Instituut voor Natuurbehoud
BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART versie 2 LIJST VAN DE KARTERINGSEENHEDEN
Klassen van de karteringseenheden a m h c t d s f q e v r p l n b u k k
stilstaande wateren moerassen graslanden heiden hoogvenen duinen, slikken en schorren struwelen mesofiele beukenbossen mesofiele eikenbossen ravijnbossen vallei-, moeras- en veenbossen ruderale bossen naaldhoutaanplanten populierenaanplanten andere loofhoutaanplanten akkers urbane gebieden andere gekarteerde elementen kleine landschapselementen
Deze lijst van de karteringseenheden geeft een bondig overzicht van de algemene betekenis van de karteringseenheden.Voor een uitgebreidere bespreking wordt verwezen naar: PAELINCKX, D, et al., 2001. Biologische waarderingskaart van het Vlaamse Gewest. Aanvullende algemene verklarende tekst. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 17, Brussel. DE BLUST, G., FROMENT, A., KUIJKEN, E., NEF, L. & VERHEYEN, R., 1985. Biologische Waarderingskaart van België. Algemene verklarende tekst. Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin. Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie. Coördinatiecentrum van de Biologische Waarderingskaart, Brussel. Voor bepaalde kaartensets kan voor bepaalde karteringseenheden afgeweken worden van de algemene betekenis. Dit wordt weergegeven in de specifieke begeleidende teksten van de betreffende kaartensets.
KE* KE°
goed ontwikkeld en/of veelvuldig voorkomend (tenzij anders vermeld) zwak ontwikkeld en/of weinig voorkomend (tenzij anders vermeld) Enkele specifieke gevallen (zie verder bij de bespreking van de klassen) b..* akker met veel en/of zeldzame akkerkruiden b..° weinig in complex f..°, q..°, v..° jonge heraanplanten en/of vegetatiekundig zwak ontwikkeld bos kb*, kh*, khw* veel (en meestal goed ontwikkeld) kb°, kh°, khw° weinig (en meestal slecht ontwikkeld) hp*, hr*, ku* karteringseenheden met een eigen specifieke vegetatiekundige betekenis (“nieuwe” karteringseenheden)
ê E
niet gekarteerd voorkomen van Wilde hyacint
ke1 / ke2
ke1 ontstaan uit ke2 en/of ke2 in ondergroei van ke1
ö õ î ï Ò ñ ò ó ô ÷ Ö ø í ì º
gemengd loofhout olm Beuk esdoorn Es linde Zwarte els Grauwe els wilg Zomereik Wintereik Amerikaanse eik berk populier Trilpopulier
å á â ã ä
gemengd naaldhout Grove den Zwarte den Weymouthden Westerse hemlockspar Lork
Tekens voor loofhoutboomsoorten ù Robinia Ulmus sp. ë walnoot Fagus sylvatica û Wilde kastanje Acer sp. ú Tamme kastanje Fraxinus excelsior Õ plataan Tilia sp. é Zoete kers Alnus glutinosa Ø Amerikaanse Alnus incana vogelkers Salix sp. Ù meidoorn Quercus robur Ó vlier Quercus petreae Û Haagbeuk Quercus rubra Ú Hazelaar Betula sp. ü Palmboompje Populus sp. Populus tremula
Robinia pseudacacia Juglans sp. Aesculus hippocastanum Castanea sativa Platanus sp. Prunus avium Prunus serotina Crataegus sp. Sambucus sp. Carpinus betulus Corylus avellana Buxus sempervirens
Tekens voor naaldhoutboomsoorten
à
Pinus sylvestris Pinus nigra Pinus strobus Tsuga heterophylla Larix decidua
Ü ¶ • ß æ ç
Fijnspar Sitkaspar Zilverspar Douglasspar Taxus Jeneverbes
Picea abies Picea sitchensis Abies alba Pseudotsuga menziesii Taxus baccata Juniperus communis
Karteringseenheden geordend per klasse a
PLASSEN EN VIJVERS (stilstaand of traagstromend water) ad ae aer aev ah ao aoo aom ap apo app
bezinkingsbekken eutrofe plas (diverse plantengemeenschappen) recente, eutrofe plas eutrofe plas met slibrijke bodem (voorbehouden voor natuurlijk ontstane plassen) min of meer brakke plas oligotroof tot mesotroof water oligotrofe plas, oligotroof ven (exclusief Littorellion) mesotrofe plas, mesotroof ven (Littorellion!) diep of zeer diep water (kunstmatig ontstaan; met water gevulde ontginningsput) diep water met zacht hellende oevers met vegetatie diep water met steile vegetatieloze oevers
m
MOERASSEN mc md mk mm mp mr mrb mru ms mz
h
grote zeggenvegetatie (Magnocaricion) drijfzoom en/of drijftil alkalisch laagveen (Caricion davallianae) galigaanvegetatie alkalisch laagveen in duinpannen rietland (ook andere Phragmition-vegetaties) rietland met struik- of boomopslag verruigd rietland zuur laagveen (Caricion curto-nigrae) zeebiesvegetatie
GRASLANDEN ha hab had hc hd hf hfb hfc hft hj hjb hk hkb hm hme hmm hmo hn hnb
struisgrasvegetatie op zure bodem (Buntgras- en Struisgras-orde en verwante gemeenschappen) struisgrasvegetatie op zure bodem met struik- of boomopslag droog, zuur duingrasland vochtig, licht bemest grasland (dotterbloemhooiland, Calthion) kalkrijk duingrasland natte ruigte met Moerasspirea (Filipendulion) natte moerasspirearuigte met struik- of boomopslag natte moerasspirearuigte met Moesdistel natte moerasspirearuigte met Poelruit vochtig, licht bemest grasland gedomineerd door russen (Pitrus en Zeegroene rus; geen Veldrus) door russen gedomineerd grasland met boom- of struikopslag graslanden met kalkminnende soorten graslanden met kalkminnende soorten en met struik- of boomopslag niet bemest, vochtig pijpenstrootjesgrasland (Molinion) niet bemest, vochtig pijpenstrootjesgrasland - eutroof type, basiclien (kalkrijk Molinion) niet bemest, vochtig pijpenstrootjesgrasland - mesotroof type (neutroclien Molinion) niet bemest, vochtig pijpenstrootjesgrasland - oligotroof type (zuur Molinion) zure borstelgrasvegetatie (Nardetea) zure borstelgrasvegetatie met struik- of boomopslag
Onderstaande graslandtypen kunnen alle zowel graasweiden als hooilanden betreffen hp hp* hpr hpr* hpr° hpr + da hpr* + da da/hpr* hr hrb hr* hrb* hu hub hv hx hz
soortenarm permanent cultuurgrasland soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf soortenrijk weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf (polder)graslanden met sloten, maar zonder microreliëf poldergrasland met zilte elementen soortenrijk poldergrasland met zilte elementen zilt grasland verruigd grasland verruigd grasland met struik- of boomopslag verruigd grasland met minder algemene soorten (bv. enkele elementen van halfnatuurlijke graslanden) verruigd grasland met minder algemene soorten en met boomopslag mesofiel hooiland (Arrhenatherion) mesofiel hooiland met struik- of boomopslag zinkgrasland (Violion calaminariae) zeer soortenarme, ingezaaide graslanden (vaak tijdelijk) grasland op door zware metalen vergiftigde bodem
c
HEIDEN cd cdb ce ceb ces cg cgb cm cmb cp cpb ct ctm cv
t
HOOGVENEN t tm
d
hoogveen (Sphagnion atlanticum) gedegradeerd hoogveen met Pijpenstrootje
DUINEN, SLIKKEN EN SCHORREN da dd dl dl* dla dla* dls dls* dm ds dz
s
schorre zeereepduin strand met embryonale duinontwikkeling en/of rechtstreeks overgaand in duinen strand met kunstwerken (golfbrekers, pier) met embryonale duinontwikkeling en/of rechtstreeks overgaand in duinen strand zonder kunstwerken met embryonale duinontwikkeling en/of rechtstreeks overgaand in duinen vegetatieloos stuifduin slik of spuikom zandbank of zandplaat
STRUWELEN EN STRUIKGEWAS sd se sf sg sgb sgu sk sm so sp sz
f
gedegradeerde heide met dominantie van Bochtige smele door Bochtige smele gedomineerde heide met struik- of boomopslag vochtige tot natte dopheidevegetatie (Ericetum tetralicis, dopheidegemeenschap) vochtige tot natte dopheidevegetatie met struik- of boomopslag vochtige of natte dopheidevegetatie met elementen uit de hoogveenflora droge struikheidevegetatie (Calluno-Genistetum, struikheidegemeenschap) droge struikheidevegetatie met struik- of boomopslag gedegradeerde heide met dominantie van Pijpenstrootje door Pijpenstrootje gedomineerde heide met struik- of boomopslag gedegradeerde heide met dominantie van Adelaarsvaren door Adelaarsvaren gedomineerde heide met struik- of boomopslag venige heide met bosbes (Vaccinio-Ericetum) venige heide met bosbes, met dominantie van Pijpenstrootje droge heide met bosbes (Calluno-Vaccinietum)
duindoornstruweel (Hippophaetum) kapvlakte (o.a. Epilobietalia) vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem bremstruweel bremstruweel met boomopslag gaspeldoornstruweel struweel op kalkhoudende bodem (Berberidion) gagelstruweel (Myricetum gale) vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond (Saliceto-Franguletum) doornstruweel (Rubion subatlanticum) opslag van allerlei aard (vaak op sterk gestoorde gronden)
BEUKEN- OF BEUKEN-EIKENBOSSEN f..° fa fe fk fl fm fs
jonge heraanplant en/of vegetatiekundig zwak ontwikkeld beukenbos met voorjaarsflora, zonder Wilde hyacint (Milio-Fagetum) beukenbos met Wilde hyacint (Endymio-Fagetum) beukenbos op kalkhoudende bodem (Cephalanthero-Fagetum) beukenbos met Witte veldbies (Luzulo-Fagetum) beukenbos met Parelgras en Lievevrouwebedstro (Melico-Fagetum) zuur beukenbos (Fago-Quercetum)
q
EIKENBOSSEN q..° qa qb qd qe qk ql qs qs*
e
RAVIJNBOSSEN ek es
v
ruderaal olmenbos (Violo odoratae-Ulmetum) ruderaal olmenbos aan de binnenduinrand
NAALDHOUTAANPLANTEN p pa pi pmb pmh pms pp ppa ppi ppmb ppmh ppms
l
jonge heraanplant en/of vegetatiekundig zwak ontwikkeld alluviaal essen-olmenbos (Ulmo-Fraxinetum) elzen-essenbos van bronnen en bronbeken (Carici-Fraxinetum en Cardamino-Alnetum) vochtig of vrij vochtig elzen-eikenbos (eventueel met Haagbeuk) mesotroof elzenbos met zeggen (Carici elongatae-Alnetum) nitrofiel alluviaal elzenbos (Macrophorbio-Alnetum) oligotroof elzenbos met veenmossen (Sphagno-Alnetum) venig berkenbos (Vaccinio-Betuletum pubescentis)
RUDERALE BOSSEN ru rud
p
ravijnbos in kalkrijke gebieden (Tilio-Aceretum) ravijnbos op zure bodem (Ulmo-Aceretum)
VALLEI-, MOERAS- EN VEENBOSSEN v..° va vc vf vm vn vo vt
r
jonge heraanplant en/of vegetatiekundig zwak ontwikkeld eiken-haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum) eiken-berkenbos (Querco-Betuletum) zuur duinbos eiken-haagbeukenbos met Wilde hyacint (Endymio-Carpinetum) eiken-haagbeukenbos op kalkhoudende bodem (Ligustro-Carpinetum) eikenbos met Witte veldbies (Luzulo-Quercetum) zuur eikenbos (vaak met ruderale ondergroei) zuur eikenbos met Lelietje-van-dalen en Dalkruid (Fago-Quercetum)
allerlei naaldhoutaanplanten, exclusief aanplanten van Grove den naaldhoutaanplant zonder ondergroei zeer jonge naaldhoutaanplant naaldhoutaanplant met ondergroei van struiken en bomen naaldhoutaanplant met ondergroei van grassen naaldhoutaanplant met lage ondergroei (bramen, brem, heide, varens) aanplanten van Grove den aanplant van Grove den zonder ondergroei zeer jonge aanplant van Grove den aanplant van Grove den met ondergroei van struiken en bomen aanplant van Grove den met ondergroei van grassen aanplant van Grove den met lage ondergroei (bramen, brem, heide, varens)
POPULIERENAANPLANTEN lh lhb lhi ls lsb lsh lsi
populierenaanplant op vochtige grond populierenaanplant op vochtige grond met elzen- en/of wilgenondergroei populierenaanplant op vochtige grond met ruderale ondergroei populierenaanplant op droge grond populierenaanplant op droge grond met struikgewas populierenaanplant op droge grond met ondergroei van grassen en kruiden populierenaanplant op droge grond met ruderale ondergroei
n
ANDERE LOOFHOUTAANPLANTEN (exclusief populier, eik of beuk) n
b
loofhoutaanplant (vaak worden de dominante boomsoorten weergegeven)
AKKERS b..* b..° bc bg bk bl bs bu
u
akker met veel en/of zeldzame akkerkruiden weinig in complex akker op krijtbodem akker op zure, stenige leem met silicaatrots akker op kalkrijke stenige leem akker op lemige bodem akker op zandige bodem akker op kleiige bodem
URBANE GEBIEDEN, BEBOUWING u..* u..° ua uc ud ui un ur uv
k
veel in complex weinig in complex halfopen of open bebouwing met beplanting kampeerterrein, caravanterrein dicht bebouwd gebied industriële bebouwing, fabriek open bebouwing in omgeving met veel natuurlijke begroeiing bebouwing in agrarische omgeving, losstaande hoeve terrein met recreatieinfrastructuur (b.v. chalets, sportvelden)
ANDERE GEKARTEERDE ELEMENTEN ka kc kf kg ki kj kj* kj° kk kl ko kp kp* kp° kpa kpk kpk* kpk° kq kr ku kub ku* kub* ku° kub° kz
eendenkooi groeve, ontginning oud militair fort terril vliegveld hoogstamboomgaard redelijke oppervlakte met veel vitale hoogstam fruitbomen met weinig en (deels) afgetakelde hoogstam fruitbomen karstverschijnsel, ingang ondergrondse mergelgroeve laagstamboomgaard stortterrein park (openbaar of privaat) of parkachtig kerkhof goed ontwikkeld park, met elementen van loofbossen en/of verwilderde zones kunstmatig aandoend park, met weinig natuurlijke elementen arboretum kasteelpark (openbaar of privaat) goed ontwikkeld kasteelpark, met elementen van loofbossen en/of verwilderde zones kunstmatig aandoend kasteelpark, met weinig natuurlijke elementen boomkwekerij, bloemkwekerij, serre of waterkerskwekerij rots ruigte (op vergraven en opgehoogde terreinen, voormalig akkerland…) ruigte met struik- en boomopslag pioniervegetaties allerlei en soortenrijke ruigten (op vergraven en opgehoogde terreinen, voormalig akkerland…) pioniervegetaties allerlei en soortenrijke ruigten met boomopslag ruigten met enkel banale, algemene soorten (op vergraven en opgehoogde terreinen, voormalig akkerland…) ruigten met enkel banale, algemene soorten en met boomopslag opgehoogd terrein
k
KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN kb kb* kb° kd kd° kh kh* kh° khw khw* khw° km kn kn* kn° ks kt kt* kt° kw kw* kw°
bomenrij (tussen haakjes kunnen de dominante boomsoorten weergegeven worden) veel (en meestal goed ontwikkeld) weinig (en meestal slecht ontwikkeld) dijk deels afgegraven dijk of recente lage dijk houtkant of oude heg (tussen haakjes kunnen de dominante boomsoorten weergegeven worden) veel (en meestal goed ontwikkeld) weinig (en meestal slecht ontwikkeld) houtwal (tussen haakjes kunnen de dominante boomsoorten weergegeven worden) veel en goed ontwikkeld weinig en slecht ontwikkeld begroeide oude muur of ruïne veedrinkpoel veel en/of goed ontwikkeld meestal in de betekenis van “weinig” in complex verlaten spoorweg met interessante bermvegetatie talud veel en/of met soortenrijke vegetatie, ook al is die niet met een andere karteringseenheid aangeduid zwak ontwikkeld en weinig in complex holle weg (met grazige of beboste taluds) holle weg met soortenrijke vegetatie, ook al is die niet met een andere karteringseenheid aangeduid morfologisch zwak ontwikkelde holle weg, met weinig interessante vegetatie
kh(bos of struweel) en kt(bos of struweel) kh(..*) veel en goed ontwikkeld
kt(..*) (zeer) veel in aantal en/of biotoop zeer soortenrijk kh(..°) enkel in de betekenis van weinig kt(..°) weinig in aantal, maar relatief goed [anders kh(boomsoort)] kt(..°) ontwikkeld (anders kt zonder biotoop) kh(fa) kt(fa) houtkant of talud gedomineerd door beuk, met voorjaarsflora (zonder Wilde hyacint) kh(fe) kt(fe) houtkant of talud gedomineerd door beuk, met Wilde hyacint kh(fk) kt(fk) houtkant of talud met beukenbos op kalkhoudende bodem kh(fl) kt(fl) houtkant of talud met beukenbos met Witte veldbies kh(fm) kt(fm) houtkant of talud met beukenbos met Parelgras en Lievevrouwebedstro kh(fs) kt(fs) houtkant of talud gedomineerd door beuk, met veel specifieke fs-soorten [anders kh(î)] kh(qa) kt(qa) houtkant of talud gedomineerd door eik, met voorjaarsflora (zonder Wilde hyacint) kh(qb) kt(qb) houtkant of talud gedomineerd door eik, met veel specifieke qb-soorten [anders kh(÷)] kh(qe) kt(qe) houtkant of talud gedomineerd door eik, met Wilde hyacint kh(qk) kt(qk) houtkant of talud met eiken-haagbeukenbos op kalkhoudende bodem kh(qs) kt(qs) houtkant of talud gedomineerd door eik, met veel specifieke qs-soorten [anders kh(÷)] kh(sf) kt(sf) houtkant of talud gedomineerd door vochtig eutroof wilgenstruweel kh(sg) kt(sg) houtkant of talud met bremstruweel [kh(sgb), kt(sgb): idem, met boomopslag] kh(sgu) kt(sgu) houtkant of talud met gaspeldoornstruweel kh(sk) kt(sk) houtkant of talud met struweel op kalkhoudende bodem kh(sp) kt(sp) houtkant of talud met doornstruweel (meidoorn, Sleedoorn, Hondsroos,…) kh(sz) kt(sz) houtkant bestaande uit, of talud met, allerlei spontane opslag kh(va) kt(va) houtkant of talud gedomineerd door els en/of es, met voorjaarsflora kh(vf) kt(vf) houtkant of talud met vochtig elzen-eikenbos kh(vc) kt(vc) houtkant of talud gedomineerd door els en/of es, met bronbossoorten kh(vm) kt(vm) houtkant of talud met mesotroof elzenbos met zeggen kh(vn) kt(vn) houtkant of talud met nitrofiel alluviaal elzenbos
k(biotoop) en kt(biotoop) k(..*), kt(..*) (zeer) veel in aantal en/of biotoop zeer soortenrijk k(..°), kt(..°) weinig in aantal, maar relatief goed ontwikkeld (anders niet gekarteerd) k(ae) soortenrijke sloten k(ah) soortenrijke brakke sloten k(ao) oligo- tot mestrofe sloten k(cd) kt(cd) bermen, perceelsranden... of taluds gedomineerd door Bochtige smele k(ce) kt(ce) bermen, perceelsranden… of taluds met dopheidevegetatie k(cg) kt(cg) bermen, perceelsranden... of taluds met droge struikheidevegetatie k(cm) kt(cm) bermen, perceelsranden... of taluds gedomineerd door Pijpenstrootje k(cp) kt(cp) bermen, perceelsranden... of taluds gedomineerd door Adelaarsvaren k(da) kt(da) bermen, perceelsranden… of taluds met zilte elementen k(da*) bermen, perceelsranden… met goed ontwikkelde da en/of veel in aantal k(da°) slechts enkele bermen, perceelsranden… met enkele zilte elementen k(ha) kt(ha) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van struisgrasvegetatie k(hc) kt(hc) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van dotterbloemhooiland k(hd) kt(hd) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van kalkrijk duingrasland k(hf) kt(hf) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van moerasspirearuigte k(hfc) bermen, perceelsranden… met elementen van moerasspirearuigte met Moesdistel k(hft) bermen, perceelsranden… met elementen van moerasspirearuigte met Poelruit k(hj) kt(hj) bermen, perceelsranden… of taluds met veel Pitrus en/of Zeegroene rus k(hk) kt(hk) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van kalkgrasland k(hm) kt(hm) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van pijpenstrootjesgrasland k(hn) kt(hn) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van zure borstelgrasvegetatie k(hp*) kt(hp*) soortenrijke, grazige bermen, perceelsranden… of taluds k(hr) kt(hr) grazige verruigde bermen, perceelsranden… of taluds k(hr*) kt(hr*) grazige verruigde bermen, perceelsranden… of taluds, met minder algemene soorten k(hu) kt(hu) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van mesofiel hooiland k(ku) kt(ku) bermen, perceelsranden… of taluds met ruderale elementen k(ku*) kt(ku*) bermen, perceelsranden… of taluds met pioniervegetaties of soortenrijke ruigte k(mc) kt(mc) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van grote zeggenvegetaties k(mr) kt(mr) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van rietvegetaties k(mru) kt(mru) bermen, perceelsranden… of taluds met verruigde rietkragen k(ms) kt(ms) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van zuur laagveen k(mz) kt(mz) bermen, perceelsranden… of taluds met elementen van zeebiesvegetaties