Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Aan
De Ministers, De commissarissen der Koningin, Directeuren Veiligheidsregio’s
Afschrift aan
BuZa/DKP, Dienst van het Koninklijk Huis/KSD, Hoofden DCC’s, Hoofd LOCC, Hoofd dienst Infrastructuur Landelijke Eenheid, Dienst Bewaken en beveiligen, CKMar, Nationale Korpschef, Bureau SG van de ministeries, BVA Eerste en Tweede Kamer, CGCCR België, Lagezentrum Duitsland
Onderwerp
Bijzondere verkeertechnische begeleiding
Doelstelling
Herziening van beleid
Relaties met andere circulaires
Deze circulaire vervangt de circulaire Bijzondere Verkeerstechnische Begeleiding van 2009
Ingangsdatum
1 januari 2013
Geldig tot
1 januari 2017
Inhoudsopgave 1. Doel van deze circulaire 2. Uitgangspunten 3. Betrokkenen 4. Categorieën 5. Criteria voor toewijzing escortering 6. Procedure aanvraag escortering
4 6 10 14 16 18
BIJLAGEN 21 I. Het Koninklijk Huis 23 II. Nederlandse bewindslieden en Ministers van Staat 27 III. Officiële en werkbezoeken van hoge buitenlandse gasten en activiteiten Corps Diplomatique 29 IV. Transporten van nationaal belang 32 V. (Sport)evenementen 36 VI. Internationale vertegenwoordigers in Nederland 37
Lijst met afkortingen
38
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 3
1. Doel van deze circulaire
4 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
In deze circulaire wordt bekendheid gegeven aan de wijze van toepassing door het Nationaal CrisisCentrum (NCC) van de afhandeling van bijzondere verkeerstechnische begeleidingen. Vanwege het ontbreken van duidelijke criteria voor het toezeggen van verkeerstechnische begeleiding en het vernieuwen van werkafspraken met verschillende betrokkenen, is de noodzaak ontstaan om de procedure rondom de bijzondere categorieën verkeerstechnische begeleiding vast te leggen. De eerste versie is ingegaan op 1 januari 2009, waarbij dit de eerste herziene versie is. In deze circulaire worden de definities, de aanvraag, de criteria en de toewijzing van verkeerstechnische begeleiding behandeld. Volledigheidshalve worden alle bekend zijnde categorieën begeleiding in deze circulaire weergegeven. Op de aanvraagprocedure van verkeerstechnische begeleiding wordt in punt 5 (Procedure aanvraag VT) nader ingegaan.
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 5
2. Uitgangspunten
6 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Begrippen Escortering kan worden onderscheiden in gidsen, verkeerstechnische begeleiding en ceremoniële escortes. Gidsen: • het zorg dragen voor de begeleiding van transporten bij het volgen van de juiste route met inachtneming van het reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV 1990). • speciale gidsing: maatwerk van gidsingsproducten waarbij afgestemd wordt met NCTV en/of (H)NCC. Verkeerstechnische begeleiding: het zorg dragen voor een juiste en vlotte verplaatsing door het verkeer, waarbij een vrije doorgang bij knelpunten verzorgd wordt. Hierbij kunnen aan zowel de bestuurder van het te begeleiden transport als aan de overige weggebruikers aanwijzingen worden gegeven, welke mogelijk in strijd zijn met het reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV 1990). Ceremoniële escortes: deze categorie wordt toegepast met name bij staatsbezoeken en hoge buitenlandse gasten (zie bijlage II). Onder de ceremoniële escortes vallen; • ere escortes • protocollaire escortes De hierboven genoemde begeleidingsmethodieken zorgen voor begeleiding van spoedeisende diensten, speciale transporten, sportevenementen en vips. Tot de spoedeisende diensten worden de brandweer en ambulances gerekend. Hieronder vallen eveneens hulpverleningsdiensten zonder optische- en geluidssignalen die zich door verkeerstechnische begeleiding op deze wijze ongehinderd kunnen verplaatsen. Gebruik optische- en geluidssignalen Bij toepassing van verkeerstechnische begeleiding is het gebruik van optische- en geluidssignalen toegestaan. Dit is gebaseerd op artikel 29 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij politie en brandweer, motorvoertuigen in gebruik bij diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, en motorvoertuigen van andere door de Minister van Veiligheid & Justitie aangewezen hulpverleningsdiensten voeren blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen. De genoemde bestuurders mogen aanvullend op de in artikel 29 bedoelde verlichting overdag knipperende koplampen voeren. Ingevolge artikel 91 van het RVV 1990 mogen zij als voorrangsvoertui-
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 7
gen afwijken van de voorschriften van dit RVV 1990 voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat bij verkeerstechnische begeleiding door het rode verkeerslicht kan worden gereden en kruispunten kunnen worden afgezet. De bestuurder van een voorrangsvoertuig blijft steeds strafrechtelijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor zijn eigen beslissingen en rijgedrag. Het gebruik van de optische en geluidssignalen rechtvaardigt niet dat het overige verkeer onnodig in gevaar wordt of kan worden gebracht (artikel 5 Wegenverkeerswet 1994).
8 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 9
3. Betrokkenen
10 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Bij de aanvraag en afhandeling van escortering verzoeken zijn verschillende instanties betrokken. Deze zijn onder te verdelen in aanvragers, beslissingsbevoegden uitvoerders. Aanvragers kunnen zijn: • de Dienst van het Koninklijk Huis/KSD (DKH/KSD) • Ministerie van Buitenlandse Zaken, directie Kabinet en Protocol (BuZa/DKP) • Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), • Bureaus SG (BSG) en Beveiligingsambtenaar (BVA) van alle ministeries • de BVA van de Eerste en Tweede Kamer • Dienst Bewaken en Beveiligen (DB&B, voorheen DKDB) In bijzondere gevallen : • Centre Gouvernemental de Coordination et de Crise (CGCCR) België • Lagezentrum Duitsland Beslissingsbevoegden zijn: • Ministerie van Veiligheid en Justitie, Nationaal Crisis Centrum (NCC) • SG Defensie bij de inzet van de KMar Uitvoerders kunnen zijn: • Landelijke Eenheid/dienst Infrastructuur/Team Motorondersteuning (LE/TMO) • Regionale Politie-eenheden • Dienst Vervoer en Ondersteuning (Veiligheid en Justitie) • Koninklijke Marechaussee. Uitvoerende diensten Bij het uitvoeren van escortering zijn vier diensten betrokken: 1. Landelijke Eenheid/dienst Infrastructuur/Team Motorondersteuning Het TMO is een onderdeel van de Dienst Infrastructuur van de LE. Het werkterrein van het TMO is zeer breed. Het uitvoeren van begeleidingen vormt de hoofdtaak. Het hoofd van het TMO is tevens de landelijke verkeerscoördinator. Hij/zij regelt, regisseert en coördineert de verkeersinzet, de verkeerstechnische begeleidingen en bestemming, bij staatsbezoeken, aanvragen voor escorteringen en bij regio-overschrijdende evenementen.
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 11
2. Regionale Politie-eenheden Binnen de regiokorpsen is de verkeerstaak belegd bij de afdeling Operationele Samenwerking. Een van de taken van de verkeerspolitie is onder andere het uitvoeren van verkeerstechnische begeleiding. 3. Koninklijke Marechaussee Ingevolge artikel 4 van de Politiewet is de Koninklijke Marechaussee belast met genoemde politietaken waaronder het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen, beveiligingswerkzaamheden ten behoeve van de DNB, bijvoorbeeld bij waardetransporten en de uitvoering van de politietaak ten behoeve van de Nederlandse en andere strijdkrachten. Onder laatstgenoemde taak valt onder meer het uitvoeren van verkeerstechnische begeleiding voor de strijdkrachten. Een bekende vorm hiervan is de verkeerstechnische begeleiding van militaire colonnes en buitenprofiel voertuigen. 4. Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O; Veiligheid en Justitie) DV&O is een landelijke dienst van de Dienst Justitiële Inrichtingen. De DV&O is belast met vervoers-, bijstand- en ondersteunende taken binnen Justitie. De organisatie verzorgt onder andere alle het te beveiligen vervoer ten behoeve van de rechtsgang en gedetineerden; executieve ondersteuning (o.a. het werken in penitentiaire inrichtingen en andere overheidsorganisaties) en landelijke bijstand (het ondermeer optreden bij calamiteiten en het verzorgen van bijzondere bewaking).
12 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 13
4. Categorieën
14 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Bij onderstaande categorieën kan sprake zijn van verkeerstechnische begeleiding. Deze categorieën zijn in volgorde van geprioriteerde toewijzingskeuze beschreven. I. Het Koninklijk Huis a. Personen b. CP100 en CP 300 c. Staatsbezoeken II. Nederlandse bewindslieden, Ministers van Staat III. Officiële en werkbezoeken van hoge buitenlandse gasten, corps diplomatique IV. Transporten met nationaal belang. a. Nucleaire transporten b. Ziekentransporten - Orgaantransporten c. Begeleiding hulpverlenende diensten en personen i.h.k.v. incidenten - in het bijzonder het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) d. Militaire transporten - Verkeerstechnische begeleiding van militaire colonnes en buitenprofiel voertuigen - Host Nation Support - (Geclassificeerde) Munitietransporten e. Waardetransporten (w.o. Kunsttransporten Nationaal Erfgoed) f. Hoogrisico gedetineerdentransport g. Transporten waarbij de Openbare Orde en (Verkeers)veiligheid in het geding is V. (Sport)evenementen VI. EU / VN vertegenwoordigers in Nederland
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 15
5. Criteria voor toewijzing escortering
16 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Vanwege het speciale karakter van escortering, namelijk het begeleiden van voertuigen te midden van het gewone wegverkeer, dienen duidelijke criteria in ogenschouw genomen te worden. Verkeerstechnische begeleiding is uitsluitend een middel voor de uitvoer van een dringende taak ten dienste van het algemeen belang. Tevens kan sprake zijn van verkeerstechnische begeleiding als beveiligingsmaatregel bij het aanmerken van een verhoogd risico. Indien een opdracht verstrekt is in het kader van B&B, maakt de verkeerstechnische begeleiding onderdeel uit van het (dynamische) beveiligingsconcept. Voor burgers geschiedt dit onder de verantwoordelijkheid van de DB&B van de LE. De verkeerstechnische begeleiding wordt in dat geval uitgevoerd door het TMO van LE, die hiertoe specifiek getraind en toegerust zijn, in samenwerking met de DB&B. In geval van militairen die zijn opgenomen in het stelsel van B&B wordt de beveiliging en verkeerstechnische begeleiding uitgevoerd door de KMar indien de opdracht voor B&B door de NCTV is verleend aan de BSB. Indien de opdracht door de NCTV wordt verleend aan de DB&B dan wordt de verkeerstechnische begeleiding uitgevoerd door de LE/TMO. Een terughoudend gebruik van escortering is wenselijk om deze bijzondere middelen niet onnodig in te zetten. De criteria dienen restrictief te worden aangewend. In de bijlagen staat bij categorieën vermeld wanneer verkeerstechnische begeleiding ingezet kan worden. Daarbij is per categorie aangegeven op basis van welke criteria kan worden besloten tot toekenning van escortering. Indien de te begeleiden voertuig recht heeft op verkeerstechnische begeleiding, dient bovendien afgewogen te worden of de begeleiding een meerwaarde heeft. Het oplossen van agendaproblematiek valt in principe niet binnen de geldende criteria.
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 17
6. Procedure aanvraag escortering
18 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
De aanvragende instantie verzoekt om escorte aan het NCC. Dit dient zo spoedig mogelijk te worden ingediend in verband met operationele planning voor de in te zetten eenheden. Bij ontvangst zal het NCC de aanvraag toetsen aan de criteria zoals vermeld in deze circulaire. Vervolgens geeft het NCC een voorwaarschuwing aan de LE/TMO. Na het officiële verzoek van het NCC dienen de betrokken uitvoerder(s) te bevestigen of de escorte uitgevoerd kan worden. Bij de procedure voor escortering zijn vier situaties te onderscheiden: 1. Leden van het Koninklijk Huis, Staatsbezoeken en hoge buitenlandse gasten en activiteiten van het Corps Diplomatique; bij een programma welke een definitieve status heeft, wordt het escorte tussen de betrokken partijen afgestemd. Bij plotselinge wijzigingen in het programma door bijvoorbeeld veiligheids- of protocollaire aspecten wordt de aanvraag telefonisch met de betrokken diensten gecommuniceerd en achteraf geformaliseerd. 2. Evenementen; zijn geplande gebeurtenissen die het mogelijk maken ruim van te voren een aanvraag in te dienen. Afstemming met de betrokken partijen vindt dan ruim van te voren plaats. Formalisatie dient vooraf te geschieden. Hieronder vallen bijvoorbeeld bepaalde topconferenties, sportevenementen en andere grootschalige gebeurtenissen. 3. Transporten: onder deze transporten vallen speciale transporten waarbij verkeerstechnische begeleiding ingezet wordt, zoals nucleaire transporten en waardetransporten. Formalisatie dient vooraf te geschieden, indien dit niet mogelijk is dan volgt formalisatie achteraf. 4. Incidenten; bij plotselinge incidenten waarbij een escorte nodig blijkt te zijn wordt de aanvraag telefonisch met de betrokken diensten gecommuniceerd en achteraf geformaliseerd. Het NCC neemt, namens de minister van VenJ, op basis van de in de bijlage en in hoofdstuk 4 gemelde criteria en de inzetcapaciteit van het LE/TMO, de regionale eenheden, de beslissing voor toekenning van de escorte. De landelijk verkeerscoördinator coördineert de inzet van personeel en middelen (al dan niet in overleg met de regionale eenheden), waarbij de Kmar indien nodig verzocht kan worden motorrijders of middelen in te zetten. Zowel de aanvragende instantie als de uitvoerende diensten worden over de beslissing geïnformeerd. Vervolgens informeert het NCC de betrokken bestuurlijke instanties. Indien de criteria niet voorzien in de aanvraag, is het Hoofd NCC gemachtigd een zelfstandig besluit te nemen.
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 19
Aanvraag Verkeerstechnische Begeleiding (VT)
Landelijk verkeerscoördinator coördineert inzet VT
Voorwaarschuwing
Akkoord verlening VT
3. Landelijk Verkeerscoördinator inzet VT. Inzet van capaciteit door: 1. Landelijke Eenheid / Team Motorondersteuning 2. Regionale Eenheden van de Nationale Politie, of 3. indien noodzakelijk inzet van de KMar (na afstemming met Defensie)
NCC controleert op criteria conform de VT Circulaire
Akkoord VT door het NCC
1. Aanvrager verzoekt NCC voor verlening VT. 2. Accordering VT op basis van: • criteria conform VT Circulaire, en • beschikbare capaciteiten na afstemming met Landelijk Verkeerscoördinator
Aanvrager verzoekt NCC om verlening VT
NCC stuurt voorwaarschuwing aan Landelijk verkeerscoördinator
VT procedure stapsgewijs
Uitzonderingen: • inzet KMar voor Defensie
Geen akkoord verlening VT
Einde procedure: NCC informeert aanvrager
Landelijke Eenheid / Team Motorondersteuning Regionale Eenheid / Nationale Politie
Akkoord verlening VT
KMar *
Legenda
NCC informeert aanvrager
Formalisatie door brief
20 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
ROOD = Aanvrager BLAUW = Nationale Politie GROEN = Defensie WIT = NCC / besluitvorming VT-aanvraag * = inzet KMar na akkoord door het ministerie van Defensie
BIJLAGEN
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 21
22 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
I. Het Koninklijk Huis Algemeen Motorbegeleiding is een belangrijk onderdeel bij de begeleiding van leden van het Koninklijk Huis. Het accent ligt altijd op verkeerstechnische begeleiding, maar vaak is ook de protocollaire begeleiding belangrijk vanwege de status van het bezoek. Vanwege de beveiligingsaspecten rondom de te begeleiden personen werkt de motorbegeleiding hierbij nauw samen met de persoonsbeveiligers van de DB&B. Indien de VT begeleiding valt binnen de opdrachtverstrekking in het kader van B&B is punt 5 van toepassing en wordt deze uitgevoerd door LE/TMO. Verkeerstechnische begeleiding beoogt een juiste en vlotte verplaatsing van een stoet, waarbij zowel aan de bestuurders in de stoet als aan overige weggebruikers aanwijzingen (die in strijd zijn met de regelgeving ingevolge het RVV 1990) kunnen worden gegeven. De veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis staat centraal. In voorkomende gevallen kan in plaats van verkeerstechnische begeleiding voor gidsing gekozen worden.
a. Leden van het Koninklijk Huis Bij het uitvoeren van escortes voor leden van het Koninklijk Huis worden ingezet: • ceremoniële escortes • verkeerstechnische begeleiding Ceremoniële escortes Een protocollair escorte voor leden van het Koninklijk Huis wordt ingezet bij officiële bezoeken op de verplaatsingen waarvoor geen ere‑escorte is toegewezen. Bij werk- of privébezoek van leden van het Koninklijk Huis wordt alleen een protocollair escorte ingezet indien het programma onderdelen bevat met een officieel karakter. Mogelijke criteria voor een officieel bezoek zijn: • officiële aankomst en vertrek • officiële ontvangst door Z.M. de Koning en/of H.M. de Koningin, tenzij door de Grootmeester van het Huis van Z.M. de Koning een ere‑escorte wordt toegewezen • regeringsontvangst • bij andere daarvoor in aanmerking komende verplaatsingen De protocollaire escorte bestaat uit 8 of 4 motorrijders waarbij de beslissing voor het aantal motorrijders ligt bij de Grootmeester van het Koninklijk Huis en/of BuZa/DKP. In overleg
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 23
met de landelijk Verkeerscoördinator LE/TMO wordt bepaald of deze inzet in lijn ligt met het kader B&B en bezien op consequenties voor de capaciteit van LE/TMO. Verkeerstechnische begeleiding Bij een officieel - of een werkbezoek wordt aan de leden van het Koninklijk Huis een verkeerstechnische begeleiding toegewezen. Bij een privébezoek van leden van het Koninklijk Huis wordt alleen een verkeerstechnische begeleiding toegewezen indien het programma 1 of meerdere onderdelen bevat met een officieel karakter (zie bovenstaande criteria). Procedure: Aanvrager: BuZa/DKP, DKH/KSD Uitvoerders: LE/TMO
b. CP100 en CP 300 In draaiboek CP100 zijn de regelingen vastgelegd voor een staatsbegrafenis van leden van het Koninklijk Huis. In het draaiboek CP300 zijn de regelingen vastgelegd voor een troonswisseling. De regelingen beschrijven onder andere de coördinatie van verkeer, vervoer en veiligheid van de gasten. Hieronder valt ook het vervoer van de Koninklijke Familie en haar gasten, persoonsbeveiliging, verkeerstechnische beveiliging, verkeersmaatregelen en militair vervoer. De coördinatie voor een CP100 en CP 300 vindt als volgt plaats: • vervoer van de Koninklijke Gasten en persoonlijk genodigden wordt gecoördineerd door de DKH/KSD; • het vervoer van overige (buitenlandse) hoge gasten wordt gecoördineerd door BuZa/ DKP • de escortering van het transport van zowel de Koninklijke gasten als de overige hoge gasten wordt gecoördineerd door een liaison van de LE/TMO. Deze ondersteunt het Koninklijk Huis en BuZa/DKP bij de coördinatie van de vervoersplanning. Bij de verkeerstechnische begeleiding en eventuele escortering wordt gebruik gemaakt van motorrijders van de LE/TMO, de KMar en de betrokken regionale eenheden. De inzet wordt onderling afgestemd. Procedure: Aanvrager: BuZa/DKP, DKH/KSD, NCC Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden, KMar.
24 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
c. Staatsbezoeken Bij het uitvoeren van escortes voor staatsbezoeken worden twee van de drie gedefinieerde categorieën ingezet: • ceremoniële escortes • verkeerstechnische begeleiding Bij de verkeerstechnische begeleiding van een Staatsbezoek geldt het volgende: Het TMO van de LE verzorgd de verkeerstechnische begeleiding van de hoofdstoet van het Staatsbezoek. De motorrijders van een ceremonieel escorte maken deel uit van de stoet, zodat een aparte verkeerstechnische begeleiding noodzakelijk is voor de gehele stoet. Ceremoniële escortes Deze kunnen worden onderverdeeld in: 1. ere‑escortes 2. protocollaire escortes 1. Ere‑escorte: De ere-escortes worden als eerbetoon uitgevoerd bij staatsbezoeken en voor staatshoofden, ambassadeurs en andere hoogwaardigheidsbekleders die een officieel bezoek (zie eerder vermelde criteria voor een officieel bezoek) aan de Koning en/of Koningin brengen. De ceremoniële escortering wordt verzorgd door de KMar. Indien zich hooggeplaatste militairen in deze hoofdstoet bevinden, vindt in het kader van de uitvoering van de verkeerstechnische begeleiding, hierop geen afwijking plaats qua begeleidende instanties (het ere-escorte van de KMar heeft geen rol in de begeleiding anders dan de ceremoniële escortering). De ere-escortes zijn verder op te splitsen in groot (17 motorrijders) en klein (8 motorrijders). In bijzondere gevallen kan van deze aantallen worden afgeweken. Indien (weers)omstandigheden dit vereisen, wordt het ere-escorte uitgevoerd d.m.v. auto’s. Welke vorm van ere-escorte wordt ingezet, wordt besloten door de Grootmeester van het Koninklijk Huis. Deze heeft tevens de bevoegdheid om een ere-escorte toe te wijzen aan andere personen. N.B. Het ere-escorte wordt, tenzij de KMar over voldoende capaciteit beschikt, door motorrijders van LE/TMO opgehaald en begeleid naar de plaats vanwaar het ere-escorte onderdeel wordt van de stoet. Na de laatste rit van het ere-escorte in de stoet, wordt, tenzij de KMar over voldoende capaciteit beschikt, het ere-escorte weer terugbegeleid door motorrijders van de LE/TMO naar de plaats waar het ere-escorte ook is opgehaald.
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 25
2. Protocollair escorte: (Gecoördineerd door de Verkeerscoördinator LE/TMO) Bij staatsbezoeken wordt bij verplaatsingen een protocollair escorte ingezet op de ritten waarvoor geen ere‑escorte is toegewezen. De protocollaire escorte bestaat uit 8 of 4 motorrijders waarbij de beslissing voor het aantal motorrijders ligt bij de Grootmeester van het Koninklijk Huis en/of BuZa/DKP. In overleg met de landelijk Verkeerscoördinator LE/ TMO wordt bepaald of deze inzet in lijn ligt met het kader B&B en bezien op consequenties voor de capaciteit van LE/TMO. Verkeerstechnische begeleiding Toewijzing van verkeerstechnische begeleiding geschiedt in de volgende situaties: • Staatsbezoek Verkeerstechnische begeleiding wordt standaard uitgevoerd bij een ceremonieel escorte tijdens staatsbezoeken. Voor separate ritten (afzonderlijke bezoeken) die binnen een staatsbezoek vallen qua tijd, maar buiten de hoofdsstoet vallen qua programma geldt: • Hooggeplaatste gasten aan wie separaat conform aanvraag, VT begeleiding wordt toegekend, worden tijdens separate ritten, niet behorend tot de verplaatsing van de hoofdstoet, begeleid door het TMO/LE of door de regionale eenheden (In dit laatste geval alleen als het stelsel Bewaken & Beveiligen niet van toepassing is). • Indien de NCTV een beveiligingsopdracht verstrekt heeft in het kader van het stelsel Bewaken & Beveiligen dan worden hooggeplaatste Militairen verkeerstechnisch begeleid door: - het TMO/LE indien de DB&B (politie) de beveiligende instantie is, - de KMar indien de BSB de beveiligende instantie is. Procedure: Aanvrager: BuZa/DKP, DKH/KDS Uitvoerders: LE/TMO, KMar
26 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
II. Nederlandse bewindslieden en Ministers van Staat Aan Nederlandse bewindslieden kan verkeerstechnische begeleiding worden toegewezen indien zij betrokken zijn bij1: • Staatsbezoeken, • de Officiële of werkbezoeken van leden van het Koninklijk Huis, leden van buitenlandse vorstenhuizen, staatshoofden of hoge buitenlandse gasten die conform III VT-begeleiding krijgen toegewezen. Het verzoek wordt hiervoor ingediend door BuZa/DKP en het HNCC is beslissingsbevoegd. Het begeleiden van voertuigen van bewindslieden (of het in politievoertuigen vervoeren van bewindslieden) kan onder omstandigheden worden aangemerkt als het uitvoeren van een dringende taak ten dienste van het algemeen belang. Een terughoudend gebruik van escortering is dan ook wenselijk, en wel alleen wanneer het in het kader van een zorgvuldige ambtsvervulling onvermijdelijk en geboden is. De inzet wordt zodoende ingezet vanwege de uitvoer van de taak en niet op basis van de functie (Qualitate Qua). Dit criterium moet restrictief worden uitgelegd. Het oplossen van agendaproblemen valt daar niet onder. In hoge uitzondering is VT op agendatechnische gronden mogelijk. Het aanvragende departement moet zwaarwegende redenen hebben voor deze aanvraag, waarbij tijdige aanwezigheid noodzakelijk is voor de uitvoer van een dringende taak in het algemeen belang. Hierbij dient tevens de verkeersintensiteit en tijdwinst in relatie tot rijden zonder escorte in ogenschouw worden genomen. De finale toets op instemming VT op grond van agendatechnische redenen, geschiedt door HNCC. Naast bewindslieden kan in uitzonderlijke gevallen verkeerstechnische begeleiding gehonoreerd worden voor bepaalde functies, waarbij bij de dringende uitvoer van de taak verkeerstechnische begeleiding ten dienste is van het algemeen belang. Ook hier geldt het restrictieve beleid voor inzet van verkeerstechnische begeleiding. Onder deze categorie vallen: • de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer • Vicepresident Raad van State • Ministers van Staat 1
In geval van begeleiding van werkbezoek van de genoemde personen dient voor toewijzing van verkeerstechnische begeleiding van Nederlandse bewindslieden een uiterst restrictief beleid te worden gevoerd. Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 27
In het geval van een aanvraag voor de minister van Defensie (of de staatssecretaris indien deze functie wordt vervuld binnen het ministerie van Defensie) van Defensie draagt de KMar zorg voor de verkeerstechnische begeleiding. Beide functionarissen zijn burgers en bovenstaande geldt als zij niet beveiligd worden door de DB&B. In geval van persoonsbeveiliging vallen zij onder het Stelsel Bewaken en Beveiligen en worden zij geëscorteerd door het TMO van de LE. Hooggeplaatste militairen worden na aanvraag daartoe, begeleid door de KMar. Indien de NCTV een beveiligingsopdracht verstrekt heeft in het kader van het Stelsel B&B, dan worden deze Hooggeplaatste Militairen verkeerstechnisch begeleid door: 1-de KMar, indien de BSB de beveiligende instantie is en 2-door het Team MO LE. indien de DB&B (politie) de beveiligende instantie is. Escortering buiten Nederlands grondgebied: Indien escortering van Nederlandse bewindslieden verzocht wordt voor in het buitenland, bijvoorbeeld begeleiding van een bewindspersoon van Den Haag (NL) naar Duitsland of België, dient het betreffende land verzocht te worden deze escortering te verzorgen op diens eigen grondgebied. Hiertoe neemt het NCC contact op met het PoC in casu het CGCCR (België) of het Lagezentrum (Duitsland). De buitenlandse autoriteit ontvangt de relevante gegevens van het NCC. Indien de buitenlandse autoriteit akkoord is, dient het akkoord doorgeven te worden aan het NCC, de LE/TMO en de aanvragende instantie. Indien de buitenlandse autoriteit geen verkeerstechnische begeleiding wenst te verzorgen, kan worden gevraagd of de buitenlandse autoriteit toestemming geeft aan de Nederlandse uitvoerende instantie. De verkeerstechnische begeleiding wordt dan uitgevoerd op het buitenlandse grondgebied tot aan de verzochte aankomstlocatie. Procedure Aanvrager: BSG, BVA van de verschillende ministeries en de Eerste en Tweede Kamer Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden of KMar
28 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
III. Officiële en werkbezoeken van hoge buitenlandse gasten en activiteiten Corps Diplomatique Motorbegeleiding is een belangrijk onderdeel bij de begeleiding van hoge buitenlandse gasten, onder wie hoge buitenlandse militairen. Het accent ligt altijd op verkeerstechnische begeleiding, maar vaak is ook de protocollaire begeleiding belangrijk vanwege de status van het bezoek. Vanwege de beveiligingsaspecten rondom de te begeleiden personen werkt de motorbegeleiding hierbij nauw samen met de persoonsbeveiligers van de DB&B. De KMar werkt in dit kader nauw samen met de BSB. Tot de categorie hoge buitenlandse gasten worden de volgende personen onderscheiden: • Leden van buitenlandse vorstenhuizen2 en staatshoofden, • Vicepresidenten, • Regeringsleiders, • Ministers van Buitenlandse Zaken (ook die van de EU), • Secretarissen Generaal van de NAVO, VN, OESO,OVSE, IMF en Wereldbank en • Voorzitters van de Europese Commissie, Europees Parlement, de Europese Raad en overigen op voorstel van BuZa/DKP, • Buitenlandse bewindspersonen in delegatie van bovenstaande personen. Bij het uitvoeren van escortes voor hoge buitenlandse gasten worden twee van de drie gedefinieerde categorieën ingezet: • ceremoniële escortes • verkeerstechnische begeleiding Ceremoniële escortes Protocollair escorte: (Gecoördineerd door de Verkeerscoördinator LE/TMO) De motorrijders van een ceremonieel escorte maken deel uit van de stoet, zodat een aparte verkeerstechnische begeleiding noodzakelijk is voor de gehele stoet. • Officieel bezoek Bij een officieel bezoek van bovengenoemde personen kan een protocollaire escorte worden toegewezen. Hieronder zijn de mogelijk te escorteren programmaonderdelen opgesomd: • officiële aankomst en vertrek
2
Indien buitenlandse vorstenhuizen bestaan uit een groot aantal personen dan dient uiterst restrictief te worden omgegaan met het toewijzen van protocollaire escortes en/of verkeerstechnische begeleiding Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 29
• officiële ontvangst door Z.M. de Koning en/of H.M. de Koningin, tenzij door de Grootmeester van het Huis van Z.M. de Koning een ere‑escorte wordt toegewezen • regeringsontvangst • bij andere daarvoor in aanmerking komende verplaatsingen • Werkbezoek Protocollair escorte kan worden ingezet bij werkbezoeken van genoemde personen indien het programma onderdelen bevat met een officieel karakter (zie onder Officieel bezoek). • Privé-bezoek Protocollair escorte bij een privé-bezoek wordt niet toegewezen. Verkeerstechnische begeleiding Verkeerstechnische begeleiding beoogt een juiste en vlotte verplaatsing van een stoet, waarbij zowel aan de bestuurders in de stoet als aan overige weggebruikers aanwijzingen (die in strijd zijn met de regelgeving ingevolge het RVV 1990) kunnen worden gegeven. De veiligheid van de betrokken persoon, het te begeleiden transport en de overige weggebruikers staat centraal. In voorkomende gevallen kan in plaats van verkeerstechnische begeleiding voor gidsing gekozen worden. Toewijzing van verkeerstechnische begeleiding geschiedt in de volgende situaties: • Werkbezoek Toewijzing van verkeerstechnische begeleiding bij werkbezoeken van genoemde personen kan geschieden op het moment dat het programma onderdelen bevat met een officieel karakter ( zie onder Officieel bezoek). In andere gevallen is toewijzing mogelijk bij: • nader aan te geven verplaatsingen aangetoond in een verzoek van BuZa/DKP op basis van politieke - en diplomatieke redenen • nader aan te geven verplaatsingen, ingeval het specifiek economische en/of politieke belang van het bezoek wordt aangetoond in een verzoek van het BSG van een betrokken gastdepartement gericht aan het hoofd van het NCC; • Privé-bezoek Bij privé-bezoek vindt in principe geen toewijzing van verkeerstechnische begeleiding plaats.
30 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Procedure: Aanvrager: BuZa/DKP, DKH/KSD, BSG en BVA’s van de ministeries en de Eerste en Tweede Kamer, DB&B Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden, KMar Activiteiten Corps Diplomatique Jaarlijks vindt een gezamenlijk evenement plaats, georganiseerd voor leden van het Corps Diplomatique. Hierbij bezoeken de deelnemers enkele locaties binnen Nederland, gevolgd door een receptie en diner. Vanwege de samenstelling van de groep – allen afkomstig uit het Corps Diplomatique – en het feit dat enkele van de deelnemers standaard over persoonsbeveiliging beschikken, is door het NCC, namens de minister van BZK, vastgesteld dat verkeerstechnische begeleiding wordt toegekend. De LE/TMO voorziet in de verkeerstechnische begeleiding. Procedure: Aanvrager: BuZa/DKP Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 31
IV. Transporten van nationaal belang a. Nucleaire transporten Op grond van het convenant, gesloten tussen het ministerie van EZ enerzijds en de LE anderzijds, zorgt de LE/TMO en eventueel op verzoek de KMar, op grond van de brief van 2 oktober 2002 (kenmerk NCC2002/90225) van VenJ, voor een onbelemmerde doorgang van het nucleaire transport middels het uitvoeren van de verkeerstechnische begeleiding. Afwijkingen in de route worden door het communicatiemeldpunt EZ (op grond van het voornoemde convenant) vastgesteld en doorgegeven aan de betreffende regiopolitie meldkamer(s). Zonodig worden afwijkingen van de route vastgesteld na overleg met de betreffende meldkamer(s). Procedure: Aanvrager: Ministerie van EZ Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden b. Ziekentransporten In voorkomende gevallen bij een uiterst urgent transport van patiënten of organen kan de regionale politie zorg dragen voor de verkeerstechnische begeleiding. Indien het transport meerdere regio’s omvat, begeleidt de LE/TMO het transport. Procedure: Aanvrager: Meldkamer Veiligheidsregio Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden c. Begeleiding hulpverlenende diensten en personen i.h.k.v. incidenten Grote incidenten Verkeerstechnische begeleiding kan worden ingezet om ten tijde van een ongeval/ ramp (of dreiging daarvan) zorg te dragen voor de begeleiding van betrokken hulpverlenende diensten en personen (uitsluitend ministers en burgemeesters). Dit dient ter voorkoming van stagnatie in de hulpverlening. De gemeenten hebben in het uitvoeringsplan van het gemeentelijke rampenplan verkeerstechnische begeleiding van hulpverlenende diensten en personen in/uit het rampgebied als onderdeel opgenomen. In principe zal de regionale eenheid hiervoor zorg dragen. Het valt echter niet uit te sluiten dat bij een regio-overschrijdend incident een rol is weggelegd voor de LE/TMO. Dit laatste is het geval bij het uitvoering geven aan de Ambassadeprocedure in
32 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
geval van een incident op Schiphol (2012) waarbij ambassadeurs, ambassadepersoneel en liaisons van het NCC worden begeleid van en naar de rampplek. De verkeerstechnische begeleiding wordt aangegeven in de procesbeschrijvingen in het rampenplan van de betrokken gemeente waarbij duidelijk de aanrijroutes voor spoedeisende hulpverlening omschreven staan. Behalve begeleiding van hulpdiensten en personen naar het rampgebied, zal ook begeleiding plaats kunnen vinden van transporten van het rampterrein naar bijvoorbeeld ziekenhuizen of opvangcentra. Procedure: Aanvrager: Meldkamer Veiligheidsregio, NCTV, BuZa/DKP Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden d. Militaire transporten 1. Host Nation Support De transporten van militair materieel en personeel van de NAVO bondgenoten door Nederland, met name van de Verenigde Staten en Engeland, vinden plaats conform de geldende afspraken tussen NAVO-bondgenoten (Host Nation Support-overeenkomst). Deze transporten vinden plaats via het spoor en/of de weg. 2. Wapen en munitie transporten In de ‘Regeling Beveiliging Wapen- en Munitie Transporten’ van het Ministerie van Defensie, vastgesteld op 29-06-1999, wordt beschreven dat het transport ononderbroken dient plaats te vinden. Indien in het kader van de Arbeidstijdenwet, en/ of een andere (wettelijke) regeling een onderbreking van het transport noodzakelijk is, dient deze onderbreking plaats te vinden op een bewaakt defensieobject waar toegangscontrole plaats vindt. Indien verkeerstechnische begeleiding uitgevoerd zal worden, ligt deze taak primair bij de KMar. Het is echter mogelijk dat, in uitzonderlijke gevallen, aanvullende inzet van motorrijders van de LE/TMO gevraagd wordt. In dit geval zal het ministerie van Defensie contact opnemen met het NCC. 3. Verkeerstechnische begeleiding van militaire colonnes en buitenprofiel voertuigen De KMar draagt zorg voor verkeerstechnische begeleiding voor militaire colonnes en buitenprofiel militaire voertuigen.
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 33
Procedure: Aanvrager: Ministerie van Defensie Uitvoerders: KMar, LE/TMO e. Waardetransporten (w.o. Kunsttransporten Nationaal Erfgoed) Waardetransporten - van DNB naar haar agentschappen - die over de weg plaatsvinden, worden begeleid door motorrijders en gepantserde terreinwagens van de KMar. Rond Schiphol verzorgt de KMar de (statische) beveiliging bij waardetransporten die voor een belangrijk deel is gericht op de overslag. Indien een risicoanalyse van de KMar hiertoe aanleiding geeft worden de waardetransporten voorzien van aanvullende beveiliging door de KMar. Benadrukt wordt dat alle waardetransporten voorafgaand aan het transport aan de KMar worden gemeld, zodat deze de noodzakelijke risicoanalyse kan maken. Voor zowel de meest risicovolle als overige waardetransporten vormt een door de aanvrager op te stellen beveiligingsplan een onderdeel van de aanvraag. Het TMO van de LE speelt, tenzij dringend noodzakelijk, geen rol bij de begeleiding van dit soort transporten (een en ander ter beoordeling van de Minister van V en J). Procedure: Aanvrager: V en J, en het Ministerie van Defensie Uitvoerders: KMar Kunsttransporten van nationaal belang vallen niet binnen het rijksdomein zoals verwoord in de circulaire Bewaking en Beveiliging van personen, objecten en diensten van de NCTV. Verkeerstechnische begeleiding is niet van toepassing. Vanwege een verhoogde dreiging ten aanzien van het transport kan eventueel een begeleiding worden geadviseerd door de NCTV indien het nationale belang in het geding is. In dat geval neemt het Hoofd NCC het besluit de verkeerstechnische begeleiding te laten uitvoeren door de LE/TMO of de regionale eenheden. Hierbij dient wel vermeld te worden dat verkeerstechnische begeleiding alléén verkeerstechnische begeleiding inhoudt en niet bedoeld is als gewapende beveiliging. Procedure: Aanvrager: OCW Uitvoerders: LE/TMO
34 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
f. Hoog risico gedetineerden transport Transporten van (hoog risico) gedetineerden vinden plaats door en onder verantwoordelijkheid van de DVO van V en J. DVO voert drie soorten transporten uit: • normaal gedetineerden transport • extra gedetineerden transport • hoog risico gedetineerden transport Verkeertechnische begeleiding vindt echter enkel plaats bij hoog risico gedetineerden transport. Voor de begeleiding voor het hoog risico gedetineerden transport zijn drie mogelijkheden: • aanvraag bijstand van AE-eenheden van de regionale eenheden • aanvraag bijstand van de BSB van de KMar • VT begeleiding door de LE/TMO Voor de VT begeleiding door de LE/TMO wordt door DVO rechtstreeks contact opgenomen met de LE/TMO Procedure: Aanvrager: V en J Uitvoerders: LE/TMO, DVO g. Transporten waarbij de Openbare Orde en (Verkeers)veiligheid in het geding is In bepaalde situaties is verkeerstechnische begeleiding wenselijk indien vervoersbewegingen impact kunnen hebben op de verkeerssituatie. Uitvoer van verkeerstechnische begeleiding kan zodoende zorgen voor het behouden van grip op de verkeerssituatie en veiligheid op de weg te kunnen garanderen. In het geval dat vervoersbewegingen geïnitieerd vanuit een evenement dient restrictief omgegaan te worden met het verlenen van verkeerstechnische begeleiding en uitsluitend verleend te worden indien de LE/TMO en/of de Landelijk Verkeerscoördinator hiertoe adviseert uit het oogpunt van verkeersveiligheid. Tevens is van belang af te wegen of vervoersbewegingen op een andere wijze uitgevoerd kunnen worden zodat deze minder impact hebben op de Nederlandse verkeerssituatie. Procedure: Aanvrager: NCTV Uitvoerders: LE/TMO
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 35
V. (Sport)evenementen De LE/TMO begeleidt een aantal wielerrondes. In principe zijn dit jaarlijks voorkomende evenementen die regio- en landsgrens overschrijdend zijn. Deze verkeerstechnische begeleiding valt niet binnen de reguliere bijstandaanvragen gezien het feit dat de LE voor deze evenementen aparte afspraken heeft gemaakt. Aanvragen die meer regio’s overschrijden, worden in principe via de LE aangevraagd. Deze beoordeelt of deze toegevoegd zullen worden aan de hierboven genoemde wielerrondes. De toestemming voor verkeerstechnische begeleiding geldt in principe alleen voor de begeleiding op Nederlands grondgebied. In de operationele uitvoering worden afspraken gemaakt met de Belgische en/of Duitse zusterdiensten over de precieze uitvoering. Procedure: Aanvrager: NCTV Uitvoerders: LE/TMO, KMar
36 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
VI. Internationale vertegenwoordigers in Nederland Vertegenwoordigers van EU/VN vertegenwoordigingen in Nederland en onderstaande internationale organisaties krijgen in principe geen verkeerstechnische begeleiding toegewezen, tenzij het bezoek van personen werkzaam bij de EU/VN vertegenwoordigingen en internationale organisaties een officieel karakter bevat. Bij de aanvraag dient het specifieke diplomatieke en/of politieke belang duidelijk te worden omschreven. Onder de hier bedoelde internationale organisaties vallen onder andere.: • International Criminal Court (ICC) • International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia (ICTY) • Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) • International Court of Justice (ICJ) • Verenigde Naties • Europese Unie In het geval van een aanvraag voor verkeerstechnische begeleiding zal de internationale organisatie via het ministerie van BuZa/DKP een verzoek moeten indienen bij het NCC. Procedure: Aanvrager: BuZa/DKP Uitvoerders: LE/TMO, Regionale eenheden
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 37
Lijst met afkortingen
38 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
BSB Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten BSG Bureau Secretaris-generaal BuZa Ministerie van Buitenlandse Zaken BuZa/DKP Ministerie van Buitenlandse Zaken/Directie Kabinet en Protocol BVA Beveiligingsambtenaar BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DB&B Dienst Bewaken en Beveiligen DKH/KSD Dienst van het Koninklijk Huis/Koninklijk Staldepartement DNB De Nederlandsche Bank DV&O Dienst Vervoer en Ondersteuning EZ Ministerie van Economische Zaken ICC International Criminal Court ICJ International Court of Justice ICTY International Criminal Court for the former Yugoslavia KMar Koninklijke Marechaussee LE Landelijke Eenheid LE/TMO Landelijke Eenheid/Team Motorondersteuning LTFO Landelijk Team Forensische Opsporing NCC Nationaal CrisisCentrum NCTV Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen OPCW Organization for the Prohibition of Chemical Weapons PoC Point of Contact TMO Team Motorondersteuning V en J Ministerie van Veiligheid en Justitie VT Verkeerstechnische Begeleiding
Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT) | 39
40 | Circulaire bijzondere verkeertechnische begeleiding (VT)
Dit is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Postbus 20301 | 2500 eh Den Haag www.nationaalcrisiscentrum.nl Fotografie: Frans Vega Fotograaf LE Politie (vh KLPD) BMW Motorrad NL Irene Zwaagman Fotografie © Maart 2013 | Publicatienr: j-18194