commerciële bijlage mijngezondheidsgids.nl
februari 2016
“Wij pleiten ervoor om in
Een goed begin
De paradox in de
Ze komen direct
Kind met licht
alle gevallen de ouders
is meer dan het
behandeling van
als ik ze nodig heb
verstandelijke
al vanaf het begin zoveel
halve werk
borderline
beperking is
zelf voor hun kind te laten
gebaat bij tijdige
zorgen”
diagnose
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 9
Pagina 11
Pagina 12-13
2
PULSE MEDIA GROUP
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
INHOUDSOPGAVE
COLUMN
VROUW EN KIND
Auteur: prof. dr. Didden
Trots op gezinsgerichte zorg
Transitie van zorg
4 Individuele ontwikkelingsgerichte zorg en family centered care
Transitie van zorg naar gemeente. Hulp
Moeder en kind blijven vanaf geboorte bij elkaar
dicht bij huis. Op eigen kracht en met eigen regie. En met participatie en burgerschap als resultaat. Zo ziet de overheid het graag. De transitie is nu ruim een jaar van kracht. Wijkteams zijn geformeerd. Op veel plekken zijn keukengesprekken gehouden en afspraken gemaakt met zorgverleners. Niet zelden tegen te lage tarieven.
5 Een goed begin is meer dan het halve werk 5 Duizend dagen met de beste voeding 6 Een zwangerschap heeft soms een beetje hulp nodig
Participatie en burgerschap zijn prachtige idealen. Voor veel mensen liggen zij binnen handbereik. Voor anderen is het een enorme opgave. Dat wil zeggen, als ze deze op eigen kracht en met gewone middelen moeten bereiken. Een groep die tussen wal en schip raakt, bestaat uit mensen met een lichte verstandelijke beperking. Neem
bijvoorbeeld
de
zogenaamde
18+
problematiek. Jongeren, volgens de wet
BEKKENBODEM EN GYNAECOLOGIE
7 7 8
Had ik die operatie maar eerder gedaan Myomen kunnen nu pijnloos verwijderd worden Ga met ongewild urineverlies altijd naar de huisarts
volwassen geworden, nemen de regie en gaan zelfstandig wonen. Helaas loopt dit vaak uit op een mislukking. De kinderombudsman vroeg er een jaar geleden terecht aandacht voor. Sindsdien is het stil rondom dit onderwerp. De laatste jaren lezen we steeds vaker over mensen met een lichte verstandelijke beperking in het nieuws. Maar al te vaak gaat het over zorgmijders, daklozen, verslaafden, overlastgevers en multiprobleemgezinnen. Men zou de indruk kunnen krijgen dat het
met
alle
mensen
met
een
lichte
verstandelijke beperking niet goed gaat in onze samenleving. Niets is minder waar. Maar met een grote groep gaat het niet goed en zijn de idealen verder weg dan ooit. We moeten ons als samenleving meer bemoeien met deze mensen teneinde participatie en burgerschap te realiseren. Transitie is een grote uitdaging, die we gezamenlijk moeten aangaan.
GGZ EN LVB
9 De paradox in de behandeling van borderline 9 Zo vroeg mogelijk ingrijpen bij borderline 10 Ik kan weer genieten van mijn zoontje 10 Oplossingsgerichte aanpak bij ontwikkelingsproblemen van jonge kinderen 11 Ze komen direct als ik ze nodig heb 12/13 Kind met licht verstandelijke beperking is gebaat bij tijdige diagnose 12
Je bereikt meer als je naar het hele kind kijkt
13 14
Een positief perspectief voor jongeren met LVB
14
Ambulante hulp bij LVB: 'Onze focus ligt bij het gezin'
15
De bijzonder kracht van MST-LVB
15 15
Een veilig thuis voor uithuisgeplaatste kinderen
Passend onderwijs voor zmolk'ers
Wat als je kind niet wilt eten
KENNISPARTNERS
Colofon Deze onafhankelijke publicatie van Pulse Media Group verschijnt op 23 februari bij de Volkskrant en op 5 maart in een oplage van 30.000 stuks bij Arts & Auto. De bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de Volkskrant.
Media Advisor Sjoerd Diemel Hoofdredacteur Marianne Rijke Commercial Director Maarten le Fevre Publishing Director Paul van Vuuren Productie/Lay-Out Gydo Veeke Redactie Cor Dol, Petra Lageman, Annelies Roon, Marian Vleerlaag en Marianne Meijerink Foto’s Wioleta Brynkus en Bigstockphoto.com Drukker Janssen/Pers Rotatiedruk, Gennep De inhoud van de commerciële bijdragen zoals profielen, expertinterviews, expertbijdrage en advertorials beschrijven de meningen en standpunten van de geïnterviewden. De redactie van PMG tracht alle fouten te voorkomen, maar de redactie kan niet instaan voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze bijdragen. PMG aanvaardt hierdoor geen aansprakelijkheid. Pulse Media Group B.V. www.pulsemedia-group.com
[email protected]
PULSE MEDIA GROUP
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
VROUW EN KIND
3
INTERVIEW met Corrie Jacobs en Jacques Dirken
Trots op gezinsgerichte zorg T
oegewijde zorg op maat in een warme en gastvrije omgeving waar het hele gezin welkom is, dat is waar zwangere en net bevallen vrouwen behoefte aan hebben. “Vlak voor, tijdens en na een bevalling draait alles om het gezin en daarom is het belangrijk om gezinsgerichte zorg te bieden”, vertellen kinderarts en neonatoloog Corrie Jacobs en gynaecoloog Jacques Dirken. “Bij deze zorg staat het gezin centraal, blijven moeder en kind voortdurend bij elkaar en worden ouders coachend ondersteund bij de verzorging van hun baby. Dat is prettig voor de ouders en het kind en het is beter voor hun gezondheid. Wij zijn ervan overtuigd dat pasgeboren kinderen die dag en nacht bij hun moeders zijn sneller herstellen. In onze visie moeten kraamen couveusekamer dan ook een plek zijn die alle medische faciliteiten biedt, waar het jonge gezin samen kan zijn, privacy heeft en zich thuis voelt. ” Hoe stel je het gezin centraal? “Door alle zorg rondom het gezin te groeperen”, legt Jacobs uit. “In plaats van aparte afdelingen creëer je één afdeling waar zorg wordt geboden voor zwangere en net bevallen vrouwen én voor het kind. Geen aparte afdelingen verloskunde en kindergeneeskunde maar één afdeling perinatologie waar alle zorg rondom de bevalling wordt geboden. En als je het gezin centraal stelt, betekent dat ook dat je het gezin de ruimte biedt om bij elkaar te zijn. De verpleegkundigen betrekken de partner zoveel mogelijk bij de zorg voor moeder en kind en artsen lopen samen met verpleegkundigen visite op de suites.”
Kinderarts en neonatoloog Corrie Jacobs en gynaecoloog Jacques Dirken
bevalling en de korte periode daarvoor en daarna. Als de baby ziek is of te vroeg geboren wordt en langere tijd extra zorg nodig heeft, gaat het gezin naar een couveusesuite. De suites met alle voorzieningen, waar natuurlijk ook de partner kan blijven slapen, bevinden zich weliswaar in het ziekenhuis maar het zijn beslist geen ziekenhuiskamers.”
Welke faciliteiten bieden kraam- en couveusesuites? “De suites – zo noemen wij de kamers in het Jeroen Bosch Ziekenhuis zien eruit als luxe en comfortabele hotelkamers met eigen sanitair. De suites hebben bovendien een aantal extra voorzieningen zoals een koelkast, een magnetron, een waterkoker en een koffiezetapparaat zodat het gezin, net als thuis, zoveel mogelijk een privésituatie kan creëren. Achter de fraaie wanden zijn
Wat is er nodig om die perinatologische zorg te kunnen bieden? “Het is niet zo dat je van de ene op de andere dag kunt overschakelen. Je moet eerst zorgvuldig met alle betrokken hulpverleners een visie op de nieuwe zorg ontwikkelen”, vertelt Dirken. “Wij hadden het geluk dat wij al onze plannen voor deze speciale afdeling konden realiseren toen er sprake was van nieuwbouw. Maar er komt meer bij kijken dan alleen fysiek een nieuwe afdeling opzetten. Je moet ook de medewerkers bijscholen. Het is de meest ideale situatie als er één
medische voorzieningen weggewerkt. Daarbij kun je denken aan aansluitingen en apparatuur voor bewaking, ademhalingsondersteuning, infusen en röntgendiagnostiek. Als het nodig is, kan die apparatuur worden gebruikt. Is het niet nodig, dan blijft deze buiten het zicht. Een kraamsuite is bedoeld voor de
verpleegkundige is die zowel moeder als kind verzorgt. Daarom zijn onze verpleegkundigen, voordat wij in 2011 van start gingen, opgeleid tot perinatologisch verpleegkundige. En vanzelfsprekend werken alle artsen hier op de afdeling heel nauw samen. Er is dagelijks multidisciplinair overleg.”
Wordt het gezin nog op andere wijze ondersteund? “Op de afdeling werken naast gynaecologen, kinderartsen, klinisch verloskundigen en perinatologisch verpleegkundigen ook pedagogisch specialisten die ontwikkelingsgerichte zorg bieden. Ook zijn er fysiotherapeuten, logopedisten, lactatiekundigen en maatschappelijk werkers die wij naar behoefte kunnen inschakelen. Verder hebben wij een speciale website met filmpjes over allerlei onderwerpen die te maken hebben met de bevalling, de kraamperiode en de tijd erna. Daarbij kun je denken aan informatie over babymassage en borstvoeding maar ook aan uitleg over medische screenings.”
ouders en hun kinderen. Maar het is ook goed voor de artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers die op deze afdelingen werken. Zelfs na vijf jaar ervaring met deze bijzondere zorg
Hoelang maken gezinnen doorgaans gebruik van de suites? “Dat varieert van enkele uren tot dagen voor de kraamsuites tot enkele weken voor de couveusesuites. Te vroeg geboren kinderen en hun ouders maken langer gebruik van de couveusesuites omdat deze kinderen intensieve zorg en bewaking nodig hebben. De ademhaling is nog onrijp en moet worden ondersteund. Ook kunnen deze kinderen nog niet zelf drinken. Het is belangrijk dat zij zich goed ontwikkelen en goed groeien. Vaak moet hun geboortegewicht nog worden verdubbeld. Zeker bij kinderen en ouders die gebruik maken van de couveusesuites is ontwikkelings- en gezinsgerichte zorg belangrijk. Wij helpen ouders vertrouwen te krijgen in hun kwetsbare kind zodat zij goed voor hun kind kunnen zorgen. Dat doen wij onder meer door hen te leren kijken naar de signalen die de zeer kleine en/of zieke baby geeft en aan te geven hoe zij hierop kunnen inspelen.”
Kan ieder ziekenhuis deze gezinsgerichte zorg bieden? “Naar onze mening is dat zeker mogelijk”, stelt Dirken. Veel ziekenhuizen zijn geïnteresseerd in onze nieuwe afdeling en manier van werken. En daarom ontvangen wij hier regelmatig directieleden, gynaecologen, kinderartsen, afdelings-hoofden en verpleegkundigen van andere ziekenhuizen. Wij leiden hen rond en laten zien wat de voordelen zijn van deze manier van werken. Vaak krijgen wij na verloop van tijd het verzoek om meer specifieke informatie. Er is steeds meer belangstelling voor de wijze waarop wij de perinatologische zorg hier hebben vormgegeven. Wij zijn heel trots op onze afdeling met de kraam- en couveusesuites en op de waardering die wij daarvoor krijgen van (aanstaande) ouders en officiële instanties. Zo is bijvoorbeeld sinds 2012 het Jeroen Bosch Ziekenhuis een officieel Baby Friendly Hospital.”
Hoe reageren de moeders en vaders op al deze bijzondere zorg? “Zeker als het gaat om een eerste ervaring zijn de ouders heel verbaasd over de mogelijkheden die wij hen hier bieden”, weet Jacobs. “Er zijn gelukkig steeds meer ziekenhuizen met kraamen couveusesuites. Dat is goed voor de
“Mamma, wanneer gaan wij hier weer op vakantie?” blijft het hartverwarmend en enorm stimulerend om de positieve reacties te horen. Laatst zei een broertje bij ontslag van zijn net geboren zusje “Mamma, wanneer gaan wij hier weer op vakantie?” Op zo’n moment weet je dat je het goed hebt gedaan.”
Meer informatie Henri Dunantstraat 1 5223 GZ ‘s-Hertogenbosch 073 553 2000 www.jeroenboschziekenhuis.nl
4
VROUW EN KIND
PULSE MEDIA GROUP
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
Individuele ontwikkelingsgerichte zorg en family centered care
H
Niet aan de zijlijn Het gebeurt helaas nog regelmatig dat ouders aan de zijlijn staan. Zij voelen zich dan meer toeschouwers dan ouders. Dat komt door de fysieke afstand tot de vroeggeboren baby die in de couveuse ligt, maar ook doordat de zorg die zij in normale omstandigheden aan hun kind hadden gegeven veelal door professionals wordt overgenomen. “Daarbij komt dat vaders en moeders zich soms niet aan de baby durven te hechten uit angst dat hun kindje
Auteur: Petra Lageman
ontwikkelingsgerichte zorg te kunnen geven, moeten verpleegkundigen weten waar een baby wel of nog niet aan toe is. “Zeker vroeggeboren baby’s hebben nog veel behoefte aan de bescherming die de baarmoeder biedt”, weet Monique Oude Reimer - van Kilsdonk, specialist op het gebied van Newborn Individualized Development Care and Assessment Program (NIDCAP) en werkzaam op de afdeling Neonatologie van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. “Ieder kind ontwikkelt zich anders. Terwijl de een al wat meer licht, geluid en handelingen kan verdragen, is de ander daar nog helemaal niet aan toe. Daarom is het belangrijk dat verpleegkundigen aanvullend zijn opgeleid zodat zij herkennen waar het kind is in zijn of haar ontwikkeling.”
et is van groot belang dat pasgeborenen, zeker als ze (te) vroeg geboren zijn, individuele ontwikkelingsgerichte zorg krijgen. Een tweede belangrijke voorwaarde voor optimale zorg is dat deze wordt gegeven volgens het family centered care principe. Bij het family centered care principe staat het gezin centraal en worden ouders actief betrokken bij de zorg. De ouders worden gestimuleerd zoveel mogelijk aanwezig te zijn bij hun kind en het, voor zover mogelijk, zelf te verzorgen. Verpleegkundigen coachen ouders bij het herkennen van en reageren op de signalen die hun kind geeft. Op die manier krijgen de ouders steeds meer vertrouwen dat zij, eenmaal thuis, goed voor hun kind kunnen zorgen. De nauwe betrokkenheid en het vele contact komt bovendien de band tussen ouder en kind ten goede.
Van onze redactie
Foto: Ward Snijders
mogelijk toch nog overlijdt”, vertelt Dorette Jansen, kwaliteitsadviseur bij de Vereniging van Ouders met Couveusekinderen. “Door deze omstandigheden komt de band tussen de ouders en het kind moeilijk tot stand. Vandaar dat wij ervoor pleiten om in alle gevallen de ouders al vanaf het begin zoveel zelf voor hun kind te laten zorgen.” Huid op huidcontact Zelfs als kinderen in de couveuse moeten verblijven, is er vaak veel meer mogelijk dan ouders denken. Ouders kunnen
bijvoorbeeld zelf (sonde)voeding geven, hun kind wassen, ondersteuning geven bij onderzoeken en kangoeroeën. Dit huid-op-huidcontact bij vader en moeder is heel belangrijk. Het kindje wordt er rustig van, blijft beter op temperatuur en moeders en kinderen kunnen rustig wennen aan borstvoeding. Het ondergaan van medische onderzoeken en het afnemen van bloed tijdens die contacten is voor de baby bovendien minder belastend.
Ouders meer verantwoordelijkheid geven Ouders voelen doorgaans heel goed aan wat hun kind nodig heeft. Daarom is het belangrijk dat zij een plaats krijgen binnen het team dat zorg biedt aan hun kind. “Ouders moeten niet alleen informatie krijgen, maar vooral ook informatie geven. Vraag ouders wat zij ervaren, wat hun wensen zijn, waaraan zij behoefte hebben. En biedt hen de kans om, zoveel als zij willen en kunnen, betrokken te zijn bij de dagelijkse zorg. Ouders zijn tenslotte de belangrijkste mensen in het leven van hun kind.”
Kind altijd centraal Om die individuele
INTERVIEW met Inge Evers
Moeder en kind blijven vanaf geboorte bij elkaar
V
oor het hechtingsproces is het belangrijk dat moeder, kind en ook de vader de eerste dagen na de bevalling zoveel mogelijk samen zijn. Als de bevalling thuis plaatsvindt, is dat vanzelfsprekend. “Om ook in het ziekenhuis dat natuurlijke proces zoveel mogelijk te bevorderen, zijn op de afdeling Moeder Kind speciale ‘Moeder Kind kamers’ ingericht”, vertelt gynaecoloog en perinatoloog dr. Inge Evers. “In de ruime eenpersoonskamers is plek voor één of twee couveuses en een comfortabele slaapbank voor de vader die gedurende het verblijf in het ziekenhuis vanzelfsprekend dag en nacht welkom is. En natuurlijk heeft iedere kamer ook een privé badkamer.” Welke faciliteiten biedt deze speciale afdeling? “Eind 2013 is bij de nieuwbouw van Meander Medisch Centrum in Amersfoort de afdeling Meander Moeder Kind gerealiseerd waar alle medische en verpleegkundige zorg voor moeder en kind bijeen is gebracht. Er zijn acht zwangerenkamers en vierentwintig ‘Moeder Kind kamers’. De zwangerenkamers zijn bedoeld voor vrouwen die vanwege een complicatie in de zwangerschap worden opgenomen. De ‘Moeder Kind kamers’ zijn bestemd voor vrouwen die hier gaan bevallen of al bevallen zijn. Op dertig meter afstand van deze kamers is de OK zodat wij in geval van nood heel snel kunnen
handelen. Op de afdeling werken onder meer gynaecologen, klinisch verloskundigen, kinderartsen, lactatiekundigen, kraamverzorgenden en speciaal voor gecombineerde moeder- en kindzorg opgeleide verpleegkundigen.” Blijven moeder en kind echt voortdurend bij elkaar? “Bij alle onderzoeken en verzorgingsmomenten blijven moeder en kind bij elkaar. Dat is mogelijk omdat de verpleegkundigen door ons speciaal opgeleid zijn om zowel de moeder als het kind te verzorgen. Ook als sprake is van een keizersnede worden ze niet gescheiden. Wij hebben een speciale voorziening getroffen zodat vader en moeder via een doorzichtig deel van het operatiekleed kunnen zien hoe hun kind vanuit de buik wordt geboren. Nadat de kinderarts het kindje heeft onderzocht wordt het direct op de borst van de moeder gelegd. Terwijl het kindje bij moeder ligt, rondt het team de keizersnede af. Daarna worden moeder en kind, natuurlijk met de vader, naar de ‘Moeder Kind kamer’ gebracht waar het jonge gezin samen kan zijn. Kunnen ook vrouwen zonder medische indicatie gebruikmaken van deze faciliteiten? “Vanzelfsprekend. Wij werken nauw samen met de eerstelijns verloskundigen in regio Amersfoort. Als een vrouw ervoor kiest om hier te bevallen, komt zij hier
Meander Medisch Centrum / foto Frank Noordanus
samen met haar eigen verloskundige. Tijdens de bevalling is de eigen kraamhulp al aanwezig. Deze kraamhulp gaat na de bevalling met het gezin mee naar huis. Als tijdens of na de bevalling alsnog medische assistentie nodig is, kunnen wij binnen één minuut ter plekke zijn. Ook daarom kiezen heel veel zwangeren ervoor om hier in Meander Medisch Centrum te bevallen. Landelijk gezien neemt het aantal geboorten de afgelopen jaren af. Sinds wij eind december 2013 officieel zijn gestart, is het aantal bevallingen hier met twintig procent toegenomen. Dat heeft, zo horen wij vaak van jonge ouders, te maken met de sfeer en de uitgebreide
faciliteiten die in ons nieuwe ziekenhuis aanwezig zijn. Wij zijn met z’n allen één team en dat stralen wij ook uit. De sfeer op de afdeling is heel goed en dat geeft vertrouwen aan de jonge ouders tijdens zo’n bijzonder moment in hun leven.”
Meer informatie Meander Medisch Centrum Maatweg 3 3813 TZ Amersfoort 033 - 850 5050 www.meandermoederkind.nl
PULSE MEDIA GROUP
|
VROUW, KIND EN GEZONDHEID MVO
VROUW EN KIND
Een goed begin is meer dan het halve werk
D
e gezondheid van een mens in de eerste 1000 dagen van het leven is sterk bepalend voor de gezondheid in de rest van het leven. Dus: hoe beter men begint, hoe groter de kans op een goede voortzetting. Prof. Hugo Heymans, emeritushoogleraar kindergeneeskunde en verbonden aan het Emma Kinderziekenhuis van het AMC in Amsterdam, benadrukt het belang van een goede lichamelijke en geestelijke conditie van de moeder en goede voeding in de eerste 1000 dagen van een mensenleven. “Een groot gedeelte van de gezondheid op lange termijn wordt bepaald in de eerste 1000 dagen. Tegelijkertijd hebben we te maken met een spanningsveld tussen gezondheidszorg en de consequenties van een toenemende levensverwachting. Dan is het voor geneeskunde van vandaag niet alleen van belang om voor zieken te zorgen, maar ook om te zorgen dat we langer gezond blijven. De algemene toestand van de moeder (en dat geldt ook voor de vader) vóór en tijdens de zwangerschap, en de voedingstoestand van het kind in de eerste levensfase zijn daarom ongelooflijk belangrijk.” Hongerwinter De zogenoemde hongerwinterstudie (onder volwassenen die in de eerste 1000 dagen van hun leven de hongerwinter van 1944 meemaakten) toont aan dat een
tekort aan goede voeding in deze periode op latere leeftijd een grotere kans geeft op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, diabetes en hypertensie. Goede voeding in de eerste levensfase is erg belangrijk, omdat er veel bouwstoffen nodig zijn voor de aanleg van organen. “En hoe beter het wordt aangelegd, hoe minder last je er later van krijgt.” Om bewijslast
te verzamelen wordt veel onderzoek gedaan, maar tegelijkertijd is dat moeilijk. “Er is voldoende bewijs dat als je met de borst gevoed wordt, je later minder kans hebt om te zwaar te worden en een allergische aandoening te krijgen. En waarschijnlijk gaan de cognitieve functies beter. Maar het voorbehoud in mijn antwoord geeft al aan dat het moeilijk te bewijzen is, je kunt geen dubbelblind gerandomiseerd onderzoek doen. Maar het feit dat het nooit hard bewezen zal worden, wil niet zeggen dat het niet waar is.” En wat nog meer Andersom kun je je afvragen of voeding een invloed kan hebben op de
5
Van onze redactie Auteur: Cor Dol
ontwikkeling van ziektes op lange termijn. “Voor een deel heeft voeding invloed op de manier waarop ons genetisch materiaal wordt gereguleerd. Daarnaast geldt dat we in ons lichaam microbiota hebben. Deze cellen leven in ons lichaam; bacteriën die in de darm leven. Langzamerhand wordt het belang van deze microbiota duidelijk, want ze reguleren onder andere de manier waarop we omgaan met voeding. Afhankelijk van onze voeding kunnen microbiota van samenstelling veranderen. De verhoudingen in de soort microbiota lijkt weer samen te hangen met het voorkomen van ziekten. Samenvattend het belang van voeding in de eerste levensfase: als bouwsteen, als regulator van genetisch materiaal en de verhouding van microbiota, samen van grote invloed op de gezondheid op lange termijn.” Vanzelfsprekend Gezonde voeding tijdens de zwangerschap en in de eerste jaren van het leven. Het klinkt vanzelfsprekend, maar is dat het ook? Samirah Schipper, diëtist bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Groningen en het project Groningen Fit: “Er zijn veel mensen die veel weten,” vertelt ze, “maar het is ook zo dat 80 procent in een onderzoekje aangaf wel de goede kennis te hebben, terwijl dit in de praktijk toch niet zo was. Mijn ervaring is dat er nog veel ouders zijn die niet goed weten wat de aanbevolen hoeveelheden voor de kinderen zijn en wat het belang van gezonde voeding is.”
INTERVIEW met Albertine van Wolfswinkel
Duizend dagen met de beste voeding
D
e eerste duizend dagen van een mensenleven, vanaf de bevruchting, zijn sterk bepalend voor de gezondheid in de rest van het leven. Goede voeding is juist in deze periode onontbeerlijk, het is een kans om te zorgen voor een goede gezondheid. Albertine van Wolfswinkel, Corporate Affairs Director bij Nutricia Benelux, legt het belang uit. Hoe groot is de impact van goede voeding in de eerste duizend dagen van een mensenleven? “In deze periode wordt de basis gezondheid voor de rest van het leven gelegd. De rol van voeding in die eerste duizend dagen, en wat je als moeder voor, tijdens en na de zwangerschap doet, heeft
“Essentiële vetzuren, ijzer en vitamine D zijn eveneens belangrijk” een enorme impact op de gezondheid van het kind. Ook in het latere leven. Er komt steeds meer wetenschappelijk bewijs voor, maar er is nog relatief weinig aandacht voor. En dat is jammer, want als je spreekt over preventieve gezondheidszorg, dan is juist deze periode zo cruciaal.” Wat kan een moeder qua voeding doen? “Het meest voor de hand liggende is foliumzuur: daarvan is onomstotelijk bewezen dat het belangrijk is. Onderzoek
borstvoeding is met afstand het beste en dat blijven we stimuleren. Als het niet anders kan, is flesvoeding een goed alternatief. Om deze voeding zo dicht mogelijk tegen borstvoeding aan te krijgen, wordt op onze R&D-afdeling borstvoeding al jaren geanalyseerd. Aan de hand van de resultaten proberen we, borstvoeding zo goed mogelijk na te bootsen, al zullen we deze nooit evenaren. Borstvoeding verschilt per dag, die variatie zullen we nooit in flesvoeding kunnen krijgen. Maar sommige andere voordelen kunnen we tegenwoordig gelukkig wel dicht benaderen.”
toont aan dat veel zwangere vrouwen te laat beginnen met slikken, of er helemaal niet aan beginnen. Essentiële vetzuren, ijzer en vitamine D zijn eveneens belangrijk. Verder is een gezond gewicht en eetpatroon volgens de schijf van vijf een uitgangspunt, eigenlijk moet een zwangere vrouw zich daar nog strikter aan houden. Uit een onderzoek dat we vanuit Nutricia zelf hebben geïnitieerd, blijkt dat tweederde van de vrouwen denkt dat gezondheid op latere leeftijd wordt bepaald door de genen en dat je zelf relatief weinig invloed hebt. Maar juist meer dan 80 procent van die gezondheid wordt bepaald door omgevingsfactoren; dan heb je een enorme kans om mensen juist te stimuleren goede keuzes te maken voor de gezondheid van hun kinderen. Sterker nog, door je eigen kind een goede start te geven en te zorgen voor een goede gezondheid, speel je ook in rol in een goede levensstart van je kleinkinderen en verder.” Borstvoeding is altijd de beste keuze, maar een alternatief kan noodzakelijk zijn. Wat kunnen jullie daarin betekenen? “We hebben een servicelijn waar ouders 70.000 keer per jaar naar bellen. Er is veel behoefte om iemand persoonlijk te spreken, we zijn 24 uur per dag bereikbaar. Er worden ook veel vragen over borstvoeding gesteld. Onze voedingskundigen zijn getraind en helpen ouders met advies. Inderdaad,
Wat zijn de uitgangspunten voor vaste voeding? “Ook hier is de thuisbereide gezonde maaltijd de standaard. Helaas zien we ook dat veel ouders niet altijd gezond koken voor zichzelf en voor hun gezin. Veel zout, veel kant-en-klaar, weinig verse ingrediënten en kinderen krijgen te weinig groente binnen. We willen een alternatief bieden voor goede bereide, verse en gevarieerde maaltijden. Uitgangspunt is dat het bijdraagt aan de gezondheid, dat blijft de uitdaging.”
Albertine van Wolfswinkel, Corporate Affairs Director bij Nutricia Benelux
6
VROUW EN KIND
PULSE MEDIA GROUP
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
Een zwangerschap heeft soms een beetje hulp nodig
S
imone Verzijl (28) ligt momenteel in het kraambed van haar gezond geboren zoon Thijs. Een mooi wonder na het verlies van een van haar tweelingdochters, drie jaar geleden. Simone en haar man waren blij verrast toen zij drie jaar geleden zwanger bleek van een twee-eiige tweeling. Tot het in de 23ste week misging. “Bij het routineonderzoek van de gynaecoloog had ik opeens 1 cm ontsluiting. Enorm schrikken, op de 20 weken-echo was alles nog prima. Opeens kregen we te horen: ‘Als de meisjes nu geboren worden, overleven ze het niet’.” Met de ambulance werd Simone in allerijl naar het academisch ziekenhuis vervoerd. Onderweg ging het echter fout. “Mijn bloedruk daalde enorm. Toen ik bijkwam in het ziekenhuis
stonden er acht mensen om me heen en had ik overal infusen.” Met weeënremmers werd geprobeerd Simone’s zwangerschap te rekken. “Ook al waren er risico’s voor mij, we wilden de zwangerschap verlengen en zo vechten voor het leven van onze kinderen. Bij 26 weken was het erop of eronder.” Toch een keizersnee Na 25 weken en vier dagen was er echter geen houden meer aan: de bevalling zette door. Toen de hartslag van een van de meisjes wegzakte, werd met spoed een keizersnee ingezet. “Floor en Guusje kwamen allebei levend ter wereld, maar werden meteen naar Intensive Care gebracht. Ondanks ademhalings- en hartproblemen leek het goed te komen door medicatie en een hartoperatie, tot Floor na 12 dagen onverwachts overleed.
Van onze redactie Auteur: Marian Vleerlaag
Omdat we in een Ronald McDonald huis sliepen, hebben we alles meegemaakt. Floor is op mijn borst gestorven.” Hoe verschrikkelijk ook, Simone en haar man moesten door en er helemaal voor Guusje zijn. Dankzij de medische wetenschap kwam hun dochter na drie maanden gezond thuis. Twee jaar later leek een tweede zwangerschap een risicovolle beslissing, maar het stel ging er toch voor. Met zorgvuldige medische begeleiding werd pasgeleden, na 38 weken zwangerschap, zoon Thijs geboren, gezond en wel. “Wij zijn de medici ontzettend dankbaar. Voor een kind heb je een wonder van boven nodig, maar soms ook een wonder van beneden.”
Dagelijks overlijden er vier baby’s in Nederland als gevolg van groeivertraging, vroeggeboorte en aangeboren afwijkingen. Met uw donatie kunnen wij die ziekten en dat aantal terugdringen. Steun wetenschappelijk onderzoek op fondsgezondgeboren.nl.
Ontvang elke week het laatste nieuws over gezondheid en zorg
www.mijngezondheidsgids.nl
PULSE MEDIA GROUP
|
VROUW, KIND EN GEZONDHEID MVO
BEKKENBODEM EN GYNAECOLOGIE
Had ik die operatie maar eerder gedaan
O
ngeveer drie jaar geleden kreeg Astrid van der Veen (43) ernstige problemen met haar menstruaties. De bloedingen waren zo hevig dat het haar werk bemoeilijkte en ze regelmatig aan een ijzerinfuus moest. “De gynaecoloog kon niets vinden,” aldus Astrid, “maar er moest iets gebeuren. De enige optie leek een baarmoederverwijdering.” “De gynaecoloog gaf aan dat er niets aan de hand was, maar mijn klachten werden wel steeds erger”, vertelt Astrid. “Mijn menstruaties duurde een week of twee met enorme stolsels. Ik lekte ook constant door.” De bloedingen waren zo heftig dat niet alleen haar werk als kapster er onder leed, ook sporten ging niet meer. “Ik werd moe, duizelig, had nergens meer energie voor. Omdat ik een schildklierziekte heb, word ik regelmatig gecontroleerd en de internist constateerde ijzertekort. Om weer bij te komen, kreeg ik regelmatig een ijzerinfuus. Mijn arts gaf aan dat het zo niet langer kon.” Hevige menstruatieklachten Een tweede gynaecologische onderzoek, bestaande uit een echo, leverde ook geen informatie op. De gynaecoloog adviseerde een spiraaltje of de pil, maar dat leek Astrid geen optie. “Ik reageer slecht op hormonen, de reden waarom ik eerder voor sterilisatie had gekozen. Ik probeerde het nog even aan te zien. Het keerpunt kwam toen we op vakantie
7
Van onze redactie Auteur: Marian Vleerlaag
gingen. Ik was weer een week eerder dan gepland ongesteld geworden. Liep ik daar ‘s morgens vroeg om zeven uur over de camping met al het beddengoed onder mijn arm, richting de wasmachine. ‘Dan maar mijn baarmoeder eruit’, dacht ik.” Toch een vleesboom Van een vriendin wist Astrid dat een baarmoederverwijdering ingrijpend kon zijn; als zelfstandige met een eigen kapsalon zat ze er niet op te wachten om maanden uit de running te zijn. Tijdens haar werk hoorde ze echter van
klanten over klachten die vleesbomen kunnen geven en van een nieuwe techniek die baarmoederbesparend werkt. “‘Dat is mijn laatste redmiddel’, dacht ik en ik maakte een afspraak bij een gespecialiseerde kliniek. Daar dachten ze meteen aan een vleesboom na een echo. Om zeker te zijn zou een kijkoperatie volgen, waarbij een cameraatje via mijn vagina ingebracht werd. Het bleek groter dan gedacht, maar het kon operatief verwijderd worden.”
Baarmoeder besparende oplossing Het was een opluchting, hoewel Astrid in eerste instantie tegen de behandeling op had gezien. “Ik heb iets tegen ziekenhuizen, maar hier hoefde ik niet onder narcose. Ik ging lopend de zaal in en kon alles volgen. Er werd naast het cameraatje ook een speciaal schrapertje ingebracht. Van het verwijderen zelf voelde ik niks. Ik moest een uur wachten en ging daarna lopend de kliniek weer uit.” Ook de herstelperiode bleek een stuk eenvoudiger dan gedacht. Met een dag op de bank en een paar dagen rustig aan doen was het leed geleden.
“Ik had alleen een beetje zeurderig ongesteldheidsgevoel, dat was alles. Terwijl het zo’n enorm grote verandering is. Mijn leven is 80 procent beter geworden. Ik heb weer energie: toen ik van de week ongesteld werd, kon ik zelfs gewoon sporten. Een hoteluitje laatst was een feest: ik hoefde geen onderlegmatje mee. En bij mijn internist bleek mijn hbwaarde in mijn bloed weer helemaal in orde. Ik ben zo blij met deze oplossing, ik wou dat ik dit eerder had geweten.” Redactie: De naam van Astrid is om privacy redenen gefingeerd
INTERVIEW met Sylvia Dermout
Myomen kunnen nu pijnloos verwijderd worden
M
van de poliepen of vleesbomen zelf is pijnloos en snel. Na afloop verlaat je na een uurtje het centrum en moet je alleen nog maar een paar dagen rustig aan doen. Deze minimaal invasieve chirurgie maakt de gezondheidszorg goedkoper dan het alternatief van een baarmoederverwijdering. De ziekenhuiskosten zijn lager doordat er geen narcose of opname nodig is, en er is veel voordeel voor de vrouwen zelf. De ingreep is snel, veel minder pijnlijk, is baarmoederbesparend en de hersteltijd en het werkverzuim zijn beduidend korter.”
yomen, oftewel vleesbomen in de baarmoeder, kunnen pijn en hevige menstruatieklachten veroorzaken. Verwijderen leidde vaak tot complete baarmoederverwijdering. De nieuwe Myosure-techniek verandert dit, vertelt dr. Sylvia Dermout, gynaecoloog en mede-oprichter van Gynaecologisch Centrum Dermout & Albicher. Welke klachten worden veroorzaakt door myomen? “Menstruatiestoornissen komen bij veel vrouwen voor, waaronder heftig en langdurig bloedverlies met ernstige buikpijn. Zo’n 20 tot 30 procent van deze stoornissen wordt veroorzaakt door myomen, oftewel vleesbomen: goedaardige harde knobbels, of door zachtere poliepen in de baarmoeder. Dat kan om één of om meerdere myomen gaan, verschillend in grootte. Myomen kunnen een reden zijn waarom een zwangerschap niet lukt. Bij vrouwen in de overgangsjaren, tussen de 40 en 55 jaar, zijn de klachten soms regelrecht maatschappelijk en sociaal invaliderend: ze leiden regelmatig tot werkverzuim en vermijden van sport, feestjes en familiebijeenkomsten.” Hoeveel vrouwen hebben deze aandoening? “Zo’n 30 procent van de vrouwen in Nederland heeft myomen. Je hoeft er geen last van te hebben, maar het kan onnodig veel leed veroorzaken - omdat men het niet weet of ten onrechte denkt
dat er niets aan te doen is. Myomen hebben oestrogenen nodig om te groeien, na de overgang verschrompelen ze daarom meestal, waardoor de klachten verdwijnen.” Welke behandelmethodes zijn er? “Myomen kunnen operatief worden verwijderd of behandeld met medicijnen, zowel met of zonder hormonen. Medicijnen, hormoonspiraaltjes of embolisatie - het onderbreken van de bloedtoevoer naar het myoom - zijn een goede keuze als ze in de spierlaag van de baarmoeder zitten en niet uitstulpen in de baarmoederholte. Als er echter wel poliepen of myomen in de holte zelf zitten, is een Myosure-ingreep een uitstekende behandeling.”
Hoe werkt de Myosure-techniek? “Tegelijk met een piepkleine camera wordt via de vagina een lang instrument ingebracht: een soort mechanisch snel op- en neergaand scheermesje in een kokertje. Daarmee wordt de aandoening weggeschild en afgezogen tot het myoom of poliep weg is en de baarmoederholte weer helemaal normaal en schoon is.” Wat zijn de voordelen van deze ingreep? “De ingreep vindt in dagbehandeling zonder narcose plaats, omdat deze vrijwel pijnloos is. Alleen het passeren van de baarmoederhals is soms wat pijnlijk. Daarom kan een plaatselijke verdoving worden gegeven, maar zelfs dat is lang niet altijd nodig. Het weghalen
Wordt de ingreep vergoed? “Ja, maar de operatie wordt slechts in een aantal ziekenhuizen in Nederland uitgevoerd. Het vraagt om gynaecologen die bekwaam zijn in het uitvoeren van hysteroscopische operaties en om de aanschaf van Myosure-instrumentarium. Ons Gynaecologisch Centrum biedt deze zorg omdat de voordelen voor vrouwen zo enorm groot zijn. Wij willen hen kwalitatief hoogstaande zorg bieden op een patiëntvriendelijke en persoonlijke manier.”
Meer informatie www.gcda.nl
8
PULSE MEDIA GROUP
BEKKEMBODEM EN GYNAECOLOGIE
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
Ga met ongewild urineverlies altijd naar de huisarts specialist, zoals bijvoorbeeld een uroloog, kan de juiste diagnose stellen en aan de hand daarvan de best passende behandeling starten. Daarom is het verstandig zo snel mogelijk een arts te bezoeken en niet zelf met allerlei hulpmiddeltjes de gevolgen te lijf te gaan.”
O
ngewild urineverlies is helaas nog altijd een taboe. En dat is niet nodig want circa 1 op de 4 vrouwen boven de 55 jaar heeft, in meer of mindere mate, last van urineverlies. Toch gaan veel vrouwen niet, of pas in een heel laat stadium, naar de huisarts. En dat is jammer want in de meeste gevallen kunnen de problemen worden verholpen door bekkenbodemtherapie, een verandering van leefstijl, medicatie of een operatie. En als dat niet mogelijk is, zijn er uitstekende hulpmiddelen beschikbaar. Omdat het daarbij gaat om maatwerk is het verstandig om advies in te winnen bij een continentieverpleegkundige en geen standaardproduct te halen bij de apotheek of drogist.
Niet zelf een oplossing zoeken Veel vrouwen zoeken, voordat zij zich bij de huisarts melden met hun probleem, zelf naar een oplossing, zoals minder drinken, een maandverbandje gebruiken of een product proberen dat ze in een Tvreclame hebben gezien. Door minder te drinken wordt het probleem doorgaans alleen maar erger. Een maandverband is niet bedoeld voor urine en kan leiden tot ernstige irritatie van de kwetsbare huid en een standaardproduct past doorgaans niet bij de persoonlijke omstandigheden. “Er zijn heel veel mogelijke oorzaken waardoor iemand incontinentieproblemen kan hebben”, weet Thessa Segeren, bestuurslid van ‘V&VN continentie verpleegkundigen & verzorgenden’. “Alleen een medisch
Continentie verpleegkundige De medisch specialist werkt nauw samen met de continentieverpleegkundige. Nadat de arts de diagnose heeft gesteld, is het de continentieverpleegkundige die, als geen medicatie of operatie wordt voorgeschreven, de patiënt adviseert over mogelijke therapieën, leefstijladviezen en hulpmiddelen die het beste passen bij de persoonlijke omstandigheden en de mate van urineverlies. Maatwerk Apothekers of drogisten beschikken niet over de specialistische kennis die nodig is om maatwerk te leveren en adviezen te geven. Doorgaans hebben zij ook een beperkt assortiment. “Je hebt echt een onafhankelijk specialist nodig”, stelt Carola Tees-Donkhorst, continentieverpleegkundige en winnaar van de Continence Award 2015. “De continentieverpleegkundige kan bij een speciaalzaak een proefpakket van verschillende merken en uitvoeringen bestellen en zodra een product is gevonden dat voldoet, kan de patiënt dit voortaan zelf bij de speciaalzaak
Van onze redactie Auteur: Petra Lageman
halen. Bij die bedrijven werken ook continentieverpleegkundigen die eventuele vragen kunnen beantwoorden.” Blijf leven Wie eenmaal het juiste product heeft gevonden, kan dezelfde dingen blijven doen die zij altijd heeft gedaan. Niezen, de slappe lach krijgen, intensief sporten,
het zal niet leiden tot doorlekken of vervelende geurtjes. “Je hoeft je niets te ontzeggen”, stellen Segeren en TeesDonkhorst. De meeste vrouwen durven dat niet te geloven en proberen het eerst voorzichtig uit. “Dat het inderdaad zo is, is voor hen een enorme opluchting”, weet Tees-Donkhorst. “De meest gehoorde reactie is niet voor niets ‘was ik maar jaren eerder naar de huisarts gegaan’.” Continentieverpleegkundigen zijn onder meer werkzaam in ziekenhuizen, speciaalzaken en de thuiszorg.
ADVERTORIAL
BENU Direct voor medische hulpmiddelen
S
verzekerden van CZ. Inmiddels hebben we al veel nieuwe CZ verzekerden mogen verwelkomen als nieuwe klant bij BENU Direct.”
inds 1 februari 2016 zijn alle activiteiten van Brocacef Groep die gericht zijn op de consument gebundeld, onder de naam BENU. In dit kader wordt de levering van medische hulpmiddelen aan consumenten uitgevoerd onder de nieuwe naam BENU Direct. BENU Direct levert onder andere incontinentiemateriaal en adviseert omtrent het gebruik hiervan. Pien Admiraal, verpleegkundige licht toe.
Hoe gaat BENU Direct te werk om klanten goed te adviseren over het gebruik van incontinentiemateriaal? Pien Admiraal: “Een klant die belt met BENU Direct, heeft een intakegesprek met een verpleegkundige. De verpleegkundige bekijkt samen met de klant welke materialen het best passend zijn gezien zijn of haar persoonlijke situatie. Na levering van de materialen houden we contact en plannen we evaluatiemomenten om te bespreken hoe de klant de service en de materialen ervaart. Wanneer een klant niet tevreden is over het huidige materiaal passen wij het materiaal aan aan de nieuwe situatie.”
Welke producten levert BENU Direct? Pien Admiraal: “BENU Direct biedt een breed assortiment producten binnen productcategorieën: diabetestestmateriaal, incontinentiemateriaal, stomamateriaal, wondverzorgingsmateriaal en medische drinkvoeding. Wij leveren bij mensen thuis, maar het is ook mogelijk om de materialen op te halen bij een BENU Apotheek.” Belangrijk is dat wij niet alleen de materialen leveren, maar wij adviseren onze klanten ook over het gebruik ervan. Samen met de klant bekijken wij welke middelen of materialen het beste bij hem of haar passen. Kwaliteit, van zowel de materialen als onze dienstverlening staat voorop”. Wie zijn de klanten van BENU Direct? “We hebben contracten met alle zorgverzekeraars in Nederland. Voor verzekerden van deze zorgverzekeraars staat BENU Direct graag klaar. Om een voorbeeld te noemen: per 1 januari 2016 is BENU Direct opnieuw geselecteerd
Pien Admiraal, verpleegkundige van Brocacef
door zorgverzekeraar CZ als leverancier voor incontinentiemateriaal. Wij zijn één van de drie leveranciers in Nederland voor zowel absorberend als afvoerend incontinentie- materiaal voor
Heerst er nog een taboe op incontinentie? Ja, dat heerst nog steeds, hoewel dat eigenlijk helemaal niet meer nodig is. Er zijn zoveel goede hulpmiddelen om er voor te zorgen dat mensen met continentieproblemen zo “normaal” mogelijk kunnen leven. We merken soms ook dat mensen in een sociaal isolement raken, omdat ze niet meer naar buiten durven bijvoorbeeld. Des te belangrijker is het dat wij hen van de goede materialen voorzien, zodat ze zich weer wat zekerder gaan voelen.” Ook merken wij dat urologen en verpleegkundigen soms onvoldoende
op de hoogte zijn van de mogelijkheden. BENU Direct kan ook urologen en verpleegkundigen ondersteunen.
Meer informatie BENU Direct maakt onderdeel uit van de Brocacef Groep, een groep van ondernemingen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. Tot Brocacef Groep behoort onder andere een innovatieve groothandel en de landelijke apotheekketen BENU Apotheek. Op het gebied van medische hulpmiddelen bestaat er tussen BENU Direct en BENU Apotheek een nauwe samenwerking. Meer informatie: www.benudirect.nl Contact: BENU Direct Straatweg 2 3604 BB Maarssen T: 0800-655 55 55 (gratis) E:
[email protected] www.benudirect.nl
PULSE MEDIA GROUP
|
GGZ EN LVB
VROUW, KIND EN GEZONDHEID MVO
De paradox in de behandeling van borderline
J
ongeren met borderline persoonlijkheidssyndroom hebben veel baat bij therapie, maar vinden het tegelijkertijd lastig om dat te aanvaarden.
De term ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’ is ontstaan in de jaren 1940-1950, toen psychoanalytische therapeuten geconfronteerd werden met patiënten die noch duidelijk neurotisch, noch psychotisch waren. “Deze mensen bevonden zich daartussen, vandaar de term, op de ‘borderline’ (letterlijk: grens)”, vertelt prof. dr. Patrick Luyten. Hij is verbonden aan de Universiteit in Leuven, België, en doet onder meer onderzoek
naar de oorzaken van persoonlijkheidsstoornissen. Daarnaast is hij betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe behandelingen. Na de eerste herkenning van klachten is de patiëntengroep in meer recente jaren nauwer omschreven. “Deze mensen hebben problemen met emoties, kennen diepe dalen maar ook hoge pieken. Daarmee samenhangend impuls-regulatieproblemen, zoals risicogedrag met drugsgebruik, suïcidale neigingen of onbeschermde seks. Als derde kennen ze veelal relatieproblemen en dissociatief gedrag. Aantrekken en afstoten, ophemelen en devalueren en vooral de snelle omschakeling.” De symptomen
kunnen in ernst verschillen. Onderzoek toont aan dat de problemen zich vaak eerst manifesteren in de adolescentie, hoewel er regelmatig al in de kindertijd veel voortekenen zijn. Prof. Luyten onderkent dat het juist in deze levensfase moeilijk is om een onderscheid te maken tussen het ‘normale’ gedrag dat in deze jaren voorkomt en meer problematisch gedrag.
9
Van onze redactie Auteur: Cor Dol
terwijl ze juist veel baat hebben bij hulp.” Daarnaast hebben ze veel moeite om therapie lang vol te houden en zoeken ze relatief laat hulp, omdat ze menen dat de problemen vooral door anderen worden veroorzaakt. Prof. Luyten: “Niet iedereen is in de wieg gelegd om deze jongeren te begeleiden, want ook ten aanzien van hulpverleners is het vaak een kwestie van aantrekken en afstoten.”
Vrouwenkwaal? “Veel mensen hebben het idee dat borderline problematiek meer voorkomt bij vrouwen”, aldus prof. Luyten. “Dat is echter een misverstand, dat ontstaan kan zijn door de gestelde criteria voor borderline, zoals stemmingswisselingen en relationele problemen. Vrouwen zijn daar misschien meer kwetsbaar voor, maar uiten hoe dan ook sneller hun klachten daarover.” De impact van borderline persoonlijkheidsstoornis op het dagelijks leven is groot. “Er zijn vrij goede cijfers”, verwijst prof. Luyten naar de feiten. “Zeker als het gaat om ernstige problematiek die al even bestaat. Het grijpt in op studie en de kans op werk. Voor deze mensen duurt het lang voordat ze stabiliteit in hun leven kunnen aanbrengen. Dat geldt zeker voor relaties: ze slagen er niet in stabiele relaties te ontwikkelen.” Borderline geeft ook een hoge economische en sociale last, die zelfs groter is dan voor depressie en vergelijkbaar is met schizofrenie. Het risico op zelfdoding onder borderline-patiënt is maar liefst tien procent. Littekens Hoe dan ook is vroegdetectie van groot belang, om littekens op de ziel door voortdurende teleurstelling en frustratie te voorkomen. “De prognose op de lange termijn is vrij goed, ook onbehandeld, maar het is zaak om die littekenvorming zo veel mogelijk te voorkomen. De paradox in de behandeling is dat jongeren met borderline het moeilijk vinden om hulp te aanvaarden,
INTERVIEW met Joost Hutsebaut en Dawn Bales
Zo vroeg mogelijk ingrijpen bij borderline
Joost Hutsebaut: Klinisch Psycholoog, De Viersprong en Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen
M
ensen met borderline persoonlijkheidsstoornis hebben er baat bij als zo vroeg mogelijk wordt ingegrepen. Dat voorkomt ernstige persoonlijkheidsstoornissen op latere leeftijd. Met MBTearly heeft zorgaanbieder, -ontwikkelaar en kenniscentrum De Viersprong een methode om vroegtijdig te interveniëren. Voor een vroege behandeling van borderline persoonlijkheidsstoornis is een vroege diagnose nodig. Hoe pakt u dat aan? Dawn Bales: “Als je kijkt naar de overlap in de verschillende manieren om borderline te diagnostiseren, kun je de kern van BPS in 4 domeinen clusteren. Allereerst de emotionele disregulatie met veel stemmingswisselingen,
ongepaste intense boosheid en eventuele agressieproblematiek. Verder zijn er veel interpersoonlijke problemen, dat zich uit in instabiele relaties, bijvoorbeeld door het bekende fenomeen van aantrekken en afstoten, of juist door het helemaal ontwijken van relaties. Ten derde is vaak sprake van identiteitsproblemen (geen stabiel gevoel van wie ben ik?) en als laatste impulsiviteit wat vaak leidt tot destructief gedrag, zoals middelenmisbruik, automutilatie, suïcidale neigingen, gokverslaving en/of promiscue gedrag. Mensen met borderline leiden een instabiel leven op meerdere alle gebieden, op werk, opleiding, relaties.” Joost Hutsebaut: “Veel hulpverleners hadden en hebben er moeite mee om de diagnose bij kinderen tussen 12 en 18 jaar te stellen, omdat de genoemde klachten ook enigszins bij de leeftijd zouden kunnen passen. Maar de laatste vijf à tien jaar is veel onderzoek gedaan om borderline bij jongeren en kinderen te diagnostiseren en de uitkomsten bevestigen dat een vroege diagnose goed mogelijk is. De meeste richtlijnen schrijven voor dat je de diagnose mag en misschien zelfs moet stellen vóór de leeftijd van 18 jaar, met 12 à 13 jaar als ondergrens, met het besef dat onder invloed van de adolescentie de kenmerken van borderline juist uitvergroot worden.” MBT-early is een behandelwijze die speciaal voor deze groep patiënten is ontwikkeld. Wat houdt dit in? “We proberen zo snel mogelijk in
de ontwikkeling van borderline persoonlijksheidsstoornis, en liever nog voordat de stoornis zich in volle hevigheid manifesteert, een interventie aan te bieden. Vroeg interveniëren zorgt ervoor dat de negatieve spiraal waarin de jongere zit gestopt kan worden, en het voorkomt persoonlijkheidsproblemen op latere leeftijd. Die interventie richt zich op de eerder genoemde kernproblemen van borderline, zoals problemen met emoties en impulsen. Een ander aspect is dat we niet meer willen bieden dan nodig is: je wilt niet dat de jongeren en gezinnen afhankelijk worden van hulpverlening. Als hulpverleners willen we een begin maken met veranderingen, maar de jongere en het gezin vooral stimuleren om zelf hun leven verder op te pakken, waarbij we als behandelaars weer naar de achtergrond gaan. Het zijn kortere en minder ingrijpende behandelingen die focussen op het mentaliseren van de jongere, het kunnen nadenken over je eigen denken en voelen en dat van anderen. MBT is bewezen effectief, maar van MBT-early hebben we nog slechts resultaten uit pilots, die echter zeer hoopvol zijn. Wat we nog niet goed weten is hoe deze behandelde jongeren over twee jaar functioneren. Doordat de behandeling vrij kort is, is het voor de meesten goed vol te houden. Van een vergelijkbaar programma uit Australië weten we dat je in relatief korte tijd behoorlijk grote effecten kunt halen. Dat zegt ook iets over de veranderbaarheid
Dawn Bales: Klinisch Psycholoog, MBT Supervisor, directeur MBT Nederland
van jongeren op het moment dat patronen nog niet zo heel vast zitten. Daar zit het belang van vroeg ingrijpen, want in de tijd worden patronen vaak veel hardnekkiger. Vroeg ingrijpen voorkomt op die manier ook hogere gezondheidskosten door het voorkomen van problematiek op hogere leeftijd.”
Meer informatie De Viersprong is een GGZ instelling voor kinderen, jongeren en volwassenen met ernstige problemen in hun persoonlijkheid, gedrag en/of gezin, of bij wie problemen dreigen te ontstaan. Contact: 088 - 76 56 200 Internet: www.deviersprong.nl
10
PULSE MEDIA GROUP
GGZ EN LVB
Ik kan weer genieten van mijn zoontje
V
Van onze redactie Auteur: Petra Lageman
was. Een gedragsdeskundige, een logopedist, een kinderpsychiater, de contactpersoon van het wijkteam, iedereen die iets kon bijdragen was erbij. Dat heb ik als heel bijzonder ervaren.” Mariëlle kan met al haar vragen terecht bij de gespecialiseerd jeugdhulpverlener die de
anaf het moment dat Puk twee jaar was, ging hij twee keer in de week naar een peuterspeelzaal. Al snel gaven de medewerkers aan dat hij ‘niet in de groep paste’ en Puk zelf had het er bepaald niet naar zijn zin. Hij was boos en gefrustreerd als zijn moeder hem weer ophaalde. In die periode kreeg hij ook voor het eerst last van woedeaanvallen. Inmiddels zit Puk op een speciale peuterspeelzaal waar hij meer aandacht en begeleiding krijgt. Hij voelt zich er thuis en het gaat een stuk beter met hem. Maar daar moest wel wat voor gebeuren. “Ik werk zelf met jongvolwassenen met een lichtverstandelijke beperking en autisme, maar mijn trukendoos was leeg. Ik kon Puk niet meer de handvatten geven die hij nodig had”, vertelt zijn moeder Mariëlle Blankenstijn. “Ik wilde Puk ook niet zien als ‘een speciaal kind dat hulp nodig heeft’. Ik ben zijn moeder, niet zijn hulpverlener. Het werd zelfs zo erg dat ik niet meer kon genieten van onze momenten samen. Ik was op en Puk was niet gelukkig. Uiteindelijk heb ik contact opgenomen met iemand van het wijkteam. Na een observatieperiode gaf zij aan dat het misschien goed zou zijn als Puk naar een speciale observatie- en diagnostiekgroep binnen de reguliere kinderopvang zou gaan. De pedagogisch medewerkers daar hebben ervaring met kinderen die meer begeleiding nodig hebben en de groepen zijn kleiner.” Stroomversnelling De ouders van Puk besloten het advies op te volgen en Puk zit nu alweer vier maanden in de observatiegroep. In die periode is zijn ontwikkeling, die aanvankelijk stagneerde, in een stroomversnelling geraakt. “Hij praat beter, maakt hele zinnen, kan nu wel vijf minuten rustig stilzitten, is minder boos en snapt dat hij met vragen meer bereikt dan met schreeuwen.” Ook de
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
trajectbegeleiding verzorgt. “Terwijl ik voorheen soms het gevoel had van het kastje naar de muur te worden gestuurd, regelt zij nu alles voor me. Als zij zelf het antwoord niet weet, speelt zij de vraag door naar een andere specialist. En wil ik graag een afspraak met een deskundige dan regelt zij dat. Het is een fantastische samenwerking.”
relatie met zijn ouders is verbeterd. “Wij hebben geleerd hoe wij Puk het beste kunnen benaderen. Wij zijn geen onervaren ouders, maar soms heb je net even extra hulp of juist bevestiging nodig.” Teamwerk Bij de begeleiding van Puk en zijn ouders was een compleet team van deskundigen betrokken. “Ik heb ooit een gesprek gehad waarbij dat hele team aanwezig
Duidelijkheid Inmiddels is duidelijk dat Puk hoogsensitief is en snel overprikkeld raakt. In verband daarmee krijgt hij binnenkort begeleiding van een ergotherapeut. “Ik hou niet van stempeltjes. Het zegt immers niet wie je kind is. Maar een diagnose schept wel duidelijkheid. Ik begrijp Puk beter waardoor ik hem ook beter kan helpen.” Binnenkort gaat Puk drie dagen in de week naar een nieuwe kinderopvang waar ze verder bouwen op de basis die nu is gelegd. Daar kan hij blijven tot hij vier is. “Puk is een stuk blijer dan voorheen. En ik kan, dankzij de hulp die wij hebben gekregen, weer als moeder genieten van mijn zoontje.”
INTERVIEW met Fawzia Nasrullah en Anja Diepeveen
Oplossingsgerichte aanpak bij ontwikkelingsproblemen van jonge kinderen
S
Het zijn dan de medewerkers van het consultatiebureau, de kinderopvang of het wijkteam die aangeven dat er meer zorg en begeleiding nodig is dan zij kunnen bieden.”
ommige jonge kinderen ontwikkelen zich langzamer dan anderen of vertonen moeilijk gedrag. Dat maakt ouders onzeker en ongerust zoals bij Sophie (2 jaar). Zij is een angstig meisje en vindt het lastig in de groep op de kinderopvang. Haar ouders maken zich zorgen over haar ontwikkeling. Na een onzekere periode biedt gerichte specialistische observatie en begeleiding op de groep en thuis uitkomst. Sophie gaat met sprongen vooruit en haar ouders en de groepsbegeleiders weten haar passend te stimuleren.
Waar kunnen ouders in dat geval terecht? “In iedere gemeente is het zo geregeld dat ouders toegang hebben tot hulp via de huisarts of gemeentelijke teams. Als expert in het opgroeien en opvoeden van hele kwetsbare jeugd met meervoudige problemen werken wij nauw met hen samen en geven wij bijvoorbeeld trainingen en adviezen. Als er meer onderzoek nodig is naar de ontwikkeling of het gedrag van jonge kinderen wordt onze hulp ingeschakeld. De vroegdiagnostiekprogramma’s zijn zo opgezet dat alle kennis bij elkaar is gebracht zodat ouders niet naar allerlei verschillende organisaties hoeven te gaan voor hulp. Er is één coördinator die alles regelt.”
Waarom is vroegsignalering belangrijk? “Door in een vroeg stadium hulp te bieden, kun je problemen in een later stadium voorkomen of in ieder geval aanmerkelijk verminderen”, vertelt Fawzia Nasrullah, voorzitter van de Raad van Bestuur van Youké. “Is er inderdaad sprake van een gedrags- of ontwikkelingsprobleem dan is dat een erkenning van de zorgen die
“Als er meer onderzoek nodig is naar de ontwikkeling of het gedrag van jonge kinderen wordt onze hulp ingeschakeld” ouders uiten. Door samen te werken met ouders vanuit verschillende expertises zoals jeugd- en opvoedhulp, medici en gehandicaptenzorg, kunnen wij snel een programma op maat maken en voorkom je een ontwikkelingsachterstand.”
Fawzia Nasrullah, voorzitter van de Raad van Bestuur van Youké
Hoe weet je of een kind meer zorg nodig heeft? “Als ouders al een zoon of dochter hebben, zien ze soms duidelijke verschillen in het gedrag en de ontwikkeling”, weet Anja Diepeveen gedragswetenschapper van Youké. “Bij een eerste kind is het moeilijk om te zien dat er misschien meer aan de hand is dan een probleem dat hoort bij een bepaalde ontwikkelingsfase.
Hoe wordt die hulp geboden? “De hulpvraag van de ouders is het uitgangspunt. Op een plek waar het kind zich vertrouwd voelt, kijken wij samen met ouders wat er aan de hand is. Wij bespreken wat het kind nodig heeft en wat zij nodig hebben om hun kind optimaal te begeleiden. Wij vinden het heel belangrijk om ook te onderzoeken hoe ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers het beste kunnen samenwerken om het kind te bieden wat het nodig heeft.”
Wat is het belang van meer aandacht voor preventie? “Wij weten uit wetenschappelijk onderzoek dat negatieve ervaringen en ontwikkelingsachterstand in de eerste twee levensjaren van kinderen veel impact hebben op hun latere leven”, vertelt Nasrullah. “Er zijn gelukkig voldoende kansen om tijdig hulp te bieden en zo de ontwikkeling van het kind optimaal te stimuleren. Wij zijn daarom heel blij dat de huidige stelselwijziging juist het belang van preventie en vroegsignalering benadrukt. Het biedt ons de mogelijkheid om door samen te werken met onder anderen professionals in de kinderopvang, gehandicaptenzorg en de jeugd-GGZ de hulpverlening verder te verbeteren.” Redactie: De naam van Sophie is om privacy redenen gefingeerd.
Meer informatie Youké biedt specialistische hulp aan kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. www.youke.nl
[email protected]
PULSE MEDIA MEDIA GROUP GROUP PULSE
|
GGZ EN LVB
VROUW, KIND EN GEZONDHEID MVO
Ze komen direct als ik ze nodig heb
11
Van onze redactie Auteur: Marianne Meijerink
Toen Mieke met haar gezin in de noodopvang terechtkwam, werd het aanvankelijk van kwaad tot erger. Dit omdat men daar niet ingesteld
Z
elf zegt Mieke: “Het gaat super.” Sinds twee jaar heeft ze hulp bij de opvoeding van haar zoon, kan ze haar persoonlijke zorgen bespreken en krijgt ze ondersteuning bij allerlei praktische en financiële zaken. Het type hulp dat Mieke krijgt heet FACT, een intensieve begeleiding voor het hele gezin in de thuissituatie. Hoe komt het dat het beter gaat? “Er zijn drie mensen die altijd voor ons klaar staan. Ghislaine is er voor mijn zoon Roland van 13 en zij helpt mij ook met de opvoeding, Marleen helpt me met de schuldhulpverlening en met Ingrid kan ik
dingen bespreken waar ik me zorgen over maak. Bijvoorbeeld als ik weer gedoe heb met mijn ex.” Hoe vaak heb je die hulp? “In het begin heel veel, maar nu is één keer in de week meestal voldoende. En verder ga ik met Roland elke twee weken naar een leergroep. Daar zit dan ook een orthopedagoog bij en een maatschappelijk werker en dan maken we allerlei afspraken voor thuis.” De afspraken in de leergroep gaan bijvoorbeeld over structuur aanbrengen in het dagelijks leven. Hoe je in het gezin
de dingen aanpakt die gedaan moeten worden en die afwisselt met gezelligheid. Roland krijgt extra aandacht omdat hij gedragsproblemen heeft, wat voor Mieke de opvoeding erg lastig maakt. Roland vindt zelf ook dat het best goed gaat. Hij gaat met Ghislaine bijvoorbeeld naar de manege of naar de bioscoop. Als hij ergens mee zit kan hij dat met haar bespreken. Als het per ongeluk toch weer even mis gaat, wat doe je dan? Mieke: “Ze komen direct als ik ze nodig heb, ook al is het ’s avonds of in het weekend. Dan hoef ik maar te bellen en ze staan gelijk voor de deur.”
is op mensen met een verstandelijke beperking. Dat zorgde voor extra stress en onveiligheid bij haar en haar kinderen. In die periode ontving zij heel intensieve begeleiding en kreeg Mieke alle vormen van ondersteuning om haar leven weer op de rails te krijgen. Van huisvesting tot het in gang zetten van de scheiding en de schuldhulpverlening. Inmiddels is er weer structuur. En ook rust. Wat volgens Mieke belangrijk is, is dat ze steeds dezelfde hulpverleners om zich heen heeft en dat die het gezin goed kennen. Mieke: “Als ik hen niet had gehad weet ik niet wat er met ons zou zijn gebeurd. Er is nu zo’n last van mijn schouders af. Ik heb jaren moeten vechten maar ik heb nu echt wel gewonnen.”
ADVERTORIAL
Idris ontwikkelt FACT-methodiek voor cliënten met een LVB het Trimbos Instituut ontwikkelde Idris een werkmodel en een handboek. Aanleiding vormden de lange wachtlijsten. “We hadden te maken met een grote groep cliënten met complexe
“FACT is een zware interventie aan huis waarmee we toch de zorg kunnen bieden die deze cliënten nodig hebben”
K
ortere wachtlijsten voor klinische zorg, een forse kostenbesparing ten opzichte van verblijf en vooral: tevreden cliënten. Met FACT behaalt Idris (onderdeel van de Amarant Groep) zeer goede resultaten bij jeugdigen en volwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in combinatie met complexe gedrags- en psychiatrische problematiek. “Onze FACT-teams bieden intensieve behandeling aan huis en betrekken daarbij het gehele systeem”, vertelt Mimount Saou, manager bij Idris. “Dat maakt FACT zo effectief.” FACT staat voor flexible assertive community treatment. Een team van specialisten (waaronder een verslavingscoach, gedragsdeskundige,
verpleegkundige, psychiater, budgetcoach/schuldhulpverlener en ervaringsdeskundige) behandelt de cliënt en zijn systeem (gezin) binnen de eigen omgeving. Doordat er geen verblijf nodig is, kan er tot 40% bespaard worden op de behandelkosten. Het FACT-model sluit aan bij de maatschappelijke visie dat ook mensen met (ernstige) psychosociale problematiek een plekje mogen hebben binnen de samenleving. Zware interventie aan huis Idris introduceerde FACT in 2012 voor jeugdigen en volwassenen met een LVB en complexe problematiek. Denk aan verslaving, schulden, (dreigende) criminaliteit of psychiatrische klachten. Samen met
problematiek die dringend verblijf en behandeling nodig hadden”, vertelt Saou. “Helaas bedroeg de wachttijd hiervoor vijf jaar of langer. FACT is een zware interventie aan huis waarmee we toch de zorg kunnen bieden die deze cliënten nodig hebben.” Tijdig ingrijpen FACT is erop gericht om de kracht van de cliënt en zijn netwerk te versterken. Saou: “We zetten zwaar in, maar bouwen stapje voor stapje af tot de cliënt het zelf weer kan, samen met de mensen om hem heen. Wel blijft er een casemanager betrokken. Hierdoor kunnen we snel weer opschalen wanneer er een crisis of terugval dreigt. We wachten niet af tot het misgaat, maar grijpen tijdig in.” Bed op recept De FACT-teams spelen ook een belangrijke rol bij de doorstroming
van cliënten van verblijf naar de maatschappij. Voor volwassen cliënten introduceerde Idris het FACT-huis in Tilburg. Hier leren zij hoe zij hun leven op een gezonde en prettige manier kunnen invullen. In het FACT-huis staan ook zogenoemde BOR-bedden. Saou: “BOR staat voor bed op recept. Als er een crisis dreigt, kan de psychiater of arts een BOR-bed voorschrijven waardoor de cliënt en het systeem tot rust kunnen komen. Ook voor jongere FACT-cliënten biedt Idris mogelijkheden voor tijdelijk verblijf. Crisisopvang is dan vaak niet meer nodig.”
Meer informatie Idris biedt specialistische behandeling in Noord-Brabant voor jeugdigen en volwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in combinatie met (zeer) complex gedrag. www.idris.nl/fact
[email protected] 088 622 1000
12
PULSE MEDIA GROUP
GGZ EN LVB
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
Kind met licht verstandelijke beperking is gebaat bij tijdige diagnose
D
e begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking kan niet vroeg genoeg beginnen. Als zij vanaf jonge leeftijd de juiste hulp krijgen, kunnen zij zich in hun latere leven beter redden. Daarom gaat de laatste jaren steeds meer aandacht uit naar screening en passende zorg. Die benadering sluit aan bij de uitgangspunten van de nieuwe Jeugdwet. Niet altijd zichtbaar Mensen met een licht verstandelijk beperking zijn heel kwetsbaar. “Het probleem is dat hun beperking aan de buitenkant lang niet altijd zichtbaar is”, zegt Dirk Verstegen, directeur van het landelijk kenniscentrum LVB. ‘“Deze mensen worden vaak niet begrepen, hun niveau wordt te hoog of juist te laag ingeschat. Daardoor kunnen ze op school, thuis of in hun sociale leven steeds weer frustraties oplopen.” Zulke ervaringen kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Het zelfvertrouwen, dat vaak toch al zwak is, wordt daardoor verder ondermijnd. Zo kunnen zich steeds ernstiger gedragsproblemen of psychische stoornissen ontwikkelen. “Hoe later hulp op gang komt, hoe gecompliceerder en duurder die wordt”, zegt Verstegen. In de nieuwe Jeugdwet, die vanaf vorig jaar van kracht is en waarin de verantwoordelijkheid voor Jeugdzorg is ondergebracht bij de gemeenten, ligt dan ook de nadruk op preventie en integrale zorg. En die zorg aan kinderen moet zo veel mogelijk ambulant zijn, dat wil zeggen in de thuissituatie geboden worden. Verstegen vindt dat een goede ontwikkeling, al vindt hij ook dat de intramurale zorg, dus begeleiding en opvang in instellingen, niet al te
rigoureus moet worden afgebouwd. “Er is toch een grote groep die daar voor een gerichte behandeling het beste af is. Voor kinderen die thuis geen veilige omgeving hebben om tot rust te komen of die beschermd moeten worden tegen hun omgeving of tegen zichzelf, bijvoorbeeld omdat ze drugs gebruiken,
hebben we voldoende van deze plekken ook nodig.” Hij heeft de indruk dat die groep groeiende is; hij ziet toenemende problematiek rond middelengebruik en loverboys. Juist kinderen met een LVB zijn heel beïnvloedbaar en vallen daardoor gemakkelijk ten prooi aan kwaadwillenden of zoeken hun toevlucht in verslavende middelen. Vroege screening Hoe kun je een LVB tijdig ontdekken? Een intelligentietest zegt niet alles, weet orthopedagoog Xavier Moonen. Aan de Universiteit van Amsterdam doet hij onderzoek naar onder meer herkenning van kinderen met een LVB. “Waar het vooral om gaat is wat een kind met zijn of haar talenten doet. Dat het
daarbij op het gebied van sociaal adaptieve vaardigheden misgaat, blijkt vaak pas als een kind op een leeftijd komt dat het zelf meer zijn weg moet vinden en gerichte interacties aangaat. Dat is pas vanaf ongeveer groep 4 of 5 van de basisschool, maar je wilt er eigenlijk al veel eerder bij zijn. Alleen als een kind ook een andere aandoening heeft, bijvoorbeeld autisme of ADHD, komt de LVB vaak eerder aan het licht.” Volgens Moonen komt dit doordat er nog weinig ervaring is met vroege screening waardoor niet precies te zeggen is hoeveel kinderen er zijn met een LVB. Op basis van cijfers over het aantal kinderen waarbij hulpverlening wordt ingezet, is berekend dat het om ruim 200.000 kinderen zou gaan. Moonen heeft samen met collega’s twee screeners ontwikkeld die ook de nu nog onzichtbare gevallen aan
INTERVIEW met Ingrid Widdershoven
Je bereikt meer als je naar het hele kind kijkt
H
al die kennis onder één dak beschikken. Wij beschikken over de expertise op terreinen die juist voor deze groep jongeren van belang zijn: jeugdzorg, speciaal onderwijs en arbeidsintegratie. Dat stelt ons in staat jonge mensen en hun gezin breed te ondersteunen op de voor hen belangrijke levensterreinen. “
et is van groot belang om bij jongeren met een licht verstandelijke beperking en/of gedragsproblemen zo snel mogelijk de juiste diagnose te stellen. De tweede stap is onderzoeken op welke gebieden ondersteuning nodig is. “Het gaat daarbij om het totaalbeeld”, legt bestuurder Ingrid Widdershoven uit. “Wat is er nodig om de jongere te begeleiden. Hoe kun je het gezin hulp bieden. Wat is er nodig op het gebied van scholing. In hoeverre is assistentie nodig om arbeidsparticipatie mogelijk te maken. Het doel is om iedere jongere zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in de maatschappij. Maar als dat niet kan, moet gezocht worden naar een andere oplossing zoals beschermd wonen of residentieel verblijf in een speciale zorgomgeving.” Waarom is het belangrijk dat de diagnose in een zo vroeg mogelijk stadium wordt gesteld? “Als de oorzaak van gedragsproblemen niet, niet volledig of niet tijdig wordt achterhaald, kan de zorg niet optimaal worden afgestemd op de situatie van de cliënt. En dat leidt tot een onnodig lang zorgtraject. Het is bewezen dat je sneller een goed resultaat kunt behalen bij een vroege diagnose en een daarop aangepast individueel zorgplan. Vanuit het hele land kunnen kinderen en jongeren terecht bij De Hondsberg, de specialist van Koraal Groep als het gaat om observatie en (vroeg)diagnostiek.”
Waaraan hebben jongeren met LVB vooral behoefte? “Structuur, duidelijkheid en maatwerk. Iedere jongere is uniek en iedere situatie is anders. Daarom kijken wij ook heel goed naar het netwerk. Kan dat netwerk ondersteuning bieden of heeft dat netwerk juist ook zelf ondersteuning nodig. Vaak heeft een jongere behoefte aan meer zelfvertrouwen. Zeker als hij of
Ingrid Widdershoven bestuurder van Koraalgroep
Wat is voor deze observatie en diagnostiek van belang? “Omdat sprake is van jongeren met een licht verstandelijke beperking en bijkomende complexe, vaak psychiatrische, problematiek die gepaard kan gaan met stagnatie op verschillende ontwikkelingsgebieden, heb je een multidisciplinair team van experts nodig. Er zijn slechts weinig organisaties die over
“Structuur, duidelijkheid en maatwerk. Iedere jongere is uniek en iedere situatie is anders” zij in het verleden negatieve ervaringen heeft opgedaan. Een mooi, eenvoudig in te zetten én effectief product is de hondentherapie. De therapeut leert jongeren hoe zij met de hond om kunnen gaan en wat voor effect hun gedrag heeft op de hond. Als zij de hond rustig instructies geven, reageert deze heel anders dan wanneer zij zelf onrustig zijn. Je ziet dat jongeren dankzij die
hondentherapie een groei doormaken en meer zelfvertrouwen krijgen. Dat zelfvertrouwen is de basis waarop wij daarna weer verder kunnen bouwen.” Is er voor ieder probleem een oplossing? “Wij proberen altijd toe te werken naar een situatie waarin iemand zelfstandig, of zo zelfstandig mogelijk, deel kan uitmaken van de maatschappij. Vaak lukt het om de jongere de structuur en het netwerk te bieden dat hij of zij weer zelfstandig in de eigen woon-, leerof werkomgeving kan functioneren. Soms is het beter om te kiezen voor een beschermde woonomgeving met meer professionele begeleiding. Maar niet alles kan in de wijk worden opgelost. Als je bepaalde voorzieningen in de wijk wilt bieden, dan zijn investeringen nodig. Zijn die voorzieningen er niet en is er wel meer zorg en begeleiding nodig dan moet worden teruggevallen op residentieel verblijf in een speciale zorgomgeving. Ook dan biedt Koraal Groep maatwerk.”
Meer informatie Koraal Groep Valkstraat 14 6135 GC Sittard
[email protected] www.koraalgroep.nl 046 - 477 52 52
PULSE MEDIA MEDIA GROUP GROUP PULSE
|
GGZ EN LVB
VROUW, KIND EN GEZONDHEID MVO
13
Van onze redactie Auteur: Marianne Meijerink
het licht moeten brengen: een voor het basisonderwijs en een voor kinderen en volwassenen vanaf 12 jaar. “Ze zijn snel en gemakkelijk toe te passen voor een leerkracht of andere professional. Na zo’n eerste indicatie kan een specialist vervolgens verder uitzoeken of werkelijk sprake is van een LVB.” Passende begeleiding Is een kind eenmaal gediagnosticeerd dan kan passende hulp worden geboden. Begeleiding en hulp op maat, afgestemd op leeftijd en de mate waarin de LVB tot aanpassingsen gedragsproblemen heeft geleid. Een uitgebreide en adequate diagnose is bovendien van belang om de interventies zo goed mogelijk te kunnen afstemmen op het kind in kwestie. Omdat de cognitieve vaardigheden van kinderen met LVB minder goed zijn ontwikkeld, leren ze op een andere manier. Verstegen: “Ze leren bijvoorbeeld langzamer, zijn zich niet goed bewust van wat ze wel en niet kunnen en zijn minder goed in
staat om dingen die ze leren toe te passen in andere situaties. Dat betekent dus ook dat je als begeleider of hulpverlener anders te werk moet gaan dan in een reguliere leer- of hulpverleningssituatie.” Communicatie Er zijn daarvoor speciale methodieken ontwikkeld. Daarin draait het onder meer om de manier waarop informatie wordt aangeboden en met deze kinderen wordt gecommuniceerd. Concreet maken van oefenstof is belangrijk, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind en te leren door te doen, evenals voorstructuren en vereenvoudigen van informatie. Omdat hun taalbegrip minder ontwikkeld is en de woordenschat beperkt, zijn eenvoudig taakgebruik en het toevoegen van visuele informatie belangrijk. Moonen heeft voor dit doel zelfs een regelsysteem ontwikkeld, met richtlijnen voor communicatie met jongeren met een LVB. “Het is een gemakkelijk toepasbaar systeem dat ook kan worden gebruikt door mensen die soms te maken hebben met iemand met een LVB. Denk aan de politie, leerkrachten en aan medisch personeel. Ik noem dat ‘inclusieve taal’, omdat je daarmee op gelijkwaardig niveau kunt communiceren met mensen met minder taalvermogen.”
heeft goede hoop dat dat kan gaan lukken. “Via de wijkteams waar we mee samenwerken kunnen we heel direct en gericht ambulante hulp inzetten, dus bij de mensen thuis. Dat is al veel effectiever dan zoals het vroeger ging, via een indicatie voor de AWBZ. Toen kwam de hulpverlening vaak veel te laat op gang.”
Een dergelijk systeem kan er ook aan bijdragen dat mensen met een LVB zo veel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. Gemeenten en gespecialiseerde instellingen moeten er nu samen voor zorgen dat kinderen met een LVB bijtijds worden gesignaleerd en dat hun problemen worden aangepakt. Verstegen
INTERVIEW met Ignace Vermaes
Een positief perspectief voor jongeren met LVB
Dr. Ignace Vermaes directeur kwaliteit van zorg en innovatie
K
inderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben vaak ook gedragsproblemen. Ze hebben wat in jargon heet: ‘complexe zorgvragen’. Pluryn heeft speciale cliëntprogramma’s voor deze groep. Integrale behandeling en ondersteuning op weg naar volwassenheid, daar gaat het om. Een gesprek met dr. Ignace Vermaes, directeur kwaliteit van zorg en innovatie.
Hoe zou u deze groep, verstandelijke beperkte jongeren met gedragsproblemen, typeren? “Wij spreken het liefst van jongeren met moeilijk leesbaar of moeilijk verstaanbaar gedrag. We zijn voorzichtig met labels. We willen zo veel mogelijk termen vermijden die niet bijdragen aan een positief perspectief van deze jongeren.”
het arbeidsproces of leren wat je kunt doen met vrije tijd? Daarom bieden we integrale behandeling en ondersteuning
Wat houdt ‘moeilijk leesbaar’ precies in? “Het zijn jongeren met beperkingen in hun cognitieve ontwikkeling en sociale aanpassingsvermogen. Dat betekent dat ze zich moeilijk of anders uiten. Ze worden verkeerd begrepen of raken in problemen in het sociale verkeer. Ook lopen deze jongeren meer kans om verzeild te raken in criminaliteit of drugsgebruik. Ons doel is zorgen dat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren in hun eigen omgeving.”
en spreken we niet van zorgprogramma’s maar cliëntprogramma’s. Positieve ervaringen dragen bij aan de veerkracht van jongeren. Een goed voorbeeld is onze jaarlijkse beklimming, per fiets, van de Mont Ventoux. Daarvoor trainen ze een jaar, elk met een vrijwilliger uit de buurt als buddy. Samen komen ze van alles tegen, dat is een geweldige leerervaring en boost voor de eigenwaarde van zo’n jongere.”
Hoe kunt u dat bereiken? “We zijn gericht op de hele mens. We zien het als onze taak om met deze jongeren te werken aan een aantrekkelijk toekomstperspectief. We hebben allerlei programma’s, van ambulante zorg thuis tot intensieve begeleiding in een gesloten omgeving, maar daarin draait het altijd om meer dan alleen behandelen. Behandelen bevestigt je in je rol van patiënt. Wat wij juist ook willen weten is: welke dromen heeft zo’n jongere? Hoe kan hij of zij gaan deelnemen aan
“Positieve ervaringen dragen bij aan de veerkracht van jongeren”
Pluryn heeft wetenschappelijk onderzoekers in dienst. Met welke vragen houden zij zich bezig? “We willen van binnenuit, vanuit praktijk en wetenschap, nieuwe werkwijzen ontwikkelen. Innovatie door middel van e-health is een voorbeeld, maar ook de begeleiding naar participatie en vroegtijdige signalering. Ons project ‘Take it personal!’ is een goed voorbeeld van het laatste. We willen voorkomen dat middelengebruik problematisch wordt. Een van onze behandelaars doet dit als promotieonderzoek met dr. Evelien Poelen bij R&D Pluryn, in samenwerking
met Trimbos-instituut en Tactus Verslavingszorg. We onderscheiden profielen al naar gelang de functie die alcohol of drugsgebruik voor iemand heeft. Bijvoorbeeld stimulering of juist rust. Het is een methode die ook in de reguliere verslavingszorg wordt gebruikt. Als je weet aan welk profiel iemand beantwoordt kun je gedragsalternatieven aanleren. De pilot die we het afgelopen jaar hebben uitgevoerd, laat zien dat dit ook voor jongeren met LVB een bruikbare benadering kan zijn. Inmiddels zijn we gestart met een wetenschappelijk onderzoek om dit te testen. Daarnaast lopen er nog vele andere projecten. We zoeken onder meer naar het optimale pedagogische klimaat voor mensen met LVB, de werkzame factoren van serious games en de manier waarop we onderliggende psychische problemen, zoals angst en depressie, bij deze mensen het beste kunnen behandelen.”
Meer informatie Industrieweg 50 6541 TW Nijmegen Tel: 088 - 779 20 00 www.pluryn.nl
[email protected]
14
PULSE MEDIA GROUP
GGZ EN LVB
VROUW, KIND EN GEZONDHEID
INTERVIEW met Albert Boelen, Deanne Radema en Bart van Kessel
Passend onderwijs voor zmolk’ers kwamen er niet goed uit. Met onze integrale aanpak, waarin we samenwerken met onder meer zorginstellingen, bekijken we hoe we deze jongeren op de beste manier kunnen benaderen. Dat impliceert dat we voor scholen een basisaanpak en OZA’s (Onderwijs-zorgarrangementen) ontwikkelen om te zorgen dat al deze jongeren mee kunnen doen in het onderwijs.” Albert Boelen is projectverantwoordelijke vanuit LECSO (Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs)
Z
molk’ers (of LVB-ers) zijn kinderen met een verstandelijke beperking en ernstige gedrags- en/of psychiatrische problemen; de term is een samenvoeging van zeer moeilijk opvoedbaar kind (zmok) en (zeer) moeilijk lerend kind ((z)mlk). Het bieden van passend onderwijs voor deze groep kinderen vraagt om een integrale aanpak van onderwijs en zorg. Met de invoer van nieuwe wetgeving rondom passend onderwijs en de nieuwe Jeugdwet worden de kansen om de kwaliteit van die gezamenlijke inzet te verbeteren, groter. Albert Boelen: “Tot voor kort was het speciaal onderwijs onderverdeeld in een aantal clusters: er waren scholen voor kinderen met een verstandelijke beperking en scholen voor kinderen met gedragsproblematiek. Maar kinderen laten zich niet indelen in hokjes. Leerkrachten van beide typen scholen
Hoe ga je daarbij te werk? Deanne Radema: “Allereerst kijken wat al beschikbaar was aan kennis en mogelijkheden, dus zowel theoretisch als in de praktijk. De werkzame factoren hebben we samengevat in een basisaanpak. De kern zit vooral in het realiseren van de leervoorwaarden voor deze kinderen. Ze komen vaak niet aan leren toe omdat ze in hun basisbehoeften onvoldoende gesteund worden. Daarom werken we naar OZA’s toe: de kennis van de leerkracht kan niet zonder die van de zorgprofessional. Door
Deanne Radema is onderzoekster en gedragswetenschapper in het project
zaken als voorspelbaarheid, structuur en herhaling en alert zijn op wat ze in de praktijk wél kunnen, kun je goed kijken waar de behoefte zit. Is het veiligheid of toch ook een behoefte aan uitdaging? Binnen welke kaders komt een leerling tot leren en welke voorwaarden zijn nodig in de klas? Hoe bouw je als leerkracht je relatie op met deze leerlingen? En hoe zorg je ervoor dat het gedrag niet interfereert met het leerproces?” Dat impliceert een hoge mate van individueel maatwerk. Deanne Radema: “Je moet wel eerst het gemeenschappelijk deel goed neergezet hebben, voordat je kan gaan bouwen aan het individuele deel. In de basisaanpak hebben we het gemeenschappelijke deel neergezet en roepen instellingen op om het individuele maatwerk er aan toe te voegen.” Bart van Kessel: “We rijden door het hele land om ter plekke partners in onderwijs en zorg te begeleiden in dat maatwerk. De doelgroep is divers en we bieden allerlei activiteiten en pakketten om ervoor te zorgen dat het arrangement op maat gemaakt kan worden. De truc is om na een tijdje in de regio weer een landelijke bijeenkomst te houden. Daar kunnen de leerkrachten elkaar vertellen wat succesvol was en waar uitdagingen lagen. Tegelijkertijd worden de nieuwste theoretische ontwikkelingen gedeeld. En zo’n bijeenkomst is een mooie gelegenheid om uit te wisselen welke thema’s moeten
Bart van Kessel is projectleider van het project ‘ZMOLK’ers’
worden ontwikkeld. Zo voortdurend in beweging.”
blijven
we
Wat is de invloed van de nieuwe wetgeving? “Dit is een doelgroep waar alle wet- en regelgeving, alle problemen, financiële lijnen en budgetten samenkomen. Dan is het goed om het samen aan te pakken. Dankzij de transities in onder meer de jeugdhulp ontstaat meer speelruimte: je hebt een gezamenlijke opdracht om zorg en onderwijs in de regio op maat te maken. Dat is prima, maar we hebben er nog niet zo veel ervaring mee. De kennis is er, de ervaring nog niet. Maar met het pakket voor passend onderwijs voor zmolk’ers dat we gezamenlijk (LECSO met NJI en VOBC) ontwikkelen, maken we snelle en goede stappen.”
INTERVIEW met Frank Nijhuis
Ambulante hulp bij LVB: ‘Onze focus ligt bij het gezin’
A
mbiq is een orthopedagogisch behandel-centrum in Noord-Oost Nederland. Het is gespecialiseerd in hulp aan kinderen en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) en de problematiek die daar vaak mee samengaat. Een gesprek met GZ-psycholoog Frank Nijhuis, programmaleider onderzoek en ontwikkeling.
Frank Nijhuis
Voor wie is de hulpverlening precies bedoeld? “Wij ondersteunen en behandelen kinderen van ongeveer 4 tot 23 jaar, en hun ouders. Maar de grootste groep zijn de 10- tot 16-jarigen. Wij richten ons op het hele gezin omdat een kind met een verstandelijke beperking veel impact heeft op het gezinsleven. Zo’n kind kan opstandig, agressief of angstig zijn, of heeft andere gedragsproblemen, bijvoorbeeld voortkomend uit seksueel misbruik of een trauma. Sommige kinderen hebben ook nog een ontwikkelingsstoornis als ADHD of autisme. Voor ouders is de opvoeding vaak extra zwaar. Wij ondersteunen ze daarbij. Daarnaast helpen we jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking hun leven op de rails te krijgen: een huishouden runnen, een opleiding afmaken, een baan vinden en we geven ondersteuning bij het ouderschap, als ze op jonge leeftijd kinderen krijgen. Ons doel is mensen op weg te helpen naar een zo zelfstandig mogelijke toekomst. In totaal behandelen we een kleine 1800 mensen op jaarbasis.” Vanuit welke visie werken jullie? “Ons uitgangspunt is dat het voor een kind het beste is om op te groeien in een gezin. Daarom ligt de focus van ons werk bij ambulante behandeling thuis. Onze hulpverleners begeleiden
de gezinsleden en als het nodig is kunnen we therapieën aanbieden, zoals bij trauma’s als gevolg van seksueel geweld. Als thuis wonen niet mogelijk is, omdat bijvoorbeeld de veiligheid voor het kind niet gegarandeerd is of de gedragsproblemen té fors zijn, bieden wij behandeling in onze behandelgroepen en gezinshuizen. Daarnaast hebben we op landelijk niveau een behandelfunctie voor sterk gedragsgestoorde kinderen. Altijd wordt bij de start van de hulp gekeken naar het perspectief. Welk resultaat willen we bereiken en waar woont het kind als onze hulp is gestopt: thuis of in een ander gezin?” Hoe wordt de hulp georganiseerd? Er zijn kennelijk allerlei specialisten, vaak heel intensief, bij betrokken. “Dat klopt, wij hebben ruim 800 mensen in dienst en er wordt multidisciplinair samengewerkt. Maar door de mogelijkheden van internet hebben we onze hulp veel efficiënter kunnen inrichten. Onze cliënten kunnen bijvoorbeeld met ons communiceren via een beveiligd digitaal platform: Jouw Omgeving. Dat kan fijn zijn als ze plotseling advies willen in een lastige situatie. Ze hoeven dan niet te wachten tot er iemand langs kan komen. We plaatsen er ook filmpjes op met uitleg over hoe je dingen kunt aanpakken, dagelijkse dingen zoals de was doen. Juist zulke praktische, visuele middelen werken heel goed bij onze doelgroep.”
We zoeken permanent naar manieren om onze hulpverlening nog effectiever en efficienter in te zetten. Ontwikkelingen op ons werkterrein volgen we heel nauwgezet, we doen onderzoek naar nieuwe behandelmethoden en evalueren ook systematisch ons eigen werk. Kunnen behalve cliënten, ook anderen voor advies bij Ambiq terecht? “Ja, eigenlijk ieder die in zijn of haar omgeving, professioneel of privé, te maken heeft met onze cliënten. Denk aan scholen, sportverenigingen, zorginstellingen, gemeenten. We geven onder meer advies, consulten, trainingen en voorlichtingsbijeenkomsten, zowel binnen als buiten onze regio.”
Meer informatie Ambiq Sabina Klinkhamerweg 21 7555 SK Hengelo 088 777 6000 www.ambiq.nl
PULSE MEDIA MEDIA GROUP GROUP PULSE
|
VROUW, KIND EN GEZONDHEID MVO
GGZ EN LVB
15
INTERVIEW met Jac de Bruijn
De bijzondere kracht van MST-LVB
M
is. MST-LVB verschilt van de reguliere MST-behandeling: het netwerk is kleiner en gaat vaker om eenoudergezinnen. De ouders van jongeren met LVB hebben in hoge mate zelf ook een beperking.”
ulti Systeem Therapie (MST) is een intensieve vorm van behandeling voor jongeren van 12 tot 18 jaar met ernstig antisociaal gedrag, zoals niet luisteren naar ouders, politiecontact, spijbelen, drugs- of drankgebruik en het tonen van fysieke en/of verbale agressie. Vaak dreigen deze jongeren vanwege dit gedrag uit huis geplaatst te worden. Het doel van MST is om dit te voorkomen. Jac de Bruijn, bestuurder Prisma, vertelt over MST-LVB.
Wat is bijzonder aan MST-LVB? “Er zijn weinig therapieën voor licht verstandelijk beperkten (LVB) die evidence based zijn. Dit is er een die echt voor deze jongeren werkt. Kenmerkend voor MST is dat naast de inzet van ouders alle systemen rond de jongere bij de therapie worden betrokken: leeftijdsgenoten, familie, school, buurt, politie, huisarts. De therapie vindt plaats in de directe
leefomgeving van de jongere, omdat het gedrag juist aan die omgeving gekoppeld
Waarin onderscheidt MST-LVB zich verder? “De therapie is intensiever: er is vaker dagelijks contact met de ouders en de therapie duurt gemiddeld een maand langer dan de reguliere MST. Vooral de aanpassing in communicatie is belangrijk. Het gaat erom te communiceren op het niveau en mogelijkheden van de ouders en dat we uitgaan van hun kracht en mogelijkheden. Zij voeren de regie, dat is cruciaal. Maar net als bij de reguliere MST moeten jongeren thuiswonen en het uitgangspunt van de therapie is ook om dat te handhaven. De resultaten zijn zeer bemoedigend.”
Is er in de hele transitie van jeugdzorg genoeg aandacht voor MST-LVB? “Veel gemeenten worstelen met deze materie. Een sterk punt aan deze behandelvorm is dat we voortdurend kunnen laten zien hoe de zaken ervoor staan. We hebben een prima dashboard waarop mensen bij gemeenten direct kunnen zien om welke aantallen het gaat en wat de resultaten zijn. Als je de investering en resultaten afzet tegen een gesloten plaatsing met alle risico’s en kosten van dien, dan heb je hier duidelijk een winstpunt. ”
Meer informatie Prisma Taxandriaweg 12 - B2 5142 PA Waalwijk 088-770 2200
[email protected] www.prismanet.nl
INTERVIEW met Gerard Besten
Een veilig thuis voor uithuisgeplaatste kinderen
I
n Nederland wonen zo’n 15.000 kinderen en jongeren in instellingen. Op 3,5 miljoen minderjarigen is dat veel. Veel te veel, zo blijkt uit internationaal vergelijk. Niet voor niets kreeg de Nederlandse overheid in het najaar van 2015 nog een forse tik op de vingers van het VNKinderrechtencomité: Nederland plaatst te veel kinderen in instellingen en moet meer inspanning verrichten om goede pleeggezinnen en gezinshuizen te vinden. Gezinshuis.com start gezinshuizen én ondersteunt gezinshuisouders die deze groep jongeren opvangen. “Met uiteindelijk doel om ieder kind binnen een veilige omgeving weer in zijn kracht te zetten”, aldus bestuurder Gerard Besten. Waarin onderscheidt een gezinshuis zich van instellingen? “Als het als kind niet vanzelfsprekend is dat je ouders voor je kunnen zorgen,
door oorzaken als mishandeling, misbruik, verslaving van de ouders of eigen gedragsproblemen, dan word je binnenwereld koud en angstig. Wanneer we deze kinderen een toekomst willen geven, moeten we zorgen dat hun binnenwereld weer veilig, warm en stabiel wordt. Dat kan alleen door mensen die willen en kunnen aansluiten bij deze kinderen. Gezinshuisouders die zich dagelijks en indringend de vragen stellen: ‘Wie ben je eigenlijk?’, ‘Hoe gaat het met je?’ en ‘Wat kan ik voor je doen?’ Dat is wat we in onze gezinshuizen dagelijks nastreven.” Waarom juist deze woonvorm? “De jeugdzorg is in de loop der jaren killer en bureaucratischer geworden. Dat moet en dat kan veranderen; juist in het belang van deze kinderen. Wij zijn ervan overtuigd dat deze kinderen het beste af
Gezinshuisouders (foto Martin Modderkolk)
zijn als ze binnen een gezinsverband op kunnen groeien. Een omgeving waarin structuur, veiligheid en geborgenheid centraal staan. Zodat deze jongeren gezien worden en zichzelf kunnen hervinden. Die kwaliteit van samenleven én leven is bepalend voor hun toekomst.”
Meer informatie www.gezinshuis.com
[email protected] 0342-450253
INTERVIEW met Eric Dumont
Wat als je kind niet wil eten?
V
aandacht en zorg bij weigering. Die problemen kunnen zo enorm worden.”
organisch probleem. Vervolgens kijken we met wat voor type kind we te maken hebben, want voor het inzetten van een behandelprogramma is het belangrijk om te weten of het bijvoorbeeld een kind met een verstandelijke beperking of autisme is. Op die manier kunnen wij het SLIK-programma op maat aanbieden. In dit programma, dat door SeysCentra is ontwikkeld, worden deze kinderen systematisch en stap voor stap minder gevoelig gemaakt voor prikkels die de angst voor voedsel veroorzaken. Het programma kan eventueel worden aangevuld met gedragstherapie voor het kauwen en doorslikken van vast voedsel en andere trainingen.”
Wat te doen? “Als kinderen met deze problematiek naar SeysCentra worden doorverwezen, checken we eerst of er sprake is van een
Wat is de rol van de ouders tijdens de behandeling? “We bekijken samen het hele proces: wat er is gebeurd, wat er is gedaan. We
eel jonge kinderen hebben moeite met eten: ze weigeren voedsel of eten zeer selectief. Ouders zijn vaak ten einde raad. Hoofd behandeling Eric Dumont van SeysCentra bespreekt een oplossing.
Hoeveel Nederlandse kinderen kampen met voedingsproblemen? “Zo’n 25 procent is extreem selectief of weigert voedsel, vaak als gevolg van organische problemen, zoals reflux. Omdat een reflux pijn doet, gaan deze kinderen voedsel associëren met pijn waardoor ze voeding gaan weigeren. Het kind ontwikkelt spannings- en angstklachten op prikkels die verwijzen naar voeding of de voeder. Anderzijds zal het kind zichzelf aanleren dat de voedingseis van de ouders stopt bij bepaald gedrag, zoals weigeren. Omdat ouders hun uiterste best doen om het kind toch te laten eten, ervaart hij extra
Hoofd behandeling Eric Dumont van SeysCentra
maken ook films van de eetsituaties van het kind, zodat we samen een gedragsverandering kunnen bepalen. Dat kan gaan om ambulante behandeling, dagbehandeling of 24-uurs behandeling. De ouders worden bij elke stap betrokken, we trekken samen op en dat moet ook. Zij worden bij ons getraind om zelf met het kind te kunnen oefenen. De ouders zijn immers degenen die het voedsel moeten aanbieden. We kunnen kinderen en ouders ook hulp bieden in de vorm van bijvoorbeeld EMDR, Eye Movement Desensitization and Reprocessing, een effectief bewezen behandelmethode om trauma’s te verwerken.”
Meer informatie www.seyscentra.nl 088 779 4790
TOPs!-programma zowel geschikt voor (speciaal) onderwijs als jeugdzorg
Positief denken en doen versterkt eigen kracht van jongeren en zorgt voor veilig leef- en leerklimaat. Voor de toekomst van kwetsbare jongeren is het cruciaal dat ze leren
Positief en veilig leerklimaat
zich steeds meer bewust te worden van hun eigen denken en doen,
Ook zorgt TOPs! voor een positief en veilig leef- en leerklimaat
zodat ze ook verantwoordelijkheid leren nemen voor hun keuzes
doordat binnen de hele school of instelling op een duidelijke en
en gedrag. Het speciaal voor de Nederlandse markt ontwikkelde
eenduidige manier wordt gewerkt. TOPs! kent een positieve
programma TOPs! doet dit door jongeren in iedere situatie te leren
benadering; een basisklimaat gericht op belonen van gewenst
inzien dat ze kunnen kiezen voor een positieve oplossing. Zo wordt
gedrag. Door vaste werkwijzen en leerbijeenkomsten ontstaat er
een stevig fundament gelegd voor een toekomst met positief en
rust, minder incidenten, meer veiligheid en een betere sfeer.
prosociaal gedrag. Zowel binnen als buiten hun school of groep.
TOPs! is een programma van Stichting 180. Wilt u meer weten over TOPs! of onze andere programma’s? Kijk dan op www.180.nl of bel
Meer zelfregie voor jongeren TOPs! is doorontwikkeld vanuit de erkende jeugdinterventie
088 – 88 00 300.
EQUIP en in samenwerking met professionals uit het werkveld praktisch toepasbaar gemaakt. Er wordt vooral gewerkt binnen peer-groups. In de groep staat het creëren van een positieve groepscultuur centraal, waardoor jongeren worden gemotiveerd elkaar te helpen, aan te spreken en van elkaar te leren. Ze laten meer zelfstandigheid zien, meer verantwoordelijkheid en zelfregie. Proactief coachende professionals Aan professionals (leerkrachten en/of begeleiders) biedt TOPs! de handvatten om een coach te zijn voor hun leerlingen. De handelingsbekwaamheid van professionals neemt toe waar het de combinatie van didactiek en pedagogiek betreft.
Stichting 180 / Dolderseweg 120 / 3734 BL Den Dolder / T 088 – 88 00 300 / www.180.nl