspelbaar rechtsstelsel en een toegankelijke, efficiënte en rechtvaardige rechtsspraak. Ook zal het klimaat voor Europese bedrijven en investeringen in China worden verbeterd. Teneinde de ontwikkeling van menselijk potentieel in China te versterken en de uitwisseling van personen te bevorderen, heeft de Europese Commissie in 1998 het programma Junior Managers gelanceerd, een scholingsproject dat is bedoeld om jonge Europese leidinggevenden naar China te sturen. Ook is een Programma voor beroepsopleiding in de EU en China opgezet, waarbij wordt geprobeerd om doelregio’s te voorzien van een beter dienstenpakket voor beroepsonderwijs en -opleiding. In 1999 heeft de China-Europe International Business School (CEIBS) een nieuwe campus geopend en zo een nieuwe fase in de ontwikkeling van de school ingeluid, met steun van de Commissie en de gemeente Shanghai. De CEIBS wordt tegenwoordig erkend als een van de toonaangevende instellingen voor bedrijfskunde in Azië. In 1998 hebben de Commissie en geïnteresseerde academische instellingen het EuropeesChinese academische netwerk (ECAN) opgezet om de interactie tussen beleidsmakers van de EU en de academische wereld te bevorderen via thematische workshops en jaarlijkse conferenties. In 1999 is de Commissie van start gegaan met een vijfjarig, grootschalig project, EU-China Scholarship 2000, waardoor met ingang van het academische jaar 2000 tweeduizend Chinese afgestudeerden verder kunnen studeren aan Europese universiteiten (bijvoorbeeld economie, bedrijfskunde, Europese studies en wetenschap en technologie). Teneinde de meest recente zorgen en belangrijkste uitdagingen in het Chinese hervormingsproces op de voet te kunnen volgen, is de Commissie in 1999 begonnen met het vaststellen van projecten die zijn bedoeld om ervaringen betreffende de hervorming van staatsbedrijven uit te wisselen met China en de bijverschijnselen van dit proces aan te pakken (zoals de bestrijding van werkloosheid en de oprichting van een netwerk voor sociale zekerheid). De ondertekening van een Samenwerkingsovereenkomst inzake wetenschap en technologie in december 1998 heeft de reikwijdte van de samenwerking tussen de EU en China in deze sector uitgebreid. De overeenkomst is in december 1999 van kracht geworden en zal naar verwachting de weg vrijmaken voor gezamenlijk onderzoek op allerlei terreinen in het kader van het 5e EU-Kaderprogramma voor OTO. Hierdoor kunnen Chinese wetenschappers op eigen kosten deelnemen aan Europese themaprogramma’s voor O&O in branchegerichte hoogwaardige technologieën. Ook hebben Europese wetenschappers de mogelijkheid om op eigen kosten deel te nemen aan Chinese programma’s voor O&O. De overeenkomst voor wetenschap en technologie met China vormt een aanvulling op de huidige gezamenlijke onderzoeksprojecten die afzonderlijk worden ondersteund in het kader van het Europese INCO-programma. Dit programma is in 1999 van start gegaan en is gericht op duurzame ontwikkeling en China’s doorlopende behoeften aan landbouwontwikkeling en gezondheidszorg, die essentieel zijn voor het economische en sociale hervormingsproces. Ook
12
heeft de Commissie in het kader van INCO in 1998 de start van een biotechnologisch netwerk tussen de EU en China gesteund (ter vervanging van het bestaande biotechnologisch centrum van de EU en China) als flexibel instrument waarmee een betere samenwerking op dit hoofdgebied kan worden gestimuleerd. Tijdens de samenwerkingsinitiatieven van de afgelopen twee jaar heeft de Europese Commissie hoge prioriteit aan het milieu gegeven. De steun van de Commissie voor het Programma inzake economische planning en milieubescherming van de China-Raad, dat is gericht op de bevordering van integratie van het milieu in andere Chinese beleidsterreinen, begon in 1998 met bijdragen van sectorale deskundigen, overheden en het bedrijfsleven in de EU. De programmaresultaten worden rond 2001 verwacht en zullen waarschijnlijk leiden tot een nauwe samenwerking tussen de EU en China. De Commissie heeft ook het project Environmental Education Television for China gesteund, waarbij de televisie wordt gebruikt om milieueducatie in het gehele land te stimuleren. Doordat de nadruk wordt gelegd op het milieu, met name in het 10e vijfjarenplan (2001-2005) voor de ontwikkeling van een milieu-industriesector, zijn er de komende periode veel mogelijkheden om een belangrijke (en uiteindelijk commerciële) samenwerking tussen de EU en China te ontwikkelen. Sinds september 1999 hebben Europese deskundigen de provincie Liaoning bijgestaan bij een grootschalig geïntegreerd project voor milieubescherming om onder andere efficiënt energiegebruik en energiebeheer te verbeteren. Tijdens de opleidingscursussen die zijn gefinancierd in het kader van het Synergie-programma is de aandacht ook vooral uitgegaan naar energie. Meer dan vijfhonderd Chinese deelnemers hebben de afgelopen twee jaar opleidingsactiviteiten in het kader van dit programma gevolgd. Op verzoek van de Chinese autoriteiten hebben Europese en Chinese deskundigen in 1998 gezamenlijk een diepgaande studie verricht naar "Energiebeleid en de energiestructuur in de Volksrepubliek China". Mede op basis hiervan kan China prioriteiten stellen voor het energiebeleid in het kader van het 10e vijfjarenplan voor de periode 2001-2005. Tijdens de Derde conferentie voor samenwerking op energiegebied tussen de EU en China, die is gehouden te Brussel in maart 1999 en waarbij een grote Chinese delegatie aanwezig was, werden onder andere de resultaten van deze studie besproken. Hiermee is de weg vrijgemaakt voor een verdere integratie van energieoverwegingen in de samenwerking tussen de EU en China op het gebied van milieu. In dit opzicht werd tijdens de vierde bijeenkomst van de Europese-Chinese werkgroep voor energie, die plaatsvond te Beijing in maart 2000, met name gesproken over prioritaire gebieden die zouden kunnen worden opgenomen in een mogelijk nieuw energie-/milieuprogramma van de EU en China waaraan alle relevante Chinese overheidsinstanties deelnemen. Dienaangaande vinden voorbereidingen plaats om te onderzoeken in hoeverre de EU en China kunnen samenwerken op bepaalde hoofdgebieden, zoals schonere steenkooltechnologieën, effectief energiegebruik en bevordering van hernieuwbare energiebronnen. Binnen de Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst van de Commissie loopt een opleidingsprogramma voor Chinese tolken, in het kader waarvan de laatste twee jaar jonge Chinese tolken/ambtenaren van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Handel en Economische Ontwikkeling en van onder meer banken, douaneautoriteiten en universiteiten zijn opgeleid. Zoals in het verleden is de Commissie steun blijven verlenen aan kleinschalige projecten voor ontwikkelingshulp die door NGO’s zijn geïnitieerd binnen de onderwijs- en de 13
gezondheidszorgsector. De steun van de EU aan NGO’s draagt op zichzelf al bij aan de versterking van de burgermaatschappij. China is een uniek “ontwikkelingsland”. Het heeft een ongekende groei doorgemaakt, waardoor vele gebieden welvarend zijn geworden. Enkele, vooral in het binnenland gelegen gebieden lopen echter nog achter op deze groei. Als oplossing hiervoor heeft China een "Nationaal programma voor bestrijding van de armoede" opgezet en een op het Westen gericht beleid geïntroduceerd waarmee nationale en buitenlandse investeerders worden gestimuleerd om te investeren in de armere provincies in het westen. Bovendien is China een donor geworden voor ontwikkelingshulp aan andere Aziatische landen. De hulp van de EU blijft zich richten op grootschalige sociaal-economische hervormingen in China. Op dit gebied kan de steun van de EU het meest waardevol zijn, waarbij China wordt geholpen bij de inspanning om de armoede tegen te gaan, in overeenstemming met de verplichting van de EU om armoede wereldwijd te bestrijden. D.
Het effect van Europa's financiële steun verhogen “Een belangrijke boodschap van deze mededeling is dat door de EU gefinancierde samenwerkingsprogramma’s nog nauwer aan haar ruimere China-beleid moeten worden gekoppeld. Van de mensenrechtendialoog via de WTOtoetredingsonderhandelingen tot kwesties in verband met China’s economische ontwikkeling zou de EU de kans moeten grijpen haar beleid waar dat ook maar mogelijk is met concrete bijstandsprojecten te illustreren.” (idem, blz. 22)
Het samenwerkingsbudget van de Commissie voor China (uit hoofde van de begrotingslijnen B7-300, B7-301 en B7-707) bedroeg 65 miljoen euro per jaar in 1998 en 1999. Dit is een bescheiden bedrag in verhouding tot de enorme oppervlakte van China en het brede scala van mogelijke samenwerkingsterreinen. De Commissie heeft haar financiële middelen echter geconcentreerd op minder projecten die nauw aansluiten bij het Chinese hervormingsproces, en op gebieden waarbij EU-acties het meest effectief en zichtbaar zijn en de meeste waarde kunnen toevoegen. Het is van groot belang dat activiteiten worden geconcentreerd omdat dit een kritische-massaeffect heeft op toekomstige EU-projecten, doordat de capaciteiten tot het bewerkstelligen van resultaten behouden blijven en de huidige vertragingen in de tenuitvoerlegging van programma’s kunnen worden aangepakt (zie bijlage 1 voor de hoogte van betalingsverplichtingen en betalingen van EU-steun aan China in 1998 en 1999). Teneinde kleinschalige initiatieven op de korte termijn te vereenvoudigen en te stimuleren, is in 1998 een Faciliteit van de EU en China voor kleinschalige projecten opgezet. Deze wordt gedecentraliseerd beheerd door de delegatie van de Commissie in Beijing, zodat financieringsaanvragen snel kunnen worden beantwoord. Deze faciliteit heeft 23 projecten gesteund. Momenteel wordt onderzocht of deze faciliteit zal worden voortgezet. De Commissie heeft de lidstaten van de EU geraadpleegd voordat alle grootschalige samenwerkingsprojecten van start zijn gegaan. Zowel in Brussel als in Beijing heeft zij waar dat maar mogelijk was gezocht naar synergieën met de initiatieven van de lidstaten zelf. Derhalve hebben verschillende EU-projecten nauwe banden met projecten die door de lidstaten worden uitgevoerd. Bovendien financiert de Commissie samen met de lidstaten en China het ASEM-trustfonds. De Commissie onderhoudt ook regelmatige contacten met de Europese Investeringsbank (EIB), de Wereldbank en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). De Commissie heeft met het UNDP samengewerkt tijdens twee 14
projecten en overweegt een gezamenlijk initiatief met de Wereldbank. Het Chinese ministerie voor Buitenlandse Handel en Economische Samenwerking is, zoals in voorgaande jaren, de partnerorganisatie geweest met betrekking tot de programmering, planning en besluitvorming voor alle samenwerkingsinitiatieven van de EU en China. In 1998 en 1999 heeft de Commissie een bijdrage geleverd aan noodhulp voor talloze slachtoffers van natuurrampen na bijvoorbeeld de aardbeving in de provincie Hubei, stortregens in verschillende provincies en sneeuwstormen in Tibet. De meeste middelen zijn gedistribueerd via NGO’s, zoals het Rode Kruis, Artsen Zonder Grenzen en Red de Kinderen. ECHO beheerde verschillende EU-projecten voor humanitaire hulp, met een totale waarde van 1,1 miljoen euro. Naast het bilaterale samenwerkingsprogramma van de EU en China profiteert China ook van de regionale samenwerkingsprojecten van de EU in Azië. E.
Versterking van het profiel van de EU in China “Door betere zichtbaarheid zal de EU in haar betrekkingen met China meer gewicht in de schaal leggen.” (idem, blz. 24)
De Commissie heeft de afgelopen twee jaar aanzienlijke inspanningen geleverd om de zichtbaarheid van de EU in China verder te vergroten. Het Hogeronderwijsprogramma van de EU en China, dat zich hoofdzakelijk concentreert op instellingen en leerkrachten die Europese studies in China onderwijzen, heeft ervoor gezorgd dat meer dan vierhonderd studenten van verschillende Chinese universiteiten een opleiding in beleid, economie en recht van de EU hebben gevolgd. De Commissie en de delegatie van de Commissie in Beijing hebben verschillende initiatieven georganiseerd om informatie over de euro te verspreiden, zoals een belangrijk seminar over “De euro en China: op weg naar de 21e eeuw”, dat december vorig jaar in Beijing is gehouden. In het kader van de Faciliteit van de EU en China voor kleinschalige projecten zijn met succes verschillende activiteiten ten uitvoer gelegd, zoals het radioprogramma "Close to Europe" en het seminar “EU-China: Partners in Progress” ter bevordering van de bewustwording. Naast een eigen webpagina is de delegatie van de Commissie in Beijing van start gegaan met een maandelijks verslag, “Co-operation Flash”. In januari van dit jaar is ook een samenwerkingslogo goedgekeurd op basis waarvan projecten die door de EU worden ondersteund in China eenvoudiger kunnen worden herkend. Conclusies en aanbevelingen Hoewel de betrekkingen tussen de EU en China de afgelopen twee jaar aanzienlijk zijn ontwikkeld, blijkt uit dit verslag dat de betrekkingen op allerlei terreinen nog kunnen worden uitgebreid. Vooruitlopend op China’s naderende toetreding tot de WTO moet de EU vooruitkijken en nagaan hoe onze handelsbetrekkingen hierdoor zullen worden beïnvloed. China zal bijstand nodig hebben om te kunnen voldoen aan de WTO-verplichtingen. De Commissie zal nieuwe 15
communicatiekanalen met de Chinese autoriteiten blijven ontwikkelen zodat de tenuitvoerlegging van China’s WTO-verplichtingen kan worden gecontroleerd en punten kunnen worden vastgesteld waarop China moeilijkheden ondervindt om aan deze verplichtingen te voldoen. De tenuitvoerlegging zou op basis van partnerschap moeten plaatsvinden en mag geen bron van conflicten vormen. Hierbij moeten vertegenwoordigers van het Europese bedrijfsleven nauwer worden betrokken, omdat zij de meest aangewezen personen zijn om te bepalen of China al dan niet voldoet aan zijn verplichtingen. Vervolgens kan de EU zoeken naar manieren waarop China kan worden geholpen om deze problemen te overwinnen via doelgerichte, technische bijstand en de versterking van beleidsmatige dialogen op hoofdgebieden. De EU blijft zich inzetten om het algehele hervormingsproces in China te steunen via haar samenwerkingsprogramma. Na China’s toetreding tot de WTO zullen de hervormingen sneller plaatsvinden en zal de vraag hiernaar alleen maar toenemen, hetgeen op zijn beurt weer gevolgen zal hebben voor de noodzakelijke EU-steun. Vanwege de omvangrijke uitdagingen waarmee China wordt geconfronteerd, zal de Commissie ook moeten vaststellen op welke andere gebieden het meest kan worden geprofiteerd van samenwerking met de EU. Het is echter duidelijk dat sociaal-economische hervormingen, de ontwikkeling van menselijk potentieel, onderwijs, milieu, de bevordering van mensenrechten en de rechtsorde tot de prioriteiten behoren. De inspanningen van de Commissie zullen zich richten op projecten voor duurzame ontwikkeling op de overeengekomen prioritaire gebieden, maar de EU zal zich flexibel blijven opstellen en klaar zijn om nieuwe uitdagingen en zich wijzigende situaties het hoofd te bieden op het moment dat deze zich voordoen. In overeenstemming met het overeengekomen EU-beleid inzake het terugdringen van de armoede in de wereld zal de Commissie bij het opstellen van nieuwe samenwerkingsprojecten niet uit het oog verliezen dat 11,5% van de Chinese bevolking nog in absolute armoede leeft, met een inkomen van minder dan 1,00 US-dollar per dag. Overeenkomstig het onlangs goedgekeurde ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap zal de EU ook het verloop en de tenuitvoerlegging van overeengekomen projecten verbeteren. De tijd is nu rijp om te bepalen of we de dialoog kunnen uitbreiden tot de terreinen waarbij, zoals is voorzien in de mededeling van 1998, zowel de EU als China gebaat zijn als standpunten worden uitgewisseld en wordt samengewerkt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de bestrijding van de illegale handel in drugs, de georganiseerde misdaad, het witwassen van geld en clandestiene immigratie. De EU richt zich reeds lange tijd op deze kwesties die de hele wereld aangaan. Ook China zal zich steeds meer hiermee gaan bezighouden, met name als Chinese leiders volledig inzien dat deze kwesties de sociale stabiliteit in gevaar brengen. Na voorbereidende besprekingen met de lidstaten zouden sommige van deze kwesties kunnen worden toegevoegd aan de agenda van toekomstige sessies van de politieke dialoog tussen de EU en China, zoals de volgende topontmoeting van de EU en China die volgens planning zal plaatsvinden op 23 oktober 2000. Gegevens over samenwerkingsprojecten EU-China, begrotingslijnen B7-300 en 301 BetalingsAantal projecten Verrichte verplichtingen met betalingsver- betalingen in plichting miljoen euro in miljoen euro
16
1998 cumul. 31-12-98 1999 cumul. 31-12-99
56
26
0
92
63
14
0
106
15
26
Details over betalingsverplichtingen voor 1998 en 1999
Samenwerkingsprogramma’s EU-China, 1998 Thema’s/titels
Technische en financiële bijstand B7-300
Economische samenwerking
Mensenrechten
B7-301
B7-707
1. China Faciliteit kleinschalige projecten
923.500
Rechtsbedeling - Semin.
16.970
Overdracht EU-technologie
49.840
Forum bedrijfsleven EU-China
20.500
Voorb. missie luchtvaart
84.168
Ontginning Ningxia voorlichting
750.000
Ontwikkeling van technische en beroepsopleiding
15.100.000
Programma inzake juridische samenwerking
13.200.000
WTO-pakket Informatiepakket EU-China
3.000.000 36.000
Juridisch seminar
183.893
Seminar over rechten van de vrouw
193.000
Telecom - Cent. scholing leidinggevend personeel
413.400
Telecom - Transportsysteem
400.000
17
Itell Telecom - Gezondheid
174.700
Telecom - Verbinding
458.000
Controle emissies motorvoertuigen Workshop bioveiligheid
838.344 51.400
Beurzen aids-onderzoek II
402.875
Steun voor basisonderwijs
15.000.000
WB - Studie onderwijssector
33.000
UNDP - Verwijdering vast afval
460.635
TV - Milieu-uitzendingen
300.000
SPF - Faciliteit mensenrechten
840.000
Steun aan gehandicaptenorganisatie
980.000
2. Regionale samenwerking ten gunste van China 950.000
Intern. progr. bedrijfsleven Europa/Azië ASEM - Trustfonds
3.750.000
ASEM - Milieucent. Azië/Europa ASEM - Bezoek Aziatische ambtenaren normen
3.750.000 1.600.000
100.000
3. Macau Toerisme Macau
700.000
Instituut voor Europese studies Macau
280.000
4. Hongkong Controle HK
60.000
18
5. Missies deskundigen Bijdrage aan kadercontract Vastgelegd
150.000
2.100.000
50.172.254
14.921.078
2.256.893
Samenwerkingsprogramma’s EU-China, 1999 Thema’s/titels
Technische en financiële bijstand B7-300
Economische samenwerking
Mensenrechten
B7-301
B7-707
1. China Informatiepakket betrekkingen EU-China - Bijstellen en herdrukken
40.000
115.840
Juridisch seminar EU-China in Bad Honnef, Duitsland - mei 1999 Bijdrage aan kadercontract 99I
150.000
Luchtvaart - fase II - startfase
520.000
Tweede seminar over rechten van de vrouw
152.000
Telecom testen en certificeren (EOTC) SCIC - Opleiding van tolken
310.000 125.000 4.111.000
Samenwerking burgerluchtvaart EU-China fase I HEPPAP* I - aanvulling op financieringsovereenkomst
197.850
Programma overheid EUChina
5.700.000
Initiatief financiële dienstverlening
8.500.000
Scholarship 2000
31.200.000
Steun voor CEIBS** - fase II
10.950.000
19
2. Macau Ambtenaar voor samenwerking EU-Macau Vastgelegd
450.000 45.912.850
16.341.000
* Project voor milieubescherming en armoedebestrijding in Honghe ** Internationale bedrijfsopleiding China-Europa (Shanghai)
20
267.840