R
EN
INA-N333R
DE
GPS Car Navigation/CD Receiver FR
• OWNER'S MANUAL Please read before using this equipment. • BEDIENUNGSANLEITUNG Lesen Sie diese Bedienungsanleitung bitte vor Gebrauch des Gerätes. • MODE D'EMPLOI Veuillez lire avant d’utiliser cet appareil.
IT
• ISTRUZIONI PER L’USO Si prega di leggere prima di utilizzare il attrezzatura. • MANUAL DE OPERACIÓN Léalo antes de utilizar este equipo. • GEBRUIKSAANWIJZING Gelieve de gebruiksaanwijzing te lezen alvorens met dit toestel te werken.
ES
• ANVÄNDARHANDLEDNING Innan du använder utrustningen bör du läsa igenom denna användarhandledning. • BRUGERVEJLEDNING Læs venligst denne vejledning, før du tager enheden i brug.
NL
ALPINE ELECTRONICS MARKETING, INC. 1-1-8 Nishi Gotanda, Shinagawa-ku, Tokyo 141-0031, Japan Phone 03-5496-8231
ALPINE ELECTRONICS OF AUSTRALIA PTY. LTD. 6-8 Fiveways Boulevarde Keysborough, Victoria 3173, Australia Phone 03-9769-0000
ALPINE ELECTRONICS OF AMERICA, INC. 19145 Gramercy Place, Torrance, California 90501, U.S.A. Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631) 1-888-NAV-HELP (1-888-628-4357)
ALPINE ELECTRONICS GmbH Kreuzerkamp 7, 40878 Ratingen, Germany Phone 02102-4550
ALPINE ELECTRONICS OF CANADA, INC. 7300 Warden Ave., Suite 203, Markham, Ontario L3R 9Z6, Canada Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631) 1-888-NAV-HELP (1-888-628-4357)
Sankei Kikaku Co., Ltd. 1-13-38, Hinodai, Hino, Tokyo, Japan
ALPINE ELECTRONICS OF U.K. LTD. Alpine House Fletchamstead Highway, Coventry CV4 9TW, U.K. Phone 0870-33 33 763
ALPINE ELECTRONICS FRANCE S.A.R.L. (RCS PONTOISE B 338 101 280) 98, Rue de la Belle Etoile, Z.I. Paris Nord II, B.P. 50016, 95945 Roissy Charles de Gaulle Cedex, France Phone 01-48638989
SE
ALPINE ITALIA S.p.A. Viale C. Colombo 8, 20090 Trezzano Sul Naviglio (MI), Italy Phone 02-484781 ALPINE ELECTRONICS DE ESPAÑA, S.A. Portal de Gamarra 36, Pabellón, 32 01013 Vitoria (Alava) - APDO 133, Spain Phone 945-283588 Designed by ALPINE Japan Printed in Japan (S) 68P50520Y74-O
DK
R
EN
INA-N333R
DE
GPS Car Navigation/CD Receiver FR
• OWNER'S MANUAL Please read before using this equipment. • BEDIENUNGSANLEITUNG Lesen Sie diese Bedienungsanleitung bitte vor Gebrauch des Gerätes. • MODE D'EMPLOI Veuillez lire avant d’utiliser cet appareil.
IT
• ISTRUZIONI PER L’USO Si prega di leggere prima di utilizzare il attrezzatura. • MANUAL DE OPERACIÓN Léalo antes de utilizar este equipo. • GEBRUIKSAANWIJZING Gelieve de gebruiksaanwijzing te lezen alvorens met dit toestel te werken.
ES
• ANVÄNDARHANDLEDNING Innan du använder utrustningen bör du läsa igenom denna användarhandledning. • BRUGERVEJLEDNING Læs venligst denne vejledning, før du tager enheden i brug.
NL
ALPINE ELECTRONICS MARKETING, INC. 1-1-8 Nishi Gotanda, Shinagawa-ku, Tokyo 141-0031, Japan Phone 03-5496-8231
ALPINE ELECTRONICS OF AUSTRALIA PTY. LTD. 6-8 Fiveways Boulevarde Keysborough, Victoria 3173, Australia Phone 03-9769-0000
ALPINE ELECTRONICS OF AMERICA, INC. 19145 Gramercy Place, Torrance, California 90501, U.S.A. Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631) 1-888-NAV-HELP (1-888-628-4357)
ALPINE ELECTRONICS GmbH Kreuzerkamp 7, 40878 Ratingen, Germany Phone 02102-4550
ALPINE ELECTRONICS OF CANADA, INC. 7300 Warden Ave., Suite 203, Markham, Ontario L3R 9Z6, Canada Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631) 1-888-NAV-HELP (1-888-628-4357)
Sankei Kikaku Co., Ltd. 1-13-38, Hinodai, Hino, Tokyo, Japan
ALPINE ELECTRONICS OF U.K. LTD. Alpine House Fletchamstead Highway, Coventry CV4 9TW, U.K. Phone 0870-33 33 763
ALPINE ELECTRONICS FRANCE S.A.R.L. (RCS PONTOISE B 338 101 280) 98, Rue de la Belle Etoile, Z.I. Paris Nord II, B.P. 50016, 95945 Roissy Charles de Gaulle Cedex, France Phone 01-48638989
SE
ALPINE ITALIA S.p.A. Viale C. Colombo 8, 20090 Trezzano Sul Naviglio (MI), Italy Phone 02-484781 ALPINE ELECTRONICS DE ESPAÑA, S.A. Portal de Gamarra 36, Pabellón, 32 01013 Vitoria (Alava) - APDO 133, Spain Phone 945-283588 Designed by ALPINE Japan Printed in Japan (S) 68P50520Y74-O
DK
NEDERLANDS
Inhoudsopgave Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING WAARSCHUWING .................................... 3 OPGELET .................................................. 3 VOORZORGSMAATREGELEN ................ 3
Basishandelingen Het frontpaneel losmaken .................................. 5 Het frontpaneel aanbrengen ............................... 5 Systeeminitialisatie ............................................ 5 Toestel aan- en uitschakelen .............................. 5 Displayhoek regelen .......................................... 6 Volume/balans (links en rechts)/fader (voor en achter) regelen .................................. 6 Automatische positieweergave .......................... 6
Radio bedienen Tuner Mode omschakelen .................................. 7 Naar de radio luisteren ....................................... 7 Voorinstelzenders handmatig opslaan ................ 7 Automatisch voorinstelzenders opslaan ............. 8 Afstemmen op voorinstelzenders ....................... 8 Zendertitel zoekfunctie ...................................... 8
RDS bedienen Overschakelen naar RDS ontvangst en RDS zenders ontvangen .......................................... 9 RDS voorinstelzenders opvragen ....................... 9 Regionale (lokale) RDS zenders ontvangen ...... 9 PI SEEK instellen ............................................ 10 Verkeersinformatie ontvangen ......................... 10 PTY (Programme Type) afstemming ............... 10 Verkeersinformatie ontvangen tijdens CD- of radioweergave ............................................... 11 Priority PTY (Programmatype) ........................ 11 Radiotekst tonen .............................................. 11
CD-speler bedienen Beweegbaar display openen en sluiten ............ 12 Weergave .......................................................... 12 Muzieksensor (Skip) ........................................ 13 Snel vooruit en achteruit .................................. 13 Herhaalde weergave ......................................... 13 M.I.X. (willekeurige weergave) ....................... 13 Programma’s scannen ...................................... 13
Overige functies Titel/tekst tonen ............................................... 14 Discs/zenders benoemen .................................. 15 Discnaam/zendernaam wissen ......................... 15
Klankkleur instellen Loudness aan- /uitschakelen ............................ 16 Defeat-stand in- en uitschakelen ...................... 16 De fase van de subwooferuitgang omschakelen ................................................. 16 Bass-regeling ................................................... 17 Treble-regeling ................................................. 17
Instelling (SETUP) Displayverlichting omschakelen ...................... 18 Geluidssignaalfunctie (pieptoon) ..................... 18 Tijdweergave .................................................... 18 Tijdinstelling .................................................... 19 Automatische klokinstelling ............................ 19 Subwoofer aan en uit ....................................... 19 Scroll instellen ................................................. 19 Navigatie-onderbrekingen en het navigatievolume instellen (NAVI MIX) ....... 20 Automatische volumeregeling ......................... 20 AUX Mode instellen (V-Link) ......................... 20 Muting aan-/uitschakelen ................................. 21 Bronsignaalniveau regelen ............................... 21 Demonstratie .................................................... 21
Wisselaar bedienen (optie) Wisselaar bedienen (optie) ............................... 22 Multi-wisselaarkeuze ....................................... 22 Muzieksensor (Skip) ........................................ 23 Snel vooruit en achteruit .................................. 23 Herhaalde weergave ......................................... 23 M.I.X. (willekeurige weergave) ....................... 23 Programma's scannen ....................................... 23 Mappen kiezen (alleen voor MP3 compatibele wisselaars) ................................ 24 Bestanden/mappen zoeken (alleen voor MP3 compatibele wisselaars) ....................... 24 Het bereik van MP3-bestandskeuze instellen (alleen voor MP3 compatibele wisselaars) .......... 24
1-NL
DAB bedienen (optie) Zoeken naar een ensemble met de DAB receiver (optioneel) ....................................... 25 Van service veranderen .................................... 25 Het servicecomponent veranderen ................... 25 Een service opslaan .......................................... 25 De opgeslagen service ontvangen .................... 26 Het ensemble automatisch opslaan .................. 26 PTY (programmatype) afstemmen .................. 26 Verkeersinformatie in- en uitschakelen ............ 27 Het informatiebulletin kiezen .......................... 27 Het display omschakelen ................................. 27 Informatiebulletins van lokale DAB-zenders ontvangen ..................................................... 28 Automatisch overschakelen van DAB naar RDS instellen ................................................ 28 DRC (Dynamic Range Control) in-/uitschakelen ............................................ 28
MobileHubTM Link bedienen (optie) Over MobileHubTM Link (optie) ....................... 29 Telefoonstand in- en uitschakelen .................... 29 Inkomende gesprekken .................................... 30 Nummers kiezen Nummers kiezen met behulp van snelkiesnummers .. 30 Nummers kiezen met behulp van het telefoonboek .. 30 Nummers kiezen met behulp van de bellijst van inkomende/uitgaande/gemiste gesprekken ..... 30 Nummers kiezen (alleen voor bediening via de optionele afstandsbediening) ................................. 31 SMS-berichten (Short Message Service) lezen ... 31
Afstandsbediening Gebruik van de afstandsbediening RUE-4191 (optie) ......................................... 32 Gebruik van de afstandsbediening RUE-4135 (optie) ......................................... 33
Informatie Bij problemen .................................................. 34 Technische gegevens ........................................ 36
Installatie en aansluiting Waarschuwing .................................................. 37 Opgelet ............................................................. 37 Voorzorgsmaatregelen ...................................... 37 Installatie .......................................................... 38 Aansluiting ....................................................... 40
2-NL
WAARSCHUWING OPGELET
WAARSCHUWING
Dit symbool duidt op belangrijke instructies. Indien u deze niet leest, kan dit verwondingen of schade tot gevolg hebben.
Dit symbool duidt op belangrijke instructies. Indien u deze niet leest, kan dit ernstige of zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.
BEDIEN GEEN FUNCTIES DIE DE RIJVEILIGHEID IN HET GEDRANG KUNNEN BRENGEN.
STOP HET GEBRUIK VAN HET TOESTEL OGENBLIKKELIJK WANNEER ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Functies die wat meer aandacht vergen, mogen uitsluitend worden verricht vanuit stilstand. Parkeer het voertuig altijd op een veilige plek alvorens deze functies te verrichten. Indien u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken.
Indien u dat niet doet, kan dit verwondingen of schade aan het product tot gevolg hebben. Bezorg het toestel aan uw erkend Alpine dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre.
STEL HET VOLUME ZO IN DAT U TIJDENS HET RIJDEN NOG GELUIDEN VAN BUITENAF KUNT HOREN. Indien u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN VOEDING VAN 12V EN NEGATIEVE MASSA.
HOU UW VINGERS UIT DE BUURT VAN HET GEMOTORISEERDE FRONTPANEEL OF DISPLAY WANNEER DIE BEWEGEN. Indien u dat niet doet, kan dit verwondingen of schade aan het product tot gevolg hebben.
VOORZORGSMAATREGELEN
(Controleer dit samen met uw dealer indien u niet zeker bent.) Indien u dat niet doet, bestaat er gevaar voor brand e.d..
NIET DEMONTEREN NOCH AANPASSEN. Indien u dat toch doet, bestaat er gevaar voor ongevallen, brand of elektrocutie.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN. Gebruik voor andere doeleinden kan resulteren in brand, elektrocutie of verwondingen.
HOU KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. Deze kunnen ernstige verwondingen veroorzaken wanneer ze worden ingeslikt. Indien dat toch gebeurt, moet u meteen een arts raadplegen.
Temperatuur Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en –10°C ligt alvorens het toestel aan te zetten.
Condensvorming De CD-weergave kan onstabiel zijn door condensvorming. Haal in dat geval de CD uit het toestel en wacht ongeveer een uur tot alle vocht is verdampt.
Beschadigde disc Probeer geen gebarsten, vervormde of beschadigde discs af te spelen. Dergelijke discs kunnen het weergavemechanisme ernstig beschadigen.
Onderhoud
VERVANG ZEKERINGEN DOOR EXEMPLAREN MET DEZELFDE AMPERAGE.
Probeer nooit het toestel zelf te repareren. Laat het toestel nakijken door uw Alpine dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre.
Indien u dat niet doet, bestaat er gevaar voor brand of elektrocutie.
Installatieplaats
SLUIT GEEN VERLUCHTINGSGATEN OF RADIATORPANELEN AF. Indien u dat toch doet, kan de temperatuur in het toestel hoog oplopen waardoor er brand kan ontstaan.
STEEK GEEN HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN IN GLEUVEN OF SPLETEN. Dit kan verwondingen of schade aan het product tot gevolg hebben.
Installeer de INA-N333R niet op een plaats waar het toestel blootstaat aan: • • • •
directe zonnestraling en warmte; een hoge vochtigheidsgraad en water; overmatig stof; overmatige trillingen.
Behandeling van het afneembare frontpaneel • •
Stel het niet bloot aan regen noch water. Laat het niet vallen en stel het evenmin bloot aan schokken.
3-NL
Wat u niet mag doen
Correcte behandeling
Neem de disc niet vast en trek ze ook niet uit terwijl ze door het automatische laadmechanisme in de speler wordt getrokken. Probeer nooit een disc in te brengen terwijl het toestel af staat.
Laat de disc niet vallen. Hou de disc zo vast dat er geen vingerafdrukken achterblijven op het oppervlak. Bevestig geen kleefband, papier noch labels op de disc. Schrijf ook niet op de disc. JUIST
Discs inbrengen Uw speler kan slechts één disc tegelijk afspelen. Probeer nooit meer dan één disc in te brengen. Controleer of de disc wel degelijk met het label naar omhoog wordt ingebracht. Een verkeerd ingebrachte disc wordt automatisch uitgeworpen. Indien de speler een correct ingebrachte disc blijft uitwerpen, drukt u de RESET schakelaar in met behulp van een puntig voorwerp zoals bijvoorbeeld een balpen. Wanneer een disc wordt afgespeeld bij het rijden op een zeer oneffen weg, kan het geluid verspringen zonder dat de disc hierdoor wordt gekrast of de speler beschadigd.
Nieuwe discs Om te voorkomen dat de CD blokkeert, worden discs met een onregelmatig oppervlak of die verkeerd zijn ingebracht automatisch uitgeworpen. Wanneer een nieuwe disc meteen na het inbrengen wordt uitgeworpen, voelt u met uw vinger aan de rand van het gat in het midden en aan de buitenste rand van de disc. Kleine oneffenheden kunnen voorkomen dat de disc correct wordt ingebracht. Werk deze oneffenheden weg door met een balpen of dergelijke over de rand te wrijven en breng de disc opnieuw in. Centergat
Centergat
Nieuwe disc
Oneffenheden Buitenste rand (oneffenheden)
FOUT
JUIST
Discs reinigen Vingerafdrukken, stof of vuil op de disc kunnen de werking van de CD-speler verstoren. Maak de weergavekant van de disc schoon door met een zachte doek van binnen naar buiten toe te wrijven. Reinig een sterk bevuilde disc met een propere, zachte doek die in een zacht zeepsopje is gedrenkt.
Disc-toebehoren Er zijn diverse toebehoren op de markt verkrijgbaar om het discoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meeste beïnvloeden evenwel de dikte en/of diameter van de disc. Door het gebruik van dergelijke toebehoren kan de disc buiten de standaardspecificaties vallen, waardoor de werking van de speler wordt verstoord. Wij raden u aan deze toebehoren niet te gebruiken voor discs die worden afgespeeld met Alpine CDapparatuur.
Onregelmatig gevormde discs Speel met dit toestel uitsluitend ronde discs af en nooit discs met een speciale vorm. Speciaal gevormde discs kunnen het mechanisme beschadigen. Transparante folie
Disc-stabilisator
Gebruik alleen de exclusieve Alpine Navigation Disc (niet meegeleverd) met dit toestel. U kunt geen andere navigatiediscs gebruiken. Met dit toestel kunnen geen DVD/ VIDEO CD’s worden afgespeeld. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de navigatiedisc voor de bediening van het navigatiesysteem.
4-NL
Basishandelingen • Afstandsbediening Afstandsbedieningssensor
SOURCE/ POWER
RESET
Het frontpaneel losmaken
1 2 3
Hou de SOURCE/POWER toets minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel af te zetten. Druk op de (vrijmaak) toets links op het toestel tot het frontpaneel uitspringt. Neem de linkerkant van het frontpaneel vast en trek het los.
• Compatibiliteit met af fabriek gemonteerde stuurwielafstandsbediening Wanneer uw voertuig is uitgerust met stuurwielafstandsbediening voor de radio, is er een optionele stuurwielafstandsbedieningsinterface beschikbaar om uw Alpine radio hierop aan te sluiten. Raadpleeg uw Alpine dealer voor meer details.
Systeeminitialisatie Meteen nadat het toestel is geïnstalleerd of onder spanning gebracht, moet het worden geïnitialiseerd. Druk op de RESET schakelaar met een balpen of een ander puntig voorwerp.
OPMERKINGEN • Bij normaal gebruik kan het frontpaneel warm worden (vooral de aansluitingen achteraan op het frontpaneel); dat is normaal en wijst niet op een defect. • Steek het frontpaneel in de meegeleverde draagtas om het te beschermen.
Het frontpaneel aanbrengen
1 2
Plaats eerst de rechterkant van het frontpaneel in het toestel. Lijn de groef op het frontpaneel uit met de uitsteeksels op het toestel. Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het goed in het toestel zit. 2 1
Over de demo-functie Dit toestel is uitgerust met een demo-functie die automatisch wordt gestart wanneer het toestel voor het eerst wordt ingeschakeld of nadat een reset is uitgevoerd. Zie “Demo” op pagina 21 om de demo te annuleren.
Toestel aan- en uitschakelen
1
Druk op de SOURCE/POWER toets om het toestel aan te zetten.
OPMERKING Het toestel kan worden aangezet door op elke andere toets te toets. drukken, behalve de uitwerptoets en de TILT
Het volume stijgt geleidelijk tot het niveau dat was ingesteld op het ogenblik dat het toestel werd uitgeschakeld. Hou de SOURCE/POWER toets minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel af te zetten.
OPMERKING Wanneer het toestel voor het eerst wordt aangeschakeld, start het volume vanaf niveau 0.
OPMERKING Alvorens het frontpaneel te bevestigen, moet u er zich van vergewissen dat er geen vuil noch stof op de aansluitingen en er evenmin vreemde voorwerpen tussen frontpaneel en toestel zitten.
5-NL
Basishandelingen OPMERKINGEN
NAV.
• Indien niet binnen de 5 seconden aan de MODE (audioregeling) knop wordt gedraaid nadat de BALANCE of FADER stand is gekozen, keert het toestel automatisch terug naar de VOLUME stand. •* Wanneer de NAVI MIX (pagina 20), subwoofer (pagina 19) ON is, kunnen de respectieve niveaus worden geregeld.
MODE
2
Draai aan de MODE (audioregeling) knop tot u in elke stand het gewenste geluid verkrijgt.
OPMERKING Wanneer de temperatuur in het toestel oploopt, kan het volume tijdelijk dalen. Dat is normaal en duidt niet op storing.
TILT
Automatische positieweergave
1
Displayhoek regelen Beweegbaar display
Druk op de NAV. toets om de weergave te wijzigen. De automatische positie (huidige positie) en de GPS ontvangstgevoeligheid worden aangegeven. Voorbeeld van de huidige positie van het voertuig
Het beweegbare display kan in 3 verschillende hoeken worden geplaatst, naargelang van de persoonlijke voorkeur.
1
OPMERKINGEN
Druk op de TILT toets om de hoek van het beweegbare display te regelen.
OPMERKINGEN • Het display sluit een halve minuut nadat het contact werd afgezet. • De instelhoek van het display wordt opgeslagen in het geheugen. Wanneer het contact wordt aangezet, hoeft de hoek niet opnieuw te worden geregeld.
OPGELET Hou de handen (of vreemde voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl dit wordt geopend of gesloten om beschadigingen of verwondingen te vermijden. In normale gebruiksomstandigheden wordt de achterkant van het beweegbare display heel warm. Dat is normaal en duidt niet op storing. Raak het niet aan.
Volume/balans (links en rechts)/fader (voor en achter) regelen
1
Druk herhaaldelijk op de MODE (audioregeling) knop om de gewenste stand te kiezen. Bij elke druk verandert de stand als volgt: Vol.
MIX*
SUBW.*
Volume: 0 ~ 35 Balans: L15 ~ R15 Fader: F15 ~ R15 Subwoofer: 0 ~ 15 Mixniveau: 0 ~ 15
6-NL
BAL.
FAD.
De GPS-ontvangstgevoeligheid en het aantal satellieten worden aangegeven.
Vol.
• Sluit de GPS-antenne aan op het toestel om de huidige positie weer te geven. (zie “De GPS-antenne installeren” op pagina 39.). • Wanneer een apart verkrijgbare navigatiedisk (NVD-T003) voor dit toestel wordt ingebracht, werkt het als een navigatiesysteem. De MENU, VOICE en TMC toets dient voor navigatiedoeleinden.
Radio bedienen
3
DX SEEK (Afstand-stand) → SEEK (Lokaal-stand) → OFF (Handmatige stand) → DX SEEK
TUNE/A.ME SOURCE/ POWER
BAND/TEL. OK MODE
Druk op de TUNE/A.ME toets om de gewenste afstemfunctie te kiezen.
Automatische terugkeerschakelaar
OPMERKING De startstand is DX SEEK.
F/SETUP
Afstand-stand: Er wordt automatisch afgestemd op zenders met een krachtig signaal en op zenders met een zwak signaal (automatisch afstemmen). Lokaal-stand: Er wordt alleen automatisch afgestemd op zenders met een krachtig signaal (automatisch afstemmen). Handmatige stand: Er wordt met handmatig in stapjes op een frequentie afgestemd (handmatig afstemmen).
Voorinsteltoetsen (1 tot 6)
Tuner Mode omschakelen De INA-N333R is uitgerust met MAX TUNE Pro voor radiogeluid van superieure kwaliteit. Bovendien is er keuze uit twee instellingen naargelang van uw persoonlijke voorkeur.
1 2 3
4
OPMERKINGEN
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
• De STEREO indicator verschijnt op het display wanneer op een Stereo FM-zender is afgestemd. • Over de indicator voor een TMC-uitzending De TMC indicator die in de audio-stand wordt getoond, verschijnt wanneer de gekozen zender een TMC-zender bevat. De TMC-informatie kan niet ontvangen worden. De TMC indicator die in de navigatiestand wordt getoond (bij gebruik van de optionele NVD-T003), verschijnt wanneer aan alle voorwaarden voor ontvangst van de TMC-informatie is voldaan. Voor ontvangst van de TMC-informatie is de optionele navigatiedisc (NVD-T003) vereist. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de navigatiedisc voor details.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om FM CONDITION te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om uw persoonlijke instelling te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. HI-FI: Geluidskwaliteit prioritair NORMAL: Standaardinstelling STABLE: Ontstoring prioritair
OPMERKINGEN • De fabrieksinstelling is "NORMAL". • Wanneer er teveel storing is met de tuner in de HI-FI stand, raden wij u aan om over te schakelen naar NORMAL.
4
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
1 2
Druk op de SOURCE/POWER toets tot er een radiofrequentie verschijnt in het display. Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste radioband verschijnt.
FM-1
FM-2
FM-3
MW
Voorinstelzenders handmatig opslaan
1 2 3
Naar de radio luisteren
LW
FM-1
Druk op de of toets om af te stemmen op de gewenste zender. Wanneer de of toets ingedrukt blijft, verandert de frequentie voortdurend.
Kies de radioband en stem af op de radiozender die u wilt opslaan in het voorinstelgeheugen. Hou de voorinsteltoets (1 tot 6) waaronder u de zender wilt opslaan minstens 2 seconden ingedrukt. De gekozen zender wordt opgeslagen. Herhaal de procedure om maximum 5 andere zenders in dezelfde band op te slaan. Om deze procedure toe te passen op andere banden, kiest u gewoon de gewenste band en herhaalt u de procedure. In het voorinstelgeheugen kunnen maximum 30 zenders worden opgeslagen (6 zenders per band; FM-1, FM-2, FM-3, MG en LG).
OPMERKING Indien u een zender opslaat in een positie waaronder al een zender is opgeslagen, wordt de bestaande zender gewist en vervangen door de nieuwe zender.
7-NL
Radio bedienen Zendertitel zoekfunctie TUNE/A.ME SOURCE/ POWER
BAND/TEL. OK MODE
Automatische terugkeerschakelaar
Wanneer er voor radiozenders (radiofrequentie) titels zijn ingevoerd, kunt u op titel naar een zender zoeken.
1 2 Voorinsteltoetsen (1 tot 6)
3 Automatisch voorinstelzenders opslaan
1 2 3
Druk op de SOURCE/POWER toets om de radiostand te kiezen. Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste radioband verschijnt. Hou de TUNE/A. ME toets minstens 2 seconden ingedrukt. De frequentie in het display verandert permanent tijdens de automatische opslag. De tuner zoekt en memoriseert automatisch 6 krachtige zenders in de gekozen band. De zenders worden in volgorde van signaalsterkte opgeslagen onder de voorinsteltoetsen 1 tot 6. Na de automatische zenderopslag stemt de tuner af op de zender die is opgeslagen onder positie nr. 1.
OPMERKING Wanneer er geen zenders zijn opgeslagen, keert de tuner terug naar de zender die u beluisterde voor de automatische zenderopslagprocedure werd gestart.
Afstemmen op voorinstelzenders
1 2 3
Druk op de SOURCE/POWER toets om de radiostand te kiezen. Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste band verschijnt. Druk op de zender voorinsteltoets waaronder de gewenste radiozender is opgeslagen. In het display verschijnen band, voorinstelnummer en de frequentie van de gekozen zender.
8-NL
Houd de MODE knop minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar de zendertitel zoekfunctie. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer of druk op de of toets om de zendertitel te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop. Er wordt afgestemd op de radiozender met de gekozen zendertitel.
OPMERKINGEN • Druk op de RTN toets of houd de MODE knop minstens 2 seconden in om de zoekfunctie te annuleren. • Door de toets in te drukken kan de zender van de gekozen titel worden ontvangen, evenals met de OK toets of met de MODE knop.
RDS bedienen RDS voorinstelzenders opvragen SOURCE/ POWER
OK MODE
Automatische terugkeerschakelaar
1 2 3
F/SETUP 1/AF
1 tot 6
Overschakelen naar RDS ontvangst en RDS zenders ontvangen RDS (Radio Data System) is een radioinformatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz subdraaggolf van gewone FM. Via RDS kunt u diverse informatie ontvangen zoals verkeersinformatie en zendernamen, en automatisch herafstemmen op een krachtiger zender die hetzelfde programma uitzendt.
1 2 3 4 5 6
4
5
Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht op. Druk op de 1/AF toets om RDS te activeren. Wanneer RDS aan staat, verschijnt "AF" indicator in het display. Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te activeren. De "FUNC" indicator dooft. Druk op de toetsen 1 tot 6 waaronder de gewenste RDS zender is vooringesteld. Wanneer het signaal van de voorinstelzender te zwak is, zoekt de radio automatisch een krachtiger signaal van een zender in de AF (Alternative Frequencies) lijst. Indien de voorinstelzender en de zenders in de AF lijst niet kunnen worden ontvangen: Wanneer PI SEEK aan staat (zie "PI SEEK instellen" op pagina 10), zoekt de radio opnieuw naar een zender in de PI (Programme Identification) lijst. Wanneer het signaal van de regionale (lokale) zender waarop is afgestemd te zwak wordt, drukt u op dezelfde voorinsteltoets om af te stemmen op een regionale zender in een ander gebied.
Druk op de SOURCE/POWER toets tot er een radiofrequentie verschijnt in het display.
OPMERKING Zie "Radio bedienen" voor het voorinstellen van de RDS zenders. RDS zenders kunnen alleen worden vooringesteld in de banden FM-1, FM-2 en FM-3.
Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht op. Druk op de 1/AF toets om RDS te activeren. Wanneer RDS aan staat, verschijnt "AF" in het display. Druk op de of toets om af te stemmen op de gewenste RDS zender. Druk op de 1/AF toets om de RDS-stand uit te schakelen. De “AF” indicator dooft. Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te activeren. De “FUNC” indicator dooft.
Tips
Regionale (lokale) RDS zenders ontvangen
1 2 3
• Wanneer de radio het PTY31 (Emergency Broadcast) noodsignaal ontvangt, verschijnt "ALARM" automatisch in het display. • De digitale RDS gegevens omvatten het volgende: PI PS AF TP TA PTY EON R.TEXT
Programme Identification (programmaidentificatie) Programme Service Name (programmadienstnaam) Lijst met alternatieve frequenties Traffic Programme (verkeersprogramma) Traffic Announcement (verkeersinformatie) Programmatype Enhanced Other Networks Radiotekstinformatie
4
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om RDS REGIONAL te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. In de stand "RDS REGIONAL OFF" blijft de radio automatisch de aanverwante lokale RDS zender ontvangen. Druk op de F/SETUP toets om de instelstand te deactiveren.
9-NL
RDS bedienen PTY (Programme Type) afstemming OK MODE
Automatische terugkeerschakelaar
1 2
Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht op. Druk op de 2/PTY toets om de PTY-functie te activeren tijdens FM radio-ontvangst. Het programmatype van de zender die momenteel wordt ontvangen, verschijnt 5 seconden in het display. Wanneer geen PTY uitzending kan worden ontvangen, verschijnt "NO PTY" gedurende 5 seconden.
TITLE T.INFO/ANNC.
2/PTY
3/P. PTY
PI SEEK instellen
1 2 3 4
OPMERKING Wanneer er binnen de 5 seconden na het indrukken van de 2/ PTY toets geen andere toetsen worden ingedrukt, wordt de PTY stand automatisch verlaten.
F/SETUP
3
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om PI SEEK te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
Light M
4
Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te keren naar normale werking.
Verkeersinformatie ontvangen
1 2
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om over te schakelen naar de verkeersinformatiestand. Druk nogmaals op de T.INFO/ANNC. toets om de verkeersinformatiestand te verlaten. Druk op de of toets om de gewenste verkeersinformatiezender te kiezen. De TP indicator licht op wanneer wordt afgestemd op een verkeersinformatiezender. Verkeersinformatie wordt alleen weergegeven wanneer die wordt uitgezonden. Wanneer er geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, bevindt het toestel zich in de wachtstand. Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint, wordt die automatisch ontvangen en verschijnt "T.INFO" in het display. Wanneer geen verkeersinformatie meer wordt uitgezonden, keert het toestel automatisch terug naar de wachtstand.
OPMERKINGEN
• Wanneer het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 70 seconden in de ontvangststand. Wanneer het signaal langer dan 70 seconden onder een bepaald niveau blijft, knippert de "T.INFO" indicator • Indien u de ontvangen verkeersinformatie niet wenst te beluisteren, drukt u lichtjes op de T.INFO/ANNC. toets om het bericht over te slaan. T.INFO blijft aan staan om het volgende verkeersbericht te ontvangen. • Wanneer het volume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume gememoriseerd. Wanneer dan een volgende keer verkeersinformatie wordt ontvangen, wordt het volume automatisch ingesteld op het gememoriseerde niveau. • In de T.INFO stand wordt met SEEK automatisch afgestemd op de TP zenders.
10-NL
Druk binnen de 5 seconden na het overschakelen naar de PTY stand op de en toetsen of beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste programmatype te kiezen terwijl het PTY (programmatype) wordt getoond. Bij elke druk schuift het programmatype op.
Classics
Other M
Druk binnen de 5 seconden nadat het programmatype is gekozen op de 2/PTY toets om te beginnen zoeken naar een zender met het gekozen programmatype. Wanneer op de zender is afgestemd, wordt het programmatype van de zender waarop is afgestemd gedurende 5 seconden getoond. Wanneer geen zender kan worden gevonden, verschijnt "NO PTY" gedurende 2 seconden.
5
Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te activeren. De "FUNC" indicator dooft.
OPMERKINGEN • Bedien het toestel terwijl de "FUNC" indicator brandt. Indien er binnen de 5 seconden geen toetsen worden ingedrukt, dooft de "FUNC" indicator. • Wanneer de navigatiedisc (apart verkrijgbaar) is ingebracht en het systeem in de navigatiestand staat, kan de gekozen taal worden gebruikt met de PTY (Programme Type) of P.PTY (Priority Programme Type) taal.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens CD- of radioweergave
1 2
3
Druk herhaaldelijk op de T.INFO/ANNC. toets tot de T.INFO indicator verschijnt in het display. Druk op de en toets om eventueel een verkeersinformatiezender te kiezen.
4
Druk binnen de 5 seconden op de of toets of beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of ner terwijl "News" in het display staat om een bepaald programmatype te kiezen. Druk vervolgens op de 3/P. PTY toets. De PRIORITY PTY functie wordt geactiveerd. Druk op de 3/P. PTY toets om PRIORITY PTY opnieuw te activeren.
• Wanneer verkeersinformatie wordt ontvangen, onderbreekt het toestel automatisch de CD- of FM radioweergave. • Na de verkeersinformatie hervat het toestel automatisch de oorspronkelijke weergave.
• Verricht stap 3 om van programmacategorie te veranderen. • Hou de 3/P. PTY toets minstens 2 seconden ingedrukt om PRIORITY PTY af te zetten.
• Verkeersinformatiezenders kunnen niet worden ontvangen: In de tuner-stand: Wanneer het TP-signaal langer dan 70 seconden niet kan worden ontvangen, knippert de "T.INFO" indicator. In de CD-stand: Wanneer het TP-signaal niet langer kan worden ontvangen, wordt automatisch afgestemd op de verkeersinformatiezender met een andere frequentie.
In de PRIORITY PTY stand wordt het volume niet verhoogd, in tegenstelling tot T.INFO.
OPMERKING
5
Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te activeren. De "FUNC" indicator dooft.
OPMERKING Bedien het toestel terwijl de "FUNC" indicator brandt. Indien er binnen de 5 seconden geen toetsen worden ingedrukt, dooft de "FUNC" indicator.
Radiotekst tonen
OPMERKING De ontvanger is uitgerust met EON (Enhanced Other Networks) om te kunnen afstemmen op alternatieve frequenties in de AFlijst. De EON indicator verschijnt tijdens de ontvangst van een RDS EON zender. Indien de zender die wordt ontvangen geen verkeersinformatie uitzendt, wordt automatisch afgestemd op de aanverwante zender wanneer die verkeersinformatie uitzendt.
3
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de verkeersinformatiestand te verlaten. De T.INFO indicator verdwijnt.
OPMERKING Het toestel schakelt automatisch over naar verkeersinformatie, ook al beluistert u op dat ogenblik een andere bron dan radio of CD.
Priority PTY (Programmatype) Met deze functie kan een programmatype zoals een muziekgenre, nieuws, enz. worden vooringesteld. U kunt dan altijd een programma van het vooringestelde type beluisteren doordat het toestel automatisch voorrang geeft aan het vooringestelde programmatype en het huidige programma daarvoor eventueel onderbreekt. Deze functie werkt niet met LW en MW.
1 2
Tekstberichten van een radiozender kunnen in het display worden afgelezen.
1
Druk op de TITLE toets terwijl de radio is ingeschakeld en is afgestemd op een FM-zender om het display voor radiotekst te kiezen. PS (Programmaservicenaam) PS Radiotekst
*Stationnaam
∗ Wanneer er voor radiozenders titels zijn ingevoerd, kunt u op titel naar een zender zoeken. “Zendertitel zoekfunctie” (Zie pagina 8) Het display toont gedurende enkele seconden “Waiting”.
OPMERKINGEN • Indien er geen tekstbericht kan worden ontvangen of bij slechte ontvangst, verschijnt "NO TEXT" in het display. • “Waiting” kan verschijnen afhankelijk van de ontvangstvoorwaarden.
Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht op. Druk op de 3/P. PTY toets om PRIORITY PTY te activeren. Het programmatype wordt gedurende 5 seconden getoond. De basisinstelling is “News.”
OPMERKING Wanneer er binnen de 5 seconden na het indrukken van de 3/ P.PTY toets geen andere toetsen worden ingedrukt, wordt de PRIORITY PTY stand automatisch verlaten.
11-NL
CD-speler bedienen 2 SOURCE/ POWER
Plaats een disc met het label naar boven. De disc wordt automatisch in het toestel getrokken. Het beweegbare display gaat dicht en de weergave start. Indien er al een disc is ingebracht, druk dan op de SOURCE/POWER toets om over te schakelen naar de CD-stand. De werkingsstand verandert bij elke druk op de toets. → TUNER → CD → CD CHANGER∗ (* Alleen wanneer een CD-wisselaar is aangesloten)
4(
) 5(
6( )
)
3 4
Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten, is weergave van MP3 mogelijk. (Zie “Wisselaar bedienen” op pagina 22)
Beweegbaar display openen en sluiten
1
Druk op de toets. Het beweegbare display gaat open.
(Beweegbaar display volledig geopend)
Druk nogmaals op de toets om het beweegbare display te sluiten. Het beweegbare display gaat dicht.
OPMERKINGEN • Stel het beweegbare display in geopende toestand niet bloot aan schokken om defecten te voorkomen. • Bij het sluiten stopt het display in de ingestelde hoek.
OPGELET Hou de handen (of vreemde voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl dit wordt geopend of gesloten om beschadigingen of verwondingen te vermijden. In normale gebruiksomstandigheden wordt de achterkant van het beweegbare display heel warm. Dat is normaal en duidt niet op storing. Raak het niet aan.
Druk op de toets om de weergave tijdelijk te onderbreken. Door de toets nogmaals in te drukken, wordt de weergave hervat. Druk op de
toets om de disc uit te werpen.
OPMERKINGEN • Indien de CD niet wordt uitgeworpen, druk dan nogmaals gedurende minstens 2 seconden op de toets terwijl het beweegbare display is geopend. • Indien de navigatiedisc (apart verkrijgbaar) is ingebracht in de CD mode, verschijnt "NAV. DISC".
Behandeling van Compact Discs (CD/CDR/CD-RW) • Raak het oppervlak niet aan. • Stel de disc niet bloot aan directe zonnestraling. • Kleef geen stickers of labels op de disc en schrijf er ook niet op. • Maak de disc schoon wanneer die stofferig is. • Controleer of de rand van de disc geen oneffenheden vertoont. • Gebruik geen in de handel verkrijgbare disc-toebehoren.
Laat de disc niet lang in de auto of het toestel zitten. Stel de disc nooit bloot aan directe zonnestraling. Hitte en vocht kunnen de CD beschadigen waardoor die niet meer kan worden afgespeeld.
Gebruikers van opneembare/ herschrijfbare CD’s (CD-R/CD-RW) • Wanneer een CD-R/CD-RW niet kan worden weergegeven, controleer dan of de laatste opnamesessie is afgesloten (gefinaliseerd). • Beëindig de CD-R/CD-RW wanneer dit nodig is en probeer opnieuw.
Over discs die met de INA-N333R modellen gebruikt kunnen worden. Gebruik alleen compact-discs die aan de labelzijde zijn voorzien van onderstaande logo’s.
Weergave
1
Druk op de toets. Het beweegbare display gaat open.
Breng een disc in met het label naar boven.
12-NL
U kunt CD-R's (CD-Recordable)/CD-RW's (CDReWritable) voor audiotoepassingen afspelen met dit toestel. U kunt ook CD-R's/CD-RW's met MP3 audiobestanden afspelen. • De volgende soorten CD’s kunnen mogelijk niet met dit toestel weergegeven worden: beschadigde CD’s, CD’s waarop vingerafdrukken staan, CD’s die aan extreme temperaturen of direct zonlicht zijn blootgesteld (b.v. CD’s die in de auto of in het toestel zijn achtergebleven), CD’s die niet onder goede omstandigheden zijn opgenomen, CD’s die niet voor audio zijn bedoeld, CD’s die na een mislukte poging opnieuw zijn gebrand. .
Muzieksensor (Skip)
1
Hou de toets even ingedrukt tijdens de CDweergave om terug te keren naar het begin van de huidige track. Om terug te keren naar het begin van vorige tracks, drukt u herhaaldelijk op deze toets tot u bij de gewenste track komt. Druk de toets eenmaal in om naar het begin van de volgende track te gaan. Om naar het begin van volgende tracks te gaan, drukt u herhaaldelijk op deze toets tot u bij de gewenste track komt.
OPMERKING De muzieksensorfunctie werkt in de weergave- of pauzestand.
Snel vooruit en achteruit
1
Hou de of toets ingedrukt om snel achteruit of vooruit te gaan tot u het gewenste punt in de track hebt bereikt.
Herhaalde weergave
1
Druk op de 5 ( ) toets om de huidige track te herhalen. De REPEAT indicator licht op en de track wordt herhaaldelijk afgespeeld. Druk nogmaals op de 5 ( ) toets en kies OFF om herhaalde weergave te stoppen.
M.I.X. (willekeurige weergave)
1
Druk op de 4 ( ) toets in de weergave- of pauzestand. De M.I.X. indicator licht op en de tracks op de disc worden afgespeeld in willekeurige volgorde. Nadat alle tracks op de disc eenmaal zijn afgespeeld, begint de speler met een nieuwe willekeurige weergavereeks tot M.I.X. wordt uitgeschakeld. Om M.I.X. weergave te stoppen, drukt u nogmaals op de 4 ( ) toets om M.I.X. uit te schakelen.
Programma's scannen
1
Druk op de 6 ( ) toets om de Scan-functie te activeren. De eerste 10 seconden van elke track worden dan telkens afgespeeld. Druk op de 6 ( ) toets en deactiveer de Scanfunctie om het scannen te stoppen.
13-NL
Overige functies MP3-stand (wanneer een MP3 compatibele wisselaar is aangesloten): OK MODE
Automatische terugkeerschakelaar
ID3-LABEL DISPLAY*2 MAP-/FRAME*3 DISPLAY BESTAND/FRAME*3 DISPLAY TITEL DISPLAY*4
TITLE ∗1
Titel/tekst tonen ∗2
Een vooraf ingevoerde CD/zender-titel kan in het display verschijnen. Zie "Discs/zenders benoemen" op (pagina 15) voor meer details. Tekstinformatie zoals disc- en tracknaam verschijnt bij het afspelen van een CD textcompatibele disc. Wanneer een MP3 compatibele CDwisselaar is aangesloten, kunnen tijdens weergave tevens de naam van de map, het ID3-identificatielabel, enz. worden getoond.
1
∗3
∗4
Verschijnt tijdens de weergave van een disc met CD Text. Er verschijnt niets wanneer de CD geen tekstgegevens bevat. Wanneer een MP3-bestand een ID3-label bevat, wordt alle in het ID3-label opgenomen informatie op het display getoond (b.v. de titel van de track, de naam van de artiest en de titel van het album). Alle overige labelgegevens worden genegeerd. De bemonsteringssnelheid en de bitsnelheid van het MP3-bestand worden getoond. Er verschijnt niets wanneer geen titel werd ingevoerd.
OPMERKINGEN Druk op de TITLE toets. De werkingsstand verandert bij elke druk op de toets.
Betreffende "Title" en "Text" Title: hiermee kunt u een naam geven aan een CD (pagina 15). Deze naam wordt "titel" (Title) genoemd. Text: CD Text-compatibele discs bevatten tekstinformatie zoals disc- en track-naam. Dergelijke tekstinformatie wordt "Text" (tekst) genoemd. Radio-stand: PS (Programme Service Name) STATIONNAAM (TITELDISPLAY)*4 RADIO TEKST DISPLAY
CD/wisselaar-stand: TEKST DISPLAY (DISC-/TRACK-NAAM)*1 TITEL DISPLAY*4
14-NL
• Sommige tekens worden mogelijk niet correct weergegeven door dit toestel. • Op het display verschijnt mogelijk niet alle CD Textinformatie, afhankelijk van de CD-wisselaar. • Wanneer Scroll (zie pagina 19) is ingesteld op "OFF", houdt u de TITLE toets minstens 2 seconden ingedrukt om de tekstinformatie eenmaal te laten schuiven (TEKST DISPLAY, MAP NAAM DISPLAY, BESTANDSNAAM DISPLAY of LABEL DISPLAY standen.) • Wanneer de gewenste tekstinformatie niet met dit toestel kan worden getoond, verschijnt “NO SUPPORT” op het display.
Discs/zenders benoemen
Discnaam/zendernaam wissen
1
1
2 3
4
Druk op de TITLE toets en kies de titelweergavestand. Zie “Titel/tekst tonen” voor meer details (pagina 14). Hou de TITLE knop minstens 2 seconden ingedrukt om de titelinvoerfunctie te wijzigen. Lettersymbolen verschijnen in het display. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar binnen de 10 seconden op of neer om de cursor naar het lettersymbool te brengen dat u wilt invoeren. Druk op de OK toets of MODE knop om de letter in te stellen. Herhaal procedure 3. Er kunnen maximum 8 cijfers worden ingevoerd. De ingevoerde titel wordt automatisch gememoriseerd en getoond als titel. Wanneer u minder dan 8 cijfers invoert, kiest u OK onder de lettersymbolen in het display. De letters worden automatisch gememoriseerd en getoond als titel. De letters worden na 10 seconden automatisch gememoriseerd, ook al wordt OK niet geselecteerd.
OPMERKINGEN • Wanneer u in stap 3 en 4 gedurende minstens 10 seconden niets doet, wordt de titelinvoerstand verlaten. • U kunt titelinvoer ook annuleren door op de RTN toets te drukken. • Er kunnen geen titels aan tracks worden gegeven. • U kunt met dit toestel 24 zendertitels voor radiofrequenties en 18 titels voor discs invoeren. Wanneer u probeert er meer op te slaan, verschijnt “FULL DATA” gedurende 2 seconden op het display. Er kunnen dan geen titels meer worden opgeslagen. • Om een nieuwe titel in te voeren, moet eerst een reeds ingevoerde titel worden gewist. • Wanneer u een titel wilt wissen, voert u “ ” in op alle posities. • Wanneer u of , kiest, beweegt de cursor die de ingevoerde titel aanwijst naar rechts of naar links. • Wanneer u kiest, kan een blanco spatie worden ingevoerd. • Wanneer u 1 of 2 , kiest, verschijnen er afwisselend tekens/symbolen in het display. • De titellengte of geheugencapaciteit van de CD-wisselaar verschilt van model tot model. • Door de voeding los te koppelen kunnen deze titels worden gewist. Spring voorzichtig om met de voedingskabel. • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om de in te voeren tekst te kiezen. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de toets drukken om de ingevoerde tekst in te stellen.
Druk op de TITLE toets om de titeldisplay te kiezen. Druk dan nogmaals op de toets en houd de toets nu minstens 2 seconden ingedrukt. • Zie “Titel/tekst tonen” (pagina 14) voor details.
2 3 4 5 6
Houd de OK toets of toets of MODE knop minstens 2 seconden ingedrukt. De titel in het display begint te knipperen. De melding “SEARCHING TITLE” verschijnt. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer totdat de te wissen titel wordt getoond. Druk op de OK toets of of MODE knop. De melding “DELETE OK?” verschijnt. Druk nogmaals op de OK of titel wordt gewist.
of MODE knop. De
Druk nogmaals op de TITLE toets om de titelwisfunctie te annuleren.
OPMERKINGEN • CD-tekst kan niet worden gewist. • Wanneer in stap 2 de titel niet wordt ingevoerd en wanneer in stap 5 alle titels zijn gewist, verschijnt “NO DATA” gedurende 2 seconden op het display. • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook of toets drukken om een titel te kiezen. op de
15-NL
Klankkleur instellen Defeat-stand in- en uitschakelen OK MODE
Automatische terugkeerschakelaar
Door het inschakelen van de Defeat-stand worden alle via de lagetonenregeling gemaakte instellingen (behalve de subwoofer-stand) weer teruggezet op de standaard fabriekswaarden.
1
Om Defeat te annuleren, houdt u de DEFEAT toets opnieuw langer dan 2 seconden ingedrukt.
bass engine/ DEFEAT
Loudness aan- /uitschakelen Loudness accentueert lage en hoge tonen bij laag volume. Dit dient om de verminderde gevoeligheid van het menselijk gehoor voor laag- en hoogfrequent geluid te compenseren.
1 2 3 4 5
Druk op de bass engine (lagetonenregeling) toets om de lagetonenregeling te activeren. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om LOUD te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om de LOUDstand in te stellen.
De fase van de subwooferuitgang omschakelen U kunt de fase van het subwooferuitgangssignaal instellen op NORMAL 0° of REVERSE 180°. De gewenste fase kiezen.
1 2 3
Druk nogmaals op de OK toets of op de MODE knop. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar LOUD-stand. Druk nogmaals op de bass engine (lagetonenregeling) toets om terug te keren naar de normale stand nadat de instelling is voltooid.
OPMERKINGEN • Wanneer er binnen 10 seconden geen enkele toets wordt bediend, wordt de loudness-functie automatische uitgeschakeld. • Wanneer er 10 seconden verstrijken nadat de instelling is voltooid, wordt automatisch teruggekeerd naar de normale stand. Wanneer op de RTN toets wordt gedrukt, keert het display terug naar de eerder getoonde indicatie. • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om een item te kiezen. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de toets drukken om een item in te stellen.
16-NL
Hou de DEFEAT toets langer dan 2 seconden ingedrukt om Defeat aan te schakelen.
4
Druk op de bass engine toets om bass engine om te schakelen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om SUBW. te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om SUBW. in te stellen. Druk op de OK toets of MODE knop om over te schakelen naar het SUBW. PHASE regelscherm. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om 0° (NORMAL) of 180° (REVERSE) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
OPMERKINGEN • Wanneer er binnen de 10 seconden geen toets wordt ingedrukt, wordt de fase van het subwooferuitgangssignaal automatisch uitgeschakeld. • 10 seconden nadat de laatste handeling werd verricht, keert het systeem automatisch terug naar de normale werkingsstand. Wanneer de RTN toets wordt ingedrukt, verschijnt de vorige instelling weer op het display.
Bass-regeling U kunt de lage frequenties naar wens regelen.
1 2
Druk op de bass engine toets om bass engine om te schakelen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om BASS CONT. te selecteren. Druk op de OK toets of de MODE knop om de BASS CONT. (Bass Center frequentieregeling) stand te kiezen.
3-1 Bass-niveau regelen: Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om BASS LEVEL te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste bass-niveau (–7~+7) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. U kunt lage tonen versterken of verzwakken.
3-2 Bass Centre-frequentie regelen: Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om BASS FREQ. te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste bass-niveau (60Hz ~ 180Hz) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Accentueert de getoonde bass-frequenties.
3-3 De bass-bandbreedte regelen (Q-Factor): Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om BAND WIDTH te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de gewenste bass-bandbreedte (WIDE1 (Narrow) ~ WIDE4 (Wide)) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Verandert de bass boost-bandbreedte van smal naar breed. Bij een brede instelling wordt een ruim frequentiebereik boven en onder de middenfrequentie versterkt. Bij een smallere instelling worden alleen frequenties rond de middenfrequentie versterkt.
OPMERKINGEN • Wanneer er binnen de 10 seconden geen toetsen worden ingedrukt, wordt de bass-regeling automatisch uitgeschakeld. • Tien seconden nadat de laatste handeling werd verricht, keert het systeem automatisch terug naar de normale werkingsstand. Door op de RTN toets te drukken, verschijnt de vorige aanduiding weer op het display. • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om een item te kiezen. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de toets drukken om een item in te stellen. • De instellingen voor de lage tonen worden voor elke geluidsbron (FM, MG (LG), CD, enz.) opgeslagen totdat de instellingen weer worden gewijzigd. De frequentie- en bandbreedte-instellingen voor de lage tonen van één geluidsbron zijn van invloed op alle geluidsbronnen (FM, MG (LG), CD, enz.). • Afhankelijk van de aangesloten apparatuur zijn mogelijk niet alle functies en display-aanduidingen beschikbaar. De lage tonen zijn echter ook instelbaar wanneer er een geluidsprocessor met dergelijke functie is aangesloten.
Treble-regeling U kunt de hoge frequenties naar wens regelen.
1 2
Druk op de bass engine toets om bass engine om te schakelen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om TREBLE CONT. te selecteren. Druk op de OK toets of de MODE knop om de TREBLE CONT. (Treble Center frequentieregeling) stand te kiezen.
3-1 Treble-niveau regelen: Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om TREBLE LEVEL te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste treble-niveau (–7~+7) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. U kunt de hoge frequenties accentueren.
3-2 Treble Centre-frequentie regelen: Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om TREBLE FREQ. te kiezen. Druk op de OK of MODE knop toets om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste treble-niveau (10,0kHz ~ 17,5kHz) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Accentueert de getoonde treble-frequenties.
OPMERKINGEN • Wanneer er binnen de 10 seconden geen toetsen worden ingedrukt, wordt de treble-regeling automatisch uitgeschakeld. • Tien seconden nadat de laatste handeling werd verricht, keert het systeem automatisch terug naar de normale werkingsstand. Door op de RTN toets te drukken, verschijnt de vorige aanduiding weer op het display. • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om een item te kiezen. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de toets drukken om een item in te stellen. • De instellingen voor de hoge tonen worden voor elke geluidsbron (FM, MG (LG), CD, enz.) opgeslagen totdat de instellingen weer worden gewijzigd. De frequentie- en bandbreedte-instellingen voor de hoge tonen van één geluidsbron zijn van invloed op alle geluidsbronnen (FM, MG (LG), CD, enz.). • Afhankelijk van de aangesloten apparatuur zijn mogelijk niet alle functies en display-aanduidingen beschikbaar. De hoge tonen zijn echter ook instelbaar wanneer er een geluidsprocessor met dergelijke functie is aangesloten.
17-NL
Instelling (SETUP) Geluidssignaalfunctie (pieptoon) OK
MODE
Automatische terugkeerschakelaar
Deze functie bevestigt het indrukken van toetsen met een bepaalde pieptoon.
1 2 RTN
F/SETUP
3
Displayverlichting omschakelen
1 2 3
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om GREEN of AMBER te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
OPMERKING Wanneer u de automatische terugkeerschakelaar op of neer gedrukt houdt, blijft de cursor bewegen.
4
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
OPMERKINGEN • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om een item te kiezen. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de toets drukken om een item in te stellen. • “Tuner Mode omschakelen” van de SETUP items wordt beschreven in Radio bedienen op pagina 7. • “Regionale (lokale) RDS zenders ontvangen” en “PI SEEK instellen” van de SETUP items worden beschreven in RDS bedienen op pagina 9 en 10. • “Informatiebulletins van lokale DAB-zenders ontvangen”, “Automatisch overschakelen van DAB naar RDS instellen” en “DRC (Dynamic Range Control) in-/uitschakelen” van de SETUP items worden beschreven in DAB bedienen op pagina 28. Instelling is alleen mogelijk wanneer een optionele DAB receiver-eenheid is aangesloten. • “Het bereik van MP3-bestandskeuze instellen” van de SETUP items wordt beschreven in Wisselaar bedienen op pagina 24. Instelling is alleen mogelijk wanneer een optionele MP3 compatibele wisselaar is aangesloten. • “Inkomende gesprekken van de telefoon beantwoorden” van de SETUP items wordt beschreven in MobileHubTM Link bedienen op pagina 30. Instelling is alleen mogelijk wanneer de optionele mobiele telefoon en de Mobile Hub zijn aangesloten.
18-NL
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om BEEP te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om OFF te kiezen of het volume in te stellen. Het volume kan in drie stappen worden geregeld: LOW, MID en HIGH. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
OPMERKINGEN
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display keert terug naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ILLUMINATION te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display keert terug naar SETUP.
• De fabrieksinstelling is BEEP OFF. • Wanneer een externe audio processor is aangesloten, werkt de pieptoon niet, ook al staat BEEP aan. • De pieptoon wordt alleen geproduceerd door de voorluidsprekers.
4
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
Tijdweergave
1 2 3 4
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om CLOCK DISPLAY te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen voor de klokweergave. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
Tijdinstelling
Subwoofer aan en uit
1
1
2 3
4
5
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om CLOCK ADJUST te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om HOUR te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de uren in te stellen. Druk na het instellen op de RTN toets om terug te keren naar de vorige indicatie. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om MINUTE te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de minuten in te stellen. Druk na het instellen op de RTN toets om terug te keren naar de vorige indicatie. Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
Automatische klokinstelling Wanneer dit op ON staat, wordt de klokweergave gebaseerd op de GPS informatie.
1 2 3 4
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om AUTO GPS CLOCK te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
2 3 4 5
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om SUBWOOFER te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk op de F/SETUP toets nadat u SUBWOOFER ON hebt gezet. Druk herhaaldelijk op de MODE (audioregeling) knop om de SUBWOOFER stand te kiezen. SUBW. BAL.
Vol.
6
FAD.
Draai aan de MODE (audioregeling) knop tot u in elke stand het gewenste geluid verkrijgt.
Scroll instellen Wanneer de te tonen tekst of informatie, enz. niet op het display past, dan verschuift de tekst. Wanneer de tekst wel op het display past, dan verschuift de tekst niet ongeacht de instelling van de scroll-functie.
1 2 3
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om AUTO SCROLL te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. • ON:
de CD-tekst, enz. verschuift voortdurend in het display. • OFF: de tekst schuift alleen in het display wanneer een disc wordt ingebracht of een andere track wordt gekozen.
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
OPMERKINGEN • Alleen minuten en seconden worden automatisch ingesteld. • Schakel de automatische klokinstelling uit wanneer er geen GPS-antenne is aangesloten.
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
4
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
OPMERKINGEN • De standaardinstelling is "OFF". • De scroll-functie werkt niet met handmatig ingevoerde disctitels (zie pagina 15).
19-NL
Instelling (SETUP) Automatische volumeregeling SOURCE/ POWER
OK MODE
Automatische terugkeerschakelaar
Deze functie regelt volume en bass op basis van de rijsnelheid ter compensatie van storend omgevingsgeluid. Voor deze compensatie is er keuze uit 6 patronen.
1 2 F/SETUP
Navigatie-onderbrekingen en het navigatievolume instellen (NAVI MIX) Wanneer de stembegeleiding van het navigatiesysteem start, wordt het volume van elke audiobron die op dat moment speelt automatisch verlaagd. U kunt ook het volume van de stembegeleiding regelen.
1 2 3 4 5
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om NAVI MIX te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk op de F/SETUP toets nadat u NAVI MIX ON hebt gezet. Druk herhaaldelijk op de MODE (audioregeling) knop om de NAVI MIX stand te kiezen. MIX
6
BAL.
FAD.
Vol.
MIX
Draai aan de MODE (audioregeling) knop tot u in elke stand het gewenste geluid verkrijgt.
OPMERKINGEN • Wanneer de gesproken instructies van het navigatiesysteem de weergave beginnen te onderbreken, schakelt het display automatisch om naar navigatie. • Het volume voor de gesproken navigatie-aanwijzingen kan worden ingesteld door het volume aan te passen terwijl de aanwijzingen hoorbaar zijn. Nadat de navigatie-aanwijzingen zijn afgesloten, wordt het vorige volume hersteld en verschijnt het vorige beeld weer op het scherm. Wanneer de navigatiefunctie het audioprogramma onderbreekt en het volume lager is dan het ingestelde niveau, dan wordt het volume voor de navigatie-aanwijzingen aan het huidige luistervolume aangepast. (Het volume wordt niet verhoogd voor de navigatie-aanwijzingen.) • De stembegeleiding weerklinkt alleen via de voorluidsprekers. • Wanneer u een externe audio processor aansluit, kan de stembegeleiding worden weergegeven via externe luidspreker (KAX-551N).
20-NL
3
4
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om AUTO VOLUME te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om uw persoonlijke volumeregeling te kiezen (VOL 1: geringe compensatie tot VOL 6: grote compensatie. Zet VOL. op OFF wanneer de functie niet wordt gebruikt.). Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
AUX Mode instellen (V-Link) U kunt TV/video-geluid invoeren door een optionele AiNET/RCA Interface-kabel (KCA-121B) of veelzijdige linkaansluiting (KCA-410C) aan te sluiten op deze component.
1 2 3
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om AUXILIARY INPUT te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de gewenste stand te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. OFF: U kunt geen externe ingangsbron kiezen. ON: U kunt een externe ingangsbron kiezen. U kunt ook een AUXILIARY LABEL kiezen voor externe invoer∗. ∗ 1. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de AUXILIARY LABEL in het SETUP display te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. 2. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de naam te kiezen uit AUX, GAME, VCR, TV en MP3. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. AUXILIARY LABEL U kunt een naam voor externe invoer kiezen wanneer de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) niet is aangesloten. AUX-1 LABEL / AUX-2 LABEL U kunt een AUXILIARY LABEL kiezen wanneer de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) is aangesloten.
OPMERKING Wanneer de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) is aangesloten, kunt u kiezen uit twee AUX mode displays.
4 5
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand. Om het volume, enz. te regelen, drukt u eerst op de SOURCE/POWER toets, waarna u de AUX stand kiest en de nodige instellingen verricht.
OPMERKING Wanneer de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) is aangesloten, kunt u kiezen uit twee externe ingangen. Druk op de BAND/TEL. toets op het toestel om de stand te kiezen.
Bronsignaalniveau regelen Indien het verschil in volume tussen CD-speler en FMradio te groot is, kan het FM-signaalniveau als volgt worden geregeld.
1 2 3
Muting aan-/uitschakelen Wanneer een toestel met onderbrekingsfunctie is aangesloten, wordt het geluid meteen gedempt wanneer een onderbrekingssignaal van dat toestel wordt ontvangen. Deze functie kan via het hoofdtoestel aan en af worden gezet zoals hieronder beschreven.
1 2 3
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om MUTE te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
4
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om FM LEVEL te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om HIGH of LOW te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
Demonstratie Dit toestel heeft een demonstratiefunctie die de displaywerking simuleert.
1 2 3
OPMERKING De fabrieksinstelling is "MUTE ON".
4
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om DEMO te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Indien er binnen de 30 seconden na het activeren van de DEMO stand geen toets wordt ingedrukt, start de DEMO functie.
OPMERKING
OPMERKINGEN
Wanneer Mute af staat en het geluid extern wordt onderbroken (b.v. door de autotelefoon), verschijnt "INT." op het display. Wanneer Mute aan staat, verschijnt "MUTE" op het display.
• De fabrieksinstelling is "DEMO ON". • De demo wordt automatisch herhaald totdat de DEMO-stand uitgeschakeld wordt.
4
Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand.
21-NL
Wisselaar bedienen (optie) SOURCE/ POWER
BAND
Wanneer een 12CD-wisselaar is aangesloten: Om discs te kiezen met een nummer van 1 tot 6, gaat u op dezelfde manier tewerk als bij een 6CD-wisselaar. Om discs te kiezen met een nummer van 7 tot 12, drukt u eerst op de F/SETUP toets. Hierdoor verandert "D" in "d". Druk vervolgens op de gewenste voorinsteltoets. Wanneer de F/SETUP toets werd ingedrukt, stellen de voorinsteltoetsen 1 tot 6 disc 7 tot 12 voor.
Disc-keuzetoetsen (1 tot 6)
Multi-wisselaarkeuze F/SETUP
4(
)
5(
)
6(
)
Wisselaar bedienen (optie) Op de INA-N333R kan een 6- (meegeleverd MP3 compatibele wisselaars) of 12CD-wisselaar worden aangesloten, op voorwaarde dat die Ai-NET compatibel is. Wanneer een CD-wisselaar is aangesloten op de AiNET ingang van de INA-N333R, kan die vanaf de INAN333R worden bediend. Met behulp van de KCA-400C (multiwisselaarschakelaar) of KCA-410C (veelzijdige linkaansluiting) kunnen verschillende wisselaars worden bediend via de INA-N333R. Zie multi-wisselaarkeuze op deze pagina om de CDwisselaar te kiezen.
OPMERKINGEN • De CD-wisselaarbedieningsfuncties van de INA-N333R werken alleen wanneer een CD-wisselaar is aangesloten. • De DVD-wisselaar (optioneel) is vanaf de INA-N333R te bedienen, evenals de CD-wisselaar.
1
Druk op de SOURCE/POWER toets om CHANGER te activeren. Disc- en tracknummer verschijnen afwisselend in het display.
OPMERKING De bronindicator verschilt volgens de aangesloten bron.
2
3
Druk op de Disc-keuzetoetsen (1 tot 6) die overeenkomen met de discs in de CD-wisselaar. Het gekozen disc-nummer verschijnt in het display en de CD wordt afgespeeld. Druk op de toets om de weergave tijdelijk te onderbreken. Druk nogmaals op de toets om de weergave te hervatten.
OPMERKINGEN • Nadat u de disc hebt gekozen, gaat de bediening zoals voor de CD-speler. Raadpleeg het hoofdstuk "CD-speler bedienen" voor meer details. • Wanneer de "FUNC" indicator brandt, werken de disckeuzetoetsen niet. • De MP3-indicator licht op tijdens MP3-weergave. • Druk op de BAND toets om in de CD/DVD/wisselaar-stand van disc te wisselen. • Wanneer een MP3 compatibele CD-speler is aangesloten, kunnen CD’s worden weergegeven waarop de muziek zowel in de audio-indeling als in de MP3-indeling is opgenomen.
22-NL
Het Ai-NET systeem van Alpine ondersteunt maximum 6 CD-wisselaars. Met de KCA-400C (multiwisselaarschakelaar) kunnen twee of meer wisselaars worden bediend. Met 1 schakelaar kunnen maximum 4 CD-wisselaars worden aangesloten. Met 2 schakelaars kunnen maximum 6 CD-wisselaars worden aangesloten. Met de KCA-410C (veelzijdige link-aansluiting) kunnen twee wisselaars en twee externe uitgangen worden aangesloten (AUX).
1
Druk op de SOURCE/POWER toets om over te schakelen naar de CD-wisselaarstand. U kunt ook de SOURCE toets op de afstandsbediening (optie) indrukken om over te schakelen naar de CDwisselaarstand. Ga naar stap 3 hieronder om de gewenste CD-wisselaar te kiezen.
2 3
Druk op de BAND toets van dit toestel of van de afstandsbediening (optioneel) om de keuzestand van de CD-wisselaar te kiezen. De CD-wisselaarkeuzestand blijft actief gedurende 3 seconden nadat stap 2 is verricht. Druk op de BAND toets van dit toestel of van de afstandsbedineing totdat de gewenste indicator van de CD-wisselaar op het display verschijnt.
OPMERKINGEN • Wanneer de gekozen CD-wisselaar niet is aangesloten, verschijnt "NO CHANGER" in het display. • Meer details over de externe ingang (AUX) in combinatie met de KCA-410C vindt u onder "AUX Mode instellen (V-Link)" op pagina 20.
Muzieksensor (Skip)
M.I.X. (willekeurige weergave)
1
1
Druk tijdens weergave van een CD eenmaal kort op de oets om terug te keren naar het begin van de huidige track (of bestand). Om terug te keren naar het begin van een eerdere track (of bestand), drukt u herhaaldelijk op deze toets totdat u de gewenste track (of bestand) bereikt.
2
Druk eenmaal kort op de toets om naar het begin van de volgende track (of bestand) te gaan. Om naar het begin van een andere track (of bestand) te gaan, drukt u herhaaldelijk op deze toets totdat u de gewenste track (of bestand) bereikt.
Herhaalde weergave Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht op.
REPEAT
*REPEAT ALL
(uit)
Programma's scannen
1
REPEAT
Druk nogmaals op de 5 ( ) toets en kies OFF om herhaalde weergave te stoppen.
OPMERKINGEN •* Wanneer de REPEAT ALL stand wordt gekozen, worden alle tracks (bestanden) van de gekozen disc herhaaldelijk weergegeven. • Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten en u bij het gedeelte “Het bereik van MP3-bestandskeuze instellen” van pagina 24 kiest voor “FOLDER” en vervolgens de REPEAT ALL stand kiest, dan worden de bestanden herhaaldelijk weergegeven. • Wanneer een 12-disc CD-wisselaar is aangesloten: Druk in de CD-wisselaarstand tweemaal op de F/SETUP toets om de "FUNC" indicator te laten oplichten en ga binnen de 5 seconden naar stap 1.
M.I.X.
•* Wanneer een CD-wisselaar met ALL M.I.X. functie is aangesloten, kan ALL M.I.X. eveneens worden geselecteerd. In deze stand worden de tracks op alle CD's in het huidige magazijn opgenomen in de willekeurige weergavereeks. • Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten: Wanneer u in het gedeelte “Het bereik van MP3bestandskeuze instellen” op pagina 24 heeft gekozen voor “FOLDER” en de M.I.X-functie gebruikt, worden de bestanden in de map in willekeurige volgorde weergegeven. Nadat alle bestanden in de map zijn weergegeven, wordt de weergavefunctie niet naar de volgende map verplaatst. • Wanneer een 12-disc CD-wisselaar is aangesloten: Druk in de CD-wisselaarstand tweemaal op de F/SETUP toets om de "FUNC" indicator te laten oplichten en ga binnen de 5 seconden naar stap 1.
Hou de of toets ingedrukt om snel achteruit of vooruit te gaan tot u het gewenste punt in de track (of bestand) hebt bereikt.
Druk binnen 5 seconden op de 5 ( ) toets om de huidige track herhaaldelijk weer te geven. De track (of het bestand) wordt herhaaldelijk weergegeven.
(uit)
OPMERKINGEN
Snel vooruit en achteruit
2
*ALL M.I.X.
Om M.I.X. weergave te stoppen, drukt u nogmaals op ) toets om M.I.X. uit te schakelen. de 4 (
De muzieksensor functioneert in de weergave- of pauzestand.
1
Druk binnen 5 seconden op de 4 ( ) toets in de weergave- of pauzestand. De tracks (bestanden) op de disc worden in willekeurige volgorde weergegeven.
M.I.X.
OPMERKING
1
Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht op.
2
Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht op. Druk binnen 5 seconden op de 6 ( ) toets om de scan-functie te activeren. De eerste 10 seconden van elke track (of elk bestand) worden weergegeven. ) toets en deactiveer de ScanDruk op de 6 ( functie om het scannen te stoppen.
OPMERKINGEN • Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten: Als u in het gedeelte “Het bereik van MP3-bestandskeuze instellen” op pagina 24 heeft gekozen voor “FOLDER”, dan worden de eerste 10 seconden van elk bestand in de map weergegeven. • Wanneer een 12-disc CD-wisselaar is aangesloten: Druk in de wisselaarstand tweemaal op de F/SETUP toets om de "FUNC" indicator te laten oplichten en ga binnen de 5 seconden naar stap 1.
23-NL
Wisselaar bedienen (optie) OK
MODE
Automatische terugkeerschakelaar
Het bereik van MP3-bestandskeuze instellen (alleen voor MP3 compatibele wisselaars) Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten, kunt u het bereik voor het kiezen van MP3bestanden instellen op “de inhoud van de gehele disc” of “de inhoud van een enkele map”.
1 F/SETUP 1 (FOLDER DN)
2 (FOLDER UP)
2 Mappen kiezen (alleen voor MP3 compatibele wisselaars)
3
Bedieningsmethode I vanaf de basiseenheid:
1
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de map te kiezen.
Bedieningsmethode II vanaf de basiseenheid:
1 2
Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht op. Druk binnen 5 seconden op de 1/FOLDER DN of 2/ FOLDER UP toets om de map te kiezen.
Bestanden/mappen zoeken (alleen voor MP3 compatibele wisselaars) U kunt ieder willekeurig bestand op een disc opzoeken en weergeven.
1 2 3 4
4
Houd de MODE knop minstens 2 seconden ingedrukt. De bestanden/mappen zoekfunctie wordt geactiveerd. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de bestanden/mappen zoekfunctie te kiezen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer of druk op de of toets om het gewenste bestand om de gewenste map te kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om de instelling uit te voeren. Het gekozen bestand of de bestanden in de gekozen map worden weergegeven.
OPMERKING Druk tijdens het zoeken op de RTN toets of houd de MODE knop minstens 2 seconden ingedrukt om de zoekfunctie te annuleren.
24-NL
Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om MP3 PLAY te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om over te schakelen tussen ALL en FOLDER. • ALL : geeft alle bestanden op een disc weer. • FOLDER : geeft alleen alle bestanden in de gekozen map weer. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
OPMERKING De standaard instelling is ALL.
5
Druk op de F/SETUP toets om de gekozen stand in te stellen.
DAB bedienen (optie) Tips Als u DAB gebruikt, kunt u kiezen voor een ensemble dat diverse services kan bevatten die u allemaal kunt ontvangen. Bovendien bevat elke service een servicecomponent, die afhankelijk van het servicecomponent op zijn beurt een willekeurig aantal primaire en secundaire services kan bevatten. Derhalve kunnen diverse services worden gekozen.
SOURCE/ POWER BAND/TEL.
Van service veranderen Services worden ontvangen binnen het huidige ensemble dat wordt ontvangen. F/SETUP 4 / P/S
Voorinsteltoetsen (1 tot 6)
1
Zoeken naar een ensemble met de DAB receiver (optioneel) DAB (Digital Audio Broadcasting) zorgt zelfs in een rijdend voertuig voor een buitengewoon goede geluidskwaliteit en maakt het mogelijk om verschillende soorten van informatie, zoals weers- en verkeersinformatie, te ontvangen. Deze door de zenders verzonden informatie kan op het display worden getoond. Bovendien kunt u het door u beluisterde programma te laten onderbreken voor belangrijke uitzendingen, zoals voor verkeersinformatie.
OPMERKINGEN • Wanneer de DAB receiver-eenheid TUA-T100DAB (los verkrijgbaar) wordt aangesloten, kunt u DAB-uitzendingen ontvangen. • Met DAB-uitzendingen is CD-geluidskwaliteit haalbaar, maar de kwaliteit kan per service verschillen. • Sommige zenders zenden testuitzendingen uit. • Wanneer DAB-ontvangst van slechte kwaliteit is, kan er een metaalachtig geluid ontstaan. Dit duidt echter niet op een defect van het toestel.
1 2 3
Het servicecomponent veranderen Als de audioservice een secundair servicecomponent heeft, kunt u overschakelen tussen het primaire en het secundaire servicecomponent van de audioservice.
1 2
Druk op de SOURCE/POWER toets om DAB te kiezen.
Ensemble-/servicelabel display: het ensemble-/ servicelabel van de zender waarop is afgestemd, wordt getoond. Service-/componentlabel display: het service-/ ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het display overschakelt naar het service- en componentlabel wanneer de zender wordt ontvangen. Dynamisch label display: het service-/ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het display overschakelt naar het dynamisch label wanneer de zender wordt ontvangen.
Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht op. Druk op de 4/P/S toets om over te schakelen tussen de primaire en de secundaire uitzending. Bij elke druk op de toets schakelt u over tussen de componenten. Het componentlabel wordt gedurende 2 seconden op het display getoond, waarna wordt teruggekeerd naar het display dat u volgens de aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie pagina 27) heeft geselecteerd.
OPMERKINGEN • Wanneer de service een secundair servicecomponent heeft, knippert de “S” indicator op het display. Tijdens ontvangst van een secundair servicecomponent licht de “S” indicator op. • Tijdens ontvangst van een primair servicecomponent licht de “P” indicator op.
Druk op de BAND/TEL. toets om DAB1, DAB2 of DAB3 te kiezen. Wanneer u tijdens ontvangst van DAB1, DAB2 of DAB3 op de of toets drukt, begint het zoeken naar een ensemble automatisch. Door de functie van het display volgens de aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie pagina 27) om te schakelen kan de status van de ontvangen zenders als volgt worden getoond:
Druk tijdens ontvangst van een ensemble kort op de of toets en kies de gewenste service. Het gekozen servicelabel wordt gedurende 2 seconden op het display getoond, waarna wordt teruggekeerd naar het display dat u volgens de aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie pagina 27) heeft geselecteerd.
.
Een service opslaan
1 2 3
Kies de service die u wilt opslaan. Houd één van de voorinsteltoetsen (1 tot 6) minstens 2 seconden ingedrukt terwijl de “FUNC” indicator uitgeschakeld. De gekozen service wordt opgeslagen. Herhaal de stappen 1 en 2 voor iedere service die u wilt opslaan.
OPMERKINGEN • Er kunnen maximaal 18 zenders worden opgeslagen (6 stations voor elke band: DAB1, DAB2 en DAB3). • Wanneer u een voorinsteltoets kiest waaronder al een service is opgeslagen, wordt de oude service vervangen door de nieuwe. • Wanneer u geen DAB-uitzending ontvangt, dan wordt de service niet opgeslagen. (Sla de service op wanneer de DABontvangst goed is.)
25-NL
DAB bedienen (optie) TUNE/A.ME
BAND/TEL.
Door de functie van het display volgens de aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie pagina 27) om te schakelen kan de status van de ontvangen zenders als volgt worden getoond:
Automatische terugkeerschakelaar
Ensemble-/servicelabel display: het ensemble-/ servicelabel van de zender waarop is afgestemd, wordt getoond. Service-/componentlabel display: het service-/ ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het display overschakelt naar het service- en componentlabel wanneer de zender wordt ontvangen.
TITLE F/SETUP 2/PTY Voorinsteltoetsen (1 tot 6) T.INFO/ANNC.
Dynamisch label display: het service-/ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het display overschakelt naar het dynamisch label wanneer de zender wordt ontvangen.
De opgeslagen service ontvangen
1 2
OPMERKING Wanneer er geen ensemble wordt gevonden, wordt er afgestemd op het ensemble dat werd ontvangen voordat het automatisch opslaan van ensembles werd gestart.
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste band te kiezen. Druk op één van de voorinsteltoetsen (1 tot 6). De gekozen service wordt ontvangen. Door de functie van het display volgens de aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie pagina 27) om te schakelen kan de status van de ontvangen zenders als volgt worden getoond: Ensemble-/servicelabel display: het ensemble-/ servicelabel van de zender waarop is afgestemd, wordt getoond. Service-/componentlabel display:het service-/ componentlabel wanneer de zender wordt ontvangen. Dynamisch label display: het service-/ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het display overschakelt naar het dynamisch label wanneer de zender wordt ontvangen.
PTY (programmatype) afstemmen
1 2 3 4
OPMERKING Bij ontvangst van een secundair servicecomponent wordt de service opgeslagen, maar wanneer de opgeslagen service weer wordt opgeroepen, dan wordt op het primaire servicecomponent afgestemd.
Het ensemble automatisch opslaan
1 2
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste band te kiezen. Houd de TUNE/A.ME toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het zoeken naar ensembles begint en 6 ensembles worden automatisch afgestemd en opgeslagen onder de voorinsteltoetsen (1 tot 6). Nadat 6 ensembles zijn opgeslagen, wordt op het laatste ensemble afgestemd.
26-NL
Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht op. Druk op de 2/PTY toets om de stand voor het kiezen van het programmatype te activeren. Druk op de of toets of beweg de automatische terugkeerschakelaar om het gewenste programmatype te kiezen. Nadat u een programmatype heeft gekozen en terwijl de “FUNC” indicator oplicht, drukt u op de 2/PTY toets om de PTY-zoekfunctie te activeren. Het zoeken naar een zender van het gekozen programma begint.
OPMERKING Druk op de 2/PTY toets om de PTY-zoekfunctie tijdens het zoeken te annuleren.
5
Wanneer op de zender is afgestemd, wordt het programmatype dat wordt ontvangen gedurende 5 seconden getoond. Wanneer er geen zender wordt gevonden, wordt gedurende 2 seconden “NO PTY” getoond. Vervolgens wordt het gekozen programmatype gedurende 3 seconden getoond en wordt de PTY-stand uitgeschakeld.
OPMERKINGEN • Bovenstaande functies kunnen alleen worden uitgevoerd voor services binnen een ensemble. • Het hier gekozen programmatype is afhankelijk van de RDSuitzending.
Verkeersinformatie in- en uitschakelen U kunt automatisch verkeersinformatiebulletins ontvangen wanneer u verkeersinformatie inschakelt.
1
4 5
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de verkeersinformatie in of uit te schakelen. U kunt tegelijkertijd RDS-zenders instellen.
• Wanneer een willekeurige instelling tussen “Vælg alle” en “Økonomi” op ON is gezet, wordt het programma toch niet voor informatiebulletins onderbroken als u “Meddelelse” op OFF heeft gezet. • Wanneer u de “Vælg alle” instelling op ON/OFF zet, kunt u de informatiebulletins voor “Trafikmeddelelser” tot en met “Økonomi” individueel instellen.
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd door de verkeersinformatie in of uit te schakelen volgens de aanwijzingen van “Het informatiebulletin kiezen” op deze pagina.
Tips
Het informatiebulletin kiezen
2 3
• Voor belangrijke bulletins schakelt de DAB-stand automatisch over om het waarschuwingsbulletin te ontvangen. Wanneer u nu het volume verandert, wordt dit volume opgeslagen en opnieuw gebruikt bij een volgende waarschuwingsbulletin. • Wanneer het in stap 3 gekozen bulletin het programma onderbreekt, verschijnt het gekozen bulletinbericht op het display. Wanneer u nu het volume verandert, wordt dit volume opgeslagen en opnieuw gebruikt bij een volgende onderbreking voor een bulletin.
Houd de T.INFO/ANNC. toets minstens 2 seconden ingedrukt om de informatiebulletin keuzestand te kiezen. Druk op of vervolgens op de
om “Meddelelse” te kiezen en druk toets om deze op ON te zetten.
Nadat u “Meddelelse” heeft ingeschakeld, drukt u op de of toets om het gewenste informatiebulletin te kiezen.
Meddelelse Vælg alle Trafikmeddelelser
Houd de T.INFO/ANNC. toets minstens 2 seconden ingedrukt om de informatiebulletin keuzestand uit te schakelen.
OPMERKINGEN
OPMERKING
1
Druk op de toets om het gekozen bulletin op ON of OFF te zetten. Herhaal de stappen 3 en 4 om meer informatiebulletins in te stellen.
Het display omschakelen Het is mogelijk de door de zenders verzonden informatie, zoals het kanaalnummer of de servicenaam van het programma waar u naar luistert, op het display tonen.
1
Druk tijdens ontvangst van DAB op de TITLE toets.
Rejsemeddelelser
Ensemble-/servicelabel display Advarsler Nyheder
Service-/componentlabel display*1 Dynamisch label display*2
Vejret Hændelser Specielle hændelser Radio info Sportsnyheder Økonomi
∗1: Kan alleen worden getoond wanneer de zender het servicecomponentlabel verzendt. Anders verschijnt “NO COMPONENT” op het display. ∗2: • Wanneer de “Scroll Setting” op “ON” is gezet, verschijnt de door de zender verzonden informatie over het display. Wanneer het op “OFF” is gezet en het dynamisch label wordt weergegeven, kunt u de informatie eenmaal over het display verschuiven door de TITLE toets gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden. • Wanneer er geen service is, wordt “NO SERVICE” getoond en wanneer er geen ensemble-label is, wordt “NO ENSEMBLE” getoond. • “NO TEXT” verschijnt op het display bij ontvangst van zender die geen dynamisch label verzenden.
27-NL
DAB bedienen (optie) 1 OK
MODE
Automatische terugkeerschakelaar
2 3
F/SETUP
4 Informatiebulletins van lokale DABzenders ontvangen
1 2 3
Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om DAB REGIONAL te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. ON: Het programma wordt automatisch onderbroken voor bulletins uit de regio waarin u zich bevindt. OFF: Het programma wordt onderbroken voor bulletins uit alle regio’s. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
4
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om een item te kiezen. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de toets drukken om een item in te stellen.
Automatisch overschakelen van DAB naar RDS instellen
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om RDS/DAB SW te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand nadat de instelling is voltooid.
OPMERKING Bij het overschakelen van DAB- naar RDS-ontvangst knippert de DAB-indicator.
DRC (Dynamic Range Control) in-/ uitschakelen Als deze functie is ingeschakeld bij ontvangst van geluid met een breed dynamisch bereik, wordt DRC (Dynamic Range Control) versterkt wanneer het geluid klein is, en wordt DRC (Dynamic Range Control) verzwakt wanneer het geluid groot is. Hierdoor wordt het dynamisch bereik smaller zodat u zelfs in een voertuig dat veel rijgeluiden produceert, een beter en comfortabeler geluid heeft.
1 2
Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand nadat de instelling is voltooid.
OPMERKINGEN
Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
3 4
Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om DRC te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand nadat de instelling is voltooid.
OPMERKING Wanneer de kwaliteit van DAB-ontvangst niet goed is, kunt u automatisch over schakelen naar de RDSuitzending van dezelfde zender (een zender die kan worden ontvangen), totdat een goede ontvangstkwaliteit weer kan worden verkregen. Dit overschakelen is alleen mogelijk voor stemmen (met uitzondering van het servicelabel/dynamisch label). Display en bediening blijven gelijk aan die voor DAB.
28-NL
Wanneer een radioprogramma op ON is gezet, kan afhankelijk van de uitzending een ander geluid dan het eerder door u ingestelde geluid worden geproduceerd. Zet in dergelijke gevallen het programma op OFF.
MobileHubTM Link bedienen (optie) OPMERKINGEN
BAND/TEL.
RTN
Over MobileHub™ Link (optie) Sluit een los verkrijgbare aansluitkast en een mobiele telefoon (van het merk Nokia) op het systeem aan om de inkomende en uitgaande gesprekken van de mobiele telefoon te controleren. Over de pictogrammen Signaalsterkte-indicator: de signaalsterkte van de telefoon wordt met behulp van 4 pictogrammen aangegeven. Ongelezen berichten-indicator: licht op wanneer er een ongelezen kort bericht is. Onbeantwoorde oproep-indicator: licht op wanneer u een oproep niet heeft beantwoord.
OPGELET • Zelfs met het bellen of gebeld worden met een handsfree carkit kunnen autobestuurders worden afgeleid. Uit veiligheidsoverwegingen worden bestuurders verzocht de telefoon tijdens het rijden niet te bedienen. • Uit veiligheidsoverwegingen kunt u alleen inkomende gesprekken beantwoorden en snelkiesnummers kiezen.
OPMERKINGEN • Wanneer een mobiele telefoon wordt aangesloten, wordt het telefoonboek, de lijst van inkomende en uitgaande gesprekken en de ontvangen SMS-berichten naar de aansluitkast gedownload. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aansluitkast.
Telefoonstand in- en uitschakelen
1
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt. Nadat de naam van uw mobiele telefoonaanbieder gedurende ongeveer 2 seconden is getoond, verschijnt het scherm voor snelkiesnummers. Zie de voor elk item relevante pagina’s.
• Wanneer er geen mobiele telefoon is aangesloten, verschijnt “NO PHONE” gedurende 2 seconden op het display en wordt en de oorspronkelijke geluidsbron geactiveerd. • Wanneer de mobiele telefoon tijdens een inkomend of uitgaand gesprek of een handsfree gevoerd gesprek van de aansluitkast wordt genomen, dan wordt het gesprek door de mobiele telefoon verwerkt als een normaal gesprek. • Wanneer er een gesprek binnenkomt terwijl de INA-N333R is uigeschakeld, dan wordt de INA-N333R automatisch ingeschakeld voor een handsfree te voeren gesprek. • Wanneer er een gesprek binnenkomt terwijl de INA-N333R is uitgeschakeld, dan wordt de INA-N333R automatisch ingeschakeld voor een normaal gesprek van de mobiele telefoon, maar niet voor een handsfree gevoerd gesprek. • Wanneer het contact van het voertuig tijdens een handsfree gevoerd gesprek wordt uitgeschakeld (ook als de motor is gestopt), dan wordt de verbinding niet verbroken en is ook een normaal gesprek met de mobiele telefoon mogelijk. • Wanneer er een gesprek binnenkomt terwijl het toestel wordt bediend (behalve tijdens een uitgaand gesprek), dan wordt de bediening afgesloten en wordt overgeschakeld naar het inkomende gesprek. • Uitgaande gesprekken van een mobiele telefoon zijn ook mogelijk. Het is echter niet mogelijk om vanaf de mobiele telefoon en de INA-N333R tegelijkertijd verschillende bedieningen uit te voeren, omdat dit kan leiden tot storingen. • Wanneer de aansluitkast is aangesloten, worden inkomende en uitgaande gesprekken ook in de mobiele telefoon opgeslagen. • Het telefoonvolume kan vanaf de INA-N333R worden ingesteld. Het volume dat u tijdens een gesprek instelt, wordt opgeslagen en wordt bij een volgend gesprek automatisch weer gebruikt. • Tijdens het telefoneren wordt demping op ON gezet. Nadat het gesprek is beëindigd, wordt de vorige instelling hersteld. • Tijdens het telefoneren en het otnvangen van inkomende gesprekken, maar niet tijdens het tot stand brengen van uitgaande gesprekken, kunt u op TITLE drukken om de naam van uw mobiele telefoonaanbieder gedurende 2 seconden te tonen. • In plaats van na een gesprek over te schakelen naar de gespreksstand, verschijnt gedurende 2 seconden de melding “NO NETWORK COVERAGE” of “BUSY” en wordt de verbinding verbroken. • Druk binnen 5 seconden na een gesprek op de toets, de OK toets of de MODE knop om nog een nummer te kiezen. • U kunt tijdens een gesprek kiestonen 1 tot 6 verzenden met behulp van de voorinsteltoetsen 1 tot 6 en kiestonen 7 tot 9, 0, * en # door op de F/SETUP toets te drukken, gevolgd door de voorinsteltoetsen 1 tot 6. • Als in de + navigatiestand (wanneer de optionele navigatiedisc NVD-T003 wordt gebruikt) op de OK toets wordt gedrukt, wordt het onmogelijk om berichten, definities van items en het verkrijgen van items met behulp van de automatische terugkeerschakelaar te kiezen.
Houd de BAND/TEL. toets gedurende tenminste 2 seconden ingedrukt of de RTN om de telefoonstand uit te schakelen.
29-NL
MobileHubTM Link bedienen (optie) 3 BAND/TEL.
OK
MODE
Automatische terugkeerschakelaar
4
Druk op de OK toets of de MODE knop om het nummer te kiezen. Wanneer u in stap 2 de voorinsteltoets minstens 2 seconden ingedrukt houdt, kunt u het nummer direct kiezen. Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden na het gesprek wordt de verbinding automatisch verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.
OPMERKINGEN RTN F/SETUP
Inkomende gesprekken
1 2
• Als er onder de voorinsteltoets geen telefoonnummer is opgeslagen, verschijnt “ERROR” op het display gedurende 2 seconden wanneer u probeert een nummer te kiezen. • U kunt het nummer ook kiezen door op de toets te drukken.
Voorinsteltoetsen (1 tot 6)
Druk op de toets of de OK toets om een inkomend gesprek te beantwoorden. Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden na het gesprek wordt de verbinding automatisch verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.
■ Nummers kiezen met behulp van het telefoonboek U kunt een telefoonnummer kiezen uit het telefoonboek dat in de mobiele telefoon is opgeslagen.
1 2
OPMERKINGEN • Een inkomend gesprek kan met een druk op de MODE knop worden beantwoord. • Wanneer automatisch bellen is ingeschakeld, kunt u 3 seconden nadat de oproep is binnengekomen beginnen te praten. • Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om een binnenkomend gesprek te beëindigen. • Inkomende gesprekken kunnen automatisch of handmatig gesprek worden beantwoord. 1. Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP. 2. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om TEL RECEIVE te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. 3. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om AUTO of MANUAL te kiezen. Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP. 4. Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te keren naar de normale stand nadat de instelling is voltooid.
Nummers kiezen ■ Nummers kiezen met behulp van snelkiesnummers U kunt snel een telefoonnummer kiezen door de nummers 1 tot 9 uit het telefoonboek op te roepen.
1 2
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar het snelkiesscherm. Druk op één van de voorinsteltoetsen (1 tot 6) om een nummer te selecteren. Of druk op de F/SETUP toets en één van de voorinsteltoetsen (1 tot 3) om de snelkiesnummers 7 tot 9 te selecteren. Het display schakelt om naar het keuzescherm.
30-NL
3 4 5 6
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar het snelkiesscherm. Druk op de BAND/TEL. toets om het telefoonboek te kiezen. De nummerlijst van het telefoonboek verschijnt. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste nummer te selecteren. • Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om in alfabetische volgorde naar de volgende (of vorige) telefoonboekingang te gaan. Druk op de OK toets of de MODE knop. Het display schakelt om naar het keuzescherm. Druk op de OK toets of de MODE knop om het nummer te kiezen. Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden na het gesprek wordt de verbinding automatisch verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.
OPMERKINGEN • Wanneer er geen telefoonnummers in het telefoonboek zijn opgenomen, verschijnt “NO MEMORY” op het display. • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook of toets drukken om het te bellen op de telefoonnummer te selecteren. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u op de toets drukken om een item in te stellen of een telefoonnummer te kiezen.
■ Nummers kiezen met behulp van de bellijst van inkomende/uitgaande/ gemiste gesprekken U kunt een telefoonnummer kiezen die is opgenomen in de bellijst van de laatste 999 inkomende/uitgaande/ onbeantwoorde gesprekken.
1 2
3
4 5 6
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar het snelkiesscherm. Druk op de BAND/TEL. toets om “DIALED” (uitgaande gesprekken), “RECEIVED” (inkomende gesprekken) of “MISSED” (onbeantwoorde gesprekken) te kiezen. • Wanneer er geen telefoonnummers in de bellijsten zijn opgenomen, verschijnt “NO MEMORY” op het display. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste nummer te selecteren. • Beweeg de automatische terugkeerschakelaar voortdurend op of neer om het adres voortdurend te veranderen. • In de bellijst krijgen onbeantwoorde gesprekken prioriteit. Druk op de OK toets of de MODE knop. Het display schakelt om naar het keuzescherm.
SMS-berichten (Short Message Service) lezen U kunt korte tekstberichten ontvangen en op het display weergeven.
1 2 3 4
Druk op de OK toets of de MODE knop om het nummer te kiezen. Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden na het gesprek wordt de verbinding automatisch verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.to the original source mode.
5
OPMERKINGEN • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om het te bellen telefoonnummer te selecteren. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u op de toets drukken om een item in te stellen of een telefoonnummer te kiezen.
■ Nummers kiezen (alleen voor bediening via de optionele afstandsbediening) U kunt een telefoonnummer invoeren met behulp van de kiesschijf.
Voor deze uitleg wordt de optionele afstandsbediening RUE-4191 gebruikt.
1 2
6
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het display schakelt om naar het snelkiesscherm. Druk op de BAND/TEL. toets om “SMS INBOX” te kiezen. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om het gewenste bericht te selecteren. Druk op de OK toets of de MODE knop. Het display schakelt om naar het SMS READ-bericht. Er verschijnen maximaal 140 tekens van het ontvangen bericht. • Bij elke druk op de toets (de OK toets of de MODE knop) schakelt het display over tussen het SMS READ en de SMS INBOX. • Wanneer er geen berichten zijn opgeslagen, verschijnt “NO MEMORY” op het display. Druk de op de of toets of beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer om de woorden één voor één te laten verschuiven. Houd de toets ingedrukt om de tekst voortdurend te laten verschuiven. • Wanneer de “Scroll instellen” op “ON” (zie pagina 19) is gezet, schuift de tekst in het display. • Wanneer een nieuw bericht wordt ontvangen, verschijnt het pictogram voor nieuwe berichten. Druk op de RTN toets om terug te keren naar het vorige scherm.
OPMERKINGEN • In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de of toets drukken om een item of een bericht te selecteren. • In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u op de toets drukken om een item of een bericht in te stellen.
Houd de 0 toets in de telefoonstand minstens 2 seconden ingedrukt. Direct kiezen wordt ingeschakeld. Voer het telefoonnummer in met behulp van de tien toetsen (0 t/m 9, # en *).
OPMERKINGEN • Druk op de DEL. toets om een * in te voeren. Druk binnen 2 seconden nogmaals op de DEL toets om een + in te voeren. Druk op de +10 toets om een # in te voeren. • Druk op de RETURN toets om reeds ingevoerde cijfers te wissen.
3 4
Druk op de toets of de ENTER toets om het nummer te kiezen. Houd de BAND toets minstens 2 seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen.
31-NL
Afstandsbediening De voor dit model aanbevolen afstandsbediening is de RUE-4191. Bediening vanaf de RUE-4135 is eveneens mogelijk; hiermee zijn echter niet alle functies te bedienen.
Gebruik van de afstandsbediening RUE-4191 (optie) Het toestel kan worden bediend met de optionele afstandsbediening (RUE-4191). Zet de EXT DVD/AUDIO/NAV. schakelaar, opzij van de afstandsbediening, op AUDIO. / toets 7 TILT Om de hoek van het display omhoog of omlaag bij te stellen. d 1
2 4 6
s
3
a ; o i
5
7 8 p
u y
9 q
w
t r
e
f (Achterkant van de afstandsbediening) *1 1 A.PROC. toets Druk op deze toets om de externe geluidsprocessorfunctie op te roepen.*2
2
toets WEERGAVE/PAUZE Radio-stand: Omschakelen van de tuner. Telefoon-stand*3: Om een telefoonnummer te kiezen.
3 POWER toets Om de spanning in of uit te schakelen. 4
/ toets Radio-stand: Om in boven- of onderwaartse richting naar zenders te zoeken CD-/wisselaar-stand: Muzieksensor, in voor- of achterwaartse richting (ingedrukt houden) DAB-stand*4: Om in voor- of achterwaartse richting naar een service te zoeken.
5 V.SEL. toets Om over te schakelen tussen de audio- en de navigatiestand. 6 LIGHT toets Om de indicators te verlichten.
32-NL
8 ENTER toets *3 Telefoon-stand : Om een telefoonnummer te kiezen. 9 Joystick Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten op het display. ( / ) p REAR toets Ongebruikt. q RETURN toets Telefoon-stand*3 : Om de telefoon-stand te annuleren. Wordt bij direct kiezen gebruikt als wistoets. w Cijfertoetsen Telefoon-stand*3 : Om cijfers en tekens te voeren. Houd de 0 toets minstens 2 seconden ingedrukt om direct kiezen in schakelen. e AUDIO toets Ongebruikt. r SUB T. toets Ongebruikt. t ANGLE toets Ongebruikt. DISP/TOP.M toets y Om de display om te schakelen. u MENU/SETUP toets Houd deze toets minstens 2 seconden ingedrukt om de SETUP stand te activeren. i MUTE toets Druk op deze toets om het volume onmiddellijk met 20 dB te verlagen. Druk nogmaals op deze toets om het oorspronkelijke volume te herstellen. / toets o VOLUME Om het volume te verhogen of te verlagen. ;
toets Ongebruikt. a SOURCE toets Om de geluidsbron te kiezen. s
/ toets Radio-stand: Om een voorinstelzender te kiezen. Wisselaar-stand: Om een disc te kiezen. MP3-stand*5 : Om een disc te kiezen. Telefoon-stand*3 : Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten (voor het telefoneren).
d BAND toets Radio-stand: Om een golfband te kiezen. CD/wisselaar-stand: Om naar de wisselaar-stand over te schakelen. Telefoon-stand*3 : • Druk op de toets om het te kiezen item te selecteren. • Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de telefoondisplay (TEL) in of uit te schakelen. • Houd de toets tijdens een gesprek minstens 2 seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen.
f EXT DVD/AUDIO/NAV. schakelaar TV/MONI. schakelaar (indrukken) Zet deze schakelaar op “AUDIO” om de INA-N333R voor audio te bedienen.
*1 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe audioprocessor voor de bediening van uw externe audio processor. *2 Deze toets wordt gebruikt in combinatie met een optionele Ai-NET processor. *3 Wanneer de optionele aansluitkast en mobiele telefoon zijn aangesloten. *4 Wanneer een optionele DAB receiver-eenheid is aangesloten. *5 Wanneer een optionele MP3 compatibele wisselaar is aangesloten.
Gebruik van de afstandsbediening RUE-4135 (optie) Het toestel kan worden bediend met de optionele afstandsbediening (RUE-4135). Zet de AUDIO/NAV. schakelaar, opzij van de afstandsbediening, op AUDIO.
S
VO L.
E RC OU
1 ENTER /
2
p
toets Displayhoek UP (alleen MODE toets indrukken)
M
A.PROC.
E UT
LO.PT.
ROUTE 1
BAN D
i RETURN
w
q Cijfertoetsen Ongebruikt.
q
w BAND toets Radio: Radiobandkeuze CD/wisselaar: Disc-stand wijzigen Telefoon-stand*4 : Houd deze toets minstens 2 seconden ingedrukt om het telefoonscherm te activeren.
CE
POS. 2
3 VOI
5
4
5
6
6 7
7
8
FUN C
9
OP/C
TEL. 0
L
BS
.
DEST.
ON/OFF
8
r e
3 4
MENU
t
9 V.SEL. toets Om over te schakelen tussen de audio- en de navigatiestand.
M. PT.
OK
p
DEL.DEST.
V. SEL.
9 e SOURCE toets Om de geluidsbron te kiezen. r MODE toets Bedient 7 tot p (laat de statusindicator knipperen gedurende 5 seconden.)
/ toets 1 VOL. Om het volume te verhogen of te verlagen. 2 AUDIO/NAV. toets Zet deze schakelaar op “AUDIO” om de INA-N333R voor audio te bedienen. *2 3 A.PROC. toets Druk op de toets om over te schakelen naar de externe audio processor.*1
4 MUTE toets Druk op de toets om het volume meteen met 20 dB te verlagen. Druk nogmaals op deze toets om te annuleren. 5 FUNC. toets Ongebruikt. 6 OP/CL toets Ongebruikt.
t
toets Indrukken: PLAY/PAUSE Radio: Voorinstelkeuze ( / ), SEEK UP/DOWN ( / ) CD/wisselaar: Disc-keuze ( / ), Music Sensor ( / ), BW/FF ( / Hold) Telefoon-stand *4 : Om een gesprek voor in te stellen. Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten (voor het telefoneren) ( / ). Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten ( / ). DAB-stand *5 : Om in voor- of achterwaartse richting naar een service te zoeken ( / ). MP3-stand *3 : Om een disc te kiezen ( / ).
*1 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe audioprocessor voor de bediening van uw externe audio processor.
*2 Deze toets wordt gebruikt in combinatie met een optionele Ai-NET processor.
*3 Wanneer een optionele MP3 compatibele wisselaar is aangesloten.
*4 Wanneer de optionele aansluitkast en mobiele telefoon zijn aangesloten.
7
toets Displayhoek DOWN (alleen MODE toets indrukken)
*5 Wanneer een optionele DAB receiver-eenheid is aangesloten.
8 ON/OFF toets Druk op de toets om het toestel aan/af te zetten.
33-NL
Informatie Bij problemen Overloop eerst de onderstaande checklist wanneer u met een probleem wordt geconfronteerd. Op die manier kunt u zelf het probleem opsporen en verhelpen. Controleer anders of uw toestel goed is aangesloten of raadpleeg een erkend Alpine dealer.
Algemeen Toestel/display werkt niet. • Contact staat af. - Indien het toestel correct is aangesloten, werkt het niet terwijl het contact af staat. • Voedingskabel verkeerd aangesloten. - Controleer de aansluiting van de voedingskabel. • Zekering gesprongen. - Controleer de zekering op de voedingskabel en vervang ze desgevallend door eenzelfde exemplaar. • Werking ingebouwde microcomputer verstoord door storing e.d. - Druk op de RESET schakelaar met een balpen of een ander puntig voorwerp.
Radio Geen ontvangst. • Geen antenne of kabel onderbroken. - Controleer of de antenne goed is aangesloten; antenne of kabel eventueel vervangen. Toestel stemt niet af op zenders in de zoekstand. • De ontvangst is te zwak. - Controleer of de tuner in de DX-stand staat. • Indien de ontvangst wel sterk genoeg is, kan de antenne niet geaard of verkeerd aangesloten zijn. - Controleer de antenne-aansluiting en zorg ervoor dat ze goed is geaard in het bevestigingspunt. • De antenne heeft niet de juiste lengte. - Controleer of de antenne volledig is uitgeschoven; vervang de antenne indien ze is gebroken. Gestoorde uitzending. • De antenne heeft niet de juiste lengte. - Schuif de antenne volledig uit; vervang ze indien ze is gebroken. • De antenne is slecht geaard. - Controleer of de antenne correct is geaard in het bevestigingspunt.
34-NL
CD CD-speler/wisselaar werkt niet. • Temperatuur hoger dan 50°C. - Laat het interieur (of de bagageruimte) afkoelen. CD-weergave onstabiel. • Condensvorming in CD-module. - Laat het vocht verdampen (ong. 1 uur). CD kan niet worden ingebracht. • Er is al een CD ingebracht. - Werp de CD uit en verwijder hem. • CD niet goed ingebracht. - Controleer of de CD werd ingebracht zoals beschreven in het deel over de CD-speler. CD kan niet snel vooruit of achteruit worden gelezen. • CD is beschadigd. - Werp de CD uit en gooi hem weg; het gebruik van een beschadigde CD kan het mechanisme beschadigen. CD-geluid verspringt door trillingen. • Toestel slecht gemonteerd. - Installeer het toestel zoals het hoort. • Disc is heel vuil. - Reinig de disc. • Disc gekrast. - Vervang de disc. CD-geluid verspringt zonder trillingen. • Disc vuil of gekrast. - Maak de disc schoon; vervang de disc indien ze is beschadigd. Foutbericht (alleen ingebouwde CD-speler) • Mechanische fout - Druk op de toets. Wacht tot het foutbericht verdwijnt en breng de disc dan opnieuw in. Raadpleeg de dichtstbijzijnde ALPINE dealer indien het probleem hiermee nog niet is opgelost.
Aanduidingen CD-speler
HI-TEMP • Beveiliging geactiveerd door hoge temperatuur. - De aanduiding verdwijnt wanneer de temperatuur weer normaal is.
NO DISC • Er is geen CD ingebracht. - Breng een CD in. • "NO DISC" verschijnt en de ingebrachte disc wordt niet afgespeeld of wordt uitgeworpen. - Verwijder de disc als volgt: 1) Druk op de toets. Het beweegbare display gaat open. 2) Druk de toets nogmaals minstens 2 seconden lang in terwijl het beweegbare display is geopend.
ERROR • Mechanische storing. 1) Druk op de toets en werp de CD uit. Raadpleeg uw Alpine dealer indien de disc niet wordt uitgeworpen. 2) Druk nogmaals op de toets indien de foutmelding na het uitwerpen niet verdwijnt. Raadpleeg uw Alpine dealer indien de foutmelding nog altijd niet verdwijnt nadat de toets herhaalde malen werd ingedrukt. • De disc kan niet worden uitgelezen. - Breng geen gekraste of onafspeelbare disc zoals een DVD, VIDEO CD of CD-ROM in.
OPMERKING Wanneer "ERROR" verschijnt: Indien de disc niet kan worden uitgeworpen door op de toets te drukken, drukt u op de RESET schakelaar (zie pagina 5) en vervolgens nogmaals op de toets. Raadpleeg uw Alpine dealer indien de disc niet wordt uitgeworpen.
Aanduidingen CD-wisselaar
HI-TEMP • Beveiliging geactiveerd door hoge temperatuur. - De aanduiding verdwijnt wanneer de temperatuur weer normaal is.
ERROR 01 • CD-wisselaar defect. - Raadpleeg uw Alpine dealer. Druk op de uitwerptoets en trek het magazijn uit. Controleer de aanduiding. Breng het magazijn opnieuw in. Raadpleeg uw Alpine dealer als het magazijn niet kan worden uitgetrokken. • Het magazijn kan niet worden uitgeworpen. - Druk op de magazijn-uitwerptoets. Raadpleeg uw Alpine dealer indien het magazijn niet wordt uitgeworpen.
ERROR 02 • Er zit nog een disc in de CD-wisselaar. - Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie te activeren. Steek na het uitwerpen een leeg CD-magazijn in de CDwisselaar voor de disc die nog in de CD-wisselaar zit.
NO MAGAZINE • Er zit geen magazijn in de CD-wisselaar. - Breng een magazijn in.
NO DISC • Geen aangeduide disc. - Kies een andere disc.
35-NL
Informatie Technische gegevens ALGEMEEN
FM TUNER-GEDEELTE Afstembereik Bruikbare gevoeligheid mono Kanaalselectiviteit Signaal/ruis-afstand Stereoscheiding
87,5 – 108,0 MHz 0,7 µV 90 dB 65 dB 35 dB
MG TUNER-GEDEELTE Afstembereik Gevoeligheid (IEC-norm)
531 – 1.602 kHz 25,1 µV/28 dB
LG TUNER-GEDEELTE Afstembereik Gevoeligheid (IEC-norm)
153 – 281 kHz 31,6 µV/30 dB
Voeding
14,4 V DC (11–15 V toelaatbaar) Maximum uitgangsvermogen 45 W × 4 Maximum pre-uitgangsspanning 2 V/10k ohm Lage tonen ±14 dB bij 60 Hz Hoge tonen ±14 dB bij 10 kHz Gewicht 2,0 kg
CHASSISFORMAAT Breedte Hoogte Diepte
178 mm 50 mm 155 mm
FRONTFORMAAT CD-GEDEELTE Frequentiebereik Snelheidsfluctuaties (% WRMS) Totale harmonische vervorming Dynamiek Signaal/ruis-afstand Kanaalscheiding
5 – 20.000 Hz (±1 dB) Onmeetbaar 0,008% (bij 1 kHz) 95 dB (bij 1 kHz) 95 dB 85 dB (bij 1 kHz)
Breedte Hoogte Diepte
170 mm 46 mm 24 mm
Wijzigingen aan technische gegevens en ontwerp voorbehouden zonder kennisgeving wegens voortdurende productverbetering.
LASERKOP Golflengte Laservermogen
655 nm CLASS II
NAVIGATIEGEDEELTE Antennetype Ontvangstfrequentie Ontvangstgevoeligheid Ontvangstmethode
Platte microstrip-antenne 1575,42±1 MHz max. -130 dB Parallel 12 kanalen
OPGELET CLASS 1 LASER PRODUCT (onderkant toestel)
CAUTION-Laser radiation when open, DO NOT STARE INTO BEAM
(onderkant toestel)
OPGELET- Laserstraling indien open, NIET IN DE STRAAL KIJKEN
36-NL
Installatie en aansluiting Om het toestel correct te bedienen, moet u voor installatie en aansluiting het volgende, alsook pagina 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing aandachtig lezen.
Waarschuwing SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN. Verkeerde aansluitingen kunnen leiden tot brand of schade.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN IN AUTO'S MET EEN VOEDING VAN 12V EN NEGATIEVE MASSA. (Controleer dit samen met uw dealer indien u niet zeker bent.) Indien u dat niet doet, bestaat er gevaar voor brand e.d..
KOPPEL DE NEGATIEVE ACCUKABEL LOS ALVORENS HET TOESTEL AAN TE SLUITEN. Indien u dat niet doet, kan dit elektrocutie of verwonding door kortsluiting tot gevolg hebben.
ONDERBREEK ELEKTRISCHE KABELS NOOIT. Verwijder nooit kabelisolatie om andere apparatuur van stroom te voorzien. Indien u dat toch doet, kan de capaciteit van de kabel worden overschreden wat kan leiden tot brand of elektrocutie.
BESCHADIG GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BIJ HET BOREN VAN GATEN. Zorg er bij het boren van installatiegaten in het koetswerk voor dat er geen leidingen, reservoirs of elektrische bedrading worden geraakt. Indien dat toch gebeurt, kan er brand ontstaan.
GEBRUIK GEEN BOUTEN NOCH MOEREN VAN HET REMSYSTEEM NOCH DE STUURINRICHTING VOOR AARDINGSDOELEINDEN. Bouten of moeren van het remsysteem of de stuurinrichting (of andere veiligheidssystemen) of tanks mogen NOOIT worden gebruikt voor installatie- noch aardingsdoeleinden. Hierdoor kan men de controle over het voertuig verliezen, kan er brand ontstaan, enz.
HOU KLEINE VOORWERPEN ZOALS BOUTEN NOCH MOEREN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. Deze kunnen ernstige verwondingen veroorzaken wanneer ze worden ingeslikt. Indien dat toch gebeurt, moet u meteen een arts raadplegen.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP EEN PLAATS WAAR HET DE BESTUURDER KAN HINDEREN, ZOALS BIJVOORBEELD BIJ HET STUUR OF DE SCHAKELPOOK. Hierdoor kunnen zichtbaarheid en bewegingen worden belemmerd, enz. wat tot ernstige ongevallen kan leiden.
Opgelet LAAT HET TOESTEL INSTALLEREN EN AANSLUITEN DOOR SPECIALISTEN. De installatie en aansluiting van dit toestel vereist bijzondere kennis en ervaring. Laat het toestel voor alle veiligheid altijd installeren door de dealer waar u het koopt.
GEBRUIK VOORGESCHREVEN TOEBEHOREN EN MONTEER ZE VEILIG. Gebruik uitsluitend voorgeschreven toebehoren. Bij gebruik van andere onderdelen kan het toestel worden beschadigd of verkeerd geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen losraken, wat gevaarlijke toestanden of defecten tot gevolg kan hebben.
LEG DE BEDRADING ZO DAT ZE NIET IN CONTACT KOMT MET SCHERPE METALEN RANDEN. Hou kabels en bedrading uit de buurt van bewegende (b.v. zetelrails), scherpe of puntige randen. Zo kan de bedrading niet worden beschadigd. Indien bedrading door een opening in metaal moet worden geleid, gebruik dan een rubberoog om te voorkomen dat de isolatie door de metalen rand wordt ingesneden.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP ZEER VOCHTIGE OF STOFFERIGE PLAATSEN. Vermijd installatie op plaatsen met veel vocht of stof. Vocht of stof in het toestel kunnen defecten veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen • Koppel de negatieve accuklem los alvorens uw INA-N333R te installeren. Zo kan het toestel niet worden beschadigd door kortsluiting. • Respecteer de kleuren van de kabels op het aansluitschema. Verkeerde aansluiting kan de werking van het toestel verstoren of de elektrische installatie van het voertuig beschadigen. • Hou bij de aansluiting op de elektrische installatie van het voertuig rekening met af fabriek geïnstalleerde componenten zoals (b.v. een boordcomputer). Tak deze bedrading niet af om het toestel van stroom te voorzien. Wanneer u de INA-N333R aansluit op de zekeringenkast, moet u controleren of de betreffende zekering de juiste amperage heeft. Indien dat niet zo is, kunnen het toestel en/of het voertuig worden beschadigd. Raadpleeg uw ALPINE dealer wanneer u twijfelt. • De INA-N333R is voorzien van vrouwelijke RCAaansluitingen voor de verbinding met andere apparatuur (b.v. versterker) die eveneens is voorzien van RCA-aansluitingen. Voor andere apparatuur is een adapter vereist. Raadpleeg hiervoor uw erkend ALPINE dealer. • Sluit de (–) kabel van de luidspreker aan op de (–) klem. Verbind nooit de linker en rechter luidsprekerkabels met elkaar of het koetswerk.
BELANGRIJK Noteer het serienummer van uw toestel hieronder en bewaar dit. Het kenplaatje met het serienummer bevindt zich onderaan op het toestel. SERIENUMMER: INSTALLATIEDATUM: INSTALLATEUR: PLAATS VAN AANKOOP:
37-NL
Installatie en aansluiting OPMERKING
Installatie
Gebruik een geschikte schroef * voor de montagepositie.
Hoofdtoestel installeren
3 Metaalplaat
Afneembaar frontpaneel
Opgelet Verwijder het afneembare frontpaneel niet bij het installeren. Indien u het afneembare frontpaneel verwijdert tijdens het installeren, kunt u te hard op de metalen plaat drukken waardoor die kan vervormen.
Schuif de INA-N333R in het dashboard. Zorg ervoor dat de borgpennen helemaal omlaag zitten wanneer het toestel is geïnstalleerd. Dit kan door hard op het toestel te drukken en ondertussen de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag te duwen. Zo zit het toestel goed vast en kan het niet per ongeluk loskomen uit het dashboard. Breng het afneembare frontpaneel aan.
Borgpen
Opgelet Blokkeer de ventilator of het koellichaam van het toestel niet om de luchtcirculatie niet te belemmeren. Indien u dat toch doet, kan de temperatuur in het toestel hoog oplopen waardoor er brand kan ontstaan. Ventilatieopening
1
Rubberdop (meegeleverd) Zeskantbout (meegeleverd)
Steun
Demonteren 1 Verwijder het afneembare frontpaneel. 2 Duw de borgpennen omhoog met behulp van een kleine schroevendraaier of dergelijke (zie tekening hierboven). Trek het toestel na het ontgrendelen van elke pen voorzichtig uit zodat ze niet opnieuw vergrendelt alvorens de tweede pen te ontgrendelen. 3 Trek het toestel uit en hou het ontgrendeld. <JAPANSE WAGEN>
Dashboard
Bevestigingshuls (meegeleverd)
Frontframe INA-N333R
Schuif de bevestigingshuls van het toestel (zie "Demontage" op deze pagina). Schuif de bevestigingshuls in het dashboard.
2
Schroeven (M5 × 8) (meegeleverd)
Metalen bevestigingslus INA-N333R Schroef
∗
Boutpen
Zeskantmoer (M5)
Bevestigingssteun
INA-N333R
Wanneer uw voertuig is voorzien van de steun, draait u de lange zeskantbout in het achterpaneel van de INA-N333R en plaatst u de rubberdop op de zeskantbout. Indien uw voertuig niet is voorzien van de bevestigingssteun, versterkt u het toestel met de metalen bevestigingslus (niet meegeleverd). Sluit alle kabels van de INA-N333R aan zoals beschreven onder AANSLUITING.
38-NL
De GPS-antenne installeren
1
Snelheidssensor- of parkeerremkabel aansluiten
Monteer de antenne op het dak. Maak het montagevlak olie- en stofvrij, en monteer de antenne.
OPMERKINGEN • De antennemagneet is heel krachtig. Let op dat u het koetswerk van de auto niet beschadigt. Hou de magneet uit de buurt van voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden, zoals bijvoorbeeld credit cards, horloges, enz. • Verf de antenne niet. Hierdoor kan de ontvangstgevoeligheid immers verminderen. Antenne (meegeleverd)
Gebruik de soldeervrije stekkers voor aansluiting op de meegeleverde snelheidssensor- en parkeerremkabels.
1
Snelheidssensorhulpkabel of Parkeerremhulpkabel
aar Snelheidssensorkabel of Parkeerremkabel
Bedradingsbundel
2 Tang
De antenne in het voertuig monteren. 1. Maak het montagevlak schoon. 2. Bevestig de antennemontageplaat. 3. Monteer de antenne.
OPMERKINGEN • Monteer de antenne op een vlakke ondergrond op het dashboard of de hoedenplank. • Sommige warmtewerende of warmteabsorberende beglazing kan hoogfrequente golven tegenhouden. Bij slechte ontvangst met de antenne in de auto, moet u de antenne aan de buitenkant monteren.
Antenne (meegeleverd)
OPMERKING Het hoofdapparaat moet binnen ± 5 graden ten opzichte van het horizontale vlak in dwarsrichting en 30 graden ten opzichte van het horizontale vlak in langsrichting worden gemonteerd.
Minder dan 30° Antennemontageplaat (meegeleverd)
2
Antennekabelverloop. 1. Geleid de kabel met behulp van de meegeleverde klemmen. 2. Maak gebruik van het waterbestendige kussentje wanneer u de kabel onder de rubberdichting plaatst. 3. Bevestig de kabel op verschillende punten met behulp van de resterende kabelklemmen.
• Het toestel kan eventueel uw huidige positie niet precies aangeven wanneer het te schuin staan. Voor optimale prestaties moet u het toestel zo horizontaal mogelijk plaatsen.
Kabelklemmen (meegeleverd) Waterbestendig kussentje
39-NL
Installatie en aansluiting Aansluiting Antenne
ISO-antenneverloopstekker
ISO-antennestekker
1
(Geel/Blauw) PARKEERREM
2 Naar parkeerremleiding
(Roze/Zwart)
AUDIO-ONDERBREKING IN
3
(Blauw/Wit)
AFSTANDSBEDIEND INSCHAKELEN
4
Naar autotelefoon Naar versterker of equalizer (Oranje)
DIMMER
Naar instrumentenverlichtingskabel
5 (Rood)
ONTSTEKING
6
(Zwart) AARDE
7
(Blauw) ELEKTRISCHE ANTENNE
8
smoorspoel
p
Naar elektrische antenne
q
Contactslot
9 Accu
ACCU (Geel)
SNELHEIDSSENSOR (Groen/Wit)
w
Naar rijsnelheidspulsleiding
∗ Snelheidssensorhulpkabel
e t
r
Naar interface-eenheid van de afstandsbediening
CD-wisselaar (Ai-NET) (apart verkocht)
Naar RDS-TMC doos (TMC-001P) (zie pagina 42 voor aansluiting)
o
Versterker
Luidsprekers
Voor
d
s
;
Versterker
Achter
Versterker
Subwoofer
s
u i a
Ai-NET
y NORM
s
EQ/DIV (Groen) (Groen/Zwart) (Wit) (Wit/Zwart) (Grijs/Zwart)
40-NL
h j
Links achter
Links voor
k
Luidsprekers
l
(Paars/Zwart)
/ z
(Paars)
x
(Grijs)
f
g
Rechts voor
Rechts achter
1 Antenne-ingang Aansluiten op de meegeleverde ISO-antenneverloopstekker. 2 Parkeerremkabel (Geel/Blauw) Sluit deze kabel aan op de voeding van de parkeerremschakelaar om de parkeerremstatussignalen naar de INA-N333R te sturen. 3 Audio Interrupt In kabel (Roze/Zwart) Deze kabel aansluiten op de Audio Interface-uitgang van een mobilofoon die kortsluit met de massa wanneer een oproep wordt ontvangen. 4 Remote Turn-On kabel (Blauw/Wit) Deze kabel aansluiten op de afstandsinschakelkabel van uw versterker of signaalprocessor. 5 Dimmer kabel (Oranje) Deze kabel kan worden verbonden met de instrumentenverlichtingskabel. Op die manier kan de reostaat worden gekoppeld aan de displayverlichting. 6 Geschakelde voedingskabel (Contact) (Rood) Deze kabel aansluiten op een open klem van de zekeringenkast of een andere ongebruikte voeding die alleen (+) 12V levert wanneer het contact aan of in de accessoirestand staat. 7 Massakabel (Zwart) Deze kabel verbinden met een goede aarding op het voertuig. Zorg ervoor dat deze is verbonden met kaal metaal en stevig is bevestigd met behulp van de meegeleverde schroef. 8 Elektrische antennekabel (Blauw) Deze kabel desgevallend aansluiten op de +B klem van uw elektrische antenne.
OPMERKING Deze kabel dient om de elektrische antenne van het voertuig te bedienen. Gebruik deze kabel niet om een versterker, signaalprocessor, enz. aan te schakelen.
9 Batterijkabel (Geel) Deze kabel aansluiten op de positieve (+) accuklem. p Zekeringenhouder (10A) q ISO-voedingsaansluiting w Snelheidssensor (Groen/Wit) Verbinden met VSS (Digitaal of analoog 0V - 3V) Een verkeerd aangesloten snelheidspulsleiding kan de rijveiligheid ernstig in het gedrang brengen (remmen of airbags). Dergelijke defecten kunnen ernstige en zelfs dodelijke ongevallen veroorzaken. Wij raden u ten stelligste aan het toestel te laten installeren door een bevoegd, erkend Alpine dealer.
e Interfaceconnector afstandsbediening Naar afstandsbedieningsinterface. r Naar RDS-TMC Receiver (Los verkrijgbaar)
OPMERKING Raadpleeg uw Alpine dealer voor de aansluiting van een Alpine RDS-TMC Receiver.
t GPS-antenne (Meegeleverd) y Voedingsstekker u Ai-NET aansluiting Verbind hiermee de uitgang of ingang van andere apparatuur (CD-wisselaar, Equalizer, enz.) die compatibel is met Ai-NET. i Systeemschakelaar Zet deze schakelaar op EQ/DIV bij aansluiting van een Ai-NET compatibele processor. Laat de schakelaar op NORM staan wanneer geen toestel is aangesloten.
OPMERKING Zet het toestel altijd eerst af alvorens de schakelaarpositie te wijzigen.
o RCA-uitgangen vooraan ROOD zit rechts en WIT links. ; RCA-uitgangen achteraan ROOD zit rechts en WIT links. a Subwoofer-RCA-uitgangen ROOD zit rechts en WIT links. s RCA-verlengkabel (Apart verkrijgbaar) d Ai-NET kabel (Meegeleverd met CD-wisselaar) f ISO-aansluiting (Luidsprekeruitgang) g (+) kabel linker achterluidspreker (Groen) h (–) kabel linker achterluidspreker (Groen/Zwart) j (+) kabel linker voorluidspreker (Wit) k (–) kabel linker voorluidspreker (Wit/Zwart) l (–) kabel rechter voorluidspreker (Grijs/Zwart) / (+) kabel rechter voorluidspreker (Grijs) z (–) kabel rechter achterluidspreker (Paars/Zwart) x (+) kabel rechter achterluidspreker (Paars)
* Indien de stekkerverbindingen van het voertuig niet van het ISO type zijn of wel van het ISO type zijn maar de ISO stekker aan de kant van het voertuig niet is voorzien van een snelheidssensoraansluiting, moet u de meegeleverde snelheidssensorhulpkabel gebruiken voor aansluiting op de snelheidssensorkabel van het voertuig. Storing voorkomen. • Hou de toestelbedrading minstens 10 cm uit de buurt van de autobedradingsbundel. • Hou de accuvoedingskabels zo ver mogelijk van andere bedrading. • Verbind de massakabel stevig met een kaal stuk metaal (eventueel lak, vuil of vet verwijderen) van het koetswerk. • Sluit een los verkrijgbare ruisonderdrukker zo ver mogelijk van het toestel aan. Voor meer informatie over ruisonderdrukkers kunt u steeds terecht bij uw Alpine dealer. • Voor meer informatie over ontstoring kunt u steeds terecht bij uw Alpine dealer.
41-NL
Installatie en aansluiting Aansluiting van een optionele RDS-TMC receiver-eenheid TMC-001P
TMC-001P Bevestigde antenne
ACC (contact) (rood) Contactsleutel
Batterijkabel (geel)
Massa (zwart) Batterij
TMC-001P TMC receiver-eenheid (los verkrijgbaar)
∗ Raadpleeg de gebruikershandleiding van de TMC-001P voor meer informatie over de aansluiting en installatie van de TMC-001P.
OPMERKING • Aansluiting van de optionele navigatiedisc (NVD-T003) met de RDS-TMC receiver-eenheid (TMC-001P) kan foutief functioneren van de ingebouwde TMC-tuner tot gevolg hebben.
42-NL