HLB Van Daal & Partners is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
Agri Nieuwsbrief K L EUR C O L O F O N
M E I 2 015
Pacht Bedrijf Fiscaal GLB-beleids/gecombineerde opgave Juridisch Mestwetgeving Subsidies Milieu/omgeving Financieel Belangrijke data
In deze nieuwsbrief O ntwerp AMvB grondgebonden groei melkveehouderij 1
G O 2012 belangrijk voor betalingsrechten 2
O nterecht uitvinken percelen kost geld! 3 E xtraatje met toeslag Jonge landbouwer 3 Invulling bouwplan en vergroeningseisen 4
C ontroleer percelen blijvend grasland P lattelandswoning: terug naar af? R eguliere pacht of geliberaliseerde
4 5
pacht 5
G ebruik geen fosfaatkunstmest bij derogatie 5
N ationale Reserve, hoge basispremie
6
V erplichte registratie stallen
6
S tatus KringloopWijzer
6
A sbestdaken vanaf 2024 verboden
6
S tikstofdifferentiatie op kleigrond
7
M elkveefosfaatreferentie 7 O verdracht melkveefosfaatreferentie
7
D eelname aan BEX in 2015 minder gunstig 8
Belangrijke data
8
Ontwerp AMvB grondgebonden groei melkveehouderij De Wet verantwoorde groei melkveehouderij bepaalt dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) beperkingen moeten worden gesteld aan de mogelijkheid grondloos te groeien. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft op 29 maart het ontwerp van deze AMvB aangeboden aan de Eerste Kamer. In de AMvB wordt bepaald dat melkveehouders die hun bedrijf uitbreiden en daardoor meer fosfaat produceren dan zij in 2014 deden, jaarlijks moeten aantonen dat zij over voldoende grond beschikken. De staatssecretaris maakt daarbij onderscheid tussen bedrijven voor de mate waarin de groei van fosfaat gekoppeld moet zijn aan grond die bij het bedrijf hoort. De meest intensieve bedrijven moeten bij uitbreiding over de meeste extra grond beschikken.
Gestaffeld systeem Er wordt een gestaffeld systeem ingevoerd: • Bedrijven met een fosfaatoverschot kleiner dan 20 kilogram per hectare hoeven niet aan te tonen dat zij over extra grond beschikken als zij meer fosfaat produceren. Hieronder vallen ook de bedrijven die meer grond hebben dan zij nodig hebben om alle fosfaat die wordt geproduceerd te kunnen gebruiken. • Bedrijven met een fosfaatoverschot van 20 tot 50
kilogram per hectare moeten over voldoende grond beschikken om tenminste 25% van de extra hoeveelheid fosfaat die zij produceren, binnen het bedrijf te gebruiken. • Bedrijven met een fosfaatoverschot groter dan 50 kilogram per hectare moeten over voldoende grond beschikken om tenminste 50% van de extra hoeveelheid fosfaat die zijn produceren, binnen het bedrijf te gebruiken.
Verantwoording oppervlakte grond Melkveehouders moeten jaarlijks op basis van de opgave van grondgebruik in de Gecombineerde opgave verantwoorden dat zij over voldoende grond beschikken.
Knelgevallenregeling De AMvB bevat een voorziening voor melkveehouders die vóór 7 november 2014 (vervolg op pagina 2)
1
(vervolg van pagina 1) financiële verplichtingen zijn aangegaan om de toename in fosfaat in zijn geheel te laten verwerken. Melkveehouders die kunnen aantonen dat zij voor deze datum financiële verplichtingen zijn aangegaan voor het verwerken van hun gehele fosfaatoverschot, mogen dat overschot voor de duur van de daartoe afgesloten overeenkomst laten verwerken.
Inwerkingtreding AMvB Het ontwerp van de AMvB zal eerst behandeld worden in beide Kamers der Staten-Generaal en voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. De AMvB moet op 1 januari 2016 in werking treden,
maar de reikwijdte van de AMvB ziet ook op 2015. Melkveehouders moeten vanaf 2016 na afloop van elk jaar ook verantwoorden dat zij voor het fosfaat dat zij in het betreffende jaar produceerden, hebben voldaan aan de verplichtingen die worden opgenomen in de AMvB. Een toename van de fosfaatproductie in 2015 moet vanaf 2016 ook verantwoord worden volgens de verplichtingen van de AMvB. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frank Loeffen of Frank Veeke. Zij zijn bereikbaar op 0492-361248 of per e-mail
[email protected] of
[email protected]. Frank Veeke, Belastingadviseur agrarische zaken
GO 2015 belangrijk voor betalingsrechten Vanaf 1 april is het mogelijk om de Gecombineerde opgave (GO) 2015 in te dienen. Deze GO is extra belangrijk omdat dit jaar nieuwe betalingsrechten worden toegekend. Ook geeft u in de GO aan hoe u uw EA-verplichting invult. Daarnaast zijn er veel nieuwe vragen en is de gewascodelijst flink uitgebreid. Betalingsrechten en PO’s
Financiële gevolgen bij fouten
Op basis van de in de GO opgegeven subsidiabele oppervlakte grond worden nieuwe betalingsrechten toegekend. De referentie (waarde toeslagrechten 2014) wordt verdeeld over deze betalingsrechten. Zijn er Private Overeenkomsten (PO) ‘verhuur’ of ‘verkoop’ afgesloten dan moet dit, door beide partijen, in de GO worden aangegeven. Zorg ervoor dat de afspraken in de afgesloten PO’s op een juiste wijze in de GO worden opgegeven.
Vanwege alle wijzigingen is de kans op het maken van fouten behoorlijk groot. Dit kan grote financiële gevolgen hebben. Op basis van de GO 2015 wordt immers het aantal en de waarde van uw betalingsrechten t/m 2020 vastgesteld! Ook wordt de GO gebruikt om te bepalen of u aan de vergroeningseisen voldoet.
Gewassenlijst
Met de GO kunt u, als u aan de voorwaarden voldoet, ook de ‘Toeslag Jonge landbouwers’ aanvragen of een beroep doen op de ‘Nationale Reserve’. Verderop in deze editie vindt u meer informatie hierover.
De gewassenlijst is uitgebreid naar circa 300 gewassen. Voor de invulling van uw Ecologisch Aandachtsgebied (EA) moet u de juiste gewassen (akkerranden, eiwit- en/of vanggewassen en evt. sloten en landschapselementen) opgeven.
Frank Loeffen, Agrarisch bedrijfsadviseur
Toeslag Jonge landbouwers en Nationale reserve
Begin op tijd Gezien alle wijzigingen en extra opgaven is het van belang op tijd met het invullen van de GO te beginnen. Zorg ervoor dat u, voor ondertekening, een actuele TAN-codelijst bij de hand hebt of vraag hem per omgaande aan. De GO 2015 is flink anders dan andere jaren. Het belang daarbij is dit jaar extra groot. In deze nieuwsbrief staan allerlei tips en adviezen. Mocht u er zelf toch niet uitkomen of de risico’s te groot vinden? Bel ons tijdig voor een afspraak om samen de aangifte te doen!
Niet-subsidiabele grond uitvinken Heeft u landbouwgrond die in 2015 voor meer dan 90 dagen voor niet-landbouwproductie plaatsvindt (bijv. vanwege aanleg gasleiding), dan moet u deze percelen
2
uitvinken voor betalingsrechten. Indien sprake is van overheidsingrijpen kunt u op deze percelen, onder voorwaarden, in 2016 betalingsrechten aanvragen vanuit de Nationale Reserve.
Melden Private overeenkomst Heeft u een ‘PO-verhuur’ of ‘PO-verkoop’ afgesloten, dan moet u dat melden bij de GO. Ook moet u de gegevens van de andere partij melden. Bent u huurder of koper, dan moet u per perceel aangeven of hierop een PO is afgesloten. De verhuurder/verkoper geeft alleen het aantal ha per PO aan. Is er sprake van een ‘PO-recht op betalingsrechten’, dan moet alleen de huurder/koper dit melden.
GO en vergroeningseisen In de GO dient u aan te geven of u bent vrijgesteld voor (één van) de vergroeningseisen. Bent u niet vrijgesteld, dan dient u aan te geven of u vergroeningsverplichting invult met de ‘Algemene lijst’ of bijv. het ‘Akkerbouwstrokenpakket’. Daarnaast moet u per perceel aangeven of u het hoofdgewas of eventueel het vanggewas gebruikt voor de invulling van uw EA-verplichting.
EA en uit gebruik gegeven grond U kunt een EA-vanggewas op een perceel alleen meetellen voor invulling van de EA-verplichting als u het betreffende perceel op 15 mei in gebruik had. U kunt het EA-gewas ook meetellen als u het perceel na 15 mei uit gebruik geeft. De nieuwe gebruiker moet dan wel aan de voorwaarden van de teelt van het EAvanggewas voldoen, zoals onder andere de ’10 weken termijn’.
Onterecht uitvinken percelen kost geld! Als u betalingsrechten aanvraagt, komt op iedere subsidiabele hectare, die u opgeeft bij de GO, een betalingsrecht. Dit kan nadelig zijn als u grond tijdelijk in gebruik heeft van bijvoorbeeld een particulier of de gemeente en u heeft een referentie 2014 opgebouwd. Bij structurele huur speelt dit nadeel niet. Overgangsbetaling op alle subsidiabele grond Uw overgangsbetaling (op basis van uw referentie 2014) wordt verdeeld over al uw betalingsrechten. Heeft u gronden die u vóór 2018 teruggaat naar de verpachter en gaat het betalingsrecht mee over, dan mist u een gedeelte van uw overgangsbetaling. Om dit te voorkomen, kunt u met collega-landbouwers een Private Overeenkomst (PO) ‘verhuur’ afsluiten.
Geen ‘PO-verhuur’ Met particulieren en overheden kunt u geen ‘POverhuur’ afsluiten. Zonder afspraken loopt u dan een deel van uw overgangsbetaling mis, als u de grond niet t/m 2018 in gebruik heeft. In zo’n geval zou het gunstig zijn als u op het perceel dat u tijdelijk in gebruik heeft geen betalingsrechten aanvraagt en dit perceel uitvinkt voor betalingsrechten. Dit is echter, bij subsidiabele percelen, niet toegestaan.
Onterecht uitvinken kost geld In de GO 2015 zit wel een mogelijkheid om percelen uit te vinken voor aanvraag en uitbetaling van betalingsrechten. Dit is echter bedoeld voor percelen die niet subsidiabel zijn, zoals natuurterreinen en gronden die voor meer dan 90 dagen voor
niet-landbouwactiviteiten worden gebruikt. Als u onterecht een subsidiabel perceel uitvinkt voor betalingsrechten, dan komt op dit perceel toch een betalingsrecht en wordt de eventuele overgangsbetaling hierover verdeeld. Dit toegekende recht wordt in 2015 echter niet uitbetaald, omdat er geen uitbetaling is aangevraagd (perceel is immers uitgevinkt). Onterecht uitvinken van tijdelijk gehuurde percelen is geen optie. U mist dan een gedeelte van uw uitbetaling bedrijfstoeslag 2015.
Oplossingen Indien u grond in gebruik wilt nemen die vóór 2018 weer teruggaat naar de verpachter en u kunt geen PO-verhuur afsluiten of het overgangsdeel niet verrekenen, dan heeft u verschillende keuzes.
Grond niet huren of verlies accepteren U kunt besluiten om de grond niet te huren in 2015. Dit heeft ook gevolgen voor de gebruiksruimte en de mestverwerkingsplicht. U kunt de grond ook gewoon in gebruik nemen en het verlies van de overgangsbetaling accepteren vanaf het moment dat de grond, incl. betalingsrecht, overgaat naar
verpachter. Of dit een juiste keuze is, is mede afhankelijk van de huurprijs, de hoogte van het overgangsbedrag en het aantal jaren dat u de grond wel kunt huren.
Niet opgeven, geen oplossing U kunt ook besluiten om de grond niet op te geven. Behalve dat dit niet is toegestaan, is dit vaak ook onaantrekkelijk. U kunt de grond dan ook niet meetellen bij de gebruiksnormenberekening en de mestverwerkingsplicht. Daarnaast riskeert u, bij een onderdeclaratie van meer dan 3%, een boete van max. 3% van uw totale bedrijfstoeslag. Ook kunt u, bij controle, problemen krijgen met ‘derogatie’ als u de grond alsnog moet meetellen (vanwege bijv. geen grondmonsters of niet meer voldoen aan de 80% grasland-eis). Huurt u in 2015 tijdelijk grond van een particulier of overheid? Laat de financiële gevolgen in beeld brengen. Daarna kunt u besluiten of u de grond toch niet in gebruik neemt of het verlies accepteert.
Extraatje met toeslag Jonge landbouwer Met de GO 2015 kunt u de ‘Toeslag Jonge landbouwers’ aanvragen als u aan bepaalde voorwaarden voldoet. De extra toeslag bedraagt circa € 50 per ha voor maximaal 90 ha. Oftewel max. € 4.500 per jaar. Aangezien de toeslag maximaal 5 jaar wordt toegekend, kan het totale bedrag oplopen tot € 22.500. Jonge landbouwer U bent ‘Jonge landbouwer’ als u: • In het jaar van eerste aanvraag nog geen 41 jaar bent of wordt. • Uiterlijk vijf jaar vóór eerste aanvraag voor het eerst met een bedrijf bent gestart.
na vestigingsdatum ontvangen. De jaren in een samenwerkingsverband of rechtspersoon tellen hierbij mee. Bent u bijvoorbeeld in 2012 tot de maatschap toegetreden en op 1 januari 2015 als eenmanszaak
verder gegaan? Dan kunt u alleen in 2015 en 2016 de toeslag ontvangen. Twijfelt u of u aan de voorwaarden t.a.v. de zeggenschap voldoet, vraag dan voor de zekerheid de toeslag Jonge landbouwers aan.
Samenwerkingsverband of rechtspersoon Een jonge landbouwer in een samenwerkingsverband of rechtspersoon kan ook in aanmerking komen voor deze toeslag. Een belangrijke voorwaarde hierbij is, dat de jonge landbouwer voldoende zeggenschap heeft. Op het moment van schrijven is nog niet geheel duidelijk wat exact onder ‘voldoende zeggenschap’ wordt volstaan. Het lijkt er op, dat als u als jonge landbouwer in bijv. een maatschap dezelfde (beperkte) bevoegdheden heeft als uw andere maten, dat u dan aan de voorwaarden van zeggenschap voldoet.
Max. vijf jaar U kunt de extra toeslag tot maximaal vijf jaar
3
Invulling bouwplan en vergroeningseisen Landbouwers kiezen er soms voor om niet te voldoen aan de vergroeningseisen. Het financiële voordeel in de vorm van de vergroeningspremie vindt men te gering ten opzichte van de te maken kosten en de moeite die gedaan moet worden om aan de vergroeningseisen te voldoen. Ten onrechte wordt gedacht dat de vergroeningspremie maximaal zo’n € 120 per hectare bedraagt.
Ook in de overgangsperiode 2015–2018 maakt de vergroeningspremie namelijk bijna een derde deel uit van de totale premie (inclusief overgangsbetaling). Voor bedrijven die recht hebben op een forse overgangsbetaling (bepaald op basis van de waarde van de toeslagrechten per 15 mei 2014) kan dit aanzienlijk meer zijn dan € 120 per hectare.
Het is raadzaam om via www.glbcheck.nl te controleren of het bouwplan voldoet aan de vergroeningseisen. Ook is hier na te gaan wat de financiële consequenties indien niet of slechts deels aan de eisen wordt voldaan.
Controleer percelen blijvend grasland Een onderdeel van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is het in stand houden van blijvend grasland. Landbouwers die de afgelopen drie jaren grasland hebben opgegeven bij de Gecombineerde opgave, hebben een brief van de RVO ontvangen waarin aangegeven wordt wanneer er sprake is van blijvend grasland en hoe zij dit voor hun percelen kunnen controleren. Blijvend grasland in het GLB
Grasland en vergroeningseisen
Het aandeel blijvend grasland mag op nationaal ni veau niet meer dan 5% dalen ten opzichte van het referentieareaal. Volgens de Europese regelgeving is 2012 het referentiejaar. Als het aandeel dreigt te dalen, kunnen maatregelen genomen worden om het aandeel weer op niveau te krijgen (omzetverbod of herstelplicht). Dergelijke maatregelen zijn niet eerder dan in 2016 te verwachten.
Voor de vergroeningseisen (gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied) is het van belang of er sprake is van blijvend of van tijdelijk grasland. Tijdelijk grasland wordt namelijk in principe beschouwd als bouwland. Hierop bestaan echter wel uitzonderingen (zie stroomschema’s gewasdiversificatie en ecolo gisch aandachtsgebied, te vinden op mijn.rvo.nl).
Wat is blijvend grasland? Grasland wordt gezien als blijvend grasland indien het tenminste vijf jaar niet in de vruchtwisseling is opge nomen. De status van een perceel is te controleren bij Mijn Percelen. Deze status is gebaseerd op de Gecombineerde opgaven, de hierop uitgevoerde controles en satellietfoto’s.
Status percelen controleren De status van de graslandpercelen kan gecontroleerd worden via de applicatie Mijn Percelen op de website mijn.rvo.nl (> Grond > Regels > Percelen registreren > Direct regelen). In het tabblad ‘Raadplegen’ kan bij Legenda gekozen worden voor de optie ‘Grasland’. Staat er een ‘5’ in het perceel, dan wordt het perceel bij een direct opvolgende opgave met gras gezien als
blijvend grasland. Staat er een ‘6’, dan wordt het per ceel nu al gezien als blijvend grasland.
Gebruik juiste code bij opgave percelen De perceelsregistratie kan op elk moment bijgewerkt worden, omdat deze vanaf dit jaar losgekoppeld is van de Gecombineerde opgave. De status van de graslandpercelen is gebaseerd op de Gecombineerde opgaven. Dit kan echter afwijken van de werkelijkheid, bijvoorbeeld omdat er na de opgave besloten is een ander gewas te telen. Het is daarom raadzaam om in 2015 de juiste gewascode te hanteren, ook al wijkt deze af van de blijvend graslandkaart van de RVO. Op basis hiervan onderzoekt de RVO of haar conclusie aangepast moet worden.
Te gebruiken gewascodes Bij blijvend grasland heeft men de keuze uit de vol gende gewascodes: • blijvend grasland (265) • grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie landbouw (331) • rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras (333) • rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras (334) Bij tijdelijk grasland heeft men de keuze uit de volgen de gewascodes: • tijdelijk grasland (266) • rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras (370) • rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras (372) Let op: Dit jaar mag een perceel blijvend grasland nog wel omgezet worden naar bouwland. Het risico bestaat echter dat het perceel in een later jaar weer ingezaaid moet worden met gras.
4
Plattelandswoning: terug naar af? Met de komst van de Wet Plattelandswoningen per 1 januari 2013 moest het mogelijk worden dat voormalige bedrijfswoningen door derden bewoond worden zonder dat de woning beschermd moet worden tegen de geurhinder van het nabijgelegen veehouderijbedrijf. De Raad van State heeft hierin op 4 februari 2015 een belangrijke uitspraak gedaan, waarmee de bedoeling van de wet onderuit gehaald wordt. Een varkenshouder had beroep ingesteld tegen de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – voormalige agrarische bedrijfswoning’ van de woning gelegen nabij zijn veehouderijbedrijf in het nieuwe bestem mingsplan. Hij betoogde dat de betreffende aandui ding gevolgen heeft voor de uitbreidingsmogelijkheden van zijn bedrijf, omdat de luchtkwaliteit ter plaatse van de woning wel beoordeeld moet worden. Volgens de Raad van State moet op grond van de Wet milieubeheer bij besluiten de luchtkwaliteit in principe op alle plaatsen beoordeeld worden. Dit geldt niet als er sprake is van een zogenaamde arbeidsplaats. Er is sprake van een arbeidsplaats als deze plaats bestemd is als locatie voor werkplekken in gebouwen van de onderneming en/of inrichting. Een plattelandswoning is volgens de Raad van State geen arbeidsplaats, als
de bewoner geen binding heeft met het agrarische bedrijf. Daarmee had de gemeente zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat bij de even tuele verlening van een omgevingsvergunning voor het veehouderijbedrijf, de luchtkwaliteit niet beoordeeld hoeft te worden ten aanzien van de plattelandswoning en deze woning daarmee geen gevolgen zou hebben voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het veehou derijbedrijf. Het besluit van de gemeente was daarom volgens de Raad van State niet deugdelijk gemotiveerd, zodat het in zoverre diende te worden vernietigd. Het beroep van de varkenshouder werd gegrond ver klaard.
Gebruik geen fosfaatkunstmest bij derogatie Vanaf 2015 is het bij deelname aan derogatie in het geheel niet meer toegestaan om een fosfaathoudende kunstmest op het bedrijf aan te wenden. Bij een over treding komt derogatie te vervallen. In de praktijk wordt bij zaaien van maïs rijenbemesting toegepast met een fosfaathoudende kunstmest. Bij derogatiebedrijven is het raadzaam een meststof te kiezen waarin geen fosfaat zit.
Reguliere pacht of geliberaliseerde pacht Een landbouwer pachtte sinds 1996 vijf hectare grasland in een reservaatsgebied van een provinciale vereniging voor natuurbescherming. In 2001 werd daar zeven hectare aan toe gevoegd. Partijen sloten in 2001 een schriftelijke pachtovereenkomst voor de duur van een jaar, welke werd goedgekeurd door de Grondkamer. De natuurbeschermingsvereniging stuurde daarna jaarlijks tot 2007 de landbouwer schriftelijke pacht contracten voor de duur van een jaar toe, maar deze werden niet getekend door de landbouwer. In 2008, 2011 en 2014 stuurde de vereniging geliberaliseerde pachtcontracten voor verpachting binnen reservaten voor de duur van drie jaar toe. De landbouwer tekende deze contracten evenmin. De landbouwer had wel de betreffende percelen onafgebroken in gebruik en de hem jaarlijks door de vereniging toegezonden nota’s in verband met het gebruik betaald. In maart 2014 deelde de vereniging in een brief aan de landbouwer mede dat er een andere pachter gezocht zou worden, omdat de landbouwer steeds weigerde te tekenen. De landbouwer wenste het gebruik van de percelen echter voort te zetten. Voor de rechtbank vorderde de vereniging dat het gebruik van de percelen door de landbouwer onrecht matig was en deze de percelen daarom diende te ontruimen. De landbouwer stelde daarentegen dat er sprake was van een reguliere pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd. De pachtkamer stelde vast dat de verhouding tussen partijen aangemerkt moest worden als een pachtver houding, omdat vaststond dat er sprake was van het
tegen een tegenprestatie in gebruik verstrekken van land ter (bedrijfsmatige) uitoefening van landbouw.
2014, omdat er vanaf de in 2001 laatst gesloten schriftelijke overeenkomst tussen partijen tot aan die datum twee termijnen van zes jaar waren verstreken.
De landbouwer had steeds geweigerd de toegezonden overeenkomsten te ondertekenen, omdat hij bij enkele besprekingen had aangegeven meer zekerheid te willen door een langere pachtduur. De pachtkamer oordeelde dat er geen overeenstemming bestond tussen partijen over de duur van de overeenkomst en dat daarmee geen sprake kon zijn van een gelibera liseerde pachtovereenkomst. Dit omdat als uitgangs punt voor een geliberaliseerde pachtovereenkomst geldt dat deze voor een bepaalde duur is aangegaan. De pachtkamer overwoog ook nog dat een gelibera liseerde pachtovereenkomst niet schriftelijk behoeft te worden aangegaan, mits maar overeenstemming is over de bepalingen (artikelen) die gelden voor een geliberaliseerde pachtovereenkomst. De pachtkamer kwam tot de conclusie dat er overeen stemming was tussen partijen over dat er sprake is van een pachtverhouding ten aanzien van los land, over de pachtprijs en over de bijzondere voorwaarden met betrekking tot weidevogelbeheer. Voor het ove rige, in het bijzonder de duur en het wettelijke regime, bestond geen overeenstemming. Daarom was er sprake van een reguliere pachtovereenkomst. Als ingangsdatum ging de pachtkamer uit van 1 januari
5
Nationale Reserve, hoge basispremie Bent u een starter of een jonge landbouwer, dan kunt u met de GO 2015 betalingsrechten uit de Nationale Reserve aanvragen. De basispremie bedraagt dan direct circa € 280 per ha in 2015. Starter of jonge landbouwer U bent een starter als u op of na 1 januari 2013 met uw bedrijf bent gestart. U mag in de vijf jaar voor start van uw bedrijf geen landbouwactiviteiten hebben uitgevoerd. Voor een Jonge landbouwer gelden dezelfde voorwaarde als bij de toeslag Jonge landbouwers. Een jonge landbouwer mag dus ook voor 1 januari 2013 zijn gestart om in aanmerking te komen voor de extra toeslag.
Nationale reserve of reguliere aanvraag Heeft u al ‘recht op betalingsrechten’ en voldoet u aan de voorwaarden van starter of Jonge landbouwer? Dan kunt u kiezen voor een ‘normale’ aanvraag of een beroep doen op de Nationale Reserve. De laatste
keuze is interessant als u een referentie 2014 heeft die lager is dan € 420 per hectare grond in 2015.
Bij twijfel niet aanvragen Bij de GO 2015 moet u een keuze maken. Twijfelt u of u aan de voorwaarden van de Nationale Reserve voldoet, doe dan een ‘normale’ aanvraag of regel een ‘PO-recht op betalingsrechten’. Informeer naar de voorwaarden van de Nationale Reserve. Bij een onterechte aanvraag is het niet zeker of u alsnog ‘normale’ betalingsrechten kunt aanvragen.
Status Kringloop Wijzer Melkveebedrijven met een melkveefosfaatoverschot in 2013 of 2014 moeten vanaf 2015 een KringloopWijzer invullen. Dit is geen wettelijke verplichting, maar een verplichting vanuit de zuivelorganisaties. De gegevens voor de KringloopWijzer dienen in een Centrale databank te worden ingevuld. Dit gebeurt zoveel mogelijk automatisch door het inlezen van beschikbare informatie. Bepaalde gegevens moet u zelf invoeren. U kunt met eHerkenning inloggen bij de Centrale databank. Bij de Centrale databank kunt u uw adviseur machtigen om gegevens in te zien en/of in te voeren.
Asbestdaken vanaf 2024 verboden Het kabinet heeft besloten dat vanaf 2024 asbestdaken zijn verboden. Voor die tijd zullen asbesthoudende dakbedekkingen verwijderd moeten worden. Eigenaren van asbestdaken zijn zelf verantwoordelijk voor het verwijderen van asbest. Particulieren mogen zelf maximaal 35 vierkante meter asbesthoudend ma teriaal verwijderen. In andere gevallen zal een gecerti ficeerd bedrijf ingeschakeld moeten worden. Het is altijd verplicht een sloopmelding bij de gemeente in te dienen. Asbest in gebouwen, zoals asbesthoudend dakbe schot of isolatiemateriaal dat onder de dakbedekking zit, wordt niet verboden. Er geldt een plicht om gebou wen die zijn gebouwd voor 1994 te inventariseren op
asbest, voorafgaand aan een verbouwing of sloop. Hiervoor moet een gecertificeerd asbestinventari satiebedrijf ingeschakeld worden. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft aangekondigd dat er per 1 januari 2016 een subsidieregeling komt voor het verwijderen van asbest, waarvoor minimaal € 75 miljoen beschikbaar wordt gesteld. Op dit moment kan er gebruik gemaakt worden van de subsidieregeling ‘Asbest eraf, zonnepanelen erop’ en de fiscale regeling milieu-investeringsaftrek/Vamil.
Verplichte registratie stallen Dit jaar moet voor het eerst in de Gecombineerde opgave aangegeven worden welke dieren in welke stallen zitten. Dit is verplicht voor houders van rund vee, varkens, kippen, eenden en kalkoenen. Per stal moet het staltype, het vergunde aantal dieren en het jaar van ingebruikname van de stal worden op gegeven. Voor varkens, kippen, eenden en kalkoenen moeten ook de additionele technieken voor emissiebe perkende maatregelen (Rav-code) vermeld worden. De Rav-code staat op de vergunning of is te vinden in de bijlage van de Regeling Ammoniak en Veehouderij.
6
Het opvragen van de stalgegevens heeft te maken met de vaststelling van de emissies uit de landbouw. In de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) wordt mede op basis van de bestaande emissies bepaald hoeveel ontwikkelingsruimte er nog is voor uitbreiding van bedrijven.
Stikstofdifferentiatie op kleigrond Agrarische ondernemers die bovengemiddelde opbrengsten realiseren bij de teelt van suikerbieten, fritesaardappelen, gerst of tarwe op klei, mogen onder voorwaarden extra stikstof gebruiken. De extra stikstofgift bedraagt (in kg stikstof per ha per jaar): • suikerbieten: 15 • fritesaardappelen: 30 • wintertarwe: 15 • zomertarwe: 20 • wintergerst: 20 • zomergerst: 30 Voor de extra stikstofgift gelden de volgende voorwaarden: • De producten moeten rechtstreeks of door tus senkomst van een gespecialiseerd sorteerbedrijf geleverd worden aan de verwerkende industrie, die er producten voor menselijke consumptie van maakt.
• De gemiddelde gewasopbrengst over de laatste drie jaren moet per hectare voor suikerbieten meer dan 75 ton en voor aardappelen meer dan 50 ton zijn. • De gemiddelde gewasopbrengst over 2013 en 2014 moet per hectare voor wintertarwe en wintergerst meer dan 9 ton zijn, voor zomertarwe meer dan 8 ton en voor zomergerst meer dan 7 ton. De gewasopbrengst moet berekend worden door de hoeveelheid tarra die door de afnemer is vastgesteld, af te trekken van de hoeveelheid geoogst gewas in het betreffende jaar. De aanmelding moet uiterlijk 15 mei ingediend worden via mijn.rvo.nl.
Overdracht melkveefosfaatreferentie Veel melkveebedrijven hebben inmiddels een beschikking ‘Melkveefosfaatreferentie’ (MFR) ontvangen. Deze referentie kan beperkt worden overgedragen. In bepaalde gevallen vervalt de MFR bij een bedrijfsoverdracht. Ook als alleen de rechtsvorm wijzigt kan de MFR vervallen. Voorkomen handel in MFR Het is niet de bedoeling dat de MFR verhandelbaar wordt. Om deze reden is het overdragen van de MFR erg ingeperkt. Een MFR kan alleen worden overgedragen naar bloed- en aanverwanten in de 1e, 2e en 3e graad.
Uitzondering overdracht MFR Bij de vorming van een maatschap tussen man en
vrouw is geen sprake van bloed- of aanverwant. Toch kan in deze situatie de MFR van eenmanszaak naar maatschap de MFR worden overgedragen.
hebben. Bij een samenvoeging met het bedrijf van de buurman (geen bloed- of aanverwant) vervalt de MFR ook.
Voorbeelden niet toegestaan
Er zijn nog veel onduidelijkheden over de overdracht van de MFR. Ga voor een wijziging van uw bedrijf na of de MFR mee overgaat of niet. Afhankelijk van het belang moet u uw keuze wellicht heroverwegen.
Heeft u een maatschap en wilt u dit veranderen in een VOF, houd er dan rekening mee dat de MFR zeer waarschijnlijk komt te vervallen. Dit geldt ook als in de maatschap en de VOF dezelfde personen zitting
Melkveefosfaat referentie Veel melkveebedrijven hebben de afgelopen tijd de beschikking Melkveefosfaatreferentie ontvangen. Het advies is om de referentie goed te controleren, met name als u natuurterreinen in gebruik had. Bent u het niet eens met deze beschikking, dan kunt u bezwaar indienen bij RVO. Was er sprake van een bedrijfsoverdracht in 2013 of 2014? Controleer dan of de referentie op het nieuwe bedrijf is geregistreerd.
7
Deelname aan BEX in 2015 minder gunstig Veel melkveebedrijven nemen al deel aan de Bedrijfs Specifieke Excretie (BEX). Bedrijven met een fosfaat overschot zijn daarnaast vanaf 2015 door de zuivel fabrieken verplicht deel te nemen aan de kringloop wijzer. BEX vormt een belangrijke basis voor de kringloopwijzer. Het BEX-voordeel dat in 2014 is gerealiseerd, wordt
vaak meegenomen in het bemestingsplan voor 2015. Op basis hiervan wordt onder meer bepaald hoeveel mest er moet worden afgevoerd. Het is de vraag of dit verstandig is. Voor veel bedrijven zal het BEX-voordeel in 2015 naar verwachting aanmerkelijk lager uitpakken dan in 2014. Dit komt in de eerste plaats doordat de forfaitaire mestproductienormen per 1 januari 2015 zijn verlaagd. Dit is gedaan omdat in de praktijk bleek
Belangrijke data 15 mei 2015 Uiterste datum indienen Gecombineerde Opgave, met o.a.: • Aanvraag betalingsrechten; • Uitbetaling betalingsrechten; • Uitbetaling SNL-a subsidie; • Aanvraag toeslag Jonge landbouwers; • Aanvraag fosfaatdifferentiatie.
dat de mestproductie per dier lager is. In de tweede plaats blijkt dat bij veel bedrijven het fosforgehalte van de gras- en maïskuilen van het oogstjaar 2014 op een aanzienlijk hoger niveau ligt dan in de kuilen van andere jaren. Een belangrijk gedeelte van deze kuilen wordt pas in 2015 vervoederd. Beide punten pakken nadelig uit voor het BEX-voordeel.
Colofon Deze Agri Nieuwsbrief is een uitgave van:
Agri-Business Groep
Uiterste datum aanmelding stikstofdifferentiatie suikerbieten, fritesaardappelen, gerst of tarwe op kleigrond
Dommel 57 5422 VH Gemert Postbus 92 5420 AB Gemert T 0492 36 12 48 E
[email protected]
Uiterste datum melding overdragen beheereenheid (SNL-subsidie)
Agri Desk
Uiterste datum inschrijving landbouwbedrijf bij Kamer van Koophandel
Breda: St. Ignatiusstraat 255 4817 KK Breda T 076 522 52 25 Geleen: Rijkweg Noord 45 6162 AB Geleen T 046 474 94 40
8
Met onze Agri-Nieuwsbrief willen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen die mogelijk uw bedrijf raken. Wij hebben aan de samenstelling de grootst mogelijke zorg besteed. Wij aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor niet (meer) juiste informatie. Wilt u op basis van deze informatie actie ondernemen, dan is nader advies noodzakelijk. Voor een dergelijk advies kunt u een afspraak met ons maken..
www.hlb-agribusiness.nl