Aan de aangesloten ondernemingen
Kenmerk :
ral.bri.151
Betreft
:
Grondslag en bijdrage 2010 VUT-regeling
Datum
:
4 januari 2010
Geachte mevrouw, mijnheer, Reguliere VUT-regeling CAO-partijen en het bestuur van de regeling hebben in overeenstemming met de bedoeling van de Wet VPL beslist dat de VUW-regeling uitsluitend nog van toepassing is voor de groep werknemers, die op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar reeds hadden bereikt. Voor de uittredingsmogelijkheden houdt dit in dat werknemers, geboren in 1946 en 1947, nog van de “oude” vut-regeling gebruik kunnen maken. Overgangsregeling Werknemers geboren in 1948 en 1949, kunnen uitsluitend een beroep doen op de overgangsregeling. Deze regeling fungeert als aanvullingsregeling op het prepensioen en kan slechts aanvangen tegelijk met de aanvang van het prepensioen. Uiteraard geldt hierbij dat bedoelde werknemers geboren voor 1950 verder aan alle andere voorwaarden voor uittreding moeten voldoen. Werknemers, die geboren zijn ná 1949 kunnen de regeling niet meer benutten. Uitstellen van het moment van uittreden (spaarvut) Met ingang van 1 januari 2006 is de mogelijkheid tot spaarvut ook in de regeling ingebouwd.
Deeltijd-VUT
CAO-partijen hebben tevens beslist dat voor de overgangsregeling (dus geldend voor werknemers met geboortejaren 1948 en 1949) de leeftijd waarmee van de deeltijd-vut gebruik gemaakt kan worden vanaf 1 januari 2006 geen flexibele leeftijd meer is. Eén jaar vóór de datum, waarop een werknemer als eerste mogelijkheid van de voltijd vut-regeling gebruik zou kunnen maken, is er de mogelijkheid om van de deeltijd vut-regeling gebruik te maken. De omzetting van de deeltijd naar een voltijd vut vindt dan twee jaar later plaats. Uitstel of vervroeging van de deeltijd-vut is niet meer mogelijk. Voorschotnota 2010 De voorschotnota ten behoeve van de betaling van de bijdrage voor 2010 heeft u reeds toegestuurd gekregen. Bijdragepercentage De bijdrage wordt geheven over de grondslag zoals deze is vastgesteld voor de pensioenregeling voor de Textielreiniging (het brutoloon, inclusief spaarloon, vermeerderd met de vakantietoeslag en de structurele eindejaarsuitkering) met het daarbij behorende maximum salaris. Verhogingen in de loop van het jaar dienen niet in de grondslag te worden meegenomen. De maximum bijdragegrondslag bedraagt in 2010 € 47.849,--. Voor het jaar 2010 is een bijdrage percentage van 2,4% van de grondslag verschuldigd. Van de 2,4% bijdrage wordt éénderde deel (0,8%) ingehouden op het loon van de werknemers. Werken naast VUT VOLTIJD Wanneer de deelnemer tegen beloning, in welke vorm dan ook, werkzaamheden verricht, is hij verplicht dit onmiddellijk te melden. Indien de deelnemer tegen beloning, in welke vorm dan ook, werkzaamheden verricht, vervallen de rechten van die deelnemer, alsmede de verplichtingen van de VUW, zolang die situatie voortduurt. DEELTIJD Wanneer de deelnemer tegen beloning, in welke vorm dan ook, werkzaamheden verricht, is hij verplicht dit onmiddellijk te melden. Indien de deelnemer aan de deeltijdvut-regeling meer werkt dan waartoe hij op grond van 50% van zijn oorspronkelijke arbeidsovereenkomst verplicht is, vervalt zijn aanspraak op deeltijdvut danwel kan korting op de deeltijdvut-uitkering plaatsvinden. Met vragen over de VUT-regeling kunnen u en uw werknemers zich richten tot Syntrus Achmea Pensioenbeheer Sector 2, 778 Postbus 9251
ral.bri.151- 2
1006 AG Amsterdam Tel: 0900 – 225 5783 Een samenvatting van de thans geldende regeling treft u hierbij aan. Indien u de loonadministratie heeft uitbesteed aan derden, verzoeken wij u een kopie van deze brief aan uw administratie- of accountantskantoor te sturen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, namens het bestuur van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (VUW),
mw. Y.P. Schenk fondsmanager
ral.bri.151- 3
STICHTING VRIJWILLIG UITTREDEN VOOR LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN (VUW) __________________________________________________________________ 1.
Vorm van de regeling De VUT-regeling is neergelegd in een aparte VUT-CAO. Deze heeft een looptijd tot 30 juni 2010.
2.
Werkingssfeer De VUT-CAO voor de textielverzorging is van toepassing op werkgevers (en hun werknemers) die het bedrijf van linnenverhuur- en wasserijbedrijf uitoefenen, dat wil zeggen onder meer het verzorgen van persoonsgebonden was, verhuren en/of verzorgen van platgoedtextiel en beroepskleding, artikelen voor hand- en toilethygiëne, schoonloopmatten, medische systemen, steriliseren van voor hergebruik bestemde zaken, alsook ondernemingen die in concernverband met bovenomschreven ondernemingen samenwerken en zich in hoofdzaak bezighouden met ondersteunende dienstverlening aan die bedrijven. Ook werkgevers (en werknemers) werkzaam in de textielreiniging (verven, chemisch reinigen, ontvlekken, oppersen, strijken, plisseren, decateren, detacheren) vallen onder de VUT-CAO. (Voor een volledige opsomming verwijzen we u naar de CAO-tekst 20092011). Werkgever is iedere natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf uitoefent dat onder de werkingssfeer valt. Tevens kan het bestuur werkgevers vrijwillig aansluiten die een aan de - in de werkingssfeer omschreven - bedrijfstak verwant bedrijf uitoefenen. Werknemer is iedere werknemer in dienst van de werkgever met een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Uitgezonderd zijn de dga’s van een naamloze of besloten vennootschap, echtgeno(o)t(e), partner en familieleden die niet (meer) verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.
3.
Financiering VUT-regeling De financiering van de VUT-regeling geschiedt op omslagbasis. Het geld dat de VUT-stichting jaarlijks nodig heeft om de uitkeringen te doen wordt bijeengebracht door werkgevers en werknemers gezamenlijk. In tegenstelling tot de situatie bij een pensioenregeling, worden bij een VUTregeling geen "rechten" opgebouwd.
ral.bri.151- 4
De bijdrage 2010 is definitief vastgesteld op 2,4 %. Van deze bijdrage dient 0,8 % te worden ingehouden op het loon van de werknemer. De bijdrage wordt geheven over de grondslag zoals deze is vastgesteld voor de pensioenregeling voor de Textielreiniging (het brutoloon, inclusief spaarloon, vermeerderd met de vakantietoeslag en de structurele eindejaarsuitkering) met het daarbij behorende maximum salaris. Verhogingen in de loop van het jaar worden niet in de grondslag meegenomen. De maximum bijdragegrondslag bedraagt in 2010 € 47.849 (in 2008 is dit € 47.035). Sinds 1 april 1997 worden rentenota’s opgelegd. Voor de werkgevers betekent dit dat bij te late betaling rente in rekening zal worden gebracht. 4.
Wanneer kan een werknemer van de VUW-regeling gebruik maken? Vanwege de VUT, Prepensioen en Levensloop (VPL) wetgeving hebben CAOpartijen moeten beslissen dat de VUW-regeling nog slechts van toepassing is voor deelnemers die op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar hadden bereikt. Bovendien hebben partijen moeten besluiten om de VUT-uittredingsleeftijd stapsgewijs te verhogen van 61 jaar naar 62,5 jaar. Vervolgens dient er reglementair onderscheid gemaakt te worden tussen de reguliere vutregeling en de overgangsregeling. A. De reguliere VUT REGELING Werknemers die het gebruik van de regeling hebben uitgesteld kunnen alsnog besluiten uit te treden. Binnen de oude vutregeling bestaat de mogelijkheid om in één keer volledig te stoppen met werken of van de deeltijd vutregeling gebruik te maken. De oude vutregeling geeft de mogelijkheid om flexibel, maar op zijn vroegst twee jaar voorafgaande aan de voltijd uittreeddatum met deeltijdvut te gaan. Vervolgens kan nét zo’n periode ná de voltijd uittreeddatum de deeltijdvut in voltijdvut worden omgezet. B. De overgangsregeling. Voor werknemers met geboortejaar 1948 en 1949 is er uitsluitend de mogelijkheid om van de overgangsregeling gebruik te maken. Via de aansluiting bij het BPF Textielreiniging hebben deze werknemers de mogelijkheid om prepensioen op te bouwen. De overgangsuitkering biedt hierop een aanvulling. Er kan dus nog slechts uitsluitend een (voltijd) VUWaanvullingsuitkering aangevraagd worden, samen met een aanvraag voor gelijktijdige uitkering van het prepensioen. Ook binnen de overgangsregeling bestaat er de mogelijkheid om in één keer te stoppen met werken ofwel van de deeltijd overgangsregeling gebruik te maken. Voor de deeltijd overgangsregeling gelden echter wat strakkere spelregels dan bij de oude vutregeling. Slechts eenmalig, exact één jaar vóór
ral.bri.151- 5
de voltijduittreeddatum, kan van de deeltijdmogelijkheid gebruik gemaakt worden. Vervolgens kan dan ook slechts eenmalig en wel één jaar ná de voltijd uittreeddatum de deeltijd aanvullingsuitkering omgezet worden in een voltijd aanvullingsuitkering. Schematisch ziet het geheel er als volgt uit: Geb jaar
Karakter
Deeltijd
Van
Tot en met
Omzetting in voltijd
Uittreden 1945
Vut
nvt
1946
Vut
1947
Vut
1948
Aanvulling/
61,5
Aanvulling/
61
nvt
nvt
61,5
nvt
Flex van 62 tot 64,5
62
63,5
62,5
1-jul-
30-jun-2010
2009 61,5
Overgang
Van
1-jul-
30-jun-2011
63,5
62,5
2010
Voorwaarden De werknemer moet de laatste 10 jaren direct voorgaande aan het tijdstip van uittreden in dienstverband werkzaam zijn geweest bij een of meer aangesloten werkgevers in de bedrijfstak. De aanvrager mag, om aan de regeling te kunnen deelnemen, niet in aanmerking komen voor een volledige SV-uitkering en niet onder een afvloeiingsregeling of non-activiteitsregeling vallen. De uitkering van de VUTgerechtigde wordt gebaseerd op het laatstgenoten inkomen (de uitkeringsgrondslag). Hoogte van de uitkering De maximum-uitkeringsgrondslag bedraagt (in 2010): • voor degenen die van de oude vutregeling gebruik maken: € 48.715,65; • voor degenen die van de overgangsregeling gebruikmaken geldt een maximum uitkering van 80% van € 47.849,- (samen met het prepensioen). De uitkering van werknemers die minder dan 100% van de normale arbeidsduur hebben gewerkt wordt naar evenredigheid vastgesteld. De uitkering vangt aan op de eerste dag van een kalendermaand. Het bestuur bepaalt jaarlijks of er voldoende financiële middelen aanwezig zijn om de bruto-uitkeringen (voorwaardelijk) aan te passen aan de structurele loonwijzigingen ingevolge de CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en Textielreinigingsbedrijven.
ral.bri.151- 6
Tot en met
Uittreden nvt
Overgang 1949
Voltijd
1-jul-
30-jun-
2010
2011
1-jul-
30-jun-
2011
2012
Overige voorwaarden Tevens dient de werknemer die van vut- of overgangsregeling gebruik wil maken te voldoen aan de volgende voorwaarden: • de instemming van de werkgever hebben. De werkgever kan zijn instemming slechts weigeren indien naar zijn oordeel de resterende werktijd organisatorisch niet inpasbaar is binnen de onderneming. Een afwijzende beslissing dient schriftelijk en gemotiveerd te geschieden. Op een afwijzende beslissing kan in beroep worden gegaan bij het bestuur van de VUW, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 17 van het reglement; • de laatste 10 jaren direct voorgaande aan het tijdstip van uittreden in dienstverband werkzaam zijn geweest bij een of meer aangesloten werkgevers in de bedrijfstak; • niet in aanmerking komen voor een volledige SV-uitkering en niet onder een afvloeiingsregeling of non-activiteitsregeling vallen; Voor de deeltijdvut gelden de volgende voorwaarden: • niet aan de voltijdvut-regeling deelnemen; • het bestaande dienstverband te hebben omgezet in een parttime dienstverband van 50% van het oorspronkelijk dienstverband; • een afstandsverklaring ondertekend hebben waarin betrokkene verklaart gedurende de periode waarin hij vervroegd is uitgetreden geen werkzaamheden betaald of onbetaald ten behoeve van zijn werkgever te zullen verrichten, naast de resterende deeltijdarbeidsovereenkomst; • de met de werkgever overeengekomen arbeidsduur mag gedurende de 36 • maanden direct voorafgaande aan het moment van deelneming niet gewijzigd zijn. 5.
Spaarvut Met ingang van 1 januari 2006 is de mogelijkheid tot spaarvut ook in de regeling ingebouwd.
6.
Aanvragen van een uitkering De werknemer moet zijn wens om vervroegd uit te treden ten minste zes maanden voor de datum waarop hij wil uittreden schriftelijk aan de werkgever bekend maken. Hij dient zijn dienstbetrekking onder voorbehoud van het krijgen van een uitkering op te zeggen. De werkgever zorgt verder voor de aanvraag van de uitkering. Het bij de administrateur van de stichting verkrijgbare formulier dient door werkgever en werknemer te worden
ral.bri.151- 7
ondertekend en ten minste twee maanden voor de gevraagde uittredingsdatum in het bezit te zijn van de administrateur van de stichting. 7.
Nadere informatie De administrateur van de Stichting is: Syntrus Achmea Pensioenbeheer Sector 2, 778 Postbus 9251 1006 AG Amsterdam Voor telefonische informatie: Algemeen
0900 - 225 5783
Aanvraagformulieren en vragen over de uitkering
0900 - 225 5783
Werkingssfeer/aansluiting
020 - 607 4081/
Bijdrageheffing
0900 - 225 5783
Incasso
020 - 607 2108
4082/4083
Het secretariaat is gevestigd op het volgende adres: Reitseplein 1, 5037 AA Tilburg Postbus 90154, 5000 LG Tilburg Telefoon: 013 - 5944466
Aan deze toelichting van de regeling kunnen geen rechten worden ontleend. Voor nadere informatie kunt u het uitvoeringsreglement van de Stichting raadplegen.
ral.bri.151- 8