Ama -Drainer-Box 021

Automatische vuilwater-opvoerinstallatie

Ama® -Drainer-Box 021 Opvoerinstallatie voor bovenvloeropstel

Bedrijfs-/Montagevoorschrift

Impressum Bedrijfs-/Montagevoorschrift Ama® -Drainer-Box 021 Originele bedrijfsvoorschrift KSB Aktiengesellschaft Halle Alle rechten voorbehouden. Inhoud mag zonder schriftelijke toestemming van KSB niet worden verspreid, verveelvuldigd, bewerkt noch aan derden worden doorgegeven. In het algemeen geldt: Technische wijzigingen voorbehouden. © KSB Aktiengesellschaft Frankenthal 11.05.2010

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave Woordenlijst ........................................................................................ 5 1

Allgemeines ......................................................................................... 6

1.1

Basisprincipes ................................................................................................... 6

1.2

Inbouw van incomplete machines ................................................................. 6

1.3

Doelgroep ........................................................................................................ 6

1.4

Bijbehorende documentatie ........................................................................... 6

1.5

Symbolik .......................................................................................................... 6

2

Veiligheid ............................................................................................. 7

2.1

Aanduiding van waarschuwingsinstructies ................................................... 7

2.2

Algemeen ........................................................................................................ 7

2.3

Vakbekwaamheid en scholing van het personeel ........................................ 7

2.4

Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften .............. 8

2.5

Veiligheidsbewust werken ............................................................................. 8

2.6

Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker/het bedieningspersoneel ....... 8

2.7

Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden .............................................................................. 8

2.8

Ontoelaatbare bedrijfssituaties ...................................................................... 9

2.9

Correct gebruik ............................................................................................... 9

3

Transport / tijdelijke opslag / afvoer ................................................ 10

3.1

Transport ....................................................................................................... 10

3.2

Opslag/conservering ...................................................................................... 10

3.3

Retourzending ............................................................................................... 10

3.4

Afvoer ............................................................................................................ 11

4

Beschrijving ....................................................................................... 12

4.1

Algemene beschrijving ................................................................................. 12

4.2

Aanduiding .................................................................................................... 12

4.3

Typeplaatje .................................................................................................... 12

4.4

Constructie ..................................................................................................... 13

4.5

Constructie en werking ................................................................................. 13

4.6

Leveringsomvang .......................................................................................... 14

4.7

Te verwachten geluidswaarden ................................................................... 14

4.8

Afmetingen en gewichten ............................................................................ 14

5

Opstelling/Inbouw ............................................................................. 15

5.1

Veiligheidsvoorschriften ............................................................................... 15

5.2

Controle vóór het begin van de opstelling ................................................. 15

5.3

Installatie opstellen ....................................................................................... 15

5.4

Deksel 160 demonteren ................................................................................ 16

5.5

Extra aansluitingen ....................................................................................... 16

Ama® -Drainer-Box 021

3 van 32

Inhoudsopgave

5.6

Persleiding ..................................................................................................... 17

5.7

Ontluchting ................................................................................................... 17

5.8

Elektrisch systeem ......................................................................................... 18

5.9

Deksel 160 monteren .................................................................................... 18

6

In bedrijf nemen/uit bedrijf nemen ................................................. 20

6.1

In bedrijf nemen ............................................................................................ 20

6.2

Toelaatbare grenzen bedrijfsvoering .......................................................... 20

6.3

Uit bedrijf nemen / conserveren / opslaan ................................................... 21

6.4

Opnieuw in bedrijf nemen ........................................................................... 21

7

Service/Onderhoud ............................................................................ 22

7.1

Veiligheidsvoorschriften ............................................................................... 22

7.2

Onderhoud/inspectie .................................................................................... 22

7.3

Aftappen/afvoeren ........................................................................................ 22

7.4

Pompaggregaat vervangen .......................................................................... 23

7.5

Aanbevolen reserveonderdelenvoorraad .................................................... 24

8

Storingen: Oorzaken en oplossing ................................................... 25

9

Bijbehorende documentatie ............................................................. 26

9.1

Overzichtstekening met stuklijst .................................................................. 26

9.2

Maattekening ................................................................................................ 27

9.3

Inbouwschema .............................................................................................. 28

10

EG-conformiteitsverklaring .............................................................. 29

11

Verklaring van geen bezwaar .......................................................... 30 Trefwoordenindex ............................................................................ 31

4 van 32


Woordenlijst

Woordenlijst Afvalwater

Terugloop

Water dat door gebruik is veranderd, bijv. huishoudelijk afvalwater.

Dompelmotorpomp Klokpompen zijn overstroombare, nietzelfaanzuigende blokaggregaten. Normaliter worden de pompen volledig ondergedompeld gebruikt. Ze kunnen kortstondig boven de vloeistof gebruikt worden tot het minimumniveau van het te verpompen medium is bereikt.

EN 12050-2 Europese norm voor afvalwateropvoerinstallaties waarmee afvalwater zonder fecaliën wordt afgevoerd dat onder het terugloopniveau in gebouwen en op percelen wordt aangevoerd. Hierin worden algemene eisen evenals bouwen testvoorschriften vastgelegd.

Huishoudelijk afvalwater Fecaliënvrij vuilwater uit wasbakken, douches, wasmachines etc.

Persleiding Persleiding voor het transport van afvalwater via het terugloopniveau naar het afvoerkanaal.

Te verwachten geluidswaarden De te verwachten geluidsemissie uitgedrukt als geluidsdrukniveau LPA in dB(A).


Terugpersen van afvalwater uit het riool in de aangesloten leidingen van het drainagesysteem van het perceel.

Teruglooplus Onderdeel van de persleiding van een afvalwateropvoerinstallatie boven het terugloopniveau.

Terugloopniveau Hoogste niveau tot waar het terugpersende afvalwater in een rioleringsinstallatie kan stijgen.

Verklaring van geen bezwaar Een verklaring van geen bezwaar is een verklaring dat de installatie volgens de voorschriften is gereinigd, zodat de onderdelen die in contact zijn gekomen met media geen gevaar meer vormen voor het milieu en de gezondheid.

Verzamelreservoir Onderdeel van een vuilwater-opvoerinstallatie waarin het toegevoerde afvalwater drukloos tussentijds wordt opgeslagen en daarna automatisch wordt verpompt.

Vuilwater-opvoerinstallatie Installatie voor het verzamelen en automatisch opvoeren van fecaliënvrij afvalwater boven het terugloopniveau.

5 van 32

1 Allgemeines

1 Allgemeines 1.1 Basisprincipes Deze gebruikshandleiding maakt onderdeel uit van de series en uitvoeringen die op de titelpagina worden genoemd. De gebruikshandleiding beschrijft het correcte en veilige gebruik in alle bedrijfsfasen. Op het typeplaatje staan de serie en de grootte evenals de belangrijkste bedrijfsgegevens. Met het fabrieks-/serienummer wordt de installatie eenduidig beschreven en deze nummers dienen voor identificatie bij alle verdere bedrijfsprocessen. Ten behoeve van de handhaving van de garantieclaims in het geval van schade moet onmiddellijk de dichtstbijzijnde KSB-serviceafdeling worden geïnformeerd. Voor de te verwachten geluidswaarden zie de gebruikshandleiding van de pomp.

1.2 Inbouw van incomplete machines Voor de inbouw van onvolledige machines die door KSB worden geleverd, moeten de betreffende subhoofdstukken van Service/Onderhoud in acht worden genomen.

1.3 Doelgroep Doelgroep van deze gebruikshandleiding is technisch geschoold vakpersoneel.

1.4 Bijbehorende documentatie Tabel 1: Overzicht van bijbehorende documentatie Document Leveringsdocumentatie

Inhoud Gebruikshandleidingen en overige documentatie voor toebehoren en geïntegreerde machineonderdelen, gebruikshandleiding klokpomp

1.5 Symbolik Tabel 2: Gebruikte symbolen Symbool ✓ ⊳ ⇨ ⇨ 1.

Betekenis Voorwaarde voor de gebruiksaanwijzing Noodzakelijke handeling bij veiligheidsvoorschriften Resultaat van de handeling Kruisverwijzingen Gebruiksaanwijzing met meerdere stappen

2. Aanwijzing doet aanbevelingen en geeft belangrijke aanwijzingen voor de omgang met het product

6 van 32


2 Veiligheid

2 Veiligheid !

GEVAAR

Alle in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen duiden op een gevaar met een hoog risiconiveau.

2.1 Aanduiding van waarschuwingsinstructies Tabel 3: Kenmerken van waarschuwingsinstructies Symbool !

!

GEVAAR

WAARSCHUWING

LET OP

Verklaring GEVAAR duidt een gevaar aan met een hoog risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - fataal kan zijn of ernstig letsel tot gevolg kan hebben. WAARSCHUWING duidt een gevaar aan met een gemiddeld risiconiveau, dat - indien dit niet wordt vermeden - fataal kan zijn of ernstig letsel tot gevolg kan hebben. LET OP duidt een gevaar aan, waarbij - indien de instructies niet worden opgevolgd - gevaar voor de machine en het functioneren daarvan kan optreden. Algemeen gevaarpunt beschrijft in combinatie met een signaalwoord gevaren in verband met dood of letsel. Gevaarlijke elektrische spanning geeft informatie ter bescherming tegen elektrische spanning. Dit symbool duidt in combinatie met het signaalwoord LET OP gevaren aan voor de machine en de werking ervan.

2.2 Algemeen De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor opstelling, bedrijf en onderhoud, waarvan de inachtneming een veilige omgang met de installatie garandeert, alsmede persoonlijk letsel en materiële schade vermijdt. De veiligheidsinstructies van alle hoofdstukken moeten in acht worden genomen. De gebruikshandleiding moet vóór montage en inbedrijfname door het verantwoordelijke vakpersoneel/de gebruiker worden gelezen en volledig zijn begrepen. De inhoud van de gebruikshandleiding moet ter plaatse continu beschikbaar zijn voor het vakpersoneel. Instructies die direct op de installatie zijn aangebracht, moeten in acht worden genomen en in volledig leesbare toestand worden gehouden. Dat geldt bijvoorbeeld voor: ▪ Een draairichtingspijl ▪ Aanduidingen voor aansluitingen ▪ Typeplaatje De gebruiker is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de plaatselijke voorschriften waarmee in deze gebruikshandleiding geen rekening is gehouden.

2.3 Vakbekwaamheid en scholing van het personeel Het personeel moet voor montage, bediening, onderhoud en inspectie over de betreffende vakbewaamheid beschikken. De gebruiker moet verantwoordelijkheid, bevoegdheid en toezicht van het personeel strikt geregeld hebben bij montage, bediening, onderhoud en inspectie.


7 van 32

2 Veiligheid

Gebrek aan kennis bij het personeel moet door scholing en instructie door voldoende opgeleid vakpersoneel worden verholpen. Indien noodzakelijk kan de scholing in opdracht van de gebruiker door de fabrikant/leverancier plaatsvinden. Scholing bij de installatie alleen onder toezicht van technisch vakpersoneel uitvoeren.

2.4 Gevolgen en gevaren bij het niet-opvolgen van de voorschriften ▪ Het niet opvolgen van dit bedrijfsvoorschrift leidt tot verlies van garantieclaims en schadevergoedingsclaims. ▪ Het niet opvolgen kan bijvoorbeeld volgende gevaren tot gevolg hebben: – Gevaren voor personen door elektrische, thermische, mechanische en chemische invloeden, alsmede explosies – Het niet functioneren van belangrijke functies van het product – Het niet opvolgen van de voorgeschreven methodes voor service en onderhoud – Gevaren voor het milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen

2.5 Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsvoorschriften die in deze gebruikshandleiding vermeld staan, alsmede het correcte gebruik van de pomp, gelden de volgende veiligheidsvoorschriften: ▪ Arbeids-, veilligheids- en bedrijfsvoorschriften ▪ Explosieveiligheidsvoorschriften ▪ Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met gevaarlijke stoffen ▪ Geldende normen en wetten

2.6 Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker/het bedieningspersoneel ▪ Bescherming tegen aanraking van hete, koude en bewegende onderdelen zelf aanbrengen en de werking ervan controleren. ▪ De bescherming tegen aanraking niet verwijderen tijdens bedrijf van de pomp. ▪ Aardingsaansluiting voor metalen mantel aanbrengen in geval van elektrostatische oplading van het te verpompen medium. ▪ Beschermende uitrusting voor personeel ter beschikking stellen en gebruiken. ▪ Lekkages (bijv. van de asafdichting) van gevaarlijke media (bijv. explosief, giftig, heet), moeten dusdanig worden afgevoerd dat er geen gevaar voor personen of milieu ontstaat. Hiervoor geldende wettelijke bepalingen aanhouden. ▪ Gevaar door elektrische spanning uitsluiten (voor bijzonderheden kunnen de specifieke voorschriften voor het land en/of van de plaatselijke energiebedrijven worden geraadpleegd).

2.7 Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden ▪ Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan de installatie zijn alleen na toestemming van de fabrikant toegestaan. ▪ Uitsluitend originele onderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen gebruiken. Door het gebruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende gevolgen worden opgeheven. ▪ De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel, dat zich door uitvoerige bestudering van de gebruikshandleiding voldoende heeft geïnformeerd. ▪ Werkzaamheden aan de installatie alleen tijdens stilstand uitvoeren.

8 van 32


2 Veiligheid ▪ Het pomphuis moet de omgevingstemperatuur hebben aangenomen. ▪ Het pomphuis moet drukloos en afgetapt zijn. ▪ De handelwijze voor het buiten bedrijf stellen van de installatie die beschreven staat in de gebruikshandleiding, absoluut in acht nemen. ▪ Installaties die vloeistoffen verpompen die schadelijik zijn voor de gezondheid, moeten worden ontsmet. ▪ Direct na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle beveiligings- en beschermingsvoorzieningen weer aangebracht resp. functioneel gemaakt worden. Voor het opnieuw in bedrijf nemen moeten de punten die vermeld staan voor het in bedrijf nemen in acht worden genomen. (⇨ Hoofdstuk 6.1 Pagina 20) ▪ Onbevoegden (bijv. kinderen) uit de buurt van de installatie houden.

2.8 Ontoelaatbare bedrijfssituaties De grenswaarden die in de documentatie staan vermeld, in geen geval overschrijden. De bedrijfsveiligheid van de geleverde installatie is alleen gegarandeerd bij een correct gebruik. (⇨ Hoofdstuk 2.9 Pagina 9)

2.9 Correct gebruik Het De installatie mag alleen in die toepassingsgebieden worden gebruikt, die in de bijbehorende documenten zijn beschreven. ▪ De installatie alleen in technisch onberispelijke toestand gebruiken. ▪ De installatie niet in gedeeltelijk gemonteerde toestand gebruiken. ▪ De installatie mag uitsluitend de media verpompen die in de documentatie van de desbetreffende uitvoering zijn beschreven. ▪ De installatie nooit zonder te verpompen medium laten draaien. ▪ De gegevens over minimumcapaciteiten in de documentatie in acht nemen (voorkoming van schade door oververhitting, lagerschade, ...). ▪ De gegevens over maximumcapaciteiten in de documentatie in acht nemen (voorkoming van schade door oververhitting, schade aan mechanische asafdichtingen, cavitatieschade, lagerschade, ...). ▪ De installatie niet aan zuigzijde smoren (voorkoming van cavitatieschade). ▪ Andere bedrijfsmodi, voor zover niet in de documentatie genoemd, met de fabrikant overleggen. Voorkoming van voorzienbaar verkeerd gebruik ▪ Nooit de in de documentatie vermelde toegestane gebruiksgrenzen met betrekking tot druk, temperatuur, etc. overschrijden. ▪ Alle veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen in deze gebruikshandleiding opvolgen.


9 van 32

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer

3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer 3.1 Transport

GEVAAR Installatie kan van de pallet vallen Letselgevaar door vallende installatie! ▷ Installatie alleen in horizontale positie transporteren. ▷ De installatie nooit aan een elektrische aansluitkabel ophangen. ▷ De installatie niet tegen een object laten botsen of laten vallen.

3.2 Opslag/conservering Als de inbedrijfname langere tijd na de levering moet plaatsvinden, adviseren wij voor de opslag van de vuilwater-opvoerinstallatie de volgende maatregelen:

LET OP Beschadiging door vorst, vocht, vuil, UV-straling of ongedierte tijdens de opslag Corrosie/verontreiniging van de vuilwater-opvoerinstallatie! ▷ De vuilwater-opvoerinstallatie vorstvrij, niet in de open lucht opslaan.

LET OP Vochtige, vervuilde of beschadigde openingen en verbindingspunten Lekkage of beschadiging van de vuilwater-opvoerinstallatie! ▷ Afgesloten openingen van de vuilwater-opvoerinstallatie pas tijdens de opstelling vrijmaken. De vuilwater-opvoerinstallatie moet in een droge, beschutte ruimte bij een zo constant mogelijke luchtvochtigheid worden opgeslagen.

3.3 Retourzending 1. Installatie op de juiste wijze aftappen. 2. De installatie altijd doorspoelen en reinigen, met name bij schadelijke, hete of andere risicovolle verpompte media. 3. Als er media zijn verpompt waarvan de restanten bij het in aanraking komen met de luchtvochtigheid tot corrosieschade leiden of bij contact met zuurstof ontvlammen, moet het aggregaat bovendien worden geneutraliseerd, en om te drogen met een watervrij inert gas worden doorgeblazen. 4. Bij de installatie moet altijd een volledig ingevulde decontaminatieverklaring worden bijgevoegd. Toegepaste veiligheids- en ontsmettingsmaatregelen altijd vermelden.

AANWIJZING Desgewenst kan via het internet een verklaring van geen bezwaar op het volgende adres worden gedownload: www.ksb.com/certificate_of_decontamination

10 van 32


3 Transport / tijdelijke opslag / afvoer

3.4 Afvoer

WAARSCHUWING Media die schadelijk zijn voor de gezondheid Gevaarlijk voor personen en milieu! ▷ Spoelvloeistof alsmede eventuele restvloeistof opvangen en afvoeren. ▷ Indien nodig beschermende kleding en beschermmasker dragen. ▷ Wettelijke bepalingen met betrekking tot de afvoer van vloeistoffen die een gevaar voor de gezondheid opleveren, in acht nemen. 1. Installatie demonteren. Vetten en smeermiddelen bij de demontage opvangen. 2. Pompmaterialen en -producten scheiden, bijv. op: - metaal - kunststof - elektronisch afval - vetten en smeermiddelen 3. Volgens de plaatselijke voorschriften afvoeren of inleveren bij een erkend afvalverwerkingsbedrijf.


11 van 32

4 Beschrijving

4 Beschrijving 4.1 Algemene beschrijving

LET OP Ongeschikte te verpompen vloeistoffen Beschadiging van de pomp! ▷ Nooit corrosieve, brandbare en explosiegevaarlijke vloeistoffen verpompen. ▷ Nooit afvalwater uit toiletten en urinoirs of abrasieve media verpompen. ▷ Nooit vethoudend afvalwater verpompen. ▷ Niet gebruiken voor het verpompen van voedingsmiddelen. Opvoerinstallatie voor het drukloos verzamelen en automatisch opvoeren van huishoudelijk afvalwater boven het terugloopniveau. Normale uitvoering Geschikt voor het verpompen van chemisch neutraal, licht verontreinigd afvalwater en waswater. Uitvoering C voor agressief water Voor geschikte te verpompen vloeistoffen zie boven, bovendien ook: ▪ Zeewater of zouthoudend water ▪ Zwembad- en brak water ▪ Agressief afvalwater ▪ Afvoeren van condensaat uit hoogrendementsketels

4.2 Aanduiding Voorbeeld: Ama-Drainer-Box 021 / C Tabel 4: Toelichting bij aanduiding Afkorting Ama-Drainer Box 021 C

Betekenis Serie Verzamelreservoir Codecijfer voor Ama-Drainer, bijv. 021 = Ama-Drainer 301.1 Variant voor agressieve media

4.3 Typeplaatje

1 2 3 4 5 6

Ama-Drainer Box 021/C

7

S-V

230 V ~

50 Hz

300 W

8 m3/h

6,5 m

t max. 35 °C

8 9

EN 12 050-2 11 036 328

Made by KSB

0W 331 141 - 02

Afbeelding 1: Typeplaatje 1 3 5

12 van 32

Serie, pompgrootte Ontwerpspanning max. opvoerhoogte


2 4 6

Ontwerpfrequentie max. capaciteit Bouw- en testvoorschriften

4 Beschrijving

7 9

Serienummer max. temperatuur te verpompen vloeistof en omgevingstemperatuur

8

Ontwerpvermogen

Het typeplaatje bevindt zich onder de linker persaansluiting. Verklaring van serienummer Kalenderjaar 1ehalfjaar 2e halfjaar

2009 S-U S-V

2010 S-W S-X

2011 S-Y S-Z

2012 S-A S-B

2013 S-C S-D

4.4 Constructie ▪ Installatie volgens EN 12050-2 ▪ Stabiel kunststof verzamelreservoir met automatisch schakelende klokpomp, aansluiting DN 50 aan toeloopzijde en aansluiting DN 40 aan perszijde met geïntegreerde terugslagklep ▪ Klokpomp Ama-Drainer 301 SE met elektrische aansluitkabel van 3 m en geaarde stekker Uitvoering C ▪ voor agressief vuilwater met een elektrische aansluitkabel van 10 m en randaardestekker

4.5 Constructie en werking 1 2

4

3 5 6

Afbeelding 2: Doorsnedetekening

Uitvoering Werking

1 3

Verzamelreservoir Vlotter

2 4

5

aansluiting aan perszijde

6

Aansluiting aan toeloopzijde verticale aansluiting aan toeloopzijde Klokpomp

De installatie bestaat uit een stabiel verzamelreservoir (1) met geïntegreerde klokpomp (6), aansluiting aan toeloopzijde (2) en aansluiting aan perszijde (5). Het te verpompen medium stroomt de installatie binnen via een aansluiting aan toeloopzijde (2) en wordt opgevangen in een gas-, geur- en waterdicht kunststofreservoir (1). Bij een bepaald niveau wordt de vlotter (3) geactiveerd en schakelt deze de klokpomp (6) automatisch in. Het te verpompen medium wordt dan via de aansluiting aan perszijde boven het terugloopniveau naar het openbare riool geleid.


13 van 32

4 Beschrijving

4.6 Leveringsomvang Afhankelijk van de uitvoering behoren de volgende posities tot de leveringsomvang: ▪ Vuilwater-opvoerinstallatie bestaande uit: – stabiel kunststof verzamelreservoir met drukdicht deksel – automatisch schakelende klokpomp met geïntegreerde terugslagklep – 2 aansluitingen aan toeloopzijde DN 50 (rubber mof) – aansluiting aan perszijde DN 40 (rubber mof) – koolstoffilterpatroon met overloopbeveiliging voor een reukdichte ontluchting – wasmachineaansluiting via Y-afvoer horizontaal of verticaal mogelijk Toebehoren

Benodigd toebehoren is in de handel verkrijgbaar. ▪ Douche-aansluitset Met de douche-aansluitset kan de installatie op een douchebak worden aangesloten.

AANWIJZING Voorkomen van schade d.m.v. een netonafhankelijke alarmschakelkast. Als de netspanning uitvalt of de klokpomp defect raakt, bestaat het gevaar van schade door overstroming. Wij adviseren om een alarmcontactgever te installeren. ▪ Alarmcontactgever M1 De alarmcontactgever M1 waarschuwt in combinatie met een KSBalarmschakelkast AS 0, AS 2, AS 4 of AS 5 voor een ontoelaatbaar hoog waterpeil in het verzamelreservoir

4.7 Te verwachten geluidswaarden Geluidsdrukniveau < 70 dB(A)

4.8 Afmetingen en gewichten Gegevens over afmetingen en gewichten zijn vermeld op de maattekeningen van de installatie.

14 van 32


5 Opstelling/Inbouw

5 Opstelling/Inbouw 5.1 Veiligheidsvoorschriften

GEVAAR Stroomtoevoer niet onderbroken Levensgevaar! ▷ De netstekker uittrekken en de pomp beveiligen tegen onbedoelde inschakeling.

GEVAAR Werkzaamheden aan de elektrische aansluiting door ongekwalificeerd personeel Levensgevaar door elektrische schok! ▷ Het elektrisch aansluiten mag uitsluitend door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. ▷ Voorschriften IEC 60364 (DIN VDE 0100)

GEVAAR Ongeschikte elektrische installatie Levensgevaar! ▷ De elektrische installatie voldoet aan de installatievoorschriften van VDE 0100 (d.w.z. stopcontacten met aardingsklemmen). ▷ Het stroomnet is voorzien van een aardlekbeveiligingsinrichting van max. 30 mA. ▷ In geval van twijfel de elektrische installateur raadplegen.

GEVAAR Ondeskundig gebruik Levensgevaar door elektrische schok! ▷ Verlengkabels moeten dezelfde kwaliteit hebben als de meegeleverde pompkabel. ▷ Elektrische aansluitingen niet blootstellen aan vocht.

5.2 Controle vóór het begin van de opstelling Vóór het opstellen controleren op de volgende punten: ▪ De installatie is volgens de gegevens op het typeplaatje geschikt voor het stroomnet. ▪ De te verpompen vloeistof behoort tot de toegestane te verpompen vloeistoffen. ▪ De bovenvermelde veiligheidsvoorschriften zijn in acht genomen.

5.3 Installatie opstellen

AANWIJZING Opvoerinstallaties mogen niet in de buurt van woon- en slaapruimtes worden gebruikt. Opvoerinstallaties moeten samen met de rioleringstoestellen in dezelfde ruimte worden geïnstalleerd.


15 van 32

5 Opstelling/Inbouw

LET OP Onvoldoende ventilatie Beschadiging van de elektrische installatie! ▷ Zorg voor een goede ventilatie en ontluchting. Montage op vlakke ondergrond 1. De meegeleverde 4 rubberen dempers met de kleefstrip in de daarvoor aan de onderzijde van de reservoirbodem aangebrachte uitsparingen vastplakken. 2. De installatie evenwijdig aan het grondoppervlak opstellen en met een waterpas uitlijnen. Montage aan de wand met in de handel verkrijgbare haken 1. 2 in de handel verkrijgbare haken op de gewenste positie aan de wand bevestigen. De afstand tussen de boorgaten vindt u in de maattekening. (⇨ Hoofdstuk 9.2 Pagina 27) 2. De meegeleverde 2 hogere rubberen dempers 720.4 met de kleefstrip op de achterzijde van het reservoir (vlak boven de bodem) vastplakken. 3. Installatie aan de haken ophangen.

5.4 Deksel 160 demonteren

Afbeelding 3: Deksel 160 demonteren 1. Het deksel diagonaal met beide handen vastgrijpen, zodanig dat beide duimen boven op het deksel rusten. 2. De reservoirwand met de vingers iets naar binnen drukken en gelijktijdig het deksel iets oplichten. (handeling op alle 4 hoeken herhalen.)

5.5 Extra aansluitingen Doucheaansluiting Het is mogelijk om ook een douche aan te sluiten. Hiervoor is een douche-aansluitset nodig. 5.5.1 Douche-aansluitset aansluiten 1. Pompaggregaat uit het reservoir nemen. 2. Doorvoeropening R 11/4 (Ø 42 mm) op de gemarkeerde plaats in het reservoir boren. (⇨ Hoofdstuk 9.2 Pagina 27) 3. Vormstuk 720.5 met afdichtring 411.5 in de boring aanbrengen en van binnen met moer 920.5 bevestigen. 4. Vlotter 74-4.1 van de pomp verwijderen. 5. Piepschuimvlotter 74-4 op de houder 732 steken. 6. Speciale vlotter 74-4.2 op de pomp bevestigen.

16 van 32


5 Opstelling/Inbouw

7. Schakelpunten volgens de gebruikshandleiding van de pomp instellen. (⇨ Hoofdstuk 9.2 Pagina 27) 8. Schakelpunten controleren. (Vlotter mag niet tegen deksel 160 stoten.) 9. Pompaggregaat in het reservoir plaatsen. Erop letten dat de pomp op de juiste wijze in de draaibeveiliging E vastklikt.

5.6 Persleiding ▪ De persleiding dient vorstvrij te worden gemonteerd. ▪ Bij installaties beneden het terugloopniveau dient de persleiding met een teruglooplus (met een bocht van 180°) tot boven het terugloopniveau te worden geleid. ▪ Als overstromingen boven het terugloopniveau mogelijk zijn, raden wij aan een schuifafsluiter in de nabijheid van de installatie in te bouwen. ▪ De persleiding kan naar keuze rechts of links uit het reservoir worden geleid 5.6.1 Persleiding aansluiten De persleiding kan naar keuze rechts of links uit het reservoir worden geleid.

99-21

733 720.3 (DN 40)

min. 20 ca. 55

719

Afbeelding 4: Persleiding aansluiten ✓ Deksel 160 is geopend. ✓ De pomp staat correct in het reservoir (vlotterarm parallel aan de reservoirwand) en is in de daarvoor bestemde draaibeveiliging E vastgeklikt. 1. Persleiding Ø 40 mm ca. 55 mm door het vormstuk 720.3 in het reservoir schuiven. 2. Kleefstrip 99-21 in twee lagen om het uiteinde van de persleiding wikkelen. 3. Spiraalslang 719 minstens 20 mm over de persleiding schuiven. 4. Spiraalslang met slangklem 733 op de persleiding bevestigen. De vlotter mag niet in zijn bewegingsvrijheid worden gehinderd.

5.7 Ontluchting Be- en ontluchting geschieden direct in de opstellingsruimte via een in de installatie geïntegreerd actief koolfilter.


17 van 32

5 Opstelling/Inbouw

AANWIJZING In opstellingsruimten waarvoor strenge hygiëne-eisen gelden (bijv.: dokterspraktijken) of bij verwachte stankoverlast (bijv.: afvalwater met melkproducten uit kitchenettes) adviseren wij de installatie boven het dak te ontluchten. Ontluchtingsleiding met een maximale buitendiameter van 40 mm. 5.7.1 Ontluchting aansluiten 1. Compleet ontluchtingsfilter met ventielkogel verwijderen. 2. Leiding (buitendiameter 40 mm) met vormstuk 720 in deksel 160 steken. (Bij een leiding met een buitendiameter van 25 mm moet het vormstuk worden vervangen door een in de handel verkrijgbare steekmof 25/46.)

5.8 Elektrisch systeem 5.8.1 Elektrisch aansluiten

GEVAAR Werkzaamheden aan de elektrische aansluiting door ongekwalificeerd personeel Levensgevaar door elektrische schok! ▷ Het elektrisch aansluiten mag uitsluitend door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. ▷ Voorschriften IEC 60364 (DIN VDE 0100)

WAARSCHUWING Onjuiste netaansluiting Beschadiging van het lichtnet, kortsluiting! ▷ Technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf in acht nemen.

LET OP Onjuiste aanleg Beschadiging van de elektrische aansluitkabel! ▷ De elektrische aansluitkabel nooit bij temperaturen onder - 25 °C bewegen. ▷ De elektrische aansluitkabel nooit knikken of pletten. ▷ Het pompaggregaat nooit aan de elektrische aansluitkabel optillen. 1. Stekker in het stopcontact steken.

5.9 Deksel 160 monteren

Afbeelding 5: Deksel monteren ✓ Controle op goede werking uitgevoerd.

18 van 32


5 Opstelling/Inbouw

1. Het deksel diagonaal met beide handen vastgrijpen, zodanig dat beide duimen boven op het deksel rusten. 2. Deksel licht op het huis drukken. (Handeling op alle 4 de hoeken uitvoeren.)


19 van 32

6 In bedrijf nemen/uit bedrijf nemen

6 In bedrijf nemen/uit bedrijf nemen 6.1 In bedrijf nemen 6.1.1 Voorwaarde voor de inbedrijfname Vóór de inbedrijfname van de installatie moet aan de volgende punten zijn voldaan: ▪ Het aggregaat is volgens de voorschriften elektrisch aangesloten. ▪ Er wordt voldaan aan de veiligheidsvoorschriften. ▪ De bedrijfsspanning is gecontroleerd. ▪ De geldende VDE-voorschriften resp. landspecifieke voorschriften zijn opgevolgd. ▪ De controle op goede werking is uitgevoerd. ▪ Alle aansluitingen en leidingen zijn gecontroleerd op lekkage en indien nodig opnieuw afgedicht. ▪ De gebruikshandleiding van de klokpomp in acht nemen. 6.1.2 Inschakelen/uitschakelen De automatische besturing van de pomp wordt ingeschakeld wanneer de vlotter het niveau "A" heeft bereikt en wordt uitgeschakeld wanneer het niveau "B" is bereikt.

A A B

B

Normale uitvoering

Doucheaansluiting

6.2 Toelaatbare grenzen bedrijfsvoering Tabel 5: Toelaatbare grenzen bedrijfsvoering Parameter Opvoerhoogte Capaciteit Max. temperatuur van de verpompte vloeistof Max. korrelgrootte Geluidsniveau

1)

Ama-Drainer-Box 021 max. 6,5 m max. 8,0 m3/h tot 35 °C1) ≤ 10 mm < 70 dB(A)

kan echter probleemloos voor het afvoeren van afvalwater uit huishoudelijke wasmachines en vaatwassers worden gebruikt

20 van 32


6 In bedrijf nemen/uit bedrijf nemen

6.3 Uit bedrijf nemen / conserveren / opslaan 6.3.1 Maatregelen voor het uit bedrijf nemen

WAARSCHUWING Onbedoeld inschakelen van de vuilwater-opvoerinstallatie Letselgevaar door bewegende onderdelen! ▷ Werkzaamheden aan de vuilwater-opvoerinstallatie alleen uitvoeren met losgekoppelde elektrische aansluitingen. ▷ Vuilwater-opvoerinstallatie tegen ongewild inschakelen beveiligen.

WAARSCHUWING Media die gevaar opleveren voor de gezondheid Gevaarlijk voor personen en milieu! ▷ Pompen die media verpompen die gevaar voor de gezondheid opleveren, moeten ontsmet worden. Indien nodig beschermende kleding en een veiligheidsmasker dragen. ▷ Wettelijke bepalingen met betrekking tot de afvoer van vloeistoffen die een gevaar voor de gezondheid opleveren, in acht nemen. 1. Installatie loskoppelen van de voeding en tegen inschakelen beveiligen. 2. Installatie op de juiste wijze demonteren. 3. Installatie op de juiste wijze doorspoelen. 4. Installatie laten afdruipen. Speciale conserveringsmaatregelen zijn niet nodig.

6.4 Opnieuw in bedrijf nemen Voor het opnieuw in bedrijf nemen de punten voor inbedrijfname (⇨ Hoofdstuk 6.1 Pagina 20) en toelaatbare grenzen van de bedrijfsvoering in acht nemen. (⇨ Hoofdstuk 6.2 Pagina 20) Vóór het opnieuw in bedrijf nemen van de installatie ook de maatregelen voor service/onderhoud uitvoeren. (⇨ Hoofdstuk 7 Pagina 22)


21 van 32

7 Service/Onderhoud

7 Service/Onderhoud 7.1 Veiligheidsvoorschriften

GEVAAR Stroomtoevoer niet onderbroken Levensgevaar! ▷ De netstekker uittrekken en de pomp beveiligen tegen onbedoelde inschakeling.

GEVAAR Werkzaamheden aan de installatie door ongekwalificeerd personeel Levensgevaar door elektrische schok! ▷ Het ombouwen en demonteren van installatie-onderdelen mag alleen door bevoegd personeel gebeuren.

7.2 Onderhoud/inspectie De installatie is praktisch onderhoudsvrij. Regelmatige reiniging alsmede controle van de installatie zijn voldoende. Indien nodig: ▪ Vaste stoffen (pluisjes, zand, slib) uit de installatie en het pompaggregaat verwijderen. Bij gebruik van leidingreinigers de installatie meerdere keren spoelen om restanten uit het reservoir te verwijderen. ▪ Koolstoffilter 673 vervangen.

AANWIJZING Voor alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden staat de KSB-service tot uw dienst. Zie voor contactadressen de bijgaande adressenlijst: "Addresses" of op internet onder "www.ksb.com/contact".

7.3 Aftappen/afvoeren

WAARSCHUWING Media die schadelijk zijn voor de gezondheid Gevaarlijk voor personen en milieu! ▷ Spoelvloeistof alsmede eventuele restvloeistof opvangen en afvoeren. ▷ Indien nodig beschermende kleding en beschermmasker dragen. ▷ Wettelijke bepalingen met betrekking tot de afvoer van vloeistoffen die een gevaar voor de gezondheid opleveren, in acht nemen. 1. Alle aansluitingen aan toeloopzijde van de installatie losnemen. 2. Deksel 160 openen. 3. Slangklem 733 op de aansluiting van de persaansluiting in het reservoir losmaken. ⇨ Te verpompen vloeistof die zich in de persleiding bevindt, loopt terug in het reservoir. 4. Slang 719 van de persleiding lostrekken. 5. Pompaggregaat uit het reservoir verwijderen. ⇨ Het pompaggregaat loopt automatisch leeg bij het uitnemen uit de te verpompen vloeistof.

22 van 32


7 Service/Onderhoud

6. Bij schadelijke, hete of andere risicovolle verpompte vloeistoffen de installatie spoelen. Voor het transport naar de werkplaats de installatie altijd spoelen en reinigen.

7.4 Pompaggregaat vervangen ✓ De installatie is losgekoppeld van het lichtnet. ✓ Het deksel is gedemonteerd. (⇨ Hoofdstuk 5.4 Pagina 16) 1. Pompaggregaat uit het reservoir van de installatie verwijderen. 2. Pomphandgreep van het nieuwe pompaggregaat demonteren. (Deze handgreep moet wel bewaard worden voor de behandeling van eventuele klachten, omdat het typeplaatje zich daarop bevindt.) 3. Het nieuwe pompaggregaat in het reservoir aanbrengen en in de daarvoor bestemde draaibeveiliging E vastklikken. 4. Persleiding aansluiten. (⇨ Hoofdstuk 5.6.1 Pagina 17) Inschakelsysteem instellen

Afbeelding 6: In-/uitschakelhoogten Tabel 6: Grenswaarden vlotterposities Uitvoering Normale uitvoering Doucheaansluiting

b ~ 50 mm ~ 50 mm

c ~ 190 mm ~ 95 mm

Afbeelding 7: Inschakelsysteem instellen


23 van 32

7 Service/Onderhoud

1. Met een schroevendraaier de schroef in de vlotter tegenhouden. De schroef niet verdraaien. 2. De vlotter naar boven of beneden drukken en daardoor het gewenste inschakelpunt instellen. 3. De schroevendraaier wegnemen. 4. Installatie elektrisch aansluiten. (⇨ Hoofdstuk 5.8.1 Pagina 18) 5. Inschakelpunt controleren. Vlotter omhoog en omlaag bewegen. Bij iedere opwaartse beweging is op het inschakelpunt het schakelen van het contact te horen (klik!). 6. Deksel monteren. (⇨ Hoofdstuk 5.9 Pagina 18)

7.5 Aanbevolen reserveonderdelenvoorraad Het aanhouden van een voorraad reservedelen is niet noodzakelijk!

24 van 32


8 Storingen: Oorzaken en oplossing

8 Storingen: Oorzaken en oplossing AANWIJZING Voordat tijdens de garantieperiode werkzaamheden aan de inwendige delen van de pomp worden uitgevoerd, is overleg absoluut noodzakelijk. Onze klantenservice staat tot uw beschikking. Indien hiermee in strijd wordt gehandeld, vervalt iedere aanspraak op schadevergoeding. Tabel 7: Verhelpen van storingen Storingen Oorzaken De pomp loopt, maar verpompt Het hydraulische gedeelte is verstopt niet of nauwelijks door vreemde bestanddelen.

De pomp loopt niet, of slechts even

De persleiding is verstopt. De terugslagklep is in de verkeerde doorstroomrichting gemonteerd, is defect of verstopt. De pomp schakelt via de thermische motorbeveiliging uit door: 1) Oververhitting van de pomp 2) Drooglopen van de pomp

3) Waaier blokkeert Stroomtoevoer onderbroken Vlotter los of vervuild

2)

Opheffen2) Het hydraulische gedeelte met een waterstraal reinigen. (⇨ Hoofdstuk 6.3 Pagina 21) Persleiding reinigen. In de juiste volgorde weer inbouwen resp. de terugslagklep reinigen

Temperatuur van te verpompen vloeistof controleren. Minimumniveau van te verpompen vloeistof controleren. Werking van de vlotterschakelaar controleren. Hydraulische ruimte reinigen. Elektrische installatie controleren. Vlotter correct bevestigen resp. reinigen.

Voor het opheffen van storingen aan onder druk staande delen moet de pomp drukloos worden gemaakt. Pompaggregaat loskoppelen van de voeding en laten afkoelen.


25 van 32

9 Bijbehorende documentatie

9 Bijbehorende documentatie 9.1 Overzichtstekening met stuklijst

719

733

720.2 (DN 50)

920.3 (916.1)

673 160 412 916.2

733

720.2 (DN 50)

720.3 (DN 40)

81-53

74-4.1

591

720.1 747 F 595

74-4.2

595

E 916.1

74-4 732 920.5 411.5 720.5

Afbeelding 8: Overzichtstekening Ama-Drainer-box Onderdeeln r. 160 412 591 673 719 720.5 74-4.1 74-4.2 747 81-53

3)

Onderdeelaanduiding

bestaande uit

Deksel O-ring Reservoir

Deksel 160, O-ring 412 O-ring 412 Reservoir 591, 4x rubberen demper 595, 2x vormstuk 720.43) , 6x kleefstrips Ontluchtingsfilter compleet Ontluchtingsfilter compleet 673 Reparatieset slang Slang 719, 2x slangklem 733, 2x vormstuk Ø 50 720.2, vormstuk Ø 40 720.3, plug Ø 48 x 20 916.1, plug Ø 50 916.2, kleefstrip 99-21 Vormstuk voor Vormstuk voor doucheaansluiting 720.5 doucheaansluiting Vlotter voor normale Vlotter voor normale uitvoering 74--4.1, moer 920.3 uitvoering Douche-aansluitset Douche-aansluitset 74-4.2, vlotter 74-4, houder 732, afdichtring 411.5, vormstuk 720.5, moer 920.5, plug Ø 50 916.2 Terugslagklep Terugslagklep 747 Ama-Drainer 301.1 SE Ama-Drainer 301.1 SE 81-53

niet in de overzichtstekening opgenomen

26 van 32



9.2 Maattekening 430 A DN 50

D

C/A DN 40

230

503

90

1901 952

230

320

A/C DN 50

B

E 320

95

108

325

95

A

D

430 Afbeelding 9: Maattekening Ama-Drainer-Box 021 1

3

A

C

E

Schakelpunt AAN normale uitvoering Schakelpunt UIT normale en douche-uitvoering Toeloop Leiding DN 50 (rubber mof), Wasmachine-aansluiting horizontaal resp. verticaal via Yafvoer mogelijk Perszijde Leiding DN 40 (rubber mof)

2

Schakelpunt AAN doucheuitvoering

B

Toeloop Doucheaansluiting: Vormstuk DN 50 (buiten-Ø 50) als toebehoren

D

Ontluchting Koolstoffilterpatroon met overloopbeveiliging of ontluchting boven het dak (buitendiameter leiding Ø 40 mm)

Draaibeveiliging


27 van 32


9.3 Inbouwschema

Afbeelding 10: Inbouwschema A

28 van 32

Terugloopniveau


B

Persleiding

10 EG-conformiteitsverklaring

10 EG-conformiteitsverklaring Fabrikant:

KSB Aktiengesellschaft Johann-Klein-Straße 9 67227 Frankenthal (Duitsland)

Hierbij verklaart de fabrikant, dat het product:

Ama-Drainer-Box 021 ▪ aan alle bepalingen van de volgende richtlijnen in hun betreffende geldige versie: – richtlijn 2006/42/EG "Machines" ▪ Toegepaste geharmoniseerde normen – ISO 12100-1/A1, ISO 12100-2/A1, – ISO 14121-1, – EN 809/A1, – EN 60034-1, EN 60034-5/A1, – EN 60335-1/A1, EN 60335-2-41/A1

Frankenthal, 29-12-2009

Thomas Heng Hoofd productontwikkeling dompelpompen Verantwoordelijke voor de samenstelling van de technische documentatie KSB Aktiengesellschaft Johann-Klein-Straße 9 67227 Frankenthal (Duitsland)


29 van 32

11 Verklaring van geen bezwaar

11 Verklaring van geen bezwaar Type Opdrachtnummer/ Opdrachtpositienummer4)

................................................................................................................................ ................................................................................................................................

Leverdatum

................................................................................................................................

Toepassingsgebied:

................................................................................................................................

Te verpompen medium4) :

................................................................................................................................

Aanvinken wat van toepassing is4) :

⃞ radioactief

⃞ explosief

⃞ agressief

⃞ giftig

⃞ schadelijk voor de gezondheid

⃞ milieugevaarlijk

⃞ licht ontvlambaar

⃞ onschadelijk

Reden van de retourzending4) :

................................................................................................................................

Opmerkingen:

................................................................................................................................ ................................................................................................................................

De installatie resp. het toebehoren is voor verzending/beschikbaarstelling zorgvuldig afgetapt en van buiten en van binnen gereinigd. ⃞ ⃞

Bij de verdere behandeling zijn geen speciale veiligheidsmaatregelen vereist. De volgende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot spoelmedia, restvloeistoffen en afvalverwerking zijn vereist: ............................................................................................................................................................... ...............................................................................................................................................................

Wij verklaren dat de bovengenoemde opgaven juist en volledig zijn en dat de verzending plaatsvindt volgens de wettelijke voorschriften.

.................................................................... Plaats, datum en handtekening

4)

....................................................... Adres

Verplichte velden

30 van 32


....................................................... Firmastempel

Trefwoordenindex

Trefwoordenindex

A

O

Afvoer 11

Opnieuw in bedrijf nemen 21

B

R

Bijbehorende documentatie 6 Buitenbedrijfstelling 21

Retourzending 10

S

C

Storingen 25

correcte gebruik 9

T

D

Toepassingsgebieden 9

Decontaminatieverklaring 30

U

I

Uitschakelen 20

Inbedrijfstelling 20 Inschakelen 20

V Veiligheid 7 Veiligheidsbewust werken 8

L Leveringsomvang 14


31 van 32

2331.85/6-51 KSB Nederland B.V. Wilgenlaan 68 • 1160 JN Zwanenburg (Netherlands) Tel. +31 (20) 4 07 98 00 • Fax +31 (20) 4 07 98 01 • e-mail: [email protected] www.ksb.nl

Ama -Drainer-Box 021

Recommend Documents