Bes te m mi ngs p l an Pe l mo l en p ad , D a mp te n/ B e r kh ou te r weg , M ae lso ns t ra at en o mgev ing
VOO R ON TW E R P
Bes te m mi ngs p l an Pe l mo l en p ad , D a mp te n/ B e r kh ou te r weg , M ae lso ns t ra at en o mgev ing
VOO R ON TW E R P
Inhoud
Toelichting Regels + bijlagen Verbeelding Separaat bijgevoegd: Bijlagen
17 december 2012
T o e l i c h t i n g
I n h o u d s o p g a v e
1
2
3
Inleiding
5
1.1
Aanleiding
5
1.2
Doel van het plan
6
1.3
Systematiek
7
1.4
Leeswijzer
7
Ruimtelijke structuur
9
2.1
Historie Hoorn
9
2.2
Stedenbouwkundige structuur
10
Beleidskader
13
3.1
Rijksbeleid
13
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
13
3.1.2
AMvB Ruimte
14
3.2
3.3
Provinciaal beleid
14
3.2.1
Structuurvisie Noord-Holland 2040
14
3.2.2
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
15
Gemeentelijk beleid
16
3.3.1
Structuurvisie ‘de Poort van Hoorn’ (ontwerp)
16
3.3.2
Structuurvisie Hoorn
18
3.3.3
Welstandsnota Hoorn
19
3.3.4
Groenbeleidsplan Hoorn
19
3.3.5
Waterplan Hoorn
20
4
Nieuwe situatie
21
5
Omgevingstoets
25
5.1
Algemeen
25
5.2
Geluidhinder
25
5.3
Externe veiligheid
27
5.4
Hinder van bedrijven
29
5.5
Bodem
30
5.6
Luchtkwaliteit
32
5.7
Ecologie
33
5.8
Water
34
5.9
Archeologie
36
5.10
Cultuurhistorie
38
5.11
Duurzaamheid
40
5.12
Vormvrije m.e.r.-beoordeling
40
5.13
Kabels en leidingen
41
6
7
Juridische toelichting
43
6.1
Inleiding
43
6.2
Bestemmingsplanprocedure
44
6.3
Toelichting op de bestemmingen
45
Uitvoerbaarheid
49
7.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
49
7.2
Economische uitvoerbaarheid
49
7.3
Exploitatieplan
50
7.4
Handhaving
50
1
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding In het gebied tussen de Provincialeweg, de Koepoortsweg, de binnenstad, het spoor en de grens met de gemeente Koggenland, ligt een divers gebied met veel verschillende functies. Naast de bestaande functies, zoals bedrijven, scholen, kantoren, een ziekenhuis en woningen, staan er ook nieuwe ontwikkelingen op stapel in dit gebied. De toekomstige situatie in het gebied is vastgelegd in de structuurvisie ‘de Poort van Hoorn’. Hierin worden onder andere oplossingen aangedragen om de verkeerssituatie in het gebied te verbeteren en het ruimtegebruik van het gebied te intensiveren. Het nieuwe bestemmingsplan voorziet in de actualisering van de bestaande bestemmingsplannen en maakt, waar nodig de nieuwe ontwikkelingen mogelijk die onderdeel zijn van de structuurvisie. Het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan maakt ook deel uit van de actualiseringslag van bestemmingsplannen waarmee de gemeente Hoorn enkele jaren terug is gestart. De vele plannen die met de snelle groei van Hoorn in de loop der jaren zijn opgesteld, zijn verouderd. Zowel een veranderde samenleving als nieuwe wetgeving maakt herziening noodzakelijk. Het nieuwe bestemmingsplan voorziet in de herziening van de volgende bestemmingsplannen: Bestemmingsplan
Vaststelling Raad
Goedkeuring
Berkhouterweg 1968 Herziening uitbreidingsplan in onderdelen Hoorn
21 januari 1969 24 augustus 1954
31 maart 1970 23 augustus 1955
Uitbreidingsplan in hoofdzaken Hoorn 1961 Uitbreidingsplan in onderdelen Berkhout
21 maart 1961 6 februari 1956
15 mei 1962 10 oktober 1956
Hoorn Noordwest 1971
10 december 1974
20 mei 1975
Grote Waal 1971
22 juni 1971
28 december 1971
Gedeputeerde Staten
Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat voornamelijk uit de strook die ingeklemd ligt tussen het spoor aan de zuidzijde, de Provincialeweg aan de noordzijde, de snelweg A7 aan de westzijde en het ziekenhuisterrein van het Westfriesgasthuis aan de oostzijde. Ook behoort nog een gedeelte aan de zuidzijde van het spoor tot het plangebied. Het plangebied is aangegeven op de hierna volgende overzichtskaart.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
5
Figuur 1. Luchtfoto bestemmingsplangebied (Bron: Google Earth, 2011)
1.2
Doel van het plan Met het nieuwe bestemmingsplan heeft de gemeente voor de komende tien jaar een actueel juridisch instrument in handen voor het ruimtelijk beleid voor het plangebied. Daarmee kan vorm worden gegeven aan het oplossen van de verkeersproblemen en het verbeteren van de kwaliteit van het gebied. Karakter van het bestemmingsplan Het nieuwe bestemmingsplan is voor een deel conserverend. Dit houdt in dat de bestaande situatie erin wordt vastgelegd en dat verschillende nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Deze nieuwe ontwikkelingen zijn: -
aanpassing van de infrastructuur, waaronder de aanleg van de Carbasiusweg (verbinding tussen de Provincialeweg en De Weel);
-
uitbreiding van het Westfriesgasthuis;
-
ontwikkellocatie Maelsonstraat tussen de Provincialeweg en het Horizoncollege.
6
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
1.3
Systematiek Digitaal uitwisselbaar plan Het bestemmingsplan is zodanig vormgegeven dat er sprake is van een digitaal uitwisselbaar plan, wat betekent dat: -
aan alle verschillende objecten op de verbeelding IMRO2008-coderingen zijn toegekend;
-
de digitale kaart is vertaald naar de standaardtechniek van uitwisseling GML;
-
de toelichting en regels in digitale vorm aan de verbeelding zijn gekoppeld.
Gebruik van de IMRO2008-coderingen zorgt ervoor dat de bestemmingen in de verbeelding eenduidig worden geclassificeerd en dat, met behulp van een conversieprogramma, de verbeelding met regels ook door de ontvanger kan worden gelezen. Bij de vormgeving van de verbeelding is aangesloten bij het standaardrenvooi, zoals dat is opgenomen in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008).
1.4
Leeswijzer De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit zeven hoofdstukken. Na deze inleiding is in hoofdstuk twee ingegaan op de ruimtelijke structuur van het plangebied en de omgeving. In hoofdstuk drie komen de verschillende beleidskaders aan de orde op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. In hoofdstuk vier worden de nieuwe ontwikkelingen besproken. In hoofdstuk vijf wordt verslag gedaan van het onderzoek naar de randvoorwaarden en belemmeringen die gelden vanuit de diverse planologische en milieukundige toetsingskaders. Hoofdstuk zes is de juridische toelichting op het bestemmingsplan. Hoofdstuk zeven gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is daarbij ingegaan op het aspect handhaving.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
7
8
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
2
R u i m t e l i j k e
s t r u c t u u r
2.1
Historie Hoorn De stad Hoorn is omstreeks 1300 ontstaan aan de uitmonding van een afwateringsstroom, de Gouw, op een plek waar door de geografische situatie een natuurlijke haven was gevormd. Op de dan aanwezige zeedijk werden de oudste straten, het Oost en het West, aangelegd. Het Noord ontstond als verbindingsweg met het binnenland. Het knooppunt van deze wegen, de Rode Steen, vormde het hart van deze nederzetting. De plaats heeft stadsrechten sinds 1356. De omwalling van de stad met haar poorten kwam tot stand in de 17e eeuw. Pas in de eerste decennia van de vorige eeuw ontwikkelde de stad zich buiten de bolwerken. Economische activiteiten van de stad richtten zich op het water: visvangst en later vooral ook commerciële scheepvaart en aanverwante bedrijvigheid. Door de jaren heen heeft Hoorn periodes van ernstig verval en grote bloei gekend. De hedendaagse binnenstadstructuur is in de grootste bloeiperiode ontstaan vanaf de 16e eeuw tot en met het midden van de 17de eeuw. Door de toen aanwezige materialen, hun beperkingen en mogelijkheden, is de maat en schaal van de gebouwen ontstaan. Veelal is baksteen gebruikt en is de kap bedekt met pannen.
Figuur 2. Fragmenten van topografische kaarten van Hoorn e.o.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
9
De stad Hoorn lag stevig verankerd in het West-Friese landschap. Via het Keern en de Koepoortsweg was er verbinding met respectievelijk de Zwaagdijk en de Westerblokker en zo met een uitgestrekt netwerk van dorpslinten. Het Keern kwam uit op het Kleine Noord via de in 1850 gesloopte Noorderpoort. Zoals in zoveel Europese steden is ook hier de spoorlijn, in het midden van de 19de eeuw, net buiten de in onbruik geraakte vestingwerken van de oude stad aangelegd. Ook de Noordersingel is in die tijd gedempt en heet nu Noorderveemarkt. Met name vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw heeft de stad een onstuimige groei doorgemaakt, vooral in noordelijke en oostelijke richting. Verreweg het grootse deel van de stad ligt nu dan ook ‘aan de andere kant’ van het spoor. Met als gevolg dat veel functionele relaties tussen de stad en zijn centrum verlopen via een spoorwegovergang. De mooie heldere structuurlijn van het Keern is inmiddels verworden tot een brede, (deels) slingerende weg. De karakteristieke beslotenheid van de historische binnenstad omgeven door wallen met de spoorlijn is herkenbaar bewaard gebleven. Het oorspronkelijk beperkte aantal verbindingen van de stad met de omgeving is niet wezenlijk veranderd. De directe relatie tussen de stad en het open agrarisch gebied is echter niet meer aanwezig. In de loop der geschiedenis is het patroon van straten, havens (op een enkele demping na) en grachten niet wezenlijk gewijzigd. De gemeente Hoorn kent een door het Rijk aangewezen beschermd stadsgezicht.
2.2
Stedenbouwkundige structuur De lineaire structuren zijn kenmerkend voor de kern van Hoorn. De oorspronkelijke lineaire verkavelingsstructuur is herkenbaar gebleven in de structuur van de stad (kaart 1850 en 2004). De kenmerkende structuur bestaat uit lange linten, waarbij het lint een verscheidenheid aan individuele woningen omvat, die echter in hun verscheidenheid wel ‘familie’ van elkaar zijn in hun verschijningsvorm. Deze linten voorheen gelegen in het buitengebied zijn onderdeel geworden van de stedelijke structuur van Hoorn. Het lint is overwegend tweezijdig bebouwd. De verspringende rooilijn en verschillende typen bebouwing geven de bebouwingstroken een gevarieerd beeld. Hoofdgebouwen zijn sterk op de weg georiënteerd. De kapvorm en kaprichting van de bebouwing varieert. De meer recente bebouwing is doorgaans sober gedetailleerd. De oudere gebouwen zijn zorgvuldig en karakteristiek gedetailleerd. In hoofdzaak bestaat het materiaal van deze gebouwen uit steen, hout en gebakken pannen. Het plangebied wordt begrensd en ontsloten door verschillende infrastructuurlijnen zoals het spoor, de Provincialeweg, de A7 en het Keern. De ‘buitenstad’ vormt in feite de entree naar de binnenstad vanaf de aansluiting van de A7 met de Provincialeweg. Het gebied vormt in zekere zin geen ruimtelijke eenheid, het wordt immers doorsneden door het spoor en het Keern. Tevens zijn
10
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
de gebouwen in de verschillende herkenbare eenheden niet georiënteerd op de hoofdontsluitingen maar op de interne structuren per gebied. Dit geeft de gebieden een op zichzelf staand, introvert karakter. Kenmerkend zijn vooral een aantal grootschalige elementen, zoals het ziekenhuiscomplex, kantoorbebouwing in de omgeving van het ziekenhuis en onderwijsvoorzieningen aan het Dampten en aan de Maelsonstraat. Woningbouw komt voor aan het Keern (tussen de Provincialeweg en de spoorlijn), aan het Pelmolenpad en aan de Kometenstraat. Ook liggen er in het gebied een volkstuincomplex, een sportcomplex, twee begraafplaatsen en een crematorium. De twee begraafplaatsen zijn groene verdichtingen in het plangebied. De schaalverschillen tussen de verschillende deelgebieden in het plangebied zijn groot. De bebouwing varieert van de historische lintbebouwing van het Keern en de bebouwing van het Pelmolenpad grenzend aan het buiten het plangebied gelegen centrum van één à twee bouwlagen met kap tot de grootschalige kantoorgebouwen en het ziekenhuiscomplex van twee tot zeven bouwlagen plat afgedekt. Ook is er een divers materiaal- en kleurgebruik in het gebied aanwezig. Voor de lint- en centrumbebouwing is het materiaalgebruik overwegend steen en het kleurgebruik traditioneel. Terwijl voor de grootschalige kantoren, ziekenhuis en winkels vaak plaatmaterialen, glas en/of steen is gebruikt met moderne kleurstellingen. Hieronder zijn de ordeningsprincipes in de omgeving van het plangebied in kaart gebracht (op het beeld is aangegeven: het plangebied, de verschillende functiegebieden op hoofdlijnen, groen-, water-, infrastructuur-, verkavelingsen bebouwingstructuur).
Figuur 3. Ordeningsprincipes
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
11
12
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
3
B e l e i d s k a d e r
3.1
Rijksbeleid 3 . 1 . 1
Structuurvisie
Infrastructuur
en Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. Deze structuurvisie vervangt onder andere de Nota Ruimte. In de structuurvisie staan alle plannen voor ruimte en mobiliteit voor de komende decennia. Met de structuurvisie wordt een vereenvoudiging van de bestaande regelgeving nagestreefd, waarin meer verantwoordelijkheid bij de lagere overheden komt te liggen. Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het Rijk wil inzetten op topsectoren zoals logistiek, water, hightech, creatieve industrie, chemie en voedsel en tuinbouw, waar de kracht van Nederland ligt ten opzichte van internationale concurrenten. De bereikbaarheid en mobiliteit van personen en goederen is daarbij van groot belang. Ontwikkelingen in leefbaarheid en veiligheid hangen sterk samen met bevolkingsgroeien krimp. De veranderende behoeften op het gebied van wonen en werken leggen daarbij een extra druk op een markt waar de totale vraag afneemt: kwaliteit gaat voor kwantiteit. Voor elk van de in de SVIR opgenomen rijksdoelen worden in de nota specifieke nationale belangen benoemd. De ladder voor duurzame verstedelijking werkt met de volgende opeenvolgende stappen (‘de treden van de ladder’): 1.
Beoordeling door betrokken overheden of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag voor bedrijventerreinen, kantoren, woningbouwlocaties en andere stedelijke voorzieningen. Naast de kwantitatieve beoordeling (aantal hectares of aantallen woningen) gaat het ook om kwalitatieve vraag (bijvoorbeeld een bedrijventerrein waar zware milieuhinder mogelijk is of een specifiek woonmilieu) op regionale schaal.
2.
Indien de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag, beoordelen betrokken overheden of deze binnen bestaand bebouwd gebied kan worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten.
3.
Indien herstructurering of transformatie van bestaand bebouwd gebied onvoldoende mogelijkheden biedt om aan de regionale, intergemeentelijke vraag te voldoen, beoordelen betrokken overheden of deze vraag op locaties kan worden ontwikkeld die passend multimodaal ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
13
3 . 1 . 2
AMvB Ruimte
De borging van de uitspraken uit de SVIR heeft in juridische zin plaatsgevonden in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit Besluit is op 30 december 2011 in werking getreden. In het Barro zijn de verschillende nationale belangen vastgelegd die doorwerking moeten krijgen bij lagere overheden. Het gaat om de volgende nationale belangen: rijksvaarwegen, project Mainportontwikkeling Rotterdam, kustfundament, grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, defensie, Ecologische Hoofdstructuur, erfgoederen van universele waarden, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, elektriciteitsvoorziening, buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, primaire waterkeringen buiten het kustfundament en het IJsselmeergebied. Geen van deze nationale belangen speelt een rol binnen de begrenzing van het plangebied.
3.2
Provinciaal beleid 3 . 2 . 1
Structuurvisie
Noord-Holland
2040
Op 22 juni 2010 is door Provinciale Staten van Noord-Holland de structuurvisie Noord-Holland 2040 ‘Kwaliteit door veelzijdigheid’ vastgesteld. Op 3 november 2010 is deze in werking getreden. In de structuurvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in NoordHolland. Daarmee is het een leidraad voor de manier waarop de ruimte in Noord-Holland de komende dertig jaar moet worden ontwikkeld. In het bijbehorende uitvoeringsprogramma is dit uitgewerkt in concrete activiteiten om de visie te realiseren en via de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) is de doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen geregeld. Uitgangspunt voor 2040 is ‘Kwaliteit door veelzijdigheid’. Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. Gelet op voorgaande doelstelling heeft de provincie een aantal provinciale belangen aangewezen. De drie hoofdbelangen vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie.
14
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Figuur 4. Hoofddoelstelling ruimtelijk beleid (Bron: Provincie Noord-Holland)
De structuurvisie is uitsluitend bindend voor de provincie zelf en niet voor gemeenten en burgers. Om de provinciale belangen uit de structuurvisie door te laten werken, heeft de provincie de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie opgesteld. Hierin wordt een aantal algemene regels vastgesteld omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijk als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland. 3 . 2 . 2
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
Om de provinciale belangen, die in de structuurvisie zijn gedefinieerd, door te laten werken, heeft de provincie parallel aan de structuurvisie de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld. In de verordening zijn verschillende regels opgenomen. Er zijn regels voor het gehele provinciale gebied, regels voor uitsluitend het bestaand bebouwd gebied en regels voor uitsluitend het landelijk gebied. Afhankelijk van de ligging van het plangebied zijn de regels uit de verordening al dan niet van toepassing. Het gehele plangebied wordt tot het bestaand bebouwd gebied gerekend. Dit betekent dat er in principe nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk zijn. Op het gebied van invulling van bestaand bebouwd gebied geeft de provincie grote vrijheid aan gemeenten. Het bestemmingsplan voorziet in een groot aantal verschillende stedelijke functies. Een deel van deze functies is er in de huidige situatie ook al, maar er worden ook nieuwe stedelijke functies in het gebied voorzien, zoals de aangepaste infrastructuur en de uitbreiding van het ziekenhuis.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
15
De verschillende functies die in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, passen in het beleid zoals dat is geformuleerd in de PRVS.
Figuur 5. Ligging bestaand bebouwd gebied
3.3
Gemeentelijk beleid 3 . 3 . 1
Structuurvisie
‘de Poort van Hoorn’
(ontwerp)
De gemeente Hoorn is bezig met het opstellen van een structuurvisie voor ‘de Poort van Hoorn’, waarvoor het voorliggende bestemmingsplan het eerste onderdeel is. De opgave in het gebied bestaat uit: -
realiseren van een goede bereikbaarheid van de binnenstad;
-
slechten van de barrièrewerking van het spoor en de Provincialeweg;
-
op peil houden en concentreren van de parkeervoorzieningen;
-
opwaarderen van de voetgangersverbinding over het spoor ter hoogte van NS-station;
-
realiseren van ruimtewinst door meervoudig ruimtegebruik met een attractief programma;
-
versterken van het kerngebied tot aantrekkelijke stedelijke verblijfs-, werk- en woonomgeving.
Om een nieuwe kwaliteit in de openbare ruimte van de Noorderveemarkt en het Keern toe te kunnen voegen moet de gelijkvloerse kruising voor het autoen fietsverkeer over het spoor opgegeven worden. Voor het autoverkeer dient elders in een ongelijkvloers alternatief te worden voorzien. Daarmee worden drie essentiële knelpunten opgelost:
16
-
meer ruimtelijke kwaliteit;
-
verbeterde bereikbaarheid van het centrum;
-
meer veiligheid op het spoor.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Het Keern wordt een langzaamverkeersroute, met een ongelijkvloerse kruising met de Provincialeweg en het spoor. Voor de bereikbaarheid van de binnenstad per auto worden twee ingrepen voorgesteld: -
een nieuwe aansluiting op de Provincialeweg vanaf de Maelsonstraat waardoor het transferium op het stationsgebied-noord rechtstreeks bereikt kan worden;
-
een nieuwe ontsluitingsweg voor autoverkeer tussen de Provincialeweg en De Weel, met een ongelijkvloerse kruising met het spoor: de Carbasiusweg.
De structuurvisie is uitgewerkt voor verschillende deelgebieden. Drie van deze deelgebieden vallen grotendeels in dit bestemmingsplan. Dit zijn de Prismalocatie/Pelmolenpad, het Dampten en de Maelsonstraat. Prismalocatie/Pelmolenpad De Prismalocatie en het Pelmolenpad liggen aan weerszijden van de nieuw aan te leggen Carbasiusweg. Het gedeelte ten oosten van de Carbasiusweg, de locatie rond het Pelmolenpad, ligt binnen het plangebied van het bestemmingsplan. Dit gebied heeft de potentie om een binnenstedelijke woon- en werkbuurt te worden in een hoge dichtheid. Die dichtheid kan bereikt worden door het parkeren voor de woningen onder gebouwde terrassen te situeren en de woningen zelf aan autovrije straatjes te plaatsen. Via het Pelmolenpad wordt ook een nieuwe koppeling gelegd in de waterstructuur. Langs De Weel ligt een vrijliggend fietspad dat de Grote Waal met de binnenstad verbindt. Dampten Voor het Dampten voorziet de Structuurvisie ‘de Poort van Hoorn’ een programmacluster voor leren en werken. De nieuwe verbindingsweg zal dit terrein doorsnijden. Dit heeft als effect dat bebouwing die voorheen verscholen lag, zich zal presenteren aan de weg. Nieuwe accenten zullen het gebied op de kaart zetten. Uitgangspunt voor toekomstige ingrepen moet zijn dat het gebied zoveel mogelijk openbaar wordt. Vanwege de onderwijsfuncties die hier een plek hebben, moet er veel aandacht zijn voor de fietsstructuur, zowel langs de Provincialeweg als langs het Dampten, met verbindingen naar het Keern en het stationsgebied. Nieuwe ontwikkelingsruimte is er langs de Carbasiusweg. De begraafplaats aan het Keern blijft als groene open ruimte voor de stad behouden en wordt onderdeel van een stadsplantsoen, waar ook het afgewaardeerde Keern en de spoorberm deel van uitmaken. Maelsonstraat Het Westfriesgasthuis heeft de potentie door te ontwikkelen tot een sterk regionaal georiënteerde zorgcluster met een fijnmazig aanbod naar verschillende zorg- en servicebehoeften. De Maelsonstraat wordt door de aansluiting op de Provincialeweg een nieuwe stadsentree van Hoorn en een nieuwe entree voor
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
17
het ziekenhuis en Transferium. Langs de Provincialeweg wordt het kantorenprogramma doorgezet. Middelgrote kantoren met een regionale relevantie presenteren zich aan deze belangrijke route in West-Friesland. Deze functies worden aan de zuidzijde ontsloten. De nieuwe aansluiting zorgt ervoor dat de huidige kruising aan de oostzijde afgewaardeerd (alleen nog gebruikt voor ambulances) kan worden. Het Westfriesgasthuis zal de komende jaren verder uitgebreid worden. De uitstraling van het ziekenhuis zal stedelijker worden door de uitbreiding te realiseren in de vorm van hogere bebouwing. De Maelsonstraat wordt in de nieuwe opzet een stuk drukker. Het profiel van de straat wordt daarop aangepast, waarbij ook fietsvoorzieningen zullen worden ingepast. Daarnaast is er nog ruimte voor een stevige laanbeplanting. 3 . 3 . 2
Structuurvisie
Hoorn
Op 10 juli 2012 is de Structuurvisie Hoorn vastgesteld. De structuurvisie is een uitwerking van de Stadsvisie uit 2005. De Structuurvisie onderscheidt acht belangrijke maatschappelijke opgaven: 1.
Bouwen en transformeren voor de vergrijzing.
2.
Vasthouden van jonge gezinnen.
3.
Ontwikkelen van aantrekkelijke stad in een complete regio.
4.
Bestaande woningvoorraad aantrekkelijk houden.
5.
Balans wonen en werken.
6.
Economie verbreden.
7.
Compleet pakket aan voorzieningen bieden.
8.
Branding en profilering van Hoorn verbeteren.
De ontwikkeling van de Poort van Hoorn speelt een belangrijke rol bij de opgaven waar we met de gemeente Hoorn en de regio voor staan. De Poort van Hoorn is het voorportaal en vervoerknooppunt van de regio West-Friesland. Het stationsgebied vormt de hub met het achterland: Hoorn als knoop in NoordHolland Noord. De hub ‘agglomeratie West-Friesland’ als satellietstad/regio is een van de zijtakken van de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Ingezet wordt op het verder verbeteren van de bereikbaarheid van en naar de MRA. Met de opwaardering van de Poort van Hoorn wordt de eerste stap gezet. De Poort van Hoorn is niet alleen een vervoerknooppunt. Op stadsschaal zal de voorzieningenstructuur worden verbeterd en worden de belangrijkste economische clusters uit de regio verder versterkt. Op deze locatie is ruimte voor retail, kantoren en bedrijvigheid uit de medische sector (die hier reeds aanwezig is). De potenties van de Poort van Hoorn als regionaal OV-knooppunt worden hierbij optimaal benut en tevens wordt de stedelijke economie versterkt.
18
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
3 . 3 . 3
Welstandsnota Hoorn
De Welstandsnota Hoorn (2004) heeft als doel een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de ruimtelijke kwaliteit van Hoorn. Het geeft de gemeente de mogelijkheid om de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden die in een bepaald gebied aanwezig zijn, te benoemen en een rol te laten spelen bij de ontwikkeling en beoordeling van bouwplannen. Door deze gebiedsgerichte aanpak wil de gemeente de kwaliteit van de bebouwing in Hoorn bewaren en stimuleren. 3 . 3 . 4
Groenbeleidsplan Hoorn
In deze beleidsnotitie uit 2004 wordt de Hoornse groenstructuur tegen het licht gehouden en bezien op functionaliteit, kwaliteit en beheer. In het plan wordt de hoofdgroenstructuur aangegeven en staan beleidsuitgangspunten geformuleerd voor het groenbeheer. Bomenbeleidsplan (2009) In 2009 is het bodembeleidsplan opgesteld dat voor een deel steunt op het groenbeleidsplan. Het Bomenbeleidsplan draagt de titel ‘Ruimte voor bomen’, waarmee wordt benadrukt dat bomen in het toekomstige gemeentelijk beleid een meer prominente plaats krijgen in ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente wil dat Hoorn een groene stad is en blijft. Centraal in het bomenbeleidsplan staat het beschermen van het huidige en toekomstige bomenbestand en het scheppen van voorwaarden voor een optimale ontwikkeling en verzorging van bomen. Via het principe ‘niet kappen, tenzij…’ wordt het gemeentelijke bomenbestand zoveel mogelijk beschermd.
Figuur 6. Kaartfragment Bomenbeleidsplan (Bron: Gemeente Hoorn, 2004)
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
19
De bomenkaart vormt de onderlegger voor het bomenbeleidsplan. De belangrijke huidige en gewenste boomstructuren zijn vastgelegd op een kaart, onderverdeeld in hoofdstructuur, secundaire structuur en parkgroen. In figuur 6 is de structuur ter plaatse van het plangebied weergegeven. Aan de noordzijde loopt de hoofdstructuur, evenals langs het Keern en De Weel. De begraafplaats aan het Keern en de groenzone tussen het spoor en het Dampten staat aangemerkt als parkgroen. 3 . 3 . 5
Waterplan Hoorn
In samenwerking met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft de gemeente Hoorn in 2002 een waterplan opgesteld. Het doel van het waterplan is de randvoorwaarden te scheppen waarmee een aantrekkelijk, gezond en duurzaam watersysteem met een hoge belevingswaarde bereikt wordt. Het waterplan is in 2003 in uitvoering genomen. Bij de verdere uitwerking is een aantal maatregelen komen te vervallen, omdat de behoefte daaraan of de noodzaak daarvan in de tijd is gewijzigd. Daarnaast is de uitvoering van een aantal maatregelen vertraagd door het benodigde aanvullende onderzoek of de beperkt beschikbare menskracht. Het streven is om in 2013 een nieuw waterplan op te stellen voor een volgende periode.
20
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
N i e u w e
4
s i t u a t i e
In het voorgaande hoofdstuk, het beleidskader, is uitvoerig ingegaan op de beoogde ontwikkelingen voor het plangebied. De toekomstige inrichting van het gebied is deels overeenkomstig de huidige situatie en op deze punten is het bestemmingsplan conserverend van aard. De volgende nieuwe ontwikkelingen worden door middel van het nieuwe bestemmingsplan mogelijk gemaakt: -
aanpassing van de infrastructuur, waaronder de aanleg van de Carbasiusweg (verbinding tussen de Provincialeweg en De Weel);
-
uitbreiding van het Westfriesgasthuis;
-
ontwikkellocatie Maelsonstraat tussen Provincialeweg en het Horizoncollege.
De meest in het oog lopende ontwikkeling is de aanpassing van de verkeersstructuur. De nieuwe toegangsweg, de Carbasiusweg, is bedoeld voor gemotoriseerd verkeer. Deze weg komt over een geheel nieuw tracé, vanaf de Provincialeweg, door het gebied Dampten, onder de weg Dampten en de spoorlijnen door en sluit uiteindelijk na de Prismalocatie (gymzaal) aan op De Weel. De wegenstructuur van Hoorn is zodanig opgebouwd dat de Provincialeweg als het ware de hoofdas door de stad is. Het is van belang dat het verkeer zoveel mogelijk gebruik maakt van deze weg, het is daarom een gebiedsontsluitingsweg A. Op de Provincialeweg sluiten wegen aan van een lagere categorie, gebiedsontsluitingsweg B of C. Het verschil tussen deze twee type wegen is dat bij een type B er meestal sprake is van een verkeersintensiteit van 10.000 mvt/etmaal of meer en een vrijliggende fietsstructuur. Bij een type C is de verkeersintensiteit meestal tot zo'n 10.000 mvt/etmaal en is er meestal sprake van fietsstroken op de rijbaan. Het huidige Keern is een gebiedsontsluitingsweg B, net als De Weel. Het Dampten en de Van Dedemstraat zijn gebiedsontsluitingsweg C. Gelet op de verwachte verkeersintensiteit zal de Carbasiusweg een gebiedsontsluitingsweg B zijn. Op deze weg is geen sprake van langzaam verkeer, dat wordt afgewikkeld via het Keern. Het Keern wordt daartoe omgevormd tot route voor het langzame verkeer, en beperkt bestemmingsverkeer. Om de veiligheid op de route Keern te vergroten worden ongelijkvloerse kruisingen met de Provincialeweg en het spoor gerealiseerd. Genoemde ingrepen in de infrastructuur kunnen worden beschouwd als een inhaalslag. De stad heeft een decennialange groeiperiode achter de rug waarbij de investeringen in verbindingen van de ‘nieuwe’ met de ‘oude’ stad zijn achtergebleven, met name ter hoogte van het centrum en het station. Tegelijkertijd is deze nieuwe infrastructuur een investering in de toekomst van de stad. Omdat het accent in die (nabije) toekomst ligt op verbetering van de bestaande stad, meer dan op uitbreiding, is het van belang dat de infrastructuur binnen die bestaande stad op orde is. Het is een voorwaarde voor een kwalitatie-
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
21
ve, en deels ook kwantitatieve, doorontwikkeling en transformatie van de verschillende wijken van Hoorn. In de navolgende figuur is de verkeersstructuur weergegeven.
Figuur 7. De nieuwe verkeerssituatie (Bron: gemeente Hoorn)
22
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Om ruimte te maken voor de nieuwe Carbasiusweg zal een aantal andere functies wijken. De gymzaal (Prismalocatie) en 2 garages moeten worden gesloopt. In het tracé voor de nieuwe weg ligt het gebouw van De Makerij van Leekerweide (een dagbestedings- en activiteitencentrum). Dit gebouw zal worden gesloopt. De ontwikkellocatie Maelsonstraat (tussen de Provincialeweg en het Horizoncollege) ligt momenteel braak. Hiervoor is nog geen concrete invulling. Het bestemmingsplan biedt hier ruimte aan verschillende functies, waaronder kantoren of woningen. In het plangebied ligt ook het Westfriesgasthuis. Dit ziekenhuis is aan het uitbreiden. Deze ontwikkelingen zijn planologisch geregeld.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
23
24
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
5
O m g e v i n g s t o e t s
5.1
Algemeen Om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan te toetsen, is het noodzakelijk dat verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Er is daarom onderzoek gedaan naar de volgende aspecten: geluidhinder, externe veiligheid, hinder van bedrijven, bodem, luchtkwaliteit, ecologie, water, archeologie en cultuurhistorie, duurzaamheid en kabels en leidingen.
5.2
Geluidhinder De Wet geluidhinder (Wgh) dateert van 16 februari 1979 en is sindsdien middels verschillende wetten diverse keren gewijzigd. De Wgh bepaalt dat de ‘geluidbelasting’ op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan een in de wet bepaalde norm. Industrielawaai Op grond van de Wgh dient bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan onder meer aandacht aan industrielawaai te worden besteed. Dit is met name het geval als een bestemmingsplan de mogelijkheid van de vestiging van een inrichting als bedoeld in artikel 41 Wgh insluit. De categorieën van inrichtingen bedoeld in artikel 41 Wgh zijn nader aangewezen in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht. Voorheen waren de betreffende inrichtingen aangewezen in het Besluit Categorie A-inrichtingen. In dit bestemmingsplan speelt industrielawaai geen rol. Wegverkeerslawaai In de Wgh is aangegeven wanneer een weg zoneplichtig is. Elke weg heeft in principe een zone, behoudens wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied en wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Indien binnen een geluidzone nieuwe geluidgevoelige objecten, zoals woningen, worden gerealiseerd, moet door middel van akoestisch onderzoek worden vastgesteld of aan de grenswaarden uit de Wgh wordt voldaan. Het bestemmingsplan voorziet in de aanpassing van de infrastructuur in het plangebied. De belangrijkste nieuwe weg betreft een nieuwe weg ten westen van het Keern (inclusief onderdoorgang van het spoor), de Carbasiusweg. Deze weg zal dienen als hoofdontsluitingsweg van de binnenstad, waarbij de oude
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
25
ontsluitingsweg (Keern) uiteindelijk als langzaamverkeersroute in gebruik zal worden genomen. Hiermee is dus sprake van ingrijpende wijziging de weginfrastructuur. Voor de wijziging van de weginfrastructuur is door bureau Peutz akoestisch onderzoek verricht (‘Geluid- en luchtkwaliteitsonderzoek wegverkeer Structuurvisie Hoorn’, 15 september 2011 en ‘Akoestisch onderzoek naar de akoestische consequenties van het fysiek verhogen van de Provincialeweg ter hoogte van ’t Keern, 16 juli 2012). Het doel van het onderzoek is de geluidsbelasting vast te stellen ten gevolge van wegverkeer ter hoogte van de gevels van de nabijgelegen bestaande en geplande geluidsgevoelige bestemmingen (met name woningen en scholen). Hiertoe is een akoestisch rekenmodel opgesteld waarmee de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer is berekend voor zowel de huidige situatie (2011) bij de bestaande woningen als voor de toekomstige situatie (2025) inclusief de geplande wijziging van de weginfrastructuur bij de (dan nog) bestaande en geplande geluidgevoelige bestemmingen. De geluidsbelasting is getoetst aan de van toepassing zijnde geluidgrenswaarden uit de Wet geluidhinder. Uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van de nieuw geplande Carbasiusweg de maximale ontheffingswaarde van 63 dB uit de Wet geluidhinder ter plaatse van de bestaande geluidsgevoelige bestemmingen wordt overschreden. Nader onderzoek naar mogelijke geluidreducerende maatregelen is noodzakelijk. Voor de beide andere weggedeelten (Verlengde Westersingel en nieuwe verbinding aan de Maelsonstraat) wordt de maximale ontheffingswaarde ter plaatse van de bestaande geluidsgevoelige bestemmingen niet overschreden. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB uit de Wet geluidhinder wordt wel overschreden, zodat voor deze bestemmingen een aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd voor het vaststellen van een hogere waarde voor geluidhinder. Railverkeerslawaai Het Besluit Geluidhinder Spoorwegen (besluit van 25 maart 1987, houdende uitvoering van de artikelen 105, 106 en 129, Wgh) heeft ten doel regels te stellen met betrekking tot het voorkomen van nieuwe geluidhindersituaties. De procedures en grenswaarden voor de in het besluit genoemde situaties zijn onder meer van toepassing bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan. Op grond van de Wgh zijn in het Besluit geluidhinder geluidsemissie-eisen opgenomen die gelden bij de aanleg of vervangen van (een gedeelte van) een spoorweg. Het besluit geldt niet voor op de datum van inwerkingtreding ervan aanwezige of in aanbouw zijnde woningen langs een aanwezige of in aanleg zijnde spoorweg. In het besluit is bepaald dat langs iedere spoorweg een zone ligt, waarvan de breedte gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf varieert van 100 m tot 500 m.
26
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Voor de beide spoortrajecten die door het plangebied lopen, geldt een zonebreedte van 100 m. De meeste gebouwen die door het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt binnen deze zone, bevinden zich daar ook al in de huidige situatie. Wel wordt er een dagbesteding en activiteitencentrum gerealiseerd binnen deze zone. In de Wet geluidhinder gelden dergelijke instellingen echter niet als geluidsgevoelig object. Het is daarom niet nodig om een akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidbelasting als gevolg van spoorweglawaai. Vanuit het oogpunt van spoorweglawaai en industrielawaai is er geen belemmering voor de uitvoering van het plan. Met betrekking tot wegverkeerslawaai wordt voor het verlenen van een hogere waarde geluidhinder nog aanvullend onderzoek verricht.
5.3
Externe veiligheid De overheid heeft de afgelopen jaren veiligheidsnormen vastgelegd die in acht moeten worden genomen en waarmee zowel op het gebied van milieu als op het gebied van de ruimtelijke ordening rekening moet worden gehouden. Onderdeel van het veiligheidsbeleid is dat de afwegingen ten aanzien van risico's op ongevallen die doden en gewonden tot gevolg kunnen hebben duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt en niet langer onbewust of impliciet plaatsvinden. Binnen het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico zegt iets over de theoretische kans op overlijden op een bepaalde plaats voor een persoon die een jaar lang onbeschermd op die plaats zou verblijven. Hiervoor geldt dat een kans groter dan 1 op het miljoen per jaar (10-6/jaar) onacceptabel wordt geacht. De norm voor het plaatsgebonden risico is bij kwetsbare objecten een grenswaarde die niet mag worden overschreden. Voor beperkt kwetsbare bestemmingen geldt een genuanceerder beleid. Hiervoor is deze contour een richtwaarde. Tussen de PR10-5- en PR10-6-contour mogen zich gemotiveerd beperkt kwetsbare bestemmingen bevinden. In het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” (Bevi) worden grenswaarden gegeven voor het plaatsgebonden risico; voor het groepsgebonden risico zijn slechts richtwaarden (oriënterende waarden) gegeven. Overschrijding van orienterende waarden is toegestaan wanneer de gemeente dit voldoende kan motiveren. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Dit besluit is gebaseerd op de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
27
normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Er wordt nog gewerkt aan een Structuurvisie Buisleidingen. De provincie Noord-Holland heeft een risicokaart vervaardigd, waarop verschillende risicobronnen en risico-ontvangers zijn aangegeven. Op de risicokaart staan gegevens die met risico te maken hebben, zoals risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu. Om na te gaan of bij het planvoornemen ook aandachtspunten op het vlak van de externe veiligheid aanwezig zijn, is de risicokaart van de provincie NoordHolland geraadpleegd.
Figuur 8. Fragment risicokaart (Bron: Provincie Noord-Holland)
Van de risicokaart van de provincie Noord-Holland valt af te leiden dat in het plangebied en in de directe nabijheid ervan enkele risicobronnen zijn. Als risicobronnen staan op de risicokaart aangemerkt: -
Snelweg A7. Hiervoor staat weergegeven dat de 10-6 plaatsgebonden risicocontour ligt op een afstand van 50 meter. Binnen deze afstand vanaf de weg worden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten gerealiseerd. Ook is geen sprake van een toename van het groepsrisico.
-
Spoorlijn. Over het spoor vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats.
-
LPG-station Keern. Aan het Keern ligt een LPG-station. Deze bevindt zich in het plangebied. De risicobronnen hiervan zijn het vulpunt, het reservoir en de afleverinstallatie. Hiervoor geldt een 10-6 plaatsgebonden risicocontour van respectievelijk 35, 25 en 15 meter. Binnen deze contour worden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. Het invloedsgebied voor het groepsrisico bedraagt 150 meter. Binnen dit invloedsgebied worden geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten gerealiseerd die leiden tot een toename van het groepsrisico in het gebied.
28
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
In de nabijheid van het plangebied liggen geen planologisch relevante gasleidingen. Dit bestemmingsplan is een combinatie van een conserverend bestemmingsplan en een aantal nieuwe ontwikkelingen. De nieuwe ontwikkelingen: de nieuwbouw de uitbreiding van het Westfriesgasthuis en de aanleg van de Carbasiusweg, leiden niet tot een vergroting van risico’s in het kader van de externe veiligheid. De Milieudienst Westfriesland wijst erop dat in verband met het invloedsgebied van de Provincialeweg nagegaan moet worden of de ontwikkellocatie aan de Maelsonstraat tot een verhoging van het groepsrisico leidt. Voor de ontwikkellocatie aan de Maelsonstraat is door bureau DGMR onderzocht of wordt voldaan aan de normen voor externe veiligheid (‘Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten, Maelsonstraat e.o. Externe veiligheid: risicoanalyse Provincialeweg’, 12 oktober 2012). Uit het onderzoek blijkt dat overal aan het plaatsgebonden risico wordt voldaan. Ten opzichte van de huidige situatie neemt in de nieuwe situatie het groepsrisico toe van 0,37 naar 0,45 maal de oriëntatiewaarde. Een toename van 0,12. Deze toename van het groepsrisico zal verantwoord worden. Hiertoe wordt een rapport opgesteld. De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord dient hierop een advies uit te brengen. Na de verantwoording van de toename van het groepsrisico zijn er geen belemmeringen in het kader van externe veiligheid voor onderhavig bestemmingsplan te verwachten.
5.4
Hinder van bedrijven Op grond van de Wet milieubeheer zijn bedrijven en instellingen voor de exploitatie van het bedrijf verplicht te voldoen aan de eisen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit), waarbij onder andere rekening gehouden dient te worden met de omliggende woonbebouwing. Dit geldt tenzij anders bepaald is in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht of wanneer bedrijven in Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit zijn aangewezen als vergunningplichtige inrichting. Uit de geactualiseerde publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt de richtafstandenlijst voor milieubelastende activiteiten gehanteerd. Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf of voorziening en hindergevoelige objecten, zoals woningen, om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. De grootste afstand is bepalend. De genoemde maten zijn richtinggevend, maar met een goede motivering kan en mag hiervan worden afgeweken.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
29
Er dient te worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies. De aanwezigheid van de bestaande bedrijvigheid in het plangebied is aanvaardbaar op grond van de verleende (milieu)-vergunningen. De verleende (milieu)vergunningen bieden de garantie dat problemen tussen bestaande bedrijvigheid en hindergevoelige objecten in de toekomst in voldoende mate zijn afgedekt. In het plangebied komt een groot aantal bedrijven en instellingen voor met verschillende milieuzones. Dit zijn allemaal functies die binnen categorie 1, 2 of 3 vallen van de indeling zoals die wordt gehanteerd in de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). Hiervoor moet respectievelijk 10, 30 of 50 meter worden aangehouden tot gevoelige functies, zoals woningen. Niet in alle gevallen kan aan deze afstanden worden voldaan. Bij deze milieuafstanden wordt uitgegaan van scheiding van functies, terwijl het plangebied geen homogeen gebied is. Het gebied waar het om gaat is echter een aanloopgebied naar het centrum en heeft een grote diversiteit in functies. Het gebied kan daarom als ‘gemengd gebied’ worden gekenmerkt. In tegenstelling tot ‘rustige woongebieden’ zijn in dergelijke levendige gebieden milieubelastende activiteiten op kortere afstand van woningen mogelijk. De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door (milieu)hinder van bedrijven gehinderd.
5.5
Bodem In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in de toelichting op een bestemmingsplan inzicht verkregen moet worden over de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent dat er onder meer inzicht verkregen moet worden in de noodzakelijke financiële investering van een (mogelijk noodzakelijke) bodemsanering. Een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is een onderdeel van de onderzoeksverplichting bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. Hierbij wordt opgemerkt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening het bestemmen van gronden met een bodem van onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit met een hiervoor gevoelige bestemming in beginsel moet worden voorkomen. Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek van de betreffende verdachte locatie uitwijzen of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan worden vastgesteld of inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is
30
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen. Ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie spelen een rol bij de keuze van de saneringsvarianten. Carbasiusweg Een weg is geen gevoelige bestemming voor bodemverontreiniging. Omdat verontreinigingen in het tracé de kosten van een project echter aanzienlijk duurder kunnen maken is het van belang om tijdig inzicht te krijgen in de kwaliteit ter plaatse van het tracé. Voor de locatie van de nieuwe Carbasiusweg heeft een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden (HB Adviesbureau, ‘Uitgebreid onderzoek ter plaatse van de toekomstige Carbasiusweg te Hoorn’ van maart 2012). In dit onderzoek zijn verschillende verontreinigingen aangetroffen en zijn er aanbevelingen gedaan op welke manier hiermee omgegaan kan worden. Deze aanbevelingen zullen bij de uitvoering betrokken worden. Dampten 12 en 16 Ten behoeve van de aanleg van de Carbasiusweg zijn er zowel op Dampten 12 als op Dampten 16 bodemonderzoeken verricht (HB Adviesbureau, ‘Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van het perceel aan de Dampten 12 te Hoorn’ van maart 2012 en ‘Verkennend en nader bodemonderzoek ter plaatse van het perceel aan de Dampten 16 te Hoorn’, maart 2012). Om ruimte voor de weg te maken, zal het gebouw op Dampten 16 worden gesloopt, om vervolgens op het adres Dampten 12 weer nieuwbouw te realiseren. Hierin is geconcludeerd dat er een aantal lichte verontreinigingen voorkomen in de grond en het grondwater. De gemeten waarden vormen echter geen belemmering voor de toekomstige inrichting. Locatie Maelsonstraat naast Horizoncollege De locatie naast het Horizoncollege is voor diverse functies in gebruik geweest in het verleden: sportveld, werkplaats, sportzaal, fietsenstalling en voor een school. Op dit moment ligt het perceel braak. In 2005 heeft hier een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden op het buitenterrein en het sportveld van dit gedeelte van de toenmalige school. Er zijn enkele lichte verontreinigingen aangetroffen. Conclusie van het onderzoek was dat wat betreft bodemkwaliteit er geen beperkingen zijn voor de toekomstige inrichting. Voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen, moet dit onderzoek nog geactualiseerd worden. Maelsonstraat Voor de nieuwe ontsluiting aan de Maelsonstraat wordt het pand Maelsonstraat 22 gesloopt. In een bodemonderzoek dat in 2004 is opgesteld, zijn enkele lichte verontreinigingen aangetroffen. Bij de aanleg van de ontsluiting gelden de volgende aandachtspunten: -
sloop van het pand; aanvullend onderzoek na sloop op mogelijke aanwezigheid van asbest in de bodem;
-
afvoer van vrijkomende grond.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
31
Westfriesgasthuis Voor de uitbreiding van het Westfriesgasthuis zullen bodemonderzoeken verricht worden. Op basis van eerdere bodemonderzoeken in de directe omgeving worden geen belemmeringen verwacht voor de nog te realiseren uitbreidingen. Op sommige plaatsen moet voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen nog een bodemonderzoek verricht of geactualiseerd worden. Voor het overige geldt dat, wanneer er rekening gehouden wordt met de aanbevelingen zoals die in de genoemde onderzoeksrapporten opgenomen zijn wordt gewerkt, de kwaliteit van de bodem de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Spoortracé Voor de aanleg van de onderdoorgangen onder de spoorlijnen door zal een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd (in opdracht van Pro-Rail). De resultaten hiervan worden afgewacht.
5.6
Luchtkwaliteit Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op voorstel van de Minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. In 2012 is voor het jaar 2011 door de Milieudienst Westfriesland onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in de gemeente Hoorn. Uit dit onderzoek blijkt dat de luchtkwaliteitsnormen nergens in de gemeente worden overschreden. Ten opzichte van het jaar 2010 is er geen significante wijziging van de luchtkwaliteit. Voor de ontwikkelingen in het plangebied heeft een onderzoek plaatsgevonden naar luchtkwaliteit (‘Geluid- en luchtkwaliteitsonderzoek wegverkeer Structuurvisie Hoorn’, 15 september 2011). Uit het onderzoek blijkt dat voor het beschouwde peiljaar 2025 inclusief de geplande ontwikkelingen (situatie 2025) de berekende jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 op alle posities binnen het plangebied (buiten de directe wegen) ruimschoots voldoen aan de grenswaarde van 40 µg/m3. Het berekende aantal overschrijdingen van de uur-
32
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
gemiddelde grenswaarde voor NO2 en het berekende aantal overschrijdingen van het daggemiddelde voor PM10 op circa 5 meter langs de beschouwde wegen blijft binnen de grenswaarde van respectievelijk 18 en 35 maal. Er wordt voldaan aan de grenswaarden ten aanzien van luchtkwaliteit. Het plan mag ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit uitvoerbaar worden geacht.
5.7
Ecologie De planregels in het nieuwe bestemmingsplan maken het mogelijk dat in de toekomst (meestal beperkte) ruimtelijke ingrepen mogelijk zijn. Om te bepalen hoe dergelijke ingrepen zich verhouden tot de ecologische wet- en regelgeving (Natuurbeschermingswet en/of Flora- en faunawet) dient vooraf te worden vastgesteld of er negatieve effecten zijn te verwachten voor: -
middelzwaar beschermde plantensoorten;
-
wettelijk beschermde vissen;
-
jaarrond beschermde nestplaatsen van vogels;
-
(meer)vleermuizen.
Indien sprake is van effecten op één of meer van de genoemde soort(groep)en, dan dient een deskundige te bepalen welke vervolgstappen volgens de ecologische wet- en regelgeving noodzakelijk zijn. Toekomstige ingrepen veroorzaken ten aanzien van overige aspecten geen conflict met de ecologische wet- en regelgeving (Natuurbeschermingswet, regels omtrent de EHS en Flora- en faunawet), mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat broedende vogels en hun nesten niet worden verstoord (Flora- en faunawet). Om te bepalen hoe de geplande ingrepen zich verhouden tot de ecologische wet- en regelgeving (Natuurbeschermingswet 1998 en/of Flora- en faunawet) is een ecologisch onderzoek verricht door bureau Altenburg en Wymenga (‘Ecologische beoordeling bestemmingsplan Poort van Hoorn – Fase 1’, A&W-rapport 1778, 9 mei 2012). De conclusies uit het onderzoek zijn dat aanvullend onderzoek nodig is naar de voornoemde planten- en diersoorten. Voor de voorgenomen ontwikkeling is door Altenburg en Wymenga aanvullend onderzoek verricht naar de aanwezigheid van wettelijk beschermde vissen en verblijfplaatsen van vleermuizen (‘Aanvullend ecologisch veldonderzoek Poort van Hoorn’, 18 oktober 2012). De geplande ingrepen veroorzaken ten aanzien van overige aspecten geen conflict met de ecologische wet- en regelgeving (Natuurbeschermingswet 1998, regels omtrent de EHS en Flora- en faunawet), mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat broedende vogels en hun nesten niet worden verstoord (Flora- en faunawet).
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
33
Op basis van de resultaten van het aanvullende onderzoek voor enkele ingrepen in het kader van het project Poort van Hoorn, kan het volgende worden geconcludeerd: -
Voor de sloop van het pand aan Maelsonstraat 22 dient een ontheffingsaanvraag te worden ingediend voor het wegnemen van een paar verblijfplaatsen van Ruige dwergvleermuis.
-
De ingrepen veroorzaken geen conflict met de Flora- en faunawet ten aanzien van wettelijk beschermde vissen. Wel dienen werkzaamheden aan sloten in het kader van de Zorgplicht te worden uitgevoerd op een visvriendelijke wijze.
Na het verkrijgen van de noodzakelijke ontheffing en het toepassen van mitigerende maatregelen in het kader van de Zorgplicht, wordt de kans op onoverkomelijke bezwaren vanuit de wet- en regelgeving zeer gering geacht. Om deze reden mag het nieuwe bestemmingsplan uitvoerbaar worden geacht.
5.8
Water Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets. Het doel van de watertoets is het waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Door middel van de watertoets wordt in een vroegtijdig stadium aandacht besteed aan het wateraspect. Tegelijk met de aanleg van de nieuwe Carbasiusweg, wordt er ook een nieuwe waterstructuur gerealiseerd. In onderstaande afbeelding is de meest waarschijnlijke uitwerking van de toekomstige waterstructuur weergegeven. Er zal een nieuwe verbinding worden gerealiseerd door het plangebied heen. Deels is dit de verbreding van bestaande waterlopen, deels betreft dit nieuw water. Door middel van een duiker onder de begraafplaats worden de waterpartijen met elkaar verbonden. Het nieuwe oppervlaktewater dient tevens voor compensatie van de toename van het verharde oppervlak als gevolg van de aanleg van de nieuwe weg.
34
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Figuur 9. Beoogde nieuwe waterpartijen in aansluiting op de bestaande waterstructuur (Bron: gemeente Hoorn)
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
35
Ten opzichte van deze waterstructuur zijn er nog varianten. De ambitie bestaat om op termijn de duiker onder de begraafplaats te vervangen voor een watergang rondom de begraafplaats. Het bestemmingsplan maakt dit mogelijk. Watergangen zijn binnen de bestemmingen opgenomen. Het plan wordt in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro voorgelegd aan het Hoogheemraadschap. De reactie van het Hoogheemraadschap zal in deze paragraaf verwerkt worden.
5.9
Archeologie Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologische erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de introductie van het zogenaamde ‘veroorzakerprincipe’. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden. Ondertussen is dit vertaald in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) die op 1 september 2007 van kracht is geworden. Met name de Monumentenwet is door de Wamz aangepast en gaat concreet in op de bescherming van archeologische waarden in planologische procedures. Op 6 november 2007 heeft de gemeenteraad van Hoorn archeologiebeleid vastgesteld. Op de daarbij behorende Waardenkaart en in de beleidsnota is het hele gebied van de Singel, inclusief militaire objecten en de stadsgracht met haar wallenkanten, tot archeologisch waardevol gebied bestempeld. Ook de historische lintbebouwing is archeologisch waardevol gebied. Voor het plangebied heeft Archeologie West-Friesland drie rapporten opgesteld: ‘Archeologische quickscan Hoornse Poort’ (30 maart 2010), ‘Aanvullende archeologische quickscan’ (16 december 2011), ‘Archeologisch bureauonderzoek en advies voor de inpassing van de weg tussen de Provincialeweg en De Weel’ (2011). In de navolgende tekst wordt op de inhoud van deze rapporten ingegaan. Het gebied kent vier verschillende archeologische zones met elk hun eigen thematiek:
36
1.
Stadsverdediging.
2.
Pre-industriële nijverheid.
3.
Bewoningslinten.
4.
Leprozenhuis + begraafplaats.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
1.
De resten van de stadsverdediging komen voor langs en in de voormalige stadsgracht. Het betreft hier de tweede uitbreiding van de Hoornse stadsverdediging uit 1508/1510. Het gaat concreet om de stadsmuur aan de Noorderpoortgracht, twee torens en een waterpoort in deze stadsmuur. Het belangrijkste bouwwerk in het gehele plangebied is de Noorderpoort. Deze vormt de noordhoek van de Hoornse stadsverdediging. De vroegste aanwijzing van deze poort is uit 1426, de baksteen poort met bastion is in 1510 gebouwd, waar in 1552 een rondeel met een latere rondeel muur (1610) aan werd toegevoegd. Het gaat om een groot en zwaar verdedigingswerk. In de gracht en aan de landzijde van de gracht zijn eveneens resten van de stadverdediging te verwachten als sperren, sluizen en borstweringen. Ook de grachtbodem zal naar verwachting veel archeologische resten bevatten. Resten van de Noorderpoorttoren zijn in 2009 nog waargenomen en liggen op de kruising Keern-WeelNoorderveemarkt. Van de toren zijn veel prenten en schilderijen bekend. Het gehele voornoemde ensemble is van zeer hoge archeologische en cultuurhistorische waarde en beschermd door middel van de gemeentelijke waardenkaart. Elke voorgenomen verstoring van een deel of het gehele ensemble dient voorafgegaan te worden door de keten van archeologische monumentenzorg. Tevens zijn de resten behoudenswaardig op nationale schaal en zouden ter plaatse moeten worden geconserveerd.
2.
De pre-industriële nijverheid bestaat uit windmolens, rosmolens en een lijnbaan ter hoogte van de voormalige sloten aan het latere Pelmolenpad. Het betreft hier zowel grote watermolens als wind- en rosmolens voor diverse pre-industriële doeleinden als een lange lijnbaan. Daarnaast is er in een van de sloten een overtoom aanwezig. Dit hele ensemble is van archeologisch hoge waarde. Elke voorgenomen verstoring van een deel of het gehele ensemble dient voorafgegaan te worden door de keten van archeologische monumentenzorg. De resten zijn niet behoudenswaardig.
3.
West-Friesland kent geen geïsoleerde dorpen in een open landschap, maar vrijwel uitsluitend bewoning aan de lijnen waarlangs de ontginning in de middeleeuwen plaatsvond. Dit zijn de zogenaamde ‘linten’. Vanwege de verregaande verstoring van de oorspronkelijke linten sinds 1850 zijn deze slecht zichtbaar, maar historisch en archeologisch zeker aanwezig. Het betreft hier ten eerste de bebouwing aan weerszijden van het Keern. Ten tweede de resten aan de westoever voormalige veenrivier langs de Koepoortsweg (nu terrein Westfriesgasthuis). Een ander lint is dat van de Berkhouterweg, waar alleen mogelijke huisterpen en de bestaande stolpboerderij 28/30 van waarde is. Deze bestaande historische bebouwing met nabije omgeving per bewoonde kavel is van archeologische en bouwhistorische waarde. Elke voorgenomen verstoring van een deel of het gehele ensemble dient voorafgegaan te
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
37
worden door de keten van archeologische en bouwhistorische monumentenzorg. De resten zijn niet behoudenswaardig. 4.
In 1445 werd op de hoek van het Keern - Berkhouterweg (de gebouwen van het voormalige Rijkslandbouwproefstation) het Hoornse Leprozenhuis gebouwd. Dit was een functioneel baksteen gebouw met bijgebouwen. Tevens beschikte het over een kerkhof voor de melaatsen en pestlijders. Tijdens een uitbreiding van de Provincialeweg rond 1980 zijn hier diverse skeletten van dit kerkhof gevonden. De omvang en dichtheid van het kerkhof is onbekend. Ook is niet bekend welke resten van de leprozerie nog aanwezig zijn. Met de aanwezigheid van (veel) archeologische resten van (hoge) waarde dient terdege rekening te worden gehouden. Elke voorgenomen verstoring van een deel of het gehele ensemble dient voorafgegaan te worden door de keten van archeologische monumentenzorg.
Als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan is de kans reëel dat belangrijke archeologische resten worden geschaad. Dit betreft met name de resten van de stadverdediging (Noorderpoort). De leprozerie en begraafplaats zijn een onzekere factor. De resten van bewoningslinten en pre-industriële bouwwerken, dienen wel te worden onderzocht, maar vormen geen belemmering voor de planontwikkeling. Plekken waar de kans op archeologische resten groot is, zijn beschermd door middel van de bestemming ‘Waarde – Archeologie”. Bouw en graafwerkzaamheden kunnen daar alleen onder voorwaarden plaatsvinden. Met betrekking tot de archeologie mag dit plan uitvoerbaar worden geacht.
5.10
Cultuurhistorie De Modernisering Monumentenwet (MoMo) heeft tot een wijziging van artikel 3.6.1, lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geleid, waardoor ieder bestemmingsplan vanaf 1 januari 2012 tevens een analyse van cultuurhistorische waarden van het plangebied moet bevatten. In de toelichting van een bestemmingsplan dient een beschrijving opgenomen te zijn van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Hierbij dient ook de historische (stede)bouwkunde en historische geografie te worden meegenomen in de belangenafweging. Aangegeven dient te worden welke conclusies aan de geanalyseerde waarden worden verbonden en op welke wijze deze worden geborgd in het bestemmingsplan. In de archeologische quickscan van Archeologie West-Friesland is nader ingegaan op de cultuurhistorische waarden in het plangebied. De zone wordt doorsneden door de spoorlijn van Hoorn richting Amsterdam en door de spoorlijn van Hoorn richting Alkmaar. De eerste lijn dateert uit 1884 en de tweede lijn
38
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
uit 1898. Bij de aanleg van de spoorlijnen is geen rekening gehouden met oude structuren in het landschap. De zone wordt verder van oost naar west doorsneden door de Berkhouterweg. Deze weg verbond het Oosteinde van Berkhout met het Keern en dateert van oorsprong mogelijk al uit de 12e eeuw. De aanleg van de A7 heeft de aansluiting van het Oosteinde en de Berkhouterweg doorbroken. Op de kaart van Dou uit circa 1652 valt te zien dat aan de Berkhouterweg slechts drie huizen hebben gestaan. Alle drie percelen zijn tegenwoordig nog steeds bebouwd: Berkhouterweg 14, 15 en 28/30. Op dit laatste perceel staat een stolpboerderij, die uitwendig uit de 20ste eeuw dateert, maar naar alle waarschijnlijkheid gaat de constructie terug tot de 17e eeuw. Het westelijke gedeelte van het plangebied is een nog vrijwel onbebouwd gebied. Hier liggen de voetbalvelden van voetbalvereniging Zwaluwen. De sloot aan de oostkant van de voetbalvelden is een oude landschappelijke structuur. Hier is na de dijkdoorbraak van 1514 een dijk aangelegd rondom een binnendijks ontstaan meer: de Grote Waal. Na inpoldering van dit meer in 1627 werd de Grote Waal een polder met ringdijk en ringwater. De huidige sloot is het overblijfsel van dit ringwater. Aan de ringdijk hebben drie molens gestaan die onder de bebouwing van de Grote Waal liggen. Ter plekke van de voetbalvelden hebben, voor zover bekend, geen molens of huizen gestaan, met uitzondering van een huisplaats op de hoek van de ringdijk en de Middelweg. Deze huisplaats ligt vermoedelijk tegenwoordig onder de weg richting de rotonde of het parkeerterrein ten noorden van de Berkhouterweg. Als gevolg van het voorliggende bestemmingsplan zullen de genoemde cultuurhistorische waarden niet aangetast worden. In het plangebied is een aantal gemeentelijke monumenten. Het betreft de bebouwing op de volgende adressen: -
Keern 6;
-
Keern 24;
-
Keern 26;
-
Keern 27;
-
Keern 33.
Voor de woningen en het lijkenhuisje bij de begraafplaats worden geen ontwikkelingen voorzien in het bestemmingplan die hun karakteristieke waarde zouden kunnen aantasten. Vanuit het oogpunt van cultuurhistorie mag het plan uitvoerbaar worden geacht.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
39
5.11
Duurzaamheid De gemeente Hoorn heeft een duurzame, toekomstbestendige ontwikkeling hoog in het vaandel. Het gemeentebestuur heeft uitgesproken in 2040 klimaatneutraal te willen zijn. Ten aanzien van bestaand gebied worden geen regels opgenomen ten aanzien van duurzaamheid. Er wordt vooral gestreefd naar een vrijwillige en gezamenlijke inzet. De bestaande bouw is verantwoordelijk voor een groot deel van het totale energiegebruik van Hoorn. De gemeente voert met allerlei belanghebbenden (huurders, particuliere bezitters van woningen en bedrijven, corporaties) gesprekken om te komen tot gezamenlijke oplossingen. Te denken valt hierbij aan ondersteuning in de vorm van subsidies (ook het eenvoudiger aanvragen daarvan), waar mogelijk het soepeler verkrijgen van vergunningen en gezamenlijke aanschaf van duurzame artikelen; denk aan isolatiemateriaal en dergelijke. Door de alsmaar stijgende prijzen van energie zijn de investeringen in duurzame oplossingen steeds sneller terugverdiend. Naast veel aandacht voor energiegebruik is er ook aandacht voor andere duurzame strategieën, zoals het optimaal benutten van de beschikbare ruimte. Daarnaast wordt voor zover mogelijk gestreefd naar gecombineerde ontwikkelingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een plan van twee initiatiefnemers om de door hen gewenste bebouwing op een gezamenlijke halfondergrondse parkeervoorziening te realiseren. Het bestemmingsplan is een instrument waarin enkele duurzame energie aspecten geregeld kunnen worden. Zo kunnen in de planregels en/of op de verbeelding randvoorwaarden voor passieve en actieve zonne-energie als zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ter vermijding van schaduwwerking worden vastgelegd. De mogelijkheden zijn echter beperkt. Voor ambitieuze duurzame energie doelstellingen dienen derhalve extra instrumenten, zoals privaatrechtelijke overeenkomsten, ingezet te worden. Omdat de gemeente binnen dit plangebied geen grondpositie heeft op de percelen waar ontwikkelingen plaatsvinden, is inzet van dat instrument niet aan de orde. De plaatsing van zonnecollectoren en fotovoltaïsche cellen op daken is mogelijk. De plaatsing van windturbines is binnen de regels van het bestemmingsplan niet mogelijk.
5.12
Vormvrije m.e.r.-beoordeling Op 1 april 2011 is het Besluit milieueffectrapportage gewijzigd. Het aantal situaties waarvoor een milieueffectrapportage (m.e.r.) verplicht moet worden uitgevoerd, is verminderd. Er zijn nu meer situaties waar eerst beoordeeld moet worden of een m.e.r. moet worden uitgevoerd. Het komt er op neer dat
40
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
voor elk besluit of plan dat betrekking heeft op activiteit(en) die voorkomen op de D-lijst van het Besluit die beneden de drempelwaarden vallen een toets moet worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen zijn. Voor deze toets, die dus een nieuw element is in de m.e.r.-regelgeving, wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd. Deze paragraaf voorziet in deze beoordeling. Het onderhavige bestemmingsplan behelst de realisatie van een weg en (opnieuw) in de invulling van een aantal stedelijke ontwikkelingen. De weg wordt niet aangemerkt als ‘autoweg’ en heeft minder dan vier rijstroken (in en uitvoegstroken tellen daarin niet mee). Dit onderdeel van het plan komt zowel op zogenoemde C en D-lijst niet voor. De stedelijke ontwikkelingen kunnen worden aangemerkt als een stedelijk ontwikkelingsproject (categorie D 11.2). De omvang van het onderhavige plan ligt ruim echter onder de drempelwaarden die in het Besluit m.e.r. zijn gesteld. De milieueffecten van het project zijn in de voorgaande paragrafen beschreven. Dit inclusief de milieugevolgen van de Carbasiusweg. Hieruit blijkt dat de activiteiten geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu hebben (afstand tot gevoelige gebieden in relatie tot de ingreep, de locatie en de omgeving hebben geen bijzondere kenmerken waardoor er een verwaarloosbare kans is op belangrijke nadelige effecten, de activiteit leidt niet tot grote emissies, de ruimtelijke consequenties van het plan zijn beperkt e.d.). Naar alle Europese criteria voor de afweging hieromtrent is gekeken. Het bestemmingsplan geeft geen aanleiding voor een vervolgonderzoek in het kader van een m.e.r. of een m.e.r.-beoordeling. Ten gevolge van het bestemmingsplan zullen geen belangrijke nadelige milieugevolgen optreden. Het bestemmingsplan geeft geen aanleiding voor een vervolgonderzoek in het kader van een m.e.r. of een m.e.r.-beoordeling.
5.13
Kabels en leidingen In het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die planologischjuridische bescherming verdienen. Wel is een aantal planologische ‘niet-relevante’ leidingen aanwezig. Voor deze ondergrondse infrastructuur kent het plan de volgende uitgangspunten. De persleiding vanuit het gemaal Lambert Meliszweg wordt verlegd vanuit de Prismalocatie en de Kometenstraat. Deze komt te liggen in De Weel en de Zuiderkruisstraat, waar hij weer aansluit op de boring onder het spoor door. De persleiding vanuit het minigemaal Pelmolenpad loost nu op het riool in de Prismalocatie. Deze wordt verlegd naar het riool in het Pelmolenpad. Het vrijvervalriool in de Kometenstraat wordt opnieuw gelegd en wijzigt van afstroomrichting, richting de Zuiderkruisstraat. De vervallen persleidingen en het vrijvervalriool, ter hoogte van de Carbasiusweg, worden verwijderd.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
41
42
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
6
J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g
6.1
Inleiding Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening Op 1 juli 2008 zijn de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld op grond van de Wro en het Bro. Op grond van artikel 3.1.3 van het Bro moet een bestemmingsplan worden uitgewerkt in: -
een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven;
-
bestemmingen die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
-
regels die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
-
voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsregels.
Ook moet op grond van artikel 3.1.6 van het Bro een bestemmingsplan samengaan met een toelichting waarin ten minste zijn opgenomen: -
een onderbouwing van de in het bestemmingsplan gemaakte keuze van bestemmingen;
-
de resultaten van de (noodzakelijke) voor het bestemmingsplan uitgevoerde onderzoeken;
-
de resultaten van het overleg en de inspraak op grond van artikel 3.1.1 van het Bro.
Op grond van artikel 1.2.1 van het Bro (in werking getreden op 1 januari 2010) moet het bestemmingsplan digitaal beschikbaar gesteld worden. Om dit mogelijk te maken moet het bestemmingsplan worden uitgewerkt in een zogenoemde GML. In de GML is er een koppeling tussen de kaart, regels en toelichting (het bestemmingsplan) gemaakt. Deze koppeling van de kaart, regels en toelichting is de zogenoemde verbeelding van het bestemmingsplan. Hiervoor moet het bestemmingsplan worden opgesteld overeenkomstig de RO-standaarden: -
Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008);
-
Standaard toegankelijkheid ruimtelijke instrumenten (STRI2008);
-
Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2008 (PRBP2008).
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
43
Dit bestemmingsplan is zo opgesteld dat het digitaal beschikbaar gesteld kan worden. Dit betekent dat: -
alle verschillende onderdelen van de kaart een zogenoemde IMRO2008code hebben;
-
de digitale kaart is opgesteld volgens de standaardtechniek voor uitwisseling GML;
-
de regels overeenkomstig de SVBP2008 zijn opgesteld;
-
de toelichting en regels digitaal aan de kaart zijn gekoppeld.
Wet algemene bepalingen omgevingsrech t Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wabo is een deel van de Wro opgenomen in de Wabo. Op grond van de Wabo en het Bor is de omgevingsvergunning ingevoerd. In de omgevingsvergunning worden verschillende vergunningtrajecten (zoals bouwvergunning, milieuvergunning etc.) gebundeld. In artikel 2.1 van de Wabo is een algemeen gebruiksverbod opgenomen. Op grond hiervan is voor een gebruik dat op grond van een bestemmingsplan niet is toegestaan een omgevingsvergunning noodzakelijk. Door de inwerkingtreding van de Wabo en het Bor is een aantal begrippen op grond van de Wro vervallen. Deze begrippen worden ook in de SVBP2008 gebruikt. In september 2010 zijn er door Geonovum, als beheerder van de ROstandaarden, werkafspraken voor de SVBP2008 uitgegeven. Op basis van deze afspraken is er in bestemmingsplannen geen sprake meer van ontheffingen maar van afwijkingen. De in het overgangsrecht opgenomen bouwvergunning is vervangen door een omgevingsvergunning voor het bouwen.
6.2
Bestemmingsplanprocedure In de Wro en het Bro zijn wettelijke regels voor de bestemmingsplanprocedure vastgelegd. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden: Voorbereidingsfase Voor het opstellen van een voorontwerpbestemmingsplan verricht de gemeente onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, naar de bestaande toestand en naar mogelijke en wenselijke ontwikkelingen binnen een gemeente. Het voorontwerpbestemmingsplan wordt voor overleg gezonden aan de in artikel 3.1.1 van het Bro genoemde instanties. Bovendien wordt het voorontwerp ter inzage gelegd voor inspraak op de wijze zoals die in de gemeentelijke inspraakverordening is vastgelegd. De gemeente reageert vervolgens op het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en de inspraak door in de toelichting van het plan op de gemaakte op- en aanmerkingen in te gaan en aan te geven welk standpunt de gemeente daarover inneemt.
44
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Ontwerpfase Na aankondiging in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen wordt het ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder zienswijzen over het ontwerp naar voren brengen. Vaststellingsfase Na afloop van de termijn van de terinzagelegging stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast. Beroepsfase Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Uiterlijk 6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
6.3
Toelichting op de bestemmingen Dit plan is er op gericht het beheer en de ontwikkeling van het plangebied Pelmolenpad, Dampten, Maelsonstraat e.o. mogelijk te maken. Hieronder worden de bestemmingen die in het plan zijn opgenomen kort besproken. Agrarisch - Onbebouwd De bestemming heeft betrekking op agrarische cultuurgrond. Het betreft percelen die veelal in gebruik zijn als weiland. Deze percelen worden nu hobbymatig gebruikt. Daar waar bebouwing aanwezig is, wordt dit planologisch mogelijk gemaakt via het bouwvlak. Bedrijf Nabij het spoor zijn drie bedrijfsgebouwen voorzien van de bestemming ‘Bedrijf’. Het LPG-tankstation is aangeduid op de plankaart. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven. Bedrijf - Nutsvoorziening Binnen deze bestemming vallen de openbare nutsvoorzieningen. De bouwhoogte van deze voorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 meter. Bedrijf – Tuincentrum Deze bestemming ‘Bedrijf - Tuincentrum’ betreft het tuincentrum in het plangebied. In de bestemming is ook ondersteunende horeca begrepen. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
45
Gemengd – 1 Deze bestemming beslaat een groot deel van het plangebied. De bestemming bevat bedrijven in de milieucategorie 1 en 2, maatschappelijke instellingen en dienstverlening. Behalve de bestaande bedrijfswoningen zijn woningen niet toegestaan. Langs de Provincialeweg zijn nieuwe geluidgevoelige functies alleen toegestaan als deze met een dove gevel naar deze weg worden gebouwd. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven. Gemengd – 2 De bestemming ‘Gemengd - 2’ betreft de gronden tussen de Van Dedemstraat en de Provincialeweg. Op deze plek zijn kantoren en/of woningen toegestaan. Woningen mogen alleen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “wonen” en als deze aan de zijde van de Provincialeweg worden gebouwd met een dove gevel. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven. Groen De groenstroken binnen het plangebied hebben deze bestemming gekregen. Hiermee wordt beoogd het stedelijk groen te behouden. In deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor de onderdoorgang van de te realiseren Carbasiusweg, is de aanduiding “tunnel” opgenomen. Kantoor De bestemming ‘Kantoor’ betreft grond tussen de Maelsonstraat en de Provincialeweg. Op deze plek zijn kantoren toegestaan. Maatschappelijk – Begraafplaats De begraafplaatsen in het plangebied zijn als zodanig bestemd. Er mag in deze bestemming alleen een gebouw voor het beheer en onderhoud worden gebouwd. Maatschappelijk – Medisch Centrum Deze bestemming betreft het Westfriesgasthuis. Naast het ziekenhuis zijn de bijbehorende (zorg)voorzieningen in de bestemming begrepen. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven. Maatschappelijk – Uitvaartcentrum Het uitvaartcentrum in het plangebied is als zodanig bestemd. Het crematorium en de overige uitvaartvoorzieningen zijn in de bestemming begrepen. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven.
46
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
Recreatie – Volkstuin De volkstuinen in het plangebied zijn voorzien van deze bestemming. In de bestemming is één centraal gebouw toegestaan. Daarnaast is per volkstuin één gebouw van maximaal 10 m2 toegestaan. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 2 m bedragen. Sport De sportvelden zijn voorzien van de bestemming ‘Sport’. Gebouwen mogen alleen in het bouwvlak worden gebouwd. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan die met een aanduiding op de plankaart is aangegeven. Verkeer Hieronder vallen de doorgaande wegen binnen het plangebied. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor de onderdoorgang onder het spoor door, de onderdoorgang Provincialeweg-Keern en voor de onderdoorgang van de te realiseren Carbasiusweg is de aanduiding “tunnel” opgenomen. Verkeer – Parkeren Deze bestemming betreft de parkeerplaats aan het Pelmolenpad. Naast de parkeerplaats zijn ook wegen en straten onderdeel van de bestemming. In deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Verkeer – Railverkeer Deze bestemming betreft de spoorlijnen in het plangebied. In deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor de onderdoorgang van de te realiseren Carbasiusweg en voor de onderdoorgang voor het langzaamverkeer ter plaatse van het Keern, is de aanduiding “tunnel” opgenomen. Verkeer – Verblijf Binnen deze bestemming vallen wegen en straten met hoofdzakelijk een functie voor verblijf, alsmede ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden. In deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Water Het water in het plangebied is als zodanig bestemd. Ook het nieuwe te realiseren water heeft deze bestemming gekregen. Dit water heeft een structurele betekenis voor berging en afvoer van hemelwater. Ook in deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wonen De woningen langs het Keern, Pelmolenpad en De Weel zijn voorzien van de bestemming ‘Wonen’. Woningen mogen alleen in het bouwvlak worden gebouwd. Maximale goot- en bouwhoogte zijn met een aanduiding op de plankaart aangegeven.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
47
Wonen - Stolpboerderij De woningen die in de westhoek van het plangebied vallen binnen deze bestemming. De woningen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. Verder is aangesloten bij de bestemming ‘Wonen – Stolpboerderij’ die ook in andere plannen van de gemeente voorkomt. Waarde – Archeologie De dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ voorziet in een beschermende regeling voor gebieden met een hoge archeologische (verwachtings)waarde. Deze bestemming is een aanvulling op de andere bestemmingen. Overig In hoofdstuk 3 van de regels zijn de algemene regels van het plan opgenomen. Hierin staat de anti-dubbeltelregel vermeld. De anti-dubbeltelregel voorziet in het tegengaan van oneigenlijk gebruik van de bestemmingsregels. In de ‘Algemene bouwregels’ zijn regels opgenomen ten behoeve van het parkeren. De ‘Algemene gebruiksregels’ bevatten algemene bepalingen voor het gebruik. In de ‘Algemene aanduidingsregels’ is voorzien in een regeling voor de veiligheidszone van het LPG-station. Ook de ‘Algemene afwijkingsregels’ zijn in dit hoofdstuk ondergebracht. De algemene afwijkingsregels hebben betrekking op alle in het plan opgenomen bestemmingen. In hoofdstuk 4 van de regels is het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Deze zijn opgenomen in overeenstemming met de in het Bro voorgeschreven tekst.
48
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
7
U i t v o e r b a a r h e i d
Op basis van artikel 9, lid 2 Bro bestaat de verplichting om inzicht te geven in
de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Tevens is een paragraaf over handhaving van het plan toegevoegd.
7.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Over het voorontwerp van het bestemmingsplan wordt, overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening, aan een ieder de gelegenheid tot het indienen van een inspraakreactie geboden. De resultaten daarvan komen in het volgende hoofdstuk aan de orde. Eveneens wordt het plan op grond van artikel 3.1.1 Bro voor overleg aan een aantal (mogelijk) belanghebbende (overheids)instanties aangeboden. De resultaten hiervan worden eveneens in het volgende hoofdstuk behandeld.
7.2
Economische uitvoerbaarheid Dit bestemmingsplan kent een tekort. De kosten zijn hoger dan de opbrengsten. De kosten betreffen hoofdzakelijk: -
de aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg voor de binnenstad voor het gemotoriseerde verkeer, met doorgangen onder het Dampten en het spoor (Carbasiusweg);
-
het opwaarderen van de huidige toegangweg (Keern) tot volwaardige route voor het langzame verkeer, met doorgangen onder de Provincialeweg en het spoor;
-
de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg vanaf de Maelsonstraat op de Provincialeweg.
Tegenover deze kosten staan geen opbrengsten van gronduitgifte. Het bestemmingsplan is voor een groot deel conserverend. Het biedt vrijwel geen mogelijkheden tot het toevoegen van nieuwe functies. Voor zover dat wel het geval is, zijn er geen mogelijkheden tot kostenverevening. De kosten worden daarom gedekt vanuit de gemeentelijke begroting en met bijdragen van het Rijk, de provincie, ProRail en de NS. Het bestemmingsplan is daarmee economisch uitvoerbaar.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
49
7.3
Exploitatieplan De Grondexploitatiewet stelt als onderdeel van de Wro een gegarandeerd kostenverhaal als eis aan bestemmingsplannen. Daarom maakt een zogenaamd exploitatieplan verplicht onderdeel uit van het bestemmingsplan, tenzij het kostenverhaal op een andere wijze is gegarandeerd. De kosten voor het voorliggende plan zijn anderszins verzekerd. Een exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet is dan ook niet noodzakelijk.
7.4
Handhaving Het beleid en de doelstellingen van het bestemmingsplan kunnen alleen worden gerealiseerd wanneer het bestemmingsplan ook daadwerkelijk gehandhaafd wordt. Dit houdt in ieder geval in dat het plangebied regelmatig wordt gecontroleerd op illegale bouwwerken en gebruiksvormen en er tijdens bouwwerkzaamheden gecontroleerd wordt dat er gebouwd wordt overeenkomstig de verleende vergunning(en). De gemeente zal hiervoor zorg dragen. Deze werkzaamheden passen binnen het handhavingsbeleid van de gemeente en kunnen binnen de bestaande structuren worden uitgevoerd. De handhaving is gediend met een goed en duidelijk bestemmingsplan. Dit voorkomt immers misverstanden en interpretatiekwesties. Om deze reden is in dit plan gekozen voor gerichte bestemmingen én een duidelijke formulering van de regels. Bovendien bevat de toelichting een heldere beschrijving van het plan en van de regels. De regelingen in het bestemmingsplan zijn mede met het oog op een goede handhaving gemaakt. De regelingen sluiten aan op andere nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente. Gemeente, bouwbedrijven en opdrachtgevers hebben in het kader van de handhaving ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Zo heeft de gemeente, naast de toezichthoudende taak, eveneens de taak om alle betrokken partijen van de juiste bestemmingsplaninformatie te voorzien en om een ieder aan te sporen het bestemmingsplan op een juiste manier uit te voeren. Particulieren en bouwbedrijven dienen de gemaakte afspraken en omgevingsvergunningen voor het bouwen na te komen en ook de opdrachtgevers dienen zich aan de spelregels te houden. Wat betreft het toezicht en de controle op de regelingen en vergunningen in relatie tot waterstaatkundige zaken, zoals de schouw op sloten, geldt dat hier de verantwoordelijkheid primair bij het Hoogheemraadschap Hollandsnoorderkwartier ligt.
50
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving 17 december 2012
R e g e l s
I n h o u d s o p g a v e Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
Artikel 2
Wijze van meten
3 10
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Agrarisch - Onbebouwd
13
Artikel 4
Bedrijf
15
Artikel 5
Bedrijf - Nutsvoorziening
18
Artikel 6
Bedrijf - Tuincentrum
19
Artikel 7
Gemengd - 1
21
Artikel 8
Gemengd - 2
24
Artikel 9
Groen
27
Artikel 10 Kantoor
28
Artikel 11 Maatschappelijk - Begraafplaats
30
Artikel 12 Maatschappelijk - Medisch Centrum
31
Artikel 13 Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
33
Artikel 14 Recreatie - Volkstuin
35
Artikel 15 Sport
37
Artikel 16 Verkeer
39
Artikel 17 Verkeer - Parkeren
41
Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
42
Artikel 19 Verkeer - Verblijf
43
Artikel 20 Water
44
Artikel 21 Wonen
45
Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
50
Artikel 23 Waarde - Archeologie
55
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
59
Artikel 25 Algemene bouwregels
60
Artikel 26 Algemene gebruiksregels
61
Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
62
Artikel 28 Algemene afwijkingsregels
64
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 29 Overgangsrecht
67
Artikel 30 Slotregel
68
Bijlagen
H o o f d s t u k I n l e i d e n d e
1 r e g e l s
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.
het plan: het bestemmingsplan “Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving” van de gemeente Hoorn;
2.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0405.Pelmolenpdeo-VO01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
3.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4.
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5.
aan-huis-verbonden beroep: het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, dat wordt uitgeoefend in of bij een woning (met inbegrip van aan- en uitbouwen), waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
6.
ambachtelijk bedrijf: een bedrijf waar het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven;
7.
archeologische waarde: de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
8.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw(en) zijnde;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
3
9.
bedrijf: een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt;
10.
bedrijfsvloeroppervlakte: de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte;
11.
bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
12.
bestaand: a. ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: -
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
b. ten aanzien van het overige gebruik: 13.
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
14.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
15.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
16.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
17.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
18.
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel;
19.
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
4
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
20.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
21.
consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten : het beroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, niet zijnde een aan-huis-verbonden beroep, dan wel ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis op de begane grond dan wel op de verdieping met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en waarbij het moet gaan om een in bijlage 2, genoemde bedrijfsactiviteit dan wel naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijfsactiviteit;
22.
cultuurgrond: grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die worden gebruikt voor het agrarisch bedrijf, dan wel hobbymatig agrarisch in gebruik zijn;
23.
dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
24.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
25.
dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling: een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
26.
dove gevel: een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
5
27.
erf: de oppervlakte van het bouwperceel voor zover 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;
28.
erotisch getinte vermaaksfunctie : een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
29.
gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
30.
geluidsgevoelige objecten : gebouwen die dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
31.
geluidszoneringsplichtige inrichting : een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
32.
growshop: een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
33.
hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
34.
horecabedrijf categorie 3 (ondersteunende horeca) : een inrichting waarbij de horeca-activiteit (bestaand uit het verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, al of niet gepaard gaande met het verstrekken van kleine eetwaren en/of maaltijden) niet het hoofdaandeel van de exploitatie uitmaakt en altijd ondergeschikt is aan een andere hoofdactiviteit, een georganiseerde activiteit of statutaire doelstelling;
6
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
35.
kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
36.
kantoor: een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of naar aard gelijk te stellen gebied;
37.
kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
38.
maatschappelijke voorzieningen : educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
39.
maatvoeringsvlak: een op de verbeelding aangegeven vlak dat binnen een bestemmingsvlak een onderscheid aangeeft tussen bijvoorbeeld gebruik, maximale bouwhoogten, maximaal bebouwingspercentage, maximum aantal wooneenheden e.d.;
40.
nutsvoorzieningen: een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water, en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
41.
overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
7
42.
peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: -
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
-
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
c. voor een aan- of uitbouw bij een hoofdgebouw:
- de bovenkant van de afgewerkte vloer van het hoofdgebouw; d. indien in of op het water wordt gebouwd: - het Normaal Amsterdams Peil; 43.
productiegebonden detailhandel : detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
44.
risicogevoelig bouwwerk c.q. object : een bouwwerk c.q. object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, dat kan worden aangemerkt in de zin van dat besluit als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object;
45.
risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
46.
seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
47.
smartshop: een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
8
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
48.
tuincentrum: een detailhandelsvestiging met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak waar voor de aanleg, inrichting en onderhoud van particuliere tuinen, bedrijfsmatig tuingerelateerde producten, materialen, artikelen en dierbenodigdheden voor huisdieren te koop worden aangeboden;
49.
verkoopvloeroppervlakte: de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
50.
voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
51.
vuurwerkbedrijf: een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
52.
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
53.
woonhuis: een gebouw, dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 1 Begrippen
9
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b.
diepte van een erker: tussen de gevel van het hoofdgebouw en de buitenzijde van de gevel van de erker;
c.
de goothoogte van een bouwwerk : vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
d.
de inhoud van een bouwwerk : tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
e.
de bouwhoogte van een bouwwerk : vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
f.
de oppervlakte van een bouwwerk : tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
g.
lengte, breedte en diepte van een gebouw : tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
h.
afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
10
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 2 Wijze van meten
H o o f d s t u k
2
B e s t e m m i n g s r e g e l s
Artikel 3 Agrarisch - Onbebouwd
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch – Onbebouwd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
cultuurgrond;
b.
sloten, bermen en beplanting,
waarbij de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd, met de daarbij behorende: c.
paden;
d.
gebouwen;
e.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2
Bouwregels
3.2.1. Gebouwen: Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a.
als gebouw mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
b.
bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
c.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” bedragen.
3.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde: Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m;
b.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a.
de verkeerssituatie;
b.
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 3 Agrarisch - Onbebouwd
13
3.4
Omgevingsvergunning
voor
het
uitvoeren
van
een
werk, geen bouwwerk zijnd e, of van werkzaamheden 3.4.1. Vergunningplicht: Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a.
het ophogen en afgraven van gronden;
b.
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen.
3.4.2. Uitzondering: Het bepaalde in sublid 3.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a.
het normale onderhoud betreffen;
b.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
3.4.3. Toetsingscriteria: De omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het agrarisch gebied.
14
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 3 Agrarisch - Onbebouwd
Artikel 4 Bedrijf
4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1, onder de categorieën 1 en 2;
b.
een verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen met lpg”;
c.
productiegebonden detailhandel;
d.
productie-/bedrijfsgebonden kantoren;
e.
een gemeentelijke rayonpost, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - rayonpost”,
met de daarbij behorende: f.
wegen en paden;
g.
water;
h.
nutsvoorzieningen;
i.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
j.
tuinen, erven en terreinen;
k.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen, met uitzondering van het bestaande verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG en vuurwerkbedrijven zijn niet in de bestemming begrepen.
4.2
Bouwregels
4.2.1. Voor het bouwen van de in lid 4.1, sub a tot en met e en i, genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
4.2.2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 4 Bedrijf
15
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
4.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
4.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 4.2.1. sub b en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 12 m;
b.
het bepaalde in lid 4.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erfen terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
c.
het bepaalde in lid 4.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 12 m.
4.5
Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
16
a.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor partijverkopen;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 4 Bedrijf
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
d.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren;
e.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfswoningen en overige bewoning;
f.
het opslaan van materiaal voor zover het gronden betreft die gelegen zijn voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s).
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 4 Bedrijf
17
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
5.1
Bestemmingsregels
De voor ‘Bedrijf – Nutsvoorziening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
openbare nutsvoorzieningen;
b.
naar de aard van de onder a genoemde gebouwen gelijk te stellen gebouwen, met uitzondering van risicovolle inrichtingen,
met de daarbij behorende: c.
terreinen;
d.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2
Bouwregels
5.2.1. Voor het bouwen van de in lid 5.1, sub a en b genoemde gebouwen geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 5 m.
5.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
5.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
18
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 6 Bedrijf - Tuincentrum
6.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf – Tuincentrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
een tuincentrum, met dien verstande dat:
-
ten hoogste 30% van het netto verkoopvloeroppervlak mag worden gebruikt voor de verkoop van dierproducten;
-
het buitenterrein mag niet worden gebruikt voor de verkoop van dierproducten;
b.
horecabedrijf categorie 3,
met de daarbij behorende: c.
wegen en paden;
d.
water;
e.
nutsvoorzieningen;
f.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
g.
groenvoorzieningen;
h.
verblijfsdoeleinden;
i.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2
Bouwregels
6.2.1. Voor het bouwen van de in lid 6.1 sub a, b en f genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de goot- en bouwhoogte van een gebouw mogen niet meer bedragen dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
6.2.2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 6 Bedrijf - Tuincentrum
19
hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m; d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
6.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
6.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 6.2.1. sub b en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 12 m;
b.
het bepaalde in lid 6.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erfen terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
c.
het bepaalde in lid 6.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 8 m.
6.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen;
b.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel anders dan detailhandel voor het tuincentrum;
d.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, zodanig dat de gezamenlijke horecavloeroppervlakte meer dan 100 m² bedraagt.
20
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 6 Bedrijf - Tuincentrum
Artikel 7 Gemengd - 1
7.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd-1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1, onder de categorieën 1 en 2;
b.
maatschappelijke voorzieningen;
c.
kantoren;
d.
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
e.
productiegebonden detailhandel;
f.
bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoningen”,
met de daarbij behorende: g.
wegen en paden;
h.
water;
i.
nutsvoorzieningen;
j.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
k.
geluidschermen;
l.
tuinen, erven en terreinen;
m.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn niet in de bestemming begrepen.
7.2
Bouwregels
7.2.1. Voorwaarde voor het bouwen van gebouwen: Het bouwen van gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige objecten langs de Provincialeweg is uitsluitend toegestaan wanneer een goed woon- en/of leefklimaat voldoende is verzekerd door de realisatie van een dove gevel. 7.2.2. Voor het bouwen van de in lid 7.1, sub a tot en met f en j, genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage (%)” aangegeven percentage bedragen;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 7 Gemengd - 1
21
d.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
7.2.3. Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden daarnaast de volgende regels: a.
bedrijfswoningen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” worden gebouwd, met dien verstande dat per aanduiding 1 bedrijfswoning mag worden gebouwd;
b.
de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 350 m³, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt.
7.2.4. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de hoofdgebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
d.
de bouwhoogte van geluidschermen mag niet meer bedragen dan 3 m;
e.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
7.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
7.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
22
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 7 Gemengd - 1
a.
het bepaalde in lid 7.2.2. sub b en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 12 m;
b.
het bepaalde in lid 7.2.4. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erfen terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
c.
het bepaalde in lid 7.2.4. sub e en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 8 m.
7.5
Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfswoningen en overige bewoning, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;
d.
het opslaan van materiaal voor zover het gronden betreft die gelegen zijn voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s).
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 7 Gemengd - 1
23
Artikel 8 Gemengd - 2
8.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd-2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
kantoren;
b.
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
c.
maatschappelijke voorzieningen;
d.
woongebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “wonen”,
met de daarbij behorende: e.
wegen en paden;
f.
water;
g.
nutsvoorzieningen;
h.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
i.
tuinen, erven en terreinen;
j.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
met dien verstande dat: k.
parkeren niet is toegestaan, ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein uitgesloten”.
8.2
Bouwregels
8.2.1. Voorwaarde voor het bouwen van gebouwen: Het bouwen van gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige objecten langs de Provinciale weg is uitsluitend toegestaan wanneer een goed woon- en/of leefklimaat voldoende is verzekerd door de realisatie van een dove gevel. 8.2.2. Voor het bouwen van de in lid 8.1, sub a tot en met d en h, genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
8.2.3. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
24
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 8 Gemengd - 2
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
8.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
8.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 8.2.3. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erfen terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
b.
het bepaalde in lid 8.2.3. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 8 m.
8.5
Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfswoningen en overige bewoning, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen”;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 8 Gemengd - 2
25
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;
d.
het opslaan van materiaal voor zover het gronden betreft die gelegen zijn voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s).
26
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 8 Gemengd - 2
Artikel 9 Groen
9.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
groenstroken en beplanting;
b.
waterlopen en waterpartijen;
c.
parkeervoorzieningen en inritten;
d.
een onderdoorgang voor het (weg)verkeer ter plaatse van de aanduiding “tunnel”;
e.
geluidschermen;
f.
paden;
g.
sloten en bermen,
met de daarbij behorende: h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2
Bouwregels
9.2.1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 9.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
9.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a.
de verkeerssituatie;
b.
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 9 Groen
27
Artikel 10 Kantoor
10.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
kantoren;
b.
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen,
met de daarbij behorende: c.
wegen en paden;
d.
water;
e.
nutsvoorzieningen;
f.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
g.
tuinen, erven en terreinen;
h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 B o u w r e g e l s 10.2.1. Voor het bouwen van de in lid 10.1, sub a, b en f genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
10.2.2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
28
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 10 Kantoor
10.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
10.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 10.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
b.
het bepaalde in lid 10.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 5 m.
10.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor het wonen;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 10 Kantoor
29
Artikel 11 Maatschappelijk - Begraafplaats
11.1 B e s t e m m i n g s r e g e l s De voor ‘Maatschappelijk – Begraafplaats’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
een begraafplaats;
b.
gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer,
met de daarbij behorende: c.
groenvoorzieningen;
d.
verhardingen;
e.
nutsvoorzieningen;
f.
terreinen;
g.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 B o u w r e g e l s 11.2.1. Voor het bouwen van de in lid 11.1, sub b, genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 50 m²;
b.
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
11.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
b.
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
11.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
30
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 11 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 12 Maatschappelijk - Medisch Centrum
12.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Maatschappelijk - Medisch Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
een ziekenhuis;
b.
zorginstellingen;
c.
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen ten behoeve van a en b;
d.
horecabedrijf categorie 3,
met de daarbij behorende: e.
wegen en paden;
f.
water;
g.
nutsvoorzieningen;
h.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
i.
tuinen, erven en terreinen;
j.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 B o u w r e g e l s 12.2.1. Voor het bouwen van de in lid 12.1, sub a tot en met d en h genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
12.2.2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 12 Maatschappelijk - Medisch Centrum
31
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
12.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
12.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 12.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
b.
het bepaalde in lid 12.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 12 m.
32
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 12 Maatschappelijk - Medisch Centrum
Artikel 13 Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
13.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Maatschappelijk - Uitvaartcentrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
een uitvaartcentrum met crematorium;
b.
horecabedrijf categorie 3,
met de daarbij behorende: c.
wegen en paden;
d.
water;
e.
nutsvoorzieningen;
f.
parkeervoorzieningen;
g.
tuinen, erven en terreinen;
h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2 B o u w r e g e l s 13.2.1. Voor het bouwen van de in lid 13.1, sub en b genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
13.2.2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 13 Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
33
13.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
13.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 13.2.1. sub b en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 8 m;
b.
het bepaalde in lid 13.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt vergroot tot ten hoogste 2 m;
c.
het bepaalde in lid 13.2.2. sub d en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 12 m.
13.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
34
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van wonen;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 13 Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
Artikel 14 Recreatie - Volkstuin
14.1 B e s t e m m i n g s r e g e l s De voor ‘Recreatie - Volkstuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
volkstuinen;
b.
gebouwen voor beheer van de volkstuinen;
c.
waterlopen en waterpartijen;
d.
parkeervoorzieningen en inritten;
e.
paden;
f.
sloten en bermen,
met de daarbij behorende: g.
terreinen;
h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2 B o u w r e g e l s 14.2.1. Voor het bouwen van gebouwen voor de in lid 14.1, sub a genoemde functie gelden de volgende regels:
a. b. c.
per volkstuin mag ten hoogste 1 gebouw worden gebouwd; de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 10 m² bedragen; de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 2 m bedragen.
14.2.2. Voor het bouwen van de in lid 14.1, sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a.
een gebouw voor het beheer van de volkstuinen mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”.
14.2.3. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
b.
de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, voor zover gebouwd vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen niet meer bedragen dan 2 m²;
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 14 Recreatie - Volkstuin
35
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
14.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
14.4 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
36
a.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 14 Recreatie - Volkstuin
Artikel 15 Sport
15.1 B e s t e m m i n g s r e g e l s a.
sport- en speelterreinen;
b.
gebouwen ten behoeve van: 1. sport- en trainingsfaciliteiten; 2. kleedruimtes en sanitaire voorzieningen; 3. onderhoud en beheer; 4. horecabedrijf categorie 3,
met de daarbij behorende: c.
wegen en paden;
d.
water;
e.
nutsvoorzieningen;
f.
(gebouwde) parkeervoorzieningen;
g.
tuinen, erven en terreinen;
h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2 B o u w r e g e l s 15.2.1. Voor het bouwen van de in lid 15.1, sub b en f genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
c.
de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder is.
15.2.2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
b.
de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 20 m;
c.
de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer bedragen dan 10 m;
d.
de bouwhoogte van tribunes mag niet meer bedragen dan 6 m;
e.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 15 Sport
37
15.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
15.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: -
het bepaalde in lid 15.2.1, sub a, en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de buiten het bouwvlak gelegen gebouwen niet meer mag bedragen dan 50 m².
15.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: -
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
-
38
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 15 Sport
Artikel 16 Verkeer
16.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wegen, straten en paden, waarbij het aantal rijstroken voor wegverkeer niet meer dan 2 mag bedragen, uitgezonderd;
b.
-
ter plaatse van kruispunten;
-
ter plaatse van de Provincialeweg;
-
calamiteitenstroken;
een onderdoorgang voor het (langzaam)verkeer ter plaatse van de aanduiding “tunnel”;
c.
geluidschermen,
met de daarbij behorende: d.
groenstroken en beplanting;
e.
sloten en waterpartijen;
f.
nutsvoorzieningen;
g.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
met dien verstande dat: -
de te realiseren Carbasiusweg wordt ingericht zoals weergegeven in hoofdstuk 4 van de plantoelichting;
-
ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van verkeer - verhoogde ligging”, ten opzichte van de bestaande hoogte, de Provincialeweg met maximaal 0,95 m en het Keern met maximaal 1,2 m omhoog worden gebracht;
-
in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bushaltehavens zijn begrepen;
-
de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een wijziging van het aantal rijstroken voorziet.
16.2 B o u w r e g e l s 16.2.1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 16.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
b.
de bouwhoogte van geluidschermen mag niet meer bedragen dan 3 m;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 16 Verkeer
39
c.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 5 m.
16.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
40
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 16 Verkeer
Artikel 17 Verkeer - Parkeren
17.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Verkeer - Parkeren’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
parkeerterrein,
met de daarbij behorende: b.
wegen en straten;
c.
paden;
d.
groenvoorzieningen;
e.
sloten, bermen en beplanting;
f.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2 B o u w r e g e l s 17.2.1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 17.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
b.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 5 m.
17.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 17 Verkeer - Parkeren
41
Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
18.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
spoorwegvoorzieningen;
b.
voorzieningen voor het openbaar vervoer;
c.
een onderdoorgang voor het (weg)verkeer ter plaatse van de aanduiding “tunnel”;
d.
geluidschermen;
e.
groenvoorzieningen;
f.
water(lopen);
g.
nutsvoorzieningen,
met de daarbij behorende: h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2 B o u w r e g e l s 18.2.1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 18.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regel: -
de bouwhoogte van geluidschermen mag niet meer bedragen dan 3 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 5 m.
18.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
42
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
Artikel 19 Verkeer - Verblijf
19.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Verkeer - Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wegen en straten;
b.
paden;
c.
geluidschermen;
d.
parkeervoorzieningen;
e.
groenvoorzieningen;
f.
sloten, bermen en beplanting,
met de daarbij behorende: g.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
19.2 B o u w r e g e l s 19.2.1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 19.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
b.
de bouwhoogte van geluidschermen mag niet meer bedragen dan 3 m;
c.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 5 m.
19.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 19 Verkeer - Verblijf
43
Artikel 20 Water
20.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
b.
waterpartijen,
met de daarbij behorende: c.
oevers;
d.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen.
20.2 B o u w r e g e l s 20.2.1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 20.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
20.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede waterhuishouding en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
44
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 20 Water
Artikel 21 Wonen
21.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huisverbonden beroep of een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit;
b.
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
c.
het bestaande dienstverlenend bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “dienstverlening”,
met de daarbij behorende: d.
tuinen en erven;
e.
water;
f.
nutsvoorzieningen;
g.
parkeervoorzieningen;
h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
21.2 B o u w r e g e l s 21.2.1. Bouwwerken: Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
-
de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken, hoofdgebouwen niet meegerekend, mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het erf bedragen.
21.2.2. Hoofdgebouwen: Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. b.
als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; per bouwvlak mag ten hoogste één hoofdgebouw worden gebouwd, dan wel het aantal aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”;
c. d.
een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd; de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”;
e.
een hoofdgebouw dient te zijn voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 30° en ten hoogste 60°, waarbij indien er sprake is van een bestaande kap, de bestaande kapconstructie en kapvorm gehandhaafd dient te blijven.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 21 Wonen
45
21.2.3. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen: Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a.
de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd, tenzij: 1. in de bestaande situatie een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping minder dan 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw is gesitueerd, in welk geval de bestaande situatie geldt; 2. het erkers of carports betreft in welk geval de volgende regels gelden: -
erkers mogen worden gebouwd over maximaal 85% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
-
de diepte van een erker mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
-
carports mogen worden gebouwd op ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan;
b.
de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 40% van de oppervlakte van het erf bedragen tot: 1. 75 m², indien het bouwperceel kleiner of gelijk is dan 250 m²; 2. 95 m², indien het bouwperceel kleiner of gelijk is dan 500 m²; 3. 115 m², indien het bouwperceel kleiner of gelijk is dan 750 m²; 4. 135 m², indien het bouwperceel kleiner of gelijk is dan 1.000 m²; 5. 155 m², indien het bouwperceel groter is dan 1.000 m², met dien verstande dat maximaal 75% van de onder 1 tot en met 5 genoemde oppervlaktematen mag worden benut voor bijgebouwen;
c.
de afstand van een aan-, uitbouw, bijgebouw of overkapping tot de insteek van een waterloop dient ten minste 1 m te bedragen;
d.
de breedte van een aan- of uitbouw of een overkapping aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
e.
de diepte van een aan de oorspronkelijke zij- of achtergevel gebouwde aan- of uitbouw of overkapping mag: 1. niet meer dan 3 m gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedragen, indien het erf een diepte heeft van minder dan 20 m, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw; 2. niet meer dan 4,5 m gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedragen, indien het erf een diepte heeft van 20 m of meer, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw;
f.
een aan- of uitbouw aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag worden voorzien van een kap, waarvan de dakhelling niet meer mag bedragen dan 20°;
g.
een aan -of uitbouw aan de zijgevel van een hoofdgebouw mag worden voorzien van een kap die minimaal 2 m minder hoog is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
46
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 21 Wonen
h.
de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;
i.
de goothoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m;
j.
de nokhoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan 4 m;
k.
indien een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping is voorzien van een plat dak, mogen op het dak geen afscheidingen worden gebouwd.
21.2.4. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 2 m;
b.
in afwijking van het bepaalde onder a mogen terrein- en erfafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 2 m indien een aan- of uitbouw, een bijgebouw of overkapping vóór de voorgevel het hoofdgebouw is gesitueerd;
c.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
21.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 21 Wonen
47
21.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, met een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 21.2.2. sub c in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
- deze vergunning uitsluitend wordt verleend ten behoeve van de uitbreiding van een bestaande aan- of uitbouw aan de zijgevel met een dakopbouw, zodanig dat er sprake is van een hoofdgebouw; b.
het bepaalde in lid 21.2.2. sub d in die zin dat de goothoogte van de asymmetrische kap wordt doorbroken waarbij de goothoogte aan de achterzijde van het hoofdgebouw wordt verhoogd tot maximaal de goothoogte aan de voorzijde van het hoofdgebouw;
c.
het bepaalde in lid 21.2.2 sub d in die zin dat de in de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven maximale goot- en bouwhoogte wordt vergroot tot ten hoogste een extra bouwlaag van het hoofdgebouw, mits:
-
de vergroting niet leidt tot een afbreuk aan de stedenbouwkundige samenhang van de gehele straat of straatwand;
d.
het bepaalde in lid 21.2.2 sub e in die zin dat een hoofdgebouw geheel of gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak;
e.
het bepaalde in lid 21.2.3 sub a in die zin dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping minder dan 3 m achter dan wel in de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd;
f.
het bepaalde in lid 21.2.3 sub b in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen mag worden vergroot met ten hoogste 30 m², mits:
-
de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de huisvesting van minder validen;
g.
het bepaalde in lid 21.2.3 sub d in die zin dat de breedte van een aanof uitbouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt vergroot, mits:
-
de breedte ten hoogste 1 m minder breed is dan de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat de breedte van de aan- of uitbouw of de overkapping niet meer dan 6 m mag bedragen;
f.
het bepaalde in lid 21.2.3 sub e in die zin dat de diepte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6 m gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel, mits:
g.
48
- deze vergroting wordt voorzien van een plat dak; het bepaalde in lid 21.2.3 sub g in die zin dat de kap van een aan -of uitbouw aan de zijgevel van een hoofdgebouw wordt verhoogd;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 21 Wonen
h.
het bepaalde in lid 21.2.3 sub j in die zin dat de nokhoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 6 m.
21.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a.
het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
b.
het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
c.
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit zodanig dat: 1. het uiterlijk van de betreffende woning wordt aangetast; 2. de maximale bedrijfsvloeroppervlakte (met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen) meer dan 20 m² bedraagt; 3. de activiteit niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning; 4. er sprake is van detailhandels- en/of horeca-activiteiten; 5. de activiteit een zodanige verkeersaantrekkende werking heeft dat verkeersoverlast of verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn; 6. onevenredige afbreuk plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; 7. het woongenot en de privacy van omwonenden onevenredig wordt geschaad; 8. de activiteiten worden aangemerkt als inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (meldingsplichtige- of vergunningsplichtige inrichtingen);
d.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, horecadoeleinden en/of bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 21 Wonen
49
Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
22.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Wonen - Stolpboerderij’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huisverbonden beroep of een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit;
b.
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen,
met de daarbij behorende: c.
tuinen en erven;
d.
water;
e.
nutsvoorzieningen;
f.
parkeervoorzieningen;
g.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
22.2 B o u w r e g e l s 22.2.1. Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, hoofdgebouwen niet meegerekend, mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het erf.
22.2.2. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a.
als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
b.
een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
c.
per bouwvlak mag ten hoogste één hoofdgebouw worden gebouwd, dan wel het aantal aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”;
d.
de bestaande uitwendige hoofdvorm, bepaald door de bestaande goothoogte, nokrichting en dakvorm dient gehandhaafd te blijven.
22.2.3. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a.
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen”, tenzij het erkers of carports betreft in welk geval de volgende regels gelden: 1. erkers mogen worden gebouwd over maximaal 85% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw; 2. de diepte van een erker mag niet meer bedragen dan 1,5 m; 3. carports mogen worden gebouwd op ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan;
50
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
b.
de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 40% van de oppervlakte van het erf bedragen tot: 1. 115 m², indien het bouwperceel kleiner of gelijk is dan 750 m²; 2. 135 m², indien het bouwperceel kleiner of gelijk is dan 1.000 m²; 3. 155 m², indien het bouwperceel groter is dan 1.000 m², met dien verstande dat maximaal 75% van deze oppervlakte mag worden benut voor bijgebouwen;
c.
de afstand van een aan-, uitbouw, bijgebouw of overkapping tot de insteek van een waterloop dient ten minste 1 m te bedragen;
d.
de breedte van een aan- of uitbouw of een overkapping aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
e.
een aan -of uitbouw aan de zijgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan achter de achtergevel van een hoofdgebouw mag worden voorzien van een kap die minimaal 2 m minder hoog is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
f.
de goot- en bouwhoogte van een aan- of uitbouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping mogen niet meer dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m bedragen;
g.
de goothoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m;
h.
de bouwhoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan 4 m;
i.
indien een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping is voorzien van een plat dak, mogen op het dak geen afscheidingen worden gebouwd.
22.2.4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1 m mag bedragen;
b.
in afwijking van het bepaalde onder a mogen terrein- en erfafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 2 m indien een aan- of uitbouw, een bijgebouw of overkapping vóór de voorgevel het hoofdgebouw is gesitueerd;
c.
de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m, met uitzondering van antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
51
22.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b.
de zuidoriëntatie van bebouwing, dakhellingen, nokrichtingen en onderlinge oriëntatie van bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van passieve en actieve zonne-energie.
22.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in sublid 22.2.2 sub d en toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de bestaande uitwendige hoofdvorm, mits:
b.
c.
d.
e.
52
1. het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit; 2. de handhaving van het bouwwerk in redelijkheid niet kan worden gevergd en door middel van financiële tegemoetkomingen of anderszins de onevenredig nadelige gevolgen niet opgeheven kunnen worden; 3. de kappen worden uitgevoerd in piramidevorm, met een dakhelling van globaal 45°; het bepaalde in lid 22.2.3. sub a en toestaan dat een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping buiten het gebied ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd, mits: - geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de stolpboerderij; het bepaalde in lid 22.2.3. sub b en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen mag worden vergroot met ten hoogste 30 m², mits: - de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de huisvesting van minder validen; het bepaalde in lid 22.2.3. sub d in die zin dat de breedte van een aanof uitbouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt vergroot, mits: - de breedte ten hoogste 1 m minder breed is dan de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat de breedte van de aan- of uitbouw of de overkapping niet meer dan 6 m mag bedragen; het bepaalde in lid 22.2.3. sub e en toestaan dat de kap van een aan -of uitbouw aan de zijgevel van een hoofdgebouw wordt verhoogd;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
f.
het bepaalde in lid 22.2.3. sub h en toestaan dat de bouwhoogte van een bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 6 m.
22.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s 22.5.1. Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a.
het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
b.
het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
c.
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit, zodanig dat: 1. het uiterlijk van de betreffende woning wordt aangepast; 2. de maximale bedrijfsvloeroppervlakte (met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen) meer dan 20 m² bedraagt; 3. de activiteit niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning; 4. er sprake is van detailhandels- en/of horeca activiteiten; 5. de activiteit een zodanige verkeersaantrekkende werking en verkeersoverlast tot gevolg heeft dat verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn; 6. onevenredige afbreuk plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; 7. het woongenot en de privacy van omwonenden onevenredig wordt geschaad; 8. de activiteiten worden aangemerkt als inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (meldingsplichtige- of vergunningsplichtige inrichtingen);
d.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, horecadoeleinden en/of bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit.
22.6 A f w i j k e n v a n d e g e b r u i k s r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.5.1, sub c, en toestaan dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor: a.
ambachtelijke bedrijven;
b.
ateliers;
c.
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
d.
logiesverstrekking,
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
53
mits: 1.
de woonfunctie niet onevenredig wordt aangetast;
2.
de activiteiten qua ruimtelijke uitstraling passend zijn in de omgeving;
3.
het parkeren op eigen erf plaatsvindt en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van de activiteit niet onevenredig toeneemt;
4.
er geen sprake is van een onevenredige toename van de verkeersdruk in de naaste omgeving.
54
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 22 Wonen - Stolpboerderij
Artikel 23 Waarde - Archeologie
23.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: -
het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
23.2 B o u w r e g e l s 23.2.1. Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 50 m², moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag: a.
de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld, en:
b.
in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
23.2.2. Indien uit het in lid 23.2.1, genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning: a.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
b.
de verplichting tot het doen van opgravingen;
c.
de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
23.3 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n w e r ken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 23.3.1. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen: a.
het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 23 Waarde - Archeologie
55
b.
het uitvoeren van overige grondbewerkingen;
c.
het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting;
d.
het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen.
23.3.2. Het bepaalde in lid 23.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a.
het normale onderhoud betreffen;
b.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c.
in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie;
d.
niet dieper gaan dan 0,50 m beneden het maaiveld en een kleinere oppervlakte dan 50 m² beslaan.
23.3.3. De in lid 23.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden. 23.3.4. Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag: a.
de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld, en:
b.
in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
23.3.5. Indien uit het in lid 23.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning: a.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
b.
de verplichting tot het doen van opgravingen;
c.
de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
56
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 23 Waarde - Archeologie
H o o f d s t u k A l g e m e n e
3 r e g e l s
Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
59
Artikel 25 Algemene bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen, met inachtneming van de volgende regels: a.
Ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s moet in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
b.
De in sub a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van een haaks parkeervak ten minste 2,5 m bij 5 m bedragen waarbij het parkeervak met 0,35 m verlengd of verbreed moet worden indien het vak op de korte zijde dan wel aan de lange zijde grenst aan een harde wand zoals een hek, schutting of muur; 2. indien de afmetingen van een langsparkeervak ten minste 2 m bij 6 m bedragen waarbij het parkeervak met 0,35 m verbreed moet worden indien het vak op de lange zijde grenst aan een harde wand als een hek, schutting of muur; 3. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte – voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,5 m bij 5 m bedragen.
c.
Bij het stellen van een nadere eis worden de parkeernormen zoals weergeven in bijlage 2 gehanteerd.
d.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
60
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 25 Algemene bouwregels
Artikel 26 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor het houden van evenementen, met uitzondering van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties met een laag hinderniveau en, indien daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning of ontheffing is vereist, deze is verleend;
b.
het storten van puin en afvalstoffen;
c.
het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
d.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
e.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van smart- en growshops;
f.
het gebruik van gronden en bouwwerken waardoor een parkeerbehoefte ontstaat waarmee niet wordt voldaan aan de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 2, met uitzondering van het bestaande gebruik waarbij minimaal de bestaande parkeervoorzieningen dienen te worden gehandhaafd, indien niet wordt voldaan aan de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 2.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 26 Algemene gebruiksregels
61
Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
27.1 V e i l g h e i d s z o n e - L p g 27.1.1. Aanduidingsomschrijving: Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege de aanwezigheid van een risicovolle inrichting. 27.1.2. Bouwregels: Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg” geldt voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel: -
anders dan in de basisbestemming is bepaald, mogen op de in lid 27.1.1 bedoelde gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
27.1.3. Afwijken van de bouwregels: Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 27.1.2 en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits: -
het afwijken van de toepasselijke richtwaarden om gewichtige redenen wordt afgewogen, en:
-
het groepsrisico wordt verantwoord.
27.1.4. Specifieke gebruiksregels: Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg” worden in ieder geval de volgende gebruiksvormen aangemerkt als strijdig met deze aanduiding: -
het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object (met uitzondering van het bestaande gebruik, voor zover het gebruik betreft dat niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan).
27.1.5. Wijzigingsbevoegdheid: Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door: a.
de aanduiding “veiligheidszone – lpg” te verwijderen. Hierbij geldt de volgende voorwaarde: 1. de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
b.
de aanduiding “veiligheidszone – lpg” te wijzigen (verkleinen). Hierbij gelden de volgende voorwaarden: 1. voor de risicovolle inrichting is een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend of gewijzigd;
62
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 3. binnen de gewijzigde zone bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
63
Artikel 28 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeerssituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
b.
de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10 m;
c.
de regels en toestaan dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd, mits: 1. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 3 m zal bedragen; 2. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 15 m² zal bedragen;
d.
de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat antenne-installaties en daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op gebouwen worden geplaatst, mits: 1. de bouwhoogte van het betreffende bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten hoogste 5 m gemeten vanaf de voet, mag bedragen; 2. wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;
e.
de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40 m, mits wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;
f.
de regels en toestaan dat bestemmings- c.q. bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
g.
de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeerssituatie en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
h.
het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt vergroot, mits: 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen; 2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
64
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 28 Algemene afwijkingsregels
H o o f d s t u k O v e r g a n g s -
4 e n
s l o t r e g e l s
Artikel 29 Overgangsrecht
29.1 O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n a.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b.
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het gestelde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
c.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
29.2 O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k a.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c.
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 29 Overgangsrecht
67
Artikel 30 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ......................
68
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat e.o. 17 december 2012 Artikel 30 Slotregel
B i j l a g e n
B i j l a g e S t a a t
1 :
v a n
B e d r i j v e n
&$7(*25,(
$)67$1'
*522767(
*(9$$5
/$1'%28:(1',(1679(5/(1,1* 7%9'(/$1'%28:
*(/8,'
$)67$1'(1,10(7(56
672)
206&+5,-9,1*
*(85
6%,
QXPPHU
6%,
SODQWVRHQHQGLHQVWHQHQ
KRYHQLHUVEHGULMYHQER Pð
9(59$$5',*,1*9$1
92(',1*60,''(/(1(1'5$1.(1
%URRGIDEULHNHQEURRGHQ EDQNHWEDNNHULMHQ
YFNJPHHOZHHNELM
WP
WP
JHEUXLNYDQFKDUJHRYHQV
&
9HUYDDUGLJLQJYDQZLMQFLGHUHG
&
9(59$$5',*,1*9$1./(',1*
%(5(,'(1(19(59(19$1%217
9HUYDDUGLJLQJYDQNOHGLQJHQ WRHEHKRUHQH[FOYDQOHHU
+287,1'8675,((19(59$$5',*,1*
$57,.(/(19$1+2875,(7.85. ('
.XUNZDUHQULHWHQ
YOHFKWZHUNIDEULHNHQ
8,7*(9(5,-(1'58..(5,-(1(1 5(352'8.7,(9$123*(120(1
0(',$
8LWJHYHULMHQNDQWRUHQ
.OHLQHGUXNNHULMHQHQ NRSLHHULQULFKWLQJHQ
$
*UDILVFKHDIZHUNLQJ
%
%LQGHULMHQ
*UDILVFKHUHSURGXNWLHHQ]HWWHQ
2YHULJHJUDILVFKHDNWLYLWHLWHQ
'
5HSURGXNWLHEHGULMYHQRSJHQRPHQ
PHGLD
9(59$$5',*,1*9$1&+(0,6&+( 352'8.7(1
)DUPDFHXWLVFKHSURGXNWHQIDEULHNHQ
YHUEDQGPLGGHOHQIDEULHNHQ
9(59$$5',*,1*9$1*/$6
$$5'(:(5.&(0(17.$/.(1 *,36352'8.7(1
$DUGHZHUNIDEULHNHQ
YHUPRJHQHOHNWULVFKHRYHQVWRWDDO N:
9(59$$5',*,1*9$1 .$172250$&+,1(6(1&20387(56
$
.DQWRRUPDFKLQHVHQ
&$7(*25,(
$)67$1'
*522767(
*(9$$5
*(/8,'
FRPSXWHUIDEULHNHQLQFOUHSDUDWLH
$)67$1'(1,10(7(56
672)
206&+5,-9,1*
*(85
6%,
QXPPHU
6%,
9(59$$5',*,1*9$129(5(/(.75
0$&+,1(6$33$5$7(1(1
%(12',*'+
(OHNWURWHFKQLVFKHLQGXVWULHQHJ
9(59$$5',*,1*9$10(',6&+((1 237,6&+($33$5$7(1(1
,167580(17(1
)DEULHNHQYRRUPHGLVFKHHQ RSWLVFKHDSSDUDWHQHQLQVWUXPHQWHQ $
HGLQFOUHSDUDWLH
9(59$$5',*,1*9$10(8%(/6(1 29(5,*(*2('(5(11(*
0HXEHOVWRIIHHUGHULMHQERP
)DEULFDJHYDQPXQWHQVLHUDGHQHG
0X]LHNLQVWUXPHQWHQIDEULHNHQ
%28:1,-9(5+(,'
DDQQHPHUVEHGULMYHQPHW
ZHUNSODDWVERPð
+$1'(/5(3$5$7,(9$1$872 6 02725),(76(1
%(1=,1(6(59,&(67$7,216
+DQGHOLQDXWR VHQPRWRUILHWVHQ UHSDUDWLHHQVHUYLFHEHGULMYHQ
%
$XWREHNOHGHULMHQ
$XWRZDVVHULMHQ
+DQGHOLQDXWRHQ
PRWRUILHWVRQGHUGHOHQHQ
DFFHVVRLUHV
%HQ]LQHVHUYLVHVWDWLRQV
]RQGHU/3*
+$1'(/6%(0,''(/,1*
+DQGHOVEHPLGGHOLQJNDQWRUHQ
*UWKLQEORHPHQHQSODQWHQ
*UWKLQGUDQNHQ
*UWKLQWDEDNVSURGXNWHQ
*5227+$1'(/(1
*UWKLQVXLNHUFKRFRODGHHQ
VXLNHUZHUN *UWKLQNRIILHWKHHFDFDRHQ
VSHFHULMHQ
*UWKLQRYHULJHYRHGLQJVHQ JHQRWPLGGHOHQ
*UWKLQRYHULJH
FRQVXPHQWHQDUWLNHOHQ
*UWKLQRYHULJHLQWHUPHGLDLUH
&$7(*25,(
$)67$1'
*522767(
*(9$$5
*(/8,'
JRHGHUHQ
$)67$1'(1,10(7(56
672)
206&+5,-9,1*
*(85
6%,
QXPPHU
6%,
2YHULJHJUWKEHGULMIVPHXEHOV
HPEDOODJHYDNEHQRGLJGKHGHQHG
'(7$,/+$1'(/(15(3$5$7,(7%9
3$57,&8/,(5(1
5HSDUDWLHWEYSDUWLFXOLHUHQH[FO DXWR VHQPRWRUILHWVHQ
3267(17(/(&20081,&$7,(
3RVWHQNRHULHUVGLHQVWHQ
&
$
7HOHFRPPXQLFDWLHEHGULMYHQ
&
$
9HUKXXUYDQHQKDQGHOLQRQURHUHQG JRHG
9(5+8859$1 75$1632570,''(/(10$&+,1(6
$1'(5(52(5(1'(*2('(5(1
3HUVRQHQDXWRYHUKXXUEHGULMYHQ
JRHGHUHQQHJ
&20387(56(59,&((1 ,1)250$7,(7(&+12/2*,(
'
9HUKXXUEHGULMYHQYRRUURHUHQGH
$
&RPSXWHUVHUYLFHHQ LQIRUPDWLHWHFKQRORJLHEXUHDX VHG
63(85(1217:,..(/,1*6:(5.
1DWXXUZHWHQVFKDSSHOLMNVSHXUHQ
RQWZLNNHOLQJVZHUN
5
0DDWVFKDSSLMHQ
JHHVWHVZHWHQVFKDSSHOLMNRQGHU]RHN
29(5,*(=$.(/,-.( ',(1679(5/(1,1*
$
2YHULJH]DNHOLMNHGLHQVWYHUOHQLQJ NDQWRUHQ
WP
WP
WP
WP
)RWRHQILOPRQWZLNNHOFHQWUDOHV
9HLOLQJHQYRRUKXLVUDDGNXQVWHG
0,/,(8',(1679(5/(1,1*
$ $IYDOYHUZHUNLQJVEHGULMYHQ
YHUZHUNLQJIRWRFKHPLVFKHQ $ JDOYDQRDIYDO
29(5,*(',(1679(5/(1,1*
&KHPLVFKHZDVVHULMHQHQYHUYHULMHQ
$
:DVYHU]HQGLQULFKWLQJHQ
'
&
5
5
B i j l a g e
2 :
P a r k e e r n o r m e r i n g e n
Parkeerkencijfers Pelmolenpad, Dampten, Maelsonstraat e.o. In het gebied Pelmolenpad, Dampten, Maelsonstraat e.o. zullen verschillende functies een plek krijgen. Per functie moet maatwerk worden geleverd wat betreft het benodigde aantal parkeerplaatsen. Vertrekpunt bij het bepalen van dit parkeeraantal zijn de normeringen zoals hieronder. De ontwikkeling in het gebied Pelmolenpad, Dampten, Maelsonstraat e.o. heeft een dusdanige dynamische ontwikkeling dat het niet wenselijk is om harde parkeernormeringen te formuleren. Markttechnisch moet het mogelijk zijn dat de ontwikkelende partij/gemeente de mogelijkheid heeft om flexibel met parkeernormeringen om te gaan. Voorbeeld: het ene kantoor is het andere niet. Kantoor X kan mogelijk wel worden gefaciliteerd met parkeerplaatsen, kantoor Y om o.a. duurzaamheidsredenen, niet. Ook kunnen marktpartijen zelf bepalen in welke mate zij hun personeel/bezoek wil faciliteren. Bovendien zal het gebied te maken krijgen met bouwfaseringen. Juist op dit soort locaties is dubbelgebruik een vereiste. Bij elke ontwikkeling moet in samenwerking met de desbetreffende (markt)partij afzonderlijk gekeken worden naar een reële behoefte aan parkeerplaatsen. Hierbij moet het totaalplaatje (dubbelgebruik) niet uit het oog worden verloren en moet Parkeerbalans Om het aantal benodigde parkeerplaatsen te bepalen moet een parkeerbalans gemaakt worden. Met een parkeerbalans wordt onderzocht of een gecombineerd gebruik van parkeerplaatsen mogelijk is. Hiervoor kunnen de bijgevoegde aanwezigheidspercentages toegepast worden.
Wonen norm auto per
Indien parkeren op eigen terrein mogelijk is dan conform onderstaande tabel vb. goedkope woning, enkele oprit zonder garage: 1,5-0,8=0,6 in openbaar gebied
Eengezinswoningen goedkoop middelduur duur
1,5 1,7 1,9
woning woning woning
Appartementen goedkoop middelduur duur
1,4 1,5 1,6
appartement appartement appartement
Overig starterswoning zorgwoning verpleeg- en verzorgingstehuis
1,3 0,4 0,6
woning woning wooneenheid
theorie 1 2 2 1 1 2 3 3
enkele oprit zonder garage lange oprit zonder garage dubbele oprit zonder garage garage zonder oprit bij woning garagebox niet bij woning garage met enkele oprit garage met lange oprit garage met dubbele oprit prijsstelling goedkoop middelduur duur
berekeningsaantal 0,8 1 1,7 0,4 0,5 1 1,3 1,8
<180.000 180.000-250.000 >250.000
Bezoekersdeel: In elke normering voor woningen zit 0,3 bezoekersparkeren verdisconteerd, deze moeten (ongeacht het berekeningsaantal) in het openbare gebied gerealiseerd worden. Bij appartementen waar een ondergrondse of afgeschermde parkeergelegenheid aanwezig is, zal er een modus moeten worden gevonden hoeveel parkeerplaatsen van deze 0,3 ondergronds/afgeschermd danwel op maaiveld (openbaar) moeten worden gerealiseerd voor bezoek. Voor bewoners in goedkope, midden en dure appartementen dienen respectievelijk minimaal 1,1 , 1,2 en 1,3 parkeerplaatsen aan de woning te worden gelieerd.
Voorzieningen norm auto per
norm fiets per
Werken kantoor zonder baliefunctie kantoor met baliefunctie bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief (loods, opslag, groothandel, etc) bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief (industrie, garagebedrijf, werkplaats) bedrijf arbeidsextensief/bezoekersintensief (showroom) bedrijfsverzamelgebouw
1,9 2,2 1,9 0,8 1,3 1,5
100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo
0,9 5 1 1 1 1
100m2 bvo balie 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo 100m2 bvo
Winkelen en boodschappen tuincentrum
2,5
100m2 bvo
0,4
100m2 bvo
Sport, cultuur en ontspanning volkstuin
1,3
10 tuinen
Gezondheidszorg en sociale voorzieningen huisartsenpraktijk(-centrum) apotheek fysiotherapiepraktijk(-centrum) consultatiebureau tandartspraktijk(-centrum) ziekenhuis
3 3,1 1,7 1,8 2,3 Som van: 0,5 1 0,25
behandelkamer eenheid behandelkamer behandelkamer behandelkamer
10 10 10 10 10 som van: 0,5 0,4
locatie locatie locatie locatie locatie
bed 1200/polibezoek medewerker
gezondheidscentrum crematorium/begraafplaats penitentiaire inrichting religiegebouw
2,1 30 3,2 0,15
behandelkamer plechtigheid 10 cellen zitplaats
1,7 10
100m2 bvo plechtigheid
30
100 zitplaatsen
Onderwijs kinderdagverblijf basisonderwijs middelbare school ROC hogeschool universiteit avondonderwijs buitenschoolse opvang peuterspeelzaal
2,5 1 4,9 5,8 10,2 16,5 6,8 2,5 2,5
100m2 bvo leslokaal 100 leerlingen 100 leerlingen 100 studenten 100 studenten 10 studenten 100m2 bvo 100m2 bvo
1-3 5 14 12 50 50 50 1-3 1-3
10 kinderen 10 leerlingen 100m2 bvo 100m2 bvo 100 studenten 100 studenten 100 studenten 10 kinderen 10 kinderen
bezoeker medewerker
werkdagmiddag
werkdagavond
koopavond
werkdagnacht
zaterdagmiddag
zaterdagavond
zondagmiddag
woningen bewoners woningen bezoekers kantoor/bedrijven commerciële dienstverlening detailhandel grootschalige detailhandel supermarkt sportfuncties binnen sportfuncties buiten bioscoop/theater/podium/ enzovoort sociaal medisch: arts/maatschap/ therapeut/consultatiebureau verpleeg-/verzorgingstehuis/aanleunwoning/verzorgingsflat ziekenhuis patiënten inclusief bezoekers ziekenhuis medewerkers dagonderwijs avondonderwijs
werkdagochtend
Aanwezigheidspercentages
50% 10% 100% 100% 30% 30% 30% 50% 25% 5% 100% 50% 60% 75% 100% 0%
50% 20% 100% 100% 60% 60% 60% 50% 25% 25% 75% 50% 100% 100% 100% 0%
90% 80% 5% 5% 10% 70% 40% 100% 50% 90% 10% 100% 60% 40% 0% 100%
80% 70% 5% 75% 75% 80% 80% 100% 50% 90% 10% 100% 60% 40% 0% 100%
100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 25% 5% 25% 0% 0%
60% 60% 0% 0% 100% 100% 100% 100% 100% 40% 10% 100% 60% 40% 0% 0%
80% 100% 0% 0% 0% 0% 40% 100% 25% 100% 10% 100% 60% 40% 0% 0%
70% 70% 0% 0% 0% 0% 0% 75% 100% 40% 10% 100% 60% 40% 0% 0%
B i j l a g e L i j s t
3 :
m e t
c o n s u m e n t -
v e r z o r g e n d e a c t i v i t e i t e n
b e d r i j f s -
Bijlage a: Lijst van consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten Ambachtelijke functies lijstenmakerij pottenbakkerij (muziek)instrumentenmakerij meubelmakerij prothesemakerij fotografiebedrijf beeldhouwersatelier Kledingmakerij (maat)kledingmakerij kledingverstelbedrijf woningstoffeerderij Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, waaronder: schoonmaakbedrijf schoorsteenveegbedrijf schildersbedrijf glazenwasserij maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een (groot)handelsbedrijf Reparatiebedrijfjes, waaronder: schoen-/lederwarenreparatiebedrijf uurwerkreparatiebedrijf goud- en zilverwerkreparatiebedrijf reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen reparatie van muziekinstrumenten computerservicebedrijf (systeembouw) In ieder geval zijn fiets-, brommer- en motorvoertuigenreparatiebedrijven uitgezonderd. Advies- en ontwerpbureaus reclame ontwerp grafisch ontwerp decorbouwbedrijf (Zakelijke) dienstverlening, waaronder: assurantie-/verzekeringsbemiddeling exploitatie en handel in onroerende zaken belastingadviesbureau juridisch adviesbureau Overige dienstverlening hondentrimsalon kapsalon schoonheidssalon nagelstudio Onderwijs autorijschool onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium Zorg fysiotherapeut acupuncturist logopedist
1
pedicure sportmasseur kinderopvang tot een maximum van 4 kinderen Overige distributiebedrijf (alleen opslag van goederen) internetbedrijf (alleen opslag van goederen)
2
Colofon Opdrachtgever Gemeente Hoorn Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs b.v. Projectleiding BügelHajema Adviseurs b.v. De heer drs. M. Mosterman
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
5C
Pr ov i nc i al ew eg
Legenda
Plangebied
6 1
Plangebied eg ew al i nc i v o Pr
G
Bestemmingen Agrarisch - Onbebouwd A-O
Bedrijf B
Bedrijf - Nutsvoorziening B-NV en t mp Da
M-UV Bedrijf - Tuincentrum
M-BP
B-TC
Pr o v i n c i a l e we g
Gemengd - 1 GD-1
GD-1 GD-2
5
Gemengd - 2 g we r e t u o h k r Be
Groen G
Kantoor K
Maatschappelijk - Begraafplaats M-BP
4.5
6
7.5
Crematorium
School
Maatschappelijk - Medisch Centrum
School
7
M-MCT
26
Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
School
M-UV
9
Recreatie - Volkstuin R-VT
16
B-NV
School
1 80
Sport S
en t mp Da
g we er ut ho k r e B
B-TC
13
V
A 4 2
11
A 6 2
Verkeer
4 2
V
Verkeer - Parkeerterrein V-P
70
15
Verkeer - Railverkeer
17
V-R
Sp oo r ba an Al k ma ar -H oo r n
16
Verkeer - Verblijf
50
GD-1
V-V
V-V
V-R
WR-A A-O
Water
R-VT 5
WA
6 2
Wonen
3
W
Wonen - Stolpboerderij W-S
1
n e t mp Da
Waarde - Archeologie
WR-A
(bw) g we er t ou h k r Be
n e z i u h k En r a ma k nAl a a b r o o Sp
e g
A 7
Aanduidingen
G
[bg]
R
i j ks w
veiligheidszone - lpg
21
(bw)
4
0 3
bedrijfswoning
V 2 8 2
(dv)
dienstverlening
(-p)
parkeerterrein uitgesloten
W-S g we r e t u o h k r Be
R-VT (sb-rp)
specifieke vorm van bedrijf - rayonpost m a d r e t ms nA a a b r o o Sp
specifieke vorm van verkeer - verhoogde ligging
0 4 1
7 42
65
91
55
56
67
68
90 89
7
23
48 66
41
38 37
36 35
42 40
65 0 80
35 33 31 29 27
25 23 21
19 11 19
9 7
20
10
25 26
5
27
6
1
23
7
24
37 36
3
22
8
39
15 13
13
9
40
21
43 41
53 54
5
4
3
49
66
1
51
63
64
94 93 92
2
48
50
60
62
61
47
57
45 46
58
59
95
8
24
9
172 171
38
31
42
32 33
43
44
34
41
112 111 110 109
96
175
42
27 28
29
39
40
30
35
25 26
36
37
38
116
178 177
3 8 4 8
5 8 6 8
1 5 1
7 8 8 8
26
10 11
4 4 31 4 1
1 8 2 8
25
3 4 1
7 13
7 4 1
9 7 0 8
27
2 4 1
115
8 7
9 3 1
174
7 7
9 2 1
1 4 01 4 1
176
52
5 0 1
1 4 1
9 3 1 8 3 1
114 113
6 7 1 8
datum:
17.12.2012
schaal:
1 : 1000
BgelHajema Plek voor ideeºn
papierformaat: A0 status:
voorontwerp
projectnr.:
800.31.00.08.00
gezien:
MM
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
5 14
NL.IMRO.0405.Pelmolenpdeo-VO01
8 14
46 7 1 14
5 15 6 15 7 15
12 13
29
30
14 15
156
n ma er t Wa
43
57
3 19 5 18 7 17 9 16 1 16
42
56
31
3 6 2 6 1 6
1 3
0 3
9 2
9 1
1 2
2 1
1 1
0 1
9 8 7
6 5 4 3 2 1
8 2 7 2
159
28
4 6
6 2 4 2
5 2
6 2
7 2 8 2
0 0 8
158
41
55
157
40
44
9 8
8 1
4
12 7 2 1
5 7
7 1
3
14 3 0 1
6
11 5 2 1
9 7
5
16
3 2 1
4 7
7 7 1 0 1
9 4 1
7 3 61 3 51 3 1
9
15
9 9
8
17
1
3 7
5 7
7
35
7 9 1 2 1
2 7
160
9 1 1
3 7
1 7
5 1 6 1
163
5 9
0 7
162
7 1 1
1 7
9 6
161
3 9
5 13
4 1
0 2
168
5 1 1
9 6
3 1
167
1 9
1 1
2 1
166
9 8 3 1 1
7 6
4 3 1
165
1 1 1
5 6
3 3 1
0 1
164
1 3 1 7 0 1 3 8
7 8
2 3 1
170
9 5
3 6
1 3 1
169
5 4 3 5
0 3 1
173
3 4 1 5
9 2 1
2
9 4 1 4
8 2 1
1
7 4 9 3
g we n e t u a n o r t As
54
34
7 3
7 2 1
32
5 3 9 2
W e D
5 4 1 3 5 1
n ma er t Wa
33
3 3 7 2
6 2 1
17
5 2
1 3
1 2
5 2 1
18
4 3
19
2 3 3 3
9 1
20
1 3
21
0 3
22
7 1
9 2
23
5 1
8 2
900
9
14
7
15
5
3 1
6 2 7 2
3
1 1
0 0 8
16
1
902 901
5 5
13
3 5
904 903
1 5
906 905
9 4
Blad 1 van 2 l ee
53 39
6 5
7 5
8 5 9 5
9 2 0 3
1 3
2 3
3 3
4 3
46
7 4
Verbeelding
GEBOUW
6
45
5 4
5
48
3 4
Bestemmingsplan Pelmolen, Dampten/Berkhouterweg en Mealsonstraat en omgeving
GEBOUW
4
47
1 4
907
9 3
54
7 3
2
53
7 2
5 3 55
4
0 6
52
3 3 28
Gemeente Hoorn
5 8 1 6
3
51
0 3
2
4
8
t a a r t s n o i Or
29
4 2
57
6
0 2 2 2
2
50
9 2
1
0 0 9
3 3 1 9 0 1
6 1 8 1
1
49
8 2
14 10 6
2
30
8
909 908
7 2
18
1 0 9
26 22
3
31
t a a r t s n o i Or
4 1
1
55
1 3
16
28 24 20
4
32
10
8 0 1
2
97
911 910
9 2
30
40 36 32
of ush un pt Ne
5
of ush un pt Ne
33
12
2 4
3
6A
98
913 912
7 2
2 0 9
6
34
of ush un pt Ne
of oh ut Pl
14
f o h o t u Pl
2 1 4
99
92
5 2
34
42 38
7
35
25
16
5
100
91
39
3 2
8
of ush un pt Ne
36
24
18
6
101
90
41 1 2
46
54 50
9
3 0 9
Balthasar Bekkerwei 76, 8914 BE Leeuwarden T
n ma r e t Wa
f ho er t i Jup
43
44
56 52 48
t aa r t oks nb ee St
37
23
7
g we en r er St
8
102
89
40
9 1
44
43
58
38
68 64 60
f o h s u n u t p e N
f o h s u n u t p Ne
22
20
9
103
45
67
ang eng ol
66
84
7 1
45
44
62
4 0 9
5 1 6 1 8 1
70 66
2 1 3 1 4 1
39
21
22
10
104
88
5 1
46
45
74
82 78
40
20
24
11
105
142
46
65
M de
64
87
3 1
47
46
of ush i cur r Me
72
84 80 76
41
of ush un pt Ne
42
19
of oh ut Pl
26
12
er t hut gsc Boo
f o h o t u Pl
GEBOUW
154 153
63
86
1 1
48
47
t aa r t oks nb ee St
43
of ush un pt Ne
of oh ut Pl
18
of oh ut Pl
17
28
13
106
141
47
50
62
k wer ui Kr Het
85
9
49
48
3 96
8 96
1 97
of oh ut Pl
30
14
107
140
8 4
152 151
61
9 4
weg l dde Mi
51
3 4
k r we i u Kr t He
150 149
1 4
139
9 3
138
5 3
52
2 4 4 4
6 3
5 0 9
0 1 1 1
6
r e t t u h c s g o Bo
148 147
53
0 4
7 3
137
146 145
25
8 3
136
24
g n Va De
2 97
32
15
108
135
7 5
5 5
144 143
23
4 5
0 6
3 97
16
124
6 5
er t hut gsc Boo
22
k r we i u Kr t He
8 5
9 5
34
17
800
123
G
36
18
122
WA
t a a r t s s u i r Si
t a a r t s s u i r Si
19
121
r e t t u h c s g o Bo
6 1 4
0 3 4
20
120
g we n e r r e St
g n a g n e l o eM d
4 7 3
7 1
21
119
WA
22
118
V-R
23
117
A-O
er t hut gsc Boo
24
er t hut gsc Boo
m a d r e t ms nA a a b r o o Sp
t a a r t s s u i r Si
8 8 3
4 4 4
n r o o -H
4 0 3
2 0 4
0 97
38
eg
g we n e r r e St
4
6 2 4 2 2 4 8 1 4
A 8 8 2
2 3 3
4 8 3 0 8 3 6 7 3
6 8 3 2 8 3 8 7 3
9 96
w el dd i 6 5 4 2 5 4 8 4 4
0 4 4 6 3 4 2 3 4
2 4 4 8 3 4 4 3 4
4 5 4 0 5 4 6 4 4
8 2 4 4 2 4 0 2 4
0 0 4 6 9 3 2 9 3
2 1 4 8 0 4 4 0 4
4 1 4 0 1 4 6 0 4
8 9 3 4 9 3 0 9 3
0 9 2
4 8 2
6 8 2
8 8 2
6 4 3
0 6 3
M
eg ew nn e V
7 96
WA
0 7 3 6 6 3 2 6 3
2 0 3 8 9 2 4 9 2
8 1 3
4 96
gegevens GBKN
2 7 3 8 6 3 4 6 3
6 96
26
V
6 5 3 2 5 3 8 4 3
8 5 3 4 5 3 0 5 3
6
5 96
Verklaring
0 3 3 6 2 3 2 2 3
2 4 3 8 3 3 4 3 3
4 4 3 0 4 3 6 3 3
6 1 3 2 1 3 8 0 3
8 2 3 4 2 3 0 2 3
4 1 3 0 1 3 6 0 3
49
Sportveld
n r o o -H
2 96
maximum aantal wooneenheden
m a d r e t ms nA a a b r o o Sp
of ush i cur r Me
t a a r t s s u i r Si
50
0 0 3 6 9 2 2 9 2
Sportveld
WA
6 3 2
4 6 2
maximale goot- en bouwhoogte (m)
B
E
8 0 2
2 2 2
0 5 2
9 94
6 7 2 2 7 2 8 6 2
2 6 2 8 5 2 4 5 2
4 7 2 0 7 2 6 6 2
0 95
A
0 8 2
2 8 2
0 6 2 6 5 2 2 5 2
7 94
8 7 2
WA maximum bebouwingspercentage (%)
D
6 4 2 2 4 2 8 3 2
8 4 2 4 4 2 0 4 2
8 94
7 95 6 8 95 95 5 95 9 95 4 95 0 96 3 1 95 96 2 95 1 95
S
C 6 8 1
50
maximale bouwhoogte (m)
B
2 3 2 8 2 2 4 2 2
0 9 1
D 6 8 E1 6 8 1
4 9 1
5 94
4 3 2 0 3 2 6 2 2
Sportveld
0 2 2 6 1 2 2 1 2
8 8 1
2 9 1
6 94
Oo s t ei nd e
6 0 2 2 0 2 8 9 1
8 1 2 4 1 2 0 1 2
f ho er t i Jup
4 5 1
8 6 1
maatvoeringsvlak
t a a r t s s u i r Si
2 1 1
B 6 8 A1 6 8 1
4 0 2 0 0 2 6 9 1
2 9
4 9
6 9
5
4 6 1 0 6 1 6 5 1
2 93
bijgebouwen
8 7 1 4 7 1 0 7 1
3 93
[bg]
0 8 1 6 7 1 2 7 1
6 6 1 2 6 1 8 5 1
2 7
3
6 8 1
4 8 1
4 4
8 5
6 2 1
0 93
2 8 1
4 93
7
0 5 1 6 4 1 2 4 1
1 93
Trafo
0 94 9 93 1 94 8 93 2 94 7 93 3 94 6 93 4 94 5 93
Sportveld
Sporthal
bouwvlak
2 5 1 8 4 1 4 4 1
8 9
8 6 4 6 0 6
0 7 6 6 2 6
2 4 8 3 4 3
4 5 0 5 6 4
1
4
6 3 1 2 3 1 8 2 1
8 3 1 4 3 1 0 3 1
0 1 1 6 0 1 2 0 1
8 92
wonen
4 2 1 0 2 1 6 1 1
2 2 1 8 1 1 4 1 1
8 0 1 4 0 1 0 0 1
2 8 8 7 4 7
4 8 0 8 6 7
5 90
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
7 A
9 92
(w)
g e sw k j i R
g e rw te u o h rk e B
2 92 1 92 3 92 0 92 4 92 9 91 5 92 8 91 6 92 7 91 7 92
(vml)
0 9
tunnel
3 2
(tu)
6 5 2 5 8 4
3 90
6 8
8 8
4 90
2 91 1 91 3 91 0 91 4 91 9 90 5 91 8 6 90 91 7 90 6 90
(sv-vl)
n r o o -H
E
[email protected] W
058 215 25 15
www.bugelhajema.nl
BNSP
0 13
5B
18
5A
0 80
5 13
eg sw t or epo Ko
A 12 3 13
3
8 12
g we t s l Aa n a v K. . J . .C r D
5
Legenda
B 12 C 12 6
1 13
A 126
Plangebied Plangebied
6 12
K
Bestemmingen
WA A 10
2
Agrarisch - Onbebouwd A-O
B 10
4
10
Bedrijf
4 12
5 12
6
B 2 12
C 10
0 12
t a a r t s n o s l e Ma
Bedrijf - Tuincentrum
1 12
D 10
K
WA
Bedrijf - Nutsvoorziening B-NV 8 11
123
6B
eg ew al i nc i v o Pr
B-TC
E 10
Gemengd - 1 7 11
G 10
61
GD-1
9 11
0 0 8
63
F 10
10
5 11
3A
12
1 11
WA
t aa r t s on s l e Ma
G 9 10
57
Groen
12
8A 8B
Kantoor K
3
7 10
53
55
8C
School
GD-2 3 11
59
Gemengd - 2 eg ew al i c n i ov Pr
Maatschappelijk - Begraafplaats M-BP
51
5 47
8E
20
12
16
M-MCT 101
7
n r Kee 01 _4 8F 01 _3 8F
02 _2 8F 02 _1 8F
99
Maatschappelijk - Uitvaartcentrum
22
eg ew al i nc i v o Pr
M-UV
WR-A
9
97
43
8
0 80
9
45
Maatschappelijk - Medisch Centrum
103
49
5 10
18
Recreatie - Volkstuin R-VT
V-V
8F
Sport
01 _2 8F 101 _ 8F
S
39
(-p)
1
17
Verkeer V 24
(w)
Verkeer - Parkeerterrein 11
V-P 22
Verkeer - Railverkeer V-R
M-MCT
Trafo
Ziekenhuis
(tu)
Verkeer - Verblijf V-V
WA G 7
36
6 24
6
32
14
9
Wonen
5
30
V
28
5C
7.5 26
4
Wonen - Stolpboerderij W-S
8 15.5
6
20
at ra t ns so el Ma
2 2
6.5
3.5 6.5 4.5
3 3
eg ew al i c n i ov Pr
4
GD-2
8.5
24
3 5
(sv-vl)
W
11 34
g we r e t u o h k r Be 6 1
WA
13
34
WR-A
Water
9
7.5
Waarde - Archeologie
WR-A
18
rn e e K
Aanduidingen
3
3.5
g we r e t u o h k r Be
7
9
veiligheidszone - lpg
26
16
V-V 16
10
2 12
bedrijfswoning
(dv)
dienstverlening
(-p)
parkeerterrein uitgesloten
1 3
10
Trafo
6.5
1 6
14
(bw)
6.5
28
9
B 28 A 28
28
8
20
en t mp Da
GD-1
22 70
t a a r t ms e d De n a v
W 5 6
1 8
16
WA
GD-2
specifieke vorm van bedrijf - rayonpost
(sv-vl)
specifieke vorm van verkeer - verhoogde ligging
6C
6B
5.5 6A
9
9
9
6 5
3.5
4
5
24
15
10
10
5.5
2
5.5
n er Ke
GD-1
(sb-rp)
8.5
4
3
2
1
8
(tu)
t a a r t ms e d nDe a v
tunnel
22
(vml)
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
0 0 9
M-BP
t r a f o 27
(w) 19
n e t mp Da
0 80
School
wonen
GD-1 bouwvlak
en t mp Da
16
en pt am D
A 8
8
n r Kee
WA (bw)
bijgebouwen
maatvoeringsvlak
9
2
van D edem st r aat
[bg] School
maximale bouwhoogte (m)
B
16
maximum bebouwingspercentage (%)
C 24
D
(sv-vl)
60
8
A 4 2
n e z i u h k En r a ma k nAl a a b r o o Sp
A
(tu)
4 2
2
70
maximale goot- en bouwhoogte (m)
B
(tu) (bw)
E n r o Ho ma d r e t ms nA a a b r o o Sp
6
(tu)
n e t mp Da
2 A
Verklaring
21 8.5
1 0 47 41 32 22
1 7
V-V
7 3
2 6 1 6
Sp o o r b a a nHo o r nEn kh u i z e n
5 44 35 25
7
3 6 2 7 1 7
(dv)
6
-
9.5
5
1 3
B
V-R
3 7 2 8 1 8
45 43 34 24
1 1
7.5
3 8 2 9 1 9
46 42 33 23
Ke er n 9
4
7
3 9 3 0 2 0
9
(vml)
B 21
6 2
gegevens GBKN
5
A 21
4 8 4 0 3 1 2 1
4 9
W
6
(tu)
26
WR-A
n e t mp Da
maximum aantal wooneenheden
4
4.5 6
1 2
6 7 1
10
W
2
2
31
t a a r t s n e t me o K
2
St a t i o n s p l e i n
3.5 7
1 1
2
St a t i o n s we g
2
2
35
3 1
W
3.5 7
V-V
3
2
(sb-rp)
WA
G
0 0 8
27
33
7
10
d a p n e l mo l Pe
29 39
3
3 1
23
6.5
WR-A
6
1
5 1
1 2
C 2
10
5
A 1 2
1
1 1
A 2
10
9 1
7 1
2
4
St a t i o n s we g
9
24
8
1 90 0 90
6
5
5 2 9 1
9
7.5
4.5
5 1
6
3.5
9
7 2
10
3 2
6.5
7
9 2
6 n e z i u h k En r a ma k nAl a a b r o o Sp
3
4
5 2
G
Station N.S.
4
8
1 3
B 2
10
3.5
37
t a a r t s n e t e m Ko d a p n e l mo l e P
WA
0 90
49
V-P
G
9 3
1 3
7 2
A 7 2
3 2
900
21
31 27 23
9_8
3 9_4
19
9_7
2 9_4
1
3 2
5 2
1 2
9 1
A 1 2
9_6 9_5
1 9_4
1 3
3
0 9_4
3 3
12
7 3
A 3 3
5 3
A 5 3
15 11
1 4
A 7 3
5 3
A 43 43
33 29 25
5 2
47 45
35
9 2
53 51
5 4
17 13 9
57
5 3
7 3
61 59 8 18
6
2 1 3 1 4 1 5 1 2 4 5 7 8
7 1 A 5 1
3 1
1
7 2 8 2 9 2 0 3 1 3 2 3 3 3 4 3
3 6
2
5 1
1 1 1
3
B 2
63
1 4
65
7
7 5
900
7
87 79 77 69 67
81 71 89
85 75
9
8
3 1
83 73
10
9 7
5
A 63
15 13 11
0 1 6 1
903
1 2
1
9
7 1
42
3 3
5 A
24 902 901
7 2
5
4 2
26
904
9 2
7
48
5 4
9
3 2
45
9 3
1 3
28
1
1 1
0 1
2 4 5 6
9 1 0 2 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2
3
33
1 3 1 A 3 B
30
2 2
36
schaal:
1 : 1000
BgelHajema Plek voor ideeºn
papierformaat: A0
1
32
35
5 A 1 5
2
34
17.12.2012
1
2
3
4
5
6
7D 7A
8
status:
voorontwerp
projectnr.:
800.31.00.08.00
gezien:
MM
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
l Da
A 0 1
2 1
9 1 5 1 1 1
7C
4
37
datum:
Balthasar Bekkerwei 76, 8914 BE Leeuwarden T NL.IMRO.0405.Pelmolenpdeo-VO01
4 1
16
17
Verbeelding
1 7
1
0 2 1 2
34
2
9 1
44
36
40
6
8 1
39
4
1 9
t rk a
38
6
m e e V
41
2 2 1 1 A D 2 2 1 1 B E 2 1 C
7 1
43
2
5 1 47
4
3 1 46
6
1 1
36
10
8
35
12
9
39
14
7 38
16
8
eeg dst er t M os
C 16 12 A 16
37
18
5 42
20
3 41
22
1 40
24 800
16
D 16 B 16
4 1
n i e l p e n r e z Ka
7
6 1
18
n e He Val
3
58
26 A 26
8 1
0 1 7
Bestemmingsplan Pelmolenpad, Dampten/Berkhouterweg, Maelsonstraat en omgeving
7B
8 1
60
18 1 8 A
20
A 8 1
0 2
59
28 6
A 0 2
0 2
63
22
A 2 2
2 2
62
24
26
28
4 2
4 2
61
30
8
8 2
66
30
4 4
2A
2
0 3
65
32
4
2 3 1 1 8
9 6
Gemeente Hoorn
Blad 2 van 2
g ee t s f r Tu Trafo
2 6
20
1 0 Trafo
6
6 3
g ee t s k er k r e d or No
22
4
1 2
8
8
8 3
1
30
24
5
1 4
L a mb e r t Me l i s z we g
10
0 4
rd o o
32
N
26
A 26
1 6
12
2 4
e in le K
28
g ee t s s er t el Sm
2
6
1 8
l ee
Kerk
4
7
1 8 A
W e D
9
7
g n a g s r e a n e l o sM e a Cl
38
32
30
8
f ho er t i Jup
2 0
t a a r t s n a Ba
13
11
4 2
3
st e Ve Hog
6
2 2
A 36
l nge si er st We
8
9
V
10
10
f ho er t i Jup
43
aat r t ess i Vr
12 8
2
4
44
5 90
g we k l Me
B 32 A F 32 36 C E 36 34 36 D 36 6B
6
14 10
45
el We De
A 38 38
46
Trafo
0 0 9
15
7 6
42
W
d de nar Ber
18
26 22
f sho nu ur t Sa
47
We r ki nu i t v o e r i n g
42
16
28 24 20
48
1 0 9
g we z s i el tM r e mb La
19
5 3 1
A 2 4
4 2
WA
1
44
2 2
7
6
30
49
40 36 32
25
50
4.5
16
W
4
34
42 38
26
A 0 2
g ee t s an J 12 nt i S er t es
14
4.5
25 23
17
46
54 50 46
27
8.5
33 29
21
A 5
0 2
4
7
t rk a
A 48
8 1
2 0 9
52
48
6 1
50
9.5
9.5
6
44
28
t aa r sst ui kr r de i Zu
56 52 48
29
f ho er t i Jup
3 0 9
2 1
4 1
No o r d e r s t r a a t
27
A 50
58
4.5
9.5
9.5
4.5
9.5
oo rl ha Sc
30
68 64 60
4.5
WR-A
54
31
4.5 4.5
A 52
70 66 62
0 1
4 0 9
A 56
8
8.5
m e e V
W De
6
5.5
B 60 A 60
9
8
l ee
18
74
32
0 93
6 2 1
WR-A
82 78
5 0 9
6
60
72
t a a r t s s u i r Si
4 9
6 9
84 80 76
2 7
14
20
0 0 8
No o r d e r s t r a a t
16
4 4
2 1 1
64
1
B-NV
WR-A
6
2 9
8 9
WR-A
6 1
8 5
4 90
5 90
4 8 0 8 6 7
2 92 1 92 3 92 0 92 4 92 9 91 5 92 8 91 6 92 7 91 7 92
8 92
0 1 1 6 0 1 2 0 1
9 92
6 3 1 2 3 1 8 2 1
4 2 1 0 2 1 6 1 1
2 2 1 8 1 1 4 1 1
8 0 1 4 0 1 0 0 1
2 8 8 7 4 7
n e o s t n a l p r e d r o No
2
6
0 3
2 90
0 7 6 6 2 6
8 8
0 9
6 5 2 5 8 4
8 6 4 6 0 6
0 4 6 3 2 3
2 4 8 3 4 3
4 5 0 5 6 4
8 2 4 2 0 2
No o r d e r v e e ma r k t
G
3 90
2 91 1 91 3 91 0 91 4 91 9 90 5 91 8 6 90 91 7 90 6 90 6 8
8 3 1 4 3 1 0 3 1
6 2 2 2 8 1
n r o o -H
1 90
m a d r e t ms nA a a b r o o Sp
4 1 0 1
2 1 8 4
E
[email protected] W
058 215 25 15
www.bugelhajema.nl
BNSP