H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
NL BIJLAGE XIII H2020 1-MODELSUBSIDIEOVEREENKOMST MET MEERDERE BEGUNSTIGDEN VOOR MARIE SKŁODOWSKA-CURIE INNOVATIETRAININGNETWERKEN 2 (MSC-ITN – MULTI)
Onderstaande tabel bevat de instructies voor het samenstellen van de specifieke modelsubsidieovereenkomst ("specifieke MSO").
Algemene opmerkingen:
• • • • • • • •
Partijen
Gebaseerd op de algemene modelsubsidieovereenkomst met meerdere begunstigden [Agentschap][Commissie] moet in de meeste gevallen worden vervangen door "Agentschap" Verwijzingen naar/opties voor Euratom moeten worden verwijderd Opties voor gelieerde derden moeten worden verwijderd Alle kruisverwijzingen in de algemene modelsubsidieovereenkomst naar de artikelen 5 en 6 moeten worden gecontroleerd en aangepast (aangezien de nummering van de alinea's is gewijzigd) Bijlagen 2 en 4 van de MSC--subsidies zullen anders zijn De inhoudsopgave moet worden aangepast Kruisverwijzingen in de voetnoten moeten worden aangepast
MSC-ITN optie: Het Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA)("het Agentschap"), onder de bevoegdheid van de Europese Commissie ("de Commissie"),
Bijlagen
1
2
MSC-ITN-bijlagen: Bijlage 1
Beschrijving van de actie
Bijlage 2
Geraamde begroting voor de actie
Bijlage 3
Toetredingsformulieren
Bijlage 4
Model voor de financiële staten
Bijlage 5
Niet van toepassing
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) ("Verordening nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020") (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104). MSC-ITN-subsidies financieren gezamenlijke trainings-, mobiliteits- en loopbaanontwikkelingsprojecten voor beginnende onderzoekers.
1
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
Bijlage 6 HOOFDSTUK 2
Niet van toepassing
Nieuwe bepaling MSC-ITN:
ARTIKEL 2 — UIT TE VOEREN ACTIE ARTIKEL 2 — UIT TE De subsidie wordt toegekend voor de actie getiteld [titel van de actie invullen] — [acroniem invullen] ("actie"), zoals beschreven in bijlage 1. VOEREN ACTIE HOOFDSTUK Nieuwe bepaling MSC-ITN: 2 4.1 Geraamde begroting ARTIKEL 4 — De "geraamde begroting" voor de actie staat beschreven in bijlage 2. GERAAMDE BEGROTING De begroting bevat de geraamde subsidiabele kosten en de verschillende EN BEGROTINGS soorten kosten, uitgesplitst naar begunstigde en begrotingscategorie (zie de OVERSCHRIJ artikelen 5 en 6). VINGEN 4.1 Geraam de begroting HOOFDSTUK 2
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 4.2 Begrotingsoverschrijvingen
ARTIKEL 4 — GERAAMDE BEGROTING EN BEGROTINGS OVERSCHRIJ VINGEN
De uitsplitsing van de geraamde begroting in bijlage 2 kan worden aangepast door overschrijvingen van bedragen tussen begunstigden. Hiervoor is geen wijziging overeenkomstig artikel 55 nodig als de actie wordt uitgevoerd zoals beschreven in bijlage 1.
[OPTIE voor alle maatregelen behalve EID: Niet meer dan 40 % van het maximale subsidiebedrag (zie artikel 5.1) kan echter worden toegekend Art. 4.2 aan begunstigden in hetzelfde land of aan een internationale Europese Begrotin belangenorganisatie of internationale organisatie.] gsoverschrijvin gen HOOFDSTUK Nieuwe bepaling MSC-ITN: 3 5.2 Subsidievorm, vergoedingspercentages en soorten kosten ARTIKEL 5 — SUBSIDIEBED De subsidie vergoedt 100 % van de subsidiabele kosten van de actie (zie artikel 6) ("vergoeding van subsidiabele kosten subsidie") (zie bijlage 2). RAG, SUBSIDIEVO De geraamde subsidiabele kosten van de actie bedragen [bedrag invullen RM, (bedrag in letters invullen)] EUR. VERGOEDIN GSSPERCENT AGES EN Subsidiabele kosten (zie artikel 6) moeten onder de volgende soorten kosten gedeclareerd worden ("soorten kosten"): SOORTEN 2
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
KOSTEN (a) Art.
voor kosten van geworven onderzoekers (toeslagen voor de kosten van levensonderhoud, mobiliteit en gezinsleden): op basis van het bedrag of de bedragen per eenheid die staan vermeld in bijlage 2 ("eenheidskosten") en
5.2 Subsidie
vorm, vergoedingsper centages en (b) soorten kosten
voor institutionele kosten (kosten van onderzoek, opleiding en netwerking en beheer en indirecte kosten): op basis van de bedragen per eenheid die staan vermeld in bijlage 2 (eenheidskosten).
5.3 Nieuwe bepaling MSC-ITN: Definitie 5.3 Definitief subsidiebedrag — Berekening f subsidiebedrag Het "definitieve subsidiebedrag" hangt af van de mate waarin de actie — Berekening daadwerkelijk wordt uitgevoerd in overeenstemming met de algemene voorwaarden van de overeenkomst. Art.
Dit bedrag wordt berekend door het Agentschap — als de betaling van het saldo is verricht (zie artikel 21.4) — in de volgende stappen: Stap 1 — Toepassing van het vergoedingspercentage op de subsidiabele kosten Stap 2 — Beperking tot het maximale subsidiebedrag Stap 3 — Verlaging in verband met onjuiste uitvoering of nietnakoming van andere verplichtingen 5.3.1 Stap 1 — Toepassing van het vergoedingspercentage op de subsidiabele kosten Het vergoedingspercentage (zie artikel 5.2) wordt toegepast op de subsidiabele kosten (eenheidskosten, zie artikel 6) die door de begunstigden zijn gedeclareerd en door het Agentschap zijn goedgekeurd (zie artikel 21). 5.3.2
Stap 2 — Beperking tot het maximale subsidiebedrag
Als het bedrag dat na stap 1 wordt verkregen hoger is dan het maximale subsidiebedrag van artikel 5.1, wordt het begrensd tot het maximale bedrag. 5.3.3. Stap 3 — Verlaging in verband met onjuiste uitvoering of nietnakoming van andere verplichtingen — Verlaagd subsidiebedrag — Berekening Als de subsidie wordt verlaagd (zie artikel 43) zal het Agentschap het verlaagde subsidiebedrag berekenen door het bedrag van de verlaging (berekend naar evenredigheid van de mate van onjuiste uitvoering van de actie of de ernst van de niet-nakoming van de verplichtingen in 3
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
overeenstemming met artikel 43.2) af te trekken van het in artikel 5.1 vermelde maximale subsidiebedrag. Het definitieve subsidiebedrag is het laagste van de volgende twee bedragen: -
het bedrag dat is verkregen na toepassing van stap 1 en 2 of
-
het verlaagde subsidiebedrag na stap 3.
ARTIKEL 6 — Nieuwe bepaling MSC-ITN: SUBSIDIABEL E EN NIET- ARTIKEL 6 — SUBSIDIABELE EN NIET-SUBSIDIABELE SUBSIDIABEL KOSTEN E KOSTEN 6.1 Algemene voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen Eenheidskosten komen voor subsidie in aanmerking ("subsidiabele kosten") als (a) zij als volgt zijn berekend: {bedragen per eenheid zoals vermeld in bijlage 2 vermenigvuldigd met het aantal werkelijke eenheden};
(b) het aantal werkelijke eenheden voldoet aan het volgende: -
de eenheden moeten werkelijk gebruikt of geproduceerd zijn in de in artikel 3 vermelde periode;
-
de eenheden moeten noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de actie of door de actie zijn geproduceerd, en
-
het aantal eenheden moet identificeerbaar en verifieerbaar zijn, met name ondersteund door verslaglegging en documentatie (zie artikel 18).
6.2 Specifieke voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen Kosten komen voor subsidie in aanmerking als ze voldoen aan de algemene voorwaarden (zie boven) en de specifieke voorwaarden die hieronder voor elk van de volgende twee begrotingscategorieën zijn uiteengezet: A. Kosten van geworven onderzoekers (A.1 vergoeding voor de kosten van levensonderhoud, A.2 mobiliteitstoelage en A.3 gezinstoeslag) komen in aanmerking indien: 4
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
(a) het aantal gedeclareerde eenheden: (i)
overeenstemt met het aantal maanden dat de geworven onderzoekers werkelijk hebben besteed aan onderzoekstrainingsactiviteiten en
(ii)
niet meer bedraagt dan 36 maanden (per onderzoeker) [;] [, en]
(iii)
[OPTIE voor EID: per onderzoeker ten minste 50 % zijn besteed bij een of meerdere begunstigden of partnerorganisaties uit de niet-academische sector.]
(b) de geworven onderzoekers aan de volgende voorwaarden voldoen: (i)
door de begunstigde zijn geworven onder een arbeidsovereenkomst (of een andere directe overeenkomst of een gelijkwaardig zekerheid, waaronder dekking door het socialezekerheidsstelsel) of — als het volgens nationaal recht niet anders kan — onder een forfaitairefellowshipovereenkomst en minimumdekking door het socialezekerheidsstelsel;
(ii)
voor ten minste drie maanden geworven worden;
(iii)
voltijds werken, tenzij het Agentschap zijn goedkeuring heeft gehecht aan deeltijdwerk, om persoonlijke redenen of wegens familie-omstandigheden;
(iv)
uitsluitend voor de actie werken;
(v)
in de drie jaar direct voorafgaand aan hun rekrutering niet meer dan twaalf maanden hebben gewoond (of hun hoofdactiviteit — werk, studie, e.d. — hebben uitgeoefend) in het land waar de onderzoekstrainingsactiviteiten plaatsvinden. Voor begunstigden die internationale Europese belangenorganisaties of internationale organisaties zijn: in de drie jaar direct voorafgaand aan hun rekrutering niet meer dan twaalf maanden bij de begunstigde hebben besteed;
(vi)
op de datum van aanwerving een "beginnende onderzoeker" zijn (d.w.z. in de eerste vier jaren van hun onderzoeksloopbaan zijn, en nog geen doctorsgraad hebben);
(vii)
[OPTIE voor EJD: ingeschreven zijn in een doctoraatsprogramma met uitzicht op een gezamenlijk, 5
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
dubbele of meervoudige graad[;][.]] (viii)
[OPTIE voor EID: doctoraatsprogramma.]
ingeschreven
zijn
een
een
(c) de kosten uitsluitend ten behoeve van de geworven onderzoekers zijn gemaakt. Aan deze laatste voorwaarde is voldaan indien:
{{{totale
vergoedingskosten (lonen, sociale premies, belastingen en andere kosten die deel uitmaken van de bezoldiging in het kader van de arbeidsovereenkomst of een andere directe contract) en totale kosten van het forfaitaire fellowship voor de onderzoeker tijdens de actie plus
totale mobiliteitskosten (huishoudelijke kosten, kosten van verhuizing en reiskosten en, indien dit op grond van het nationale recht moet worden betaald, belastingen, rechten en sociale premies) voor de onderzoeker tijdens de actie} plus totale gezinskosten voor de onderzoeker tijdens de actie} gedeeld door het aantal werkelijke eenheden};
gelijk is aan of hoger is dan het volgende bedrag: {{bedragen per eenheidskosten zoals vermeld in bijlage 2 als toelage voor levensonderhoud plus bedragen per eenheidskosten zoals vermeld in bijlage 2 als mobiliteitstoelage plus voor zover verschuldigd, bedragen per eenheidskosten zoals vermeld in bijlage 2 als gezinstoelage}.
De gezinstoelage is verschuldigd wanneer de onderzoeker een gezin heeft op het moment van aanstelling. Met "gezin" wordt bedoeld personen die verwant zijn aan de onderzoeker door huwelijk (of een relatie die door de wetgeving van het land waar deze relatie werd geformaliseerd als gelijkwaardig aan het huwelijk wordt erkend) en ten laste komende kinderen die daadwerkelijk door de onderzoeker worden onderhouden. B. Institutionele kosten (B.1 kosten in verband met onderzoek, opleiding en netwerking en B.2 kosten van beheer en indirecte kosten) 6
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
zijn subsidiabel indien de kosten van de geworven onderzoekers (vergoeding voor de kosten van levensonderhoud, mobiliteitstoelage, gezinstoeslag; zie boven) voor subsidie in aanmerking komen. 6.3
Niet-subsidiabele kosten
"Niet-subsidiabele kosten" zijn: (a) kosten die niet aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen (artikel 6.1) en met name kosten die zijn gemaakt tijdens de schorsing van de uitvoering van de actie (zie artikel 49); (b) kosten die al in het kader van een andere EU- of Euratomsubsidie vergoed worden (met inbegrip van subsidies die door een lidstaat worden toegekend en uit de EU- of Euratombegroting worden gefinancierd en subsidies die door andere instellingen dan het Agentschap worden verstrekt met het doel om de EU- of Euratombegroting ten uitvoer te leggen); met name kosten van beheer en indirecte kosten als de begunstigde in dezelfde periode reeds een uit de EU- of Euratombegroting gefinancierde exploitatiesubsidie krijgt. [(c) OPTIE voor kostencategorieën die uitdrukkelijk in het werkprogramma zijn uitgesloten: [naam van uitgesloten kostencategorie invullen]]. 6.4
Gevolgen van de declaratie van niet-subsidiabele kosten
Gedeclareerde kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen, worden afgewezen (zie artikel 42). Daarnaast kan men naar aanleiding hiervan overgaan tot een of meer van de andere in hoofdstuk 6 beschreven maatregelen. ARTIKEL 8 — MSC-ITN: MIDDELEN OM DE ACTIE ARTIKEL 8 — MIDDELEN OM DE ACTIE UIT TE VOEREN — UIT TE BIJ DE ACTIE BETROKKEN DERDEN VOEREN Niet van toepassing ARTIKEL 9 — UITVOERING VAN WERKZAAM HEDEN IN HET KADER VAN DE ACTIE DOOR BEGUNSTIGD
MSC-ITN: ARTIKEL 9 — UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN DE ACTIE DOOR BEGUNSTIGDEN DIE GEEN EUSUBSIDIE ONTVANGEN Niet van toepassing
7
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
EN DIE GEEN EU-SUBSIDIE ONTVANGEN ARTIKEL 10 — INKOOP VAN GOEDEREN, WERKZAAM HEDEN OF DIENSTEN ARTIKEL 11 — GEBRUIK VAN DOOR DERDEN TEGEN BETALING VERSTREKT E BIJDRAGEN IN NATURA ARTIKEL 12 — GEBRUIK VAN GRATIS DOOR DERDEN VERSTREKT E BIJDRAGEN IN NATURA ARTIKEL 13 — UITVOERING VAN WERKZAAM HEDEN IN HET KADER VAN DE ACTIE DOOR SUBCONTRA CTANTEN ARTIKEL 14 — UITVOERING VAN WERKZAAM HEDEN IN HET KADER VAN DE ACTIE DOOR GELIEERDE
MSC-ITN: ARTIKEL 10 — INKOOP VAN GOEDEREN, WERKZAAMHEDEN OF DIENSTEN Niet van toepassing MSC-ITN: ARTIKEL 11 — GEBRUIK VAN DOOR DERDEN TEGEN BETALING VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA Niet van toepassing
MSC-ITN: ARTIKEL 12 — GEBRUIK VAN GRATIS DOOR DERDEN VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA Niet van toepassing
MSC-ITN: ARTIKEL 13 — UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN DE ACTIE DOOR SUBCONTRACTANTEN Niet van toepassing
MSC-ITN: ARTIKEL 14 — UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN DE ACTIE DOOR GELIEERDE DERDEN Niet van toepassing
8
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
DERDEN MSC-ITN: ARTIKEL 15 — FINANCIËLE ARTIKEL 15 — FINANCIËLE STEUN AAN DERDEN STEUN AAN Niet van toepassing DERDEN ARTIKEL 16 – VERLENING VAN TRANSNATIO NALE OF VIRTUELE TOEGANG TOT ONDERZOEK SINFRASTRU CTUUR ARTIKEL 18 — ADMINISTRA TIE BIJHOUDEN — BEWIJSSTUK KEN BEWAREN
MSC-ITN: ARTIKEL 16 – VERLENING VAN TRANSNATIONALE OF VIRTUELE TOEGANG TOT ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR Niet van toepassing
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 18.1.2 Registers en overige bewijsstukken ter staving van de gedeclareerde kosten De begunstigden moeten een passende boekhouding en overige bewijsstukken bijhouden ter staving van het aantal gedeclareerde eenheden en van het feit dat de kosten van de geworven onderzoekers (vergoeding voor de kosten van levensonderhoud, de mobiliteitstoelage, gezinstoelage) volledig ten behoeve van de onderzoekers zijn gemaakt.
Art. 18.1.2 Registers en overige bewijsstukken ter staving van de gedeclareerde kosten Nieuwe bepaling MSC-ITN: ARTIKEL 19 — INDIENING VAN ARTIKEL 19 — INDIENING VAN PRESTATIES PRESTATIES 19.1 Verplichting tot indiening van prestaties
De coördinator moet: -
binnen dertig dagen na één jaar vanaf de aanvangsdatum van de actie een "voortgangsverslag" indienen;
-
vóór de uiterste datum voor de indiening van het verslag over VP 1 (verslagperiode 1) een "tussentijdse evaluatiebijeenkomst" 9
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
organiseren tussen de begunstigden, de partnerorganisatie(s), en het Agentschap; -
een commissie van toezicht voor het netwerk oprichten;
-
binnen de in bijlage 1 gestelde termijn en overeenkomstig de daarin gestelde voorwaarden alle andere prestaties indienen.
De begunstigden moeten: − 19.2
binnen 20 dagen na elke aanstelling van de onderzoeker een "onderzoekersverklaring" indienen; Gevolgen van niet-nakoming
Indien een begunstigde of de coördinator eender welke van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan het Agentschap een of meer van de maatregelen van hoofdstuk 6 toepassen. ARTIKEL 20 — VERSLAGEN — BETALINGSV ERZOEKEN 20.3
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 20.3
Periodieke verslagen — Verzoeken om tussentijdse betalingen
De coördinator moet binnen zestig dagen na afloop van elke verslagperiode een periodiek verslag indienen.
In het periodieke verslag moet ten minste de volgende informatie worden P opgenomen: eriodiek (a) een "periodiek technisch verslag" waarin zijn opgenomen: e verslage (i) een beschrijving van de werkzaamheden die zijn verricht n — door de begunstigden; Verzoek en om (ii) een overzicht van de geboekte vooruitgang met het oog op tussentij het bereiken van de doelstellingen van de actie, met inbegrip dse van mijlpalen en prestaties zoals die in bijlage 1 zijn betaling aangegeven. en Dit verslag dient verklaringen te bevatten voor de verschillen tussen het werk dat geacht wordt te zijn uitgevoerd overeenkomstig bijlage 1, en het werkelijk uitgevoerde werk. In het verslag dient daarnaast een beschrijving te zijn opgenomen van het gebruik en de verspreiding van de resultaten en, indien dit is vereist volgens bijlage 1, een bijgewerkt "plan voor het gebruik en de verspreiding van de resultaten";
10
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
(iii)
een samenvatting voor publicatie door het Agentschap;
(iv)
de antwoorden op de "vragenlijst", waarin zaken in verband met de uitvoering van de actie en de economische en maatschappelijke effecten zijn opgenomen, in het bijzonder in relatie tot de kernprestatie-indicatoren van Horizon 2020 en de controlevereisten van Horizon 2020;
(b) een "periodiek financieel verslag" waarin zijn opgenomen: (i)
een "individuele financiële staat" (zie bijlage 4) van de begunstigde voor de desbetreffende verslagperiode. De individuele financiële staat moet een specificatie bevatten van de subsidiabele kosten (reële kosten, eenheidskosten en forfaitaire kosten, zie artikel 6) voor elke begrotingscategorie (zie bijlage 2). De begunstigden moeten alle subsidiabele kosten declareren, ook als, in het geval van reële kosten, eenheidskosten en vaste kosten, deze hoger zijn dan de in de geraamde begroting vermelde bedragen (zie bijlage 2). Kosten die niet worden gedeclareerd in de individuele financiële staat worden niet door het Agentschap in aanmerking genomen. Indien voor een verslagperiode een individuele financiële staat niet wordt ingediend, mag deze worden opgenomen in het periodieke financiële verslag van de volgende verslagperiode. De individuele financiële staten van de laatste verslagperiode moeten bovendien de ontvangsten uit de actie (zie artikel 5.3.3) bevatten. Elke begunstigde moet verklaren dat: -
de verstrekte betrouwbaar is;
-
de gedeclareerde kosten in aanmerking komen voor subsidie (zie artikel 6);
-
de kosten worden gestaafd door een adequate boekhouding en ondersteunende bewijsstukken (zie artikel 18) die op verzoek (zie artikel 17) of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken (zie artikel 22) zullen worden overgelegd; en
-
voor de laatste verslagperiode: dat alle ontvangsten 11
informatie
volledig,
juist
en
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
zijn opgegeven (zie artikel 5.3.3);
ARTIKEL 20 — VERSLAGEN — BETALINGSV ERZOEKEN
(ii)
niet van toepassing;
(iii)
[OPTIE als het JRC een begunstigde is: informatie over het bedrag van elke tussentijdse betaling en de betaling van het saldo dat door het Agentschap aan het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (Joint Research Centre - JRC) moet worden betaald; ][OPTIE: niet van toepassing;]
(iv)
een "periodieke financiële overzichtstaat" (zie bijlage 4), die automatisch door het elektronische uitwisselingssysteem wordt gegenereerd en waarin de individuele financiële staten voor de desbetreffende verslagperiode zijn samengevoegd, en waarin is opgenomen, uitgezonderd in de staat voor de laatste periode, het verzoek om tussentijdse betaling.
Nieuwe bepaling MSC-ITN:
20.4
Eindverslag — Verzoek om betaling van het saldo
Naast het periodieke verslag over de laatste verslagperiode moet de coördinator binnen zestig dagen na afloop van de laatste verslagperiode het eindverslag indienen.
20.4 Eindver Het eindverslag moet ten minste bevatten: slag — Verzoek (a) een "technisch eindverslag" met een voor publicatie bestemde om betaling samenvatting, waarin zijn opgenomen: van het saldo (i)
een overzicht van de resultaten en het gebruik en de verspreiding hiervan,
(ii) de conclusies uit de actie, en (iii) de socio-economische effecten van de actie. (b) een "financieel eindverslag" met daarin een door het elektronische uitwisselingssysteem automatisch gegenereerde "definitieve financiële overzichtstaat" (zie bijlage 4), waarin de individuele financiële staten voor alle verslagperioden zijn samengevoegd en die het verzoek om betaling van het saldo bevat. Art.
20.5 Nieuwe bepaling MSC-ITN: I nformati 20.5 Informatie over cumulatieve verrichte uitgaven e over cumulati Niet van toepassing eve verricht e 12
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
uitgaven 20.6 Nieuwe bepaling MSC-ITN: Valuta voor financiële 20.6 Valuta voor financiële staten staten Financiële staten moeten worden opgesteld in euro. Art.
ARTIKEL 21 – Nieuwe bepaling MSC-ITN: BETALINGEN 21.7 Betalingen aan de coördinator EN begunstigden BETALINGSV OORWAARD De coördinator ontvangt de betalingen. EN Art.
21.7 Betaling en aan de coördinator — Verdeling over de begunstigden
—
Verdeling
over
de
Betalingen aan de coördinator ontheffen het Agentschap van zijn betalingsverplichting. De coördinator dient de betalingen zonder ongerechtvaardigde vertraging over de begunstigden te verdelen. [OPTIE voor periodieke betalingen: en in [kwartaal-][half-jaarlijkse][jaarlijkse] betalingen]. De voorfinanciering mag echter alleen worden verdeeld: (a) indien het aantal begunstigden dat minimaal vereist is krachtens de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, is toegetreden tot de overeenkomst (zie artikel 56) en
ARTIKEL 25 — TOEGANGSR ECHTEN VOOR BACKGROUN D 25.5 Toegang srechten voor onderzoekers ARTIKEL 27 – BESCHERMI NG VAN RESULTATEN – ZICHTBAAR HEID VAN
(b) onder de begunstigden die tot de overeenkomst zijn toegetreden (zie artikel 56). Nieuwe bepaling MSC-ITN: 25.5
Toegangsrechten voor onderzoekers
De begunstigden moeten — vrij van royalty’s — de geworven onderzoekers toegang geven tot de background die nodig is voor de uitvoering van hun onderzoekstrainingsactiviteiten in het kader van de actie.
Art.
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 27.3
Informatie over EU-financiering
Tenzij het Agentschap anderszins verzoekt of anderszins met partijen overeenkomt of het onmogelijk is, bevatten aanvragen voor de bescherming van resultaten (met inbegrip van octrooiaanvragen) die door of namens een 13
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
begunstigde zijn ingediend, de volgende verklaring: EUFINANCIERIN "Het project dat tot deze aanvraag heeft geleid, heeft financiële middelen G
ontvangen uit hoofde van Horizon 2020 — het programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie in het kader van de Marie Skłodowska-Curiesubsidieovereenkomst nr. [nummer]."
Art. 27.3 Zichtbaarheid van Uniefinanciering in octrooiaanvrag en Nieuwe bepaling MSC-ITN: ARTIKEL 28 — EXPLOITATI 28.2 Resultaten die zouden kunnen bijdragen aan Europese of E VAN internationale normen — Informatie over EU-financiering RESULTATEN [OPTIE voor resultaten die zouden kunnen bijdragen aan normen: Indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat resultaten bijdragen aan Art. 28.2 Resultat Europese of internationale normen, stelt de betrokken begunstigde het Agentschap hiervan tot vier jaar na de in artikel 3 genoemde termijn in en die zouden kennis.] kunnen bijdragen aan Indien resultaten in een norm worden verwerkt, verzoekt de betrokken Europese of begunstigde de normalisatie-instantie om de volgende verklaring in internationale (informatie betreffende) de norm op te nemen, tenzij het Agentschap normen — Informatie over anderszins verzoekt of anderszins met partijen overeenkomt of het onmogelijk is: EUfinanciering "Voor het genereren van de resultaten die in deze norm zijn verwerkt, zijn financiële middelen ontvangen uit hoofde van Horizon 2020 — het programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie in het kader van de Marie Skłodowska-Curie-subsidieovereenkomst nr. [nummer]."
ARTIKEL 29 — VERSPREIDI NG VAN RESULTATEN — OPEN TOEGANG — ZICHTBAAR HEID VAN EUFINANCIERIN G Art.
29.2 Open toegang tot wetenschappeli jke publicaties
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 29.2
Open toegang tot wetenschappelijke publicaties
Elke begunstigde ziet erop toe dat alle collegiaal getoetste wetenschappelijke publicaties met betrekking tot zijn resultaten, voor alle begunstigden vrij toegankelijk zijn (kosteloze on-linetoegang voor alle gebruikers). De begunstigde ziet er met name op toe dat (a) zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval niet later dan de dag van publicatie, een machinaal leesbaar elektronisch exemplaar van de gepubliceerde versie of het na collegiale toetsing voor publicatie aanvaarde eindmanuscript in een databank van wetenschappelijke publicaties wordt opgenomen. Bovendien tracht hij de voor de validatie van de in de wetenschappelijke publicaties vermelde resultaten noodzakelijke onderzoeksgegevens tegelijkertijd op te nemen; 14
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
(b) de in de databank opgenomen publicatie vrij toegankelijk is, niet later dan (i)
de datum van publicatie, indien een elektronische versie kosteloos verkrijgbaar is bij de uitgever, of
(ii)
binnen zes maanden na publicatie (twaalf maanden voor publicaties in de sociale en geesteswetenschappen) in alle andere gevallen;
(c) de bibliografische metagegevens waarmee de in de databank opgenomen publicatie kan worden geïdentificeerd, via de databank openlijk toegankelijk zijn. De bibliografische metagegevens worden verstrekt in een standaardformaat en bevatten de volgende elementen: - de woorden "Marie Skłodowska-Curie-acties"; - de naam van de actie, het acroniem en het subsidienummer; - de publicatiedatum en, voor zover van toepassing, de duur van het embargo; - een vast identificatienummer. Art. 29.4 Informatie over EUfinanciering — Verplichting en recht tot gebruik van het EU-embleem
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 29.4 Informatie over EU-financiering — Verplichting en recht tot gebruik van het EU-embleem Tenzij het Agentschap anderszins verzoekt of anderszins met partijen overeenkomt of het onmogelijk is, wordt bij elke verspreiding van resultaten (in welke vorm ook en inclusief elektronische verspreiding) het volgende weergegeven: (a) het EU-embleem, en (b) de volgende tekst: "Dit project heeft financiële middelen ontvangen uit hoofde van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, in het kader van Marie Skłodowska-Curie-subsidieovereenkomst nr. [nummer]".
Wanneer het EU-embleem samen met een ander logo wordt weergegeven, wordt het EU-embleem op een voldoende opvallende plaats gezet. Voor het nakomen van de verplichtingen die voor hen uit dit artikel voortvloeien, kunnen de begunstigden het EU-embleem gebruiken zonder voorafgaande toestemming van het Agentschap. 15
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
Deze bepaling geeft hen echter geen exclusief recht op het gebruik van het EU-embleem. Bovendien mogen zij zich het EU-embleem of een soortgelijk handelsmerk of logo niet toe-eigenen, noch door registratie noch op enigerlei andere wijze. ARTIKEL 31 — TOEGANGSR ECHTEN VOOR RESULTATEN
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 31.6
Toegangsrechten voor onderzoekers
De begunstigden moeten — vrij van royalty’s — de geworven onderzoekers toegang geven tot de resultaten die nodig zijn voor de uitvoering van hun onderzoekstrainingsactiviteiten in het kader van de Art. 31.6 actie. Toegang srechten voor onderzoekers Nieuwe bepaling MSC-ITN: ARTIKEL 32 — REKRUTERIN ARTIKEL 32 — REKRUTERING EN ARBEIDSVOORWAARDEN G EN VAN GEWORVEN ONDERZOEKERS ARBEIDSVOO 32.1 Verplichtingen jegens geworven onderzoekers RWAARDEN VAN Wat betreft de rekrutering en arbeidsvoorwaarden van de in het kader van GEWORVEN ONDERZOEK de actie geworven onderzoekers moeten de begunstigden: ERS (a) alle noodzakelijke maatregelen nemen voor het toepassen van de beginselen van het Europees Handvest voor Onderzoekers en de Gedragscode voor de Rekrutering van Onderzoekers 3, en ervoor zorgen dat de onderzoekers kennis hebben van die beginselen; (b) vacatures internationaal adverteren en publiceren, waaronder op de door het Agentschap verzochte websites; (c) onderzoekers selecteren volgens een open, transparante, op verdiensten gebaseerde, onpartijdige en eerlijke selectieprocedure, op basis van:
3
(i)
hun wetenschappelijke vaardigheden en de relevantie van hun onderzoekservaring;
(ii)
het effect van de voorgestelde opleiding op de loopbaan van de onderzoeker;
(iii)
een eerlijke man/vrouwverdeling (door ervoor te zorgen
Aanbeveling nr. 251/2005/EG van de Commissie van 11 maart 2005 betreffende het Europees Handvest voor Onderzoekers en betreffende een Gedragscode voor de rekrutering van onderzoekers (PB L 75 van 22.3.2005, blz. 67).
16
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
dat de toegangsmogelijkheden voor mannen en vrouwen werkelijk gelijk is, in de loop van het rekruteringsproces); (d) ervoor zorgen dat er zich bij of als gevolg van de rekrutering geen belangenverstrengeling bestaat of ontstaat; (e) ervoor zorgen dat de onderzoekers op de plaats waar het werk wordt uitgevoerd, tenminste kunnen rekenen op dezelfde normen en arbeidsomstandigheden als plaatselijke onderzoekers in een vergelijkbare positie; (f) ervoor zorgen dat in de arbeidsovereenkomst, andere directe overeenkomst, of forfaitaire-fellowshipsovereenkomst (zie artikel 6) het volgende is bepaald: (i)
de aanvangsdatum en duur van de onderzoekstrainingsactiviteiten in het kader van de actie;
(ii)
de maandelijkse ondersteuning aan de onderzoeker uit hoofde van deze overeenkomst (in euro, en in voorkomend geval in de valuta waarin de vergoeding wordt betaald);
(iii)
de verplichting van de onderzoeker om uitsluitend voor de actie te werken;
(iv)
de verplichting van de onderzoeker om voor activiteiten die buiten het kader van de actie zijn uitgevoerd, geen andere inkomen te ontvangen dan van de begunstigde (of enig andere in bijlage 1 vermelde entiteit);
(v)
de verplichting van de onderzoeker om de begunstigde zo snel mogelijk in kennis te stellen van gebeurtenissen of omstandigheden die waarschijnlijk van invloed zijn op de overeenkomst (zie artikel 17);
(vi)
de regelingen tussen de begunstigde en de onderzoeker met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, tijdens en na afloop van de uitvoering van de actie;
(vii)
de verplichting van de onderzoeker om vertrouwelijkheid te eerbiedigen (zie artikel 36);
(viii)
de verplichting van de onderzoeker om in mededelingen of publicaties en in aanvragen voor de bescherming van resultaten duidelijk te maken dat EU-financiering is ontvangen (zie de artikelen 27, 28, 29 en 38);
de
(g) de onderzoekers ondersteuning bieden bij de administratieve 17
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
procedures die verband houden met hun rekrutering; (h) de onderzoekers op de hoogte stellen van: -
de beschrijving, omstandigheden, locatie en tijdschema voor de uitvoering van de onderzoekstrainingsactiviteiten in het kader van de actie en de naam van de supervisor;
-
de rechten en plichten die de begunstigde uit hoofde van deze overeenkomst heeft ten opzichte van de onderzoeker;
-
de verplichting van de onderzoeker om aan het eind van de onderzoekstrainingsactiviteiten de evaluatievragenlijst en twee jaar daarna de follow-upvragenlijst van het Agentschap in te vullen en in te dienen;
(i) ervoor zorgen dat de onderzoekers voor activiteiten die buiten het kader van de actie zijn uitgevoerd, geen andere inkomen dan die van de begunstigden (of enig andere in bijlage 1 vermelde entiteit) ontvangen; (j) de onderzoekers te voorzien van werkruimte ter plekke, opleiding, en de middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de actie; (k) zorgen voor adequaat toezicht op de onderzoekers; (l) ervoor zorgen dat een loopbaanontwikkelingsplan wordt opgesteld, en de uitvoering ervan ondersteunen; (m) zorgen voor passende interactie met de niet-academische sector; (n) detacheringen beperken tot maximaal 30 % van het aantal maanden dat werkelijk is besteed aan de uitvoering van de onderzoekstrainingsactiviteiten in het kader van de actie. 32.2
Gevolgen van niet-nakoming
Indien een begunstigde eender welke van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43). Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van een of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
18
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
ARTIKEL 36 — GEHEIMHOU DING
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 36.1
Algemene verplichting tot geheimhouding
Gedurende de uitvoering van de actie en tot vier jaar na de termijn van Art. 36.1 artikel 3 behandelen de partijen alle gegevens, documenten en ander Algemen materiaal (in welke vorm ook) die bij bekendmaking als vertrouwelijk zijn e verplichting aangemerkt, vertrouwelijk ("vertrouwelijke informatie"). tot Op verzoek van een begunstigde kan het Agentschap ermee akkoord gaan geheimhouding om vertrouwelijke informatie voor een langere periode dan vier jaar vertrouwelijk te behandelen. Wanneer informatie alleen mondeling als vertrouwelijk is aangemerkt, wordt deze informatie alleen als vertrouwelijke informatie beschouwd indien het vertrouwelijke karakter van de informatie binnen 15 dagen na de mondelinge bekendmaking ervan schriftelijk wordt bevestigd. Tenzij anderszins tussen partijen is overeengekomen, mag vertrouwelijke informatie alleen worden gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst. De begunstigden mogen vertrouwelijke informatie alleen aan bij de actie betrokken personeel of partnerorganisaties bekendmaken indien het personeel of bedoelde derden (a) die informatie nodig hebben voor het uitvoeren van de overeenkomst, en (b) zijn gehouden aan geheimhouding. Dit laat de beveiligingsverplichtingen van artikel 37 onverlet. Het Agentschap kan vertrouwelijke informatie bekendmaken aan zijn medewerkers, andere instellingen en organen van de EU of derden indien (a) dit nodig is voor het uitvoeren van de overeenkomst of het waarborgen van de financiële belangen van de EU, en (b) de ontvangers van de informatie zijn gehouden aan geheimhouding. Onder de voorwaarden van artikel 4 van Verordening nr. 1290/2013 inzake regels voor deelname 4 stelt de Commissie bovendien informatie over de resultaten beschikbaar aan andere instellingen, organen en instanties van de EU, alsook aan lidstaten en geassocieerde landen. De geheimhoudingsverplichtingen zijn niet langer van toepassing indien 4
Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de voorschriften voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van "Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)" (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).
19
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
(a) de partij die de informatie bekend maakt de andere partij ontheft van die verplichtingen; (b) de informatie reeds bij de ontvanger bekend was of hem zonder geheimhoudingsplicht is verstrekt door een derde die niet aan geheimhouding was gehouden; (c) de ontvanger bewijst dat de informatie zonder gebruik van vertrouwelijke informatie is ontwikkeld; (d) de informatie voor het publiek algemeen beschikbaar wordt, zonder schending van een geheimhoudingsplicht; (e) de bekendmaking van de informatie bij EU- of nationale wetgeving is voorgeschreven. ARTIKEL 37 — BEVEILIGIN GSGERELAT EERDE VERPLICHTI NGEN 37.1
37.1
Resultaten met een beveiligingsaanbeveling
[OPTIE indien van toepassing op de subsidie: "Resultaten met een beveiligingsaanbeveling" (zie bijlage 1) mogen alleen openbaar worden gemaakt of worden verspreid onder de voorwaarden van bijlage 1.
Voordat dergelijke resultaten bekend worden gemaakt aan een derde (waaronder begrepen gelieerde entiteiten), stelt de begunstigde de coördinator in kennis van zijn voornemen, waarop laatstgenoemde het R Agentschap om een schriftelijke toestemming vraagt.] esultate n met [OPTIE: Niet van toepassing] een beveiligi ngsaanb eveling
20
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
ARTIKEL 38 – BESCHERMI NG VAN RESULTATEN – ZICHTBAAR HEID VAN EUFINANCIERIN G
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 38.1.1 Verplichting tot het promoten van de actie en de resultaten ervan De begunstigde promoot de actie en de resultaten ervan door meerdere doelgroepen (waaronder de media en het grote publiek) doelgericht en op een strategische en effectieve wijze te informeren.
Dit laat onverlet de verspreidingsverplichtingen van artikel 29, de geheimhoudingsverplichtingen van artikel 36 en de 38.1.1 beveiligingsverplichtingen van artikel 37.
Art. Algemene verplichting tot het promoten van de actie en de resultaten ervan Art. 38.1.2 Informatie over EUfinanciering — Verplichting en recht tot gebruik van het EU-embleem
De begunstigden stellen het Agentschap van tevoren op de hoogte van communicatieactiviteiten die naar verwachting mainstreammedia-aandacht zullen krijgen (zie artikel 52).
Nieuwe bepaling MSC-ITN: 38.1.2 Informatie over EU-financiering — Verplichting en recht tot gebruik van het EU-embleem Tenzij het Agentschap anderszins verzoekt of anderszins met partijen overeenkomt of het onmogelijk is, wordt bij elke communicatieactiviteit in verband met de actie (waaronder begrepen communicatie in elektronische vorm, via sociale media enz.) en in elke infrastructuur, uitrusting en belangrijke resultaten die met de subsidie wordt gefinancierd, het volgende weergegeven: (a) het EU-embleem, en (b) de volgende tekst: Bij communicatieactiviteiten: "Dit project heeft financiële middelen ontvangen uit hoofde van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, in het kader van Marie Skłodowska-Curiesubsidieovereenkomst nr. [nummer]." Bij infrastructuur, uitrusting en belangrijke resultaten: "[Deze][Dit] [infrastructuur][uitrusting][type resultaat invullen] maakt deel uit van een project dat financiële middelen heeft ontvangen uit hoofde van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, in het kader van Marie Skłodowska-Curie-subsidieovereenkomst nr. [nummer]."
Wanneer het EU-embleem samen met een ander logo wordt weergegeven, wordt het EU-embleem op een voldoende opvallende plaats gezet. Voor het nakomen van de verplichtingen die voor hen uit dit artikel voortvloeien, kunnen de begunstigden het EU-embleem gebruiken zonder voorafgaande toestemming van het Agentschap. 21
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
Deze bepaling geeft hen echter geen exclusief recht op het gebruik ervan. Bovendien mogen zij zich het EU-embleem of een soortgelijk handelsmerk of logo niet toe-eigenen, noch door registratie noch op enigerlei andere wijze. HOOFDSTUK 5
MSC-ITN:
41.4 Relatie met aanvullende ARTIKEL 41 Samenwerkingsovereenkomst — Niet van toepassing VERDELING VAN FUNCTIES EN VERANTWOO RDELIJKHED EN TUSSEN BEGUNSTIGD EN — RELATIE MET AANVULLEN DE BEGUNSTIGD EN EN MET PARTNERS VAN EEN GEZAMENLIJ KE ACTIE Art. 41.4 Relatie met aanvullende begunstigden — Samenwerkings overeenkomst 41.5 Relatie met partners van een gezamenlijke actie — Coördinatieove reenkomst 44.1.1 Terugvorderin g na beëindiging van de deelname
begunstigden
—
MSC-ITN: 41.5
Relatie met partners van Coördinatieovereenkomst
een
gezamenlijke
actie
—
Niet van toepassing MSC-ITN: 44.1.1 Terugvordering na beëindiging van de deelname van een begunstigde
22
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
van een Indien terugvordering na beëindiging van de deelname van een begunstigde (met inbegrip van de coördinator) plaatsvindt, vordert het Agentschap het begunstigde onverschuldigde bedrag van de betrokken begunstigde terug door hem formeel een debetnota te doen toekomen (zie de artikelen 50.2 en 50.3). In deze nota worden het terug te vorderen bedrag, de voorwaarden en de betalingsdatum vermeld. Indien het bedrag op de in de debetnota vermelde datum niet is betaald, zal het Agentschap of de Commissie het bedrag als volgt terugvorderen: (a) door het — zonder toestemming van de begunstigde — te "verrekenen" met bedragen die het Agentschap, de Commissie of een ander uitvoerend agentschap aan de betrokken begunstigde (uit de EU- of Euratombegroting) verschuldigd is. In uitzonderlijke omstandigheden kan het Agentschap het bedrag vóór de in de debetnota vermelde betalingsdatum verrekenen om de financiële belangen van de EU te beschermen; (b) niet van toepassing; (c) door juridische maatregelen te nemen (zie artikel 57) of door een executoriale beschikking te geven overeenkomstig artikel 299 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 79, lid 2, van het financieel reglement (Verordening nr. 966/2012). Indien het bedrag op de in de debetnota vermelde datum niet is betaald, wordt het terug te vorderen bedrag (zie boven) vermeerderd met de vertragingsrente tegen het in artikel 21.11 vastgestelde tarief vanaf de dag die volgt op de in de debetnota vermelde betalingsdatum tot en met de dag waarop het Agentschap of de Commissie het volledige bedrag ontvangt. Gedeeltelijke betalingen worden eerst gecrediteerd tegen onkosten, lasten en vertragingsrente en dan in mindering gebracht op de hoofdsom. Bankkosten die uit de terugvorderingsprocedure voortvloeien, komen voor rekening van de begunstigde, tenzij Richtlijn 2007/64/EG 5 van toepassing is. ARTIKEL 51 MSC-ITN: — OVERMACHT ARTIKEL 51 — OVERMACHT Onder "overmacht" wordt verstaan elke situatie of gebeurtenis die:
5
Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).
23
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: MSC-ITN — Multi: september 2014
-
een van de partijen verhindert om haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te vervullen;
-
niet te voorzien was, uitzonderlijk is en waarover de partijen geen controle kunnen uitoefenen;
-
niet te wijten is aan fouten of nalatigheid door een van de partijen (of een partnerorganisatie), en
-
onvermijdelijk blijkt te maatregelen zijn genomen.
zijn
ofschoon
alle
noodzakelijke
De volgende omstandigheden kunnen niet worden ingeroepen als overmacht: -
de niet-verrichting van een dienst, een defect in uitrusting of materiaal en een vertraging bij het beschikbaar komen van uitrusting of materiaal, tenzij dit rechtstreeks het gevolg is van een relevant geval van overmacht;
-
arbeidsgeschillen of stakingen, of
-
financiële moeilijkheden.
Elke situatie die overmacht vormt, moet onverwijld formeel worden meegedeeld aan de andere partij onder vermelding van de aard ervan, met inbegrip van de duur en de te voorziene gevolgen. De partijen moeten onmiddellijk alle noodzakelijke maatregelen nemen om de schade als gevolg van de overmacht te beperken en al het mogelijke doen om de uitvoering van de actie zo spoedig mogelijk te hervatten. De partij die door overmacht wordt verhinderd om haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te vervullen, kan niet worden geacht inbreuk op de overeenkomst te maken.
24
Subsidieovereenkomst nummer: [nummer invullen] [acroniem invullen] [oproepcode van de oproep/deeloproep invullen]
afdrukformaat A4
MODEL BIJLAGE 2 VOOR H2020 MSC-ITN — MULTI GERAAMDE BEGROTING VOOR DE ACTIE 1
EU-bijdrage
Geraamde subsidiabele kosten (per begrotingscategorie) A. Kosten van geworven onderzoekers A.1. Vergoeding kosten levensonderhoud
Aantal eenheden (mensmaan den)
zonder gezin
Soort kosten
5
Eenheid
A.3. Gezinstoelage
Eenheid
B. Institutionele kosten B.1. Onderzoeks-, opleidings- en netwerkkosten
Eenheid
1 [korte naam begunstigde]
2 [korte naam begunstigde]
2 [korte naam begunstigde]
3 [korte naam begunstigde]
3 [korte naam begunstigde]
...
...
Totaal consortium
Totaal consortium
Maximaal Vergoedingsp Maximale EU- subsidiebedr 2 ercentage % bijdrage 3 ag
B.2. Beheers- en 4
indirecte kosten
Eenheid
Kosten Totaal a Kosten Totaal b Kosten Kosten 6 6 Kosten per 6 f = a+b+c+d+e per per per per 6 6 Totaal c Totaal d Totaal e eenheid 7 eenheid eenheid eenheid eenheid
1 [korte naam begunstigde]
1
Eenheid
A.2. Mobiliteitstoelage
Totale kosten
g
h
i
Zie artikel 6 voor de voorwaarden voor subsidie
2
Dit is het theoretische bedrag van de EU-bijdrage dat het systeem automatisch berekent (door alle begrote kosten te vermenigvuldigen met het vergoedingspercentage). Dit theoretische bedrag mag niet meer bedragen dan het "maximale subsidiebedrag" (dat de Commissie/het Agentschap heeft besloten voor de actie uit te trekken) (zie artikel 5.1). 3
Het "maximale subsidiebedrag" is het maximale subsidiebedrag dat door de Commissie/het Agentschap is vastgesteld Dit stemt doorgaans overeen met de gevraagde subsidie, maar kan lager zijn.
4
De indirecte kosten die worden gedekt door de exploitatiesubsidie (die in het kader van eender welk financieringsprogramma van de EU of Euratom is ontvangen; zie artikel 6.3.(b)), vallen niet onder de subsidie-overeenkomst.Daarom kan een begunstigde die tijdens de looptijd van de actie een exploitatiesubsidie ontvangt, geen indirecte kosten declareren voor het jaar/de jaren/de verslagperiode(n) die door de exploitatiesubsidie wordt/worden gedekt (d.w.z dat de eenheidskosten voor beheer en indirecte kosten worden gehalveerd voor mensmaanden die worden gemaakt in de periode die door de exploitatiesubsidie worden gedekt). 5 6 7
Zie artikel 5 voor de vormen van kosten Totaal = kosten per eenheid x aantal eenheden (mensmaanden)
Het bedrag van de gezinstoelage (250 EUR) vertegenwoordigt de gemiddelde kosten per eenheid (met gezin 500 EUR; zonder gezin 0 EUR). Voor de financiële staten (bijlage 4) moeten de begunstigden dit bedrag aanpassen, afhankelijk van de werkelijke gezinssamenstelling van de geworven onderzoeker
Subsidieovereenkomst nummer: [nummer invullen] [acroniem invullen] [oproepcode van de oproep/deeloproep invullen]
afdrukformaat A4
MODEL BIJLAGE 4 VOOR H2020 MSC-ITN — MULTI FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR BEGUNSTIGDE [naam] VOOR VERSLAGPERIODE [verslagperiode] 1
EU-bijdrage
Subsidiabele kosten (per begrotingscategorie) A. Kosten van geworven onderzoekers A.1. Vergoeding kosten levensonderhoud
Soort kosten Naam van de onderzoekers
5
3
Aantal eenheden (mensmaan den)
Totaal begunstigde
A.2. Mobiliteitstoelage
Eenheid
A.3. Gezinstoelage
Eenheid
Eenheid
Kosten Totaal a Kosten Totaal b Kosten Totaal c per per per 4 34 4 eenheid eenheid eenheid
Totale kosten
B. Institutionele kosten B.1 Onderzoeks-, opleidings- en netwerkkosten
Eenheid
Vergoedingsp Maximale EU- Gevraagde EUercentage % bijdrage bijdrage
B2. Beheers- en 2
indirecte kosten
Eenheid
Kosten 4 Kosten per 4 per Totaal d eenheid Totaal e eenheid
f= a+b+c+d+e
g
h
i
Totaal begunstigde
Checkbox 1:
Ik bevestig dat het totale bedrag van de vergoedingen (met inbegrip van verplichte inhoudingen) die worden gebruikt voor de onderzoeker ten minste gelijk is aan de vergoeding voor de kosten van levensonderhoud, de maandelijkse mobiliteitstoelage en de gezinstoelage, zoals vermeld in bijlage 2 van de overeenkomst, of eventuele te weinig betaalde bedragen in verslagperiode 1 zullen worden gecorrigeerd aan het einde van de actie.
Checkbox 2:
Heeft u tijdens de verslagperiode een exploitatiesubsidie van de EU/Euratom ontvangen?
JA
NEE
Zo ja, gelieve te vermelden hoeveel van het totale aantal mensmaanden (zie "Totaal begunstigde" hierboven) werden besteed TIJDENS de periode die door de exploitatiesubsidie wordt gedekt.
Aantal mensmaand en
De begunstigde verklaart hierbij dat: de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is; de gedeclareerde kosten in aanmerking komen voor subsidie (zie artikel 6); de kosten worden gestaafd door een adequate boekhouding en ondersteunende bewijsstukken die op verzoek of in het kader van controles, audits of onderzoeken zullen worden overgelegd (zie artikelen 17, 18 en 22); Gelieve alle mensmaanden te declareren, zelfs indien u de geraamde begroting overschrijdt (zie bijlage 2). Alleen mensmaanden die in uw individuele financiële verklaringen zijn gedeclareerd, kunnen later in aanmerking worden genomen ter vervanging van andere kosten die als niet-subsidiabel zijn aangemerkt. 1
Zie artikel 6 voor de voorwaarden voor subsidie 2 De geclaimde indirecte kosten moeten vrij zijn van bedragen die worden gedekt door een exploitatiesubsidie (die in het kader van eender welk financieringsprogramma van de EU of Euratom zijn ontvangen; zie artikel 6.3.(b)). Indien u tijdens deze verslagperiode een exploitatiesubsidie heeft ontvangen, worden indirecte kosten niet vergoed voor de mensmaanden die zijn besteed tijdens de periode die door de exploitatiesubsidie wordt gedekt. 3
Zie artikel 5 voor de vormen van kosten 4 Totaal = kosten per eenheid x aantal eenheden (mensmaanden)
5 Naam van de onderzoeker en aanverwante eenheden voor vergoeding voor de kosten van levensonderhoud (A.1) en gezinstoelagen (A.3) worden vooraf ingevuld op basis van de informatie die de begunstigde in de "onderzoekersverklaring" heeft verschaft