________________________________________________________________________________________________________________________
8e nieuwsbrief, 6 APRIL 2014 BURGERS VOOR BIJEN WONDERMIDDEL ROUNDUP DE ANDERE KANT VAN DE APPEL ZAAIAGENDA-TIPS
STADSLANDBOUW EN STADSE BOEREN GROENMOESMARKT: EEN TERUGBLIK WEBSERVICE NOGMAALS: STADSLANDBOUW
“BURGERS VOOR BIJEN” IS KIND MET BADWATER WEGGOOIEN Laten we eens aannemen dat je een boer bent met hart voor planten en dieren. Je zaait de rand van je akker in met een bloemrijk mengsel. Je trekt er vogels, vlinders en insecten mee aan. Vervolgens pak je de gifspuit om alle ‘onkruiden’ op en langs je akker te doden. Je kunt het je niet voorstellen maar in deze beeldspraak ligt de kern besloten van de actie van Syngenta “burgers voor bijen”. Omdat je dit bedrijf wellicht niet kent lijkt haar actie om iets voor bijen te betekenen erg sympathiek. We kennen wellicht de naam van “Monsanto” als de grote boosdoener op het gebied van chemische bestrijdingsmiddelen, genetische manipulatie en het zich toe-eigenen van rechten op voedselzaden, het bedrijf tevens van de monoculturen met maïs en soja. Syngenta is de broer van Monsanto, oorspronkelijk uit Zwitserland afkomstig en behorend tot de groep van 5 grootste wereldspelers in de combinatie chemie en (voedsel)zaden. Kijk eens op de website www.syngenta.nl om te weten hoe bezorgd het bedrijf is over bijen, (“zonder bijen geen Syngenta”). Kijk je verder bij hun gewasbeschermingproducten dan kun je zien dat de stelling ook omkeerbaar is “geen bijen mèt Syngenta”. De actie riekt naar meehuilen met de wolven in het bos. Bizar in dit spel tussen grootmacht en kleine burger is de toekenning van een wereldvoedselprijs op Wereldvoedseldag 2013 aan… Syngenta en Monsanto. Het is een soort Nobelprijs voor de landbouw. Het bleek een fooi van 250.000 dollar te zijn voor bedrijven die aan voedsel miljarden verdienen. Maar het wrange komt nog: de foundation die de prijs uitreikte werd gefinancierd door beide bedrijven!! Moet ik nog meer zeggen over “burgers voor bijen”? Ja, misschien toch. Het is niet voor niets dat de rijksoverheid middels de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de komende maanden controles gaat uitvoeren op het gebruik van de juiste gewasbeschermingsmiddelen. In 2013 werden in 20% van de controles een of meer overtredingen geconstateerd. Als je toch een sympathieke bijenactiviteit wilt steunen kijk dan eens op de website van “Food4bees”, van “adopteer een bijenvolk” , “red de bijen”, kijk eens bij de Bijenstichting, wees “Gastvrij voor de bij”, doe mee met de Greenpeace-actie “Zzzoemend Nederland” of neem op 9 april a.s. deel aan een zo geheten bijendiner in Schipluiden, een kleinschalig initiatief dat helpt om de relatie landbouw en bijen echt te ondersteunen.
1
________________________________________________________________________________________________________________________
Is dit wat we willen? Goed zichtbaar is hier een akkercomplex dat een oranje gloed heeft, veroorzaakt door het spuiten met RoundUp. Op de voorgrond de akkerrand waar bijvriendelijke planten mogen groeien. Foto: Hans van Eekelen, 20 maart 2014
HET WONDERMIDDEL ROUNDUP Hierbij moet ik terugdenken aan mijn kruistocht tegen het gebruik van dit middel. Jaren geleden ageerde ik er tegen en wees op wetenschappelijke onderzoeken in Canada en Frankrijk die onafhankelijk van elkaar aantoonden dat dit middel gevaar oplevert voor het bodemleven, het oppervlaktewater verontreingt, het insectenleven verstoort en zelfs schade kan berokkenen aan onze eigen gezondheid (met name aan dat van nog ongeboren leven)! Het was tegen dovemansoren gericht helaas, want wat overkwam me: iemand die de boodschap wel had opgepikt vertelde me dat ze het niet meer gebruikte. Ze had een fles gekocht met een geheel andere naam. En wat bleek: er stond GLYFOSAAT op. Zich van geen kwaad bewust had ze nu net de onverdunde werkzame stof tegen onkruiden gekocht die RoundUp zo gevaarlijk maakt. Een ander verhaal uit die periode: in de wetenschap dat RoundUp gevaarlijk was maar ook in de wetenschap dat haar grastapijt ontsierd werd door een zeer hardnekkig soort onkruid werd er een bescheiden, goed afgebakende hoeveelheid RoundUp gebruikt dat echter ondergronds de wortels van het ‘goeie gras’ ook aantastte. Dag grastapijt. Nadat glyfosaat alleen nog in minihoeveelheden aan particulieren mocht worden verkocht (hetgeen al veelzeggend is) komt er nu eindelijk een algeheel verbod op het gebruik ervan. Na het halfbakken verbod uit 2011 (geen gebruik op harde ondergrond, wel in de tuin) mag eind 2015 de vlag uit. En dan zijn we toch weer 1 ½ jaar verder. De voorgaande foto van een door RoundUp vergeven akker kan dan nog steeds worden gemaakt. De professionele landbouw is van het verbod uitgezonderd!!!
LET OP: Roundup (van Monsanto) is het meest bekende merk dat glyfosaat bevat maar fabrikanten (o.a. Monsanto en Bayer) zijn inventief genoeg om glyfosaat ook onder andere namen uit te brengen. 2
________________________________________________________________________________________________________________________
DE ANDERE KANT VAN DE APPEL De andere kant van de appel bestaat niet. Door zijn vorm is er geen kant aan te ontdekken. Of zou het te maken kunnen hebben met het stickertje dat we vaak op appels tegenkomen. Ik heb nog geen aardappel met zo’n stickertje gezien, maar dat is misschien een kwestie van tijd. Het stickertje heeft wel iets: het doet vermoeden dat de appel een exclusief product is. En dat is het ook want ver-gelijk de prijs maar eens met die van een sinaasappel en die zal in het voordeel van de sinaasappel (waarom niet gestickerd?) uitvallen. Dat stickertje vertelt vaak de andere kant van het appelverhaal. Het zegt niets appelmerk: pure verleiding over de smaak, ook niet altijd over het appelras, hetgeen je wel mag verwachten. Laat ik het voorbeeld geven van de KANZI-appel. Als dat stickertje kon praten dan verdween de appel in een stortvloed van woorden. Je zou er een boek over kunnen schrijven. Niet over de boomgaard waar de appel is te vinden, niet over de kleur, de vorm, niet over de kwekerij waar je een boompje kunt kopen. De andere kant van de appel is er een van touwtrekken en strijd. Vooral een juridisch gevecht. Een boomkweker heeft er bijv. jaren in geinvesteerd om een nieuw ras te veredelen uit bestaande appelrassen. Zo is de Karmijn voortgekomen uit de Cox, de Rembrandt en de Junami uit de Elstar, de Jazz uit Braeburn en Gala, de Rubens uit Elstar en Gala en de Kanzi, net als de Jazz, uit Braeburn en Gala. Het heeft veel tijd, werk en geld gekost om een nieuw ras te ontwikkelen en in de markt te zetten. Om die kosten terug te verdienen beschermt hij zich tegen kwekers die voor zijn rekening willen meeliften. Daarvoor zijn kwekers- en merkenrechten in het leven geroepen. In het kort komt het erop neer dat andere kwekers jouw vinding niet zomaar mogen kopieren en dat er vanuit een officieel erkend merkenbureau exclusieve rechten worden verleend op een naam die niemand anders mag voeren. Het verhaal wordt ingewikkelder als je (een deel) van je rechten doorverkoopt en als er licenties worden verleend. Dit kan leiden tot juridisch geharrewar en tot rechtszaken aan toe. Zo verging het o.a. KANZI, voor de goede orde, geen appelras maar een merknaam voor een appel van het ras Nicoter. Het ras kennen we inmiddels niet meer, wel de merknaam. Met de naam Marlene wordt ook al geen ras aangeduid, het is een (Italiaanse) merknaam waartoe meerdere rassen horen die vanaf 1995 allemaal dezelfde naam meekregen. Het moge wel duidelijk zijn dat door de (betwiste) rechten deze appels niet goedkoper worden. Er worden bovendien miljoenen verslindende euro’s ingezet om moderne appelrassen aan de man of vrouw te brengen. Complete promotieteams, advertentiecampagnes, Libelleweekenden, Huishoudbeurzen, TV--programma’s, posters en dus ook de stickers moeten ons doen geloven dat er geen lekkerder en gezondere appel bestaat. En daar mag best iets meer voor betaald worden. Tenminste, dat vindt de handel. 3
________________________________________________________________________________________________________________________
Als je het teken achter een appelnaam ziet staan (de R van Registered) dan betekent dit dat die (nog steeds) als beschermd geregistreerd staat en dus duurder zal zijn dan oudere rassen. Kanzi is zo’n geregistreerde merknaam, ook al zie je dat niet altijd op de appel terug. enkele moderne appelrassen (daar mag je meer voor betalen)
KANZI® 2007
JUNAMI® 2004
JAZZ 2002®
RUBENS® 2001
MARLENE ® 1995
enkele gangbare appelrassen (vrij van rechten en dus goedkoper en daarom minder aangeboden)
COX ORANGE
ELSTAR
JONAGOLD
GALA
BRAEBURN
enkele historische rassen (vrij van rechten, commercieel minder interessant en daarom moeilijk te vinden)
BRABANTSE BELLEFLEUR
STERAPPEL
NOTARISAPPEL
SCHONE VAN NORDHAUSEN
BEAUTY OF BATH
ZAAIAGENDA-TIPS Aardappelen poten Waarom zou je op 1 april zowel vroege als late aardappelen poten. De benamingen doen vermoeden dat er op verschillende tijdstippen gepoot moet worden. Waarom dan toch op hetzelfde moment? De vroegheid heeft niet te maken met het moment van poten maar met de teeltduur. Een vroege aardappel is al na ca. 80 dagen te oogsten, een late pas na ca. 130 dagen. Toch zijn er argumenten om een vroege aardappel eerder te poten dan een late. De aardappelplaag die phytophtora heet slaat vaak toe onder warme en vochtige omstandigheden. Als een vroege aardappel ook 4
________________________________________________________________________________________________________________________
daadwerkelijk vreoger in het jaar wordt gepoot dan late dan is de oogst binnen bereik als de weersinvloeden parten gaan spelen. Mocht het aardappelloof desondanks toch worden aangetast dan zijn vaak al zoveel knollen gevormd dat het loof best kan worden verwijderd om overslaan naar de knollen te voorkomen. Om dezelfde reden heeft het weinig zin om het poten van late aardappelen ook te vervroegen. Door de lange teeltduur zijn wisselende weersinvloeden altijd aanwezig. Laat poten heeft dan als voordeel dat laat optredende nachtvorst (eind april-begin mei) geen schade kan aanrichten aan het blad omdat aardappelen er ca. 6 weken over doen om boven de grond uit te komen. Ca. half mei is er meestal geen nachtvorstgevaar meer. Bij vroeg in het jaar geteelde aardappelen zul je dus maatregelen moeten nemen – je kunt het loof met een schep zand bedekken – om het bevriezen van het blad te vermijden. Hieronder vind je (bij benadering) de teeltduur van verschillende aardappelrassen bij gelijktijdig poten op 1 april. Kijk in de zaaiagenda voor andere aardappelrassen.
1 april----------------------------20 juni
Eersteling
zeer vroeg
1 april--------------------------------------1 juli
Roseval
vroeg
1 april-----------------------------------------------------20 juli
Bionica
halfvroeg
1 april-----------------------------------------------------------------1 augustus
Raja
halflaat
1 april------------------------------------------------------------------------------15 augustus
Nicola
laat
Spruitkool en savooiekool zaaien Een vergelijkbare situatie als bij aardappelen doet zich voor bij spruitkool. Stel dat je twee soorten spruitjes op hetzelfde moment in april zaait dan is het mogelijk dat het ene zaaisel in december een oogst oplevert en het andere pas in februari. Let bij de keuze van het ras op geschiktheid voor middellate of late teelt. Bij savooiekool zaai je in maart/april voor een oogst in de herfst, in mei/juni voor een oogst in de winter. En ook daarbij let je op het voor elke periode meest geschikte ras. 5
________________________________________________________________________________________________________________________
Doperwten Veel moestuinders die doperwten telen hebben deze in april al lang en breed voorgekweekt of ter plekke gelegd. Voorheen deed ik dat ook, maar ik begin er tegenwoordig pas in april mee. Nu is de maand maart 2014 extreem warm geweest en had ik net zo goed eerder kunnen starten. Wat is het probleem? De vroeg geteelde doperwten kunnen best enkele graadjes vorst verdragen maar je bent dan wel gebonden aan rondzadige rassen. Gekreuktzadige rassen kunnen niet zo goed koude en nattigheid verdragen en daarom wachten we liever tot de kou echt uit de grond, en bij voorkeur ook uit de lucht is. Ik zie nog steeds geen probleem, hoor ik je denken: dan telen we toch ronde doperwten! Wie deze doperwten te lang aan de struik laat hangen (ze rijpen niet allemaal op hetzelfde tijdstip) krijgt er ‘meelballen’ voor terug; de suikers zijn dan namelijk omgezet in zetmeel. Dit probleem doet zich bij gekreuktzadige rassen niet voor; deze blijven zoet smaken, ook al worden ze laat geoogst. Gekreuktzadige rassen zijn er niet zoveel als rondzadige en naar gekreuktzadige langstrorassen - dit zijn tot meer dan 2 meter hoog klimmende soorten – moet je met een lantaarntje zoeken (foto’s: Wikipedia). Yacon In de 3e nieuwsbrief van j.l. februari merkte ik op nog niet bekend te zijn met deze eetbare knol en dat deze ook niet is aan te treffen in de zaaiagenda. Een nieuwsbrieflezer had dit opgepikt en overhandigde me tot mijn aangename verrassing op de Groenmoesmarkt een tasje met zowel eetbare knollen als broedbolletjes. Inmiddels heb ik een knol in de keuken verwerkt, in schijfjes gesneden en als broodbeleg gegeten, een andere knol als een soort zoete aardappel bij de warme maaltijd gebruikt. De knol heeft een vaste structuur, een prima bite en ze is licht zoetig van smaak. Velt, in de persoon van Lieven David, introduceerde deze - al duizenden jaren geteelde Indiaanse knolgroente – ca. 4 jaar geleden in Belgie waarna de Hof van Twello en de WUR er verder onderzoek naar deden. Deze gemakkelijk te telen groente – let op: ’s winters bewaren als dahliaknollen – is een welkome aanvulling in een tweede druk van de Zaaiagenda.
STADSLANDBOUW EN STADSE BOEREN Mijn eerdere bijdrage over stadslandbouw is me in bepaalde Eindhovense kringen niet in dank afgenomen en ik moet vrezen dat me dit nu in Den Bosch gaat overkomen. Vanuit Den Bosch opereren de Bossche Boeren die provinciebreed een platform gaan bieden voor stadslandbouwontwikkelingen en daarom hun naam gaan inruilen voor Stadse Boeren. Begrijp me goed, ik juich de initiatieven uit Eindhoven en Den Bosch toe, heb er zelf op de Groenmoesmarkt een platform voor geboden maar ik zie gebeuren dat de naam stadslandbouw en stadsboeren wordt geannexeerd door mensen die geen economisch belang nastreven. Ze willen ver-bindingen leggen tussen groepen in de 6
________________________________________________________________________________________________________________________
samenleving waarbij het telen van voedsel voor positieve effecten moet zorgen op gebieden als gezondheid, educatie, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijk welzijn. ‘Sociale cohesie’ wordt in dit verband vaak genoemd. De naam ‘stadslandbouw’ suggereert echter ruimte te bieden aan boeren in de stad. De naam ‘landbouw’ heeft zelfs een economische betekenis. Maar als ik naar de projecten kijk die ondersteund worden dan kom ik geen ‘echte’ boeren tegen en ook geen tuinderijen waarin voedsel voor stadsbewoners wordt geteeld. De ‘echte’ boeren hebben kennelijk te veel tijd nodig om een draai van 180˚ te maken en hun blik te richten naar de behoeften van de stad. Natuurlijk, er zijn Hertogboeren, Den Dungen produceerde jarenlang voor de Bossche markt, er zijn boerderijwinkels, er zijn groenteabon-nementen uit eigen omgeving af te sluiten en men kan coöperaties sluiten tussen boeren en burgers om de een een belegde boterham te bezorgen en de ander een gezond product waarmee niet over de hele wereld gezeuld is. Krijgt de stad Den Bosch niet zijn eigen stadsboerderij in de vorm van de Jofrahoeve? Dan hebben we het over een ‘echte’ boer zoals we die in Eindhoven vinden in Genneperhoeve en Philips Fruittuin. Vergelijkbare boereninitiatieven zijn het waard om ondersteund te worden. Veel burgers schreeuwen om eerlijk voedsel, voedsel van dichtbij, van herkenbaar voedsel, van onbespoten voedsel en van een diversiteit en smaak die alleen nog uit de overlevering bekend is. Deze boeren hebben vaak al diverse pogingen zien stranden om zich naar burgers te profileren. Ze zijn het niet gewend, ze zijn niet op marketing maar op productie gericht en ze moeten weerstanden zien te overwinnen omdat boeren en burgers uit elkaar dreigen te groeien. Breng de boer naar de stad en de stad naar de boer en we hebben het dan over stadslandbouw. Dus over landbouw voor, resp. in de stad. Er worden rapporten geschreven over klimaatneutrale steden waarin plaats is voor de boer om de hoek. De Engelse architecte Carolyn Steel schreef een boek over “De Hongerige Stad’, Frank Stroeken beschreef in zijn boek “Vlaaien op de Neude” een periode van 2000 jaar stadslandbouw in Utrecht. In Amsterdam verkopen boeren hun eigen producten in de Landmarkt. Tussen Den Haag en Rotterdam moet een nieuw soort stadslandbouw verrijzen, genaamd Park Supermarkt, in Rotterdam is inmiddels een stadsboerderij op de z.g. Marconistrip verrezen terwijl Dordrecht in Villa Augustus 7
________________________________________________________________________________________________________________________
een tot de (buitenlandse) verbeelding sprekende restaurantmoestuin bezit en de Stadsboerderij is in Almere inmiddels een begrip. “Rotterdamse Oogst”, de Amsterdamse “Boerenstadswens” en “Lekker Utregs’ verbinden burgers met stadsrandboeren. Dit noem ik STADSLANDBOUW en ik hoop dat Tilburg en Amersfoort er in hun te herontwikkelen spoorzonegebied inspiratie uit putten. Stadsboeren in de zin waarmee ik dit artikel begon zie ik als zeer waardevolle initiatieven die het kweken van voedsel combineren met functies als buurt(huis), gezondheidscentrum en maatschappelijk werk. Nogmaals, zeer waardevol maar ik noem het toch liever moestuinieren in de stad dan stadslandbouw.
GROENMOESMARKT: EEN TERUGBLIK Natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel met accenten op biologisch zaadgoed, stadslandbouw, gezond voedsel en biodiversiteit: dat was de opzet van de Groenmoesmarkt. De meer dan 400 ingevulde vragenlijsten doen vermoe-den dat de Groenmoesmarkt inhoudelijk aan de verwachtingen heeft voldaan. De ca. 50 standhouders boden een diver-siteit aan materialen en verhalen waar de 1.500 bezoekers gretig naar grepen en luisterden. Ik ken weinig evenemen-ten waar deelnemers en bezoekers elkaar zo goed konden vinden. De Groen-moesmarkt heeft zich ontwikkeld tot een specialisme op de gebieden van moestuinieren en eerlijk voedsel waarvan niet veel equivalenten in Nederland en België zijn te vinden. Ik heb dit niet zelf bedacht, het zijn uitspraken die door bezoekers èn deelnemers zijn gedaan. Het feit dat veel bezoekers afkomstig waren uit Midden-Nederland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en Vlaanderen onderstreept het belang van deze ontmoetingsplaats. Tel daarbij de explosief gegroeide aandacht op die zowel in Nederland als in België is uitgegaan naar de zaaiagenda en het moge duidelijk zijn dat Groenmoes zijn plaats is moestuinland heeft gevonden. Was er dan niets negatiefs te melden? Jazeker, maar ik zou dat liever bestempelen als verbeterpunten: de massale toestroom tussen 11.00-13.00 uur zorgde voor lange rijen bij de ingang en voor blokkades op sommige punten waardoor er geen doorstroming was. De markt was al ruimer opgezet 8
________________________________________________________________________________________________________________________
dan 2 jaar geleden en zal in de toekomst een nog grotere, maar wel ruimere opzet moeten krijgen. Of er een vervolg komt op een andere locatie is nu nog niet te zeggen. Uit de ingevulde vragenlijst bleek een grote voorkeur voor de huidige plaats met een frequentie van jaarlijks of elke twee jaar. Bezoekers aan de Groenmoesmarkt namen ongemerkt deel aan een loterij, maar moesten wel enige moeite doen om uit een 1,5 meter lange doorzichtige koker het aantal bonen van verschillende grootte te raden. Daar was een prijzenfestival aan gekoppeld waarvan de prijzen onlangs bekend zijn gemaakt. Er waren o.a. twee zaaiagenda’s te winnen, een aantal Groenmoespraktijkboekjes voor de moestuin, terwijl Wereldzaden 2x een pakket zaden met persoonlijke opdruk beschikbaar stelde, het tijdschrift Brabeau 5 magazines weggaf en Vreekens’ Zaden een grote hoeveelheid bonen. Ik had deze bonen beter niet kunnen uitstallen want van het Heilig Boontje was na afloop van de markt nog welgeteld 1 zakje over. Op de website van Groenmoes zullen meer foto’s worden geplaatst waaronder sfeerbeelden van de markt zelf.
WEBSERVICE www.innovatieglastuinbouw.nl Als je toch gericht bent op stadslandbouw dan kun je op deze site zien hoe de professionele tuinbouwwereld daarmee omgaat. Een verrassend project is de Polydome die aardbeienteler Frank van Kleef in De Lier in zijn Boeregoedkas gaat ontwikkelen. In deze kas wordt voedsel geteeld voor de eigen omgeving en het vernieuwende is dat de teelt van paddenstoelen wordt gecombineerd met 60 verschillende kruiden, groenten en fruitbomen. Ook kippen en vissen zullen er worden gehouden. Via kringlopen worden afvalstromen en restwarmte hergebruikt. Behalve de Polydome zijn nog veel meer stadslandbouwprojecten te zien waar ondernemers in de land- en tuinbouw het vizier duidelijk op de eigen omgeving richten. www.smultuin.nl De Smultuin is een digitaal (betaald) tijdschrift, uitgegeven door Claudia Reina. Claudia is enige tijd hoofdredacteur geweest van het blad Moestuin. Je kunt dus wel aannemen dat er een vakvrouw achter De Smultuin schuilgaat. Behalve tuinieren (op biologisch-dynamische wijze) en erover schrijven (ook voor papieren tijdschriften) weet ze wel raad met de verwerking van groente, fruit en kruiden in de vele recepten die tot smullen leiden. Ze verzorgt ook workshops moestuinieren. Op haar website vind je de inhoudsopgave van het laatst verschenen, meer dan 180 pagina’s tellende emagazine. www.dewassendemaan.be Deze website is door mij in het verleden vaak geraadpleegd. Niet vanwege de groentepakketten die er worden samengesteld voor de abonnees/aandeelhouders van deze biologisch-dynamische coöperatie. De groente- en fruitwijzer van dit bedrijf is namelijk zeer informatief. Over ca. 100 groenten en 40 fruitsoorten vind je algemene informatie- en bereidingstips, voorzien van veel recepten. De gegeven informatie is uitvoerig maar niet overdadig.
9
________________________________________________________________________________________________________________________
NOGMAALS: STADSLANDBOUW Westland: Stadslandbouw onderwerp van gesprek in tuinderscafé. Professionals in de glastuinbouw van het Westland zullen 10 jaar geleden niet vermoed hebben dat de vele burgerinitiatieven op stadslandbouwgebied ook hun sector niet onberoerd zal laten. Onlangs vond in Bleiswijk een eerste gesprek tussen tuinders onderling plaats. De tuinders keken nog wat onwennig tegen dit onderwerp aan getuige de uitspraak: stadslandbouw is niet tegen te houden, dus verbind je eraan”. Ede: Industrieterrein wordt ingericht voor stadsboeren Het bedrijf Loohorst Landscaping gaat 12 ha. verspreid liggende industriegrond in Ede omzetten tot “industrieakkers”. Er wordt mosterdzaad, boekweit, gerst en rogge gezaaid waarvan de eindproducten via de Edese molen aan bewoners worden aangeboden. Langs de akkers worden bloemrijke kruiden gezaaid om insecten en vogels aan te trekken. Het Groenhorstcollege heeft er tevens een plek om werkervaring op te doen. Castricum: groentehuisjes om op te eten! Veel bedrijven hebben de handen ineengeslagen om vakantiehuisjes te realiseren waarop, waarin en waarbij groenten geteeld worden. Camping, horeca, voedselbank, aannemer, papiermaker en scholieren werken er aan een project dat laagdrempelig wordt, meewerkmogelijkheden biedt en inzet op recycling. Vanaf 26 april a.s. krijg je er de Groe(n)ten uit Geversduin.
Op 6 april 2014 zijn er 1.136 nieuwsbriefabonnees Wil je geen nieuwsbrief meer ontvangen? Stuur een e-mail naar
[email protected] met de mededeling ‘uitschrijven’ en de berichtgeving zal worden stopgezet. Best, 6 april 2014, Hans van Eekelen,
[email protected] / www.groenmoes.nl
10