Kopie Gemeente Delft Aan de Gemeenteraad van Delft Postbus 78 2600 ME DELFT
12 MEI 2011 Doc./bijlage Productnr.
Contactpersoon Doorkiesnummer Ons kenmerk Uw brief Uw kenmerk Bijlagen
; ; / / / ;
HARNASCH POLDER Bedrijvenschap HarnaschPolder Postbus 595 2600 AN Delft T015 380 42 11 F 015 380 88 40
[email protected]
Ir. A. Vitner (015) 3804 211 HP/AV/2011.203 N.v.t. N.v.t. 1: Begroting 2012 2: Begrotingswijziging 2011 3: Toelichting bij de Begrotingswijziging 2011
Onderwerp Kenbaar maken zienswijzen
Datum Schipluiden, 9 mei 2011
Geachte leden van de raad, Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijk Regeling Bedrijvenschap HarnaschPolder heeft op 30 maart jl. de begroting 2012 en de begrotingswijziging 2011 vastgesteld. Zowel de begroting 2012 als de begrotingswijziging 2011 zijn gebaseerd op de in de bestuursvergadering van 30 maart 2011 (Dagelijks Bestuur) vastgestelde grondexploitatieberekening met prijspeil 1 januari 2011. De begrotingswijziging 2011 is een technische correctie op de vastgestelde begroting 2011 welke door het Algemeen Bestuur op 1 juli 2010 is vastgesteld. Met de laatste actualisatie van de grondexploitatieberekening met prijspeil 1 januari 2011 wijzigen de geraamde baten en lasten in de jaarschijf 2010. De geactualiseerde baten en lasten 2011 gelden als nieuw begrotingskader voor 2011. De begrotingswijziging 2011 dient voorafgaand aan vaststelling door het Algemeen Bestuur door de raden van deelnemende gemeenten te worden vastgesteld. Aangezien de gemeenteraden geen inzage krijgen in de geactualiseerde grondexploitatieberekening, wordt ten geleide bij de begrotingswijziging 2011 in de bijlage bij deze brief nader toelichting gegeven over de gewijzigde ramingen voor lasten en baten tussen de jaarschijven 2011 uit de begroting 2011 (gebaseerd op de grondexploitatieberekening 1/1/2010) en de begrotingswijziging 2011 (gebaseerd op de grondexploitatieberekening 1/1/2011).
Conform artikel 23 van de Gemeenschappelijke Regeling bedrijvenschap HarnaschPolder wordt u de mogelijkheid gegeven om een zienswijze over de begroting 2012 en de begrotingswijziging 2011 kenbaar te maken. Wij verzoeken u de eventuele zienswijze van uw raad uiterlijk 28 juni 2011 bij ons kenbaar te maken. Zonder bericht gaan wij er van uit dat u geen zienswijze kenbaar maakt. Bij de begroting van 2012 is een toelichting geïntegreerd. De begrotingswijziging 2011 is voorzien van een separate toelichting. Indien u vragen heeft of indien u een nadere toelichting wenst, kunt u zich wenden tot de heer Ir. A. Vitner, secretaris van het Bedrijvenschap HarnaschPolder. Hij is bereikbaar via telefoonnummer
(015) 380 4211. Met vriendelijke groet. Namens het bedrijvenschap HarnaschPolder,
de secretaris,
de voorzitter,
H.P.M. Kool
HARNASCH POLDER
BEDRIJVENSCHAP HARNASCHPOLDER Programmabegroting 2012
Versie ten behoeve van vaststelling in Algemeen Bestuur d.d. 9 mei 2011
1. Aanbieding programmabegroting 2012 Op grond van artikel 23 van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap HarnaschPolder leggen wij u de programmabegroting 2012 voor. Hierin worden de activiteiten en de daarmee samenhangende geldstromen voor het project ontwikkeling bedrijventerrein HarnaschPolder geraamd. De programmabegroting is de kaderstellende begroting van het Algemeen Bestuur en vormt de grondslag voor het door het Dagelijks Bestuur te voeren beheer. De indeling van de jaarrekening 2012 dient aan te sluiten op deze begroting. De begroting 2012 is een nadere uitwerking van de grondexploitatieberekening met peildatum 1 januari 2011. Wij stellen voor de programmabegroting voor het jaar 2012 vast te stellen. Namens het bestuur, de secretaris, 9 mei 2011 Ir. A. Vitner
de voorzitter, 9 mei 2011 H.P.M. Kool
2. Samenstelling bestuur en management Ten tijde van het opstellen van de begroting 2012 bestaat het Dagelijks Bestuur uit: Voorzitter Leden Secretaris
de heer H.P.M. Kool, wethouder gemeente Den Haag mevrouw M.C. Junius, wethouder gemeente Delft de heer mr. C. van der Kamp, wethouder gemeente Midden-Delfland de heer ir. A Vitner, gemeente Midden-Delfland
Het Algemeen Bestuur bestaat naast bovenstaande personen uit: • •
mevrouw A.A. van den Heuvel, wethouder gemeente Midden-Delfland mevrouw C.J.M. van Nimwegen van Wieringen, wethouder gemeente MiddenDelfland
• •
de heer drs. J.M. Norder, wethouder gemeente Den Haag de heer drs. P.W.M. Smit, wethouder gemeente Den Haag
«
de heer L.P. Vokurka, wethouder gemeente Delft
-
de heer mr. drs. G.A.A. Verkerk, burgermeester gemeente Delft
De voorzitter van het Dagelijks Bestuur is ook de voorzitter van het Algemeen Bestuur. Het bestuur wordt vanuit het bedrijvenschap ondersteund door: Directeur de heer D. van der Harst Secretaris de heer A. Vitner, via de gemeente Midden-Delfland Administrateur de heer W. de Vries, via de gemeente Delft
3. Beleidsbegrotin g 3.1 Inleiding In deze begroting 2012 is slechts één programma uitgewerkt, aangezien het bedrijvenschap alleen het programma Ontwikkeling gronden kent. Het programma is gericht op de ontwikkeling van een bedrijventerrein voor de vestiging van een mix van standaard en hoogwaardige bedrijven in de HarnaschPolder met de doelstelling om in voldoende mate te kunnen voorzien in de vraag naar bedrijventerrein in de regio Haaglanden. De hoofdactiviteiten om dit te realiseren bestaan uit de verwerving van gronden, het bouw- en woonrijp maken hiervan en de uitgifte van deze gronden aan bedrijven. Het Besluit Begroting en Verantwoording (hierna: BBV) heeft als uitgangspunt gediend voor het opstellen van deze begroting. Aanvullend zijn de nadere voorschriften in acht genomen, zoals uiteengezet in correspondentie van de Provincie Zuid-Holland (de provincie voert toezicht). Het bedrijvenschap valt onder repressief, terughoudend toezicht. Ook voor 2012 wordt dit als uitgangspunt gehanteerd. De herziene grondexploitatieberekening per 1 januari 2011 is een financieel toetsingskader voor de samenstelling van de begroting 2012 en de meerjarenbegroting tot en met 2016. 3.2 Programmaplan Ontwikkeling gronden Het bedrijvenschap is een samenwerkingsverband in de vorm van een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Den Haag, Delft en Midden-Delfland. De regeling is in werking getreden per 1 januari 2004 en is aangegaan voor een periode van tien jaar. De regeling kan krachtens een gezamenlijk besluit van de deelnemende gemeenten eerder worden beëindigd en/of verlengd. Nadere afspraken zijn vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap HarnaschPolder, het Samenwerkingsconvenant Schipluiden - Delft - Den Haag en het Uitvoeringsconvenant. In de herziene grondexploitatieberekening 2011 is de looptijd van het project, al dan niet in schapsverband, gewijzigd van eind 2013 naar eind 2016. Besluitvorming over het verlengen van de looptijd, al dan niet in schapsverband, dient nog nader uitgewerkt en voorbereid te worden voor besluitvorming. De kerngegevens van het bedrijvenschap (in ha) zijn als volgt:
To-asi HP
3 1 ' 21-5
- wegenstruc-Li - '•eserv-erlr-g O V t - s c è - groen - v/a:er - vorsen 5 n wocr'A-^rk-A'on nger, :
-
268 Of7
064.546
•25 6 7 2
SI 246
25;- 2 2 3
252. !3E
2-5 2 8 3
34, 421
89 546
e- ira
1-0.0CC:C7.573
1 3.289
63.400 35.2-1 *
154 4 S 6
470.863
29.32 E
54 .&C3
3.539 23.2-4&
17.-02
22.JC3
22 " C O
22.04-5 *73 £35
• A\ j i : g e g * v e n
25? 223
4 5 2 77
- bu t e i e x p i o r a t i *
3,Z00 152 8 8 ^
35% - bu=tén exploit^Eis-
142 5 - 2 1;
« 4
127 0 6 9
^5
T
73.2S7
-
4 3 £-76
i3e.5;3
4fS.5-02
30%
34%
100%
0%
50*
100%
EAp'Oitatlegebiéd
34%
.33%
33%
IOC*
- w-sgenstructuur
2
23%
43%
3%
61%
35%
- groen-
27%
51%
22%
- waïer
27%
37%
38%
€2%
D%
33%
;oc% ;oc% «oc* to&% too%
37%
30%
33%
-.00%
- ressr^'&'bg O V f a c é
- £»€dri]ver< u i t g e s ' b a a r - si uitgegeven
11%
!7%
- n o g ur: -.6 -geven
83%
83%
6% S i *
3.3 Paragrafen Het BBV schrijft de vorm en de inhoud van de begroting en jaarverslag voor. In dit besluit wordt een aantal paragrafen verplicht gesteld voor opname in zowel de begroting als in het jaarverslag. In de jaarrekening 2012 dient derhalve in overeenstemming met onderstaande paragrafen verantwoording te worden afgelegd over de feitelijke realisatie. In het hiernavolgende worden de paragrafen benoemd en uitgewerkt, dan wel wordt gemotiveerd aangegeven om welke reden het Algemeen Bestuur de paragrafen niet van toepassing acht. 3.3.1 Paragraaf lokale heffingen De gemeenschappelijke regeling geniet geen inkomsten uit lokale heffingen, aangezien het opleggen van lokale heffingen niet tot de taken van de gemeenschappelijke regeling behoort. Deze paragraaf is derhalve niet van toepassing. 3.3.2 Paragraaf weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is van belang voor de beoordeling van de gezondheid van de financiële positie van het bedrijvenschap. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover het bedrijvenschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en uit de risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen, maar echter wel van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De paragraaf weerstandsvermogen beschrijft in welke mate het bedrijvenschap in staat is om
financiële tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat het beleid hierop dient te worden aangepast. Het bedrijvenschap inventariseert de risico's periodiek en kwantificeert deze zo goed als mogelijk is. Verslag hierover vindt plaats via de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatieberekening. Bij het actualiseren van de grondexploitatieberekening zijn zowel incidentele als structurele risico's verwerkt, uitgezet tegen de looptijd van het plan. Op dit moment is de weerstandscapaciteit niet op voldoende niveau, aangezien het saldo van de grondexploitatieberekening negatief toont en het bedrijvenschap niet beschikt over positief eigen vermogen. In de risicoparagraaf wordt de oorzaak hiervan nader toegelicht en wordt de relatie met en de gevolgen van de huidige marktontwikkelingen nader beschreven. In de gemeenschappelijke regeling participeren de deelnemende gemeenten risicodragend, de deelnemers hebben zich geconfirmeerd aan het zorgen voor dekking hiervoor. 3.3.3 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Het bedrijvenschap beschikt niet over kapitaalgoederen, aangezien de gronden in ontwikkeling en de investeringen worden opgenomen onder de balanspost Onderhanden werk. Deze investeringen staan niet duurzaam ten dienste van de bedrijfsuitoefening van het Bedrijvenschap. Openbare gronden worden in eigendom, beheer en onderhoud overgedragen aan de gemeente Midden-Delfland, nadat de openbare werken voor afgeronde gedeelten zijn gerealiseerd. Voor zover de openbare gronden nog niet zijn overgedragen aan de gemeente Midden-Delfland, behoort het beheer en onderhoud hiervan tot de taken van het bedrijvenschap. Zodra de uitgeefbare gronden volledig bouwrijp zijn opgeleverd en de openbare ruimte is overgedragen aan Midden-Delfland, is dit reden om de gemeenschappelijke regeling op te heffen. 3.3.4 Financieringsparagraaf Voor de financiering van investeringen door het bedrijvenschap en om tijdig te kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen, dient het bedrijvenschap te beschikken over voldoende geldmiddelen. Deze paragraaf richt zich op de treasuryfunctie; de wijze waarop het Bedrijvenschap omgaat met haar financiële geldstromen en vermogensposities. Het is hierbij van belang hoe het Bedrijvenschap omgaat met financiële risico's, de mate waarin over voldoende geldmiddelen kan worden beschikt om op korte termijn aan haar verplichtingen te kunnen voldoen (liquiditeit) en de manier waarop op lange termijn de financiering is geregeld. De liquiditeitpositie van het schap staat onder druk. In bestuurlijk overleg wordt hierover veelvuldig mondeling en schriftelijk gecommuniceerd. Met het gereedkomen van de grondexploitatieberekening 1 januari 2011 is een inschatting beschikbaar van de
toekomstige kasstromen. Hiermee kan de verwachte liquiditeitsbehoefte voor de looptijd van het project worden ingeschat. Het bedrijvenschap verstrekt geen leningen aan derden en zal geen overtollige middelen beleggen. De financieringsmutaties en treasurytransacties passen nadrukkelijk binnen de door het bestuur gestelde kaders en het risicomijdend karakter hieromtrent van het Bedrijvenschap en binnen geldende interne en externe wet- en regelgeving. Op basis van de voorliggende begroting en het financieringsvoorstel bepaalt de toezichthouder of ook voor 2012 ontheffing zal worden verleend voor overschrijding van de kasgeldlimiet. Tot en met het tweede kwartaal van 2011 is een ontheffing verleend van € 6,0 miljoen. Het ligt in de verwachting dat, wegens het nakomen van de afspraken richting de toezichthouder, ook de komende jaren ontheffing zal worden verkregen, aansluitend op de financieringsbehoefte. Het verloop van de cashflow en de cumulatieve boekwaarde gedurende de looptijd tot en met eind 2016, conform de geactualiseerde grondexploitatie van 1 januari 2011, is in onderstaande tabel weergegeven. Cash Flow
0 2Q 00O^ 40 000-
1 80.000E w 80.000100 000120 000
2011 01 -|an
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2016
01
oi jti
OHul
01 jul
01-jul
01 i i i l
31-dec
-IUI
Jaar
Voor het bedrijvenschap is het van belang dat de ontwikkeling van de werkzaamheden in de pas lopen met de in de grondexploitatieberekening opgenomen ramingen van kosten en opbrengsten en de daarbij behorende tijdsplanning. De activiteiten van het bedrijvenschap laten zich echter niet eenvoudig ramen. Het verschuiven van werkzaamheden rondom de kernprocessen investeringen, grondverwervingen en gronduitgiften in de tijd is derhalve inherent aan de aard van de activiteiten en hebben mogelijk gevolgen voor de financiering, het beslag op de financieringsmiddelen en dus ook de boekwaarden. 3.3.5 Paragraaf bedrijfsvoering De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering behandelt de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.
Het bedrijvenschap is georganiseerd als een projectorganisatie. Op bestuurlijk niveau heeft het Algemeen Bestuur alle bevoegdheid die niet in of ingevolge de regeling aan het Dagelijks Bestuur of de voorzitter is opgedragen (artikel 7). Voor het Dagelijks Bestuur zijn diverse taken opgedragen zoals beschreven in artikel 14 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling. De dagelijkse leiding van het bedrijvenschap berust bij de directeur, ondersteund door het Managementteam. De afspraken over inzet van medewerkers uit de deelnemende gemeenten zijn vastgelegd in met de gemeenten afgesloten detacheringovereenkomsten. Behalve de kernbezetting zijn in de grondexploitatie ook de externe functies opgenomen ter ondersteuning van het Managementteam. Onder de post plankosten worden deze kosten geraamd. In de (wettelijk verplichte) controleverordening zijn regels opgenomen inzake de uitvoering van de controle op het gebied van getrouwheid en rechtmatigheid van de administratie en de jaarrekening door een registeraccountant. Conform de financiële verordening 2004 en gemaakte afspraken in de Gemeenschappelijke Regeling en het Uitvoeringsconvenant vinden gedurende de looptijd van het project geen tussentijdse onttrekkingen van positieve resultaten plaats. Eveneens wordt van de deelnemende gemeenten geen bijdrage gevraagd bij een te verwachte negatief saldo gedurende de looptijd van het project. Verrekening van het resultaat vindt derhalve plaats bij afronding van het project. 3.3.6 Paragaaf verbonden partijen Het bedrijvenschap is een samenwerkingsverband in de vorm van een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Den Haag, Delft en Midden-Delfland. De deelnemende gemeenten participeren risicodragend. Het bedrijvenschap heeft geen bestuurlijke relaties gecombineerd met financiële belangen in andere partijen. Er is derhalve geen sprake van verbonden partijen. 3.3.7 Paragaaf grondbeleid Het Samenwerkingsconvenant Schipluiden-Delft-Den Haag (17 april 2001) is de basis geweest voor de verdere planontwikkeling. In 2002 is de structuurschets HarnaschPolder e.o. herzien. De relaties tussen het bedrijventerrein en de omliggende deelgebieden (AWZI, woningbouwlocaties Delft en Midden-Delfland) en de toekomstige infrastructuur worden in de structuurschets beschreven. Het bedrijvenschap voert een actief grondbeleid. Hieronder volgt een weergave van de door het bedrijvenschap opgestelde kaders ter uitvoering van het grondbeleid. Het beleid heeft tot doel het realiseren van de ruimtelijke plannen van het bedrijventerrein. Deze is erop gericht om alle werkzaamheden uit te voeren die tot het traditionele grondproductieproces behoren, bestaande uit de voorbereiding, de (coördinatie van de) uitvoering en de afronding (c.q. overdracht).
Aan het produceren en afzetten van bouwrijpe grond zijn aanzienlijke financiële en beleidsmatige risico's verbonden. De risico's voor de grondexploitatie zijn voor rekening van het bedrijvenschap en worden afgedekt door de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling. Om deze risico's te actualiseren en beheersbaar te houden, wordt jaarlijks de grondexploitatieberekening geactualiseerd. Door markttechnische en ruimtelijke oorzaken kan vertraging optreden in de uitvoering van projecten en kan ook de hoogte van het (verwachte) planresultaat wijzigen. Het verwachte resultaat op de grondexploitatie verandert in de tijd. Gezien de relevantie voor het bedrijvenschap wordt in deze paragraaf uitvoerig stilgestaan bij de volgende onderwerpen. Bestemmingsplannen Binnen het bedrijventerrein HarnaschPolder worden drie deelgebieden onderscheiden: Vrij-Harnasch, Hoog-Harnasch en Woud-Harnasch. Als basis voor deze deelgebieden liggen vier vastgestelde, globale bestemmingsplannen: HarnaschPolderNoord, HarnaschPolder-Midden, HarnaschPolder Weteringzone en Look-West. • Het globale bestemmingsplan HarnaschPolder-Noord kent een uitwerkingsverplichting voor het deelgebied Vrij-Harnasch. Hiervan is het uitwerkingsplan Vrij-Harnasch fase 1 vastgesteld. Het uitwerkingsplan VrijHarnasch fase 2 is in 2009 in werking getreden, maar is nog niet onherroepelijk als gevolg van de ingediende beroepen bij de Raad van State. •
Het globale bestemmingsplan HarnaschPolder-Midden kent geen verplichting maar een mogelijkheid tot uitwerking voor het deelgebied Hoog-Harnasch.
•
De globale bestemmingsplannen HarnaschPolder Weteringzone en Look-West kennen beiden een uitwerkingsverplichting voor het deelgebied Woud-Harnasch. Het uitwerkingsplan Look-West is onherroepelijk geworden, het uitwerkingsplan Weteringzone is door de Raad van State eind 2010 vernietigd als gevolg van de ingestelde beroepen door TenneT TSO en de minister van EZ in relatie tot het Rijksinpassingsplan voor de Randstad 380 kV verbinding. Eind 2010 heeft de Raad van State uitgesproken dat het Rijksinpassingsplan Randstad 380 kV verbinding weliswaar voor een deel is vernietigd, maar van rechtswege instand is gehouden en onherroepelijk is. TenneT TSO en de minister van EZ hebben een jaar de tijd gekregen om het Rijksinpassingsplan geheel op orde te brengen. Het bedrijvenschap zal een nieuw uitwerkingsplan voor de Weteringzone moeten opstellen. Dus consequenties van deze uitspraak worden niet meegenomen in de herziening van de grondexploitatie per maart 2011, maar in een geplande tweede herziening medio 2011.
Beeldkwaliteitplan In 2005 is een beeldkwaliteitplan door de gemeenteraad van Midden-Delfland vastgesteld. Het beeldkwaliteitplan wordt als toetsingskader gebruikt door de Welstandscommissie bij de beoordeling van bouwplannen en inrichtingsplannen (uitgeefbaar terrein en openbaar terrein). Het beeldkwaliteitplan is integraal opgenomen in de welstandsnota van de grondgebiedgemeente Midden-Delfland. In dit kader is ook een Handboek Buitenruimte samengesteld, waarin de uitgangspunten voor de inrichting
van de openbare ruimte worden vastgelegd. In 2008 is het Handboek Buitenruimte geactualiseerd. In december 2010 is het geactualiseerde Beelkwaliteitsplan 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Onteigeningsplan Het instrument van onteigening is onontbeerlijk in geval geen minnelijke overeenstemming met grondeigenaren kan worden bereikt over de aankoop. Indien noodzakelijk zullen voor (delen van) het bedrijventerrein onteigeningsplannen worden opgesteld. Het Bedrijvenschap voert zelf geen onteigeningsprocedures (het Ministerie van BZK (voorheen VROM) voert deze procedures). In 2011 is een eerste onteigeningsprocedure opgestart. Verkoopvoorwaarden en uitgifteplan Sinds 2009 geeft het bedrijvenschap naast bedrijvenkavels ook woon-werkkavels uit. Voor zowel de bedrijvenkavels als de woon-werkkavels wordt gewerkt met algemene verkoopvoorwaarden en standaard koopovereenkomsten die door het Dagelijks Bestuur zijn vastgesteld. Het prijsbeleid van 2011 voor zowel bedrijvenkavels als woonwerkkavels is opgenomen in de grondprijzenbrief 2011. Deze grondprijzenbrief is op 1 februari 2011 door het Dagelijks Bestuur vastgesteld en is gebruikt bij het opstellen van de grondexploitatie 2011. Grondexploitatieberekening Met de grondexploitatieberekening en de daarbij behorende planning wordt inzicht gegeven in de meerjarige ontwikkeling van het resultaat op de bouwgrondexploitatie en is als zodanig het belangrijkste inhoudelijke beheers- c.q. sturingsinstrument van het bedrijvenschap. Gelet op de financiële risico's en de lange doorlooptijd vindt een jaarlijkse herziening van de grondexploitatieberekening en planning plaats. In de jaarlijkse herziening worden de gerealiseerde kosten en opbrengsten meegenomen, de verwachte kosten en opbrengsten geraamd, rekening houdend met de invloed van rente- en prijswijzigingen. De looptijd van de exploitatie is vorig jaar met driejaar bijgesteld van eind 2013 naar eind 2016. Resultaatverdeling Over de verdeling van het nadelig saldo zijn met de deelnemende partijen afspraken gemaakt in de Gemeenschappelijke Regeling. Bij een nadelig resultaat tot € 5.445.362 (prijspeil 1-1-2003), wordt dit resultaat voor gelijke delen ten laste van de deelnemende gemeenten gebracht. Indien het nadelig saldo hoger is dan dit bedrag, wordt het meerdere ten laste gebracht van de gemeenten Den Haag en Delft in de verhouding 65/35. Het bestuur heeft aan het Managementteam de taakstellende opdracht gegeven om, rekeninghoudende met planschadekosten, het verlies te beperken tot maximaal € 4,6 miljoen (prijspeil 1-1-2003). Voorzieningen voor plantekorten Tot en met 2010 is een bedrag gedoteerd aan de verliesvoorziening van € 8,6 miljoen. De voorziening is dan op gelijke hoogte met het verwachte negatieve resultaat volgens de geactualiseerde grondexploitatieberekening 1/1/2011. Het blijft de doelstelling om dit negatieve saldo de komende jaren terug te brengen tot een minder negatief resultaat.
10
Risico's bij uitvoering grondbeleid Bij de herziening van de grondexploitatie wordt een risico-analyse samengesteld. In deze risico-analyse wordt inzichtelijk gemaakt welke kansen en bedreigingen zich kunnen voordoen en wat daarvan de financiële consequenties (kunnen) zijn. Het Bedrijvenschap onderkent de volgende belangrijkste risico's: Door markttechnische en ruimtelijke oorzaken kan vertraging optreden in de uitvoering van projecten en kan ook de hoogte van het (verwachte) planresultaat wijzigen. Het verwachte resultaat op de grondexploitatie verandert in de tijd. In verband met het negatieve resultaat van de grondexploitatie is binnen de post planrisico op de balans van de jaarrekening een financiële voorziening getroffen. Indien aan het einde van het project een tekort bestaat, zullen de deelnemende gemeenten dit tekort dekken. •
De geactualiseerde uitgifteplanning is conservatief opgesteld. Dit neemt niet weg dat er omstandigheden kunnen optreden die de nu verwachte fasering verder onder druk zetten.
•
Op een aantal beeldbepalende en hoogwaardige kavels in HarnaschPolder is een fsi van groter dan 1 voorzien. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat het moeilijk is om dit (stedenbouwkundig) beeld te realiseren omdat er nagenoeg geen vraag naar is vanuit de markt. Dit kan er toe leiden dat, aangezien het nagestreefde fsi niet gehaald wordt, ook de daaraan gekoppelde beoogde grondprijs niet gerealiseerd gaat worden. Een tweetal projectontwikkelaars heeft een claim op het realiseren van een aantal woningen in het gebied. Daarnaast is er een projectontwikkelaar met een claim op een bepaald aantal hectares hoogwaardige kavels. Met alle drie partijen zijn in 2010 verdere gesprekken gevoerd, maar moeten nog definitieve afspraken worden gemaakt. Het tempo waarin dit gerealiseerd kan worden is mede van invloed op het uitgiftetempo van deze kavels.
.
De minister van Economische Zaken heeft voor het tracé van de Randstad 380 kV verbinding de voorkeur gegeven aan een ligging pal naast de rijksweg A4, maar dan niet aan de westelijke zijde van de A4, maar de oostelijke zijde. Voor het deelgebied Woud-Harnasch betekent dit dat de 380 kV-verbinding wordt gesitueerd over uit te geven kavels en dat masten in de openbare ruimte geplaatst moeten worden. De minister heeft hiertoe eind 2008 een voorbereidingsbesluit genomen en begin 2009 is het ontwerp rijksinpassingsplan in concept opgesteld. De onderhandelingen met TenneT TSO met betrekking tot de ruimtelijke uitgangspunten van de Randstad 380 kV-verbinding zijn op dit moment nog steeds gaande, daarna wordt de schadeloosstelling (in onderhandeling) bepaald. Een en ander heeft tot gevolg dat het bedrijvenschap voorlopig geen activiteiten kan verrichten op en met het desbetreffende deelplan. Uit oogpunt van de juridisch-planologische procedures is het niet de verwachting dat de uitgifte van grond voor 1 januari 2014 zal plaatsvinden. Als gevolg van de vernietiging van het gehele uitwerkingsplan Weteringzone kunnen
ll
geen gronden meer worden uitgegeven in 2011. Ook de titel om te kunnen onteigenen is niet meer aanwezig. .
Direct ten oosten van de Harnaskade zijn overblijfselen van een Romeinse en middeleeuwse nederzetting aangetroffen. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en historische informatie is een areaal van 15.800 m2 geselecteerd, dat door middel van een archeologische opgraving onderzocht dient te worden. Naast genoemde rapportagewerkzaamheden, dient in WoudHarnasch nog een proefsleuvenonderzoek te worden uitgevoerd. Momenteel is het, mede als gevolg van bij archeologie gepaard gaande onzekerheid, moeilijk aan te geven of er naar aanleiding van dit proefsleuvenonderzoek nog opgravingen uitgevoerd dienen te worden en wat de kosten hiervan zullen zijn. Het risico van zelfrealisatie kan niet worden uitgesloten. Op het moment dat dit zich voordoet, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de grondexploitatie. Het risico en mogelijke effecten hiervan op de grondexploitatie laten zich moeilijk kwantificeren.
Voor een overzicht van de risico's en de zo mogelijke kwantificering ervan wordt verwezen naar paragraaf 4.3. 3.5 Financieel Toezicht De provincie Zuid-Holland is als toezichthouder belast met het houden van toezicht op het bedrijvenschap. Het toezicht vindt grondslag in wet- en regelgeving, waaronder de Gemeentewet, de Wet dualisering gemeentebestuur en het BBV. Het object van toezicht is een reëel sluitende begroting en meerjarenraming en de jaarrekening. De toezichthouder vormt op grond van beoordelingselementen een oordeel, waarop zij vervolgens passend toezichtregime bepaalt. Zolang de begrotingspositie naar mening van de toezichthouder materieel in evenwicht is, de jaarrekening sluitend is en tevens wordt voldaan aan de wettelijke termijnen voor inzending van begroting en jaarrekening, is het toezicht terughoudend. Het bedrijvenschap valt onder terughoudend toezicht en verwacht ook in 2012 onder dit terughoudend toezicht te vallen. 3.6 Rechtmatigheid Het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (hierna: BAPG) schrijft voor dat de accountant bij de controle van de jaarrekening van het bedrijvenschap moet vaststellen dat de baten, lasten en balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De baten, lasten en balansmutaties in 2012 dienen derhalve plaats te vinden binnen de kaders van de geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1 januari 2011.
12
De baten, lasten en balansmutaties in 2011 dienen te voldoen aan de jaarschijf 2011 van de geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1 januari 2011. De primaire begroting 2011 (is opgesteld aan de hand van de grondexploitatieberekening per 1 januari 2010) wordt derhalve geactualiseerd aan de hand van de grondexploitatieberekening per 1 januari 2011. Dit resulteert in de gewijzigde begroting 2011 welke apart besluitvorming behoeft. Aangezien rechtmatigheid volledig is geïntegreerd in de interne controle bij het bedrijvenschap, wordt ook voor de komende jaren een goedkeurend oordeel ten aanzien van rechtmatigheid verwacht. De grondexploitatieberekening is in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 30 maart 2011 en in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 9 mei 2011 vastgesteld.
13
4. Financiële begroting 2012 4.1 Inleiding Zoals uiteengezet in paragraaf 3.1 dient het BBV als uitgangspunt bij het opstellen van deze begroting. Artikel 3 van het BBV schrijft voor dat de begroting een zodanig inzicht dient te geven dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten. De financiële begroting (artikel 7 BBV) bestaat uit het overzicht van baten en lasten en de toelichting (4.2) en de uiteenzetting van de financiële positie en toelichting (4.3). 4.2 Overzicht van baten en lasten en de toelichting De begroting 2012 bestaat uit de jaarschijf 2012 van de laatst geactualiseerde grondexploitatieberekening en bevat voor zowel lasten als baten ramingen. Naarmate de tijd voortschrijdt, worden geschatte lasten en baten vervangen door een boekwaarde (gerealiseerde kosten en opbrengsten).
Omschrijving
Begroting 2012
Begroting 2011 (geactualiseerd)
Begroting 2011
3.648 124
2.090
1.259
103
-
-
-
1.410 2.656 1.050
3.164 1.976 1.588
1.155 2.696
1.148 2.843
1.100 1.555 3.240
-
-
-
12.738
12.911
8.963
Opbrengst gronduitgiften
46.652
Bijdragen subsidie Overige bijdragen Vrijval van de voorziening
144
13.898 1.690
48.610 184
13
Kosten Verwervingen Tijdelijk beheer Sloop en sanering Bouwrijpmaken Woonrijpmaken Plankosten Overig Financiering Dotatie aan de voorziening Totaal kostprijs bouwgrond
197 1.612
Opbrengsten
Mutatie Onderhanden Werk Totaal opbrengst bouwgrond
818
910
-
-
-
34.07112.738
3.49512.911
40.7418.963
Bedragen x €1000,-
Van de genoemde posten is een gedetailleerde specificatie beschikbaar. In de kolom 'begroting 2011' is opgenomen de primaire begroting 2011, gebaseerd op de vastgestelde grondexploitatieberekening 1 januari 2010 door het Algemeen Bestuur.
14
De kolommen 'begroting 2011 (geactualiseerd)' en 'begroting 2012" zijn gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1 januari 2011. De volgende toelichting kan ten aanzien van de lasten en de baten worden gegeven. Lasten Verwerving In 2012 staan drie resterende verwervingen gepland. Een verwerving zal volgen uit een onteigeningsprocedure en de andere twee verwervingen zijn reguliere grondverwervingen. Tijdelijk beheer De post tijdelijk beheer bestaat uit het saldo lasten en baten (per saldo lasten) als gevolg van tijdelijk beheer Voorbelasting, bouwrijp maken en woonrijp maken De geplande werkzaamheden voor 2012 zijn relatief beperkt en betreffen onder meer het woonrijp maken van VH1-C en delen van Hoog-Harnasch en Woud-Harnasch. Het laatste is afhankelijk gesteld van de uitgifte van gronden. Ook wordt rekening gehouden met civiele werkzaamheden in Vrij-Harnasch tweede fase. Plankosten Hieronder worden verantwoord de (gedetacheerde) apparaatlasten en de algemene kosten van voorbereiding, toezicht en uitvoering. De lasten bestaan voornamelijk uit gedetacheerde medewerkers vanuit de deelnemende gemeenten, waarvoor detacheringsovereenkomsten zijn gesloten. De overige plankosten bestaan uit begeleiding door het ingenieursbureau en uit overige externe plankosten. Specifiek voor deze kosten is een plankostenbegroting opgesteld tot einde looptijd. Ook kosten voor parkmanagement, en algemene kosten, zoals kosten huisvesting, ondersteuning en PR en communicatie worden onder de plankosten geraamd. Overige kosten Hieronder worden kosten verantwoord welke niet onder andere noemers kunnen worden gerangschikt. Het betreft een dotatie aan het Fonds bovenwijks, waaronder het Groenfonds, kosten voor archeologische onderzoeken en een post voor onvoorzien. Financieringslasten Onder deze post worden de rentelasten voor het in 2012 geraamd voor de financiering van het onderhanden werk. Opbrengsten Opbrengst gronduitgiften In 2012 worden inkomsten geraamd uit hoofde van gronduitgiftes voor een bedrag van ruim €46 miljoen. Deze raming bestaat voor het overgrote deel (€25 miljoen) uit
15
geplande uitgiften die eerder in 2010 waren geraamd. Dit betreft voornamelijk de gemeentelijk bouwclaimkavels die aan de markt worden aangeboden. Daarnaast is een aantal uitgiften die voor 2011 voorzien waren uitgefaseerd naar 2012. Dit betreft voornamelijk kavels in Woud-Harnasch fase 1. Daarnaast worden de woon- en woonwerkkavels aan de markt aangeboden. Voor 2012 staat uitgifte gepland van deze woonwerkkavels in Vrij-Harnasch en van enkele woonkavels in Woud-Harnasch. Bijdragen subsidie De geraamde bijdragen bestaan voornamelijk uit de door de provincie verstrekte subsidie "Ontwikkelingsfonds Bedrijventerreinen" (OFB) Overige bijdragen De overige bijdragen betreffen bijdragen als gevolg van (convenant)afspraken. Onderhanden werk De mutatie Onderhanden werk betreft een sluitpost in de programmarekening. Zolang het bedrijvenschap grond ontwikkelt worden alle opbrengsten en kosten geactiveerd als Onderhanden werk. 4.3. Financiële positie en de toelichting Bij de herziening van de grondexploitatieberekening is met een gevoeligheidsanalyse nagegaan in hoeverre te beïnvloeden kosten- en opbrengstenposten kansen bieden tot optimalisatie dan wel bedreigingen in zich hebben tot verslechtering van het saldo. Onderstaande tabel is een samenvatting van de risico's zoals deze voor de grondexploitatieberekening 1/1/2011 is opgesteld. Op basis van een inschatting van de toekomstige ontwikkelingen is vervolgens de kans ingeschat dat dit dan ook werkelijk voorkomt. Aangenomen is de kans hoog, gemiddeld en laag (resp. 75%, 50% en 25%). Dit leidt tot een gewogen bandbreedte. De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat de benoemde gevoeligheid na weging een bandbreedte ten opzichte van het saldo contant per 1 januari 2011 fluctueert. Zelfrealisatie heeft in de meeste gevallen een nadelig gevolg voor de Grondexploitatie en wordt dan ook als risico beschouwd.
16
*
GREX
C1.000,-
Omschrijving
bandbreedte
2011
Effect op NCW 1-1-2011
Gewogen
Kans
Bandbreedte onder
boven
-5%
5%
neg
pos
neg
pos
25%
50%
pos
neg
Kosten - bandbreedte verwervingskosten - onteigeningskosten - zelfrealisaties - civieltechnische kostenraming
865-
865
216-
433
1.565-
25%
391-
-
750-
75%
563-
-
-5%
5%
1.250-
1.250
25%
75%
313-
938
-3%
3%
3.673-
3.673
25%
25%
918-
918
Opbrengsten - uitgifte bedrijfskavels grondprijsbandbreedte
-10%
- uitgifte hoogwaardig f s l > l - kavels woningen
930-
25%
233-
300-
25%
75-
50%
1.000-
:
Fasering - vertraging in uitgifteplanning (1 jaar)
2.000-
Indexen - kosten 2011 en verder ( 2 % -/+ - opbrengsten 2011 en verder
1%)
(2% -/+
1%)
{Totaal effect NCW resultaat Totaal effect t.o.v. NCW resultaat 1-1-2010
3%
1%
1.200-
1.200
25%
50%
300-
600
1%
3%
3.500-
3.600
50%
50%
1.750-
1.800
16.033-
10.588
36%
44%
5.758-
4.688
8.614-
8.614-
14.372-
3.926-
1
8.61424.647-
8.6141.973
Uit de laatste regel van bovenstaand schema kan worden afgelezen dat de risico/gevoeligheidsbandbreedte loopt tussen € 3,9 miljoen negatief en € 14,3 miljoen negatief.
17
5. Vaststelling begroting door Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap HarnaschPolder besluit •
de ontwerpbegroting 2012 met daarin opgenomen de meerjarenraming voor de periode 2013 tot en met 2016 vast te stellen.
•
de ontwerpbegroting 2012, onder voorbehoud van uitgebrachte zienswijzen van de raden van de deelnemende gemeenten uiterlijk 1 juli 2011 in te dienen bij de toezichthouder.
Namens het bestuur, de secretaris, 9 mei 2011 Ir. A. Vitner
de voorzitter, 9 mei 2011 H.P.M. Kool
18
Bijlage 1 Meerjarenraming 2013 tot en met 2016 In onderstaande tabel is opgenomen de fasering van de kosten en opbrengsten van het plan voor de verdere looptijd. Op dit moment wordt, al dan niet in schapsverband, een einddatum gepland van 2016.
Omschrijving
Kosten Verwervingen
Prognose
Prognose
Prognose
Prognose
2013
2014
2015
2016
13.202 126
129
131
-
-
-
Bouwrijpmaken
7.885
4.537
719
-
Woonrijpmaken
401
36
127
3.262
Plankosten
795
605
446
284
Tijdelijk beheer Sloop en sanering
Overig
1.161
1.168
1.175
Financiering
2.312
1.921
872
-
245
-
-
-
-
25.883
8.395
3.471
3.791
21.746
31.359
33.788
-
Bijdragen subsidie
288
216
-
-
Overige bijdragen
607
-
-
-
Dotatie aan de voorziening Totaal kostprijs bouwgrond Opbrengsten Opbrengst gronduitgiften
Vrijval van de voorziening Mutatie Onderhanden Werk Totaal opbrengst bouwgrond
-
-
-
-
3.243
23.179-
30.317-
3.791
25.883
8.395
3.471
3.791
Bedragen x € 1 0 0 0 , -
19
Bijlage 2 Plankaart
20
BEDRIJVENSCHAP HARNASCHPOLDER Begrotingswijziging 2011
Versie ten behoeve van vaststelling in Algemeen Bestuur d.d. 9 mei 2011
Begrotingswijzing 2011 - Overzicht van baten en lasten 2011 Onderstaand is de gewijzigde begroting 2011 opgenomen, gebaseerd op de in de bestuursvergadering van 31 maart 2011 (Dagelijks Bestuur) en de bestuursvergadering van 9 mei 2011 vastgestelde grondexploitatieberekening per 1/1/2011. De gewijzigde begroting 2011 bestaat uit de jaarschijf 2011 van deze laatst geactualiseerde grondexploitatieberekening. De baten, lasten en balansmutaties in 2011 dienen derhalve plaats te vinden binnen deze kaders en de hieronder opgenomen begroting van baten en lasten.
Omschrijving
. Begroting 2011
.Begroting 2011
(geactualiseerd) Kosten Verwervingen Tijdelijk beheer
2.090 103
1.259
3.164 1.976 1.588 1.148 2.843
197 1.612 1.100 1.555 3.240
12.911
8.963
13.898 1.690 818
48.610 184 910
3.49512.911
40.7418.963
Sloop en sanering Bouwrijpmaken Woonrijpmaken Plankosten Overig Financiering Dotatie aan de voorziening Totaal kostprijs bouwgrond Opbrengsten Opbrengst gronduitgiften Bijdragen subsidie Overige bijdragen Vrijval van de voorziening Mutatie Onderhanden Werk Totaal opbrengst bouwgrond Bedragen x €1000,-
De kolom 'begroting 2011' is gebaseerd op de vastgestelde begroting 2011 die aansluit op de grondexploitatieberekening per 1 januari 2010. De kolom 'begroting 2011 (geactualiseerd)' is gebaseerd op de grondexploitatieberekening per 1 januari 2011.
HARNASCH POLDER Notitie aan Algemeen Bestuur bedrijvenschap HarnaschPolder van Dagelijks Bestuur bedrijvenschap HarnaschPolder Datum AB: Onderwerp: Besluitnummer:
9 mei 2011 Begrotingswijziging 2011
1. Besluit Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap HarnaschPolder besluit: •
kennis te nemen van de nadere toelichting op de begrotingswijziging 2011;
•
de begrotingswijziging 2011, onder voorbehoud van zienswijzen van de raden van de deelnemende gemeenten, vast te stellen;
•
de begrotingswijziging 2011, onder voorbehoud van zienswijzen van de raden van de deelnemende gemeenten, uiterlijk 1 juli 2011 in te dienen bij de toezichthouder.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur gehouden op 9 mei 2011 de secretaris
de voorzitter
Ir. A. Vitner
H.P.M. Kool [i]
HARNASCH POLDER 2. Doelstelling Vaststellen van de begrotingswijziging 2011 door het Algemeen Bestuur en toezenden aan de toezichthouder. 3. Samenvatting Het Algemeen Bestuur heeft op 31 maart 2010 de begroting 2011 vastgesteld. De begroting 2011 is gebaseerd op de in de bestuursvergadering van 4 februari 2011 (Dagelijks Bestuur) en 18 februari 2010 (Algemeen Bestuur) vastgestelde grondexploitatieberekening 1/1/2010. De begrotingswijziging 2011 is een technische correctie op de vastgestelde begroting 2011. Met de laatste actualisatie van de grondexploitatieberekening 1/1/2011 wijzigen de geraamde baten en lasten in de jaarschijf 2011. De geactualiseerde baten en lasten 2011 gelden na volledige goedkeuring van de begroting als nieuw begrotingskader voor 2011. Hieronder wordt een nadere verklaring gegeven op de gewijzigde ramingen. Toelichting wijziging ramingen lasten Verwervingen Op basis van de grondexploitatieberekening 1/1/2010 was de verwerving van een woning gefaseerd in het jaar 2010. Gelet op de economische ontwikkeling, de wens van het Algemeen bestuur om niet direct noodzakelijke kosten te vertragen, die niet direct leiden tot verbetering van de uitgifte en het feit dat dit perceel onteigend kan worden als gevolg van de bestemming verkeer, heeft het schap geen prioriteit aan verwerving gegeven. De verwerving staat nu gefaseerd in 2011. Daarnaast is de nieuwe verwervingsraming aangepast. Het is wenselijk dat relevante verwervingen sneller kunnen plaatsvinden en er sneller bepaalde bouwrijpe kavels uitgegeven kunnen worden die bij het bedrijvenschap in eigendom zijn en rentelasten veroorzaken. Voorbelasten, bouwrijp maken en woonrijp maken Het verschil in de civieltechnische kostenposten is volledig te verklaren door faseringswijzigingen. Zo wordt er bijvoorbeeld eerder aangevangen met de voorbelasting van enkele direct uitgeefbare kavels in Vrij-Harnasch. De eerdere uitvoer is wenselijk doordat de percelen met grond worden voorbelast in plaats van met zand. Dit betekent een langere zettingstijd, het naar voren halen van investeringen, maar levert op termijn een kostenbesparing op. De naar voren gehaalde investeringen betreffen ongeveer €1,0 miljoen. Wat betreft het bouwrijp maken zou in 2010 Hoog-Harnasch en Woud Harnasch fase 1 en 2 afgerond moeten zijn. Dit is vertraagd en deze kosten zijn nu in 2011 voorzien. Dit is ook zichtbaar in een forse onderschrijding van de civiele kosten 2010 ten opzichte van de geraamde lasten voor 2010. In totaal betreft dit €2,0 miljoen. Plankosten De plankosten nemen toe. Dit komt voornamelijk door noodzakelijke, niet vermijdbare activiteiten. Te noemen is benodigde inzet ten aanzien van het bestemmingsplan Harnaschpolder-Noord dat opnieuw moet vastgesteld, de impactvolle dossiers 380kv en Sionsdreef en de intensivering van de communicatiewerkzaamheden. Deze communicatiewerkzaamheden zijn gericht op marketing rondom de al beschikbare uitgeefbare kavels en de afstemming met belanghebbenden leidend tot draagvlak voor planuitwerking. Overige kosten De overige kosten zijn anders gefaseerd ten opzichte van de grondexploitatieberekening [2]
HARNASCH POLDER 1/1/2010. Het belangrijkste onderdeel hiervan is de geraamde kosten voor de dotatie aan het Fonds bovenwijks. Deze dotatie is gekoppeld aan de uitgifte van kavels (zie onderdeel opbrengst gronduitgifte) Financieringskosten Ten opzichte van de primaire begroting nemen de investeringen toe en nemen de opbrengsten af. Desondanks nemen de financieringslasten af doordat een omvangrijk bedrag aan in 2010 afgesloten leningen tegen gunstige rentepercentages is geherfinancierd. Dit heeft een voordelig effect op de rentekosten in de grondexploitatieberekening en komt onder andere tot uitdrukking in de jaarschijf 2011. Toelichting wilziginq ramingen baten Opbrengst gronduitgiften De naar beneden bijstelling van de geraamde baten wordt als volgt verklaard: • Woud-Harnasch fase 1 was volledig in 2011 gefaseerd en is nu uitgefaseerd en wordt veroorzaakt door de inpassing van het Rijksinpassingsplan voor de 380kV hoogspanningsverbinding en het feit dat de Rijksoverheid tot op heden nog geen realistische randvoorwaarden voor de ontwikkelingsmogelijkheden heeft overlegd. • Geplande uitgifte van Hoog-Harnasch C - l aan de gemeente Den Haag in 2011 is nu geraamd in 2013. Het feit dat afname door Den Haag niet heeft plaatsgevonden, ondanks de reserveringsovereenkomst die overeengekomen was, is gelegen in de economische ontwikkeling en de gevolgen hiervan voor projecten zoals de herstructurering van de Binckhorst. • Geplande uitgifte van Hoog-Harnasch G is nu geraamd in 2012. • Uitfasering van de woningen aan de Harnaskade. • Uitfasering van de woon-/werkwoningen Vrij-Harnasch. • Een in 2011 geplande uitgifte is in 2010 gerealiseerd. • De geplande uitgifte van VH1-B5 is nu geraamd in 2012. Overige opbrengsten Een subsidie voor de aanleg van een hoogwaardig openbaar vervoersverbinding (HOV) is toegekend aan het bedrijvenschap en toegevoegd aan de raming van de baten. Mutatie Onderhanden Werk Dit is een saldopost van geraamde lasten en baten en impliceert €3,5 miljoen hoger geraamde opbrengsten dan geraamde investeringen in 2011. De begrotingswijziging 2011 dient voorafgaand aan vaststelling door het Algemeen Bestuur door de raden van deelnemende gemeenten te worden vastgesteld. Aangezien de gemeenteraden geen inzage krijgen in de geactualiseerde grondexploitatieberekening, wordt ten geleide bij de begrotingswijziging 2011 in de begrotingswijziging 2011 beknopt nader toelichting gegeven over de gewijzigde ramingen voor lasten en baten tussen de jaarschijven 2011 uit de begroting 2011 (gebaseerd op de grondexploitatieberekening 1/1/2010) en de begrotingswijziging 2011 (gebaseerd op de grondexploitatieberekening 1/1/2011). De zienswijzen van de afzonderlijke raden van de deelnemende gemeenten zullen worden toegevoegd. 4. Relatie tot de grondexploitatie De begrotingswijziging is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1 januari 2011, welke in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 31 maart 2011 en Algemeen Bestuur van 9 mei 2011 zijn vastgesteld. [3]
HARNASCH POLDER 5. Relatie tot eerder genomen besluiten
6. Implicaties voor deelnemende gemeenten
7. Bijlagen, tekeningen of kavelaanduiding •
begrotingswijziging 2011
[4]