B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007
Onderwerp
Ondertekening convenant “Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning (vroegsignalering en zorgcoördinatie) Zuid Holland Noord 2007-2010”
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie OWZ
1. Het convenant “Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning, vroegsignalering en zorgcoördinatie”, dat als doel heeft de samenwerking tussen provincie, gemeenten en instellingen op dit gebied te waarborgen, v ast te stellen. 2. Kennis te nemen van het voornemen van de burgemeester mevr. G. M. van den Berg, wethouder Onderwijs, Welzijn en Zorg te machtigen de Gemeente Leiden in rechte te vertegenwoordigen bij het ondertekenen van het convenant “Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg, gezinsondersteuning, vroegsignalering en zorgcoördinatie Zuid Holland Noord 2007- 2010”. Samenvatting Gemeenten krijgen een grotere rol binnen het preventieve jeugdbeleid, dat moet voorkomen dat kinderen en gezinnen in problemen raken. Hiertoe hebben gemeenten 5 taken die zijn uitgewerkt in de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning. Het gaat dan om informatie en advies, toeleiding naar het lokale hulpaanbod, vroegsignalering, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg. De provincies zijn verantwoordelijk voor de Bureaus Jeugdzorg en de geïndiceerde jeugdhulpverlening. Goede afstemming en samenwerking tussen gemeenten, provincie en uitvoerende (vaak regionale) instellingen, waarbij het belang van het kind centraal staat, is hierbij onontbeerlijk. De gemeenten in Zuid Holland Noord (Holland Rijnland en Rijnstreek) ontwikkelen samen met de provincie en de betrokken instellingen een verdere invulling en uitwerking van deze samenwerking. Als eerste stap wordt in maart 2007 een convenant ondertekend door alle betrokken partijen (gemeenten, provincie en instellingen).
CONVENANT KETENAANPAK JEUGDBELEID, JEUGDZORG EN GEZINSONDERSTEUNING (VROEGSIGNALERING EN ZORGCOORDINATIE) ZUID-HOLLAND NOORD 2007-2010 Ter inleiding: achtergrond en doel van het convenant: Achtergrond van dit convenant is Thema 1 (opvoedingsondersteuning en gezinsondersteuning) van het convenant Aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg tussen de Provincie Zuid-Holland en de gemeenten. De gemeenten Alphen a/d Rijn, Katwijk en Leiden hebben in samenwerking met regionale zorginstellingen in het afgelopen jaar gewerkt aan een concretisering van dit thema. Doel van het convenant is: 1. Op de kortst mogelijke termijn na signalering van problemen in de opgroei- en opvoedsituatie te komen tot een interdisciplinaire, samenhangende hulp aan kinderen en gezinnen. 2. Een eenduidige gezamenlijke sluitende aanpak van vroegsignalering en zorgcoördinatie door de provincie, gemeenten en zorginstellingen in Zuid-Holland Noord. 3. Samenwerking in de zorg rond een gezin te bewerkstelligen, waarbij de (lokale) overheid de ketenregie voert over het proces. Dit vertaalt zich in de volgende actiepunten: 1. Gezamenlijk ontwikkelen van een Centraal Meld- en Registratiepunt voor vroegsignalering en het volgen van de zorg rond gezinnen. 2. Ontwikkelen en ondersteunen van pilots voor de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin in ZuidHolland Noord. 3. Het coördineren van zorg rond gezinnen met problematiek op verschillende levensterreinen. 4. De inrichting van een samenhangende zorgstructuur waarin alle functies van melding, signalering en interventie geregeld zijn en waarin zowel preventieve als curatieve zorg wordt verleend. Deze doelen worden gerealiseerd via een sluitende aanpak in de jeugdketen, die start bij het ‘in kaart brengen’ via de signalering van problemen tot daadwerkelijke hulp op maat. De provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door mevrouw L. Huizer, gedeputeerde voor Samenleving en Middelen, daartoe gemachtigd door de Commisssaris van de koningin op ……, ter uitvoering van het besluit van de Gedeputeerde Staten van … 2007; en de gemeenten Alkemade, Alphen aan den Rijn, Hillegom, Jacobswoude, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude, daartoe gemachtigd door de burgemeester van de desbetreffende gemeente, ter uitvoering van het besluit van college van burgemeesters en wethouders, en de zorginstellingen: GGD Hollands Midden, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd door Stichting Thuiszorg Groot Rijnland, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd door Stichting Thuiszorg Valent RDB, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd door Thuiszorg Florence, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd door Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Midden Holland, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd door Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Stichting MEE Zuid-Holland Noord, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd door GGZ Rijnstreek (Volwassenzorg/Ouderenzorg)- onderdeel van Rivierduinen, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Stichting Cardea Jeugdzorg, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd Stichting Horizon, te deze rechtsgeldig krachtens de statuten vertegenwoordigd
…onderschrijven: -
dat ieder kind recht heeft om op te groeien in een veilige opvoedingsomgeving en op bescherming en zorg die nodig is;
-
dat actie moet worden ondernomen bij kinderen bij wie problemen dreigen in de ontwikkeling door de opgroei- of opvoedsituatie; het belang van een interdisciplinaire en samenhangende organisatie van de ondersteuning, hulp en interventie als het gaat om gezinnen, kinderen en jongeren met meervoudige problematiek.
…constateren dat voor deze afstemming nodig is dat: 1. 2. 3.
Er voor het opvangen en combineren van signalen over risico’s voor kinderen en gezinnen met meervoudige problemen een ‘verzamelpunt’ nodig is waar deze signalen samen komen. Het verzamelpunt maakt het mogelijk over gemeentegrenzen heen te kijken en gezinnen in beeld te houden. De steun en zorg zelf zo dicht mogelijk bij gezinnen en kinderen wordt georganiseerd. Indien meerdere instellingen bij een gezin betrokken zijn moet duidelijk worden afgesproken welke betrokken partij verantwoordelijk is voor de coördinatie van zorg. Het voor de effectiviteit van de steun- en zorgverlening noodzakelijk is dat vanuit het lokale en provinciale bestuur – met inachtneming van ieders taken en verantwoordelijkheden – de ketenregie wordt gevoerd over het proces. Hierbij wordt ook waar nodig gebruik gemaakt van bemoeizorg en doorzettingsmacht. Daarbij kunnen eventueel andere betrokken personen dan vanuit de hulpverlening worden ingeschakeld.
Deze drie punten zijn samen te vatten als: lokaal regisseren, bovenlokaal registreren, regionaal/provinciaal jeugdzorg en jeugdbescherming realiseren. …en komen daarom het volgende overeen:
a. Partijen verklaren eendrachtig elk voor zich en gezamenlijk een inspanningsverplichting op zich te nemen om de samenwerking op het gebied van gezinsondersteuning, opvoedingsondersteuning, licht pedagogische hulp en jeugdzorg te verbeteren en te optimaliseren, waarbij het belang van het kind voorop staat; b. Partijen werken vanuit een eenduidige aanpak voor de regio Zuid-Holland Noord zoals die is omschreven in de als bijlage 1 bij dit convenant gevoegde notitie “Een Kwestie van Niveau”. Hierbij is een aantal ontwikkeltrajecten te onderscheiden die met elkaar samenhangen: 1. Het ontwikkelen van een sluitende informatieketen. Dat wil zeggen een samenhangend systeem van vroegsignalering, registratie en combinatie van signalen, terugkoppeling naar hulpverleners en het kunnen volgen van kinderen en gezinnen met ernstige problemen. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van een nog op te zetten verwijsindex, waarbij de mogelijkheden worden onderzocht voor koppeling met het te implementeren elektronisch kinddossier. 2. Het ontwikkelen van een sluitende zorgketen. Daarvoor is het nodig dat zorginstellingen hun werkwijzen voor signalering, diagnostiek/intake etc. op elkaar afstemmen en dat zij onderling afspraken hebben over het uitwisselen van elkaars informatie, over het samen aanpakken van problemen en over de coördinatie van zorg. Uitgangspunt daarbij is dat er gewerkt wordt vanuit de belangen van het kind. Bovendien moet voor ouders en kind duidelijk zijn waar zij met hun hulpvraag terecht kunnen en welk hulpaanbod aanwezig is. 3. Het ontwikkelen van een sluitende bestuursketen. Deze heeft tot doel dat er op lokaal niveau voldoende regie en doorzettingsmacht aanwezig is om kinderen of gezinnen dat te bieden wat ze op dat moment nodig hebben (met inachtneming van ieders wettelijke verantwoordelijkheid).
4. Het ontwikkelen van een werkwijze voor Centra voor Jeugd en Gezin, waarin de ketens van informatie, zorg en bestuurlijke regie bij elkaar komen. Daartoe worden pilots opgezet in de regio. Bij de uitwerking van het convenant wordt vooralsnog uitgegaan van de volgende concretisering in deeltrajecten: Ad 1 (informatieketen): Partijen zullen gezamenlijk een bovenlokaal meld- en registratiepunt voor vroegsignalering en het volgen van de zorg aan gezinnen met problemen op verschillende levensterreinen realiseren. Dit moet aansluiten op de bestaande lokale systemen voor (vroeg)signalering, de bestaande zorg- en signaleringsnetwerken en het nog in te voeren elektronisch kinddossier. De instellingen zullen op basis van interne protocollen risico’s signaleren in een op te zetten verwijsindex. Onderdeel van dit traject is ook de deskundigheidsbevordering bij (vroeg)signalering.
Ad 2 (zorgketen): Partijen zullen een werkwijze ontwikkelen voor de coördinatie van zorg op lokaal niveau gebaseerd op de ervaringen opgedaan in de 3 pilots gezinscoach. In geval van meervoudige problematiek dan wel betrokkenheid van meer instellingen wordt een zorgcoördinator per gezin aangewezen met als doel een optimale steun en zorg te waarborgen. Onderdeel van dit traject is ook de onderlinge afstemming en gezamenlijke methodiekontwikkeling door de instellingen. Ad 3 (bestuursketen): Partijen zullen afspraken maken op welke manier, onder welke condities en in welke gevallen de doorzettingsmacht van het bevoegd gezag kan worden uitgeoefend. Ad 4 (centra voor jeugd en gezin): Partijen zullen een werkwijze ontwikkelen voor Centra voor jeugd en gezin, die samenhangt met de werkwijze voor zorgcoördinatie en de zorgnetwerken, afhankelijk van en in overeenstemming met de lokale omstandigheden. Hiertoe wisselen partijen de ervaringen uit die worden opgedaan met de uit te voeren pilots. Partijen komen verder overeen bij de uitvoering van dit convenant: - gezamenlijk bij te dragen tot de totstandkoming van de (deel)trajecten met als uitgangspunt dat de gemeenten in samenwerking met de provincie daarin de regie voeren; - financiële ondersteuning te verlenen bij de uitvoering door bundeling van bestaande budgetten. Naast de (reguliere) middelen van instellingen en gemeenten voor vroegsignalering, zorgcoördinatie en pedagogische hulp zal de provincie middels een projectsubsidie op basis van het amendement "Vroegtijdige Kwalitatieve Gezinsinterventie" op de begroting 2007 de uitvoering van dit convenant financieel ondersteunen en tevens op vraag van gemeenten en instellingen de inzet van steunfuncties jeugd financieren; - minimaal één keer per jaar bij elkaar te komen om de resultaten van het convenant te toetsen; - voor 1 mei 2007 een gezamenlijk plan van aanpak uitgewerkt te hebben met concrete termijnen, inclusief een aanpak voor de coördinatie. Partijen zullen bij de uitwerking van dit convenant aandacht schenken aan en waar nodig onderlinge afstemming bereiken over de in de bijlage bij dit convenant opgenomen aandachtspunten. Voor de uitvoering van dit convenant wordt aangesloten en/of afstemming gezocht met landelijke en provinciale en lokale ontwikkelingen, zoals de verwijsindex, het elektronisch kinddossier in de jeugdgezondheidszorg en de
Centra voor Jeugd en Gezin, bestaande convenanten jeugd aansluiting jeugdbeleid en jeugdzorg en gemeentelijke nota’s integraal jeugdbeleid en het jaarlijkse provinciaal uitvoeringsprogramma jeugd. Dit convenant treedt in werking op het moment van ondertekening, te weten op 16 maart 2007 en geldt tot en met 16 maart 2010. Middels bestuurlijk overleg tussen partijen kan het convenanant worden verlengd en/ of tussentijds gewijzigd. Aldus opgemaakt in …voude en ondertekend op 16 maart 2007 te Oegstgeest.
Burgemeester
MACHTIGING
De Burgemeester van Leiden, gelet op het bepaalde in artikel 171, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, machtigt hierbij Mevr. G.M. van den Berg, wethouder Onderwijs, Welzijn en Zorg om namens hem het convenant “Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning, vroegsignalering en zorgcoördinatie Zuid Holland Noord 2007-2010” te ondertekenen.
Leiden, 26 februari 2007
drs. H.J.J. Lenferink Burgemeester van Leiden