beroepsverleden Vereist voor tijdskrediet Formule 50 plus Zie CAO NAR Collectieve arbeidsovereenkomst nr.77bis tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
formulering Art 10 §2 een ancienniteit van 20 jaar als werknemer hebben op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving
gelijkstelling Om de ancienniteit van 20 jaar als werknemer te berekenen, worden de arbeidsdagen in aanmerking genomen. Met arbeidsdagen, uitgezonderd de dagen volledige werkloosheid en volledige schorsing van de arbeidsprestaties als bedoeld in artikel 3, par. 1, punt 1 van deze overeenkomst en artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, worden gelijkgesteld : hiermee bedoelt men dus loopbaanonderbreking (voor 2002) als tijdskrediet (vanaf 2002) 1. de dagen die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een uitkering bij toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, de schadeloosstelling voor arbeidsongevallen, ongevallen op de weg naar en van het werk en beroepsziekten, de werkloosheidsverzekering, de jaarlijkse vakantie en het invaliditeitspensioen voor mijnwerkers; 2. de dagen waarop niet werd gewerkt en waarvoor een loon werd betaald waarop socialezekerheidsbijdragen, met inbegrip van de sector werkloosheid, werden ingehouden; 3. de feestdagen waarvoor, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, een loon werd betaald, waarop geen socialezekerheidsbijdragen
werden ingehouden; 4. de dagen van arbeidsongeschiktheid waarvoor, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, een loon werd betaald, waarop geen socialezekerheidsbijdragen werden ingehouden; 5. de inhaalrustdagen waarop de werknemer recht heeft ingevolge de arbeidswet van 16 maart 1971 of ingevolge een regeling tot vermindering van de arbeidsduur; 6. de dagen van staking of lock-out; 7. de carenzdagen bedoeld door de wetgeving op de verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering; 8. de dagen waarop niet werd gewerkt wegens vorst, die door het fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf werden vergoed; 9. de dagen waarop de werknemer het ambt van rechter in sociale zaken of van rechter in handelszaken, of van raadsheer in sociale zaken heeft vervuld; 10. andere niet bezoldigde afwezigheidsdagen ten belope van ten hoogste tien dagen per kalenderjaar. [11. de dagen van aanwezigheid onder de wapens wegens oproeping of wederoproeping alsmede de dagen van dienst als gewetensbezwaarde of de dagen van prestaties als dienstplichtige die krachtens de betrokken wetgeving met
legerdienst gelijkgesteld worden.] (ingevoegd bij c.a.o. 10.07.2002); geldig vanaf 01.07.02)
Vereist voor vlaamse aanmoedigingspremie social pofit – landingsbaan
Art 11 §1 en §2 Je moet ofwel 20 jaar voltijds of deeltijds hebben gewerkt in de social Zie Besluit van de profitsector of de gelijkgestelde sectoren Vlaamse regering van 3 (ziekenhuizen, mei 2002 tot instelling van de thuisverpleging, revalidatiecentra, rust- en aanmoedingingspremies verzorgingstehuizen, in de Vlaamse private sociale profitsector BS 27 openbare instellingen voor gezinszorg, openbare juli 2002 kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, openbare of private instellingen die onder de Vlaamse welzijnsbevoegdheid vallen). Ofwel moet je een loopbaan hebben van 25 jaar, waarvan minstens 10 jaar voltijds in de social profitsector of gelijkgestelde sectoren, of een equivalent van 10 jaar voltijds.
Art 11 §3 Voor het bepalen van de beroepsactiviteit gelden alle arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen. Onder gelijkgestelde dagen worden hierbij verstaan : - de schorsingen (zie art 1, 8°); - alle dagen gepresteerd als tewerkgestelde werkloze of in een DAC-, GESCO-, IBF-, of PBWstatuut; - de dagen besteed aan de zorg voor de eigen kinderen, met een maximum van 3 jaar per kind en 6 jaar over de volledige loopbaan. Art 1, 8° schorsing : de dagen van schorsing van de arbeidsovereenkomst - die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een uitkering bij toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, de schadeloosstelling voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, de werkloosheidsverzekering, de jaarlijkse vakantie, de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet; - waarop niet werd gewerkt en waarvoor een loon werd betaald waarop sociale zekerheidsbijdragen, met inbegrip van de sector werkloosheid, werden
ingehouden; - wegens feestdagen waarvoor, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, een loon werd betaald, waarop geen sociale zekerheidsbijdragen werden ingehouden; - wegens arbeidsongeschiktheid waarvoor, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, een loon werd betaald, waarop geen sociale zekerheidsbijdragen werden ingehouden; - wegens het opnemen van inhaalrustdagen waarop de werknemer recht heeft ingevolge de arbeidswet van 16 maart 1971 of ingevolge een regeling tot vermindering van de arbeidsduur; - wegens staking of lockout; - waarop niet werd gewerkt en geen loon werd betaald als carensdag zoals bedoeld door de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering; - waarop niet werd gewerkt wegens vorst, die door het fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf werden vergoed; - waarop de werknemer het ambt van rechter in sociale zaken, van rechter in handelszaken of van raadsheer in sociale zaken heeft vervuld; - wegens verlof om dwingende redenen zoals bedoeld in het koninklijk
besluit van 11 oktober 1991;