JU
Aanwijzing executie (vervangende) vrijheidsstraffen, taakstraffen, geldboetes, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen Categorie: Executie, informatieverstrekking Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat: Hoofden van de parketten Registratienummer: 2003A0011 Datum vaststelling: 10 juni 2003 Datum inwerkingtreding: 1 augustus 2003 Geldigheidsduur: 1 augustus 2007 Publicatie in Stcrt.: 4 juli 2003 Vervallen: Aanwijzing executie (vervangende) vrijheidsstraffen, taakstraffen, boeten en maatregelen (1999A015) Relevante beleidsregels: Aanwijzing taakstraffen (2001A003); Instructie registratie en melding heenzendingen wegens plaatsgebrek (2002I005) Wetsbepalingen: Artikel 553 Wetboek van Strafvordering, 22c-k en 74 Wetboek van Strafrecht Jurisprudentie: Bijlage(n): Definities Achtergrond Als sluitstuk van de gehele strafrechtketen heeft executie van straffen (zowel vrijheidsstraffen, taakstraffen als geldboeten), een zeer hoge prioriteit met het oog op de geloofwaardigheid van de rechtshandhaving. Tevens geldt dit voor de executie van schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen. Het is noodzakelijk heldere afspraken tussen de betrokken diensten en het CJIB te maken om het executietraject zo goed mogelijk te stroomlijnen. Samenvatting Deze aanwijzing bevat regels betreffende de tenuitvoerlegging van: – vrijheidsstraffen, – taakstraffen, – schadevergoedingsmaatregelen/vervangende hechtenis, – geldboeten/vervangende hechtenis, – ontnemingsmaatregelen/vervangende hechtenis en lijfsdwang, – vervangende hechtenis in een politiecel,
met name voor zover het CJIB daarbij betrokken is. Executie 1. Opbouw hoofdstuk Dit hoofdstuk is onderverdeeld in de volgende paragrafen: – Taken CJIB (paragraaf 2) – Afbakening van bevoegdheden (paragraaf 3) – Uitgangspunten en definities (paragraaf 4) – Tenuitvoerlegging van geldboeten, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen (paragraaf 5) – Tenuitvoerlegging van taakstraffen (paragraaf 6) – Tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen (paragraaf 7) – Tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis en lijfsdwang (paragraaf 8) – Aanmaken, uitzenden en terugmelden van arrestatiebevelen (paragraaf 9) – Signalering in het OPS (opsporingsregister) (paragraaf 10) – Betalingsregelingen (paragraaf 11) – Logistieke verantwoordelijkheden tussen het CJIB, de politie en het Bureau Capaciteitsbenutting en Logistiek (BCL) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI/ministerie van Justitie) (paragraaf 12) 2. Taken CJIB – Het CJIB is in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM) belast met de executie van geldboeten, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen. – Het CJIB is in opdracht van het OM belast met de logistieke ondersteuning van het OM waaronder registratie en proces/termijnbewaking van de tenuitvoerlegging van de taakstraf en vrijheidsstraf. – Het CJIB legt de gegevens vast omtrent de inning en incasso van geldboeten, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen en de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en taakstraffen in een geautomatiseerd systeem.
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
– Het CJIB draagt zorg voor de betekening van gerechtelijke stukken van personen die in het opsporingsregister zijn opgenomen en gedetineerd zijn in een penitentiaire inrichting (PI). – Het CJIB is verantwoordelijk voor de logistieke verdeling van de arrestatiebevelen terzake van vrijheidsstraffen en vervangende hechtenis. – Het CJIB is verantwoordelijk voor het vervaardigen en het toedelen van arrestatiebevelen aan de politiekorpsen. – Het CJIB legt de gegevens vast omtrent de arrestatiebevelen in een geautomatiseerd systeem. 3. Afbakening bevoegdheden – De parketten blijven verantwoordelijk voor de advisering over gratie. Het CJIB, in opdracht van het OM, of de DJI behandelt de op de vrijheidsstraf betrekking hebbende correspondentie, voor zover dit binnen hun taakgebied valt. – Het OM kan het CJIB in bijzondere gevallen schriftelijk en met opgave van redenen aanwijzingen geven. – Het CJIB is bevoegd tot het, namens de officier van justitie, uitvaardigen van arrestatiebevelen ter tenuitvoerlegging van (vervangende) vrijheidsstraf. – Het CJIB is bevoegd tot het verschaffen van informatie aan OM en Stichting Reclassering Nederland (SRN) ten behoeve van een goede uitvoering van de taakstraf. – De coördinatie van de tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis, vreemdelingenzaken en aanhoudingen op internationale buitenlandse signaleringen blijft de verantwoordelijkheid van het parket. – Indien er bijzondere omstandigheden zijn die er toe leiden dat het OM de tenuitvoerlegging van een straf- of maatregel wil opschorten of de incasso ervan wil laten stopzetten om andere redenen dan een ingesteld gratieverzoek of rechtsmiddel, dan dient zij dit schriftelijk en met redenen omkleed aan het CJIB mede te delen, het CJIB trekt vervolgens de
1
boete/maatregel(en) in en stopt de incasso. – Indien het CJIB onjuistheden constateert in de aangeleverde gegevens dan kan zij de gegevens bij het parket verifiëren.
melding onder opgave van redenen door DJI aan het CJIB. – In geval van niet-geplande arrestaties meldt het CJIB aan de politie wanneer er celruimte ter beschikking komt. Plaatsing in een Huis van Bewaring (HvB) dient in beginsel 4. Uitgangspunten en definities direct na de inbewaringstelling plaats te vinden. Tenzij de rechter anders 4.1. Inning van geldboeten, schadever- heeft bepaald, kan de selectiefunctiogoedings- en ontnemingsmaatregelen naris van DJI besluiten het verblijf in – Alle opgelegde geldboeten en maat- de politiecel tot maximaal tien dagen regelen dienen zo snel mogelijk te (te rekenen vanaf het moment dat het worden geïnd. bevel bewaring ingaat) te verlengen, – De executie van de geldboeten en indien geen plaats in het huis van schadevergoedingsmaatregelen wordt bewaring beschikbaar is1. gestaakt en de vordering wordt afge– Het CJIB beoordeelt of een betrokboekt indien veroordeelde overlijdt. kene in aanmerking komt voor de De executie van ontnemingsmaatrege- zelfmeldprocedure. Is dat het geval len wordt niet gestaakt indien veroor- dan wordt de zaak overgedragen aan deelde overlijdt. het BCL. Komt betrokkene niet voor – Indien de inning en/of het verhaal deze procedure in aanmerking dan met/zonder dwangbevel niet succesvol wordt een arrestatiebevel (AB) uitgekan worden afgesloten, wordt een vaardigd. arrestatiebevel uitgevaardigd. – In geval van samenloop van een – Het ondergaan van vervangende vrijheidsstraf/vervangende hechtenis hechtenis heeft met betrekking tot de en een taakstraf heeft de tenuitvoerschadevergoedingsmaatregel de belegging van de vrijheidsstraf/vervantalingsverplichting niet op (zie schagende hechtenis voorrang. devergoedingsmaatregelen, par. 5.2.) In het algemeen geldt terzake van – Als datum van betaling zal in de uitvoering van beginsel gelden de datum waarop de vrijheidsstraffen/vervangende hechterekening van het CJIB is gecrediteerd. nis de volgende volgorde van tenuitvoerlegging: – De kosten van het verhaal komen – vrijheidsstraf; binnen wettelijke grenzen ten laste – vervangende hechtenis schadevervan veroordeelde. goedingsmaatregel; – De door de parketten ontvangen betalingen worden, onder vermelding – vervangende hechtenis taakstraf; van het parketnummer, overgemaakt – vervangende hechtenis geldboete; – vervangende hechtenis ontnemingsnaar het CJIB. In geval van samenloop van finan- maatregel/lijfsdwang; – gijzeling (de gijzeling als dwangmidciële vorderingen geldt de volgende del in het kader van inning van een volgorde van executie: administratiefrechtelijk opgelegde – schadevergoedingsmaatregelen; sanctie komt verder niet ter sprake in – geldboeten; deze aanwijzing); – ontnemingsmaatregelen; Verder geldt bij vrijheidsstraffen/ – WAHV-sancties (de inning van administratiefrechtelijke sancties vervangende hechtenis in beginsel dat komt verder niet ter sprake in deze de oudste straf per categorie vooraanwijzing). rang heeft op de jongste en de langste straf in duur voorrang op de kortste. 4.2. Tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en taakstraffen 4.3. Definities – De vrijheidsstraf en de taakstraf – Inningsfase: de fase van executie worden zo snel mogelijk tenuitvoerge- waarin aan degene tegen wie de legd. straf/maatregel zich richt een aan– Vervangende hechtenis wordt schrijving en aanmaningen met aanzoveel mogelijk aansluitend aan reeds gehechte optisch leesbare acceptgiroaangevangen vrijheidsstraf tenuitvoer- kaarten (OLA) wordt gezonden, tot gelegd. op het moment waarop de betaling is – In geval van geplande arrestaties verricht danwel de daartoe verleende vindt geen wegzending plaats. Vindt termijn(en) is/zijn verstreken. wegzending toch plaats dan volgt – Incassofase: de fase die intreedt als
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
in de inningsfase geen volledige betaling is verricht. In deze fase kan met of zonder dwangbevel beslag worden gelegd op de goederen van veroordeelde, door middel van een AB vervangende hechtenis worden tenuitvoergelegd of kan de maatregel worden gesignaleerd in het opsporingsregister (OPS). – OH-zaak (onherroepelijke zaak): een vonnis/arrest, schadevergoedingsof ontnemingsmaatregel waartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat. – NOH-zaak (niet-onherroepelijke zaak): een zaak waartegen nog een gewoon rechtsmiddel openstaat. Een NOH-zaak is executeerbaar (NOH/EX (niet-onherroepelijk/executeerbaar)) als geen mededeling omtrent de beslissing (de verstekmededeling) behoeft te worden gedaan (bij de meeste kantonzaken), of als die mededeling wel moet worden gedaan en ook is gedaan. Een NOHzaak is niet-executeerbaar (NOH/NE (niet-onherroepelijk/niet-executeerbaar)) indien geen verstekmededeling is gedaan terwijl dat wel had gemoeten. 5. Tenuitvoerlegging van geldboeten, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen 5.1. Algemene uitgangspunten 5.1.1. Inningsfase algemeen Alle door de rechter opgelegde geldboeten, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen dienen, nadat ze onherroepelijk zijn geworden (bij boetevonnissen ook de NOH/EX en NOH/NE-zaken), zo spoedig mogelijk te worden overgedragen door het arrondissementsparket aan het CJIB. Het CJIB maakt OLA’s aan, gebaseerd op door de parketten aangeleverde gegevens. Het parket is verantwoordelijk voor een volledige, correcte en tijdige overdracht. Indien van een veroordeelde zowel een bevolkings- als een verblijfsadres bekend is worden beide adressen door het parket aan het CJIB gemeld. Mutaties die betrekking hebben op het adres/woonplaats van veroordeelde worden altijd en zo spoedig mogelijk aan het CJIB gemeld. Indien blijkt dat er onjuistheden in de overdracht zitten, dan kan het parket dit door middel van een apart bericht -onder parketnummer- melden aan
2
het CJIB. Het CJIB beoordeelt in hoeverre de fout onmiddellijk hersteld dient te worden dan wel of het voor veroordeelde desondanks voldoende duidelijk heeft kunnen zijn dat de executie hem betrof. In een volgende fase wordt de fout in ieder geval hersteld. In eerste instantie wordt getracht de geldboete, schadevergoedingsen/of ontnemingsmaatregel te executeren door middel van toezending van een OLA. Het CJIB maakt OLA’s aan, gebaseerd op door de parketten aangeleverde vonnis- of arrestgegevens. Alvorens een zaak door gaat naar de incassofase verricht het CJIB standaard een adresverificatie. Indien er sprake is van een nieuw adres waardoor de betrokkene de OLA mogelijk niet heeft ontvangen, komt de zaak afhankelijk van de ingangsdatum opnieuw in de inningsfase. Voor niet-onherroepelijke geldboetevonnissen wordt na aanschrijving onmiddellijk een arrestatiebevel uitgevaardigd ter betekening van het vonnis. 5.1.2. Incassofase algemeen Als op grond van de OLA geen - volledige - betaling plaatsvindt, wordt getracht te executeren door middel van toepassing van verhaal met of zonder dwangbevel. De dwangbevelen worden, op last van een landelijk executie-officier, door het CJIB ter executie in handen gesteld van een deurwaarder. Het CJIB bewaakt de voortgang van de afhandeling. Van toepassing van verhaal kan worden afgezien indien er voldoende aanwijzingen zijn die aannemelijk maken dat dit niet zal leiden tot afdoening van de zaak. In de incassofase wordt zo veel mogelijk persoonsgericht gewerkt, hetgeen inhoudt dat slechts een lokale instantie, bijvoorbeeld een gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van de vonnissen tegen een veroordeelde. Indien verhaal niet tot (voldoende) resultaat leidt, wordt een arrestatiebevel uitgevaardigd om vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen. Tevens kan signalering in het OPS plaatsvinden. Indien blijkt dat een veroordeelde uit anderen hoofde is gedetineerd, wordt in beginsel de gewone procedure gevolgd, dat wil zeggen toezending van OLA’s aan het detentieadres, en
vervolgens overdracht aan een gerechtsdeurwaarder. Wordt van verhaal afgezien of blijkt dit onmogelijk dan zal de vervangende hechtenis zoveel mogelijk aansluitend worden tenuitvoergelegd.
vaardigd voor tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. De tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolge de maatregel tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet op.
5.2. Tenuitvoerlegging van schadevergoedingsmaatregelen
5.3. Tenuitvoerlegging van geldboeten
5.2.1. Algemeen – Een schadevergoedingsmaatregel is een door de strafrechter opgelegde maatregel tot betaling aan de staat ten behoeve van een slachtoffer als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht (WvSr). Aan het CJIB worden uitsluitend uitspraken inzake schadevergoedingsmaatregelen overgedragen die onherroepelijk zijn. – Gelijktijdige executie van de schadevergoedingsmaatregel door het CJIB en de toewijzing benadeelde partij is uitgesloten. 5.2.2. Inningsfase De door het CJIB ontvangen gelden worden onverwijld afgedragen aan het slachtoffer. Als sprake is van meer slachtoffers worden de ontvangen gelden naar rato van de toegewezen schadevergoeding verdeeld. Indien veroordeelde het verschuldigde bedrag op de eerste OLA niet (tijdig of volledig) heeft betaald, wordt hem na het verstrijken van de betaaltermijn een eerste wettelijke verhoging opgelegd (art. 24 b WvSr). Voor betaling van het op dat moment verschuldigde bedrag wordt hem/haar een eerste aanmaning met OLA gezonden. Indien veroordeelde op de eerste aanmaning niet tijdig of volledig betaalt, wordt hem een tweede wettelijke verhoging opgelegd (artikel 24 b WvSr). Veroordeelde kan hiervan door middel van een tweede aanmaning in kennis worden gesteld. Reageert veroordeelde in de inningsfase niet door betaling of anderszins dan gaat de zaak door naar de incassofase. 5.2.3. Incassofase In de incassofase wordt zo veel mogelijk persoonsgericht gewerkt, hetgeen inhoudt dat slechts een lokale instantie, bijvoorbeeld een gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van de vonnissen tegen een veroordeelde. Als de innings- en incassofase niet voldoende resultaat hebben opgeleverd, wordt een arrestatiebevel uitge-
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
5.3.1. Inningsfase OH en NOH/EX boetevonnissen worden ter executie overgedragen aan het CJIB. Het CJIB maakt OLA’s aan gebaseerd op door de parketten aangeleverde vonnis- of arrestgegevens. NOH/NE boetevonnissen worden uitsluitend ter registratie overgedragen aan het CJIB. Het executerende parket is verantwoordelijk voor de betekening dan wel mededeling van het vonnis aan de veroordeelde. Het vervolg van het executieproces hangt af van de status van de zaak: OH of NOH/EX. OH-zaken: Indien veroordeelde het verschuldigde bedrag op de eerste OLA niet (tijdig of volledig) heeft betaald, wordt hem na het verstrijken van de betaaltermijn een eerste wettelijke verhoging opgelegd (art. 24 b WvSr). Voor betaling van het op dat moment verschuldigde bedrag wordt hem/haar een eerste aanmaning met OLA gezonden. Indien veroordeelde op de eerste aanmaning niet tijdig of volledig betaalt, wordt hem een tweede wettelijke verhoging opgelegd (artikel 24 b WvSr). Veroordeelde kan hiervan door middel van een tweede aanmaning in kennis worden gesteld. Reageert veroordeelde in de inningsfase niet door betaling of anderszins dan gaat de zaak door naar de incassofase. NOH/EX-zaken: Indien veroordeelde het verschuldigde bedrag op de eerste OLA niet (tijdig of volledig) heeft betaald, wordt in beginsel direct een arrestatiebevel ter betekening aan de politie gezonden. Er worden dan geen verhogingen toegepast. Het betreft hier veroordelingen die kunnen worden tenuitvoergelegd, tenzij de veroordeelde aangeeft enig gewoon rechtsmiddel (verzet, hoger beroep of beroep in cassatie) te willen instellen. De opsporingsambtenaar deelt in die gevallen de veroordeelde mede dat deze bij het nader aan te duiden vonnis of arrest is veroordeeld. Zoveel mogelijk wordt medege-
3
deeld tot welke straffen de betrokkene volgens het arrestatiebevel is veroordeeld en dat binnen veertien dagen een rechtsmiddel kan worden ingesteld. De opsporingsambtenaar geeft bij proces-verbaal kennis aan het executerende parket. Het arrestatiebevel wordt met het proces-verbaal meegezonden. Aan de veroordeelde wordt een afschrift van het procesverbaal uitgereikt. De duur van de aanhouding ten behoeve van de tenuitvoerlegging mag niet langer zijn dan noodzakelijk om de veroordeelde in kennis te stellen. Het CJIB ontvangt het afloopbericht van de politie en informeert het executerende parket. Het executerende parket is verantwoordelijk voor het afwerken van het vonnis. In geval van detentie van veroordeelde worden het NOH-vonnis of arrest aan de penitentiaire inrichting (PI) gezonden en wordt de uitspraak door een ambtenaar van de PI aan betrokkene bekendgemaakt. De PI stelt het executerende parket hiervan in kennis. De door het CJIB ontvangen gelden worden afgedragen aan het ministerie van Justitie.
van Justitie ontvangen gelden worden overgeboekt op een rekening van het ministerie van Justitie
het OM overgedragen aan het CJIB. Het CJIB verifieert de adresgegevens van betrokkene en kijkt of er openstaande executeerbare vrijheidsstraf5.4.2. Incassofase fen lopen tegen de taakgestrafte. Zo Indien er conservatoir beslag is gelegd ja, dan vindt executie van die taakwordt degene tot wie de maatregel straffen plaats volgens de onder 4.2. zich richt in de inningsfase uitgenoopgenomen prioritering en wordt de digd een betalingsaanbod te acceptetaakstraf-transactie in beginsel aangeren om verdere executie van het con- houden. Zo nee, dan wordt de taakservatoire beslag te voorkomen. straf-transactie door het CJIB doorIndien het betalingsaanbod niet geleid naar de SRN. Het CJIB wordt geaccepteerd dan wordt het bewaakt de termijnen waarbinnen de beslag uitgewonnen volgens de regels taakstraf moet worden volbracht en van het Wetboek van Burgerlijke verzendt zonodig een rappel. Kan de Rechtsvordering. taakstraf niet binnen de gestelde terIn eerste instantie wordt getracht mijn worden volbracht dan meldt de de ontnemingsmaatregel te executeren SRN dit uiterlijk 21 dagen voor expidoor middel van toepassing van verratiedatum via een rapportage aan haal met of zonder dwangbevel, in het CJIB waarna het CJIB het OM het eerste geval door de deurwaarder. verzoekt de termijn te verlengen. Het Heeft dit geen of onvoldoende resulOM bericht binnen veertien dagen taat dan kan de landelijk executieaan het CJIB over dit verlengingsverofficier van justitie, zo nodig in over- zoek. Indien het CJIB na deze veerleg met het executerende parket: tien dagen geen beslissing of anders– Een gerechtsdeurwaarder inschake- zins bericht van het OM heeft len indien er reden is om aan te ontvangen, wordt de verlenging nemen dat degene tot wie de maatre- geacht ’ambtshalve’ met zes maanden gel zich richt in de toekomst mogelijk te zijn gegeven. Heeft na deze verlenwel over vermogen zal beschikken. ging nog steeds geen uitvoering aan – Indien degene tot wie de maatregel de taakstraf kunnen plaatsvinden dan zich richt wel in staat wordt geacht, treedt de dagvaardingsprocedure in doch niet bereid is te betalen een werking als de overschrijding te wij5.3.2. Incassofase arrestatiebevel uitvaardigen voor ten- ten is aan de taakgestrafte of kan uitIn de incassofase wordt persoonsgeuitvoerlegging van de vervangende voering van de taakstraf niet meer richt gewerkt, dat wil zeggen dat het hechtenis. plaats vinden als de overschrijding te CJIB zaken tegen dezelfde persoon – Indien daartoe termen aanwezig wijten is aan SRN/OM. zoveel mogelijk gebundeld aanbiedt zijn de verminderingsprocedure ex De SRN informeert het CJIB over de aan een gerechtsdeurwaarder. Als de art. 577b WvSv aanvangen. afloop of het verloop van de uitvoedeurwaarder geen succes boekt, Executie van de vervangende hech- ring van de taakstraf. Het CJIB wordt een arrestatiebevel uitgevaartenis vindt niet automatisch plaats, informeert het OM over de afloop of digd. maar pas na een expliciete beslissing het verloop van de uitvoering van de van de landelijk executie-officier van taakstraf. 5.4. Tenuitvoerlegging ontnemingsjustitie. Deze beslissing kan ook Indien de tenuitvoerlegging van de maatregelen plaatsvinden na herhaald verhaalson- taakstraf-transactie mislukt beoorderzoek, eventueel gedurende verdeelt het OM of de taakgestrafte als5.4.1. Inningsfase scheidene jaren. nog een dagvaarding wordt uitgeIndien een schikkingsvoorstel in het Het initiatief tot de tenuitvoerlegreikt. kader van een ontnemingsprocedure ging van de vervangende hechtenis te laat wordt nagekomen en de offimet betrekking tot de ontnemings6.2. Taakstrafvonnis cier van justitie heeft besloten tot ver- maatregel door middel van het uitHet taakstrafvonnis wordt door het dere vervolging, wordt het betaalde vaardigen van een arrestatiebevel OM overgedragen aan het CJIB. Het bedrag niet terugbetaald aan degene komt voor rekening van de landelijk CJIB verifieert de adresgegevens van die de betaling heeft verricht, doch executie-officier van justitie in samen- betrokkene en kijkt of er openstaande wordt op dat bedrag, als een daartoe werking met het CJIB. Het CJIB executeerbare vrijheidsstraffen lopen strekkende machtiging van de coördineert, onverminderd de verant- tegen de taakgestrafte. Zo ja, dan Rechter-commissaris is/wordt verkre- woordelijkheid van het parket, de vindt executie plaats volgens de onder gen, onmiddellijk conservatoir beslag tenuitvoerlegging. 4.2. opgenomen prioritering. Zo nee, gelegd (onder de officier van justitie dan wordt de taakstraf door het CJIB zelf). 6. Taakstraffen doorgeleid naar de SRN. Het CJIB Er worden geen verhogingen bij ontbewaakt de termijnen waarbinnen de nemingsmaatregelen gehanteerd 6.1. Taakstraf-transactie taakstraf moet worden volbracht en De door het CJIB namens de minister De taakstraf-transactie wordt door verzendt zonodig een rappel. Kan de
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
4
taakstraf niet binnen de gestelde termijn worden volbracht dan meldt de SRN dit uiterlijk 21 dagen voor expiratiedatum via een rapportage aan het CJIB waarna het CJIB het OM verzoekt de termijn te verlengen. Het OM bericht binnen 14 dagen aan het CJIB over dit verlengingsverzoek. Indien het CJIB na deze 14 dagen geen beslissing of anderszins bericht van het OM heeft ontvangen, wordt de verlenging geacht ’ambtshalve’ met 1 jaar te zijn verlengd. Heeft na deze verlenging nog steeds geen uitvoering aan de taakstraf kunnen plaatsvinden dan treedt de omzettingsprocedure in werking als de overschrijding te wijten is aan de taakgestrafte of is sprake van verval van executie als de overschrijding te wijten is aan SRN/OM.De SRN informeert het CJIB over de afloop of het verloop van de uitvoering van de taakstraf. Het CJIB informeert het OM over de afloop of het verloop van de uitvoering van de taakstraf. Indien de tenuitvoerlegging van de taakstraf is mislukt, beoordeelt het OM of de taakgestrafte de door de rechter opgelegde vervangende hechtenis moet ondergaan. 7. Tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen Het doel van het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA) is de executie van vrijheidsstraffen een zoveel mogelijk persoonsgerichte invulling te geven. Hieruit vloeit voort dat het CJIB een aantal (door het College van procureursgeneraal opgedragen) taken en verantwoordelijkheden van de arrondissementsparketten overneemt. Het gaat hierbij om: – De registratie en het beheer van uitstaande arrestatiebevelen en signaleringen van onherroepelijke, onvoorwaardelijk opgelegde vonnissen waarbij een vrijheidsstraf is opgelegd; het betreft hier ook de vonnissen van personen die uit anderen hoofde gedetineerd zijn. Deze vonnissen worden door het LCA zo spoedig mogelijk overgedragen aan de penitentiaire inrichting. – De coördinatie van de tenuitvoerlegging van bovenbedoelde vonnissen. – Het verzenden en retour ontvangen van eerdergenoemde arrestatiebevelen aan en van de politie. – Het plaatsen en intrekken van signaleringen van vonnissen waarbij een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is opgelegd. – Het fungeren als intermediair tussen de politie, de Dienst Vervoer (DVO) en het BCL, waar het gaat om plaatsing van arrestanten. Het CJIB draagt tevens zorg voor de afstemming van arrestaties op de beschikbare celruimte. Hiermee is gereguleerde arrestatie mogelijk, en is voor de aldus gearresteerden celruimte in beginsel gegarandeerd. Daarnaast is er ook sprake van nietgereguleerde arrestaties (zoals arrestatiebevelen voor vervangende hechtenis), waarvoor celruimte niet is gegarandeerd. Het OM is verplicht de door de rechter opgelegde straffen te executeren. Dit betekent dat het OM in geen enkel geval de bevoegdheid heeft straffen te compenseren anders dan van rechtswege2 of krachtens rechterlijk bevel. Compensatie kan enkel door de rechter worden uitgesproken op voet van het bepaalde in artikel 90 lid 4 Wetboek van Strafvordering3.
spoedig mogelijke) plaatsing in een HvB. Het CJIB dient ervoor zorg te dragen dat, wanneer iemand ter executie van een vervangende hechtenis is aangehouden, zo spoedig mogelijk plaatsing in en overbrenging van de aangehouden persoon naar een HvB plaats heeft. De selectiefunctionaris kan op grond van art. 15a van de Penitentiaire beginselenwet de betrokkene ten hoogste tien dagen in een politiecel laat verblijven indien sprake is van capaciteitstekort. Uitgangspunt is dat tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis niet op het politiebureau plaats vindt. Indien plaatsing in een HvB niet binnen de termijn kan worden gerealiseerd en indien betrokkene bezwaar heeft gemaakt, dient betrokkene in vrijheid te worden gesteld. In geval van een ontnemingsmaatregel kan lijfsdwang worden toegepast indien verlof tot tenuitvoerlegging door de rechter is verleend en de beslissing aan veroordeelde is betekend.
8. Tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis en lijfsdwang Indien de toepassing van verhaal door de deurwaarder niet leidt tot (volledige) afdoening, dan wel aannemelijk is dat toepassing van verhaal niet succesvol zal zijn, volgt tenuitvoerlegging door middel van een arrestatiebevel. Indien de tenuitvoerlegging van de taakstraf mislukt kan het OM overgaan tot omzetting van de taakstraf in de door de rechter opgelegde vervangende hechtenis (zie ook punt 6.) Het OM betekent, door tussenkomst van het CJIB, de omzetting aan de veroordeelde. De arrestatiebevelen worden door het CJIB naar een centraal punt in de politieregio gestuurd. Het CJIB bewaakt de voortgang. Gelet op de Penitentiaire beginselenwet, artikelen 9, 10, 15 en 15a dient tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis in beginsel plaats te vinden in een HvB. Niet altijd echter kan plaatsing in een HvB en overbrenging daar naar toe onmiddellijk na de aanhouding van een veroordeelde geschieden. Wanneer onmiddellijke plaatsing in een HvB niet mogelijk is, is het redelijk dat de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis wordt aangevangen op een politiebureau, in afwachting van (zo
9. Aanmaken, uitzetten en terugmelden arrestatiebevelen
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
9.1. Uitvaardigen arrestatiebevel De tenuitvoerlegging van arrestatiebevelen geschiedt door rechtstreekse aanbieding van het arrestatiebevel door het CJIB aan de politie in wier regio de woon- of verblijfplaats van de veroordeelde is gelegen, nadat de noodzakelijke verificaties hebben plaatsgevonden. Het CJIB bewaakt de voortgang van de afhandeling van de arrestatiebevelen. In beginsel dient de politie het arrestatiebevel binnen drie maanden ten uitvoer te leggen. Na zes maanden zal de politie worden gerappelleerd voor de nog openstaande arrestatiebevelen en moeten de arrestatiebevelen in beginsel zijn afgedaan, tenzij kan worden aangegeven dat een onderhavige zaak nog steeds in behandeling is. In dat geval heeft men nog maximaal drie maanden om het arrestatiebevel ten uitvoer te leggen. Hierdoor komt de maximale termijn voor afdoening van een arrestatiebevel op negen maanden, waarna het arrestatiebevel automatisch door het CJIB teruggehaald wordt voor plaatsing in het opsporingsregister.
5
9.2. Afloopbericht arrestatiebevel Na het afhandelen van het arrestatiebevel meldt politie de wijze van afloop aan het CJIB. Mogelijke wijzen van afloop zijn: Boete volledig betaald Bij een volledige betaling meldt de politie de afloop aan het CJIB onder vermelding van het bedrag dat is geïnd. Het ontvangen bedrag wordt gereserveerd en gestort op een aparte rekening of tussenrekening bij de politie. Het CJIB maakt een factuur aan over een verwerkingsperiode en zendt periodiek een dergelijke factuur aan de politie. De politie controleert de ontvangen factuur en stort, na akkoord, het op de factuur vermelde bedrag op de rekening van het CJIB. In de toekomst zal deze procedure worden vervangen door zaaksgericht afrekenen (FIDEX) zonder facturen. Bij ontnemings- en schadevergoedingsmaatregelen dient de politie zodra het opgelegde bedrag is geïnd, de zaak af te melden bij en het opgelegde bedrag af te rekenen met het CJIB. NOH-vonnis is medegedeeld In beginsel dient de politie zo mogelijk de boete van het niet-onherroepelijk vonnis/arrest te innen. In ieder geval dient het vonnis zo spoedig mogelijk te worden meegedeeld aan de veroordeelde. Politie meldt de mededeling dan wel de betaling van het boetevonnis aan het CJIB. Boete gedeeltelijk betaald Indien een veroordeelde bij de politie een deelbetaling wenst te doen, mag dit alleen plaatsvinden indien de politie de zaak in zijn geheel afdoet. Dat wil zeggen dat een deelbetaling uitsluitend mag worden geïnd indien: – de veroordeelde niet kan worden ingesloten in een PI voor het ondergaan van het resterend aantal dagen vervangende vrijheidsstraf en derhalve wordt heengezonden; – de veroordeelde het resterende aantal dagen van de vervangende vrijheidsstraf, na goedkeuring door het CJIB, kan ondergaan in een politiecel. De afloopberichten aan het CJIB kunnen op de gebruikelijke wijze plaatsvinden. Hieruit vloeit voort dat indien een veroordeelde een deelbetaling wenst
te doen en voor het resterende gedeelte van de geldboete dient te worden ingesloten in een PI voor het ondergaan van een deel van de vervangende vrijheidsstraf, veroordeelde de deelbetaling in de PI dient te doen. De PI meldt de deelbetaling door middel van een afloopbericht aan het CJIB. In dat geval mag de deelbetaling dus niet door de politie via PAPOS/X-POL worden gemeld aan het CJIB. Veroordeelde reeds ingesloten uit anderen hoofde Indien de politie blijkt dat de veroordeelde reeds is ingesloten uit andere hoofde in een PI, meldt de politie dit aan het CJIB, zo mogelijk onder vermelding van de plaats van insluiting c.q. de naam van de inrichting. Het CJIB streeft ernaar de insluiting zo veel als mogelijk aansluitend op de reeds lopende detentie te laten uitvoeren. Veroordeelde is onvindbaar Als de politie constateert dat de veroordeelde onvindbaar is meldt zij dit aan het CJIB onder opgaaf van de bevindingen (vertrokken onbekend waarheen, niet ingeschreven, et cetera). Indien de veroordeelde wel is ingeschreven op een bevolkingsadres dan wel het verblijfsadres bekend is kan zij dat slechts constateren indien zij tenminste driemaal, waarvan eenmaal ’s avonds, daadwerkelijk dit adres of de adressen heeft bezocht. Indien dit geen resultaat heeft gehad, zal het CJIB na het afloopbericht van politie te hebben ontvangen het boetevonnis aanbieden aan de Directie Recherche Koninklijke Landelijke Politie Diensten voor opname in het opsporingsregister. Veroordeelde is overleden De politie verifieert bij het bevolkingsregister en meldt de afloop onder vermelding van de datum van overlijden en de gemeente waar het overlijden is geregistreerd aan het CJIB. Veroordeelde is verhuisd (met nieuw adres) Indien de veroordeelde is verhuisd binnen de regio-korpsgrens handelt dezelfde politie-instantie de zaak af, onder vermelding van het nieuwe adres aan het CJIB.
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
Indien de veroordeelde is verhuisd buiten de regio-korpsgrens meldt de politie een afloop aan het CJIB. Het CJIB zendt in dat geval een nieuw arrestatiebevel aan de regio waarin de woon- of verblijfplaats van de veroordeelde is gelegen. Het is de politieinstantie niet toegestaan het arrestatiebevel of de gegevens zelfstandig door te zenden. Retour op verzoek van CJIB Om verschillende redenen, zaakverband, nieuw adres, alsnog betaling etcetera, kan het CJIB een politieinstantie verzoeken een arrestatiebevel te retourneren. Andere mogelijkheden – Vertrokken, onbekend waarheen. – Wel ingeschreven, maar niet woonachtig op het adres. – Veroordeelde is onbekend bij het bevolkingsregister. – Veroordeelde is varende. – Veroordeelde is ambulant. – Overig, te weten … De politie registreert de data en tijdstippen van de door haar afgelegde bezoeken, eventuele adresverificaties en de uitoefening van dwangmiddelen, bij de tenuitvoerlegging van arrestatiebevelen of OPS-signaleringen. 10. Signalering in het OPS 10.1. Vrijheidsstraffen, taakstraffen, geldboetevonnissen en schadevergoedingsmaatregelen Vrijheidsstraffen, geldboetevonnissen en schadevergoedingsmaatregelen van veroordeelden zonder bekende woonof verblijfplaats in Nederland worden na registratie door het CJIB rechtstreeks ter signalering aangeboden aan de Directie Recherche Koninklijke Landelijke Politie Diensten (KLPD)4 ter opname in het OPS. Ook geldboetevonnissen en schadevergoedingsmaatregelen voor nietingezetenen die niet (voldoende) hebben betaald op de aanschrijving naar het buitenland worden ter signalering aangeboden aan de Directie Recherche KLPD. Vrijheidsstraffen, geldboetevonnissen, schadevergoedingsmaatregelen voor veroordeelden die bij de tenuitvoerlegging van een arrestatiebevel onvindbaar blijken zullen ook ter sig-
6
nalering worden aangeboden aan de Directie Recherche KLPD. Signalering voor taakstraffen kan alleen indien sprake is van omzetting in vervangende hechtenis. Het CJIB is bevoegd tot intrekking van de signaleringen.
wordt door de Directie Recherche KLPD gemeld aan het CJIB. De politie meldt de afloop van de behandeling van de OPS-signalering aan het CJIB, overeenkomstig de berichten zoals die zijn omschreven in paragraaf 8.2. ‘afloop arrestatiebevel’.
10.2. Ontnemingsmaatregelen Ontnemingsmaatregelen ten laste van hen die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland hebben, en van wie ook geen verhaalbare vermogensbestanddelen zijn opgespoord worden na verwerking door het CJIB, na een beslissing van de landelijk executie-officier, ter signalering aangeboden aan Directie Recherche KLPD ter opname in het OPS. Ook ontnemingsmaatregelen ten laste van niet-ingezetenen die niet (voldoende) hebben betaald op de buitenlandse aanschrijving worden, indien geen verhaalbare vermogensbestanddelen zijn aangetroffen, op dezelfde wijze ter signalering aangeboden Directie Recherche KLPD. Ontnemingsmaatregelen ten laste van hen die bij de tenuitvoerlegging van een arrestatiebevel onvindbaar blijken zullen, na een afloopbericht van politie, door het CJIB ook worden aangeboden aan het OPS. Het CJIB informeert het executerende parket omtrent de signalering. Bij een afloop voor een ontnemingsmaatregel die is opgenomen in het OPS, meldt het CJIB dit aan het executerende parket. De parketten zijn verantwoordelijk voor plaatsing in het OPS van ontnemingsmaatregelen die niet-onherroepelijk en/of niet-executeerbaar zijn. Bij de melding van arrestatie van een OPS-gesignaleerde door de politie aan het CJIB, verloopt de insluiting op dezelfde wijze als bij de arrestatie van degene tot wie de maatregel zich richt die is aangehouden op grond van een arrestatiebevel.
10.4 Werkwijze en afhandeling in het kader OPS-signalering ten behoeve van betekening gerechtelijke stukken Indien een parket wil overgaan tot signalering van een persoon in verband met het betekenen van een gerechtelijk schrijven, biedt zij de signaleringstekst aan het CJIB aan. Het CJIB draagt er zorg voor dat deze signaleringstekst wordt aangeboden aan de Directie Recherche KLPD ter opname in het OPS. Wanneer de politie een gesignaleerde persoon aantreft gaat zij over tot betekening. De betekeningsstukken worden vervolgens naar het signalerende parket gezonden, ook wordt de signalering voorlopig vervallen verklaard door de politie. Het parket stelt het CJIB in kennis en het CJIB trekt vervolgens de signalering definitief in. Als het CJIB bericht van de Verwijs Index Personen in de strafrechtssystemen (VIP) ontvangt dat een gesignaleerde persoon is gedetineerd, stuurt zij de te betekenen gerechtelijke stukken naar de penitentiaire inrichting waar betrokkene is gedetineerd. Na betekening worden gerechtelijke stukken door de penitentiaire inrichting naar het signalerende parket gezonden. Het CJIB trekt de signalering definitief in.
10.3. Afhandeling OPS-signalering door de opsporingsinstantie Bij aanhouding op grond van een OPS-signalering handelt de betreffende opsporingsinstantie de zaak af op dezelfde wijze als beschreven bij de afhandeling van arrestatiebevelen. Echter de versluiering (de voorlopige intrekking) van het bericht bij de Directie Recherche KLPD blijft een verantwoordelijkheid van de opsporingsinstantie. Deze versluiering
11. Betalingsregelingen De verantwoordelijkheid voor het aangaan van betalingsregelingen (inclusief uitstel van betaling) met betrekking tot aan het CJIB overgedragen geldboetevonnissen, schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatregelen is exclusief voorbehouden aan het CJIB. In beginsel worden door het CJIB geen betalingsregelingen getroffen. Alleen op grond van bijzondere omstandigheden kan een verzoek om een betalingsregeling worden gehonoreerd. Nadat het vonnis is overgedragen aan het CJIB, zenden de parketten alle verzoeken om betalingsregelingen, voor zover deze betrekking hebben op bij het CJIB geregistreerde zaken, door naar het CJIB.
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
Het is het parket niet toegestaan, ongeacht de fase waarin zich een geldboetevonnis of schadevergoedings- of ontnemingsmaatregel bevindt, een betalingsregeling te treffen met de veroordeelde. Wanneer het parket of de griffie al betaling heeft ontvangen (als verlate transactie of direct na de zitting) wordt dit aan het CJIB gemeld. Betalingen lager dan de opgelegde geldboete mogen niet worden geaccepteerd, tenzij terstond bij betaling wordt vastgesteld dat geen verdere inning hoeft plaats te vinden (bij verlate transactie of innings- experimenten). Dit wordt aan het CJIB gemeld (zie ook 4.2). Het is politie niet toegestaan een betalingsregeling aan te gaan met de veroordeelde. 12. Logistieke afstemming tussen het CJIB, het OM, de politie, het BCL en de SRN – Het CJIB zal de toedeling van arrestatiebevelen aan de politie afstemmen op de door het BCL aangegeven beschikbare celruimte. – Het CJIB zal in het geval van daadwerkelijke arrestatie en beschikbare celruimte de politie of de DVO voorzien van de noodzakelijke transportorder. – De politie is verantwoordelijk voor de verzorging van de opsporing, aanhouding en het binnen-arrondissementale vervoer van de veroordeelden op basis van de door het CJIB verstrekte gegevens. – Het CJIB registreert op basis van door de politie verkregen gegevens het aantal in een politiecel doorgebrachte dagen. – Zodra het parket beschikt over de informatie omtrent een gratieverzoek met opschortende werking of een ander incident dat tot opschorting zou moeten leiden, zal het parket dit melden aan het CJIB. Het CJIB zal dan tot nader bericht de tenuitvoerlegging opschorten. Ook andere gegevens die van belang zijn voor de voortzetting dan wel de schorsing of stopzetting van de tenuitvoerlegging van een arrestatiebevel zal het parket terstond melden aan het CJIB. Indien het CJIB op andere wijze kennis krijgt van dergelijke informatie zal hiervan onverwijld melding aan het BCL of de politie geschiedden. – De SRN is verantwoordelijk voor
7
de inhoudelijke/daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de taakstraf. – Het OM levert, door tussenkomst van het CJIB, de gegevens mbt het taakstrafvonnis aan de SRN. – De SRN meldt tijdig aan het OM, door tussenkomst van het CJIB, wanneer de termijn van tenuitvoerlegging verlengd moet worden. – De SRN meldt aan het OM, door tussenkomst van het CJIB, het moment waarop de taakstraf beëindigd is of is mislukt. Informatiediensten 1. Informatie aan slachtoffer 1.1. Rol CJIB Het CJIB informeert de parketten over voortgang met betrekking tot de executie van zaken. Daartoe wordt van elke fase in het innings- en incassotraject bericht gedaan aan het parket. Het gaat daarbij om de volgende informatiemomenten: – ontvangstbevestiging bij binnenkomst nieuwe maatregel; – uitstel van betaling of betaling in termijnen; – uitvaardiging dwangbevel; – iedere nieuwe actie deurwaarder; – uitvaardiging arrestatiebevel; – opneming in het opsporingsregister; – opschorting/staken executie; en – betaling. 1.2. Rol parketten De parketten verzorgen de informatie met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de schadevergoedingsmaatregel richting het slachtoffer. Verzoeken van slachtoffers om informatie welke zijn gezonden aan het CJIB worden onverwijld doorgestuurd naar het betreffende parket. 2. Behandeling klachten/verzoeken om informatie 2.1. Rol CJIB Uit informatie op de aan de OLA’s gehechte formulieren blijkt dat het CJIB voor de veroordeelde de eerst aan te schrijven organisatie is. Dit betekent dat algemene vragen, klachten die betrekking hebben op de behandeling van de zaak, verzoeken en klachten betreffende betalingsregelingen etcetera, in eerste instantie door het CJIB worden beoordeeld en behandeld. Indien gewenst zal het
CJIB informatie opvragen bij de parketten. In beginsel zal het CJIB alle verzoeken van derden om informatie zoveel als mogelijk zelfstandig afhandelen. Vragen waarvoor raadpleging van het strafdossier nodig is worden door het CJIB ter kennis gebracht van het (de) betreffende parket(ten). De op het strafdossier betrekking hebbende vragen dienen binnen 1 maand te worden beantwoord en te worden gestuurd aan het CJIB dat de zaak verder zal afhandelen. Klachten die specifiek de inhoudelijkheid van de zaak betreffen en geen enkel verband hebben met de door het CJIB gehanteerde procedures zullen ter verdere behandeling worden doorgezonden aan het parket of politie, onder kennisgeving daarvan aan veroordeelde. Het parket stelt het CJIB per brief van de afhandeling op de hoogte. In beginsel schorst correspondentie de executie niet. 2.2. Rol parketten Verzoeken om informatie welke zijn gezonden aan een parket en die betrekking hebben op bij het CJIB in behandeling zijnde zaken worden, zo nodig vergezeld van commentaar, aan het CJIB gezonden. Indien voor beantwoording tevens het strafdossier moet worden geraadpleegd meldt het parket aan het CJIB dat het dat onderdeel van het verzoek reeds in behandeling heeft genomen. Indien een dergelijk aan het parket gezonden verzoek betrekking heeft op meer zaken van verschillende parketten, verzorgt het CJIB de doorzending naar die parketten. Beantwoording aan het CJIB moet plaats vinden binnen 1 maand zodat het CJIB het gehele verzoek van veroordeelde zo spoedig mogelijk kan afhandelen. De parketten zijn verantwoordelijk voor het zo spoedig mogelijk melden aan het CJIB van een bericht dat de executie moet worden gestopt of hervat. Indien naar aanleiding van een verzoek om informatie of een klacht blijkt dat de executie van een straf of maatregel moet worden stopgezet of hervat, is het behandelend parket verantwoordelijk voor de onverwijlde melding daarvan aan het CJIB. Overgangsrecht De beleidsregels in deze aanwijzing
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
hebben onmiddellijke gelding vanaf de datum van inwerkingtreding. Bijlage 1: definities AB: Arrestatiebevel. BCL: Bureau Capaciteitsbenutting en Logistiek (voorheen: Bureau Bijzondere Diensten van de Dienst Justitiële Inrichtingen (ministerie van Justitie). Boetevonnis: Een door de strafrechter opgelegde veroordeling (vonnis of arrest) tot betaling van een geldboete aan de staat, te onderscheiden in onherroepelijke (OH) en niet-onherroepelijke (NOH) zaken. Boetevonnissen zijn onherroepelijk indien daartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat, Niet-onherroepelijke boetevonnissen kunnen al dan niet executeerbaar zijn. Briefadres: Het adres dat degene tot wie de maatregel zich richt/de veroordeelde heeft opgegeven als het adres waar hij zijn post wil ontvangen, voorzover het afwijkt van het woonadres/verblijfsadres. CJIB: Het Centraal Justitieel incasso Bureau, gevestigd te Leeuwarden. Conservatoir beslag: Bewarend beslag op de goederen van een verdachte, dat kan worden gelegd voordat er sprake is van een onherroepelijke en executeerbare maatregel, en dat is bedoeld om te voorkomen dat de verdachte vermogensbestanddelen aan verhaal onttrekt. CRI: Centrale Recherche Informatiedienst (thans directie Recherche KLPD). DJI: Dienst Justitiële Inrichtingen. DVO : Dienst Vervoer en Ondersteuning. Executieproces: Het geheel van de innings- en incassofase. Executeerbaar: Een NOH-boetevonnis is executeerbaar als geen mededeling omtrent de beslissing (de verstekmededeling) behoeft te worden gedaan (bij de meeste kantonzaken), of als die mededeling wel moet worden gedaan en ook is gedaan. Executerende parket: Het parket van het gerecht waar de maatregel of het vonnis is gewezen. FIDEX: Financieel debiteuren exploitatie-systeem Gevangenisstraf: Een door de strafrechter opgelegde vrijheidsstraf. HvB: Huis van Bewaring. Incassofase: De fase die intreedt als in de inningsfase geen volledige betaling
8
is verricht. In deze fase kan met of zonder dwangbevel beslag worden gelegd op de goederen van veroordeelde, middels een AB vervangende hechtenis worden tenuitvoergelegd of kan de maatregel worden gesignaleerd in het OPS. Inningsfase: De fase van executie waarin aan degene tegen wie de straf/maatregel zich richt een aanschrijving en aanmaningen met aangehechte OLA wordt gezonden. LCA: Het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen. Niet-executeerbaar: Een niet-onherroepelijk boetevonnis is niet-excuteerbaar indien geen verstekmededeling is gedaan terwijl dat wel had gemoeten. NOH-zaak: Niet-onherroepelijke zaak. NOH/EX: Niet-onherroepelijk/executeerbaar. OH-zaak: Onherroepelijke zaak. Een vonnis, een schadevergoedings- en ontnemingsmaatregel is onherroepelijk als daartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat. OH/NE: Onherroepelijk/niet-executeerbaar. OLA: Optisch leesbare acceptgiro. O M : Openbaar Ministerie. Ontnemingsmaatregel: Een door de strafrechter opgelegde onherroepelijke en executeerbare maatregel tot betaling van een geldsom aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36 e WvSr. OPS: Opsporingsregister. OPS-parket: Het parket in welks rechtsgebied de OPS-aanhouding is geschied. PAPOS/XPol: Parket politie systeem. PI: Penitentiaire inrichting. Schadevergoedingsmaatregel: Een door de strafrechter opgelegde maatregel tot betaling van een geldsom aan de staat ter vergoeding aan een slachtoffer als bedoeld in artikel 36 f WvSr. STRABIS I: Het geordende geheel van organisaties, mensen, apparatuur, programmatuur en procedures met hun onderlinge relaties dat tot doel heeft vermogenssancties te incasseren. STRABIS-systeem: Het centrale geautomatiseerde systeem in gebruik bij het CJIB ter ondersteuning van de inning van geldboetevonnissen. S R N : Stichting Reclassering Nederland.
Tenuitvoerlegging vervangende hechtenis: Het door middel van uitvaardiging van een AB op last van de landelijke executie-officier van justitie door tussenkomst van de politie tenuitvoerleggen van de door de rechter bepaalde vervangende hechtenis. Verhaal zonder dwangbevel: De landelijk executie-officier van justitie kan door middel van een kennisgeving beslag doen leggen op inkomsten en/of bank- en girosaldi van degene tot wie de maatregel zich richt (art. 576 WvSv). Verhaal met dwangbevel: De landelijke executie-officier van justitie is bevoegd indien betaling uitblijft een dwangbevel uit te vaardigen. Dit dwangbevel wordt in handen gegeven van een gerechtsdeurwaarder, en verschaft het recht zich op de goederen van degene tot wie de maatregel zich richt te verhalen (art. 575 WvSv). Verblijfsadres: Het adres waar degene tot wie de maatregel zich richt /de veroordeelde daadwerkelijk verblijft, voor zover het afwijkt van het woonadres/briefadres. Vestigingsadres: Het adres waar de rechtspersoon tot wie de maatregel zich richt /de veroordeelde volgens de Kamer van Koophandel gevestigd is. VIP: Verwijsindex Personen. W A H V : Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften. Woonadres: Het adres waar de natuurlijke persoon tot wie de maatregel zich richt /de veroordeelde volgens de Gemeentelijke Basisadministratie woonachtig is. Woonplaatsparket: Het parket waaronder de woonplaats van degene tot wie de maatregel zich richt /de veroordeelde valt. 1
Zie artikel 15a Penitentiaire beginselenwet. zie artikel 27 lid 4 WvSr : gelijktijdige vervolging. Compensatie in het kader van gratie kan ook, maar valt buiten het bestek van deze aanwijzing. 4 Voorheen: divisie CRI. 2 3
Uit: Staatscourant 4 juli 2003, nr. 126 / pag. 7
9