AFSTUDEERLEIDRAAD OPLEIDINGEN INSTITUTE FOR ICT
BUSINESS IT & MANAGEMENT SOFTWARE ENGINEERING INFORMATION ENGINEERING SYSTEM AND NETWORK ENGINEERING TECHNISCHE INFORMATICA VOLTIJD / DEELTIJD / DUAAL STUDIEJAAR 2014 - 2015
Hogeschool Utrecht Faculteit Natuur en Techniek Institute for ICT Versie 11.02 / 2-10-2014 Akkoord MT ICT: 10-7-2014
INHOUDSOPGAVE Hfd
blz
1.
Inleiding 1.1 Afstudeercoördinator 1.2 Afstudeercommissie 1.3 Studieadviseur 1.4 Docentbegeleider 1.5 Bedrijfsbegeleider 1.6 Examencommissie 1.7 Afstudeeradministratie 1.8 Informatiesystemen 1.9 Afdrukken van scripties
1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
2.
De periodes waarin kan worden afgestudeerd
3
3.
Stappenplan voor het afstuderen
4
4.
Het afstudeerproject 4.1 Doel en inhoud 4.2 Context van het afstudeerproject 4.3 Onderzoek als onderdeel van het afstuderen 4.4 Afstudeeronderwerpen 4.4.1 Afstudeeronderwerpen Informatica afstudeerrichting SE 4.4.2 Afstudeeronderwerpen Informatica afstudeerrichting IE 4.4.3 Afstudeeronderwerpen Informatica afstudeerrichting SNE 4.4.4 Afstudeeronderwerpen TI 4.4.5 Afstudeeronderwerpen BIM
5 5 5 6 6 6 7 8 9 10
5.
Excelleren binnen de afstudeeropdracht
12
6.
De voorbereiding op het afstudeerproject 6.1 Plaats van uitvoering van het afstudeerproject 6.2 Goedkeuringsprocedure afstudeervoorstel 6.3 Nog niet alle studiepunten gehaald aan het einde van de afstudeerperiode 6.4 Duo-opdrachten 6.6 Afstuderen bij een eigen bedrijf
13 13 13 14 14 15
7.
Het voorstel voor een afstudeerproject en het plan van aanpak 7.1. Het afstudeervoorstel 7.2 De start van het afstudeerproject 7.3 Het plan van aanpak 7.4 Het afstudeercontract
16 16 17 17 18
8.
De uitvoering en de begeleiding van het afstudeerproject
19
9.
De scriptie 9.1 Inhoud scriptie 9.2 Inlevering van de scriptie 9.3 Plagiaat 9.3.1 Definitie plagiaat 9.3.2 Ephorus 9.3.3 Criteria en procedure 9.3.4 Privacy en geheimhouding
20 20 20 21 21 22 22 22
10.
De afstudeerzitting
23
11.
De beoordeling
24
12.
Herkansing
26
13.
Geheimhouding
27
14.
Uitschrijven na het afstuderen
28
Bijlage 1: Goedkeuringsformulier afstudeervoorstel
29
Bijlage 2: Goedkeuringsformulier plan van aanpak
31
Bijlage 3: Formulier contract afstudeeropdracht
33
Bijlage 4: Formulier beoordeling bedrijfsbegeleider(s)
34
Bijlage 5: Proces-verbaal van de afstudeerzitting
37
Bijlage 6: Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ICT 1. Kwaliteitscriteria voor het afstudeervoorstel 2. Kwaliteitscriteria plan van aanpak 3. Kwaliteitscriteria uitvoering 4. Kwaliteitscriteria oplevering eindproducten 5. Kwaliteitscriteria verantwoording en evaluatie
41 41 43 46 47 48
Bijlage 7: Globale kalender afstuderen studiejaar 2014 – 2015
50
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 1 (cursusjaar 2015 – 2016)
50 51 52 53 54 55
1.
Inleiding
Het doel van dit document is studenten voltijd, deeltijd en duaal van de ICT-opleidingen te informeren over de regelingen en de gang van zaken rond het afstuderen. In dit document zijn de eisen vastgelegd waaraan het afstudeervoorstel, het plan van aanpak en de scriptie moeten voldoen en worden de beoordelingscriteria beschreven die worden gehanteerd bij de beoordeling ervan. Ook wordt beschreven welke procedure studenten moeten volgen voor het verkrijgen van goedkeuring om te starten met afstuderen. Deze leidraad is van toepassing op alle afstudeeractiviteiten die starten in het cursusjaar 2014-2015. Ten opzichte van de afstudeerleidraad van het cursusjaar 2013-2014, zijn de procedures rond het beoordelen van afstudeervoorstellen, plannen van aanpak, scripties in belangrijke mate aangepast. In het vervolg van dit hoofdstuk worden de taken beschreven van verschillende personen die zijn betrokken bij het afstuderen. Wanneer er in deze leidraad ‘student’, ‘stagiair’, ‘kandidaat’, ‘docent’ of een andere mannelijke vorm staat, wordt zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm bedoeld.
1.1
Afstudeercoördinator
De afstudeercoördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van het afstudeerproces, waaronder het geven van voorlichting aan studenten, het bepalen van de periode waarin de student mag afstuderen, het toewijzen van docentbegeleiders, het maken van roosters voor de afstudeerzittingen en het organiseren van diplomauitreikingen. Voor alle algemene zaken betreffende het afstuderen kan een student terecht bij de afstudeercoördinator, maar voor opleidingsspecifieke zaken kan beter direct contact worden opgenomen met de studieadviseur. Marten Wensink Nijenoord 1, kamer D01.16 T. 088 4818591 E-mail:
[email protected]
1.2
Afstudeercommissie
Iedere opleiding, of variant daarvan, heeft een eigen commissie die de afstudeervoorstellen van de studenten beoordeelt. Zodra een afstudeervoorstel, voorzien van de noodzakelijk gegevens, is ingediend via het CRM, wordt de afstudeercommissie van de betreffende studie daarvan automatisch op de hoogte gesteld en zal het voorstel worden beoordeeld. De afstudeercommissie beslist tevens of de student voldoende studiepunten heeft om te mogen starten met afstuderen (zie H6.2).
1.3
Studieadviseur
De studieadviseur is de contactpersoon voor de afstudeercommissie en heeft als bijzondere taak het adviseren bij het verlenen van goedkeuring om te starten met afstuderen (zie H6.2).
1.4
Docentbegeleider
De docentbegeleider is een door de school aangewezen docent die de student van advies voorziet tijdens het afstudeertraject. Indien een student voorkeur heeft voor de begeleiding door een bepaalde docent, dan kan hij dat, nadat hij dit met de betreffende docent heeft besproken, per e-mail doorgegeven aan de afstudeercoördinator. Gezien de beperkte capaciteit, kan helaas niet worden gegarandeerd dat de voorkeur ook wordt gehonoreerd. De docentbegeleider heeft een budget van ongeveer 20 uren om de student te begeleiden en dient de student minimaal een keer op zijn afstudeerbedrijf te bezoeken. Het advies is om dat te doen zodra het concept plan van aanpak is geschreven. Het initiatief voor het maken van afspraken ligt bij de student. De docentbegeleider is ook degene die het plan van aanpak, en daarmee de afstudeeropdracht, definitief goedkeurt. Dit doet hij door het mede-ondertekenen van het afstudeercontract. De docentbegeleider is meestal (zie H8) ook de tweede examinator tijdens de afstudeerzitting.
-1-
1.5
Bedrijfsbegeleider
De bedrijfsbegeleider is iemand die is aangewezen door het bedrijf of de instelling waar het afstudeerproject wordt uitgevoerd. De bedrijfsbegeleider is verantwoordelijk voor de inhoudelijke begeleiding tijdens het afstuderen en dient daarom voldoende inhoudelijke kennis, op minimaal HBO-niveau, te hebben om de afstudeerder te kunnen begeleiden. Indien gewenst, kan het bedrijf meerdere begeleiders aanwijzen, mits deze ook voldoende kennis op minimaal HBO-niveau hebben. De bedrijfsbegeleider is mede-ondertekenaar van het afstudeercontract. Aan het einde van het afstudeertraject wordt de bedrijfsbegeleider gevraagd om een schriftelijk beoordelingsadvies in te leveren. Hij wordt tevens uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de afstudeerzitting.
1.6
Examencommissie
Deze commissie stelt voor alle opleidingen vast of een student voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de bachelor of niet en schrijft, indien de student is geslaagd, het diploma uit. De examencommissie is eveneens de instantie waarbij een student bezwaar kan indienen indien hij het niet eens is met de gang van zaken tijdens het afstudeertraject, de afstudeerzitting of met de beoordeling die door de examinatoren is gegeven voor (een onderdeel van) het afstudeerwerk. Verder stelt de examencommissie vast of de student, in geval van bijzondere omstandigheden, uitstel kan worden verleend voor het inleveren van de scriptie en deelname aan een afstudeerzitting. Zie voor contact de site van de examencommissie.
1.7
Afstudeeradministratie
De afstudeeradministratie heeft een ondersteunende functie bij het afstuderen, waaronder:
correspondentie met bedrijven en studenten; in ontvangst nemen, registratie en archivering van de plannen van aanpak en afstudeerscripties en de verspreiding daarvan onder de examinatoren en CvT-leden maken van een rooster voor de afstudeerzittingen en de verspreiding ervan administratieve verwerking van de processen-verbaal van de afstudeerzittingen
Gegevens afstudeeradministratie: Onderwijsbureau kamer A.00 Medewerker afstudeeradministratie Institute for ICT Hogeschool Utrecht Nijenoord 1 Postbus 182 - 3500AD Utrecht Zie de Afstudeersite voor nadere gegevens voor deze medewerker.
1.8
Informatiesystemen
CRM Dit is het administratiesysteem dat wordt gebruikt voor het afstuderen. Studenten maken gebruik van dit systeem om een afstudeervoorstel in te dienen via extern.crm.hu.nl/stage/. Ook wordt vanuit dit systeem het bericht van toewijzing van een docentbegeleider gestuurd. HBO Kennisbank Een systeem waarin verschillende hogescholen scripties publiceren en waar ook ICT studenten hun scriptie moeten plaatsen. Voor inzage van scripties: www.hbo-kennisbank.nl Voor plaatsen van scripties: onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/hubreed/hbo-kennisbank/default.aspx. Afstudeersite In deze leidraad wordt daarmee de Sharepoint-site voor het afstuderen bedoeld. Op deze site staat informatie over het afstuderen. De site is bereikbaar via het menu-item Afstuderen van iedere opleidingsportal of rechtstreeks via: onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fnt/cluster_ict/afstuderen/default.aspx. Jaarrooster:
Bereikbaar via: www.roosters.hu.nl Onderwijsjaarroosters
Studiegids:
Bereikbaar via: www.studiegids.hu.nl.
1.9
Afdrukken van scripties
Scripties kunnen, tegen betaling, bij de Xerox-shop op de begane grond van de C-vleugel van Nijenoord 1 worden afgedrukt. Let er wel op dat het vlak voor de inlevertermijn druk kan zijn!
-2-
2.
De periodes waarin kan worden afgestudeerd
Het afstudeerproject is in de regel het laatste onderdeel van het curriculum van de hoofdfase van de studie. Met het afstudeerproject (inclusief het verwerven van een afstudeeropdracht, het schrijven van een afstudeervoorstel, het schrijven van een plan van aanpak en het schrijven van een scriptie) is een studiebelasting van maximaal 840 studiebelastinguren (30 EC’s) gemoeid. Deze studiepunten worden alleen toegekend als het afstudeerproject met een voldoende wordt beoordeeld. In de studiegids is de plaats aangegeven van het afstudeerproject binnen het eindexamenprogramma. Per studiejaar zijn er vijf periodes waarin het afstudeerproject kan worden uitgevoerd: Periode 1: Periode 2: Periode 3: Periode 4: Periode 5: [1] Periode 1 :
start laatste week mei 2014 start derde week aug 2015 start tweede week nov 2014 start eerste week febr 2015 start eerste week maart 2015 start laatste week mei 2015
afstudeerzitting in nov. 2014 afstudeerzitting in jan. 2015 afstudeerzitting in apr. 2015 afstudeerzitting in jun. 2015 afstudeerzitting in aug. 2015 afstudeerzitting in nov. 2015
De periode is gerelateerd aan de periode in het jaarrooster waarin de afstudeerzitting is gepland. B.v. afstuderen in periode 1 (start 26 mei) betekent een afstudeerzitting doen aan het eind van de periode die in het jaarrooster is aangegeven als periode 1 (d.w.z. op 4, 5 of 6 november).
Afwijkende regeling voor deeltijd / duaal Voor een deeltijd- of duale student is het niet altijd noodzakelijk om de hierboven genoemde 840 uur ook daadwerkelijk aan het project te besteden. Immers een belangrijk deel van de kennis die nodig is om het project te realiseren, hoeft niet meer tijdens het project te worden vergaard omdat die al bij de student aanwezig is. Zou iemand van buiten de betreffende werkomgeving eenzelfde project moeten uitvoeren dan zou wellicht meer tijd nodig zijn om zich in te werken in het onderwerp. Als vuistregel kan worden gehanteerd: 2-3 werkdagen per week met een doorlooptijd van circa 5 maanden en daarnaast de nodige activiteiten voor het vervaardigen van de scriptie in privétijd. Het afstudeerproject zal in het geval van studenten deeltijd of duaal meestal worden uitgevoerd in het bedrijf of organisatie waar de student werkzaam is. Dit heeft als consequentie dat de totale doorlooptijd van het afstudeertraject veelal niet exact op 5 maanden te bepalen is. Als vuistregel kan worden gehanteerd: het project moet in een tijdsbestek van 4 tot 7 maanden worden uitgevoerd en afgerond. De exacte termijn dient te worden vastgelegd in het plan van aanpak.
1
Cursusjaar 2015 - 2016
-3-
3.
Stappenplan voor het afstuderen
Het afstuderen bestaat uit een groot aantal stappen dat moet worden uitgevoerd. In onderstaande tabel staat een overzicht van deze stappen en de persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ervan.
Stap
Wie
Voorlichting afstuderen
[*]
Afstudeercoördinator
Indienen studieplan bij studieadviseur
Student
Afstudeeropdracht verwerven
Student
Voorstel voor een afstudeeropdracht schrijven i.s.m. met opdrachtgever / bedrijfsbegeleider
Student en opdrachtgever / bedrijfsbegeleider
Indienen afstudeervoorstel via CRM en evt. iteraties uitvoeren per e-mail totdat het voorstel is goedgekeurd door de afstudeercommissie
Student en afstudeercommissie
Inschrijven in Osiris voor cursus afstuderen
Student
Toewijzing docentbegeleider (tevens tweede examinator) en eerste examinator na goedkeuring voorstel, informeren afstudeerbedrijf. Dit is het startsignaal voor het afstuderen
Afstudeercoördinator
Afspraak maken met docentbegeleider
Student
Start uitvoering afstudeerproject
Student
Twee terugkomdagen
[2]
Student, docenten opleiding
Voorbereiden plan van aanpak
Student, bedrijfsbegeleider, docentbegeleider
Terugkomdag
Student, docenten opleiding
Tekenen contract afstudeeropdracht
Bedrijfsbegeleider, docentbegeleider
Inleveren plan van aanpak met contract
Student
Uitvoering afstudeerproject en scriptie schrijven en laten reviewen
Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider
Terugkomdag
Student, docenten opleiding
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie, docent en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren bedrijfsbeoordeling
Student
Rooster afstudeerzittingen maken
Afstudeercoördinator en roosterbureau
Afstudeerzitting
Student, eerste en tweede examinator, lid College van Toezicht en bedrijfsbegeleider
Diplomauitreiking
Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student en zijn gasten
Indien nodig, uitschrijven voor de opleiding
Student
Alle data betreffende de afstudeerperiodes zijn te vinden op de Afstudeersite en de belangrijkste data staan ook in het jaarrooster van het Institute for ICT (zie ook bijlage 7). [*] De afstudeervoorlichting vindt twee keer per jaar plaats. De data worden via de monitoren op de afdeling bekendgemaakt. Studenten waarvoor in Osiris, op het moment dat de datum van de voorlichting wordt vastgesteld, 90 of meer studiepunten hebben gehaald in de bachelorfase van de opleiding krijgen van de afstudeercoördinator een uitnodiging per e-mail.
2
In het studiejaar 2014-2015 zal een aantal terugkomdagen, worden georganiseerd om extra ondersteuning te verlenen bij het uitvoeren en rapporteren over het uit te voeren onderzoek, het schrijven van het plan van aanpak en de scriptie. Over dit z.g. bootcamp zal via e-mail nadere informatie worden verschaft. De data voor de terugkomdagen in periode 2 staan in de kalender, voor de andere periodes worden de data later bekend gemaakt.
-4-
4.
Het afstudeerproject
In dit hoofdstuk worden doel en inhoud van het afstudeerproject beschreven, met in het bijzonder de rol van het onderzoek daarin en de mogelijke context. Per opleidingsvariant worden voorbeelden gegeven van mogelijke afstudeeronderwerpen met hoofd- en deelvragen voor het bijbehorende onderzoek. Een student die wil excelleren tijdens het afstuderen dient daarvoor een aantal extra stappen uit te voeren (zie Excelleren).
4.1
Doel en inhoud
Het doel van het afstuderen is dat de student aantoont dat hij de vereiste professional skills bezit om de bij zijn [3] opleidingsprofiel behorende ICT-beroepstaken uit te voeren op HBO-niveau. Daarbij hoort ook het uitvoeren van een onderzoek (zie H4.3). Het afstudeerproject moet zodanig complex zijn, en mate van zelfstandigheid vereisen, dat professional skills op eindniveau nodig zijn het project uit te kunnen voeren. Het is echter niet mogelijk alle ICT-beroepstaken en professional skills op eindniveau te verenigen in één project. Daarom gelden de volgende minimumeisen voor een afstudeerproject:
Beheersingsniveaus van de opleiding: minimaal 50% op eindniveau van het opleidingsprofiel (zie de tabel met beheersingsniveaus in H.2.1.3 van de studiegids van de opleiding);
Professional skills: Creatief probleem oplossen EN Analyse en informatieverwerking EN Planning & organisatie op eindniveau (zie H.2.1.3 van de studiegids van de opleiding). De overige professional skills minimaal op niveau 2.
Het afstudeeronderwerp moet liggen in het verlengde van de studie en een uitdaging zijn voor de student. Bovendien zal het onderwerp zodanig gekozen moeten worden dat de student zijn speciale expertise op een bepaald terrein naar voren kan laten komen. Het afstudeerproject moet een aantal producten opleveren waarop de student kan worden beoordeeld. Hiertoe behoort in ieder geval de scriptie, die gezien moet worden als het document waarin het project in al zijn facetten beschreven, geanalyseerd en verantwoord wordt (zie H9). Daarnaast moet nog een tweede product, het z.g. beroepsproduct, worden opgeleverd. Dit kan zijn een adviesrapport, een geheel of gedeeltelijk gerealiseerd informatiesysteem of een infrastructuur met documentatie. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om een technisch rapport voor een bedrijf of om een ontwerpdocument. Kortom het beroepsproduct is het belangrijkste product dat voor het bedrijf in kwestie wordt opgeleverd. Een student moet het afstudeerproject zelfstandig uitwerken en voltooien. Hij is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de voortgang van het afstuderen en de inhoud van de scriptie. De begeleiders (bedrijfsbegeleider en docentbegeleider) hebben alleen de taak van adviseur, dus zij zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van de scriptie en de uitvoering en de kwaliteit van het beroepsproduct. Een student moet in staat zijn met de mensen uit de omgeving waarin hij zijn project uitvoert samen te werken en effectief te communiceren. Een student dient in staat te zijn tijdens de afstudeerzitting zijn werk mondeling te presenteren en daarover een discussie te voeren met deskundigen. Voorts dient een student in staat te zijn afstand te nemen van de specifieke opdracht en in algemene zin conclusies over gelijksoortige problemen te kunnen trekken.
4.2
Context van het afstudeerproject
Voor wat betreft de context van het afstudeerproject zijn in feite drie situaties denkbaar: Het afstudeerproject is een op zichzelf staand project. Het afstudeerproject maakt deel uit van een groter geheel en is a.h.w. een deelproject In dit geval is het belangrijk duidelijk onderscheid te maken tussen het grote project en het afstudeerproject. Het grote project moet globaal worden beschreven om aldus de context van het afstudeerproject te schetsen. Het afstuderen heeft betrekking op een project dat al voor een deel is gerealiseerd. Hierbij is het dikwijls zo dat het nog te realiseren deel op zich niet voldoende is om op af te studeren. Maar het betrekken van het al gerealiseerde deel bij het afstuderen wil nog wel eens soulaas bieden. Het al voltooide deel moet dan worden gezien als ‘object van studie’. Dit wordt a.h.w. een bedrijfscasus die geanalyseerd moet worden en waarover uitspraken in de zin van conclusies en aanbevelingen moeten worden gedaan. Een dergelijke combinatie van een onderzoek naar een bestaand deel en een nog te realiseren deel is goed mogelijk.
3
Zie de beschrijving van het opleidingsprofiel in de studiegids van de opleiding.
-5-
4.3
Onderzoek als onderdeel van het afstuderen
Tijdens het afstuderen dient een deel van de tijd te worden besteed aan het uitvoeren van een onderzoek. Onder een onderzoek wordt het volgende verstaan: ‘Onderzoek is een doelbewust en methodisch zoeken naar nieuwe kennis in de vorm van antwoorden op tevoren [4] gestelde vragen, volgens een tevoren opgesteld plan’ (Verschuren, 1994 ). Voor een HBO-bachelor geldt: ‘Nieuwe kennis is informatie, inzicht en kennis die nieuw is voor de opdrachtgever en de student en relevant voor de specifieke afstudeeropdracht’. De tevoren gestelde vragen zijn een hoofdvraag met daaruit voortvloeiende deelvragen die moeten worden beantwoord om het afstudeerproject uit te voeren (in H4.4 staan voorbeelden). Het type afstudeeropdracht wordt bepaald door het soort beroepsproduct dat moet worden opgeleverd. Voor een afstudeeropdracht in het ICT-domein worden de in de volgende tabel genoemde typen onderscheiden. Het type afstudeeropdracht bepaalt in belangrijke mate de onderzoeksvragen - hoofd- en deelvragen (zie de voorbeelden in H4.4).
Type afstudeeropdracht
Beroepsproduct
Kenmerken
Onderzoeksopdracht
Onderzoeksrapport met eventuele aanbevelingen Ontwerpdocument of adviesrapport
Antwoorden en conclusies Suggesties voor oplossingsrichtingen De verbeelding (proof of concept) van een eindproduct Onderbouwde en uitgewerkte oplossing voor een probleem Fysieke of digitale uitwerking van een ontwerp
Ontwerp-/adviesopdracht
Productopdracht
Bruikbaar eindproduct of proof of concept
In het afstudeervoorstel dient het type opdracht met een toelichting op het type te zijn opgenomen, alsmede de hoofdvraag. De onderzoeksvragen die kunnen worden gesteld bij een opdracht worden bepaald door de aard van de opdracht (zie de voorbeelden in de volgende paragrafen). Bij een productopdracht kunnen, afhankelijk van de opdracht, o.a. de volgende deelvragen worden gesteld: Wat zijn de functionele en niet-functionele eisen waaraan het product moet voldoen? Welke oplossingen zijn er al m.b.t. het product en is daar een geschikte oplossing bij? Welke architectuur is het meest geschikt voor het product? Welke frameworks zijn geschikt om het product te realiseren? Welke informatie moet aan de gebruiker worden getoond? Wat is de beste manier om de informatie te tonen aan de gebruiker?
4.4
Afstudeeronderwerpen
Hieronder volgen per opleiding voorbeelden van afstudeeronderwerpen. Het verdient aanbeveling om scripties van succesvol afgeronde afstudeerprojecten in te zien. Zie hiervoor de HBO Kennisbank.
4.4.1
Afstudeeronderwerpen Informatica afstudeerrichting Software Engineering
Het onderscheid in type opdracht wordt bij de afstudeerrichting Software Engineering gemaakt op basis van de focus waarop het onderzoeksdeel van de afstudeeropdracht ligt. In alle gevallen wordt een technisch beroepsproduct opgeleverd waarmee de student aantoont over vereiste skills te beschikken. Voor de drie typen opdracht kan men denken aan:
4
Het ontwikkelen van software, waarin het gehele traject van analyse, het ontwerpen, en het realiseren van applicaties wordt doorlopen. Er wordt verwacht dat het ontwerpen en bouwen eindproduct of een proof of concept is van de analyse, waarin mogelijkheden worden onderzocht die tot een oplossing kunnen bijdragen (productopdracht);
In een technische omgeving een opdracht uitvoeren waarbij het hoofddoel niet het opleveren van software is, maar iets anders. Daarbij kan het bv. gaan om het maken van een ontwerp voor een infrastructuur of een onderzoek dat moet leiden tot aanbevelingen betreffende (software-) technologie (ontwerp-/adviesopdracht);
In een bedrijfskundige omgeving een opdracht uitvoeren waarbij het hoofddoel niet is het opleveren van software, maar het doen van (bedrijfskundig) onderzoek met een informaticacomponent (onderzoeksopdracht).
Verschuren, P.J.M. (1994), De probleemstelling van een onderzoek, Het Spectrum, Utrecht.
-6-
Hieronder volgen voorbeelden van onderwerpen voor bovenstaande typen opdracht:
Social media flipboard in Sharepoint (productopdracht) Ontwikkel een applicatie waarmee binnen SharePoint 2010 berichten uit social media kunnen worden opgeslagen in een database. In eerste instantie zullen alleen Twitterberichten worden opgeslagen, maar het is belangrijk dat het in de toekomst mogelijk is om ook berichten uit andere social networks, zoals Facebook en LinkedIn, kunnen worden verwerkt door het systeem. De weergave van de berichten zal geschieden op een soort flipboard, waarna ze in de database geplaatst kunnen worden. Voor de database zal een aparte weergave ontwikkeld worden, waar gebruikers berichten terug kunnen kijken en wijzigingen kunnen aanbrengen. Tijdens de onderzoeksfase zal kennis verzameld moeten worden over de manier waarop informatie kan worden verkregen van social media, te gebruiken frameworks, het bouwen van een applicatie in Sharepoint, etc. De opdracht moet ontwikkeld worden volgens een agile softwareontwikkelmethode (bijv. Scrum).
Domeinregistratie fraude (ontwerp-/adviesopdracht) Binnen een domeinregistratie-organisatie is gebleken dat het huidige informatiesysteem te weinig weerstand biedt tegen het frauduleus registreren van domeinen, met als gevolg dat er misbruik wordt gemaakt van de infrastructuur. In deze opdracht wordt het onderzoek gericht op een analyse van de huidige situatie en de problemen waarmee het informatiesysteem te kampen heeft. Daarnaast moet er met behulp van deze onderzoeksresultaten een voorstel gedaan worden ten behoeve van een nieuw systeem. Dit systeem zal worden ontwikkeld en geïmplementeerd op het informatiesysteem MD3.
Structureren van data van productleveranciers (ontwerp-/adviesopdracht) In deze opdracht wordt onderzocht hoe vermarktbaar een branchegerichte SaaS oplossing is waarin data van leveranciers van webwinkels wordt geregistreerd. Eerst wordt onderzocht wat de voor- en nadelen zijn van een centrale datapool-oplossing en wat de mogelijkheden zijn voor het dynamisch uitlezen van databestanden met totaal verschillende structuren door middel van één module. Vervolgens wordt bepaald wat de beste technische strategie is om deze oplossing te realiseren. Uiteindelijk wordt een proof-ofconcept gemaakt op basis van de uitkomsten van het onderzoek, in combinatie met de wensen en eisen van potentiële klanten. Hoofdvraag Hoe vermarktbaar is een branche gerichte SaaS oplossing inclusief data van leveranciers op het gebied van webwinkels en wat is de meest efficiënte manier om dit zo'n oplossing te realiseren? Deelvragen Wat zijn de voor- en nadelen van een centrale datapool-oplossing? Welke alternatieven zijn er naast een SaaS oplossing voor het gebruik van de data uit een datapool? Wat zijn de mogelijkheden voor het dynamisch uitlezen van databestanden met totaal verschillende structuren door middel van één module? Welke populaire SaaS aanbieders (concurrenten) zijn er en wat zijn hun Unique Selling Points? Welke wensen/eisen heeft een potentiële klant wat betreft een SaaS oplossing? Welke technische eisen zijn er voor een data pool?
4.4.2
Afstudeeronderwerpen Informatica afstudeerrichting Information Engineering
Van een web system engineer (information engineer, IE'er) wordt verwacht dat deze in staat is om bedrijfsprocessen te analyseren en te automatiseren op basis van de nieuwste web-technieken. De web system engineer dient daarom over bedrijfskundige-, technische- en gebruikers gerelateerde kennis te beschikken. Een IE-afstudeeropdracht bevat duidelijk herkenbare IE-componenten, waarbij de student moet aantonen dat hij/zij niet alleen beschikt over communicatieve, maar ook over voldoende technische vaardigheden (prototyping, realisatie, …) Het onderscheid in type opdracht wordt bij de afstudeerrichting Information Engineering gemaakt op basis van waar de focus van het onderzoeksdeel van de opdracht op ligt. In alle gevallen wordt er een technisch beroepsproduct opgeleverd, waarmee de student aantoont over de vereiste skills te beschikken. Voor de drie typen opdracht kan men denken aan:
Het ontwikkelen en/of configureren van software, waarin het gehele traject van analyse, het ontwerpen, en het realiseren van applicaties en gebruikersinteractie wordt doorlopen. Er wordt verwacht dat het ontwerpen en bouwen een proof of concept is van de analyse, waarin mogelijkheden worden onderzocht die tot een oplossing kunnen bijdragen (productopdracht);
In een technische omgeving een project uitvoeren waarbij het hoofddoel niet het opleveren van software is, maar iets anders. Daarbij kan het bv. gaan om het maken van een ontwerp voor de gebruikersinteractie en user interface of een onderzoek dat moet leiden tot aanbevelingen betreffende de ICT-ondersteuning van bedrijfsprocessen (ontwerp-/adviesopdracht);
In een bedrijfskundige omgeving een project uitvoeren waarbij het hoofddoel niet is het opleveren van software, maar het doen van (bedrijfskundig) onderzoek met een informaticacomponent (onderzoeksopdracht).
-7-
Hieronder volgen voorbeelden van onderwerpen voor bovenstaande typen:
Inrichten issue management proces (productopdracht) Binnen de afdeling systeemontwikkeling van een verzekeringsmaatschappij worden twee verschillende systemen gebruikt voor het melden van bugs en gewenste software-aanpassingen. Ontwerp een nieuw, geïntegreerd proces voor het managen van deze issues op basis van interviews met zowel de business als de developers. Onderzoek welke technische mogelijkheden het issue management systeem Jira biedt om dit proces te ondersteunen en bepaal wat de beste wijze is om dit te doen. Configureer Jira op basis van deze bevindingen en bouw een webformulier waarmee de business issues kan aanmelden in Jira. Hoofdvraag Hoe kan het issue management proces duidelijker en efficiënter ingericht worden, en hoe kan Jira vervolgens geconfigureerd worden om het ontworpen proces optimaal te ondersteunen? Deelvragen Hoe ziet het issue management proces er nu uit? Wat zijn in het huidige proces de knelpunten qua efficiëntie? Op welke standaard (ASL of ITIL) kan het nieuwe proces het beste gebaseerd worden? Hoe ziet een op nieuw, op ASL/ITIL gebaseerd, proces eruit? Hoe lost het nieuwe proces de knelpunten op? Welke configureerbare componenten heeft Jira? Hoe kan het ontworpen proces met deze componenten in Jira worden afgedwongen? Met welke techniek kan het webformulier waarmee issues gemeld kunnen worden het beste gerealiseerd worden?
Verbeteren informatievoorziening voor beleggers (onderzoeksopdracht) ING wil de klant de mogelijkheid bieden om op gestructureerde wijze een overzicht te krijgen waarin een belegger al zijn of haar beleggingen kan zien. Ook blijkt dat de informatievoorziening met betrekking tot de aandelen, en de communicatie van adviseur naar belegger, nog niet via de eigen systemen verloopt. Om de problemen rondom de communicatie en informatievoorziening op te lossen wil de ING één systeem, dat cross-platform te gebruiken is, waarin de bovengenoemde onderdelen samen worden gevoegd. Voor de realisatie van het prototype dient eerst onderzocht te worden welke informatie er precies getoond dient te worden. Hiervoor zal een onderzoek gehouden moeten worden om de behoeften van de adviseurs, maar bovenal de klanten in kaart te brengen. Hoofdvraag Hoe moet het front-end van een cross-platform systeem gerealiseerd worden, om de communicatie tussen beleggers en ING-adviseurs met dit systeem te kunnen verbeteren? Deelvragen Welke informatiebehoefte hebben de ING-beleggers? Welke voor het systeem relevante eigenschappen heeft de gemiddelde ING-belegger? Welke informatiebehoefte hebben de ING-adviseurs? Welke voor het systeem relevante eigenschappen heeft de gemiddelde ING-adviseur? Hoe kunnen de informatiebehoeftes van de verschillende gebruikerstypen het beste gecombineerd worden in één systeem? Wat zijn de eisen aan de vormgeving van het front-end? Met welke technieken kan dit front-end het beste gerealiseerd worden?
Style guide financiële organisatie (ontwerp-/adviesopdracht) Creëer een style guide voor applicaties binnen het BKR, met waar noodzakelijk specifieke secties voor technologieafhankelijke applicaties. Binnen het BKR wordt een verscheidenheid aan applicaties, met verschillende technologieën en verschillende histories, gebruikt om de werkzaamheden en processen te ondersteunen. Het is nodig om vaste afspraken te definiëren tussen de ontwikkelteams van de technologieën over de te gebruiken stijl, de user interface en de interactie met de applicaties. Onderzoek welke aspecten hier leidend zijn en breng een advies uit in de vorm van een style guide. Maak een proof of concept in de vorm van een user interface op een bestaande applicatie die voldoet aan de eisen in de voorgestelde style guide.
4.4.3
Afstudeeronderwerpen Informatica afstudeerrichting System and Network Engineering
Afstudeeropdrachten voor de afstudeerrichting System and Network Engineering zijn te verdelen in een aantal hoofdgroepen:
Het ontwerpen of verbeteren van een ICT-infrastructuur bestaande uit systemen en/of netwerken Het advies wordt vaak ondersteund met een proof of concept (ontwerp-/adviesopdracht);
Het realiseren of migreren van een ICT-infrastructuur bestaande uit systemen en/of netwerken (productopdracht).
Ontwerp van nieuwe of optimalisatie van bestaande ICT-beheerprocessen (ontwerp-/adviesopdracht).
Ontwerp en implementatie van een software omgeving op basis van een bepaalde ICT-architectuur (ontwerp-/adviesopdracht).
-8-
Hieronder volgen voorbeelden van concrete onderwerpen die binnen de hoofdgroepen vallen:
Server consolidatie en virtualisatie; Ontwerpen van een systeem voor monitoring van de ICT-infrastructuur; Migratie van een complex systeem, bv. migratie van Lotus Notes naar MS Exchange; Ontwerpen van processen voor incident management, problem management, change management m.b.v. ITIL; Onderzoek doen naar de beveiliging van een groot bedrijfsnetwerk en het maken van een ontwerp voor de beveiliging van het netwerk; Ontwerp en realisatie van een complexe VoIP-toepassing, rekening houdend met eisen t.a.v. prestaties, betrouwbaarheid en veiligheid. Herontwerpen van de huidige point-to-point verbindingen in een ICT-architectuur (‘AS IS’) en deze verbindingen daadwerkelijk vervangen door de implementatie van bv. een Enterprise Service Bus (ESB) als middleware oplossing (‘TO BE’). Ontwerpen van een identitity managementsysteem in combinatie met single sign on.
Bovenstaande afstudeeronderwerpen dienen ter illustratie. Uiteraard zijn er tal van onderwerpen die hier niet genoemd zijn. Wel is het zo dat het onderwerp in één van de hoofdgroepen moet vallen en de aard, omvang en complexiteit van de organisatie recht doet aan het HBO-niveau.
4.4.4
Afstudeeronderwerpen Technische Informatica
De opleiding TI bevindt zich tussen drie verwante opleidingen te weten: informatica, industriële automatisering en elektrotechniek. Het zal bij de keuze van een afstudeeropdracht voorkomen dat er overlap is met de domeinen van genoemde drie opleidingen. Een student zal bij het indienen van een afstudeervoorstel met een flinke overlap met een van de genoemde domeinen ook moeten aangeven waarom de opdracht voor zijn persoonlijke ontwikkeling wenselijk is om als afstudeerwerk te dienen. Daar komt bij dat de criteria van het HBO-niveau van de opdracht gehandhaafd moeten blijven. Mogelijke afstudeeropdrachten zijn ruwweg te verdelen in drie groepen, te weten:
Het ontwikkelen van technische software, waarin het gehele traject van analyse, ontwerpen en realiseren van een technische software applicatie wordt doorlopen (productopdracht);
Het in een technische omgeving maken van een ontwerp voor een infrastructuur of het doen van een onderzoek dat moet leiden tot aanbevelingen betreffende de (software-)technologie (ontwerp-/adviesopdracht);
Het in een technische omgeving doen van onderzoek met een informaticacomponent (onderzoeksopdracht).
De volgende onderwerpen geven een meer gedetailleerd beeld van afstudeeronderwerpen binnen technische informatica. Aangezien bij alle afstudeeropdrachten onderzoek moet worden gedaan om tot een goed resultaat te komen, zijn bij de onderwerpen ook onderzoeksvragen geformuleerd.
Leap-motioncontroller toepassing (ontwerp-/adviesopdracht) De leap-motioncontroller is een nieuw apparaat dat onlangs op de markt gekomen is en dat hand- en vingerbewegingen kan detecteren. Er dient te worden gezocht naar de mogelijkheden die een nieuwe technologie biedt. In principe worden applicaties gebouwd op basis van deze nieuwe technologie. Ontwerp een applicatie waarmee presentaties kunnen worden gemaakt en weergegeven. Vergelijkbaar met Powerpoint of Prezi. De applicatie moet ook 3D objecten kunnen tonen. Als extra mogelijkheid dient de applicatie in plaats van met de muis, bediend te kunnen worden met handbewegingen waarbij dan gebruik gemaakt wordt van de leap-motion-controller. Hoofdvraag How can the leap-motioncontroler be used to develop new applications? Deelvragen How can functional and beautiful presentations be created in the browser? How can complex 3D objects be shown in the browser? How can the leap motion controller be used to interact with objects in the browser? How can simple gestures interact with objects on the screen? How can hand tracking as opposed to finger tracking be used as a way of input? How can movements from the leap in the browser be used in a visual way? What would be the best way to present these movements visually to the user? Which presentation frameworks are available and are flexible enough to be used as the presentation engine for this project?
Plaatsbepaling van een onbemande quadcopter (ontwerp-/adviesopdracht) Een onbemande quadcopter (een helicopter met vier rotors) kan binnen in een hal of gebouw geen gebruik maken van GPS om zijn positie te bepalen. Bij deze opdracht wordt gekeken of met een Kinect, gemonteerd op het toestel, een 3D model van de omgeving samengesteld kan worden waarin de quadcopter zijn positie kan bepalen. Er moet ook een proof of concept voor de gekozen oplossing gebouwd worden.
-9-
Hoofdvraag Hoe kan de Kinect worden gebruikt als positiesensor? Deelvragen Welke informatie is beschikbaar als gebruik wordt gemaakt van de Kinect? Hoe kan met deze informatie real-time een beeld worden gevormd ? Hoe snel zijn de algoritmen die daarvoor nodig zijn? Hoe kan een combinatie van een grondstation waarop de zware rekenprocessen draaien en een lichte besturing op de quadcopter worden gerealiseerd?
Biometriesystemen voor toegangscontrole (onderzoeksopdracht) Onderzocht wordt hoe bestaande biometriesystemen werken en hoe de betrouwbaarheid te verbeteren is door zowel op het gebied van hardware als software aanpassingen te maken. Ook wordt onderzocht hoe een combinatie van biometriesystemen de betrouwbaarheid kan verhogen. Hoofdvraag Hoe is de betrouwbaarheid van biometriesystemen te verbeteren? Deelvragen Wat is het effect van het combineren van biometriesystemen op het percentage false positives (onterecht toegang geven) en false negatives (onterecht toegang weigeren)? Welke combinatie van AND, OR en systeemtypen geeft de beste oplossing? Welke andere verbeteringen zijn nog mogelijk?
4.4.5
Software voor de controle van een hyperthermie apparaat (productopdracht) Hyperthermie is een methode die in de medische wetenschap gebruikt wordt ter bestrijding van kanker. Feitelijk wordt plaatselijk de temperatuur binnen het menselijk lichaam verhoogd, waardoor kwaadaardige cellen, die minder bestand zijn tegen een hoge temperatuur, afsterven. Voor deze opdracht moet een applicatie worden gebouwd waarmee dit behandelsysteem kan worden aangestuurd. Het betreft hier dus de ontwikkeling van technische software. Voor deze opdracht is er niet een hoofdvraag, maar zijn meer hoofd- en deelvragen te formuleren: 1. Wat is hyperthermie en hoe wordt het in de praktijk toegepast? 2. Hoe kan een applicatie gekoppeld worden aan het hyperthermiesysteem? 3. Welke functionele eisen worden gesteld aan de applicatie? a. Welke eisen worden gesteld aan het bedienen van het hyperthemiesysteem? b. Welke wensen en eisen hebben de eindgebruikers omtrent de bediening? 4. Welke technische eisen worden gesteld aan het hyperthermiesysteem? a. Hoe wordt de betrouwbaarheid van de werking gegarandeerd? b. Welk platform vormt de basis van het hyperthermiesysteem?
Afstudeeronderwerpen Business IT & Management
De ideale afstudeeropdracht lost een bedrijfskundig probleem op door het inzetten van ICT-hulpmiddelen. Zo komen zowel de opgedane bedrijfskundige kennis, alsook de ICT-kennis, goed tot hun recht. In de praktijk variëren opdrachten echter van zeer bedrijfskundig met een ’vleugje’ ICT, tot bijna uitsluitend ICT met een ‘vleugje’ bedrijfskunde. In het algemeen kan gesteld worden dat voor de opleiding BIM het accent ligt op de bedrijfsprocessen. In een goede afstudeeropdracht wordt met behulp van modellen een huidige situatie bepaald. Vervolgens worden er oplossingsalternatieven bedacht en afgewogen. Een gefundeerde keuze bepaalt welke oplossingsrichting wordt uitgewerkt tot een rapport, ICT-oplossing of product. Tenslotte wordt de oplossing voorzien van een implementatieplan om de organisatie uit te leggen wat de gevolgen zijn van de voorgestelde oplossing. Bij de opdrachten voor de opleiding Business IT & Management kan men denken aan:
management informatiesystemen; analyse en herontwerp (geautomatiseerde) bedrijfsprocessen; selectie en implementatie standaard software; functioneel ontwerp software systeem; ontwerp business intelligence oplossing; inrichting beheerorganisatie; informatiemanagement; ICT-outsourcingsvraagstukken; aanbeveling voor te hanteren methoden en technieken voor software ontwerp, beheer of testen.
-10-
Hieronder volgen voorbeelden uit een deel van bovenstaande categorieën:
Ontwerp-/adviesopdrachten Herontwerpen van bedrijfsprocessen als gevolg van invoering van een nieuw ERP systeem; Het inrichten van functioneel beheer voor een gemeentelijke organisatie; Het inrichten van een eenduidige testprocedure voor de software ontwikkeld binnen een bank; Een aanbeveling voor een systeem en procedures t.b.v. het kennismanagement binnen een consultancy organisatie; Het ontwerpen van een business intelligence oplossing; Het ontwerpen van een model dat het management ondersteunt bij de beslissing wanneer software vervangen moet worden (economische levensduur bepalen); Het opstellen van een business case voor het ontwikkelen van software die wordt aangeboden als webservice; Het opstellen van functionele specificaties voor een voorraadbeheersysteem; Het selecteren van een CRM systeem (pakketselectie, aanbeveling en implementatieplan).
Onderzoeksopdrachten Een onderzoek naar de mogelijke voordelen van het toepassen van service oriented architecture voor een organisatie (vanuit business perspectief); Een onderzoek naar de ICT support organisatie; afweging shared service center of decentraal; zelf doen of outsourcen.
-11-
5
Excelleren binnen de afstudeeropdracht
De HU biedt de student de mogelijkheid om ook in het kader van de afstudeeropdracht te excelleren. De basis voor excellentie wordt gevormd door het Sterrensysteem. Aan de hand van het profiel van de startende excellente beroepsoefenaar zijn vijf aspecten van excelleren gedefinieerd die nader zijn geoperationaliseerd in beoordelingscriteria (zie excellentiecriteria). Deze vijf aspecten zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Vakmanschap: interdisciplinaire basiskennis en reflectie op eigen handelen; Innovatie en disseminatie: bijdrage leveren aan de professionalisering van de beroepspraktijk; Internationalisering: beroep en werkzaamheden plaatsen in internationaal perspectief; Gedrevenheid: gedreven om je eigen kwaliteit en die van de beroepsgroep te optimaliseren; Leiderschapskwaliteiten: waaronder plannings- en samenwerkingsvaardigheden.
De student kiest op welke van deze vijf aspecten (een of meer) hij een excellente prestatie wil leveren tijdens de uitvoering van het afstudeerproject en vermeldt dit bij voorkeur al in het plan van aanpak. Het is echter mogelijk om nog in een later stadium een aanvraag in te dienen om excellent te kunnen afstuderen. In beide gevallen is het van belang hierover overleg te hebben met de docentbegeleider. Voor een bijzondere prestatie krijgt de student erkenning in de vorm van een ‘Sterverklaring’. De student kan hiervoor een aanvraag doen via Excelleren op de FNT - Hoe doe ik mee?
-12-
6.
De voorbereiding op het afstudeerproject
Het uitvoeren van een afstudeeropdracht vergt een gedegen voorbereiding. Allereerst moet een bedrijf of instelling worden gezocht waar een opdracht kan worden uitgevoerd. Vervolgens dient een afstudeervoorstel te worden geschreven dat moet worden goedgekeurd door de afstudeercommissie. De goedkeuring is mede afhankelijk van het aantal studiepunten dat de student heeft gehaald. Voor duo-opdrachten en het afstuderen in het eigen bedrijf gelden enkele bijzondere regels.
6.1 Plaats van uitvoering van het afstudeerproject Een afstudeerproject wordt in opdracht van een bedrijf of ander soort organisatie (verder ook bedrijf genoemd) uitgevoerd. De student zoekt zelf een bedrijf waar een afstudeerproject kan worden uitgevoerd en waar hij wordt begeleid door iemand met kennis op minimaal HBO-niveau. In bijzondere gevallen kan worden toegestaan dat een afstudeerproject niet in opdracht van een bedrijf wordt uitgevoerd. Wel wordt als eis gesteld dat een (externe) onafhankelijke belanghebbende/geïnteresseerde van minimaal HBO-niveau als opdrachtgever / begeleider optreedt. In de stageleidraad (zie de Stagesite) staat een aantal adviezen voor het vinden van een geschikt bedrijf. Bij de opleiding worden ook regelmatig stage- en afstudeeropdrachten aangeboden. Zie hiervoor de Stagebank. Lukt het niet om een geschikt bedrijf te vinden, neem dan contact op met de afstudeercoördinator of de contactpersoon van de afstudeercommissie van je opleidingsvariant (zie blz. 4).
6.2
Goedkeuringsprocedure afstudeervoorstel
Nadat een geschikt bedrijf is gevonden waar een afstudeerproject kan worden uitgevoerd, moet goedkeuring worden verkregen voor een afstudeervoorstel. De procedure voor het verkrijgen van goedkeuring is als volgt:
De student schrijft in overleg met de bedrijfsbegeleider een afstudeervoorstel dat voldoet aan de onderdelen bevat zoals beschreven in H7 en dient dit, voorzien van naam en studentnummer, in via CRM.
De afstudeercommissie van de opleiding van de student vraagt advies aan de studieadviseur van de betreffende opleiding of de student voldoende studiepunten heeft om te mogen starten met afstuderen
Indien de studieadviseur een negatief advies geeft, wordt de student daarvan op de hoogte gesteld.
Indien de studieadviseur positief adviseert, beoordeelt de afstudeercommissie het voorstel. Voor de goedkeuring gebruikt de afstudeercommissie de criteria zoals genoemd in bijlage 6.1. De bevindingen van de afstudeercommissie worden vastgelegd in een Goedkeuringsformulier afstudeervoorstel (zie bijlage 1) en per e-mail naar de student gestuurd.
Indien de afstudeercommissie van mening is dat het voorstel geen perspectief biedt om te worden goedgekeurd, dan dient de student een nieuwe afstudeeropdracht te zoeken;
Indien het voorstel wel perspectief biedt, krijgt de student de gelegenheid om aan de hand van de opmerkingen in het goedkeuringsformulier het voorstel te verbeteren. Het aangepaste voorstel dient de student per e-mail te sturen naar het lid van de afstudeercommissie waarvan hij het goedkeuringsformulier heeft ontvangen. Dit wordt herhaald totdat het voorstel voldoet aan de eisen.
Indien de studieadviseur een positief advies heeft gegeven en het voorstel voldoet aan de eisen, dan worden de student en de afstudeercoördinator hiervan op de hoogte gesteld middels een Goedkeuringsformulier afstudeervoorstel (zie bijlage 1).
Een afstudeervoorstel wordt goedgekeurd als aan het volgende is voldaan: 1. de student heeft het P-diploma behaald; [*] 2. alle verplichte studiepunten van de hoofdfase, behalve die van het afstuderen, zijn gehaald; 3. het afstudeervoorstel voldoet aan de eisen. [*] Omdat ten tijde van het indienen van het afstudeervoorstel meestal nog niet alle benodigde studiepunten zijn gehaald, dient de student in dat geval, tegelijk met het indienen van het afstudeervoorstel, per e-mail een studieplan in te leveren bij de studieadviseur van zijn opleiding. De studieadviseur adviseert op basis van het ingediende studieplan. In dit studieplan geeft de student voor de nog openstaande vakken aan wanneer en hoe hij denkt die vakken te halen. Verder geeft de student aan hoe hij denkt dit te kunnen combineren met het afstuderen. Als de student twijfelt of het studieplan wel realistisch is, is het verstandig om vroegtijdig een afspraak te maken met de studieadviseur om het studieplan te bespreken. Hiermee kan teleurstelling worden voorkomen in het geval dat al wel een afstudeerplaats gevonden is, maar vervolgens geen toestemming gegeven wordt om met het afstuderen te starten.
-13-
Bij de beoordeling van het studieplan kunnen de volgende situaties worden onderscheiden: 1. de student denkt voor de start van het afstudeerproject zijn P-diploma en alle nog ontbrekende studiepunten gehaald te hebben; 2. de student is in het bezit van zijn P-diploma en denkt voor het einde van zijn afstudeerproject (gedeeltelijk voor de start en gedeeltelijk tegelijk met het afstudeerproject) alle nog ontbrekende studiepunten gehaald te hebben; 3. de student denkt voor het einde van zijn afstudeerperiode niet alle nog ontbrekende studiepunten gehaald te hebben. Ad 1. In principe adviseert de studieadviseur positief als hij het studieplan realistisch vindt en adviseert de afstudeercommissie om het afstudeervoorstel in behandeling te nemen. Nadat het voorstel is goedgekeurd en toestemming is verleend door de afstudeercoördinator mag de student starten met afstuderen, onder de voorwaarde dat hij bij aanvang van het afstuderen inderdaad in het bezit is van zijn P-diploma. Ad 2. De studieadviseur beoordeelt of het ingediende studieplan realistisch is en geeft op basis daarvan een advies aan de afstudeercommissie. De afstudeercommissie beslist vervolgens om het afstudeervoorstel wel of niet in behandeling te nemen. Ad 3. In principe krijgt de student geen toestemming om met het afstuderen te starten. In bijzondere situaties, bv. als de studievoortgang in het geding is, kan de student aan de examencommissie toestemming vragen om toch met het afstudeerproject te mogen starten. Als de student hiervoor in aanmerking wil komen moet hij, voordat hij een afstudeeropdracht gaat zoeken, eerst een afspraak maken met de studieadviseur om het studieplan te bespreken. De studieadviseur adviseert de student, naar aanleiding van dit gesprek, om de examencommissie toestemming te vragen om toch te mogen starten met het afstudeerproject of adviseert het afstuderen minimaal een periode uit te stellen om eerst voldoende studiepunten te halen.
6.3
Nog niet alle studiepunten gehaald aan het einde van de afstudeerperiode
Indien een student aan het einde van de afstudeerperiode toch niet alle studiepunten heeft gehaald, omdat bv. nog een practicum moet worden afgerond of een tentamen gedaan, dan moeten alle nog openstaande studiepunten uiterlijk de laatste zittingsdag van het afstuderen (zie bijlage 7) in Osiris zijn geadministreerd om nog dezelfde periode het diploma uitgereikt te kunnen krijgen. Indien een student is geslaagd voor het afstuderen, maar na de laatste zittingsdag van de periode waarin hij zijn afstudeerzitting heeft gedaan nog studiepunten voor één of meer cursussen moet halen, dan moet hij het diploma aanvragen via de site van de examencommissie zodra wel alle studiepunten zijn gehaald. Het diploma kan dan, na ontvangst van een afhaalbericht, bij de balie van het onderwijsbureau worden opgehaald. Ook kan de student ervoor kiezen om het diploma bij de eerstvolgende diplomauitreiking af te halen. Hij dient daarvoor contact op te nemen met de afstudeercoördinator.
6.4
Duo-opdrachten
Een duo-opdracht is niet per definitie onmogelijk en wordt bij uitzondering toegestaan. Dit kan bv. het geval zijn wanneer de opdracht niet kan worden gesplitst in twee afzonderlijke opdrachten. Voorwaarde blijft altijd dat de inbreng van de individuele student duidelijk herkenbaar en toetsbaar blijft. Vanzelfsprekend moeten omvang en complexiteit zodanig zijn dat uitvoering door twee afstudeerders gerechtvaardigd is. Als een van de twee studenten van het duo niet voldoet aan de regels van 6.2, kan de duo-opdracht in principe geen doorgang vinden. In geval van een duo-opdracht, dienen beide studenten hetzelfde afstudeervoorstel in via het CRM. In het voorstel dient duidelijk te worden aangegeven dat het gaat om een duo-opdracht en dient te worden vermeld met welke collega-student de opdracht zal worden uitgevoerd. Het duo kan gezamenlijk een plan van aanpak indienen waarin wordt aangegeven wie voor welk deel van het afstudeerwerk verantwoordelijk zal zijn. Beide studenten leveren een scriptie in die voor het grootste deel zelf is geschreven en waarin helder wordt wat de inbreng is van de student in het afstudeerwerk. Het is toegestaan om, met vermelding, een aantal gemeenschappelijke delen op te nemen zoals de inleiding, de context, de kwestie, de opdrachtomschrijving, de doelstellingen en de verantwoordelijkheden (zie inhoud scriptie). De andere delen van de scriptie, ook voor delen van het afstudeerwerk waarvoor het duo gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft, worden door iedere student in eigen woorden beschreven.
-14-
De afstudeerzittingen van een duo zullen aansluitend worden ingeroosterd zodat, indien gewenst, een gemeenschappelijke presentatie kan worden gegeven. Het resterende deel van de afstudeerzitting wordt voor beide studenten afzonderlijk gehouden.
6.4
Afstuderen bij een eigen bedrijf
Een student mag in principe afstuderen bij zijn eigen bedrijf (de student is de eigenaar), onder de voorwaarde dat hij wordt begeleid door een onafhankelijke (externe) begeleider met kennis op minimaal HBO-niveau. Hiervoor kan de student b.v. contact opnemen met StudentsInc om te informeren of daar iemand is om als begeleider op te treden. Indien dat niet het geval is, zal hij in zijn eigen netwerk moeten zoeken naar een geschikte onafhankelijke begeleider. De geschiktheid van deze begeleider wordt vastgesteld door de afstudeercommissie.
-15-
7.
Het voorstel voor een afstudeerproject en het plan van aanpak
Ieder afstudeerproject moet worden goedgekeurd. Het proces van goedkeuring bestaat uit twee stappen: De eerste stap is het schrijven en indienen van een afstudeervoorstel. De goedkeuring van het afstudeervoorstel is tevens de voorlopige goedkeuring van het afstudeerproject. Nadat de afstudeercoördinator het groene licht heeft gegeven begint de tweede stap, het opstellen van een plan van aanpak. Dit krijgt na goedkeuring van de docentbegeleider de status van afstudeercontract. Pas als de docentbegeleider dit contract heeft getekend, is het afstudeerproject definitief goedgekeurd.
7.1.
Het afstudeervoorstel
De student dient een afstudeervoorstel in dat een zodanige beschrijving geeft van het afstudeerproject dat de afstudeercommissie zich een goed beeld kan vormen van de opdracht, de omgeving waarin de opdracht moet worden uitgevoerd en de kennis en vaardigheden die de student daarvoor nodig heeft. De ervaring leert dat vaak meer dan een gesprek met de beoogde bedrijfsbegeleider nodig is om alle informatie over het afstudeerproject boven tafel te krijgen die nodig is om een goed afstudeervoorstel te kunnen schrijven. Dit kan voorkomen dat de afstudeercommissie het voorstel (in eerste instantie) afkeurt. Het afstudeervoorstel dient te worden opgebouwd volgens de structuur die is beschreven in H7 (of 8) van het boek [5] Leren communiceren van Steehouder . Het afstudeervoorstel moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:
een voorblad met de naam van de student en het studentnummer en, in geval van een duo-opdracht, de naam en het studentnummer van de medestudent, de naam van het bedrijf; een inleiding (wat is de kern/onderwerp dat in het document aan de orde komt) ; de context waarbinnen het afstudeerproject zal plaatsvinden, d.w.z: een beschrijving van de organisatie/afdeling waar de opdracht wordt uitgevoerd; de positie/taken/verantwoordelijkheden van de student binnen de organisatie; de relatie van het afstudeerproject met eventuele andere projecten; een kernachtige formulering van de verstrekte afstudeeropdracht en, indien die onderdeel uitmaakt van een groter project, een afbakening t.o.v. het grotere project; de kwestie (aanleiding, het op te lossen probleem, de te vervullen behoefte of de te benutten kans); de doelstelling van de opdracht het soort opdracht (product-, ontwerp-/advies- of onderzoeksopdracht); de producten die naar verwachting worden opgeleverd; de globale aanpak en de te gebruiken (onderzoeks)methoden; concept versie van de hoofdvraag: een samenvattende vraag die zicht geeft op de kwestie, het gewenste eindresultaat, de centrale begrippen en de te gebruiken methodiek; theoretisch kader dat vereist is om de opdracht uit te kunnen voeren; bijvoorbeeld door het opnemen van een voorlopige lijst met (te bestuderen) literatuur; een aantal inhoudelijk trefwoorden/begrippen waarmee de opdracht wordt gekarakteriseerd; b.v: inrichten dienstverlening, netwerkarchitectuur, security, pakketselectie, ITIL of: projectmanagementapplicatie, advies, functioneel ontwerp, CMS, ASP.NET; de relatie van de opdracht met de hoofdfase van de studie (waarom past de opdracht bij de studie van de student); [6] een onderbouwing dat de beoogde bedrijfsbegeleider(s) in staat is om de student inhoudelijk op minimaal HBO-niveau te begeleiden (moet duidelijk worden uit een gesprek van de student met de bedrijfsbegeleider); een beschrijving van andere betrokkenen en hun relatie tot de opdracht; de bedrijfs-/persoonsgegevens (d.w.z. naam, e-mailadres, telefoonnummer van betrokkenen). indien beschikbaar dient het LinkedIn-account van de bedrijfsbegeleider te worden vermeld; een globale planning; risico’s die het slagen van de opdracht mogelijk in gevaar brengen. (behalve ziekte/uitval student of opdrachtgever); eventuele vertrouwelijkheids- en geheimhoudingsaspecten; mogelijke ethische afwegingen; de belangrijkste persoonlijke uitdagingen op het gebied van professional skills (de kwestie, inhoudelijk, onderzoek, de samenwerking, organisatorisch).
Het afstudeervoorstel dient te worden ingediend via het webformulier van het CRM.
5
6
Leren Communiceren, Steehouder c.s, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-54702-8 (of EAN 9789001788926) Hoofdstuk 7 (of 8 nieuwste druk) heeft betrekking op het maken van een rapport/scriptie. De student moet zelf iemand (bijvoorbeeld chef of opdrachtgever) benaderen en bereid vinden om als bedrijfsbegeleider op te treden. De student dient zich ervan te overtuigen dat de beoogde bedrijfsbegeleider hem adequaat kan begeleiden.
-16-
De afstudeercommissie van de opleiding van de student zal binnen 15 werkdagen (exclusief vakantiedagen) na het indienen van het voorstel reageren. De afstudeercommissie probeert zich aan de hand van het afstudeervoorstel een beeld te vormen van de werkzaamheden die de student zal gaan uitvoeren. Het voorstel wordt beoordeeld op de volgende twee hoofdaspecten, waarbij de criteria worden gehanteerd die zijn beschreven in bijlage 6.1:
opzet en beschrijving van het afstudeervoorstel;
aard, niveau en haalbaarheid van het afstudeervoorstel.
Naar aanleiding van de beoordeling kunnen zich vijf situaties voordoen: 1. Het voorstel wordt goedgekeurd. 2. Het voorstel wordt teruggegeven aan de student met het verzoek de aangegeven punten te verduidelijken, aan te vullen etc. In dit geval is het oordeel van de commissie dat de opdracht perspectieven biedt. 3. Het voorstel bevat nog zoveel onduidelijkheden dat een gesprek met de student noodzakelijk is om e.e.a. te verduidelijken en toe te lichten. Het aangepaste voorstel wordt daarna opnieuw ingediend (of de conclusie kan zijn dat het project geen perspectieven biedt). 4. Het voorstel is onvoldoende maar kan wellicht worden uitgebreid of verdiept. 5. Het voorstel wordt afgewezen omdat het onvoldoende perspectieven biedt. De student moet een andere opdracht zoeken.
7.2
De start van het afstudeerproject
Zoals al gezegd, mondt deze eerste stap in de goedkeuring van het afstudeerproject uit in een door de afstudeercommissie goedgekeurd afstudeervoorstel. De student krijgt daarna via de afstudeercoördinator een docentbegeleider toegewezen (zie H8) en krijgt daarmee het groene licht om met het project te starten. Om in een bepaalde periode te mogen starten met afstuderen, dient de student ervoor te zorgen dat hij tijdig (zie de deadlines in bijlage 7) in het bezit is van een goedgekeurd afstudeervoorstel. Nadat de afstudeercommissie het afstudeervoorstel heeft goedgekeurd, dient de student te wachten op een bericht van de afstudeercoördinator. In dit bericht wordt de docentbegeleider toegewezen en is het tijdstip vermeld waarop de scriptie moet zijn ingeleverd. Dit tijdstip bepaalt de periode (zie bijlage 7) waarin de student afstudeert en waarin de afstudeerzitting is gepland. Na de toewijzing van de docentbegeleider verloopt de communicatie over het afstudeerproject via de docentbegeleider. Bij eventuele problemen t.a.v. het afstuderen is de afstudeercoördinator het eerste aanspreekpunt.
7.3.
Het plan van aanpak
Het feit dat het afstudeervoorstel door de afstudeercommissie is goedgekeurd, wil nog niet zeggen dat dit ook automatisch leidt tot een goed(gekeurd) afstudeerproject. Daarvoor bevat het voorstel in dat stadium nog teveel onzekerheden. Bovendien moet de docentbegeleider er nog zijn ‘licht over laten schijnen’ en moet deze de ruimte krijgen om het afstudeervoorstel nog zodanig aan te laten passen dat het zijn goedkeuring kan wegdragen. In geval van twijfel raadpleegt de docentbegeleider de eerste examinator. Pas als de docentbegeleider het afstudeercontract heeft getekend, is het afstudeerproject definitief goedgekeurd. De onzekerheden in het goedgekeurde afstudeervoorstel moeten in de eerste maand na de start van het project worden weggenomen. In goed overleg met de docentbegeleider en de bedrijfsbegeleider moet de student na circa zes weken een plan van aanpak inleveren (zie de kalender op de Afstudeersite voor de uiterste inleverdatum). Opm:
De student wordt geadviseerd om voor de opzet van het plan van aanpak, indien dat door zijn opleiding ter beschikking is gesteld, gebruik te maken van een passend template.
Het plan van aanpak dient te worden opgebouwd volgens de structuur die is beschreven in H7 (of 8) van het boek [7] Leren communiceren van Steehouder . Mocht tijdens de uitvoering van het afstudeerproject blijken dat het plan van aanpak moet worden aangepast, dan is dit in overleg met de bedrijfs- en docentbegeleider mogelijk, mits het niet een geheel andere opdracht wordt. Voorts dienen de aanpassingen te worden beschreven en gemotiveerd in de scriptie.
7
Leren Communiceren, Steehouder c.s, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-54702-8 (of EAN 9789001788926) Hoofdstuk 7 (of 8 nieuwste druk) heeft betrekking op het maken van een rapport/scriptie.
-17-
Het plan van aanpak moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:
een titelblad met de titel van de afstudeeropdracht, naam van de afstudeerder en het studentnummer en, in geval van een duo-opdracht, de naam en het studentnummer van de medestudent, naam van het bedrijf; de aanleiding tot de opdracht; een beknopte context (beschrijving van de organisatie van de opdrachtgever en de plaats van de student daarin); een kwestie (aanleiding, het op te lossen probleem, de te vervullen behoefte of de te benutten kans); de doelstellingen (wat moet na afloop van het afstudeerproject zijn bereikt); het type opdracht; de onderzoeksvragen, hoofdvraag met daaruit voortvloeiende deelvragen die moeten worden beantwoord; een beschrijving van de belangrijkste literatuur die onderzocht zal worden (optioneel); de op te leveren producten met kwaliteitscriteria; de te gebruiken methoden/technieken/middelen (ook van het onderzoek) en, indien van toepassing, de methode van kwaliteitsbewaking, zoals bv. testen; deelvragen voorkomend uit de gekozen ontwerpmethode (optioneel); de afstudeeropdracht met mogelijke deelopdrachten, met vermelding van de projectgrenzen en randvoorwaarden en, indien het afstudeerproject onderdeel uitmaakt van een groter project, de afbakening t.o.v. het grotere project; de projectorganisatie; de projectactiviteiten met een beschrijving van de onderlinge samenhang, de mijlpalen en een fasering in de tijd met een schatting van de te besteden uren voor de verschillende uit te voeren activiteiten; de eventuele risico’s met maatregelen; twee data voor het inleveren van concepten van de scriptie (circa 2 maanden resp. 3 weken voor de inleverdatum van de definitieve versie van de scriptie); de bedrijfs-/persoonsgegevens (d.w.z. naam, e-mailadres, telefoonnummer van alle betrokkenen); de bronvermeldingen (literatuur, manuals, websites, andere bronnen) volgens APA-richtlijnen.
De docenbegeleider zal aan de hand van het plan van aanpak vaststellen of hij het beschreven afstudeerproject haalbaar vindt en of het van voldoende niveau is. Het plan van aanpak wordt beoordeeld op de volgende twee hoofdaspecten, waarbij de criteria worden gehanteerd die zijn beschreven in bijlage 6.2:
opzet en beschrijving van het plan van aanpak;
aard, niveau en haalbaarheid van het plan van aanpak.
De bevindingen van de docentbegeleider worden vastgelegd in een Goedkeuringsformulier plan van aanpak afstudeeropdracht ICT (zie bijlage 2). Dit formulier wordt door de docentbegeleider per e-mail toegestuurd aan de student. Indien het plan van aanpak wordt afgekeurd (een of meer aspecten op het goedkeuringsformulier zijn onvoldoende), dan dient de student het aan te passen op de punten die door de docentbegeleider zijn aan gegeven. In sommige gevallen kunnen enkele iteraties nodig zijn om tot een goedgekeurd plan van aanpak te komen. In het geval goedkeuring (alle aspecten op het goedkeuringsformulier zijn voldoende) is verleend, kan de student het afstudeercontract opmaken, laten ondertekenen en inleveren. Het niet tijdig inleveren (zie de data in bijlage 7) van het plan van aanpak betekent dat de student in principe is gezakt voor zijn afstuderen.
7.4
Het afstudeercontract
Het plan van aanpak is onderdeel van het afstudeercontract. Dit contract bestaat uit:
het formulier Contract afstudeeropdracht (zie bijlage 3), voorzien van alle handtekeningen. Dit formulier dient als vast onderdeel te zijn opgenomen in het plan van aanpak, waarin de opmerkingen en aanwijzingen van de afstudeercommissie, de docent- en de bedrijfsbegeleider zijn verwerkt.
Het afstudeercontract wordt in viervoud opgemaakt. Het contract wordt ondertekend door de student, zijn bedrijfsbegeleider en zijn docentbegeleider. Door het tekenen van het contract afstudeeropdracht verklaren de student, het bedrijf en de hogeschool akkoord te gaan met de inhoud van het plan van aanpak. Tevens verklaart de bedrijfsbegeleider hiermee dat hij/zij, en de eventuele mede-begeleiders, de vereiste kennis op minimaal HBO-niveau bezitten om te opdracht te kunnen begeleiden. De student, zijn bedrijfsbegeleider en zijn docentbegeleider behouden ieder een exemplaar. Het resterende exemplaar levert de student in hard copy in bij de afstudeeradministratie (verzenden per post kan ook, mits het is ondertekend en duidelijk is aangegeven dat het is bestemd voor de afstudeeradministratie van ICT). De student is verantwoordelijk voor het verkrijgen van de handtekeningen. Het contract met het plan van aanpak is van belang bij de afstudeerzitting; aan de hierin geformuleerde opdracht zal het eindresultaat worden getoetst.
-18-
8.
De uitvoering en de begeleiding van het afstudeerproject
Van de zijde van de hogeschool wordt door de afstudeercoördinator, nadat het afstudeervoorstel is goedgekeurd door de afstudeercommissie, de periode vastgesteld waarin de student zijn afstudeerproject kan uitvoeren en een docentbegeleider aan de student toegewezen. Zodra de student hiervan op de hoogte is gesteld, neemt hij contact op met de docentbegeleider. De docentbegeleider begeleidt de student tijdens het afstuderen. Voor een doeltreffende begeleiding zal regelmatig contact tussen docentbegeleider en student nodig zijn om te communiceren over de voortgang van het afstudeerproject, zijn vorderingen met de op te leveren producten en de inhoud van de op te leveren documenten. De student is verantwoordelijk voor het tot stand komen van de contactmomenten. De docentbegeleider heeft ook de taak om de twee concept-scripties te reviewen die de student op de in het plan van aanpak genoemde data zal aanleveren. De docentbegeleider dient zijn bevindingen uiterlijk 7 werkdagen na aanlevering van een concept-scriptie aan de student te melden. Met de begeleiding van de zijde van school wordt er vanuit gegaan, dat het afstudeerproject in één afstudeerperiode wordt uitgevoerd. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een verzoek daarvoor moet worden ingediend bij de examencommissie. Naast de begeleiding vanuit de hogeschool, is er de begeleiding vanuit het bedrijf. Het is de taak van de bedrijfsbegeleider om de student wegwijs te maken binnen de organisatie, de student tijdens het afstudeertraject (inhoudelijk) te ondersteunen en aan het einde van het project te beoordelen. Behalve dat de afstudeercoördinator een docentbegeleider toewijst, die ook de rol van tweede examinator vervult, wordt ook een eerste examinator toegewezen. Examinatoren zijn docenten waarvan de benoeming tot examinator is geaccordeerd door de examencommissie. Indien de docentbegeleider geen benoemde examinator is, wordt een andere docent - een benoemde examinator toegewezen als tweede examinator. De docentbegeleider is aanwezig bij de afstudeerzitting en moet door de examinatoren om een beoordelingsadvies worden gevraagd.
-19-
9.
De scriptie
Een belangrijk product dat moet worden opgeleverd aan het einde van het afstudeerproject is de scriptie. In dit document dient het afstudeerproject in al zijn facetten te worden beschreven, geanalyseerd en verantwoord. Dit hoofdstuk beschrijft wat de inhoud van de scriptie moet zijn en hoe deze moet worden ingeleverd.
9.1
Inhoud scriptie
Het uiteindelijke afstudeerverslag (de scriptie) dient goed gestructureerd van opzet te zijn en te zijn geschreven in correct Nederlands of Engels. De scriptie dient te worden opgebouwd volgens de structuur die is beschreven in H7 [8] (of 8) van het boek Leren communiceren van Steehouder . De scriptie dient de onderwerpen te bevatten die zijn beschreven bij het criterium Volledig van het object Communicatieve verzorging scriptie in deel 5, Verantwoording en evaluatie van het Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ICT. Onderwerpen die zijn aangeduid als optioneel, hoeven alleen aanwezig te zijn als ze van toepassing zijn. Het op beperkte schaal (d.w.z. enige regels) overnemen van teksten van derden in de scriptie is toegestaan, mits de bronnen worden vermeld. Het zonder bronvermelding overnemen van teksten wordt beschouwd als een onregelmatigheid (zie Plagiaat). Gevallen van vermoedelijke onregelmatigheid worden aan de examencommissie voorgelegd. Deze kan besluiten om een sanctie op te leggen (zie art. 38.1 van de OER). De scriptie dient gelezen en begrepen te kunnen worden door lezers met minimaal een HBO-ICT achtergrond, zonder dat het lezen van de bijlagen noodzakelijk is. Er dient zoveel mogelijk een zinvol gebruik gemaakt te worden van schema's, figuren en grafieken. Het doel hiervan is ellenlange teksten te vermijden waardoor de leesbaarheid en inzichtelijkheid verhoogd worden. De omvang van de scriptie zal doorgaans tussen de 30 en 50 pagina's bedragen (exclusief bijlagen). Een aantal van 50 pagina’s (exclusief bijlagen) is het maximum. De beoordeling van de scriptie vindt plaats op basis van de criteria die zijn beschreven in het Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ICT (zie bijlage 6), in het bijzonder aspect 5, verantwoording en evaluatie.
9.2
Inlevering van de scriptie
In de e-mail voor toewijzing van de docentbegeleider is aangegeven op welk tijdstip de scriptie ingeleverd moet zijn. Dit tijdstip valt enkele weken voor de afstudeerzitting. Voor de exacte data van de afstudeerzittingen wordt verwezen naar de Afstudeersite of het jaarrooster. In het algemeen wordt geen uitstel verleend voor het inleveren van de scriptie of voor het deelnemen aan de afstudeerzitting. Mocht door bijzondere omstandigheden (zie artikel 34 lid 6 van de OER) uitstel noodzakelijk zijn, dan kan de student uitstel aanvragen bij de examencommissie. In een dergelijk geval kan de student, na overleg met zijn bedrijfs- en docentbegeleider, via de Sharepoint-site van de examencommissie een gemotiveerd verzoek indienen. De examencommissie zal, na raadpleging van de docentbegeleider en/of decaan, een beslissing nemen over het wel of niet verlenen van het uitstel. In alle overige gevallen waarin de student de scriptie niet, of niet tijdig heeft ingeleverd, of besluit niet deel te nemen aan de afstudeerzitting, is de student gezakt en beslist de examencommissie over het vervolg van het afstudeertraject. De scriptie, met bijlagen, dient als volgt te worden ingeleverd: 1) Op papier, in drievoud, bij de afstudeeradministratie; 2) In PDF-formaat, op CDROM of DVD bij de afstudeeradministratie; 3) In PDF-formaat te uploaden naar HBO Kennisbank. Bij het inleveren van de scripties dient een screendump als bewijs van uploaden te worden ingeleverd. 4) In PDF-formaat per e-mail toe te zenden aan de eerste examinator, voor het uitvoeren van een plagiaatcontrole. Het onderwijsbureau zorgt voor de verspreiding van de papieren scripties onder de examinatoren en CvT-leden. De student overhandigt zelf een exemplaar aan de bedrijfsbegeleider.
8
Leren Communiceren, Steehouder c.s, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-54702-8 (of EAN 9789001788926) Hoofdstuk 7 (of 8 nieuwste druk) heeft betrekking op het maken van een rapport/scriptie.
-20-
Opmerkingen 1. 2. 3.
4.
9.3
De scriptie moet zijn ingebonden, maar in verband met de verzending per post naar CvT-leden, mag geen ordner of map met een harde kaft worden gebruikt. Indien is ingestemd met geheimhouding (zie H13), wordt op het voorblad van de scriptie aangegeven dat deze vertrouwelijk is. In geval van geheimhouding worden er ook drie papieren exemplaren ingeleverd. Deze exemplaren zullen na de afstudeerzitting aan de student worden teruggegeven. De student dient tevens een digitale versie, in PDFformaat, van de scriptie op CDROM of DVD in te leveren. Deze wordt bewaard in het archief van de school en na de wettelijke bewaartermijn van 2 jaar vernietigd. De scriptie moet, indien deze valt onder geheimhouding, niet worden geupload naar HBO Kennisbank.
Plagiaat
Fraudepreventie is een belangrijk onderdeel van het toetsbeleid. Immers, frauduleus handelen kan direct leiden tot onterechte positieve beoordelingen. Daarom zal een systematische controle van de afstudeerscriptie op plagiaat plaatsvinden.
9.3.1
Definitie plagiaat
Plagiaat is het meer dan incidenteel, en met het redelijk vermoeden van opzet doen van: 1. Het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen, internet en gedrukt materiaal zonder aanhalingstekens en verwijzing. 2. Het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing. 3. Het opnemen in de scriptie van een parafrase van bovengenoemde teksten zonder verwijzing. Let op dat een parafrase nooit mag bestaan uit het louter vervangen van enkele woorden door synoniemen. 4. Het gebruiken van foto’s, video’s of geluidsfragmenten zonder toestemming en verwijzing. 5. Het overnemen van werk van andere studenten en dit door laten gaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student zijn beiden schuldig aan plagiaat. 6. Het zonder uitdrukkelijke toestemming van de docent indienen van essays of werkstukken die al in een andere cursus zijn gebruikt. 7. Eerder eigen werk gebruiken als basis voor een nieuw werkstuk zonder naar het oorspronkelijke werk te verwijzen. 8. Het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. Van verwijtbaar plagiaat is sprake als bovenstaande meer dan incidenteel voorkomt. Het is ter beoordeling aan de eerste examinator of er sprake is van een vermoeden tot plagiaat. Een vermoeden van plagiaat dient te worden gemeld aan de examencommissie die een definitief oordeel uitspreekt.
-21-
9.3.2
Ephorus
De Hogeschool Utrecht maakt gebruik van Ephorus (zie: www.ephorus.com) om te controleren op plagiaat. Ephorus vergelijkt het ingeleverde werk met bronnen op het internet en eerder ingeleverd werk. De tool detecteert hierbij overeenkomsten, maar doet geen uitspraak over (een vermoeden van) plagiaat. Op basis van de vergelijking komt Ephorus met een rapportage. Hierin staat o.a. het percentage aan tekst dat in andere bronnen gevonden is (potentieel plagiaat) en de bron waarin dat gevonden is. Het vergt dan wel een analyse van de resultaten voordat “(een vermoeden van) plagiaat” kan worden geconcludeerd. Studenten kunnen niet zelf hun scriptie uploaden naar Ephorus en controleren op plagiaat. Dit dient te gebeuren door de eerste examinotor. Deze is ook verantwoordelijk voor het interpreteren van de rapportage die Ephorus levert. De student is verantwoordelijk voor het tijdig per e-mail inleveren van zijn scriptie in PDF-formaat.
9.3.3
Criteria & procedure
Ephorus geeft een plagiaat-score af (0-100%), afhankelijk van de gevonden overeenkomsten tussen het ingeleverde werk en geraadpleegde bronnen. Ephorus zelf stelt geen (mogelijk) plagiaat vast: dat is een inhoudelijk waardeoordeel dat voorbehouden is aan de eerste examinator. De procedure is als volgt:
Ephorus-score
Eerste examinator
Examencommissie
<10%
In principe geen aanleiding tot nader plagiaatonderzoek, tenzij er andere omstandigheden zijn die plagiaat doen vermoeden.
Geen rol, tenzij de eerste examinator na onderzoek een vermoeden van plagiaat heeft, schakelt hij de examencommissie in.
>=10%
Onderzoek door eerste examinator naar de basis van de score.
Indien de eerste examinator na onderzoek een vermoeden van plagiaat heeft, schakelt hij de examencommissie in.
Het onderzoek van de eerste examinator bestaat uit het verifiëren van de bevindingen van Ephorus en het vergelijken daarvan met de definitie van plagiaat. Indien de eerste examinator oordeelt dat er (mogelijk) sprake is van plagiaat stelt hij een aanbeveling op en stuurt deze door naar de examencommissie voor verdere definitieve besluitvorming en mogelijke sanctionering. Hierbij is artikel 38 uit de Onderwijs- en Examenregeling (zie OER) van toepassing.
9.3.4
Privacy en geheimhouding
Iedere Ephorus klant (onderwijsinstelling) krijgt een eigen database waar al hun documenten en rapportages in worden geplaatst . De klant is en blijft altijd eigenaar van die database, alle documenten, alle rapportages, alle persoonsgegevens en alle eventuele andere gegevens in die database. Ephorus geeft nooit gegevens door aan een derde partij, tenzij daar nadrukkelijk en schriftelijk toestemming voor is gegeven door de klant. Gegevens betreffen hier documenten, rapportages, persoonsgegevens en alle andere eventuele data in de database van de klant. Voor vertrouwelijke documenten bestaat de optie om ze als “vertrouwelijk” te uploaden. Vertrouwelijk betekent dat het document als “onzichtbaar” wordt gemarkeerd. Daarmee wordt het document niet gebruikt als bronmateriaal voor plagiaatscans en kan het document dus nooit getoond worden of toegankelijk zijn via rapportages of andere wegen. De e-mail met de digitale versie van een vertrouwelijke scriptie wordt door de eerste examinator na de plagiaatcontrole gewist.
-22-
10.
De afstudeerzitting
Het afstudeerproject wordt afgesloten met een afstudeerzitting waar de student zijn afstudeerwerk presenteert en bediscussieert met de examinatoren. Voor de deelname aan een afstudeerzitting moet de kandidaat in het bezit zijn van zijn P-diploma en is tijdige inschrijving, via Osiris, voor de cursus Afstuderen, code TICT-AFSTUD-12, vereist. Indien de student niet in het bezit is van het P-diploma en/of niet is ingeschreven in Osiris, mag de student niet deelnemen aan een afstudeerzitting. Een aantal weken voordat de afstudeerzitting plaatsvindt wordt het rooster van de afstudeerzittingen gepubliceerd. Indien de bedrijfsbegeleider op bepaalde tijden gedurende de periode van de afstudeerzittingen niet beschikbaar is, wordt de student verzocht dit zo spoedig mogelijk na de start van het afstudeerproject per e-mail te melden bij de afstudeeradministratie. De afstudeerzitting bestaat uit vier onderdelen, te weten een presentatie, een discussie, een beoordeling en het bekend maken van de uitslag. De presentatie mag maximaal 20 minuten duren. De kandidaat krijgt hierbij de gelegenheid zijn resultaten te presenteren en toe te lichten. De precieze inhoud van de presentatie wordt door de student zelf bepaald. Deze presentatie is openbaar, tenzij sprake is van geheimhouding (zie H13). Na de presentatie volgt, in een besloten zitting, een discussie van ca. 20 minuten, waarin aan de hand van vragen van de examinatoren, en mogelijk van het CvT-lid en de bedrijfsbegeleider, met de afstudeerder wordt gediscussieerd over allerlei zaken rond het afstudeerproject. Daarna bespreken de examinatoren in het bijzijn van het lid van het CvT en (indien aanwezig) de bedrijfsbegleider, en in afwezigheid van de student, de beoordeling. Vervolgens wordt de uitslag aan de student bekend gemaakt, waarbij de toegekende cijfers voor de verschillende aspecten worden gemotiveerd. Tijdens de afstudeerzitting zijn in principe aanwezig: De eerste examinator Hij is de voorzitter van de afstudeerzitting en neemt het voortouw bij de beoordeling van de aanpak, de uitvoering, het beroepsproduct, de afstudeerscriptie, de presentatie en de discussie tijdens de afstudeerzitting. De docentbegeleider Deze is de tweede examinator; hij beoordeelt mede de uitvoering, het beroepsproduct, de scriptie, de presentatie en de discussie tijdens de afstudeerzitting. Indien de docentbegeleider geen door de opleiding benoemde examinator is, wordt een derde persoon - een door de opleiding benoemde examinator aangewezen als tweede examinator. In dit laatste geval is de docentbegeleider als adviseur aanwezig bij de afstudeerzitting. Een lid van het College van Toezicht (CvT) Deze heeft primair een controlerende en kwaliteitsbewakende functie en geeft desgevraagd advies over de beoordeling van de student. De eerste examinator kan het CvT-lid de gelegenheid geven tot het stellen van vragen. De aanwezigheid van een CvT-lid is vereist. De bedrijfsbegeleider Het is wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de bedrijfsbegeleider bij de afstudeerzitting aanwezig is. Deze geeft desgevraagd advies over de beoordeling van de student (een schriftelijke beoordeling heeft de bedrijfsbegeleider al gegeven; zie ook H11). In gevallen van onverwachte afwezigheid (door ziekte of andere onvoorziene omstandigheden) van een van de examinatoren of het CvT-lid, probeert de afstudeercoördinator een vervanger te vinden, mits daarvoor nog voldoende tijd is. Indien dat niet lukt, zal de zitting worden afgelast en op een later moment, mogelijk pas tijdens de afstudeerzittingen van de volgende afstudeerperiode, plaatsvinden.
-23-
11.
De beoordeling
De bedrijfsbegeleider rapporteert, voorafgaand aan de afstudeerzitting, schriftelijk over de afstudeerperiode. Dit houdt in dat de bedrijfsbegeleider een oordeel geeft over de wijze waarop de student het afstudeerproject heeft uitgevoerd. De beoordeling door de bedrijfsbegeleider wordt gegeven op een speciaal voor dit doel bestemd formulier (zie bijlage 4). De student is ervoor verantwoordelijk dat een getekende papieren versie van de beoordeling van de bedrijfsbegeleider tegelijk met de scriptie bij de afstudeeradministratie wordt ingeleverd. Tevens dient een digitale versie van de bedrijfsbeoordeling per e-mail te worden toegestuurd aan de beide examinatoren. De eerste en tweede examinator dienen uiterlijk drie werkdagen voor de zitting de scriptie te beoordelen. Indien zij tot de conclusie komen dat het uitgesloten is dat de scriptie ter zitting met een voldoende wordt beoordeeld, kan worden besloten de zitting af te gelasten en is de kandidaat gezakt. In dat geval wordt in Osiris het onvoldoende cijfer voor de scriptie genoteerd. De afgelasting wordt in principe uiterlijk drie werkdagen voorafgaand aan de afstudeerzitting aan de kandidaat kenbaar gemaakt. Het doorgaan van een afstudeerzitting is echter geen garantie dat de scriptie met een voldoende beoordeeld zal worden of dat de kandidaat is geslaagd. Indien de examinatoren twijfelen of de kandidaat zal slagen, dan kunnen ze hem tot uiterlijk drie werkdagen voor de zitting adviseren zich terug te trekken. Een kandidaat die zich terugtrekt is gezakt. In dat geval wordt in Osiris het laagste cijfer voor de beoordeelde aspecten genoteerd. De afstudeerzitting vindt plaats onder toezicht van een lid van het College van Toezicht. De eerste examinator doet een cijfervoorstel voor de verschillende beoordelingsaspecten (zie bijlage 5) van het afstudeerproject en bespreekt dit met de tweede examinator. Zowel aan het lid van het College van Toezicht, als aan de bedrijfsbegeleider kan advies worden gevraagd. De eerste en tweede examinator bepalen uiteindelijk het cijfer. De beoordeling vindt plaats op basis van de criteria beschreven in het Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ICT (zie bijlage 6). De beoordelingsaspecten en deelaspecten die een rol spelen bij de beoordeling van het afstudeerproject zijn: A. Aanpak De kwaliteit van het plan van aanpak; probleemstelling, doel, onderzoeksvraag (hoofdvraag) onderscheiden van deelproducten en deelvragen Keuze van methoden en technieken; ontwerp-/onderzoeksmethoden Keuze literatuuronderzoek (optioneel); De planmatige opzet van het project; Mate waarin opdrachtgever/gebruikers/begeleiders zijn betrokken bij het opstellen van het plan van aanpak. B. Uitvoering (wordt o.a. beoordeeld op basis van de inhoud van de scriptie) Vakkundig, logisch, controleerbaar en creatief toepassen van methoden en technieken; Onderbouwd en methodisch beantwoorden van onderzoeksvragen (hoofd- en deelvragen); Samenwerking met opdrachtgever / klant, collega’s en begeleiders; Gewerkt volgens het plan van aanpak en indien nodig geëscaleerd en gemotiveerd. C. Opgeleverde eindresultaten Opgeleverd volgens kwaliteitscriteria geformuleerd in het plan van aanpak; Indien daar niet geformuleerd, denk aan: bruikbaarheid, onderhoudbaarheid, volledigheid, diepgang, kwaliteit code, kwaliteit documentatie. D. Scriptie (beoordeling van de vorm van de scriptie) Een logische opbouw; Heldere weergave van de onderdelen probleemstelling, opdracht, uitvoering, uitkomsten / resultaten, onderzoeksvragen (hoofd- en deelvragen), adviezen, aanbevelingen, managementsamenvatting; Onderbouwing keuzes, conclusies, aanbevelingen; Lay-out, leesbaarheid, literatuurlijst (aanwezig en adequaat); Correct taalgebruik; Evaluatie: retrospectie met eigen oordeel over het proces en de resultaten (verplichte bijlage bij scriptie). E. Presentatie Opbouw (ordening van hoofd- en bijzaken); Toegevoegde waarde in relatie tot de scriptie; Vormgeving presentatie en doelmatigheid van het gebruik van audiovisuele hulpmiddelen; Afstemming van de presentatie op het publiek (Wat is de boodschap en komt deze over?).
-24-
F. Discussie Lerende houding: verkennen van de gestelde vragen, tot inzicht komen, dialoog aangaan; Discussie naar aanleiding van vragen over: de aanpak van de opdracht; het plan van aanpak, de planning; de aanleiding en de context; de gebruikte methoden en technieken; het uitgevoerde onderzoek; de gemaakte (ontwerp)keuzes; het beroepsproduct; de evaluatie van het afstudeerwerk. De beoordelingscategorieën en bijbehorende cijfers zijn:
onvoldoende voldoende, maar geen bijzondere prestatie ruim voldoende, redelijk werk goed werk, bijzondere eigen inbreng van student uitstekend, met veel eigen ideeën en inzichten uitmuntend
1 5.5 6.5 7.5 8.5 9.5 -
5.4 6.4 7.4 8.4 9.4 10
afgerond 1, 2, 3, 4 of 5 6 7 8 9 10
Alle cijfers worden op het Proces-verbaal van de afstudeerzitting (zie bijlage 5) ingevuld. Het eindcijfer in één decimaal nauwkeurig. Op de cijferlijst bij het diploma wordt het afgeronde eindcijfer vermeld. De cijfers worden vastgesteld in afwezigheid van de student. Bij het beoordelingsproces worden de volgende wegingsfactoren gehanteerd: A. B. C. D. E. F.
Beoordelingsaspect Aanpak Uitvoering Opgeleverde eindresultaten Scriptie Presentatie Discussie
Voorwaarde:
Wegingsfactor 1 2 2 2 1 2
De deelcijfers voor de uitvoering en de scriptie moeten voldoende zijn (>=5.5)
Als het deelcijfer voor het aspect uitvoering of scriptie onvoldoende is, wordt als eindcijfer het laagste van de cijfers voor de aspecten uitvoering en scriptie genomen. De examinatoren en het lid van het CvT tekenen het proces-verbaal. Als de examinatoren geen overeenstemming bereiken over het deelcijfer voor een of meer beoordelingsaspecten, ook nadat zijn hiervoor een beoordelingsadvies van het CvT-lid en de mogelijk aanwezige bedrijfsbegeleider hebben gevraagd, dan worden de deelcijfers van de twee examinatoren voor die beoordelingsaspecten gemiddeld. In dit geval worden per beoordelingsaspect, behalve het gemiddelde deelcijfer, ook de deelcijfers die door elk van de twee examinatoren zijn toegekend op het proces-verbaal vastgelegd. De cijfers worden vervolgens aan de student medegedeeld en gemotiveerd. Daarna tekent de student het procesverbaal voor gezien, ook al is hij het niet eens met het cijfer. De student kan eventueel, op verzoek, na de afstudeerzitting een kopie laten maken van het proces-verbaal en na de zittingsdag een afspraak maken met de docentbegeleider voor het vragen om een nadere toelichting. Indien de student het niet eens is met de beoordeling kan hij een bezwaar indienen bij de examencommissie. Op het aparte formulier Rapportage College van Toezicht dat ter beschikking wordt gesteld aan het lid van het CvT, kan deze zijn of haar beoordeling en opmerkingen m.b.t. het verloop van de afstudeerzitting geven.
-25-
12.
Herkansing
Indien een afstudeerder niet slaagt, dat is wanneer:
aangevraagd uitstel voor inlevering van de scriptie of deelname aan de afstudeerzitting niet is verleend en niet tijdig een scriptie is ingeleverd; de afstudeerder niet tijdig een scriptie heeft ingeleverd; de afstudeerzitting door de eerste en tweede examinator is afgelast; de afstudeerder niet deelneemt aan de afstudeerzitting; het afstudeerproject tijdens de afstudeerzitting beoordeeld is met een onvoldoende, dan heeft hij eenmalig het recht op een herkansing om af te studeren op hetzelfde project. De student krijgt één herkansing voor het afstudeerproject in de eerstvolgende afstudeerperiode. Echter indien de eerstvolgende zittingen in augustus plaatsvinden, dan wordt de student in principe ingeroosterd voor de daaropvolgende periode (okt/nov). In de student dat wenst, kan bij de afstudeercoördinator een verzoek worden ingediend om in augustus mee te doen aan een afstudeerzitting. Voor deelname aan de herkansing moet de student zich opnieuw in Osiris inschrijven voor de cursus Afstuderen, code TICT-AFSTUD-12. Bij deelname in oktober/november dient de student zich in te schrijven voor het nieuwe studiejaar. Indien een student deelneemt aan een herkansing komen de deelcijfers die zijn toegekend bij de eerste afstudeerzitting te vervallen. Er moet altijd opnieuw een afstudeerzitting plaatsvinden waarbij alle aspecten opnieuw worden beoordeeld. Indien de student na de herkansing nog niet is geslaagd, moet een nieuwe afstudeeropdracht worden uitgevoerd. Alleen in bijzondere gevallen kunnen de examinatoren de examencommissie adviseren de student nog een extra kans te geven.
-26-
13.
Geheimhouding
Indien een bedrijf een afstudeeropdracht laat uitvoeren door een student, kan daarbij door het bedrijf om geheimhouding worden verzocht. Een gemotiveerd verzoek hiertoe dient door de student bij de start van het afstudeerproject per e-mail bij de afstudeercoördinator te worden ingediend. De datum waarop de school heeft ingestemd met het geheimhoudingsverzoek, dient te worden vermeld op het formulier Contract afstudeeropdracht (zie bijlage 3). Deze geheimhouding heeft de volgende consequenties: 1. Er dienen drie papieren exemplaren van de scriptie met bijlagen te worden ingeleverd en een digitale versie in PDF-formaat op een CDROM of DVD. De papieren exemplaren gaan na afloop van de afstudeerzitting terug naar het bedrijf. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de afstudeerder. De CDROM of DVD wordt, i.v.m. de archiveerplicht, in de kluis van de Hogeschool Utrecht bewaard en na de wettelijke bewaartermijn van 7 jaar vernietigd. De plicht tot het uploaden van een digitale versie van de scriptie naar HBO Kennisbank vervalt. 2. De presentatie is in beginsel niet openbaar. In overleg met het afstudeerbedrijf kan besloten worden dat toch publiek aanwezig mag zijn. 3. Bij de discussie zijn zoals gebruikelijk aanwezig: de eerste examinator, de tweede examinator, het lid van het CvT en de bedrijfsbegeleider. Ook de leden van de examencommissie hebben te allen tijde het recht om bij de discussie aanwezig te zijn. De kandidaat kan zich bij zo'n besloten bijeenkomst nimmer beroepen op geheimhoudingsplicht m.b.t. het beantwoorden van gestelde vragen. 4. Publicaties door de kandidaat en / of school mogen over dit type afstudeeropdrachten nimmer worden gedaan. 5. De geheimhouding mag geen belemmering zijn voor het afstuderen en / of de beoordeling van het afstudeerwerk. 6. De afstudeercommissie, de examinatoren, het lid van het CvT en eventueel aanwezige leden van de examencommissie zijn gebonden aan de geheimhouding. 7. De e-mail met de digitale versie van een vertrouwelijke scriptie wordt door de eerste examinator na de plagiaatcontrole gewist. 8. De gearchiveerde scriptie ligt gedurende de bewaartermijn ter inzage voor de examencommissie en instanties die betrokken zijn bij de audit en accreditatie van de opleiding. Indien een bedrijf zich niet kan verenigen met bovenstaande regels voor de scriptie, dan kan de opdracht niet worden geaccepteerd als afstudeeropdracht.
-27-
14.
Uitschrijven na het afstuderen
Wat moet je doen, wat betreft uitschrijving bij de HU en de studiefinanciering, zodra je ZEKER weet dat het resultaat van je laatste studie-activiteit leidt tot het diploma?
Als je tussen 1 september en 1 juni afstudeert, heb je recht op teruggave van een deel van het collegegeld. De datum op het diploma is bepalend voor het tijdstip vanaf wanneer je recht hebt op restitutie van e collegegeld (1/12 deel voor elke maand die je niet staat ingeschreven). Het betreft de datum van de laatste onderwijsverplichting dus niet de datum van de diplomauitreiking. Over de maanden juli en augustus wordt geen restitutie verleend. Voorbeeld: 31 januari is de datum op je diploma. Als je op 31 januari voor 24 .00 uur een verzoek indient e tot uitschrijving krijg je vanaf 1 februari je collegegeld terug (7/12 deel maanden febr. t/m aug.).
Een verzoek tot uitschrijving doe je via Studielink. In bovenstaand voorbeeld word je per 1 februari uitgeschreven en dan heb je per 1 februari ook geen recht meer op studiefinanciering en ook niet op het gebruik van je Studentenreisproduct! Kijk op de site van DUO voor verdere instructies hierover.
Indien je geen verzoek tot uitschrijving indient blijf je ingeschreven tot en met 31 augustus. Je studiefinanciering en gebruik Studentenreisproduct kun je dan ook tot die datum laten doorlopen (als je er nog recht op hebt, maximaal 4 jaar prestatiebeurs, daarna wordt het een lening die je sowieso moet terugbetalen).
Het beëindigen van je studiefinanciering en je Studentenreisproduct moet je zelf regelen via www.duo.nl en inloggen bij Mijn DUO of via een Servicekantoor van DUO (online een afspraak maken via de DUO site Klantenservice Contact). Het stopzetten van je Studentenreisproduct kan bij een ophaalautomaat.
Bovenstaande regels zijn onderhevig aan wijzigingen. Raadpleeg daarom ook de SharePoint site van Bureau Inschrijvingen.
N.B.
Aan bovenstaande regels kunnen geen rechten worden ontleend.
-28-
BIJLAGE 1
Goedkeuringsformulier afstudeervoorstel Institute for ICT Nijenoord 1, 3552 AS, UTRECHT
Datum : Naam student
:
Naam bedrijf
:
Opleiding
:
Lid afstudeercommissie Prof. skills
Variant: voltijd / deeltijd / duaal :
Aspecten
Oordeel Toelichting in termen van de VD/NVD kwaliteitscriteria
Creatief problemen oplossen
Benodigde kennis in relatie tot opleidingsprofiel is helder.
Leren & persoonlijke ontwikkeling
Planning & organisatie Ethiek
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Aanleiding kwestie evenals de kwestie zelf zijn kernachtig beschreven. Doelstelling van de opdracht is helder, richtinggevend en afgebakend. Er is zicht op globale aanpak en methoden. Aard van het eindresultaat is specifiek. Hoofdvraag is in concept aanwezig.
Analyse en informatieverwerking
Opzet en beschrijving
Voldoet aan ontvankelijkheidseisen
Opzet en niveau van de bedrijfsbegeleiding is helder. Rollen van andere betrokkenen zijn helder. Afstudeervoorstel is goed gecommuniceerd, volledig en verzorgd. Organisatorische context kernachtig beschreven. Risico’s en planning zijn kernachtig beschreven. Ethische ruimte is helder. Benodigde EC’s zijn behaald. Student beschrijft helder waarin de persoonlijke uitdaging van de opdracht zit.
-29-
VD/ NVD
Creatief problemen oplossen Analyse en informatieverwerking
Opdracht is inhoudelijk verankerd in theoretisch kader dat past binnen het opleidingsprofiel.
Actoren zijn in beeld en benaderbaar voor student. Begeleider voldoet aan criteria HBO niveau.
Planning & organisatie Ethiek
Opdracht is relevant, precies, functioneel en afgebakend op bachelor niveau.
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Aard, niveau en haalbaarheid
Voldoet aan opleidingsprofiel
De planning is haalbaar. De risico’s zijn hanteerbaar. Er is ruimte voor ethische afwegingen.
Studiestatus
Opdracht sluit aan bij de persoonlijke ontwikkeling van de student en bezit voldoende uitdaging. Algemene Opmerkingen:
-30-
BIJLAGE 2
Goedkeuringsformulier plan van aanpak Institute for ICT Nijenoord 1, 3552 AS, UTRECHT
Datum
:
Naam student
:
Naam bedrijf
:
Opleiding
:
Docentbegeleider
:
Prof. skills
Oordeel Toelichting in termen van de VD/NVD kwaliteitscriteria
Creatief problemen oplossen
Hoofdvraag, kwestie, doelstelling van de opdrachtgever, doelstelling van de opdracht, eindresultaten met criteria, (ontwerp)methode en deelresultaten.
Analyse en informatieverwerking
Theoretisch kader. Deelvragen met onderzoeksmethoden.
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Opzet en beschrijving
Initiatieven tot communicatie en samenwerking met opdrachtgever, opleiding en andere betrokkenen. Plan van aanpak is goed gecommuniceerd, volledig en verzorgd.
Planning & organisatie Ethiek
A
Aspecten
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Organisatorische context, planning, haalbaarheid, kwaliteitsbewaking, risico’s, ethische afweging.
Voldoet op alle aspecten
-31-
VD/ NVD
Creatief problemen oplossen
Hoofdvraag / Opdracht is inhoudelijk verankerd in het theoretisch kader dat past binnen het opleidingsprofiel.
Communicatie met de betrokkenen is verantwoord en geborgd.
Planning & organisatie Ethiek
Hoofdvraag / Opdracht is relevant, precies, functioneel, afgebakend op bachelor niveau en consistent.
Analyse en informatieverwerking
Aard, niveau en haalbaarheid
Leiderschap Samenwerken Communicatie
B
Voldoet op alle aspecten
De planning is haalbaar en de risico’s zijn hanteerbaar. Hoofdvraag / Opdracht is ethisch afgewogen. A en B voldoende
-32-
BIJLAGE 3
Contract afstudeeropdracht Institute for ICT Nijenoord 1, 3552 AS, UTRECHT NB: Dit contract dient te worden opgenomen als vast onderdeel van het plan van aanpak
Datum : Naam student
:
Opleiding
:
Adres student
:
Variant: voltijd / deeltijd / duaal
Postcode / Woonplaats student Studentnummer
:
:
Telefoonnummer privé E-mailadres
:
:
Naam bedrijf (afstuderen) Adres bedrijf
:
:
Postcode / Woonplaats bedrijf
:
Naam bedrijfsbegeleider
:
Telefoonnummer bedrijfsbegeleider : E-mailadres bedrijfsbegeleider
:
Beoogde datum van afstuderen
:
maand en jaar invullen
Geheimhouding geaccordeerd door HU op :
indien van toepassing
Ondergetekenden verklaren akkoord te gaan met de inhoud van aangehecht plan van aanpak. Handtekeningen Student
:
Docentbegeleider
:
Bedrijfsbegeleider
9
[9]
:
Door ondertekening van dit formulier verklaart de bedrijfsbegeleider (en eventuele mede-begeleiders) over voldoende kennis te beschikken, op minimaal HBO-niveau, om de afstudeerder te begeleiden.
-33-
BIJLAGE 4
FACULTEIT NATUUR & TECHNIEK Institute for ICT Beoordeling afstudeeropdracht door de bedrijfsbegeleider(s) Naam student: Opleiding: Variant: voltijd / deeltijd / duaal Opdracht uitgevoerd bij: Onder leiding van: Eerste examinator: De bedrijfsbegeleider(s) wordt gevraagd voor de aspecten A en D een gemotiveerd oordeel (geen cijfer) te geven. In de kaders is aangegeven welke punten daarbij in overweging genomen kunnen worden. Bij de aspecten B en C wordt gevraagd om in de rechter kolom per criterium d.m.v. O (onvoldoende), V (voldoende), G (goed) of Z (zeer goed) een oordeel te geven, rekening houdend met de aangegeven indicatoren. A.
Aanpak
Kwaliteit van het plan van aanpak: probleemstelling, doel, onderzoeksvraag (hoofdvraag), onderscheiden van deelproducten en deelvragen. Keuze van methoden en technieken: ontwerp- / onderzoeksmethoden, literatuuronderzoek. Planmatige opzet van het project. Mate waarin opdrachtgever/gebruikers/begeleiders zijn betrokken bij het tot stand komen van het plan van aanpak.
Z.O.Z. ________________________________________________________________________________ Dit formulier dient door de afstudeerder tegelijk met de scriptie te worden ingeleverd. Bovendien dient een ingescande versie per e-mail te worden toegestuurd aan de twee examinatoren.
-34-
B.
Uitvoering
O/V/ G/Z
Object
Criterium
Indicatoren
Realiseren (deel)resultaten
Vakkundig
De gekozen ontwerpmethode en de eventuele realisatie is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft ge leid tot het gewenste (deel)resultaat; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar was, dus voldeed aan in het vakgebied gebruikelijke gedragsregels. Door exploratie en inventiviteit zijn alternatieve (deel) oplossingen bedacht. De voorgestelde oplossingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Tussen de oplossingen is een bewuste keuze gemaakt of is doorgezocht naar betere oplossingen. Redeneringen zijn: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd.
Creatief
Logisch
Controleerbaar
Beantwoorden (deel)vragen
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Controleerbaar
Aanvullingen theoretisch kader
Relevant
Persoonlijk leiderschap
Initiatiefrijk
Samenwerking
Cooperatief
Communicatie
Transparant
Werken volgens plan van aanpak
Betrouwbaar
Verankerd
Controleerbaar
10
De gekozen onderzoeksmethode is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus leidt tot beantwoording van de (deel)vraag; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar waren, dus voldeden aan de Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO. De uitvoering van het onderzoek is niet ongewenst beïnvloed door de toevallige: voorgeschiedenis of gesteldheid van de onderzoeker; onvolkomenheden in instrument of procedure; context waarin of het toevallige tijdstip waarop het onderzoek plaatsvond. De keten van bewijsvoering is: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. De gehanteerde bergrippen, modellen en methoden zijn effectief en voor collega-professionals inzichtelijk beschreven. De gehanteerde begrippen, modellen en methoden zijn aantoonbaar gebaseerd op actuele schriftelijke of internetbronnen die gebaseerd zijn op verifieerbare externe bronnen (voornamelijk wetenschappelijk). Neemt initiatief om de gestelde doelen te bereiken en kiest afhankelijk van de situatie een leidinggevende rol. Is zich bewust van de verschillende stijlen, conflictmodellen en onderhandelingstactieken. Kan anderen met argumenten goed overtuigen. Durft beslissingen te nemen in onzekere situaties en neemt weloverwogen risico’s. Neemt het initiatief tot samenwerking met anderen en vraagt uit zichzelf hoe hij/zij hulp kan bieden in het team. Vraagt om inbreng van de teamleden, wisselt informatie, kennis en ideeën uit. Werkt verder met de inbreng van anderen. Creëert een omgeving die het meest gunstig is voor zichzelf en het team. Spreekt en schrijft vloeiend en correct Nederlands op hoog niveau (C1)[10]. Spreekt en schrijft indien van toepassing effectief Engels (B2). Uitgangspunt is dat efficiënt en effectief gewerkt wordt volgens planning: afwijkingen worden onderbouwd en verantwoord; afwijkingen zijn goedgekeurd door de opdrachtgever en de docentbegeleider. De voortgang van het werk wordt inzichtelijk gemaakt voor de betrokkenen.
http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/3/3/
-35-
C.
Opgeleverde eindresultaten
O/V/ G/Z
Product
Criterium
Indicatoren
Beroepsproducte n (kunnen ook diensten zijn)
Adequaat
Voldoet aan de in het plan van aanpak afgesproken criteria (rekening houdend met hierover formeel afgesproken wijzigingen) Voor zover in plan van aanpak geen criteria zijn afgesproken gelden de volgende criteria: levert daadwerkelijk een oplossing binnen doel van de opdracht; voldoet aan normen en richtlijnen uit het vakgebied.; voldoet aan normen van de wetgever; duurzaam. Geaccepteerd door de opdrachtgever. Acceptabel voor betrokkenen. De voorgestelde aanbevelingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Leveren een daadwerkelijke bijdrage aan doelstellig opdrachtgever. Voldoen aan normen en richtlijnen uit het vakgebied. Voldoen aan normen van de wetgever. Zijn gebaseerd op de verzamelde gegevens, bevindingen en conclusies.
Valide Creatief
Aanbevelingen (in aanvulling op de afgesproken producten of diensten en indien van toepassing)
Adequaat
Verankerd Haalbaar
Creatief
Ethisch afgewogen Kennis
Grondig Overdraagbaar
Impact
D.
Gewenste impact
De voorgestelde aanbevelingen zijn te realiseren gegeven de: omgeving waarin ze moeten functioneren; de mensen die ze moeten uitvoeren; beschikbare tijd, budget etc. De voorgestelde aanbevelingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Verouderen niet te snel. Zijn weinig belastend voor natuur en milieu. Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten voldoende onderbouwd. Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten helder beschreven. Hierbij gebruikte begrippen, modellen, methoden en oplossingen zijn gebaseerd op voor vakgenoten verifieerbare bronnen. Betrokkenen zijn overtuigd van de bruikbaarheid van de resultaten. Betrokkenen gebruiken de resultaten.
Scriptie
Logische opbouw scriptie Heldere weergave van de onderdelen managementsamenvatting, probleemstelling, opdracht, uitvoering, uitkomsten/resultaten, onderzoeksvragen (hoofd- en deelvragen), adviezen, aanbevelingen. Onderbouwing keuzes en conclusies, motivatie aanbevelingen. Lay-out, leesbaarheid, literatuurlijst, correct taalgebruik. Retrospectie: eigen oordeel student over het proces en de resultaten.
Handtekening bedrijfsleider(s):
-36-
BIJLAGE 5
FACULTEIT NATUUR & TECHNIEK Institute for ICT Proces-verbaal van de afstudeerzitting
Datum afstudeerzitting: Naam student:
Studentnummer:
Opleiding / Afstudeerrichting: Variant: voltijd / deeltijd / duaal Examinatoren:
/
Lid College van Toezicht:
Beoordeling afstudeeropdracht A. Aanpak
(weegfactor 1): __ , __
(__ , __/__ , __)[•]
B. Uitvoering
(weegfactor 2): __ , __ [*]
(__ , __/__ , __)
C. Opgeleverde eindresultaten
(weegfactor 2): __ , __
(__ , __/__ , __)
D. Scriptie
(weegfactor 2): __ , __ [*]
(__ , __/__ , __)
E. Presentatie
(weegfactor 1): __ , __
(__ , __/__ , __)
F. Discussie
(weegfactor 2): __ , __
(__ , __/__ , __)
Eindcijfer afstudeerproject:
__ , __ (met 1 decimaal)
[*] De cijfers voor de uitvoering en de scriptie moeten voldoende zijn; indien dat niet het geval is wordt als eindcijfer het laagste van de cijfers voor de uitvoering en de scriptie ingevuld.
[•] Alleen in te vullen als de examinatoren geen overeenstemming bereiken over een deelcijfer.
___________________
_______________________
Eerste examinator
Lid College van Toezicht
_____________________
_______________________
Tweede examinator
Examinandus (voor kennisname)
N.B. Dit formulier, ingevuld en ondertekend, dient na afloop van de zitting, samen met de andere formulieren die ter inzage zijn gegeven, te worden ingeleverd bij de afstudeeradministratie.
-37-
Beoordelingsmatrix eindbeoordeling afstudeeropdracht ICT Prof. skills
Creatief problemen oplossen
Theoretisch kader. Deelvragen met onderzoeksmethoden.
Planning & organisatie Ethiek
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Hoofdvraag, kwestie, doelstelling van de opdrachtgever, doelstelling van de opdracht, eindresultaten met criteria, (ontwerp)methode en deelresultaten.
O
V
G
Z
O
V
G
Z
O
V
G
Z
Organisatorische context, planning, kwaliteitsbewaking, risico’s, ethische O afweging en haalbaarheid.
V
G
Z
Plan voor communicatie en samenwerking met opdrachtgever, opleiding en andere betrokkenen.
Cijfer
A:
B:
Creatief problemen oplossen
Realiseren (deel)resultaten vakkundig, creatief, logisch en controleerbaar.
Analyse en informatieverwerking
Beantwoorden (deel)vragen vakkundig, betrouwbaar, logisch en O controleerbaar.
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Uitvoering
Neemt initiatief tot samenwerking met opdrachtgever, opleiding en andere betrokkenen en communiceert passend.
Planning & organisatie Ethiek
B
Toelichting in termen van de kwaliteitscriteria
Beoordeling
Opzet en beschrijving aanpak
Analyse en informatieverwerking
A
Beoordelingsaspecten
Werkt betrouwbaar en controleerbaar volgens plan van aanpak.
O
V
G
Z
V
G
Z
O
V
G
Z
O
V
G
Z
-38-
C:
Opgeleverde eindresultaten
O
V
G
Z
Analyse en informati everwerkin g
O
V
G
Z
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Producten en diensten zijn adequaat, valide en creatief. Eventuele extra aanbevelingen zijn verankerd, adequaat, haalbaar, duurzaam en creatief.
Resultaat heeft gewenste impact: betrokkenen zijn overtuigd van de bruikbaarheid van de resultaten; betrokkenen gebruiken de resultaten.
O
V
G
Z
Planning & organisatie Ethiek
Creatief problemen oplossen
C
Eindresultaten zijn: op tijd; binnen budget (uren); goed (ook ethisch).
O
V
G
Z
Kennis is grondig en overdraagbaar.
D:
Creatief problemen oplossen
Hoofdvraag / Opdracht is beantwoord / voldaan. Gemaakte keuzes zijn geëxpliciteerd, O onderbouwd en logisch.
V
G
Z
Analyse en informatieverwerking
Analyse verzamelde data helder beschreven. Bevindingen en conclusies zijn volledig, verankerd en valide. Theoretisch kader is relevant en adequaat.
O
V
G
Z
Leiderschap Samenwerken Communicatie
Verantwoording en evaluatie
Scriptie is goed gecommuniceerd, volledig, logisch en verzorgd.
O
V
G
Z
Planning & organisatie Ethiek
D
Reflectie op proces is volledig, kritisch en zelfreflectief.
O
V
G
Z
E
De presentatie is adequaat.
O
V
G
Z
E:
F
De discussie en verdediging zijn interactief onderbouwd.
O
V
G
Z
F:
-39-
Procedure voor het invullen van de beoordeling Van kwaliteitscriteria naar beoordeling In de beoordelingsmatrix van het proces-verbaal wordt, per deelaspect, door de examinatoren gezamenlijk d.m.v. een aantal kernachtige termen een oordeel gegeven. Hierbij worden de beoordelingscriteria gebruikt zoals beschreven in bijlage 6 van de afstudeerleidraad. Per deelaspect worden alleen de punten beoordeeld waarvan de examinatoren vinden dat ze van belang zijn. Per set van deelaspecten horende bij elk beoordelingsapect (A/B/C/D) wordt een deelcijfer toegekend. De beoordelingsaspecten E en F krijgen elk een afzonderlijk deelcijfer. Elke beoordelingsaspect van de matrix moet een integraal oordeel O, V, G of Z van de examinatoren krijgen. De weging van de verschillende criteria is niet in een formule te vatten. Het vraagt het ‘timmermansoog’ van in het vak gekwalificeerde examinatoren om ze in samenhang te beoordelen. Het oordeel moet echter, om het voor de student en collega’s inzichtelijk te maken, wel onderbouwd worden aan de hand van de criteria. Bij deze procedure kan advies worden gevraagd aan het lid van het CvT en aan de mogelijk aanwezige bedrijfsbegeleider. Betekenis van de schaalpunten: O V
Onvoldoende: het resultaat voldoet niet aan de kwaliteitscriteria; Voldoende: het resultaat voldoet niet op alle punten aan de kwaliteitscriteria maar is wel voldoende om mee te werken; Goed: het resultaat voldoet op vrijwel alle punten aan de kwaliteitscriteria; Zeer goed: best practice, het resultaat voldoet op alle punten aan de kwaliteitscriteria en overtreft de standaard.
G Z
Het deelcijfer per elk afzonderlijk beoordelingsaspect (A/B/C/D) komt tot stand door te kijken naar de verdeling tussen de aantallen O / V / G / Z voor de verschillende deelaspecten. De volgende tabel geeft de minimumeisen voor de toewijzing van een cijfer. O 3 of 4 2 1 0 of 1 0 0 0 0
V
Blauw en Groen 2 of 3 0 of 1 0 0
G
Z
Cijfer
4
3 4 5 6 7 8 9 10
[*]
2 of 3 0
[*] Blauw = Creatief problemen oplossen Groen = Analyse en informatieverwerking Als de examinatoren geen overeenstemming bereiken over het deelcijfer voor een of meer beoordelingsaspecten, ook nadat zijn hiervoor een beoordelingsadvies van het CvT-lid en de mogelijk aanwezige bedrijfsbegeleider hebben gevraagd, dan worden de deelcijfers van de twee examinatoren voor die beoordelingsaspecten gemiddeld. In dit geval worden per beoordelingsaspect, behalve het gemiddelde deelcijfer, ook de deelcijfers die door elk van de twee examinatoren zijn toegekend op het proces-verbaal vastgelegd.
Op het voorblad van het protocol worden de (gemiddelde) deelcijfers ingevuld en vervolgens met gebruikmaking van de wegingsfactoren het eindcijfer op één decimaal nauwkeurig vastgesteld. Op het aparte formulier Rapportage College van Toezicht dat aan het lid van het CvT is uitgereikt kan deze zijn of haar opmerkingen m.b.t. het verloop van de afstudeerzitting geven.
-40-
BIJLAGE 6
Compendium kwaliteitscriteria afstuderen ICT Op de volgende pagina’s zijn de kwaliteitscriteria te vinden voor het afstudeervoorstel, het plan van aanpak, de uitvoering, de verantwoording en de eindresultaten. De beoordelingsaspecten zijn geordend aan de hand van de resultatenmatrix.
1.
Oriënteren > resultaat > afstudeervoorstel
De kwaliteitscriteria voor de beoordeling van het afstudeervoorstel zijn gesplitst in criteria voor de beschrijving en criteria voor de aard, het niveau en de haalbaarheid. Het afstudeervoorstel moet allereerst goed beschreven zijn. Op basis daarvan kan een go/no-go beslissing over aard, niveau en haalbaarheid genomen worden. De criteria zijn daardoor anders van aard. Een goed beschreven opdracht kan bijvoorbeeld van te laag niveau zijn. Voor het geven van feedback op tussenversies en het uiteindelijke oordeel is het beter deze beoordelingsaspecten uit elkaar te trekken.
1.A
Kwaliteitscriteria voor de beschrijving van het afstudeervoorstel
Object
Criterium
Verstrekte opdracht
Feitelijk
Aanleiding van de kwestie Concept hoofdvraag of opdracht in één zin
Kernachtig
Kwestie
Kernachtig
Doelstelling
Helder
Aanwezig
Richtinggevend Afgebakend
Eindresultaat
Specifiek
Kennisdomein en relatie met ICT beroepstaken
Helder
Voorlopige literatuurlijst
Aanwezig
Actoren
Helder
Communicatieve verzorging
Inhoud goed gecommuniceerd Volledig
Indicatoren Weergave van de opdracht zoals oorspronkelijk door de organisatie is aangedragen. Gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor de opdrachtgever om een opdracht te formuleren. Concept-versie van een consistente samenvattende zin die zicht geeft op de kwestie, het gewenste eindresultaat, de centrale begrippen en de te gebruiken methodiek (soort opdracht). Beschrijving van de kwestie door de ogen van de student. Dit is bij een aanvraag nog summier en kan verschillen van de opdracht zoals verstrekt door de opdrachtgever: Wat is de kwestie? Voor wie is het een kwestie? Is het een probleem of een kans Bij een probleem: Waaraan zie je dat het een probleem is? Wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem? Bij een kans: Wat wil de organisatie met de kans bereiken? Hoe wil de organisatie de kans bereiken? Wat is daarvoor nodig? Wat is: de doelstelling/missie voor de opdrachtgever. Waarom pakt hij/zij de kwestie op; de doelstelling van deze opdracht. Welk deel van de doelstelling van de opdrachtgever moet opgelost zijn om de opdracht geslaagd te noemen. De oplossingsruimte is beschreven. Het soort opdracht is duidelijk. 1. Descriptief onderzoek: het antwoord op een descriptieve vraag met eventueel een aanbeveling hoe iets verbeterd kan worden. 2. Advies / Ontwerp: een onderbouwd en uitgewerkt advies hoe iets verbeterd kan worden en/of ontwerp voor een systeem, apparaat, software etc. eventueel met implementatieplan. 3. Product / proof of concept: ontwerp en realisatie van een system, product, software. (De aard van) het gewenste resultaat(en)/product van deze opdracht is helder en specifiek beschreven. Beschreven wordt bij welk kennisdomein de vraag aansluit. Beschreven wordt in welk kennisdomein de oplossing gezocht wordt. Op basis hiervan moet de doelstelling van de opdracht kunnen worden vertaald naar de ICT-beroepstaken en het niveau daarvan (door de beoordelaar). Literatuur die de student verwacht te moeten bestuderen en gedeeltelijk al doorgenomen heeft. APA notatie. Functie en opleidingsniveau bedrijfsbegeleider (indien mogelijk met verwijzing naar LinkedIn). Andere betrokkenen en hun benaderbaarheid. Objectief, precies, zorgvuldig, helder, beknopt, zakelijk, correct taalgebruik (zie criteria bij verantwoording en evaluatie voor toelichting op deze indicatoren). Voldoet aan inhoudsrichtlijnen in afstudeerleidraad.
-41-
Verzorgd Organisatorische context van de kwestie
Kernachtig
Planning
Kernachtig
Ethische afweging van de doelstelling Risico’s
Helder
Studie fase
Toelaatbaar
Persoonlijke ontwikkeling
Helder
Kernachtig
Voldoet aan regels voor: spelling en interpunctie, redactionele vormgeving, literatuurlijst en bronvermelding. Korte beschrijving van soort, omvang en structuur van de organisatie die de opdracht heeft gegeven. Korte beschrijving van het onderdeel waarvan de opdracht afkomstig is. Plaats van de student in de organisatie. Afspraken over looptijd van de opdracht, inzet van uren en ruimte voor terugkomdagen en rapportages aan school. In het voorstel wordt aandacht besteed aan relevante maatschappelijke, normatieve en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. Beschrijving van belangrijkste risico(’s) voor het slagen van het project naast ziekte/uitvallen student of opdrachtgever. Benodigde EC’s zijn behaald. De student beschrijft helder en overtuigend waarin de persoonlijke uitdaging op het gebied professional skills ligt (creatief probleem oplossen, informatieverwerking en analyse, leiderschap, samenwerken, communiceren, plannen en organiseren en/of ethisch handelen). (Op basis hiervan en de doelstelling moet de beoordelaar kunnen inschatten wat het niveau van de professional skills voor de opdracht is).
1.B
Kwaliteitscriteria voor aard, niveau en haalbaarheid van het afstudeervoorstel
Object Vraag / Opdracht
Criterium Relevant
Precies Afgebakend
Functioneel
Vraag/Opdracht Actoren
Inhoudelijk verankerd In beeld en benaderbaar voor student Opleidingsniveau
Planning
Haalbaar
Vraag /opdracht
Ethisch afgewogen
Risico
Hanteerbaar
Persoonlijke ontwikkeling
Voldoende uitdaging
Indicatoren
Probleem is nog niet opgelost voor de opdrachtgever. Beoogde oplossing de moeite waard in de probleemcontext. (Beoogde oplossing maatschappelijk/ praktisch de moeite waard). Gewenste resultaat is specifiek te beschrijven. De oplossing zit niet al in de doelstelling ingebouwd. Zelfstandigheid en complexiteit liggen op bachelor niveau. ICT beroepstaken: minimaal 50% op eindniveau van het opleidingsprofiel Professional skills: Creatief probleem oplossen EN Analyse en informatieverwerking EN Planning & organisatie op eindniveau van de opleiding. Overige skills minimaal op niveau 2. Er is nog ruimte om op zoek te gaan naar de oorzaak van het probleem en de verstrekte opdracht daarop bij te stellen. Realiseren van de doelstelling vereist onderzoek door de student waarin verschillende opties worden onderzocht en afgewogen. Bij eventuele geheimhouding moeten examinatoren wel alle relevante stukken kunnen zien. Het soort opdracht is helder beschreven als: 1. descriptief onderzoek OF 2. advies /ontwerp OF 3. product / proof of concept. Kennis ICT-beroepstaken valt binnen het opleidingsprofiel. Aanwezigheid bedrijfsbegeleider. Andere betrokkenen. Bedrijfsbegeleider heeft minimaal HBO niveau. Beantwoorden van de vraag moet voldoende werk opleveren gedurende de onderzoeksperiode, rekening houdend met de beschikbaarheid van informatie en het aantal betrokkenen, afdelingen en processen. Beantwoorden van de vraag moet haalbaar zijn in de onderzoeksperiode, gegeven de hiervoor genoemde factoren. De opdrachtgever biedt een omgeving waarin ruimte is voor een afweging van relevante maatschappelijke, normatieve en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. De risico’s zijn van dien aard dat de afstudeeropdracht met hooguit één periode uitstel haalbaar is. Opdracht sluit aan bij persoonlijke ontwikkeling.
-42-
2.
Aanpak kiezen > resultaat > plan van aanpak
Evenals voor het afstudeervoorstel zijn ook de kwaliteitscriteria voor het plan van aanpak gesplitste in twee delen. Eerst worden opzet en beschrijving van het plan van aanpak van een kwaliteitsoordeel voorzien. Op basis daarvan kan een go/no go voor aard, niveau en haalbaarheid gegeven worden.
2.A
Kwaliteitscriteria voor opzet en beschrijving van het plan van aanpak
Object
Criterium
Indicatoren
Verstrekte opdracht
Feitelijk
Weergave van de opdracht zoals door de organisatie is aangedragen.
Hoofdvraag of opdracht in één zin
Aanwezig
Aanleiding kwestie
Inzichtelijk
Analyse kwestie
Inzichtelijk
Doelstelling/missie van de opdrachtgever Doelstelling van deze opdracht
Helder
Consistente samenvattende alinea die zicht geeft op de kwestie, het gewenste eindresultaat, de centrale begrippen en de te gebruiken methodiek (soort opdracht). Overzicht van de gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor de opdrachtgever om de opdracht te formuleren. Analyse van de kwestie door de ogen van de student. (Door voortschrijdend inzicht kan dit anders zijn dan de opdracht zoals verstrekt door de organisatie of anders dan het projectvoorstel). Wat is de kwestie? Voor wie is het een kwestie? Is het een probleem of een kans? Bij een probleem: Waaraan zie je dat het een probleem is? Wat zijn mogelijke oorzaken van het probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem? Bij een kans: Wat wil de organisatie met de kans bereiken? Hoe wil de organisatie de kans bereiken? Wat is daarvoor nodig? Wat is de doelstelling/missie van de opdrachtgever/bedrijf. Waarom pakt de opdrachtgever de kwestie op. Wat is de doelstelling van deze opdracht. Welk deel van de doelstelling van de opdrachtgever moet opgelost zijn om de opdracht geslaagd te noemen. Er wordt beredeneerd hoe de doelstelling van deze opdracht volgt uit de doelstelling van de opdrachtgever en de analyse van de kwestie. Het soort opdracht is duidelijk 1. Descriptief onderzoek: het antwoord op een descriptieve vraag met eventueel een aanbeveling hoe iets verbeterd kan worden. 2. Advies / Ontwerp: een onderbouwd en uitgewerkt advies hoe iets verbeterd kan worden en/of ontwerp voor een systeem, apparaat, software etc. Eventueel met implementatieplan. 3. Product / proof of concept: ontwerp en realisatie van een system, product, software. Het gewenste eindresultaat(en) van deze opdracht is helder en specifiek beschreven. Er wordt beredeneerd hoe de resultaten volgen uit doelstelling van de opdracht en de analyse van de kwestie. De eindresultaten zijn meetbaar aan de hand van kwaliteitscriteria.
Helder
Onderbouwd Afgebakend
Eindresultaten met kwaliteitscriteria
Precies Onderbouwd Meetbaar Herleidbaar
Afgebakend
(Ontwerp) methode (n)
Geëxpliciteerd Volledig
Precies
Relevant
Passend
Onderbouwd (Deel) resultaten
De kwaliteitscriteria voor de eindresultaten zijn gebaseerd op: (onderzoek naar) wensen van de opdrachtgever; (onderzoek naar ) wensen gebruiker; normen en richtlijnen uit het vakgebied; normen van de wetgever. De criteria voor de eindresultaten zijn begrensd op gebied van functionaliteit, mate van gedetailleerdheid van het resultaat, etc. (Bijvoorbeeld aan de hand van MoSCoW). Soms in de vorm van eindresultaten die zeker niet worden gerealiseerd. Student geeft aan via welke methodische stappen het eindresultaat wordt gemaakt en evt. gerealiseerd en getest. Beslaat de volledige keten van kwestie naar eindresultaat.
Inhoudelijk verankerd Functioneel
Past bij de doelstelling. Past binnen de randvoorwaarden. Past bij de organisatie. Student beargumenteert waarom de gekozen methode passend is. Student verwijst hierbij naar literatuur. De (deel) resultaten en hun onderlinge samenhang zijn helder beschreven. (Deel) resultaten zijn dekkend: alle (deel) resultaten tezamen zijn noodzakelijk en volledig om de eindresultaten te bereiken. Er zijn niet meer (deel) resultaten gepland dan nodig is. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. Het resultaat is te behalen met de gekozen (ontwerp)methode.
-43-
Theoretisch kader
Precies
Relevant Inhoudelijk verankerd Kritisch Deelvragen
Precies Relevant
Onderzoeksmethoden
Inhoudelijk verankerd Functioneel
Geëxpliciteerd Passend
Duidelijkheid wordt verschaft over: de centrale begrippen, modellen en methoden en hun definitie; de eventuele relatie tussen de centrale begrippen; de gehanteerde bergrippen, modellen en methoden zijn effectief en voor collega professionals inzichtelijk beschreven. Er is een afweging gemaakt over bruikbaarheid van bronnen. De gehanteerde begrippen, modellen en methoden zijn aantoonbaar gebaseerd op voldoende actuele literatuur of internetbronnen die gebaseerd zijn op verifieerbare externe bronnen (liefst wetenschappelijk). Tegengestelde opvattingen in de literatuur worden benoemd en uiteengezet. De deelvragen zijn afgeleid uit de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethodiek. Deelvragen zijn dekkend: het antwoord op de deelvragen geeft alle informatie voor de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethodiek. Er zijn geen ‘mollen’: Alle deelvragen dragen bij aande beantwoording van de hoofdvraag of de gehanteerde ontwerpmethodiek. De begrippen, modellen en methoden zijn verankerd in het theoretisch kader. De onderzoeksfunctie van elke deelvraag is aangegeven: descriptief (definiëren, beschrijven, vergelijken, evalueren, verklaren); prescriptief (ontwerpen). Per deelvraag is aangegeven via welke methoden van dataverzameling en analyse het antwoord wordt gezocht. Beargumenteerd wordt waarom de gekozen onderzoeksmethode past bij de functie van de deelvraag; de randvoorwaarden; de organisatie.
Onderbouwd Er is beschreven hoe de communicatie en samenwerking met de opdrachtgever en andere betrokkenen gaat verlopen. De communicatie en afstemming met de opdrachtgever/ bedrijfsbegeleider moet door mijlpalen en afstemmingsmomenten geborgd zijn.
Communicatie en samenwerking met opdrachtgever en andere betrokkenen
Verantwoord
Communicatie met de opleiding
Verantwoord
Er is beschreven hoe de communicatie met de opleiding gaat verlopen.
Geborgd
De communicatie en afstemming met de opleiding moet door mijlpalen en afstemmingsmomenten geborgd zijn. Objectief, precies, zorgvuldig, helder, beknopt, zakelijk, correct taalgebruik (zie criteria bij verantwoording en evaluatie voor toelichting op deze indicatoren). Voldoet aan de inhoudsrichtlijnen in de afstudeerleidraad.
Communicatieve verzorging
Geborgd
Inhoud goed gecommuniceerd Volledig Verzorgd
Voldoet aan regels voor: spelling en interpunctie, redactionele vormgeving, literatuurlijst en bronvermelding.
Organisatorische Context
Inzichtelijk
(Deel) resultaten
Gepland
Deelvragen
Gepland
(Deel) resultaat: concept scriptie Communicatieactiviteiten Randvoorwaarden
Gepland
Kwaliteitsbewaking
Beschreven
Risico’s Ethisch afweging van de Opdracht/vraag Ontwerpmethode(n)
Beschreven Beschreven
Onderzoeksmethoden
Haalbaar
Beschrijving van soort, omvang en structuur van de organisatie die de opdracht heeft gegeven. Beschrijving van het onderdeel waarvan de opdracht afkomstig is. Plaats van de student in de organisatie. Alle (deel)resultaten zijn beschreven met de mijlpalen en een fasering in de tijd met een schatting van de te besteden uren. Alle (deel)vragen zijn beschreven met de mijlpalen en een fasering in de tijd met een schatting van de te besteden uren. Er zijn twee data voor het inleveren van een conceptscriptie in de planning opgenomen. Alle communicatieactiviteiten zijn beschreven met mijlpalen en een fasering in de tijd. Hoe worden de organisatorische randvoorwaarden die de voortgang van de opdracht mogelijk moeten maken bewaakt en verkregen. Hoe worden de (functionele) kwaliteitscriteria uit de afstudeerleidraad bewaakt. Welke risico’s zijn er en hoe worden eventuele risico’s opgevangen. Er is een afweging gemaakt van maatschappelijke, normatieve en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. Is haalbaar binnen de tijd, beschikbare uren en organisatorische randvoorwaarden. Is haalbaar binnen de tijd, beschikbare uren en organisatorische randvoorwaarden.
Gepland Beschreven
Haalbaar
-44-
2.B
Kwaliteitscriteria voor aard, niveau en haalbaarheid van het plan van aanpak
Object Hoofdvraag / Opdracht
Criterium Relevant
Precies Afgebakend
Functioneel Consistent
Hoofdvraag / Opdracht
Inhoudelijk verankerd
Communicatieplan met betrokkenen
Verantwoord Geborgd
Planning
Haalbaar
Hoofdvraag / Opdracht
Ethisch afgewogen
Risico’s
Hanteerbaar
Indicatoren De kwestie is nog niet opgelost: beoogde oplossing is nieuw in deze context; beoogde oplossing is maatschappelijk/ praktisch de moeite waard. Het gewenste eindresultaat is beschreven en is te beoordelen aan de hand van geformuleerde criteria. Zelfstandigheid en complexiteit liggen op bachelor-niveau. ICT beroepstaken: minimaal 50% op eindniveau van het opleidingsprofiel. Professional skills: Creatief probleem oplossen EN Analyse en informatieverwerking EN Planning & organisatie op eindniveau van de opleiding. Overige minimaal op niveau 2. Realiseren van het eindresultaat omvat minstens één relevante deelvraag die methodisch onderzocht moet worden. De oplossing zit niet al in de opdracht. Bij eventuele geheimhouding moeten examinatoren wel alle relevante stukken kunnen zien. De (ontwerp) methodiek(en) met deelresultaten en deelvragen vormen onderbouwd de volledige keten van kwestie naar eindresultaat. Het eindresultaat past bij de kwestie. De kwestie past bij de (ontwerp)methodiek. De (ontwerp)methodiek past bij het theoretisch kader. Het theoretisch kader past bij het eindresultaat. Het eindresultaat past bij de (ontwerp)methodiek. Het theoretisch kader past bij de kwestie. Het theoretisch kader: beschrijft en verankert de hoofdbegrippen, modellen en methoden sluit aan bij het opleidingsprofiel. Er is overtuigend beschreven dat de communicatie met de betrokkenen goed gaat verlopen. De communicatie en afstemming met de betrokkenen is door mijlpalen en afstemmingsmomenten geborgd. Het uitvoeringsproces is met de gewenste kwaliteit uit te voeren binnen de tijd en met de beschikbare uren gezien randvoorwaarden en risico’s. Er is met de opdrachtgever een kritische afweging gemaakt van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten waaronder duurzaamheid. De risico’s zijn van dien aard dat de afstudeeropdracht met hooguit één periode uitstel haalbaar is.
-45-
3.
Uitvoering
Hieronder worden de kwaliteitscriteria voor de opgeleverde eindproducten beschreven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende objecten.
Object Realiseren (deel)resultaten
Criterium Vakkundig
Creatief
Logisch
Controleerbaar
Beantwoorden (deel)vragen
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Controleerbaar
Aanvullingen theoretisch kader
Relevant Verankerd
Persoonlijk leiderschap
Initiatiefrijk
Samenwerking
Cooperatief
Communicatie
Transparant
Werken volgens plan van aanpak
Betrouwbaar
Controleerbaar
11
Indicatoren De gekozen ontwerpmethode en de eventuele realisatie is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft geleid tot het gewenste (deel)resultaat; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar was, dus voldeed aan in het vakgebied gebruikelijke gedragsregels. Door exploratie en inventiviteit zijn alternatieve (deel)oplossingen bedacht. De voorgestelde oplossingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Tussen de oplossingen is een bewuste keuze gemaakt of is doorgezocht naar betere oplossingen. Redeneringen zijn: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. De gekozen onderzoeksmethode is zo uitgevoerd dat deze: effectief was, dus heeft geleid tot beantwoording van de (deel)vraag; efficiënt was, dus met minimaal mogelijke inspanning; toelaatbaar waren, dus voldeden aan de Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO. De uitvoering van het onderzoek is niet ongewenst beïnvloed door de toevallige: voorgeschiedenis of gesteldheid van de onderzoeker; onvolkomenheden in instrument of procedure; context waarin of het toevallige tijdstip waarop het onderzoek plaatsvond. De keten van bewijsvoering is: compleet; taal- en rekenkundig kloppend; vrij van onzakelijke argumenten en gegoochel met betekenissen. Compleet. Achteraf nog gedetailleerd te volgen. Transparant, duidelijk gecommuniceerd. De gehanteerde bergrippen, modellen en methoden zijn effectief en voor collega-professionals inzichtelijk beschreven. De gehanteerde begrippen, modellen en methoden zijn aantoonbaar gebaseerd op actuele schriftelijke of internetbronnen die gebaseerd zijn op verifieerbare externe bronnen (voornamelijk wetenschappelijk). Neemt initiatief om de gestelde doelen te bereiken en kiest afhankelijk van de situatie een leidinggevende rol. Is zich bewust van de verschillende stijlen, conflictmodellen en onderhandelingstactieken. Kan anderen met argumenten goed overtuigen. Durft beslissingen te nemen in onzekere situaties en neemt weloverwogen risico’s. Neemt het initiatief tot samenwerking met anderen en vraagt uit zichzelf hoe hij/zij hulp kan bieden in het team. Vraagt om inbreng van de teamleden, wisselt informatie, kennis en ideeën uit. Werkt verder met de inbreng van anderen. Creëert een omgeving die het meest gunstig is voor zichzelf en het team. Spreekt en schrijft vloeiend en correct Nederlands op hoog niveau (C1)[11]. Spreekt en schrijft indien van toepassing effectief Engels (B2). Uitgangspunt is dat efficiënt en effectief gewerkt wordt volgens planning: afwijkingen worden onderbouwd en verantwoord; afwijkingen zijn goedgekeurd door de opdrachtgever en docentbegeleider. De voortgang van het werk wordt inzichtelijk gemaakt voor de betrokkenen.
http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/3/3/
-46-
4.
Oplevering eindproducten
Hieronder worden de kwaliteitscriteria voor de opgeleverde eindproducten beschreven per product.
Product Beroepsproducten (kunnen ook diensten zijn)
Criterium Adequaat
Valide Creatief
Aanbevelingen
Adequaat
(in aanvulling op de afgesproken producten of diensten en indien van toepassing)
Verankerd Haalbaar
Creatief
Ethisch afgewogen
Indicatoren Voldoet aan de in het plan van aanpak afgesproken criteria (rekening houdend met hierover formeel afgesproken wijzigingen) Voor zover in plan van aanpak geen criteria zijn afgesproken gelden de volgende criteria: levert daadwerkelijk een oplossing binnen doel van de opdracht; voldoet aan normen en richtlijnen uit het vakgebied.; voldoet aan normen van de wetgever; duurzaam. Geaccepteerd door de opdrachtgever. Acceptabel voor betrokkenen. De voorgestelde aanbevelingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Leveren een daadwerkelijke bijdrage aan de doelstellig van de opdrachtgever. Voldoen aan normen en richtlijnen uit het vakgebied. Voldoen aan normen van de wetgever. Zijn gebaseerd op de verzamelde gegevens, bevindingen en conclusies. De voorgestelde aanbevelingen zijn te realiseren gegeven de: omgeving waarin ze moeten functioneren; de mensen die ze moeten uitvoeren; beschikbare tijd, budget etc. De voorgestelde aanbevelingen getuigen van: originaliteit, eigenheid, out of the box aanpak, onafhankelijk denken, ideeën kunnen genereren, gevoel voor innovatie. Verouderen niet te snel. Zijn weinig belastend voor natuur en milieu.
Overdraagbaar
Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpakzijn voor vakgenoten voldoende onderbouwd. Antwoorden op onderzoeksvragen uit het plan van aanpak zijn voor vakgenoten helder beschreven. Hierbij gebruikte begrippen, modellen, methoden en oplossingen zijn gebaseerd op voor vakgenoten verifieerbare bronnen.
Impact
Gewenste impact
Betrokkenen zijn overtuigd van de bruikbaarheid van de resultaten. Betrokkenen gebruiken de resultaten.
Scriptie en presentatie
Op tijd
Volgens planning en de afspraken in de afstudeerleidraad.
Binnen budget
Kennis
Grondig
Goed
30EC = 840 uur van student. Overige inzet van uren. Middelen. De eindresultaten voldoen aantoonbaar aan de kwaliteitscriteria in het plan van aanpak en zijn in lijn met de gemaakte ethische afwegingen en keuzes.
-47-
5.
Verantwoording en evaluatie
Bij de kwaliteitscriteria voor de verantwoording en evaluatie wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende objecten.
Object
Criterium
Hoofdvraag /Opdracht
Beantwoord / Voldaan
Gemaakte keuzes
Geëxpliciteerd Onderbouwd
Logisch
Theoretisch kader
Relevant Adequaat
Indicatoren De keten van deelopdrachten en deelvragen geeft aantoonbaar antwoord op de hoofdvraag en/of voldoet aan de opdracht. Indien niet beantwoord of voldaan dan is dit helder omschreven en worden de gemaakte keuzes verantwoord. De keuzes die in het ontwerpproces zijn gemaakt worden expliciet gepresenteerd. De keuzes die in het ontwerpproces zijn gemaakt worden onderbouwd met gegevens die vanuit het theoretisch kader of onderzoek naar deelvragen zijn verzameld. De redeneringen leiden logisch van het gewenste eindresultaat via ontwerp en eventueel realisatie naar gemaakte keuzes.
Literatuur droeg bij aan het nemen van besluiten in het ontwerpproces. Literatuur droeg bij aan het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Behandeling literatuur is gefocust op de kernzaken. De oorspronkelijke bron wordt, voor zover mogelijk geraadpleegd en vermeld in de bibliografie. Meerdere contrasterende visies worden afgewogen. Bronnen worden kritisch besproken. Systematisch is aangegeven wat bij de analyse gedaan is. Hoofdzaken worden van bijzaken gescheiden. Overzichtelijk en eenduidig. Kernachtig. Geven een antwoord op alle deelvragen.
Analyse van de verzamelde data
Helder beschreven
Bevindingen en conclusies
Volledig
Verankerd
Gebaseerd op geaccepteerde begrippen, modellen en methodes.
Valide
Zijn gebaseerd op de verzamelde gegevens.
Presentatie
adequaat
Discussie/verdediging
Interactief onderbouwd
Communicatieve verzorging scriptie
Omslag is compleet Inhoud goed gecommuniceerd
Opbouw presentatie toont ordening van hoofd- en bijzaken. Presentatie heeft een toegevoegde waarde in relatie tot scriptie. Doelmatige inzet van audiovisuele hulpmiddelen. Leesbaarheid, verstaanbaarheid, taalgebruik en vormgeving vormen geen belemmering voor communicatie en presentatie. De presentatie is verantwoord afgestemd op het aanwezige publiek. Vragen over het proces en de resultaten worden mondeling voorzien van een duidelijke en beredeneerd antwoord en eventuele onduidelijkheid wordt verhelderd Toont daarbij een lerende houding: maakt in discussie optimaal gebruik van opgedane kennis, vaardigheden en houding. Geeft met heldere grenzen aan waar inzicht, kennis en attitude eventueel verbeterd en/of uitgebreid kunnen worden. Titel, naam/ studentnummer, naam begeleider(s), datum, plaats, opleiding (naam, vt, dt, duaal). Objectief 1e persoon vermeden. Lezer niet direct aangesproken. Lijdende vorm gebruikt. Geen oordelen tenzij helder is wat de norm is. Precies Activiteiten specifiek beschreven. Als het kan, getallen gebruikt. Zorgvuldig Zaken van verschillende kanten bekeken. Recht gedaan aan bronnen. Helder Aangesloten bij de kennis van de lezer zodat die de tekst kan begrijpen. Beknopt De lezer niet langer lastig gevallen dan nodig. De lengte van het document dient aan te sluiten bij de scope van het project, d.w.z. geen overbodige uitweidingen, alleen voor het onderzoek relevante literatuur besprekingen, etc. Lengte scriptie, zonder bijlagen, is max. 50 pagina’s Zakelijk Stijl van schrijven is gebruikelijk in vakbladen in de betreffende beroepspraktijk. Correct Goede spelling, grammatica, zinsopbouw.(maximaal 3 taalgebruik fouten (stijl, spelling, grammatica) op een willekeurige bladzijde).
-48-
Volledig
Logisch
Verzorgd
Reflectie op proces
Volledig Kritisch
Zelfreflectief
De scriptie bevat: een titelblad, voorzien van titel, naam afstudeerder, studentnummer, eerste examinator en eventueel ‘vertrouwelijk’ (zie ook H13 van de afstudeerleidraad), naam van het bedrijf, in het geval van een duo-opdracht, de naam en het studentnummer van de medestudent; een voorwoord (optioneel); een managementsamenvatting (1 à 2 A-4's); een inhoudsopgave (hoofdstuk 1 bevat de inleiding); een inleiding met het doel en de kern van het document en een leeswijzer; een beschrijving van de organisatie van de opdrachtgever en de plaats van de afstudeerder daarin; de opdracht; een analyse van de kwestie (aanleiding, op te lossen probleem of te vervullen behoefte of de te benutten kans) met beschrijving context; de doelstelling(en) van het project; de hoofdvraag en deelvragen of opdracht in een alinea; een beschrijving van de beloofde resultaten: bij een descriptieve onderzoeksopdracht (type 1): - het onderzoeksresultaat en eventuele aanbevelingen; bij een advies- of ontwerpopdracht (type 2): - het adviesrapport; - of het ontwerp van de oplossing; - met implementatieplan (indien beloofd); bij een product- of proof of concept opdracht (type 3): - de opgeleverde producten; - onderzoeksresultaten proof of concept; onderbouwing van de gemaakte keuzes in samenhang met de ontwerp- en analysemethoden, gebruikte theorieën, technieken en middelen; verantwoording of de resultaten aan de in het plan van aanpak beloofde kwaliteitscriteria voldoen; verantwoording van afwijkingen van het plan van aanpak; de werkwijze (optioneel); de werking van de gerealiseerde programmatuur (optioneel); de conclusies, dwz de antwoorden op de deelvragen en de hoofdvraag; de aanbevelingen; een evaluatie van de procesgang; debronvermeldingen (literatuur, manuals, websites, andere bronnen) volgens APA-richtlijnen; twee of meer bijlagen; een kopie van het eerder ingediende plan van aanpak is verplicht als bijlage 1 en een evaluatie van het eigen functioneren wordt toegevoegd als bijlage 2. Het verslag heeft een logische opbouw. De redeneringen zijn vrij van: inhoudelijke redeneerfouten; onzakelijke argumenten; gegoochel met betekenissen. De uiterlijke verzorging doet recht aan regels voor: spelling en interpunctie; redactionele vormgeving; literatuurlijst en bronvermelding. Geeft een evaluatie van de procesgang. Geeft een genuanceerd beeld van verschillen tussen beoogde en gerealiseerde procesgang. Geeft de gevolgen aan van deze verschillen voor de eindresultaten. Geeft inzicht in eigen werkwijze en het proces. Bevat een reflectie over de eigen plaats in het project. Geeft inzicht in wat de student heeft geleerd.
-49-
BIJLAGE 7
Globale kalender afstuderen studiejaar 2014 – 2015 Afstudeerperiode 1:
mei 2014 - november 2014
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren beoordeling bedrijf (papier en e-mail). Toewijzing tweede examinator Rooster afstudeerzittingen maken
Z.s.m.
Student
Voltooide inschrijving
Uiterste inleverdatum 14 oktober 2014
Student
Oktober 2014
Afstudeerzitting
4, 5 en 6 november 2014
Diplomauitreiking
Afhalen na bericht examencommissie of bij diplomauitreiking op 11 dec. 2014
Afstudeercoördinator en administratie Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, student
Scriptie met bijlagen in viervoud en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie Toegewezen tweede examinator Definitief rooster
Oktober 2014
-50-
Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 2:
augustus 2014 - januari 2015
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
April – juni 2014. Uiterlijk 25 juni 2014 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Juli 2014
Student
De reactie van de afstudeercommissie op het voorstel
Afstudeercommissie en afstudeercoördinator
Z.s.m.
Student
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Voltooide inschrijving
Juli 2014 – augustus 2014 18 augustus 2014
Student Student
Rapportages, overleg
28 en 29 augustus 2014 September 2014
Student, docenten opleiding Student
Concept plan van aanpak
25 september 2014
Student, docenten opleiding Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider Student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Inschrijven in Osiris voor de cursus Afstuderen Afspraak maken docentbegeleider Start uitvoering afstudeeropdracht Twee terugkomdagen Voorbereiden plan van aanpak Terugkomdag Tekenen contract afstudeeropdracht
Oktober 2014
Inleveren plan van aanpak met contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 17 oktober 2014
Terugkomdag
6 november 2014
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie, eerste examinator en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren beoordeling bedrijf (papier en e-mail).
Uiterste inleverdatum 16 december 2014
Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
December 2014
Diplomauitreiking
19 februari 2015
13 t/m 23 januari 2015
Student, docenten opleiding Student
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator, bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
-51-
Getekend contract afstudeeropdracht 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf. Alle 4 de exemplaren voorzien van 3 handtekeningen
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. PDF scriptie per e-mail naar eerste examinator. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 3:
november 2014 - april 2015
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
September – oktober 2014 September – november 2014 Augustus - oktober 2014. Uiterlijk 17 oktober 2014 moet er een goedgekeurd voorstel zijn November 2014
Student
Ingediend studieplan
Z.s.m.
Student
November 2014
Student
10 november 2014
Student
Rapportages, overleg
Data worden later bekend gemaakt November – december 2014 Datum wordt later bekend gemaakt December 2014
Student, docenten opleiding Student
Concept plan van aanpak
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen Afspraak maken docentbegeleider Start uitvoering afstudeeropdracht Twee terugkomdagen Voorbereiden plan van aanpak Terugkomdag Tekenen contract afstudeeropdracht
Student Student
De reactie van de afstudeercommissie op een voorstel
Afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Voltooide inschrijving
Student, docenten opleiding Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider Student
Inleveren plan van aanpak met contract afstudeeropdracht
Uiterlijk 19 december 2014
Terugkomdag
Datum wordt later bekend gemaakt Uiterste inleverdatum 17 maart 2015
Student, docenten opleiding Student
Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Maart 2015
Diplomauitreiking
30 april 2015
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator en bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, docent, student
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie, eerste examinator en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren beoordeling bedrijf (papier en e-mail).
31 maart, 1/2 april 2015
-52-
Getekend contract afstudeeropdracht 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf. Alle 4 de exemplaren voorzien van 3 handtekeningen
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. PDF scriptie per e-mail naar eerste examinator. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 4:
februari 2015 - juni 2015
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
Oktober 2014
Student
Ingediend studieplan
September – november 20134 Oktober 2014 – januari 2015. Uiterlijk 16 jan 2015 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Januari 2015
Student
Z.s.m.
Student
Januari 2015
Student
2 februari 2015
Student
Rapportages, overleg
Data worden later bekend gemaakt Februari – maart 2015 Datum wordt later bekend gemaakt Maart 2015
Student, docenten opleiding Student
Concept plan van aanpak
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (tweede examinator) en informeren afstudeerbedrijf Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen Afspraak maken docentbegeleider Start uitvoering afstudeeropdracht Twee terugkomdagen Voorbereiden plan van aanpak Terugkomdag Tekenen contract afstudeeropdracht
Student
Het antwoord van de afstudeercommissie op een voorstel
Afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Voltooide inschrijving
Student, docenten opleiding Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider Student
Inleveren plan van aanpak met contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 20 maart 2015
Terugkomdag
Datum wordt later bekend gemaakt Uiterste inleverdatum 2 juni 2015
Student, docenten opleiding Student
Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Mei / juni 2015
Diplomauitreiking
9 juli 2015
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator en bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator,do cent, student
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie, eerste examinator en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren beoordeling bedrijf (papier en e-mail).
16 t/m 26 juni 2015
-53-
Getekend contract afstudeeropdracht 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf. Alle 4 de exemplaren voorzien van 3 handtekeningen
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. PDF scriptie per e-mail naar eerste examinator. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 5:
maart 2015 - augustus 2015
Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Afstudeeropdracht verwerven Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
December 2015
Student
Ingediend studieplan
December 2014 – januari 2015 December 2014 – maart 2015. Uiterlijk 13 februari 2015 moet de aanvraag zijn goedgekeurd Maart 2015
Student
Z.s.m.
Student
Maart 2015
Student
2 maart 2015
Student
Rapportages, overleg
Data worden later bekend gemaakt Maart – mei 2015
Student, docenten opleiding Student
Concept plan van aanpak
Datum wordt later bekend gemaakt Mei 2015
Student, docenten opleiding Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider Student
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (twee examinator) en informeren afstudeerbedrijf Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen Afspraak maken docentbegeleider Start uitvoering afstudeeropdracht Twee terugkomdagen Voorbereiden plan van aanpak Terugkomdag Tekenen contract afstudeeropdracht
Student
Het antwoord van de afstudeercommissie op een voorstel
Afstudeercoördinator
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Voltooide inschrijving
Inleveren plan van aanpak met contract afstudeeropdracht
Uiterste inleverdatum 15 mei 2015
Terugkomdag
Datum wordt later bekend gemaakt Uiterste inleverdatum 7 juli 2015
Student, docenten opleiding Student
Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Juli 2015
Diplomauitreiking
September 2015
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator en bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator docent, student
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie, eerste examinator en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren beoordeling bedrijf (papier en e-mail).
26/27/28 augustus 2015
-54-
Getekend contract afstudeeropdracht 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf. Alle 4 de exemplaren voorzien van 3 handtekeningen
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. PDF scriptie per e-mail naar eerste examinator. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst
Afstudeerperiode 1 (cursusjaar 2015-2016): mei 2015 - november 2015 (voor deze periode zijn nog geen exacte data vastgesteld) Zie ook de Afstudeersite. Actie
Tijdstip
Wie
Resultaat (formulier/eisen)
Indienen studieplan bij studieadviseur Indienen voorstel voor een afstudeeropdracht via CRM
April 2015
Student
Ingediend studieplan
April - mei 2015. Uiterlijk half mei 2015 moet er een goedgekeurd voorstel zijn Mei 2015
Student
Het antwoord van de afstudeercommissie op een voorstel
Afstudeercoördinator
Z.s.m.
Student
Toegewezen eerste examinator en docentbegeleider / tweede examinator E-mail en leidraad naar afstudeerbedrijf Voltooide inschrijving
Mei 2015
Student
Eind mei 2015
Student
Rapportages, overleg
Data worden later bekend gemaakt Juni – augustus 2015 Datum wordt later bekend gemaakt Augustus 2015
Student, docenten opleiding Student
Concept plan van aanpak
Toewijzing eerste examinator, docentbegeleider (twee examinator) en informeren afstudeerbedrijf Inschrijven in Osiris voor de cursus afstuderen Afspraak maken docentbegeleider Start uitvoering afstudeeropdracht Twee terugkomdagen Voorbereiden plan van aanpak Terugkomdag Tekenen contract afstudeeropdracht
Student, docenten opleiding Student, docentbegeleider, bedrijfsbegeleider Student
Inleveren plan van aanpak met contract afstudeeropdracht
Uiterlijk half augustus 2015
Terugkomdag
Datum wordt later bekend gemaakt Uiterste inleverdatum half oktober 2015
Student, docenten opleiding Student
Rooster afstudeerzittingen maken Afstudeerzitting
Oktober 2015
Diplomauitreiking
December 2015
Afstudeercoördinator en afstudeeradministratie Student, eerste en tweede examinator en bedrijfsbegeleider en lid van het CvT Examencommissie, afstudeercoördinator, student
Inleveren scriptie bij de afstudeeradministratie, eerste examinator en plaatsen PDF op HBO Kennisbank. Inleveren beoordeling bedrijf (papier en e-mail).
November 2015
-55-
Getekend contract afstudeeropdracht 1 x inleveren bij afstudeeradministratie, 1x naar bedrijfsbegeleider, 1x naar docentbegeleider en 1x voor jezelf. Alle 4 de exemplaren voorzien van 3 handtekeningen
Scriptie met bijlagen in drievoud, CDROM/DVD en bewijs van upload in bezit van de afstudeeradministratie. Beoordeling bedrijf in bezit van afstudeeradministratie en examinatoren. PDF scriptie per e-mail naar eerste examinator. Definitief rooster Presentatie Discussie Beoordeling Diploma met cijferlijst