TWEEDE VERSLAG IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP CODRICO B.V. DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP HOLDRICO B.V.
Datum
:
22 februari 2010
Gegevens onderneming
:
de besloten vennootschap Codrico B.V., en de besloten vennootschap Holdrico B.V., beide gevestigd te 3072 AJ Rotterdam, Rijnhaven Z.z. 15
Insolventienummers
:
F 09/358 en 09/359
Datum uitspraken
:
29 mei 2009
R-C
:
Mr E.A. Vroom
Curator
:
Mr J.G. Princen
Activiteiten onderneming
:
Codrico: handel in, verwerking en bewerking van maïs; Holdrico: holding- en financieringsactiviteiten;
Omzetgegevens
:
zie het verslag d.d. 11 mei 2009
Personeel gemiddeld aantal
:
Codrico: 67 Holdrico: 1
Verslagperiode
:
1 juli 2009 tot en met 21 februari 2010
Bestede uren in verslagperiode
:
ruim 210 uren
Bijlagen: 1. concept financieel verslag 2. crediteurenlijst van Codrico B.V. 3. crediteurenlijst van Holdrico B.V. 1
1.
Inventarisatie Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009 en eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
2.
Personeel Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3.
Activa
3.1
Onroerende zaken Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009
3.2
Bedrijfsmiddelen Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
Onlangs is gebleken dat in Engeland nog een (volledig gereviseerde) extruder 125 MPF van Codrico staat opgeslagen. Deze extruder valt niet onder het pandrecht van ABN AMRO Bank N.V. en/of Amstel Lease Maatschappij N.V. en is niet aan Codrico Rotterdam en/of Itwaco B.V. verkocht. Deze extruder dient dus door de curator verkocht te worden, nadat deze is getaxeerd. De heren Van Overbeek en Buddingh´ hebben aangeboden om de curator, tegen een kostenvergoeding, te helpen om deze extruder te verkopen. De curator is ter zake met Van Overbeek en Buddingh´ in gesprek.
3.3
Bodemrecht Belastingdienst Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3.4
Voorraden Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
3.5
Overig Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
In de afgelopen verslagperiode heeft de ABN AMRO Bank N.V. al haar verplichtingen jegens de boedel met betrekking tot de surséance etc. vervuld. Zij heeft de laatste rekeningen van 2
leveranciers en vervoerders betreffende de surséance betaald dan wel de boedel daarvoor gecompenseerd. Ook heeft de ABN AMRO Bank de door haar van Itwaco B.V./Codrico Rotterdam B.V. ontvangen verkoopopbrengst van (de) twee opslagschepen van Codrico van per saldo EUR 30.960,50 aan de boedel afgedragen. Op beide schepen rustte immers geen hypotheek ten behoeve van de bank.
4.
Eigendomsvoorbehoud Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009 alsmede het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009. Alles is afgewikkeld.
5.
Debiteuren, liquide middelen Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
5.1
Liquide middelen/Kas Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
5.2
Bank Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.
Financiering / Zekerheden
6.1
Financiering Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.2
Zekerheden Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.3
Kredietovereenkomsten Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.4
Lease Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
3
6.5
Bruikleen Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
7.
Voortzetten / Doorstart Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
8.
Administratie Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
9.
Pauliana / Verrekening In het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009 was vermeld dat de curator een regeling had getroffen met de ABN AMRO Bank N.V., Amstel Lease Maatschappij N.V. en de heer Smeets wegens handelen in strijd met artikel 2:207 c BW bij de (her)financiering van Codrico in 2003. De boedel heeft, zoals in het verslag is vermeld, een boedelbijdrage ontvangen van EUR 250.000,--. Ter verduidelijking en ter vermijding van misverstanden ten nadele van de heer Smeets zij erop gewezen dat de heer Smeets het standpunt van de boedel bij voortduring heeft betwist. Hij heeft in persoon ook niets bijgedragen aan de door de boedel van de bank ontvangen boedelbijdrage van EUR 250.000,--. De verleende kwijting had op basis van de regeling met de bank (echter) ook betrekking op de heer Smeets.
Verder was in het eerste faillissementsverslag vermeld dat de curator zou onderzoeken of er eventuele andere paulianeuze althans onrechtmatige handelingen en/of verrekeningen zouden zijn verricht, één en ander naar aanleiding van een aantal concrete aanwijzingen in die richting.
De curator heeft ter zake SBV Forensics B.V. in de arm genomen. Het onderzoek van SBV Forensics B.V. is thans nagenoeg afgerond en er zijn, zo begrijpt de curator, geen paulianeuze dan wel andere onrechtmatige handelingen gebleken. Ook in de rekening-courant verhoudingen met het bestuur zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. Voor definitieve conclusies dient het definitieve rapport van SBV Forensics B.V. te worden afgewacht.
Uit het onderzoek van SBV Forensics B.V. is inmiddels wel definitief gebleken dat de (middellijk) bestuurder van Codrico, de heer Ir. M.G.N. van Overbeek, een aantal jaar een te 4
hoge vergoeding heeft ontvangen. Het gaat met name om de kosten van de door hem zakelijk gereden auto. De heer Van Overbeek heeft medegedeeld dat hij er, achteraf kennelijk ten onrechte, steeds van uit is gegaan dat hij op grond van de overeengekomen regelingen recht had op vergoeding van deze kosten. Tezamen met een, door de heer Van Overbeek overigens integraal erkende, rekening-courantschuld aan Codrico gaat het in totaal om (afgerond) EUR 150.000,-- dat de heer Van Overbeek aan de boedel dient (terug) te betalen. De curator en de heer Van Overbeek zijn thans in gesprek over een regeling ter zake.
10.
Bestuurdersaansprakelijkheid Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
11.
Belastingdienst, UWV
11.1
Vorderingen van de Belastingdienst De Belastingdienst heeft een totale vordering ingediend van EUR 195.906,--. Het betreft een LB-schuld. Opgemerkt wordt hierbij dat er nog aangifte gedaan zal moeten worden voor een aanslag ex artikel 29 lid 2 Wet OB van circa EUR 390.000,--.
11.2
Vorderingen van het UWV Het UWV heeft een boedelvordering aangemeld van per saldo EUR 154.036,09 alsmede een preferente vordering van EUR 15.191,02.
12.
Crediteuren De boedelvordering van Xercio Consultancy & Investment B.V. ad EUR 21.182,-- ter zake van de terbeschikkingstelling van de heer Marvin Buddingh´ gedurende de surséance periode is in de afgelopen verslagperiode door de boedel betaald. De ABN AMRO Bank N.V., financier en pandhouder, heeft de boedel ter zake gecompenseerd.
Thans zijn er 247 concurrente crediteuren voor een totaal bedrag van EUR 2.769.383,34 voorlopig erkend. De door Carillon Corporation N.V. ingediende vordering in het faillissement van Codrico ad EUR 2.464.604,04 en in het faillissement van Holdrico ad EUR 8.491.359,60 zijn als achtergesteld genoteerd. Overigens zijn vijf schuldeisers geplaatst op de lijst van voorlopig betwiste concurrente schuldvorderingen. Het gaat dan om onder meer de drie 5
leveranciers van Franse mais die arbitrage aanhangig hebben gemaakt bij de Chambre Arbitrale de Paris (zie 1.4 van het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009).
13.
Rechtbank Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
13.1
Plan van aanpak De curator zal in de komende periode de volgende onderwerpen aandacht geven: a.
verkoop Engelse extruder 125 MPF;
b.
afwikkeling terugbetalingsregeling Van Overbeek;
c.
vaststellen passief;
d.
afwikkeling/verificatie/uitdeling.
13.2
Indiening volgend verslag: uiterlijk 1 augustus 2010.
14.
Overig Het saldo van de boedelrekening van Codrico bedraagt per 29 januari 2010 EUR 1.317.784,21. Het saldo van de boedelrekening van Holdrico bedraagt nihil. Het is waarschijnlijk dat aan de concurrente crediteuren in het faillissement van Codrico een beperkte uitkering in het faillissement zal kunnen plaatsvinden.
Rotterdam, 22 februari 2010
J.G. Princen curator
6