Aan de staatssecretaris van OCW Dhr drs. S. Dekker Postbus 16375 2500BJ DEN HAAG
Leeuwarden, 27 augustus 2015 Betreft:
Toekomst regionale omroepen in relatie tot de Wet gebruik Friese Taal Bijlage: 2014-03-AB (Brief aan staatssecretaris Dekker (30 april 2014)) Ons kenmerk: 2015-04 Uw kenmerk:
Geachte heer Dekker, Op 30 april 2014 stuurden wij u een brief waarin wordt gewezen op de innovatieve kansen die de situatie in Fryslân biedt bij de benodigde vernieuwing van de regionale media. Als Orgaan voor de Friese taal willen wij deze brief graag nogmaals bij u persoonlijk onder de aandacht brengen. Een kopie van de brief treft u aan als bijlage. Sinds de brief uit 2014 is de planontwikkeling van de regionale omroepen 1 onverminderd doorgegaan, inclusief adviezen van o.a. Stichting ROOS (april 2015 ) voor de taakstellende opdracht om 17 miljoen euro te besparen, en de reactie daarop 2 van de Raad voor Cultuur (augustus 2015 ). De hevige discussie en grote zorg over de toekomst van de Friese omroep is ook in de regio zelf bepaald niet geluwd; in Fryslân is een brede publiekscampagne 3 opgestart om te pleiten voor de blijvende zelfstandigheid van Omrop Fryslân . Middels deze brief willen we onze zorgen over de recente ontwikkelingen met u delen en een aantal aanbevelingen doen. Over het Orgaan voor de Friese taal (DINGtiid) Het Orgaan voor de Friese taal is bij wet ingesteld (artikel 18 Wet gebruik Friese taal) en heeft tot taak de gelijke positie van de Friese taal en de Nederlandse taal in de provincie Fryslân te bevorderen. Het Orgaan voor de Friese taal (inmiddels ook wel bekend als DINGtiid) kan niet alleen aan de Minister van Binnenlandse Zaken rapporteren maar ook aan andere ministers, en tevens aan gerechtelijke instanties voor zover die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als 1
‘Het nieuwe publieke regionale mediabedrijf: betrokken en betrouwbaar’ (april 2015), Stichting ROOS. ‘Adviesvoorstel ROOS’ (augustus 2015), Raad voor Cultuur 3 Te denken valt aan de mediacampagne ‘Ús Taal, Ús Omrop’, en de Facebook-campagne ‘Omrop Fryslân moet zelfstandig blijven’ (ca. 6.000 volgers). 2
rechtsgebied hebben. Bij dezen maakt het Orgaan voor de Friese taal gebruik van deze bevoegdheid. Op hoofdlijn schrijven we in dit advies over: 1. Reactie op de ROOS-voorstellen, inclusief aanbevelingen. 2. Regionale media in transitie: opening tot meer innovatieve aanpak, inclusief aanbevelingen. 3. Reflectie op het advies van de Raad voor Cultuur t.a.v. de ROOS-voorstellen. 1. Reactie en aanbevelingen op voorstellen ROOS In onderstaande gaan we in op de voorstellen van Stichting ROOS aangaande de inrichting van het nieuwe regionale mediabedrijf. We beoordelen de voorstellen aan de hand van de op 1 januari 2014 in werking getreden Wet gebruik Friese taal en daaraan gekoppelde bestuursafspraken betreffende het Fries in de media. Kader De wetgever wil middels de Wet gebruik Friese taal het gebruik van de Friese taal in de provincie Fryslân, in onder meer de media, verankeren. Overeenkomstig het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het Kaderverdrag nationale minderheden van de Raad van Europa stelt het Rijk ‘voldoende middelen’ ter beschikking voor een volledige en veelzijdige Friestalige 4 programmering op radio, tv en internet. De uitvoering ligt bij Omrop Fryslân . Reflectie We zien in zowel het plan van Stichting ROOS als het recente advies van de Raad voor Cultuur onvoldoende terug van de borging van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur (BFTC) of de kansen op innovatie die we in de brief van april 2014 met u hebben gedeeld. Positief is de wens om de positie van het Fries te verankeren in de Mediawet. De voorgenomen reorganisatie van de regionale omroepen en de voorstellen van zowel Stichting ROOS als de adviezen van de Raad voor Cultuur richten zich met name op een bestuurlijke vereenvoudiging en clustering om kosten te besparen – begrijpelijk in het licht van een taakstellingsopdracht van 17 miljoen euro. Stichting ROOS geeft specifiek aan dat de programmatische bezuinigingen met name 5 impact zullen hebben op de cultuurdragende activiteiten van de omroep. De verslaggeving van taaldragende culturele evenementen – zoals de 6 seizoensprogrammering Simmer yn Fryslân , die in de zomermaanden uitvoerig en live verslag doet van belangrijke en populaire Friese cultuursporten als het skûtsjesilen, fierljeppen en kaatsen – komt door het voorstel van Stichting ROOS in de gevarenzone. Daarmee zal de herinrichting die ROOS voorstaat een negatieve uitwerking hebben op de belangrijke rol die Omrop Fryslân vervult ten aanzien van de Friese taal. 4
‘Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2013-2018’ (22 april 2013), hoofdstuk 4 (artikel 11 Europees Handvest). 5 Zie paragraaf 1.2, pagina 23, ‘Het nieuwe publieke regionale mediabedrijf’, Stichting ROOS. 6 Zie: www.omropfryslan.nl/simmer/
In het algemeen herkennen wij de visie die Stichting ROOS op de toekomst van het medialandschap schetst. Maar de doorvertaling van de visie naar een uitvoeringsstrategie is onvoldoende helder. De visie vervalt in zijn uitvoeringsvoorstel te gemakkelijk in een pragmatische structuurwijziging. Het gaat immers om een voorstel waarmee de bezuinigingstaakstelling wellicht gerealiseerd kan worden, maar waarbij een heldere uitvoeringsstrategie om de doelen te behalen, ontbreekt. Zeker ten aanzien van de rijksverantwoordelijkheid voor de Friese taal is de visie van ROOS onvoldoende uitgewerkt: het laat zich niet vaststellen op welke manier de herinrichting van de regionale media de positie van de Friese taal beïnvloedt. Verder is het de vraag of de besparingsdoelstellingen alleen via het scenario van de voorgestelde clustering kunnen worden gerealiseerd. Ook zonder fusie kan het stimuleren van productionele samenwerking op regionaal niveau naar onze mening leiden tot de gewenste kostenbesparing. De samenwerking en flexibilisering van arbeidspotentieel is al volop gaande, aangezien – vooral in de ondersteunende activiteiten – steeds vaker wordt gewerkt met freelancers die regio-overstijgend werken. Zulke verdere flexibilisering en projectmatige samenwerking is naar onze mening ook nu al te realiseren, zonder al te ingrijpende bestuurlijke verandering. Adviezen: • Onduidelijkheid bestaat over de impact die de voorliggende herinrichtingsvoorstellen hebben op de Friese taal. Daarom raden wij aan bij de voorbereidingen van de nieuwe Mediawet (2017) eerst de inhoudelijke transformaties door te voeren t.b.v. innovatie om het profiel van de regionale media stap voor stap gestalte te geven, alvorens aan te sturen op bestuurlijke transformatie. Dan pas leidt de strategie de structuur, in plaats van andersom. • Wij raden aan de positie van het Fries via een stevige verankering in de Mediawet te borgen; zulks conform advies van de Tijdelijke commissie borging Friese taal in de media (commissie Hoekstra). • We doen verder de aanbeveling om besluitvorming die ook de positie van Omrop Fryslân raakt, pas te effectueren nadat inhoudelijke helderheid bestaat over de (wettelijke) borging van het Fries conform de rechten die de Friese minderheid volgens Europese afspraken heeft. • Om de belangen van de Friese taal bij deze en toekomstige transformaties te borgen, raden wij aan dat er een convenant wordt afgesloten tussen provincie en Rijk over het dossier ‘Fries in de media’. • Regionaal: o Wij raden borging (op niveau 2014) aan van de 24-uurs inhoudelijke programmering conform uitzendafspraken, waarvan 1 uur per weekdag bestaat uit originele programmering. o Naast een journalistieke rol heeft Omrop Fryslân ook een specifieke rol met betrekking tot cultuurdragende programma’s, ook in de vorm van live-uitzendingen (bijv. Simmer yn Fryslân). De door ROOS voorgestelde clustervorming van (met name) facilitaire zaken leidt mogelijk tot
•
•
problemen bij de regionale omroepen, en dus ook bij Omrop Fryslân, met de beschikbare productiecapaciteit en de daaraan gekoppelde budgetten. We zijn van mening dat de beschikbaarheid van productiemiddelen geen negatieve invloed mag hebben op de inhoudelijke keuzes en prioriteiten van de regionale redacties. Wij vragen u nadrukkelijk hiernaar te kijken en met een passende suggestie te komen. Landelijk: o Borging, conform de huidige BFTC, van jaarlijks 21 uur zendtijd voor Friestalige documentaires (FryslânDOK) en 6 uur zendtijd voor schooltelevisie voor het voortgezet onderwijs, zoals op het niveau van 2014. Daarnaast de borging van 10 uur (via internet) Friestalige schooltelevisie voor het basisonderwijs. o Een directe financieringsrelatie ten behoeve van het Fries tussen het ministerie en uitvoeringsorganisatie Omrop Fryslân, als onderdeel van de Mediawet. o Borging, binnen het Stimuleringsfonds, van de speciale regeling voor het maken van films. Hoe de situatie op dit punt na 1/1/2017 zal zijn, is nog onduidelijk; we nemen echter aan dat de Friese taal een duidelijke positie heeft bij de verdere ontwikkeling van het Stimuleringsfonds. Bestuurlijk: o Volledige onafhankelijkheid, inclusief benoemingen, van regionale redacties. Het regionaal (inzake Omrop Fryslân valt te lezen: provinciaal) in te richten omroepbestuur, en niet het cluster, is eindverantwoordelijk voor benoeming van de hoofdredacteur. o Het borgen van vertegenwoordiging van de Friese taal in het landelijk omroepbestuur, door een portefeuille Fries te beleggen bij een bestuurslid dat de belangen van de Friese taal bewaakt.
2. Regionale media in transitie Nu er bezuinigd en gereorganiseerd gaat worden, lijkt het ons goed om ook te kijken naar de inhoudelijke innovatiedoelen (en -budgetten). Juist nu ligt er een belangrijke kans om het mediagebruik een impuls te geven. De jongere doelgroep bedient zich in de social media relatief veel van de Friese taal. Door het vergrijzende kijk- en luisterpubliek is het des te belangrijker dat deze doelgroep aansluiting behoudt bij Omrop Fryslân, mede omdat juist zij volop Friestalige content ontwikkelen. We pleiten er dan ook voor om sterk in te zetten op investering in vernieuwingen die de regionale media de mogelijkheid geven om vanuit het huidige systeem te bouwen aan een netwerk waarin ook de jongeren specifiek erkend worden. Zonder zulke stimulerende maatregelen zien wij als Orgaan voor de Friese taal geen aanleiding om de voorliggende plannen positief te beoordelen. De taakstellende opdracht voor de regionale omroepen om 17 miljoen euro te bezuinigen heeft in de nu voorliggende stukken grote invloed op de gemaakte of nog te maken afspraken in het kader van de BFTC. We zijn benieuwd hoe het ministerie, conform haar intentie, de BFTC en de inhoudelijke lijn van de commissie Hoekstra in de nieuwe situatie wil waarborgen.
Adviezen • Het beschikbaar stellen van projectmiddelen, conform artikel 4.1.3 van de BFTC, die bijdragen aan de benodigde vernieuwingsinspanning om het regionale mediabedrijf de mogelijkheid te geven zich te herpositioneren. Juist vanwege het feit dat deze transitie geen gemakkelijke opgave blijkt te zijn, moet de kwetsbaarheid van het Fries als onderdeel van deze transitie voldoende aandacht krijgen, en de bestrijding van die kwetsbaarheid worden geborgd. De invulling hiervan kan ook in breder verband plaatsvinden. De situatie van de media in andere Europese minderheidstaalgebieden kent een vergelijkbare problematiek. Het is verrijkend, ook in het kader van het Nederlandse regionale omroepbeleid, dat Omrop Fryslân ruimte krijgt met Europese partners te investeren in vernieuwing. Opnieuw willen we oproepen het moment van verandering te gebruiken om een innovatiesprong te maken. Het Rijk en de provincie Fryslân kunnen hierin samen optrekken. Het feit dat Leeuwarden namens Nederland Culturele Hoofdstad van Europa is in 2018 geeft dit extra urgentie, en biedt ook kansen. In 2018 zal er, bijvoorbeeld via het Culturele Hoofdstad-project Lân fan Taal, uitgebreid en internationaal aandacht zijn voor minderheidstalen in Europa. Daarmee is 2018 een uitstekend moment om ook de positie van het veranderende regionale medialandschap in dat Europese licht te plaatsen. We denken daarbij aan het stimuleren van: a. Regionale mediaexperimenten (bijv. via uitwerking van een coöperatief model van lokale en regionale mediapartijen (internet, radio, tv, krant); een voorbeeld is de intentie tot samenwerking tussen Omrop Fryslân en de Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC), die kortgeleden werd uitgesproken). b. Ontwikkeling van open-content platformen (user-generated content) met kwalitatieve journalistieke regionale inbedding. c. Het stimuleren van jongeren om Friestalige mediaexperimenten te ontwikkelen. Borging van afspraken hierover kan plaatsvinden in het hierboven aanbevolen convenant, af te sluiten door Rijk en provincie alvorens de nieuwe Mediawet in werking treedt. 3. Reflectie op advies Raad voor Cultuur (augustus 2015) De Raad voor Cultuur geeft in haar advies aan dat steden een centrale rol moeten spelen in de ontwikkeling van de regionale media. Natuurlijk, creativiteit en vernieuwing worden vaak vanuit steden gevoed. Echter, het verzorgingsgebied van Omrop Fryslân kent juist een rurale focus, waarbij de context stad/dorp/platteland complex is. Dat vraagt ook om andere dan puur stadsgeoriënteerde oplossingen. Daarbij is, in het bijzonder als het over de Friese taal gaat, de positie van het platteland eerder leidend en die van de stedelijke omgeving juist meer volgend – een fenomeen dat overigens voor veel regio’s geldt. De Raad voor Cultuur hanteert volgens ons in haar advies een zeer randstedelijke benadering van het Nederlandse regionale omroepbestel. In haar document valt op dat geen enkele opmerking is geplaatst met betrekking tot de positie van het Fries; juist van de Raad voor Cultuur
mag een wakend oog voor de positie van het Fries – immers de tweede Rijkstaal – verwacht worden. Daarnaast beschouwen wij het door de Raad genoemde belangenrisico in de samenstelling van besturen juist als een kracht in plaats van een zwakte. Van de toekomstige bestuursleden mogen we competenties verwachten die gericht zijn op samenwerking en efficiëntie, maar ook op stimulering van een kleurrijk en divers Nederland. Voorkomen moet worden dat juist het bijzondere kenmerk van de regionale omroepen, haar regionale culturele inbedding, verloren gaat. We willen toch een breed regionaal journalistiek bedrijf mogelijk maken dat de diversiteit van ons land onderstreept, bewustzijn van de eigen regionale identiteit stimuleert en onze focus regelmatig en op betrouwbare wijze scherp stelt op de vele facetten van een divers Nederland. Ook geeft de Raad voor Cultuur er met de introductie van een clustergeoriënteerde “managing-editor” helaas blijk van te weinig oog te hebben voor de diversiteit van de regio’s die in de clusters ondergebracht zijn. Een Drent is geen Groninger, een Zeeuw geen Limburger. Experimenten met redactionele samenwerking blijken niet altijd een vruchtbare oplossing. Een voorbeeld is de NDC, waar sprake moest zijn van meer redactionele samenwerking bij het meer Gronings/Drentse Nieuwsblad van het Noorden en de meer Friese Leeuwarder Courant. Maar na twee jaar van experimenteren schuiven de regioredacties inmiddels toch weer naar het eigen merk. Kortgezegd is de ondergeschikte positie van regionale taal en cultuur in de omroepbenadering illustratief voor het advies van de Raad voor Cultuur. Bestuurlijke transformatie is pas zinvol als er sprake is van een implementeerbaar idee voor een regionaal mediamodel. Wij verzoeken u met klem bovenstaande aanbevelingen en overwegingen in de verdere besluitvorming ten aanzien van de regionale omroepen en de ontwikkeling van de nieuwe Mediawet, mee te nemen. Met vriendelijke groet,
Klaas Sietse Spoelstra Voorzitter Orgaan voor de Friese taal (DINGtiid) cc: Minister van Binnenlandse zaken Gedeputeerde staten Provincie Fryslân Provinciale staten Provincie Fryslân Friese Tweede Kamer-leden