Besluit tot wijziging van het Bor en diverse andere amvb’s Illustratief: de vergunningvrije (tijdelijke) mantelzorgwoning
Opzet van deze presentatie 2
Aanleiding en achtergrond Wijzigingen ten opzichte van: – – – – – –
Tijdelijke vergunningen Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken Mantelzorg Vergrote toepassing reguliere procedure Wabo-vergunning (Tijdelijke) functieverandering Enkele overige wijzigingen
Aanleiding en achtergrond 3
Besluit (Stb. 2014, 333) bevat een aantal wijzigingen van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en enkele andere amvb’s. Dit in verband met permanent maken Chw en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht Besluit heeft grotendeels betrekking op de verruimde mogelijkheden om bijbehorende bouwwerken op te richten in het achtererfgebied Besluit treedt op 1 november 2014 in werking
Tijdelijke vergunningen voor bouwwerken (art. 5.16 Bor) 4
Achtergrond: – –
Inhoudelijk: – – – –
Vergunninghouder van een tijdelijk bouwwerk heeft de verplichting om na de termijn van ten hoogste 15 jaar de bestaande toestand te herstellen Indien termijn korter dan 15 jaar, dan kan verlengd worden tot max. 15 jaar Toch langer laten staan? Dan nieuwe vergunning en nieuwbouweisen Bb 2012 Mag niet de grondslag van de aanvraag verlaten
Voorheen: – –
Art. 5:16 Bor wijst een tijdelijk bouwwerk aan als geval waarbij in de vergunning een verplichting wordt opgenomen de oude situatie te herstellen Dit overeenkomstig het Bouwbesluit 2012 en daarin opgenomen eisen voor tijdelijke bouw
Bouwwerk voor tijdelijke behoefte maximaal 5 jaar Aparte verplichting bij activiteiten en bouwwerken bij voorlopige bestemmingen
Planologisch strijdig gebruik: – –
Het gaat hier om een omgevingsvergunning voor het bouwen (art. 2.1, eerste lid, onder a Wabo). Er kan dus nog steeds een omgevingsvergunning nodig zijn voor planologisch strijdig gebruik van deze bouwwerken (art. 2.1, eerste lid, onder c Wabo)
Tijdelijk geldende vergunningen voor voortdurende activiteiten (art. 5.18 Bor) 5
Achtergrond: –
Inhoud: – – – – –
–
Een tijdelijk geldende omgevingsvergunning voor een voortdurende activiteit, zoals gebruik, werken/werkzaamheden en bouwen en in stand laten van bouwwerken. Het gaat hier om een omgevingsvergunning voor strijdig planologisch gebruik (ex art. 2.1 lid 1 onder c Wabo) Voor tijdelijk met een bestemmingsplan strijdig planologisch gebruik kan een vergunning met beperkte werkingsduur worden aangevraagd. Varieert van 2 dagen tot meer dan 15 jaar Verlenging termijn, nieuwe tijdelijke vergunning of permanente aanpassing in b.p. Langere voortzetting, dan zwaardere motiveringseisen Eis dat het feitelijk mogelijk is activiteit zonder onomkeerbare gevolgen te eindigen “Het bevoegd gezag is (…) vrij om bij verlening van een vergunning voor een planologisch strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, te bepalen dat de desbetreffende activiteit voor onbepaalde of slechts voor bepaalde tijdsduur is toegestaan.” Belangrijk: artikel 4, onderdeel 11, Bijlage II Bor heeft betrekking op vormen van planologisch strijdig gebruik met een duur van maximaal tien jaar. Dus indien onderdelen 1 t/m 10 van dit artikel niet van toepassing zijn, dan kan het planologisch strijdig gebruik voor maximaal tien jaar worden vergund (zie ook sheet 16)
Voorheen: – – –
Vergunning op grond van art. 2.12 lid 2 Wabo voor activiteit die voorzag in tijdelijke behoefte o.b.v. objectieve gegevens en aannemelijk dat niet langer dan 5 jaar duurde De eis dat het om een tijdelijke behoefte ging was voorheen leidend, nu kan het ook om een permanente behoefte (breuk in jurisprudentie) Expliciete verplichting tot terugbrenging in oude toestand
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Besluit omgevingsrecht) – algemeen 6
Achtergrond: – Nieuwe opzet om de bebouwingsmogelijkheden aan bijbehorende bouwwerken te bepalen was noodzakelijk (ingewikkeld, verwarring, veel jurisprudentie hierover) – Niet meer geïsoleerd van bebouwingsregeling in bestemmingsplan
Gevolgen: – Standaardisering van bouwmogelijkheden bij hoofdgebouwen, met name woningen – Deregulering van bestemmingsplannen (deze mogen wel méér ruimte bieden) – Alle aanwezige bijbehorende bouwwerken worden meegenomen, voorheen werden vergunningvrije bijbehorende bouwwerken buiten beschouwing gelaten
Uitzonderingen: – Beschermde stadsgezichten (voldoen aan b.p. en uitsluitend achtererfgebied niet zijnde zijerf. – Monumenten altijd vergunningsplichtig (toetsing aan b.p., welstand en evt. monumentenzorg) – Ter bescherming van percelen met bijzondere landschappelijke/stedenbouwkundige betekenis kunnen perceelsgedeelten anders worden bestemd of mede bestemd
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) – achtererfgebied 7
Nieuwe omschrijving ‘achtererfgebied’ (art.1 lid 1 Bijlage II): – “erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen” – Standaard: loopt evenwijdig aan openbaar gebied (ook bij bochten of schuine wegen) – Bij hoeksituaties loopt lijn evenwijdig mee met openbaar toegankelijk gebied aan zijkant – Openbaar bevaarbaar water valt onder publiek toegankelijk gebied Onderliggende definities – Voorkant hoofdgebouw (voorgevelrooilijn uit b.p./bouwverordening of huisnummer etc.) – Voorgevel is gevel die bepalend is voor de hoofdmassa van het hoofdgebouw – Ondergeschikte aanbouwen buiten beschouwing, maar kan meer dan 1 geveldeel zijn Bebouwingsgebied: – “Achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw”. – Aangezien dit dient om de max. oppervlakte van bijbehorende bouwwerken te bepalen, worden ook de aan het oorspronkelijk hoofdgebouw toegevoegde bijbehorende bouwwerken meegenomen
Bepaling van het achtererfgebied (1) 8
Bepaling van het achtererfgebied (2) 9
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) 10
Bijbehorend bouwwerk vergunningvrij alsmede uitbreiding daarvan – Voorheen was uitbreiding niet geaccepteerd in de jurisprudentie – Ook geen beperkingen meer om toelaatbare oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken te verdelen – Nu ook mogelijk om gelijktijdig als deel van vergunningplichtig bijbehorend bouwwerk mee te bouwen. – Dus een fictieve krijtstreep tussen bouwdelen, die elk aan relevante voorschriften moet voldoen (deels omgevingsvergunning, deels vergunningvrij bouwen) – Bestemmingsplan kan vergunningvrije bouwwerken niet in de weg staan – Maar bestemmingsplan kan wel relevant zijn voor bepaling achtererfgebied (bijvoorbeeld beschermde stads- en dorpsgezichten)
Verruimde mogelijkheid tot vergroten hoofdgebouw – De afstand waarbinnen het gebruik van bijbehorende bouwwerken gelijk moet zijn aan dat van het hoofdgebouw is nu 4 meter (voorheen 2,5 m) – De toelaatbare oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken verandert hierdoor niet – Buiten 4m functioneel ondergeschikt (bijkeuken is functioneel onderdeel hoofdgebouw, zijnde een woning)
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) 11
Bijbehorend bouwwerk met een kap – – –
Afstand tot openbaar toegankelijk gebied: –
Op een afstand van meer dan 1 meter vanaf openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand zijn. Dus als welstandseisen geen belemmering vormen, dan kan het ook binnen een afstand van 1 meter.
Ligging verblijfsgebied – –
Nu mag een bijbehorend bouwwerk hoger worden dan 3m, maar met als voorwaarde dat het een schuin dak heeft Voorwaarden: dakvoet niet hoger dan 3m, twee of meer schuine dakvlakken en hellingshoek niet groter dan 55 graden en daknok mag niet hoger dan 5m Verder begrensd door formule: maximale daknokhoogte [m] = (afstand daknok tot perceelsgrens [m] x 0,47) + 3
Met wijziging Bb 2012 grotere hoogten toegestaan dan voorheen Vandaar dat weer de eis is opgenomen dat verblijfsgebied bijbehorende bouwwerken uitsluitend eerste bouwlaag is
Oppervlaktelimiet bebouwingsregeling voor bijbehorende bouwwerken – –
Met oppervlakte bebouwingsgebied wordt aan de hand van bebouwingspercentage bepaald welke oppervlakte aan vergunningvrije bijbehorende bouwwerken aanwezig mag zijn. Het percentage neemt verhoudingsgewijs af naarmate bebouwingsgebied groter is
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) – maximale daknokhoogte 12
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) - bebouwingspercentage 13
Bij een bebouwingsgebied van bijvoorbeeld 220m2 mag dat de volgende oppervlakte zijn: – – –
Bij een bebouwingsgebied van bijvoorbeeld 660 m2 mag dat de volgende oppervlakte zijn: – – – –
50% van 100m2 = 50m2 20% van 120m2 = 24m2 Totale oppervlakte bijbehorende bouwwerken = 74 m2 50% van 100m2 = 50m2 20% van 200m2 = 40m2 10% van 360m2 = 36m2 Totale oppervlakte bijbehorende bouwwerken = 126 m2
De maximum toegestane oppervlakte van al dan niet met vergunning gebouwde bijbehorende bouwwerken in het bebouwingsgebied bedraagt 150 m2
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) - stappenplan 14
Berekening van de toegelaten oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken: – 1. Vanuit de actuele omvang van het hoofdgebouw en de actuele perceelsbegrenzing wordt het achtererfgebied bepaald. – 2. Het bebouwingsgebied wordt bepaald. Het betreft hier het achtererfgebied en de grond onder de niet tot het oorspronkelijk hoofdgebouw behorende gedeelten van het hoofdgebouw. De grond onder de naderhand aan het oorspronkelijk hoofdgebouw toegevoegde aan- of uitbouwen behoort dus tot het bebouwingsgebied – 3. Maximaal toelaatbare oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken wordt berekend. Om te bepalen hoeveel er nog mag worden bijgebouwd, dient de reeds aanwezige oppervlakte aan (al dan niet met vergunning gebouwde) bijbehorende bouwwerken in het bebouwingsgebied van dit maximum te worden afgetrokken. De oppervlakte die resteert kan nog worden bijgebouwd.
Vergunningvrije bijbehorende bouwwerken (Bijlage II Bor) – mantelzorg 15
Mantelzorg: – Intensieve zorg of ondersteuning, niet in het kader van beroep, maar voortvloeiend uit sociale relatie en die gebruikelijke hulp van huisgenoten overstijgt Huisvesting i.v.m. mantelzorg: – “huisvesting in of bij een woning van één huishouden van max. 2 personen, van wie een persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van bewoner van woning” – Functioneel verbonden met hoofdgebouw, ongeacht afstand – Dus onder voorwaarden vergunningvrij of bij vergunning met reguliere procedure – Vergunning kan met termijn worden gekoppeld aan de mantelzorg – Ook (uitbreiding van) bestaande bouwwerken kunnen worden gebruikt voor mantelzorg – In buitengebied zijn verplaatsbare mantelzorgvoorzieningen mogelijk, deze vallen niet onder het toelaatbare bebouwingsoppervlakte (voorwaarden: minder dan 100m2, buitengebied en verplaatsbaar) Bij beëindiging mantelzorg: – Bouwwerk kan in stand blijven na beëindiging van mantelzorg – Indien op grotere afstand van 4 meter van hoofdgebouw, dan moet de ruimte wel functioneel ondergeschikt zijn aan hoofdgebouw. – Bewoning moet dan eindigen – Voorzieningen zoals sanitair en keuken moeten worden verwijderd
Uitbreiding toepassing reguliere procedure (art. 4 Bijlage II Bor en Wabo) 16
Omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik als bedoeld in art. 4 Bijlage II Bor wordt verleend met reguliere voorbereidingsprocedure. – –
Voorheen werden de vergunningen voor de gevallen uit art. 4 Bijlage II Bor ook al met de reguliere voorbereidingsprocedure verleend. Enkel de toegevoegde en gewijzigde onderdelen zijn de concrete veranderingen. Vanaf 1 november kennen de volgende gevallen ook de reguliere procedure: – – – – – –
8 weken beslistermijn, eenmalige verlening mogelijk met 6 weken, opschorting bij aanvulling aanvraag Er kan voor gekozen worden alsnog een inspraakmogelijkheid te bieden
Onderdeel 1 (gewijzigd): bijbehorende bouwwerken onder de nieuwe regels voor zover niet vergunningvrij en nu ook de uitbreiding daarvan Onderdeel 3 (gewijzigd): nu ook betrekking op een gedeelte van een bouwwerk Onderdeel 4 (gewijzigd): naast dakkapellen e.d. nu ook uitbreiding bouwwerk met bouwdeel van ondergeschikte aard Onderdeel 8 (nieuw): niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied (aanbrengen groenvoorzieningen etc.) Onderdeel 9 (nieuw): gebruik van bouwwerken voor (tijdelijke) functieverandering (zie ook volgende sheet) Onderdeel 11 (nieuw): gebruik van gronden of bouwwerken anders dan bedoeld in onderdelen 1 t/m 10 voor een periode van ten hoogste 10 jaar (zie ook op één na volgende sheet).
Voor planologisch strijdig gebruik dat niet onder dit artikel valt en ook niet onder de binnenplanse afwijking, dan geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Art. 4 Bijlage II is ook van toepassing op meerdere gelijke gevallen tegelijkertijd en ook verschillende onderdelen kunnen worden gecombineerd in 1 vergunning. Uitzondering: Onderdelen 9 en 11 zijn niet van toepassing op een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage Besluit mer
(Tijdelijke) functieverandering (art. 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor) 17
Maakt het mogelijk om aan bestaande gebouwen (tijdelijk) een andere functie te geven – De bestaande beperking dat de oppervlakte niet meer dan 1.500 m2 mag bedragen is komen te vervallen – Ook hier reguliere procedure voor omgevingsvergunningaanvraag, want art. 4 – De bestaande beperking dat het aantal woningen niet mag toenemen is komen te vervallen (dit met het oog op met name kantoortransformatie) – Gebouwen buiten de bebouwde kom mogen alleen een logiesfunctie voor werknemers krijgen als nieuwe functie – Het gaat hier dus om een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik – Ook de bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten vallen hieronder. Hier gaat het om bouwactiviteiten die de functieverandering mogelijk maken – Het aansluitend terrein valt ook onder het gewijzigde gebruik van gebouwen – De functieverandering is al dan niet tijdelijk
Vergunningverlening restcategorie voor tien jaar (art. 4 onderdeel 11 Bijlage II Bor) 18
Voor gebruik van gronden en bouwwerken dat niet valt onder één van de tien categorieën uit dit artikel, is hier een grond opgenomen voor vergunningverlening Aan een vergunning op grond van dit onderdeel is een termijn verbonden van ten hoogste tien jaar verbonden Hier geldt dat niet telkens opnieuw een vergunning voor een periode van tien jaar kan worden verleend Hier is relevant dat het feitelijk mogelijk moet zijn dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd Het gaat hier dus om een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik
Barro, Bro en Bouwbesluit 2012 19
Provinciale regels ter bescherming EHS en erfgoederen (Barro) – –
Planologisch overgangsrecht in beheersverordening (Bro) – – –
Met de wijziging van het Barro kunnen provincies t.b.v. EHS en erfgoederen regels stellen over omgevingsvergunningen die tijdelijk afwijken van bestemmingsplan De redenering is dat als provincies dit kunnen ten aanzien van een bestemmingsplan, dat dergelijke regels ook gelding hebben bij een vergunning ter afwijking daarvan De aard van een beheersverordening verhoudt zich niet met overgangsrecht Hier was voorheen dan ook geen bepaling over opgenomen Maar nu kan het overgangsrecht uit het bestemmingsplan wel worden bestendigd
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan/inpassingsplan kan in ieder geval gebruik worden gemaakt van gegevens en onderzoeken die niet ouder zijn dan twee jaar (Bro). Bouwbesluit en tijdelijke bouwwerken – – –
Bouwwerk dat voor een periode van 15 jaar op een bepaalde plaats mag functioneren Moet voldoen aan eisen voor tijdelijke bouw uit Bb, wil men langer (permanent bouwwerk) dan moet het voldoen aan nieuwbouw Seizoensgebonden bouwwerk valt hier buiten
Overgangsrecht 20
Voor aanvragen van een omgevingsvergunning ex art. 2.12, tweede lid, Wabo (activiteit voor een bepaalde termijn dat niet strijdig is met een goede ruimtelijke ordening) waarop nu de uitgebreide procedure van toepassing is, dient een nieuwe aanvraag te worden ingediend om de reguliere procedure te doorlopen. Activiteiten die met dit besluit vergunningvrij worden, worden bij het nemen van een besluit of een besluit op bezwaar getoetst aan het dan geldende recht. Ook bij handhavingsbesluiten dient het dan geldende recht in acht te worden genomen Een voorheen vergunningvrije activiteit (nu vergunningplichtig) blijft vergunningvrij indien activiteit al is begonnen. Bijv. een bouwactiviteit kan worden voltooid indien gestart en het bouwwerk kan in stand blijven. Lopende aanvragen om een omgevingsvergunning ex art. 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo (activiteit in strijd met bestemmingsplan, niet in strijd met goede ruimtelijke ordening en motivering van besluit voorzien van GRO) worden beoordeeld aan de hand van het recht dat gold op het moment van indienen.
21
Voor vragen en opmerkingen kunt u contact opnemen met: Teun Deuling T +31 651 731 851 E
[email protected]