Collegegids Locatie Akkerlaan
2015-2016
College egids Collegegids
2015-2016
Locatie Akkerlaan eerste opvang v.o. voor anderstaligen Akkerlaan 19 6533 BK Nijmegen (024) 355 10 33
[email protected] www.canisiuscollege.nl
Inhoud 1
Canisius College 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
Van jaar tot jaar 2.1 2.2 2.3 2.4
3
4
5
2
20
Leerlingenzorg Leiding Mentoren Contacten met ouders, verzorgers, voogden en begeleiders De interne trajectbegeleiding (I.T.B.) De zorgcoördinator Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Klachtenregeling en vertrouwenspersoon GGD op school Remedial teaching Logopedie Zorg Advies Team (Z.A.T.) Passend onderwijs
Buitenlesactiviteiten 5.1 5.2 5.3
13
Lestijden Regelingen en leefregels Belangrijke gebeurtenissen Vakanties 2015-2016
Begeleiding van leerlingen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13
9
Intake en toetsen Criteria voor tussentijds wijzigen van het profiel van een leerling Uitstroom Certificaten
Van dag tot dag 3.1 3.2 3.3 3.4
4
De missie van het Canisius College Locatie Akkerlaan Internationale Schakelklas Voor wie is de afdeling Eerste Opvang bestemd? Welke profielen zijn mogelijk Begeleiding
Bijzondere activiteiten ten behoeve van de leerlingen Culturele activiteiten Maatschappelijke oriëntatie
29
6
Schoolleiding en bestuur 6.1 6.2 6.3 6.4
7
Financiële regelingen 7.1 7.2 7.3 7.4
Bijlage
34
Schoolrekening Boeken Studiekostenvergoeding en studiefinanciering Verzekeringen
School Ondersteunings Profiel
32
Locatiemanagement Directie Canisius College Schoolbestuur Administratie
38
Canisius College locatie Akkerlaan (ISK)
3
1 4
Canisius College
Het Canisius College, dat sinds januari 2002 valt onder Scholengroep Rijk van Nijmegen, is een brede scholengemeenschap voor ISK, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. De school is gevestigd op drie locaties. Locatie Berg en Dalseweg is gelegen aan de Berg en Dalseweg 207 in Nijmegen. Op deze locatie wordt onderwijs verzorgd voor vmbo-t, havo en vwo. Het is tevens de hoofdvestiging. Op locatie De Goffert, gevestigd aan de Goffertweg 20 in Nijmegen, wordt onderwijs verzorgd voor vmbo (inclusief het leerwegondersteunend onderwijs). Op locatie Akkerlaan, die zich bevindt op de Akkerlaan 19 in Nijmegen, wordt de eerste opvang verzorgd voor anderstalige leerlingen, de zg. Internationale Schakelklas (ISK) of 1ste opvang V.O.
1.1
De missie van het Canisius College Jonge mensen opleiden en begeleiden naar volwassenheid. Dat is de primaire taak van het Canisius College. Die taak voeren we uit vanuit de overtuiging dat persoonlijkheidsvorming een kwestie is van hoofd, hand en hart. Anders gezegd: van het samenspel tussen kennis, vaardigheden en houdingen. Om dat samenspel zo goed mogelijk te laten verlopen, is een leefgemeenschap waarin vertrouwen en respect voor de ander voorop staan, een absolute voorwaarde. Het Canisius College wil zo’n leefgemeenschap zijn. Daarbij is de inbreng van leerlingen, hun ouders en verzorgers, docenten, ondersteunend personeel, directie en schoolbestuur onmisbaar. Alleen zo lukt het om een veilig en open klimaat te scheppen waarin ieders talenten zo goed mogelijk tot hun recht kunnen komen. Levensbeschouwelijke vorming is daarbij van groot belang. Welke godsdienst, levensovertuiging, etnische of culturele achtergrond leerlingen en medewerkers ook hebben, de school staat voor hen open, zolang de christelijke grondslag en de katholieke historie van de scholengemeenschap worden gerespecteerd. Een lerende school Een gezonde leefgemeenschap heeft een open oog en oor voor maatschappelijke ontwikkelingen. Zo ook het Canisius College. De school vervult een actieve rol in stad en regio en heeft contacten met het basisonderwijs, het bedrijfsleven, beroepsopleidingen en overheden. We spelen dan ook voortdurend in op de veranderende eisen die de samenleving aan de scholengemeenschap stelt. De snelheid en de onvoorspelbaarheid waarmee de kennis- en informatiemaatschappij zich ontwikkelt en de daaruit voortvloeiende landelijke ontwikkelingen in het onderwijsveld vragen daar ook om. 5
Het Canisius College wil dan ook een lerende school zijn; daar hebben we uitdrukkelijk voor gekozen. Dat leren geldt niet alleen voor leerlingen maar zeker ook voor de medewerkers. Hun kennis, vaardigheden en visies zijn permanent in ontwikkeling, zowel op individueel niveau als in teamverband. Juist dat teamverband biedt grote mogelijkheden om te leren van elkaars kwaliteiten, maar ook van elkaars fouten. De dialoog is daarbij van essentieel belang om bijna letterlijk lessen te kunnen trekken voor de toekomst en het aanbod van onderwijs en vorming op een steeds hoger peil te brengen. Zo’n lerende school kan met recht zeggen dat de leerling centraal staat!
1.2
Locatie Akkerlaan Internationale Schakelklas Wat is de Eerste Opvang Voortgezet Onderwijs? Een aparte vorm van onderwijs voor anderstalige leerlingen die geen of te weinig kennis van de Nederlandse taal en/of schoolse vaardigheden hebben om voortgezet onderwijs of een beroepsgerichte opleiding te kunnen volgen. Doelstelling Anderstalige leerlingen zo snel en zoveel mogelijk Nederlands leren en voorbereiden op enige vorm van voortgezet onderwijs, zodat zij aansluiting krijgen bij een leerjaar dat gezien hun leervermogen, vooropleiding en leeftijd het best bij hen past. Voor sommige leerlingen is dit, mede gelet op hun leeftijd, niet meer mogelijk. Met deze groep wordt toegewerkt naar andere vormen van, veelal beroepsgerichte, vervolgscholing. Uiteraard wordt in alle gevallen rekening gehouden met de wensen van leerlingen en ouders/verzorgers. De primaire doelstelling van deze afdeling is dus, anderstalige leerlingen zo snel en zo volledig mogelijk Nederlands te leren, zodat zij aansluiting krijgen bij een leerjaar in het gewone voortgezette onderwijs dat gezien hun leervermogen, vooropleiding en leeftijd het best bij hen past, ofwel bij een beroepsopleiding. Het merendeel van de lessen wordt dus gewijd aan het vak Nederlands, maar ook alle andere relevante vakken komen aan bod. Daarnaast worden de leerlingen voorbereid op de Nederlandse samenleving, zodat ze als volwaardig burger aan de Nederlandse samenleving kunnen deelnemen.
1.3
Voor wie is de afdeling Eerste Opvang bedoeld? Voor leerplichtige anderstalige leerlingen, jongens en meisjes, van elke nationaliteit. Door de plaatsingscommissie wordt een voorlopig
6
uitstroomprofiel vastgesteld. In dit profiel proberen we zo goed mogelijk te voorspellen welke onderwijsrichting na de ISK het beste bij de leerling past en hoeveel tijd de leerling op de ISK nodig heeft om de overstap naar een regulier onderwijstraject te maken. Vervolgens worden de leerlingen geplaatst in kleine mentorgroepen van gemiddeld 14 leerlingen. De leerlingen krijgen instructielessen en daarnaast werken zij aan vooraf afgesproken taken.
1.4
Welke profielen zijn mogelijk
1.4.1
AVO/ROC Het AVO profiel (vmbo basis t/m havo/vwo) is van toepassing op leerlingen van 12 tot en met 15 jaar met een redelijke tot goede onderwijsachtergrond in het land van herkomst. De Instroomklassen (instroomfase) zijn bedoeld voor leerlingen die geen of zeer weinig kennis hebben van de Nederlandse taal. De meeste tijd wordt besteed aan de studie van het Nederlands, vooral lezen en schrijven. Daarnaast wordt gewerkt aan de aanpassing aan het in Nederland bestaande schoolsysteem (op tijd zijn, huiswerk, rol van de docent, methodiek enz.). De Uitstroomklassen (de uitstroomfase) zijn bestemd voor leerlingen die nog één schooljaar nodig hebben om doorgeschakeld te worden naar een vorm van regulier voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo). Met name in deze groepen wordt veel nadruk gelegd op de vakken van de basisvorming en op begeleiding bij de verdere schoolkeuze. Het ROC profiel is van toepassing op leerlingen van 15 jaar tot en met 17 jaar met een redelijke tot goede onderwijsachtergrond in het land van herkomst. Leerlingen van dit profiel worden na ISK onderwijs doorgeschakeld naar een beroepsopleiding van het ROC. Groepen die bestaan uit leerlingen van bovenstaande profielen kunnen 16 tot 20 leerlingen bevatten. Het gewenste eindniveau voor deze profielen voor Nederlands en rekenen is referentieniveau 1F (CEF-niveau A2/B1). De niveaus zijn daarmee omschreven in een landelijk referentiekader.
1.4.2
Vmbo lwoo en ROC Entree Het vmbo lwoo profiel is van toepassing op leerlingen van 12 tot en met 15 jaar die geen of een zeer beperkte onderwijsachtergrond hebben. Daarnaast kunnen sociaal-emotionele factoren en leerproblemen een rol spelen bij het leertempo. Bij deze leerlingen wordt ook gewerkt met instroomklassen en uitstroomklassen. In de uitstroomklas wordt de leerling voorbereid op vmbo onderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning (lwoo). 7
Het ROC Entree profiel is van toepassing op leerlingen vanaf 15 jaar die niet rechtstreeks naar mbo niveau 2 kunnen instromen. Tevens kunnen sociaal-emotionele problemen en/of leerproblemen een rol spelen. Met name in de uitstroomfase wordt meer aandacht besteed aan praktische vaardigheden. Groepen van leerlingen van deze profielen bestaan uit 10 tot 14 leerlingen. Het gewenste eindniveau voor Nederlands en rekenen voor deze profielen is referentieniveau 1F (CEF-niveau A2 op minimaal enkele deelvaardigheden voor Nederlands zoals spreken, luisteren en schrijven).
1.5
Begeleiding Alle leerlingen op de ISK krijgen een intensieve begeleiding. In de instroomfase is die begeleiding vooral gericht op de inburgering op school (aanwezigheid, leerhouding, huiswerk e.a.) en in de uitstroomfase vooral op de toerusting en doorschakeling naar het vervolgonderwijs. Daarnaast is er het project ‘Verrekijker’ waarin leerlingen met een uitstroomprofiel van ten minste vmbo-t meerdere lessen per week op niveau instructielessen krijgen voor de vakken Nederlands, biologie, economie, aardrijkskunde en geschiedenis. Bovendien worden deze leerlingen extra begeleid. Voor toelating tot de ‘Verrekijker’ is toelating middels de plaatsingscommissie vereist. Als er voldoende leerlingen zijn, kan er zelfs een vaste klas voor gevormd worden. Elk half jaar wordt het voorlopige profiel van de leerling getoetst aan de actuele situatie (vorderingen, leerhouding, enz.). Als de actuele situatie daartoe aanleiding geeft, wordt het profiel gewijzigd. De wijziging kan tot gevolg hebben dat de leerling wordt overgeplaatst naar een andere groep.
8
2
Van jaar tot jaar 9
2.1
Intake en toetsen Intake Sommige leerlingen van wie geen schoolresultaten bekend zijn worden bij de intake getoetst op hun algemene leerondersteunende vaardigheden en hun kennis van het Nederlands. Het gaat hier om landelijk ontwikkelde toetsen. Daarnaast worden meerdere aspecten die voor het leren van belang zijn, in beeld gebracht. Een voorlopig profiel wordt vastgesteld door de intaker en bevestigd of bijgesteld door de plaatsingscommissie. Dit voorlopige profiel wordt na uitsluitsel van de plaatsingscommissie door de intaker met de ouder/ verzorgers en de leerling besproken. Hierna breekt de intake-fase aan waarin door de klassenmentor middels observatie het voorlopige profiel wordt getoetst aan de dagelijkse praktijk. Na een periode van 6 weken wordt het voorlopige advies, op aangeven van de mentor, door de plaatsingscommissie omgezet in een definitief profiel. Ook kan het profiel dan worden gewijzigd. In sommige gevallen is de plaatsingscommissie gerechtigd om een leerling af te wijzen als deze leerling niet past in de normen die vastgelegd zijn in het School Ondersteunings Profiel (zie de bijlage achterin deze gids). Januari/februari Half januari worden alle uitstroomleerlingen getoetst op hun kennis van het Nederlands, Engels, rekenen en studievaardigheid. De toetsing gebeurt door middel van leerstofonafhankelijke landelijke TOA-toetsen van Bureau ICE. We gebruiken de normen van het referentieniveau Taal en Rekenen voor Nederlands en rekenen. Voor Engels gebruiken we de normen van het CEFR (Common European Framework of Reference). Leerlingen in de instroom- en tussenfase die door hun mentor worden aangemeld voor toetsing, worden met dezelfde TOA-toetsen getoetst op Nederlands en rekenen. De resultaten van alle toetsen worden door het docententeam besproken en getoetst aan het individuele leerlingenprofiel. De overwegingen m.b.t. het profiel worden met de leerling, ouders, begeleiding en/of voogden besproken. Mei/juni In deze maanden worden alle gealfabetiseerde leerlingen (wederom) getoetst op hun kennis van het Nederlands, het rekenen, het Engels en studievaardigheid door middel van de leerstofonafhankelijke landelijke TOA-toetsen van Bureau ICE. De resultaten worden door het docententeam besproken. De school herformuleert eventueel het profiel. Het profiel wordt dan nogmaals besproken met de leerlingen, ouders, begeleiding en/of voogden.
10
2.2 Criteria voor tussentijds wijzigen van het profiel van een leerling Wanneer kan het profiel van een leerling gewijzigd worden? Wijziging gebeurt altijd in overleg met alle docenten die les geven aan betreffende leerling. Dit overleg kan plaatsvinden in de vorm van een rapportenvergadering of een leerling-begeleidingsbespreking. De klassenmentor verzoekt aan de plaatsingscommissie om toestemming. De plaatsingscommissie doet uitspraak over tussentijdse herschikking. Dit gebeurt slechts zelden omdat alle leerlingen een vastgesteld profiel bezitten. Wijzigingscriteria - De NT2 toets of andere leerstofonafhankelijke toets (hetzij klassikaal, hetzij individueel) - Leerstofgebonden toetsing - Rapportenvergadering - Verblijfsduur op de ISK - Studiehouding - Motivatie - Leerbaarheid - Mate van progressie in relatie met het profiel - Aanwezigheidsgraad (absentie) - Sociale indicatie
11
2.3
Uitstroom De uitstroom vindt in principe plaats op elk tijdstip gedurende het schooljaar, maar in hoofdzaak aan het einde ervan. Het profiel bepaalt de voortzetting van de studie in het reguliere voortgezette onderwijs. Afhankelijk van niveau en verdere mogelijkheden volgt plaatsing op een school voor PRO, lwoo, vmbo, havo of vwo. De keuze wordt pas echt definitief na gesprekken met de mentor, die bij zijn voorstel in belangrijke mate steunt op het oordeel van de trajectbegeleider en de betrokken docenten. Eind februari, begin maart (in het uitstroomjaar) dient de keuze vast te staan. Voor leerlingen vanaf 15 jaar is plaatsing in het reguliere voortgezette onderwijs soms mogelijk, maar over het algemeen wordt gekozen voor een beroepsgerichte vervolgopleiding (Entree of een bepaalde sector (minimaal niveau 2) van het ROC). Deze keuze wordt definitief na gesprekken met de mentor, die bij zijn voorstel zowel uitgaat van de wens van de leerling als van het advies van de trajectbegeleider en de betrokken docenten.
2.4
Certificaten De ISK kent geen diplomering, maar zowel docenten, ouders als leerlingen hebben grote behoefte aan een tastbare afsluiting in de vorm van een certificaat. Op het certificaat zijn de scores voor NT2, rekenen en eventueel Engels vastgelegd per leerling. Daarbij krijgen de leerlingen een cijferlijst (het zgn. rapport).
12
3
Van dag tot dag 13
3.1
Lestijden 1e les
08.30 - 09.20 uur
2e les
09.20 - 10.10 uur
pauze
10.10 - 10.30 uur
3e les
10.30 - 11.20 uur
4e les
11.20 - 12.10 uur
pauze
12.10 - 12.40 uur
5e les
12.40 - 13.30 uur
6e les
13.30 - 14.20 uur
pauze
14.20 - 14.35 uur
7e les
14.35 - 15.25 uur
8e les
15.25 - 16.15 uur
3.2
Regelingen en leefregels
3.2.1
Uitgangspunten Op het Canisius College -locatie Akkerlaan- hechten wij er heel veel waarde aan om in een prettige en plezierige sfeer met elkaar om te gaan. Dit geldt voor leerlingen, docenten, directie en overig personeel. Zowel voor de veiligheid als voor het welbevinden van leerlingen en alle personeelsleden is het noodzakelijk dat iedereen zich houdt aan de normale omgangsnormen. Vanuit dat oogpunt zijn onze leefregels opgesteld. Op deze wijze zijn wij samen verantwoordelijk voor een prettige sfeer op onze school. De belangrijkste regel die wij op onze school hanteren is: “iedereen heeft respect voor iedereen”. Bij het zondigen tegen deze regel worden er altijd maatregelen genomen. Onze schoolregels zijn vastgelegd in de gedragshandleiding ‘Onze manieren zijn zó’. Deze regels worden in het begin van ieder schooljaar aan alle leerlingen uitgelegd en overhandigd.
3.2.2
Algemeen a. Schade De schade, door een leerling(e) toegebracht aan het gebouw en/of de inventaris, wordt op kosten van de ouders/verzorgers van de desbetreffende leerling(e) hersteld. b. Verloren/gevonden voorwerpen Verloren en gevonden voorwerpen zijn terug te krijgen dan wel in te leveren bij de conciërge.
14
c. Administratie Wijzigingen in persoonlijke omstandigheden, zoals wijzigingen van adres en/of telefoonnummer, dienen zo snel mogelijk schriftelijk doorgegeven te worden aan de administratie.
3.2.3
Regelingen 1. Stalling van fietsen en bromfietsen (Brom)fietsen worden direct na aankomst gestald in de daarvoor bestemde ruimte en op slot gezet. Bij het hek van de fiets/brommer afstappen. 2. Toegang school Onbevoegden mogen niet op het schoolterrein of in het schoolgebouw komen. Bezoekers melden zich altijd eerst bij de conciërge. 3. Garderobe Jassen e.d. mogen niet meegenomen worden in de lokalen. Voor elke leerling(e) is er een garderobekastje. Alle in de school niet benodigde spullen worden daarin opgeborgen, zoals jack/jas, cap, helm, walkman, gymspullen. De school is niet aansprakelijk voor verlies van spullen van leerlingen of bezoekers, omdat iedereen over een afsluitbaar kastje kan beschikken. 4. Ziekte Bij ziekte van een leerling(e) bellen de ouders of verzorgers de eerste dag, liefst vóór 8.30 uur, de school. Wanneer een leerling(e) om redenen van ziekte naar huis wil, meldt hij/zij zich eerst bij de mentor, de zorgcoördinator of de afdelingsleider. Van ouders/verzorgers wordt verwacht dat zij onder schooltijd (telefonisch) bereikbaar zijn. 5. Verzuim Wanneer een leerling(e) om een bepaalde reden enkele lessen moet verzuimen, dient hij/zij dit ruimschoots van tevoren schriftelijk aan te vragen bij de mentor. Bij verzoek om verlof voor één dag of meer is de locatieleider degene die daarvoor toestemming moet geven. Dit geldt ook voor bijzondere feestdagen zoals het Offerfeest, het Suikerfeest, Chinees Nieuwjaar, Afghaans Nieuwjaar etc. Bij verlof aanvragen voor een periode langer dan 9 dagen moet ook leerplichtzaken toestemming geven. 6. Veiligheid/gezondheid Het op school in bezit hebben van zaken die schadelijk kunnen zijn voor jezelf of anderen, is verboden. 15
7. Publicatiebord De leerlingen behoren elke dag kennis te nemen van de voor hen bestemde roosterwijzigingen en mededelingen op de publicatiemonitoren. 8. Op tijd zijn Vanzelfsprekend wordt van iedere leerling(e) verwacht dat hij/zij op tijd in elke les aanwezig is. Voor de beginlessen geldt: zorg ervoor steeds op tijd op school te zijn, dat wil zeggen zo’n 10 minuten voor het begin van de eerste les. Na de eerste bel moeten de docent en de leerling bij het lokaal aanwezig zijn, zodat de les op tijd kan beginnen. Als de docent het eerste uur een lesuur of een taakuur heeft dient hij om 8.15 op school aanwezig te zijn 9. Te laat komen/absentie Als een leerling(e) te laat komt, meldt hij/zij zich bij de lesgevende docent. De docent registreert het te laat komen in het absentiesysteem. Hetzelfde gebeurt met absentie. Na de derde te laat melding moet de leerling zich om 8.00 uur op school melden. De conciërge controleert de absentie nogmaals tijdens het 3e lesuur. Bij geconstateerde ongeoorloofde absentie doet de conciërge telefonisch of schriftelijk melding aan het huisadres van de leerling. Bij ongeoorloofde absentie wordt leerplichtzaken ingeschakeld. Ook als een leerling vaak te laat komt wordt leerplichtzaken ingeschakeld. De leerling die regelmatig te laat komt of ongeoorloofd absent is kan rekenen op straf van de klassenmentor. Ongeoorloofde absentie kan uitmonden in een officiële waarschuwing, schorsing of zelfs verwijdering. Als een leerling regelmatig ziek gemeld wordt, kan de leerling worden doorverwezen naar de schoolarts en/of de leerplichtambtenaar. Als de leerling of ouder weigert naar de schoolarts te gaan wordt deze doorverwezen naar de leerplichtambtenaar. 10. Aansprakelijkheid De school aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor beschadiging of zoekraken van kleding, brillen, geld, horloges, fietsen, scooters e.d.
3.2.4
Leefregels 1. Gebruik gebouw Het schoolgebouw willen we graag zo gebruiken dat het er voor allen prettig verblijven is. Eten en drinken in klaslokalen en studieruimten is niet toegestaan! In de klas en studieruimten is het gebruik van kauwgom niet toegestaan.
16
2. Pauzes Houd de ingang (hal) vrij; dat voorkomt opstoppingen. Je mag tijdens de pauzes in de aula/studieruimte eten en drinken. Ga bij de eerste bel na de pauze naar de klas of naar de studieruimte. 3. Roken In verband met veiligheid en hygiëne mag in het schoolgebouw en op het terrein nergens gerookt worden. Alleen vóór het schoolhek mag gerookt worden door oudere leerlingen. Bovendien wordt het in het algemeen sterk ontraden, omdat het slecht is voor de gezondheid. 4. Mobiele telefoon/smartphone In verband met het verstoren van de lessen en de rust in de school is het gebruik van de mobiele telefoon binnen de lokalen en studieruimten niet toegestaan, tenzij de docent toestemming geeft tot gebruik. De telefoon moet anders op ‘uit’ staan. Als u tijdens de schooltijd uw kind/ pupil dringend moet bellen, moet u dat doen via de telefoonlijn van de school (024-3551033) en niet via het mobiele nummer van uw kind/ pupil omdat dit de les verstoort die uw kind/pupil op dat moment volgt. 5. Toilet Om de lessen zo min mogelijk te verstoren wordt er tijdens de lessen in principe niet naar het toilet gegaan. 6. Schoolspullen Elke leerling(e) zorgt er voor dat hij/zij voor elke les de spullen bij zich heeft die daarvoor nodig zijn. Schrijf alleen in de werkboeken. 7. Kopieerapparaat en printers Leerlingen mogen niet zelfstandig, zonder toezicht, kopiëren of printen. 8. Overige regels Bij gebruik van verbaal en/of fysiek geweld van leerlingen tegen personeelsleden wordt altijd tot schorsing voor onbepaalde tijd overgegaan. Ook bij het gebruik van alcohol of andere drugs volgt schorsing dan wel verwijdering. Bij het dealen van drugs volgt altijd onmiddellijke verwijdering van school. Lees de overige regels voor personeel en leerlingen in het reglement ‘Onze manieren zijn zó’. Het is voor de leerlingen verboden om tijdens de schooltijden bij supermarkt Albert Heijn naar binnen te gaan. Het is voor personeel en leerlingen niet toegestaan om op school openlijk uiting te geven aan politieke en/of religieuze overtuigingen.
17
juli september 3.3
Belangrijke gebeurtenissen
17 en 18 juli 2015 Suikerfeest
1 september 2015 Alle leerlingen beginnen op school 24 september 2015 Offerfeest
november
10 november 2015 Informatieavond voor de uitstroomklassen 23 en 24 november 2015 1e oudergesprekken/mentorgesprekken over de voortgang
december 1 december 2015 St. Nicolaas activiteit 18 december 2015 Kerstviering
januari
11 t/m 15 januari 2016 1e toetsweek Nederlands, rekenen, studievaardigheid en Engels 25 en 26 januari 2016 Rapportenvergadering en vaststellen uitstroomadviezen
februari
3 februari 2016 1e rapport, de TOA rapportages en het uitstroomadvies worden uitgereikt 15 en 16 februari 2016 2e oudergesprekken/mentorgesprekken
maart mei juni
1 maart 2016 Informatieavond voor de instroomklassen 23 t/m 27 mei 2016 2e toetsweek Nederlands, rekenen, studievaardigheid en Engels 2 juni 2016 Schoolreis 6 en 7 juni 2016 Rapportvergadering
18
juni
14 juni 2016 Sport- en spel dag 15 juni 2016 2e rapport en de TOA rapportages worden uitgereikt 20 en 21 juni 2016 3e oudergesprekken/mentorgesprekken
juli augustus september oktober december februari maart mei Donderdag 7 juli 2016 Certificatenuitreiking
3.4
Vakanties 2015 - 2016
Aanvang schooljaar Maandag 31 augustus 2015
Eerste schooldag voor de leerlingen Dinsdag 1 september 2015 Herfstvakantie Maandag 26 t/m vrijdag 30 oktober 2015 Kerstvakantie Maandag 21 december 2015 t/m vrijdag 1 januari 2016 Voorjaarsvakantie Maandag 8 t/m vrijdag 12 februari 2016 Pasen Vrijdag 25 t/m dinsdag 29 maart 2016 Meivakantie Woensdag 27 april t/m vrijdag 6 mei 2016 Pinksteren Maandag 16 mei 2016
juni juli
Junidag Vrijdag 3 juni 2016 (na het schoolreisje) Zomervakantie Maandag 18 juli t/m vrijdag 26 augustus 2016
19
4 20
Begeleiding van leerlingen
4.1
Leerlingenzorg Onze school ziet leerlingenzorg als een uiterst belangrijk onderdeel van de taak waar ze voor staat. Belangrijk voor het onderwijs zelf, maar ook belangrijk voor het welbevinden en de algehele vorming van de leerlingen. Die leerlingenzorg wil de school realiseren door middel van een goed werkend systeem van leerlingbegeleiding. In dit systeem speelt de mentor een centrale rol. In de volgende paragrafen wordt dit en de overige aspecten van deze begeleiding nader uitgewerkt.
4.2
Leiding De leiding van de leerlingenzorg is in handen van de zorgcoördinator van de school. Deze coördinatie is vooral van algemene, meer organisatorische aard, al onderhoudt zij in bepaalde gevallen ook directe contacten met de leerlingen. Haar deur staat ook open voor een gesprek en in de praktijk van het schoolleven wordt daar ook veelvuldig gebruik van gemaakt. De zorgcoördinator overlegt met interne en externe hulpverleners en stuurt deze aan. De centrale plaats in de leerlingenzorg wordt echter ingenomen door de mentor.
4.3
Mentoren Elke groep heeft een mentor. Zijn/haar taak is de leerlingen individueel en in klassenverband te begeleiden bij hun studie of vorming. Met dat doel onderhoudt de mentor enerzijds contacten met de docenten, anderzijds met de locatieleider en met de ouders/verzorgers. Als er extra zorg nodig is die buiten de normale leerlingbegeleiding valt, wordt de zorgcoördinator ingeschakeld. De mentor is dus de vertrouwensfiguur en tussenpersoon tot wie zowel leerlingen als ouders/verzorgers zich kunnen wenden. Ook de ouders/verzorgers worden nadrukkelijk aangeraden eerst met de mentor contact op te nemen als zij vragen hebben over het wel en wee van hun kind op school. De namen van de mentoren van de diverse klassen worden in het begin van het schooljaar bekend gemaakt.
4.4
Contacten met ouders, verzorgers, voogden en begeleiders Bij de intake van de leerling dient zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger, ouder(s), verzorger of voogd aanwezig te zijn. Verder is er driemaal per jaar, te weten in oktober, februari en juni, een regulier contact tussen de wettelijke vertegenwoordiger en de mentor van de niveaugroep waarin de leerling geplaatst is, bij voorkeur in aanwezigheid van de leerling zelf. De eerste maal gaat het om een nadere kennismaking, de volgende twee keer om een gesprek naar aanleiding van de resultaten die behaald zijn bij de leerstofgebonden proefwerken en de landelijk vastgestelde toetsen. Daarbij zal het 21
profiel van de leerling altijd uitgangspunt zijn. Incidenteel kunnen uiteraard ook tussentijdse contacten plaatsvinden, in beginsel met de betrokken mentor maar ook met de afdelingsleider.
4.5
De interne trajectbegeleiding (I.T.B.) Naast de mentoren is er in de school een functionaris werkzaam als interne trajectbegeleider. Zijn taak is het om vanaf binnenkomst in de school de leerlingen advies te geven en te begeleiden bij de doorstroming naar het vervolgonderwijs of een beroepsopleiding. Over het algemeen gaan alleen leerlingen van 12 tot en met 15 jaar naar het reguliere Voortgezet Onderwijs (zie 1.4) en oudere leerlingen naar het ROC of VAVO. De trajectbegeleider steunt bij zijn advisering in belangrijke mate op het oordeel van de docenten en de uitslagen van de centrale toetsen, maar vormt zichzelf ook een oordeel op basis van groeps- en/of persoonlijke gesprekken met de leerling. Hij probeert een goed keuzeklimaat te creëren en geeft de leerling informatie over de keuzemogelijkheden en de daaraan verbonden gevolgen. Dit laatste gebeurt in de lessen beroepenoriëntatie en tijdens individuele gesprekken. Deze begeleider geeft tevens informatie aan de ouders en voogden en blijft de uitgestroomde leerlingen nog enige tijd volgen. Willen de ouders of voogden een gesprek over de specifieke situatie van een leerling, dan kan daartoe altijd een afspraak gemaakt worden.
4.6
De zorgcoördinator De zorgcoördinator is de centrale persoon in het geheel van de zorgstructuur. Deze zorgt ervoor dat afspraken met leerlingen en docenten m.b.t. extra zorg worden nagekomen. Zo kan er via de zorgcoördinator contact worden gelegd met alle interne medewerkers die leerlingenzorg bieden. Ook is de zorgcoördinator de voorzitter van het zorgadvies team (Z.A.T.) en het Interne Zorg Advies Team (I.Z.A.T.). In het Z.A.T. (zie 4.12) wordt gezocht naar oplossingen of andere vormen van zorg binnen of buiten de school.
4.7
Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Nathalie Bevers, school maatschappelijk werker, behartigt voor de leerlingen de maatschappelijke belangen, bijvoorbeeld vragen en problemen op het terrein van studiekosten of studiefinanciering en bij contacten met instanties als de Sociale Dienst en dergelijke. Zij geeft tevens ondersteuning bij sociaal-emotionele problemen door deel te nemen aan gesprekken tussen afdelingsleiders of mentoren en leerlingen, of door het regelen van contacten met externe instellingen (Sociaal-pedagogische Dienst, GGD). Bovendien verzorgt de SMW-er de SOVA training.
22
4.8
Klachtenregeling en vertrouwenspersoon Bij het samenwerken van mensen kunnen wel eens beslissingen worden genomen en handelingen worden verricht of juist worden nagelaten die aanleiding zijn voor een klacht. Daarom moet iedere school een klachtenregeling hebben zodat leerlingen en hun ouders/voogden, maar ook alle leden van het personeel en het bestuur, weten welke stappen moeten worden gezet bij het indienen van een klacht. De klachtenregeling biedt de wettelijke mogelijkheid voor ouders/ voogden, leerlingen en personeel om klachten van allerlei aard aan de orde te stellen. Daarnaast heeft de regeling de functie om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen en de communicatie tussen school, leerlingen en ouders/voogden te verbeteren. Bijna altijd kunnen klachten binnen de school door onderling overleg van de direct betrokkenen of door tussenkomst van de vertrouwenspersoon, de schoolleiding of het bestuur worden opgelost. Wanneer dit echter niet wil lukken, dan komt de (bovenschoolse) klachtencommissie in beeld. 23
Omdat een dergelijke commissie onafhankelijk tot een objectief oordeel moet kunnen komen, heeft de school zich aangesloten bij de bovenschoolse regionale klachtencommissie voor Nijmegen en omstreken. De commissie onderzoekt of een klacht gegrond is, rapporteert hierover aan het schoolbestuur en geeft zonodig advies over te treffen maatregelen. De klachtencommissie is geen beroepsinstantie en heeft geen bevoegdheid om bijvoorbeeld een beoordelingscijfer van een docent of een bevorderingsbeslissing van een docentenvergadering terug te draaien. In het geval van een mogelijk zedenmisdrijf, gepleegd door een leerling of medewerker van de school jegens een minderjarige leerling, zijn medewerkers bij wet verplicht dit onverwijld aan het schoolbestuur te melden. In overleg met de vertrouwensinspecteur beoordeelt het 24
bestuur of aangifte bij politie of justitie noodzakelijk is. De tekst van de volledige klachtenregeling, waarin opgenomen het reglement van de klachtencommissie, ligt ter inzage bij de locatieleider en in de personeelskamer van locatie Akkerlaan. Door het bestuur is als vertrouwenspersoon aangesteld voor locatie Akkerlaan Mw. Nathalie Bevers, tel. (024) 355 10 33. Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 1400 (lokaal tarief). Klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteur 0900-1113111 (lokaal tarief). 25
Het adres van de regionale Klachtencommissie is: Klachtencommissie CSN Postbus 1004 6501 BA Nijmegen
4.9
GGD op school Ans Nabuurs (sociaal-verpleegkundige) is een aantal dagen per jaar op school aanwezig tijdens het spreekuur van de GGD. Het spreekuur is bedoeld voor alle leerlingen. Tijdens dit spreekuur kunnen de leerlingen terecht met alle vragen die met hun gezondheid te maken hebben. Waar en wanneer dit spreekuur wordt gehouden, staat op de paarse GGDposters. Voor dit spreekuur kan de leerling een afspraak maken bij de jeugdarts of de sociaal-verpleegkundige. De leerling kan dit ook doen via de mentor. Overige bereikbaarheid Ook is het voor de leerlingen en hun ouders/verzorgers mogelijk om een afspraak te maken met de schoolarts of de sociaal verpleegkundige via de GGD. Het telefoonnummer is (024) 329 71 11. (ma. t/m vr. van 8.30 - 14.00 uur) Onderzoek Alle leerlingen komen eenmaal bij de sociaal-verpleegkundige voor een gesprekje en een onderzoek. Ze worden bekeken op houding, lengte en gewicht en getest op gezichtsvermogen en gehoor. Tevens wordt nagegaan of iedereen de nodige vaccinaties heeft gehad. Naar aanleiding van dit of eerdere onderzoeken of op verzoek van ouders, verzorgers of school bestaat de mogelijkheid tot nader controleonderzoek. Voorlichting De GGD kan de school waar nodig ondersteuning bieden bij themagerichte voorlichting. Dit gebeurt op verzoek van de school of op basis van gegevens die de GGD uit (individuele) onderzoeken heeft verkregen. Sinds vorig schooljaar verzorgt de GGD voorlichting over gezonde voeding in de talige klassen.
4.10
Remedial teaching Wanneer de docenten bij een bepaalde leerling een achterstand constateren ten opzichte van de groep waarin hij of zij zit, bestaat de mogelijkheid van extra begeleiding (remedial teaching). Deze begeleiding is er tevens voor leerlingen die het niveau van hun groep
26
ontstijgen en met enige ondersteuning naar een volgende niveaugroep zouden kunnen doorstromen. Daarnaast is er begeleiding mogelijk voor specifieke leerproblemen en het leren studeren en het maken van huiswerk. De vorderingen worden regelmatig tegen de beoogde resultaten (vermeld in het handelingsplan) afgezet. De begeleiding vindt plaats onder schooltijd.
4.11
Logopedie Wanneer leerlingen logopedische problemen hebben, kunnen zij daarvoor op school therapie krijgen bij Constance Hendrickx. Logopedie op de ISK richt zich met name op het verbeteren van de verstaanbaarheid en de taalvaardigheid en het verminderen van spreekangst. Daarnaast kunnen ook andere logopedische problemen op het gebied van stem, spraak, taal, stotteren, gehoor of communicatie in het algemeen behandeld worden. In principe worden alle Chinese en Thaise leerlingen uitgenodigd voor een korte logopedische screening. Daarna wordt bekeken of zij intensieve logopedische hulp nodig hebben. Andere leerlingen kunnen logopedisch onderzocht worden op aanvraag van de mentor of de zorgcoördinator. Logopedische behandeling vindt meestal plaats onder schooltijd. Indien er lange intensieve logopedische hulp nodig is, zal deze in een particuliere praktijk gegeven moeten worden. De logopediste kan helpen bij het doorverwijzen. Leerlingen kunnen, afhankelijk van hun probleem, in aanmerking komen voor individuele lessen, groepslessen of een combinatie hiervan. Dit kan 1 of 2 keer per week zijn.
4.12
Zorg Advies Team (Z.A.T.) Wanneer zich bij bepaalde leerlingen problemen voordoen die niet zijn op te lossen binnen de gewone interne schoolbegeleiding zoals hierboven beschreven, kan gebruik gemaakt worden van de diensten van het team voor school en hulp. In dit team komen zorgcoördinator en externe instanties (bureau jeugdzorg, GGD en Bureau Leerplicht) bijeen om gezamenlijk tot een oplossing te komen. De bespreekgevallen worden ingebracht door de betrokken mentor in samenwerking met de zorgcoördinator. Het Z.A.T. dient als vraagbaak voor mentoren, leerlingbegeleiders en ouders bij leerlingen die nog wel functioneren op school maar waarbij iets met de schoolloopbaan dreigt mis te gaan.
27
4.13
Passend onderwijs Sinds 1 augustus 2014 is de wet op het Passend Onderwijs van kracht voor alle VO scholen. Dat houdt in dat er voor elke leerling in de VO leeftijd een passende plaats gegarandeerd wordt binnen de scholen die vallen onder het Samenwerkingsverband VO VSO Nijmegen e.o.. Ook de ISK is onderdeel van het Samenwerkingsverband en heeft dus een School Ondersteunings Profiel (S.O.P.) opgesteld, waarin de Basisondersteuning van de ISK en de grenzen van de Basis-ondersteuning zijn vastgelegd. Het School Ondersteunings Profiel staat als bijlage achterin deze gids.
28
5
Buitenlesactiviteiten 29
5.1
Bijzondere activiteiten ten behoeve van de leerlingen Het doel van deze activiteiten is tweeledig. 1. De leerlingen plezier te verschaffen en daardoor een gevoel van geborgenheid en veiligheid te geven. 2. De leerlingen kennis te laten maken met aspecten van de Nederlandse samenleving die buiten de dagelijkse schoolzaken vallen. St. Nicolaasviering De viering bestaat uit twee delen. 1. Plenair: St. Nicolaas komt op school geëscorteerd door twee Pieten die geen onderdanige rol vervullen. Er worden liedjes gezongen; enkele leerlingen en docenten/collega’s krijgen extra aandacht. 2. Per klas: de leerlingen vieren met hun mentor St. Nicolaas in een klaslokaal (surprises, cadeautjes, snoep, frisdrank en muziek). Kerstviering Er wordt een ontbijt gehouden waarbij de vredesgedachte tot uiting komt. Schoolzwemmen De gemeente Nijmegen verstrekt een subsidie ten bate van het schoolzwemmen. Leerlingen krijgen de kans om in zwembad West zich te bekwamen in het redzaam zijn in het water. Ook kunnen de leerlingen (bij bewezen geschiktheid) een zwemdiploma halen. Deze lessen zijn gratis. De leerlingen betalen een borg van €20,- die aan het einde van de zwemlessen wordt terugbetaald. Eindfeest Op het eindfeest krijgen de leerlingen die uitstromen officieel een certificaat uitgereikt. Er worden op die avond lekkere hapjes geserveerd.
5.2
Culturele activiteiten Op de ISK zitten leerlingen die afkomstig zijn uit allerlei verschillende landen. Op school wordt daarom veel aandacht besteed aan elkaars culturele achtergrond. De Commissie Culturele Activiteiten wil de leerlingen daarnaast kennis laten maken met cultuur in brede zin. Een aantal malen per jaar worden er in samenwerking met Edu-Art Gelderland culturele activiteiten georganiseerd. Voorbeelden van deze activiteiten zijn: bioscoopbezoek, muziekvoorstelling, dansvoorstelling, museumbezoek en themamiddagen. In de lessen zal aan culturele aspecten eveneens aandacht worden
30
besteed. Met de stichting New Rootz is het project ‘ISK-ROOTZ’ opgezet. De leerlingen kunnen zich via diverse workshops (o.a. HipHop, Rap, Indiase Dans, Capoeira, zang, percussie en theater) een jaar lang voorbereiden op een eindvoorstelling op een van de Nijmeegse podia. Iedere leerling is verplicht om één van de workshops te volgen.
5.3
Maatschappelijke oriëntatie Alle leerlingen in de uitstroomklassen van de ISK krijgen twee lesuren per week het vak Maatschappelijke Oriëntatie. In dit uur maken de leerlingen kennis met verschillende thema’s die betrekking hebben op de Nederlandse samenleving en die van belang zijn voor iedereen die nieuw in Nederland komt wonen. Voorbeelden hiervan zijn vervoer, politiek, gezondheid en onderwijs. Bovendien wordt er in de lessen ingegaan op de verschillen en de overeenkomsten tussen de verschillende landen waaruit de leerlingen afkomstig zijn. Een deel van de lessen vindt plaats binnen de muren van de school, daarnaast worden er ook excursies georganiseerd. In de maand mei wordt er ieder jaar seksuele voorlichting gegeven in gescheiden groepen aan jongens en meisjes in de uitstroomklassen.
31
6 32
Schoolleiding en bestuur
6.1
Locatiemanagement
6.1.1
Locatiemanagement Dhr. J. Müskens: locatieleider Mw. J. Spanja: coördinator zorg en interne organisatie
6.1.2
Coördinatietaken Dhr. B. Boensma: coördinator onderwijs Dhr. T. Stunnenberg: vakgroepcoördinator NT2
6.2
Directie Canisius College Dhr. drs. P. Schaap, Rector van locatie Berg en Dalseweg en eindverantwoordelijke voor locatie Akkerlaan Dhr. A. v. Stippent, Directeur van locatie de Goffert
6.3
Schoolbestuur In januari 2002 zijn de besturen van vier Nijmeegse scholen voor voortgezet onderwijs gefuseerd tot de Scholengroep Rijk van Nijmegen. De Scholengroep Rijk van Nijmegen wordt gevormd door het Canisius College, de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud (NSG), het Kandinsky College en de Sint Jorisschool. Directeur-bestuurder van de Scholengroep Rijk van Nijmegen: Mw. Y. Ulenaers Scholengroep Rijk van Nijmegen Postbus 6687 6503 GD Nijmegen Tel. (024) 352 25 55 Fax (024)-352 25 60 E-mail:
[email protected]
6.4
Administratie De locatie-administratie van de ISK is gevestigd op Akkerlaan 19 te Nijmegen, telefoon (024) 355 10 33.
33
7 34
Financiële regelingen
7.1
Schoolrekening U ontvangt geen schoolrekening. Ook wordt er aan de ouders/ verzorgers geen vrijwillige ouderbijdrage in rekening gebracht.
7.2
Boeken De leerlingen lenen alle gebruiksboeken van school. Iedere leerling is dus verantwoordelijk voor zijn eigen boeken. Er mag niet geschreven worden in de boeken, ook niet met potlood. Om beschadigingen zoveel mogelijk tegen te gaan is een schooltas verplicht, dus geen plastic zak, of katoenen tas. Bij het verlaten van de opleiding moeten alle geleende boeken weer worden ingeleverd. Dit doe je bij de mentor of de vakdocent. Boeken die niet worden ingeleverd of boeken die beschadigd zijn, worden in rekening gebracht.
7.3
Studiekostenvergoeding en studiefinanciering Indien men in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de studiekosten (dit is afhankelijk van het ouderlijk inkomen) zijn aanvraagformulieren voor tegemoetkoming studiekosten verkrijgbaar bij de maatschappelijk werker of bij de administratie.
7.4
WA verzekering De Scholengroep Rijk van Nijmegen heeft voor alle leerlingen en personeelsleden van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten. De Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering: SG Rijk van Nijmegen heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en of personeelsleden. Het verzekerde bedrag in deze polis is max. € 2,5 miljoen per gebeurtenis en max. per verzekeringsjaar € 5 miljoen. Eigen risico zaakschade € 250,-. Dat betekent dus dat de leerlingen, zolang zij onder toezicht staan van de school, automatisch onder die WA verzekering vallen. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijvoorbeeld niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van de SG Rijk van Nijmegen dekt, voor het doen of laten van haar leerlingen, kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een WA schade niet onder de schoolpolis thuis hoort, maar gemeld moet worden bij de eigen WA Particulier verzekeraar van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van SG Rijk van Nijmegen e.e.a. met de ouders verder worden afgestemd. 35
De Collectieve Ongevallenverzekering Alle leerlingen en personeelsleden van de scholen zoals deze vallen onder de Scholengroep Rijk van Nijmegen zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallen polis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens reizen en excursies, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste een uur vóór en een uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: - Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval - Bij overlijden als gevolg van een ongeval - Geneeskundige kosten als aanvulling op de eigen ziektekostenpolis - Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval per element
€ 100.000,€ 15.000,€
5.000,-
€
5.000,-
De rubriek ‘blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval’ is voor iedere leerling heel belangrijk, omdat jongeren bij blijvende invaliditeit alleen maar aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG regeling (WAO voor Jongeren). Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur
36
geven aan een 24 uurs dekking 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn bij onze verzekeringsmakelaar (zie hieronder) speciale aanvraagformulieren te verkrijgen. De collectieve reisverzekering Naast deze Collectieve Ongevallen- en WA-verzekering heeft Scholengroep Rijk van Nijmegen ook gezorgd voor een reisverzekering tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn onder deze polis meeverzekerd en verder is aan deze reisverzekering ook een alarmservice verbonden, 24 uur per dag en 7 dagen per week. Eigen risico bij bagageschade is € 50,-. De premie voor de totale collectieve verzekering is € 2,Bovenstaande informatie is een uittreksel van de belangrijkste gegevens. Wie de precieze voorwaarden en de verdere regels wil weten kan daarvoor op de school inzage krijgen in de betreffende polisvoorwaarden maar bellen met de schoolverzekeraar kan natuurlijk ook. Dat is Meeùs Assurantiën B.V. te Den Haag. Het telefoonnummer is (070) 3028954. U dient dan te vragen naar de afdeling Onderwijs en Instellingen.
37
Bijlage School Ondersteunings Profiel 38
1
Korte beschrijving van de locatie • Op de ISK wordt de eerste opvang verzorgd voor anderstalige leerlingen tussen 12 en 18 jaar. De locatie biedt plaats aan ongeveer 120 leerlingen. • Het onderwijs is onderverdeeld in drie fases: instroom-, tussen- en uitstroomfase. Afhankelijk van het onderwijsverleden van de leerling, beheersing van de Nederlandse taal en het onderwijskundig rapport (indien beschikbaar) wordt door de plaatsingscommissie bepaald in welke fase de leerling wordt geplaatst. De fases zijn verdeeld over zeven groepen. • De leerweg duurt ongeveer 2 jaar wanneer de leerling start in de instroom- of tussenfase. De leerweg duurt ongeveer 1 jaar wanneer de leerling start in de uitstroomfase. • Naast intensief aanbod van het vak Nederlands (NT2) krijgen de leerlingen ook de vakken die in het regulier voortgezet onderwijs worden gegeven. • In elke groep wordt op maat van de leerlingen gedifferentieerd gewerkt. • Twee maal per jaar worden de leerlingen getoetst d.m.v. leerstofonafhankelijke landelijke toetsen op hun taalniveau Nederlands. • In de uitstroomfase krijgen alle leerlingen interne trajectbegeleiding (ITB). Op basis van de resultaten van de leerling wordt een uitstroomadvies afgegeven. De leerlingen stromen uit naar alle vormen van regulier onderwijs. • Leerlingen die langer dan één jaar in Nederland zijn kunnen in aanmerking komen voor een LWOO/PRO beschikking. Leerlingen met een beschikking krijgen onder andere meer structuur en ondersteuning doordat ze les krijgen in kleinere klassen. • Het schoolgebouw ligt in een kindvriendelijke omgeving en bestaat uit één bouwlaag. Voor uitgebreide informatie zie: www.canisiuscollege-isk.nl/Akkerlaan
2
Visie op ondersteuning Voor onze school is leerlingenzorg onlosmakelijk verbonden met onderwijs. Belangrijk voor het onderwijs zelf, maar ook belangrijk voor het welbevinden en de algehele vorming van de leerlingen. De leerlingenzorg wordt gerealiseerd door middel van een goed werkende zorgstructuur. In dit systeem speelt de mentor een centrale rol. Daarnaast maken wij gebruik van interne en externe zorgaanbieders.
39
3
Basisondersteuning (1e lijn) (De basisondersteuning is onderverdeeld in lijnen van eenvoudige ondersteuning naar meer ondersteuning)
3.1
• Docent: alle docenten worden breed ingezet, d.w.z. dat zij naast hun hoofdvak ook andere vakken/disciplines geven. Op didactisch gebied zorgt de docent voor voldoende differentiatie in de klas. De docent schept daarnaast een pedagogisch klimaat waarin veiligheid, geborgenheid en acceptatie belangrijk zijn. • Onderwijsassistent: de onderwijsassistenten ondersteunen de docenten in het bovenstaande. • Mentor: de mentor is de spil in de begeleiding. Zijn/haar taak is de leerling individueel en in klassenverband te begeleiden bij de studie en de vorming. De mentor zorgt voor een veilig leer- en leefklimaat in de klas. De mentor stelt zich actief op in het onderhouden van een goede samenwerking met ouder(s)/verzorger(s), klassenteam, zorgcoördinator en directie.
3.2
De organisatie van de 1e lijnondersteuning: • De mentor geeft wekelijks twee mentorlessen waarin hij/zij groepsactiviteiten uitvoert die de saamhorigheid en veiligheid in de groep bevorderen. Daarnaast vult de mentor samen met de leerlingen de weekplanners in en worden algemene mededelingen besproken. • Het klassenteam bestaat uit docenten, onderwijsassistenten en de mentor van een groep. Zij bespreken o.l.v. de mentor de inhoudelijke en organisatorische aspecten die van belang zijn om een klas goed te laten functioneren. Deze bijeenkomsten worden door de mentor georganiseerd en vinden plaats op afroep. • De leerlingbegeleidingsbespreking (LBB) bestaat uit docenten, onderwijsassistenten, de mentor van een groep, de interne trajectbegeleider en de zorgcoördinator. Iedere groep wordt één keer per zeven weken besproken op het gebied van vorderingen, sociaalemotioneel functioneren, gedrag en inzet. In de uitstroomgroepen wordt daarnaast gesproken over het uitstroomadvies. • De oudercontacten vinden plaats in november (voortgangsgesprekken), januari en juni. De oudergesprekken in januari en juni worden gehouden naar aanleiding van de rapporten, de uitslagen van leerstofonafhankelijke toetsen op het gebied van taal, rekenen/wiskunde en Engels. Voor de uitstroomgroepen wordt tevens het uitstroomadvies besproken. Daarnaast kunnen ouder(s)/ verzorger(s) gedurende het schooljaar een afspraak maken met de mentor als zij daar behoefte aan hebben.
40
Hoe wij de leerling systematisch volgen: • Alle leerlingen worden gevolgd in ons leerlingvolgsysteem (Magister). Hierin worden de vorderingen op didactisch, cognitief en sociaalemotioneel gebied geregistreerd en gevolgd. Daarnaast wordt de absentie en het te laat komen van leerlingen nauwkeurig vastgelegd. • Zorgleerlingen en leerlingen met een LWOO/PRO beschikking worden extra gevolgd door middel van een individueel handelingsplan dat door de mentor wordt gemaakt en ondertekend wordt door de leerling en zijn/haar ouder(s)/verzorger(s). Het IHP is een werkinstrument voor alle betrokkenen en daarin worden specifieke leerdoelen per leerling geformuleerd en geëvalueerd. • Alle leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport met daarop de cijfers per vak, een rapportage van de gemaakte leerstofonafhankelijke toetsen en een competentierapportage van het New-Rootz project. In dit project werken leerlingen aan vaardigheden als samenwerken, sociale redzaamheid en ontwikkeling van talenten. • Alle leerlingen worden halfjaarlijks getest op het gebied van technisch lezen (AVI). • Leerlingen die langer dan een jaar in Nederland zijn worden bovendien op IQ getest door middel van een niet-talige intelligentietest (WNVNL). Loopbaanoriëntatie: • De uitstroomgroepen krijgen het vak beroepenoriëntatie dat wordt gegeven door de individuele trajectbegeleider (ITB). • De ITB’er voert daarnaast individuele gesprekken met iedere uitstroomleerling over zijn/haar beroepskeuze en vervolgopleiding. • Leerlingen die uitstromen naar het MBO volgen gedurende een half jaar het project ROLL-IT. Hierin worden ze gekoppeld aan oud ISKleerlingen en leren zij vaardigheden die nodig zijn om te kunnen functioneren in de Nederlandse maatschappij. • Jaarlijks wordt in november een INFO-AVOND gehouden voor alle uitstroomleerlingen en ouders/verzorgers. Deze avond staat volledig in het teken van uitstroom en de toekomstmogelijkheden. • Het uitstroomproces van de leerlingen vindt plaats onder begeleiding van mentoren en de ITB’er. • De ITB’er stelt jaarlijks de uitstroommonitor samen waarin de oudleerlingen worden gevolgd in hun vervolgonderwijs.
41
Protocollen: • Pestprotocol • Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld • Schoolveiligheidsplan • Protocol schoolverzuim
4 Basisondersteuning (2e lijn): Als er wat is met een kind 4.1
Gespecialiseerde medewerkers: • Logopedie: wanneer leerlingen logopedische problemen hebben, kunnen zij daarvoor op school therapie krijgen bij de logopedist. Logopedie op de ISK richt zich met name op het verbeteren van de verstaanbaarheid, de taalvaardigheid en het verminderen van spreekangst. Leerlingen kunnen, afhankelijk van hun probleem, in aanmerking komen voor individuele lessen, groepslessen of een combinatie hiervan. Daarnaast worden er in alle klassen spreeklessen onder begeleiding van de logopedist gegeven. • Schoolmaatschappelijk werk (SMW): hij/zij behartigt voor de leerlingen de maatschappelijke belangen. Bijvoorbeeld vragen en problemen op het terrein van studiekosten of thuissituatie. Hij/zij geeft ondersteuning bij sociaal-emotionele problemen van leerlingen door deel te nemen aan het intern zorgteam, het extern zorgadviesteam en gesprekken met mentoren/docenten. Bovendien verzorgt de schoolmaatschappelijk werkster de sociale vaardigheidstraining. • Remedial Teaching (RT): de RT-coördinator is het aanspreekpunt voor de docenten als een leerling leerproblemen heeft. Vaak betreft dit hiaten in de taalverwerving: technisch, begrijpend en studerend lezen, gebrekkige woordenschat, spellingproblemen en/of rekenen/ wiskunde. De RT-coördinator verdeelt de begeleidingstaken onder de RT’ers en stelt samen met RT’er een behandelingsplan op met daarin het te bereiken doel. • Zorgcoördinatie: de zorgcoördinator is de centrale persoon in het geheel van de zorgstructuur. Deze zorgt ervoor dat afspraken met leerlingen, ouders en docenten met betrekking tot extra zorg worden nagekomen. Zo kan er via de zorgcoördinator contact worden gelegd met interne en externe zorgaanbieders. Ook is de zorgcoördinator de voorzitter van het intern zorgteam en extern zorgadviesteam. • Individuele trajectbegeleiding (ITB): De doelstelling van de ITB’ers is om de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op de overstap van de ISK naar een andere vorm van onderwijs/
42
werk. Alle uitstroomgroepen krijgen een lesuur per week les in beroepenoriëntatie. Daarnaast worden leerlingen individueel begeleid. • Ambulante begeleiding (AB): voor sommige leerlingen die uitgestroomd zijn naar een andere vorm van onderwijs is extra ondersteuning door een AB’er vanuit de ISK wenselijk. De begeleiding kan bestaan uit het opfrissen van strategieën op het gebied van woordenschatverwerving en lezen, het voorbereiden of nabespreken van toetsen, leesteksten analyseren en het plannen van huiswerk. • Vertrouwenspersoon: bij het samenwerken van mensen kunnen wel eens beslissingen worden genomen en handelingen worden verricht of juist worden nagelaten die aanleiding zijn voor een klacht. De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij vermoedens van, of klachten met betrekking tot, grensoverschrijdend gedrag. Welke ondersteuning kan de locatie aanbieden? • Sociale vaardigheidstraining (SOVA): training voor leerlingen die sociaal onhandig, onzeker of weinig weerbaar zijn. • Het Verrekijker-project: leerlingen met een uitstroomprofiel van VMBO-T en hoger krijgen extra leerstof en leggen het leertraject sneller af. • Cultureel en creatief projectprogramma (ISK-Rootz, Roll-IT, SABP): de leerlingen krijgen wekelijks creatieve lessen waardoor zij worden uitgedaagd om diverse (sociale) vaardigheden te ontwikkelen, zoals motorisch vermogen, zelfreflectie, ritmegevoel en samenwerking. Samenwerking met ketenpartners: De school heeft contact met gemeenten, samenwerkingsverbanden, permanente commissies leerlingenzorg, externe zorgaanbieders (zie punt 5) en scholen in de regio.
4.2
De organisatie van de 2e lijnondersteuning: Voordat een leerling op school komt: • Het hele jaar door kunnen leerlingen geplaatst worden. Na de intake wordt de leerling besproken in de plaatsingscommissie. De commissie besluit of leerlingen geplaatst kunnen worden en in welke leerfase. Als de leerling al op school zit: • Wanneer bij leerlingbegeleidingsbesprekingen blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft zorgt de mentor/zorgcoördinator dat de zorgvraag terecht komt bij de betreffende zorgaanbieder. De aanpak en evaluatie van de ondersteuning worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem en het individuele handelingsplan. Wanneer de leerling vastloopt in zijn/haar leerproces door bijvoorbeeld sociaal43
emotionele problemen en/of een zorgelijke thuissituatie wordt deze besproken in het interne zorgteam. De hulp van het interne zorgteam wordt ingeschakeld als de hulp van mentor ontoereikend is. Wanneer de hulp van de interne zorgaanbieders onvoldoende is wordt de leerling vervolgens besproken in het externe zorgadviesteam (ZAT).
4.3 Als een kind medische beperkingen heeft, moet altijd met de school besproken worden of de school in staat is de nodige medische handelingen te verrichten en/of welke faciliteiten er nodig zijn.
5 Extra ondersteuning (3e lijn): als er meer voor het kind geregeld moet worden 5.1
Als er zwaardere beperkingen zijn Het gesprek vindt plaats op onze locatie en wordt gevoerd door de intaker met de leerling en de ouder(s)/verzorger(s). Wanneer blijkt dat de leerling zwaardere beperkingen heeft wordt in de plaatsingscommissie besloten of deze leerling plaatsbaar is. Aangezien wij de eerste opvang verzorgen voor anderstalige leerlingen komen leerlingen meestal binnen zonder indicatie en/of dossier. Wanneer er wel een indicatie is zijn de volgende leerlingen bij ons plaatsbaar: - Cluster 1: leerlingen die slechtziend zijn. - Cluster 2: leerlingen die slechthorend zijn. - Cluster 3: leerlingen met lichte lichamelijke handicaps. - Cluster 4: afhankelijk van de diagnose wordt in de plaatsingscommissie besloten of ons personeel en onze onderwijsinrichting voldoende toegerust zijn voor de betreffende leerling. Wat wij verwachten van een leerling met een zwaardere beperking: - De leerling is mobiel en in staat om de algemene dagelijkse handelingen zelf te verrichten. - De mate van verzorging en/of (medische) behandeling kost niet zoveel tijd dat het leerproces wordt verstoord. - De leerling moet kunnen omgaan met drukke ruimtes tijdens de pauzes en leswisselingen. - De leerling moet zich kunnen conformeren aan de gangbare regels en omgangsvormen. - De leerling mag de rust en de veiligheid binnen de school niet verstoren. - Van de leerling wordt verwacht dat hij/zij kan omgaan met uitgestelde aandacht. - De leerling verstoort niet het leerproces van medeleerlingen.
44
5.2
Organisatie van de 3e lijnondersteuning: Voordat de leerling met een zwaardere beperking op school zit: Indien beschikbaar wordt het onderwijskundig rapport en het leerlingdossier van de voorgaande school opgevraagd. Deze gegevens dienen, samen met de intakegegevens, als basis voor de bespreking in de plaatsingscommissie. Als een leerling al op school zit: De leerlingen met een clusterindicatie die geplaatst worden krijgen een individueel handelingsplan dat wordt ondertekend door de mentor, leerling en de ouder(s)/verzorger(s). Wanneer tijdens de schoolloopbaan blijkt dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft, worden de stappen gevolgd zoals die staan beschreven bij de 2de lijnondersteuning. Wanneer de hulp van het extern zorgadviesteam (ZAT) wordt ingeschakeld volgen zij de volgende werkwijze: • Bij meer complexe vragen en problemen wordt de leerling vanuit het interne zorgteam aangemeld en besproken in het externe zorgadviesteam (ZAT). De mentor wordt op de hoogte gebracht van het feit dat de leerling zal worden besproken. De notulen kan de mentor in het leerlingvolgsysteem teruglezen. • Tijdens het intakegesprek wordt standaard toestemming aan de ouder(s)/verzorger(s) gevraagd om hun zoon/dochter bij problemen in het interne zorgteam en het ZAT te bespreken. • De zorgcoördinator is de voorzitter van het ZAT. Namens de school is de schoolmaatschappelijk werker vertegenwoordigd. • Externe partners zijn: leerplichtzaken, GGD en Bureau Jeugdzorg. • De gemaakte afspraken worden vastgelegd in de notulen van het ZAT en in het leerlingvolgsysteem. Als de leerling niet verder kan: Wanneer de ernst van de problematiek het zorgaanbod van de school overstijgt wordt de leerling aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Totdat de PCL een advies (bijvoorbeeld speciaal onderwijs) uitbrengt kan de school de volgende maatregelen nemen: • De leerling blijft het reguliere onderwijsprogramma volgen. • Een aangepast onderwijsprogramma in tijd en/of aanbod. • De toegang tot de school ontzeggen (in overleg met Onderwijsinspectie). Organisatie van uitplaatsing: De ouder(s)/verzorger(s) worden tijdens het hele proces op de hoogte gehouden door de zorgcoördinator. De zorgcoördinator onderhoudt de
45
contacten met de PCL en leerplichtzaken om de uitplaatsing te regelen. De locatieleider meldt de uitplaatsing bij de Onderwijsinspectie.
6
Communicatie met ouders De ouder(s)/verzorger(s) worden betrokken bij de voortgang en het welbevinden van hun kind. De mentor nodigt hen drie keer per jaar uit voor een gesprek naar aanleiding van kennismaking en rapportages. Ook tussentijds zal de mentor contact opnemen met de ouder(s)/ verzorger(s) wanneer er problemen zijn. De ouder(s)/verzorger(s) kunnen hun kind volgen via het leerlingportaal van Magister, daarin staan de cijfers en de absenties. Het ouderportaal is nog in ontwikkeling. Contact bij een leerling met een LWOO/PRO-beschikking Leerlingen met een LWOO/PRO-beschikking worden extra gevolgd door middel van een individueel handelingsplan dat door de mentor wordt gemaakt en ondertekend wordt door de leerling en zijn/haar ouder(s)/ verzorger(s). Het IHP is een werkinstrument voor alle betrokkenen en daarin worden specifieke leerdoelen per leerling geformuleerd en geëvalueerd. Contact bij een leerling met extra ondersteuning Zorgleerlingen worden extra gevolgd door middel van een individueel handelingsplan dat door de mentor wordt gemaakt en ondertekend wordt door de leerling en zijn/haar ouder(s)/verzorger(s). Het IHP is een werkinstrument voor alle betrokkenen en daarin worden specifieke leerdoelen per leerling geformuleerd en geëvalueerd. Contact bij een leerling met een arrangement Leerlingen met een arrangement worden extra gevolgd door middel van een individueel handelingsplan dat door de mentor wordt gemaakt en ondertekend wordt door de leerling en zijn/haar ouder(s)/verzorger(s). Het IHP is een werkinstrument voor alle betrokkenen en daarin worden specifieke leerdoelen per leerling geformuleerd en geëvalueerd. Voorlichtingsbijeenkomsten Jaarlijks krijgen de ouder(s)/verzorger(s) van de leerlingen uit de uitstroomfase voorlichting over vervolgtrajecten. Daarnaast bieden wij een empowermenttraining voor Somalische ouders.
46
Contact bij een leerling waar meer ondersteuning voor nodig is Leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben worden extra gevolgd middels een individueel handelingsplan dat door de mentor wordt gemaakt en ondertekend wordt door de leerling en zijn/haar ouder(s)/ verzorger(s). Het IHP is een werkinstrument voor alle betrokkenen en daarin worden specifieke leerdoelen per leerling geformuleerd en geëvalueerd. Bovendien kunnen ouder(s)/verzorger(s) gedurende het hele jaar een afspraak maken met de interne trajectbegeleider wanneer ze meer informatie willen over vervolgonderwijs of met de zorgcoördinator wanneer ze meer informatie willen over het zorgaanbod. Melding in het externe ZAT Tijdens het intakegesprek wordt standaard toestemming aan de ouder(s)/verzorger(s) gevraagd om hun zoon/dochter bij problemen in het interne zorgteam en het ZAT te bespreken.
Plaatsing op de school van aanmelding niet altijd mogelijk De school streeft ernaar dat alle leerlingen geplaatst kunnen worden op de school van aanmelding. Echter, niet altijd past de leerling bij de school van aanmelding. De school zoekt dan samen met de ouders een beter passende school. Er zijn drie redenen voor doorverwijzing naar een andere school: 1. De school kan niet voldoen aan de te specifieke ondersteuningsvraag. 2. Een teveel aan kinderen met ondersteuningsvragen kan de ondersteuningskracht van de school te boven gaan. 3. Het kind voldoet niet aan het niveau van de school. De scholen van Nijmegen en omgeving zijn lid van Samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving. Het SWV zorgt ervoor dat elke leerling een onderwijsplek op een school krijgt. In overleg met ouders/verzorgers, de school van herkomst, de school van aanmelding en de andere school wordt de leerling door het Samenwerkingsverband op een school geplaatst waar voldaan wordt aan de zorgvraag van het kind.
47
Colofon Redactie Dhr. J. Müskens Coördinatie Bureau Routine, Nijmegen Fotografie Hans Slegers, Gemonde Vormgeving TCD | Tromp Communicatie & Design, Groesbeek
N.B. Overal waar in de teksten gebruik gemaakt is van de mannelijke aanduiding gelieve men ook de vrouwelijke vorm te lezen en waar ouders vermeld staat is de informatie ook voor verzorgers bestemd. 48
Locatie Akkerlaan Eerste opvang v.o. voor anderstaligen
Akkerlaan 19 6533 BK Nijmegen (024) 355 10 33
[email protected]
w w w. c a n i s i u s c o l le g e . n l