FIGHT FOR YOUR RIGHT
OVERZICHT
Soort activiteit
Nachtspel
Binnen/buiten
Buiten
Leeftijd
12-16 jaar
Tijdsduur
2-3 uur
Groepsgrootte
15-25 deelnemers
Samenvatting
In dit nachtspel spelen twee à drie ploegen tegen elkaar om zoveel mogelijk woorden te verzamelen in verband met jongerenrechten. Dit doen ze door flashsticks met woorden op, die over dit thema gaan, van elkaar te stelen.
Doelstellingen
Aan de hand van dit spel proberen we de jongeren zich bewust te maken van hun rechten in de jeugdbeweging en hun eigen leefwereld.
Materiaal
Varianten
flashsticks met woorden op geplakt, elk woord 2 keer in een andere kleur verf of lintjes om ploegen te verdelen. kaarten met jongerenrechtentekstjes op meerdere kaarsjes voorwerpen die de jongerenrechten voorstellen of kaartjes jongerenrechten op 2 zaklampen verkleedkleren voor politieman touw
Bosspel
met
SPELREGELS
1. Voorbereiding thuis De bijlage afdrukken De woorden op flashsticks kleven 2. Voorbereiding ter plaatse Materiaal meenemen 3. Het spel De groep wordt in twee of drie ploegen verdeeld naargelang de grootte van de groep. De ploegen worden zichtbaar gemaakt, dit kan door een stip verf op hun hand of een lintje (iets niet te opvallend zodat ze niet benadeeld zijn) te laten dragen en de andere niet. Elke ploeg bouwt een kamp in het bos of veld dat dient als verzamelpunt. In elk kamp ligt ook een zaklamp. Het doel van het spel is om als ploeg zo veel mogelijk jongerenrechten te verzamelen. Dit doen ze door flashsticks van de andere ploeg te stelen. Op deze flashsticks staan woorden geplakt die horen tot een bepaald jongerenrecht ( zie bijlage 1). Elke ploeg krijgt deze flashsticks mee naar hun kamp en moeten ze daar aan hun armen bevestigen. Deze flashsticks zijn de flashsticks van een tegenploeg. Bijvoorbeeld de blauwe ploeg krijgt de flashsticks met de rode woorden op. De rode ploeg moet dan de flashsticks met rode woorden afpakken van de spelers van de blauwe ploeg. Om te weten te komen tot welk jongerenrecht de woorden horen, moeten de spelers op zoek gaan naar een leider met een fluo hesje. Deze heeft een wimpel uit zijn broek steken. Wanneer een speler deze kan pakken, geeft de leider hen een kaartje met de uitleg van een jongerenrecht op, waar telkens 3 woorden zijn weggelaten ( zie bijlage 2). Die 3 woorden staan ook op één van de flashsticks. Wanneer ze de juiste combinatie hebben gevonden, gaan ze naar het centraal punt. Als deze combinatie juist is, leggen de leden uit waarom ze dit recht belangrijk vinden en hangen deze dan aan een waslijn van belangrijk naar niet zo belangrijk. Wanneer het niet correct is geeft de leiding in deze post een tip door te zeggen hoeveel woorden er juist zijn. Elk recht kan maar 1 keer verdiend worden. Dus de ploeg die als eerste
de 3 woorden van bijvoorbeeld ‘het recht op privacy’ heeft verzameld, krijgt het recht op privacy. De andere ploeg krijgt dit niet meer wanneer ze dit komen inwisselen. Er is nog een kleine adder onder het gras. Net zoals in het echte leven kunnen er rechten worden geschonden. Dit gebeurt door de corrupte politieman (een leider). Wanneer hij een speler vangt, wordt die een kindsoldaat. De politieman geeft de speler een handicap ‘die hij heeft opgelopen tijdens een gevecht’. Deze handicap moet de speler fysiek nabootsen. Vb 1: één been verloren (dan worden de beide benen aan elkaar gebonden), Vb 2: één arm verloren ( dan wordt je arm op je rug gebonden). Dit onrecht kan de speler weer verliezen door te sluipen naar het centraal punt. Voor de leiding staan meerdere kaarsjes. Wanneer de speler dit kan uitblazen zonder herkend te worden door de leiding, verliest de speler zijn onrecht als kindsoldaat en wordt hij terug een gewone speler. Wanneer de leiding de speler wel herkent, moet hij terugkeren naar zijn kamp. Het spel is gedaan wanneer alle rechten veroverd zijn door één van de 2 ploegen. Of wanneer de tijd op is. Het einde wordt aangegeven door 3 keer te fluiten. De twee ploegen verzamelen aan het centraal punt. Daar wordt het spel afgerond, door de wasdraad met de gewonnen rechten te bekijken. Dit wordt gedaan aan de hand van ballonnen. Elke speler krijgt een ballon. Dit is eigenlijk een middel voor hen om te antwoorden op vragen die de leiding stelt. De antwoorden moeten altijd liggen in het spectrum van heel goed tot heel slecht. Wanneer ze dus niet akkoord zijn, blazen ze maar een beetje lucht in de ballon ( slap= negatief). Wanneer ze sterk akkoord zijn met de vraag, blazen ze veel lucht in de ballon ( vol= positief). Deze vragen gaan over de plaatsing van de rechten op de wasdraad in graad van belangrijkheid. We zetten hieronder wat voorbeeldvragen, maar als leiding kan je zelf vragen stellen die van toepassing zijn in jouw groep. Je kan inspelen op opvallende gelijkenissen of verschillen in de dikte van de ballonnen en een discussie hierover opstarten. Voorbeeldvragen voor de ballonnen; cursief aanvullende vragen voor gesprek. 1.
Ben je het eens met de plaats van de jongerenrechten op de wasdraad? Waarmee ben je het niet eens? Waarom? Wat zou jij veranderen? Wat zou je anders willen zien? Zijn er opvallende verschillen/gelijkenissen tussen de wasdraden van de verschillende ploegen?
2.
Zouden we in onze jeugdbeweging aan bepaalde jongerenrechten meer aandacht moeten besteden?
Welke rechten verdienen meer aandacht? Wie moet daar aandacht aan geven? Heb je concrete ideeën of voorstellen hoe we dat zouden kunnen doen? Hoe zouden we dat kunnen stimuleren?
3.
Heb jij iets bijgeleerd over (de betekenis van) jongerenrechten? Wat was nieuw voor jou? Welke zaken wist je al? Waar heb je die geleerd? Ontbreken er volgens jullie nog rechten in dit lijstje? Welke rechten zouden er nog moeten bijkomen?
4.
In welke mate ben je in het dagelijks leven bewust bezig met deze rechten? Hoe gebeurt dat? Moet je soms opkomen voor je eigen rechten? Kom je soms op voor anderen wiens rechten geschonden worden? Op welke rechten zouden jullie later nog eens dieper willen ingaan, bijv. in een discussiespel?
Vond je de vorm van het spel op zich leuk?
5.
Wat zou je er aan veranderen/behouden?
VARIANTEN
Het nachtspel kan ook in een andere context worden gespeeld. Het kan zelfs binnen in een groot lokaal dat je volledig kan verduisteren. Naast algemene hilariteit door het donker zorgen de flashsticks voor een speciaal effect.
Dit spel kan ook overdag in het bos doorgaan. Daarbij kunnen de flashsticks vervangen worden door wasspelden. De rest van het spel blijft hetzelfde. Daar waar de flashsticks rond de polsen worden gebonden, worden de wasspelden op de kledij bevestigd.
Als uitsmijter kan je de groep nog een leuke uitdaging met de ballonnen laten uitvoeren of hen zelf iets creatief laten verzinnen om met de ballonnen te doen. Bijv.
een ritme laten spelen met ontsnappende lucht uit de ballonnen.
Proberen om alle ballonnen tegelijk te laten ontploffen zodat het als één grote knal klinkt.
Iedereen tekent met viltstift op de eigen ballon een ‘zelfportret’, een gezicht met jouw identiteitseigenschappen.
Op een papiertje schrijft ieder een positieve boodschap of wens voor de anderen uit de groep, stopt dat papiertje in de ballon en knoopt die dan dicht; alle ballonnen worden tegelijk in de lucht gegooid en ieder probeert een nieuwe ballon te vangen met de bijhorende boodschap.
Ieder bindt de opgeblazen ballon met een touwtje aan het onderbeen. Dan probeert men elkaars ballon kapot te trappen. Als je ballon kapot is, val je af. Degene die als laatste overblijft mag het volgende spel kiezen.
BIJLAGEN Bijlage 1: de tekstjes over jongerenrechten De woorden die onder elk tekstje staan, zijn de missende woorden die op de flash sticks moeten geplakt worden.
Elke jongere heeft het recht op een gelijke behandeling In onze jeugdbeweging is het belangrijk dat iedereen …............. behandeld wordt. Zo vind ik het goed dat mijn leiding steeds dezelfde ….............. oplegt wanneer er iemand zich niet goed gedraagt. Bij ons in de jeugdbewegingen zitten kinderen die een andere afkomst hebben. Ook zij horen helemaal bij onze groep. We leren heel veel van elkaar kennen, alsook onze verschillende …............... en culturen.
Gelijk
Straffen
Achtergronden
Elke jongere heeft het recht op een eigen mening en op inspraak
Mijn leiding vraagt in het begin van het jaar altijd wat we het komende jaar willen doen. Zo krijgen wij …........... bij onze activiteiten, waardoor ik graag naar de jeugdbeweging ga. Wanneer we een spel niet goed of niet leuk vinden mogen we dit gerust …............ Dan past de leiding eventueel het spel aan, of kort het in. Onze …................... worden dus gerespecteerd.
Inspraak
zeggen
Meningen
Elke jongere heeft recht op privacy Ik vind het leuk dat de leiding niet binnenkomt wanneer ik mij aan het ….............. ben in de slaapzaal. Zij respecteren mijn ….........., ook als het gaat om het krijgen van brieven en postkaarten op kamp. Voor problemen kunnen we bij onze leiding terecht. Dit houden ze voor zichzelf, waardoor ik ze zeker kan …...............
Omkleden
Privacy
Vertrouwen
Elke jongere heeft recht op spel, rust en cultuur Mijn leiding vind het belangrijk dat ik me als lid in de jeugdbeweging kan …............. en mezelf kan zijn. Na de inspanning voor school, zorgt de jeugdbeweging voor ontspanning. Iedereen heeft andere …............ Daarom zorgt de leiding voor een uitgebreid …......... met veel variaties in thema’s en spellen. Dit zorgt ervoor dat we nieuwe domeinen en andere dingen leren kennen.
Uitleven
Interesses
Aanbod
Elke jongere heeft recht op gezondheidszorg
Als er iemand zich pijn doet tijdens een spel is er altijd wel iemand van de leiding die ons kan ….............. Er is ook een hele EHBO - koffer in onze lokalen aanwezig waarin heel veel materiaal zit om iemand te verzorgen. Als we op kamp ziek worden, heeft de leiding er op voorhand al voor gezorgd dat ze weten waar een ….......... is en hoe ze die kunnen bereiken. We zijn tijdens onze activiteiten ook altijd …............ dus als we verzorging nodig hebben kost dit gelukkig niet te veel.
Verzorgen
dokter
verzekerd
Alle maatregelen waar een jongere bij betrokken is, moeten rekening houden met zijn/haar belang. Van de leiding mogen wij onze GSM of MP3-speler niet ….......... op kamp. Dit doen ze om te vermijden dat deze ......... worden of kapot gaan op kamp. Bovendien is de bedoeling van het kamp dat we …....... zijn en in groep leren leven en niet op ons eentje muziek luisteren of sms'jes sturen.
Meenemen
gestolen
Sociaal
Elke jongere heeft recht op een eigen geloof en cultuur Ik ben ….............. en zit in een katholieke jeugdbeweging. Als ik met die jeugdbeweging op ….......ga dan is er altijd een bezinning. Die bezinning is enkel voor leden en leiding die gedoopt zijn. Voor leden die niet gedoopt of ….............. zijn (zoals ik) wordt er altijd een aparte activiteit voorzien.
Moslim
kamp
Katholiek
Elke jongere heeft recht om samen te komen met anderen Voor ons lijkt het evident om naar de jeugdbeweging te gaan, maar dit is niet voor …............. mogelijk. Sommigen hebben geen …....... om inschrijvingsgeld, uniform, kamp en dergelijke te betalen. Zij verenigen zich dan dikwijls op straat en worden al gemakkelijk als …............ bestempeld.
Iedereen
Geld
Hangjongeren
Elke jongere heeft recht op veiligheid en bescherming Als ik van de jeugdbeweging naar huis ga, zorgt de leiding ervoor dat we …..... de straat kunnen oversteken. Als we op uitstap gaan dragen we allemaal een …............ om goed zichtbaar te zijn op de weg. Zijn we met de fiets op stap, dan rijdt er steeds iemand van de leiding vooraan en achteraan. We moeten ook steeds met twee naast elkaar rijden om andere weggebruikers niet te hinderen en we worden …............... als er een tegenligger aankomt.
Veilig
fluovestje
Gewaarschuwd
Elke jongere heeft recht op een goed leven Ik wou al heel mijn leven naar de …..................., want iedereen van mijn klas ging er ook heen. Voor mijn ouders was dit niet zo belangrijk omdat ze vooral bezig waren met voor een huis, kleren en eten. Natuurlijk ben ik hen dankbaar voor het verzorgen van die basisbehoeften. Nu mag ik na lang zagen toch naar de jeugdbeweging. Zo kan ik me …................ en heb ik een leuke bezigheid tijdens mijn vrije tijd. Ik kan mijn …................. dan ook buiten school zien en mezelf zijn.
Jeugdbeweging
ontspannen
Vrienden
Elke jongere heeft recht op een gezin Mijn …........... zijn net gescheiden. Ik woon week om week bij mama en papa. Papa woont wat verder weg van de jeugdbeweging, waardoor het soms moeilijk is er steeds op tijd te geraken. Mijn leiding weet dit en houdt er rekening mee. De leiding zorgt er ook steeds voor dat zowel papa en mama het …............. van de komende maanden krijgen. Zo zijn beide ouders steeds op de hoogte van alle …................. binnen de jeugdbeweging.
Ouders
programma
Activiteiten
Elke jongere heeft recht op goed onderwijs en informatie Gelukkig hebben wij op …............ allemaal leren lezen en schrijven, zo kunnen wij in de jeugdbeweging allemaal mee met de activiteiten. We worden ook altijd goed …...........over de activiteiten die we gaan doen. Verder worden we via mail of facebook ingelicht over mogelijke …................ Na de activiteiten zegt de leiding ook altijd wat we volgende activiteit gaan doen, zodat ook de mensen zonder computer op de hoogte zijn.
School
geïnformeerd
Aanpassingen