Benzodiazepine-agonisten/benzodiazepinen -
Zijn agonisten op de benzodiazapinereceptor Verschillen alleen in farmacokinetische eigenschappen en niet in farmacodynamische eigenschappen Anxiolytische, slaapinducerende, spierverslappende en anticonvulsieve effecten Snelheid van intreden en de duur van de effecten verschilt onderling
Primaire indicatie: overmatige angst en spanning. - Gegeneraliseerde angststoornis - Paniekstoornis - Sociale angststoornis ANXIOLYTICA = Angstdempend Xanax Lexotanil Chloordiazepoxide Frisium Tranxene Rivotril Valium Temesta Seresta Reapam
Alprazolam bromazepam chloordiazepoxide clobazepam clorazepaat clonazepam diazepam lorazepam oxazepam prazepam
OVERIGE Buspiron Lyrica
buspiron pregabaline
HYPNOTICA = slaapmedicatie Lendormin Rohypnol Dalmadorm Dormonoct Loramet Dormicum Mogadon Normison Stilnoct Imovane
brotizolam flunitrazepam flurazepam loprazolam lormetazepam midazolam nitrazepam temazepam zolpidem zoplicon
Antidepressiva Indeling; klassiek; anticholinerg en kinidineachtige eigenschappen - Modern; serotonerge effecten (remt heropname noradrenaline en serotonine) Primaire indicatie: depressie - Paniekstoornis - Sociale-angststoornis - Gegeneraliseerde angststoornis - Posttraumatische stressstoornis - Obsessieve-compulsieve stoornis PSA = potent serotonerg antidepressivum SSRI = selective serotonin reuptake inhibitor SNRI = selective noradrenaline reuptake inhibitor Klassiek (kinidineachtig en anticholinerg) Amitriptyline tryptizol/sarotex Clomipramine anafranil Dosulepine/dothiepine prothiaden Doxepine sinequan Imipramine imipramine Maprotiline nortrilen Modern (niet kinidineachtig en nauwelijks anticholinerg) Citalopram cipramil/lontax Escitalopram cipralex Fluoxetine Prozac/fluo(xs)tad Fluvoxamine fevarin Paroxetine seroxat Sertraline Zoloft/asentra Duloxetine cymbalta Venlafaxine efexor Overig Trazodon trazolan Bupropion zyban/wellbutrin Mianserine tolvon/mianserine Mirtazapine remeron Moclobemide aurorix MAO-A-remmer parnate Agomelatine (melatoninevariant)valdoxan Non-selectieve MAO-remmers Fenelzine Tranylcypromide Sint janskruid Hyperiplant
PSA/SSRI/SNRI PSA
PSA/SSRI PSA/SSRI PSA/SSRI PSA/SSRI PSA/SSRI PSA/SSRI PSA/SNRI PSA/SNRI
PSA
PSA
PSA PSA PSA
Farmacodynamische eigenschappen van antidepressiva (bijwerkingen duren ongeveer 2 weken, trekken langzaam weg. Therapeutisch effect pas met 4-6 weken)
Antinoradrenerg (anti-NA) AD blokkeren x-1 receptoren (noradrenerg) Gevolgen: - orthostatische hypotensie (duizelig bij opstaan) - algemene hypotensie (minder vaak) - hypnosedatie (minder vaak) Antihistaminerg (anti-his) AD blokkeren histamine 1 receptoren Gevolgen: - Hynosedatie/sufheid - Gewichtstoename Anticholinerg (anti-ACH) TCA’s AD blokkeren muscarinereceptoren (anticholinerge receptoren) Vegetatieve gevolgen: - Droge mond, obstipatie, visusstoornissen, mictiestoornissen, glaucoom, duizeligheid, misselijkheid, verwardheid Antiserotonerg (anti-5HT-2) SSRI’s AD blokkeren serotonine 2A-receptoren Gevolgen: anxiolytische effecten (afname angst) Kinidine: bij overdosering; ritmestoornissen en hartstilstand (T.S.!) Belangrijke enzymen voor metabolisme van farmaca: CYP1A2, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP3A4. Steady State: de dosis voor bloedspiegelbepaling moet minimal 1 week constant zijn geweest. Verschillen in metabolisme hangen samen met aangeboren (erfelijke) verschillen in activiteit van de metaboliserende enzymen.
Werking/effect van antidepressiva Sedatie: - Angstdempend - Agitatiedempend - Hypnosedatie Voortgezette behandeling: om opleving van huidige depressieve episode te voorkomen Preventieve behandeling: voorkomen van nieuwe episoden Chronische behandeling: continu onderdrukken van chronische depressie Bij depressieve patiënten met angst: geen antipsychotica voorschrijven. Bij combinatie antipsychoticum en antidepressivum: beginnen met AD en na 1 week antipsychoticum toevoegen (kans op anticholinerge bijw./ orthostatische hypertensie en sedatie. Evt. alternatief; lithium toevoegen aan AD. Omschakelen; dosis halveren, 1 week later AD staken, na nog 1 week andere AD insluipen (ongeveer 1 maand nodig voor adequate dosering). Paniekstoornis: AD zijn geschikt om in eerste instantie paniekaanvallen te onderdrukken, waardoor exposure mogelijk is (altijd i.c.m. gedragstherapie/psychotherapie).
OCD: SSRI is meest werkzaam Bijwerkingen; zie blz 95 Moleman
Bijwerkingen volgens farmacologische eigenschappen: Effecten op acetylcholine (anti-Ach), blokkade muscarinereceptoren: Sinustachycardie Droge mond, constipatie, paralytische ileus Accomodatiestoornissen, glaucoom, Mictieproblemen, urineretentie Remming erectie Cognitieve problemen Centraal anticholinerg syndroom (toxisch delier) Effecten op noradrenaline (potentiering door heropname), blokkade a-1-receptoren:: Hypertensie Tremor Tachycardie Orthostatische hypertensie Reeflextachycardie Hypnosedatie Vertraagde ejaculatie Effecten op histamine, blokkade van histamine-1-receptoren: Sedatie Sufheid Gewichtstoename Hypotensie Kinidineachtige effecten,: Cardiale geleidingsstoornissen Effecten op serotonine: Cardiale geleidingsstoornissen Maag/darmkrampen/pijn/braken (migraineachtige) hoofdpijn Anorexie, eetlustremming Agitatie, slapeloosheid Bloedingen (blauwe plekken) Serotonerg syndroom Maligne neuroleptisch syndroom
ANTIPSYCHOTICA Fenothiazinen Alimemazine antihistaminica Chloorpromazine Promethazine Flufenazine Anatensol Perazine Perfenazine Periciazine Neuleptil Pipotiazine Thioridazine Trifluoperazine Thioxanthenen Chloorprotixeen Flupentixol Fluanxol Zuclopentixol Cisordinol Butyrofenonen Benperidol Broomperidol Impromen Haloperidol Haldol Pipamperon Dipiperon Difenylbutylpiperidinederivaten Fluspirileen Fluanxol Penfluridol Semap Pimozide Orap Benzamiden Sulpiride Dogmatil Tiapride Tiapridal Overige (atypische antipsychotica) Aripiprazol Abilify Clozapine Leponex Olanzapine Zyprexa Paliperidon Invega Quetiapine Seroquel Risperidon Risperdal Sertindol Serdolect Ziprasidon
H1 receptorantagonist
Belangrijkste voordeel van atypische antipsychotica is verminderde bijwerkingen als extrapiramidale verschijnselen, positieve invloed op negatieve symptomen en werking bij therapieresistente patiënten. Echter, m.u.v. clozapine nog alle middelen onvoldoende onderzocht en onderbouwd. Nadeel van clozapine is de kans op levensbedreigende agranulocytose; daarom dus niet geschikt als middel van eerste keuze. Klassieke antipsychotica zijn in het algemeen breder geregistreerd (voor psychosen) dan de atypische antipsychotica (voor schizofrenie). De butyrofenonen (haloperidol) hebben een mild bijwerkingenprofiel, mits men laag doseert. Geschikt als middel van eerste keus.
Klassieke of typische antipsychotica en moderne of atypische antipsychotica verschillen niet wezenlijk van elkaar w.b. werking/klinische eigenschappen, met uitzondering van clozapine/Leponex. Er is wel veel verschil in soort effecten: antihistaminerg, anticholinerg, extrapiramidaal, effect op glucose- en vetmetabolisme, interacties. Nieuwe antipsychotica: aripiprazol, olanzepine, quetiapine, risperidon, sertindol. Effect op antagonisme van dopamine-2-receptoren = effect op denkstoornissen, hallucinaties, wanen. -
Positieve symptomen (dopaminerge overactiviteit); alle antipsychotica hebben effect Negatief-cognitieve, sociaal onaangepaste symptomen: alleen clozapine heeft (beetje) effect
-Dopaminerg (D2)=extrapiramidaal: hyperprolactinemie: galactorroe en libidoverlies -Noradrenerg (x-1)=(anti-NA); orthostatische hypotensie, hypnosedatie -Histaminerg (H1)=(anti-His): hypnosedatie, gewichtstoename, metaboolsyndroom -Cholinerg (muscarine)=(anti-Ach): droge mond -Serotonerg (5HT-2A en 5HT-2C)metaboolsyndroom; bevordert slap, verlaagt gedragsstoornissen, verlaagt sexuele bijwerkingen Algemeen: anti DA-effect (dopamine -2-receptorblokkerend effect): antipsychotisch, extrapiramidaal (acute dystonie, parkisonisme, rabbitsyndroom, acathisie, tardieve dyskinesie. Sedatie: 1. Demping; remming voor psychomotoriek, angst, agitatie 2. Onverschillig makend; minder vijandig, minder agressie e.d. 3. Hypnosedatie; suf en slaperigmakend Start antipsychoticum: Eerste uren of dagen alleen effect op arrousal-symptomen (psychomotoriek, opwinding,rusteloosheid, agitatie). Binnen 3 weken is dat onder controle. Dagen tot weken: effecten op hallucinaties, wanen, formele denkstoornissen. - Affectieve symptomen en sociale isolatie: binnen 2-5 weken onder controle. - Perceptuele en cognitieve symptomen: binnen 6-8 weken onder controle. Negatieve symptomen: minder ernstig; secundair en waarschijnlijk bijwerking antipsychoticum Ernstig; primair en defect waarschijnlijk behorend bij de aandoening (schizofrenie) Depressieve symptomen moeilijk te onderscheiden; evt. subtiele extrapiramidale symptomen of negatieve symptomen. Pas een maand na stabiele situatie de dosering van de acute episode reduceren tot 0,5-7mg haloperidol (of equivalent)