Februari 2010, nummer 1
S c h of fe l en Clubblad voor en door leden van vtv Streven naar Verbetering Sneeuw, sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw. Prachtig een witte kerst, dat hebben we al vele jaren niet gezien. Ons complex lag er prachtig bij, alles bedekt en mooi wit en het was ook meteen zo stil. Toch was er altijd iemand voor me geweest op weg naar mijn tuin, maar aan de voetafdrukken te zien zijn het er niet veel geweest. Leuk is het om de sporen van de dieren te volgen omdat zij afwijken van de voor mensen gebruikelijke paden. In dit nummer het relaas van de vaste bewoner Mickey. Maar nu half februari begint de sneeuw en kou me behoorlijk te vervelen, ik kan geen wit meer zien. Koning Winter het wordt tijd dat u vertrekt en snel ook. Ik verlang naar lente en vooral naar kleur op SNV. Waar blijven de gele narcissen, de blauwe druifjes, de paarse krokussen, de roze hyacinten en de rode tulpen. Vooruit sneeuwklokje, je bent wel wit, maar jouw wil ik wel zien met je groene bladeren. Kleur en warmte, daar verlang ik naar omdat het me energie geeft en ik aan de slag wil in de tuin. De redactie van Schoffelen zat ook een beetje in een winterdip. Het kostte wat meer moeite om onderwerpen te vinden voor dit nummer. Het werd lastig om tuinders te spreken, zoveel waren er de afgelopen periode niet op het complex. Ons favoriete onderwerp, Gluren bij de Buren, hebben voor deze keer overgeslagen omdat een rondwandeling in de winter op een buurcomplex geen recht doet aan de pracht van bloeiende planten in de tuinen in voorjaar en zomer. Maar voor het volgende nummer gaan we zeker weer gluren. Toch is het ons weer gelukt om een Schoffelen te maken waar we zelf best tevreden over zijn. De meeste vaste rubrieken hebben we kunnen continueren. De Gouden Schoffel is weer uitgereikt, aan wie dat lees je een paar bladzijde verderop. De tuincommissie komt aan het woord en we hebben een vroegûr met een oud tuinder die 42 jaar lid is geweest van SNV. Ricardo, zoon van een tuinder, heeft een leuk en informatief stukje bijeen gesprokkeld over wandelende takken. Gelukkig hoef je deze niet te snoeien. Een stukje aanleveren bij de redactie, dat juichen we toe. Jong of oud en alle leeftijden die er tussen zitten, als je wat wil schrijven voor schoffelen, doe het dan en lever het in bij een redactielid of stuur het op naar
[email protected] Wil je meewerken aan schoffelen dan ben je ook van harte welkom in de redactie. De vergaderingen zijn openbaar en als je twijfelt of het iets voor je is, kom dan gewoon langs en ervaar hoe leuk het is. We gaan ons weer voorbereiden op het schoffelen en andere tuinactiviteiten en wensen alle tuinders een goed en mooi tuinjaar toe.. Namens de redactie Ellen
In dit nummer o.a:
De tuincommissie
2
Van origine
5
De Gouden Schoffel
6
Dagboek van een nieuwe tuinder
8
Vroegûr.. Joop van der Meer
10
Leg neer die bal!
13
Een tak die wandelt
15
Pagina 2
S ch o ffe len
In gesprek met de tuincommissie Door: Jane
Het onderhoud van je tuin en daarnaast het openbaar groen is onderdeel van het hebben van een volkstuin in Rotterdam. Het is dan ook bij alle volkstuinen in Rotterdam vastgelegd in de statuten en huishoudelijk reglementen. Er zijn vaste regels waar iedere volkstuinders zich aan moet houden en het is een van de taken waar een bestuur zich mee bezighoudt. Bij onze vereniging is deze taak ondergebracht bij het hoofd algemeen werk die dus niet alleen moet zorgen dat het openbaar groen wordt bijgehouden, maar ook erop moet toezien dat de individuele tuinen aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo hoort elke tuin een hekje te hebben met daaraan het tuinnummer, de heggen horen keurig geknipt te zijn en onder de heggen moet het ‗schoon‘ zijn. Ook daar geen verzameling aan onkruid dus. Ook de paden horen vrij te zijn van overhangende takken. Zoals gezegd zijn dit geen regels die door de tuincommissie of het algemeen werk bedacht zijn, maar zijn dit regels die in alle statuten en huishoudelijk reglementen op alle volkstuinen in Rotterdam opgenomen zijn. Zoals we al eerder schreven in dit clubblad is er sinds de algemene ledenvergadering van juni een tuincommissie in het leven geroepen ter ondersteuning van het algemeen werk en inmiddels hebben zij een eerste ronde over het complex gemaakt. De tuincommissie bestaat uit: Jaap Bakkers, Anne Tombeur, Cees van Vuuren en Wim Wessling. Op een koude druilerige zaterdagochtend heb ik een afspraak met de tuincommissie om hen te vragen naar hun bevindingen en verwachtingen.
al sprake van verwaarlozing. In totaal waren er 93 tuinen die een 3-tje kregen op de verschillende onderdelen‖. Wim vult aan dat het opvallend was dat waar een 3 werd gegeven dit ook gold voor meerdere onderdelen. Niet alleen was dan bijvoorbeeld een heg slecht onderhouden, maar ook onder de heggen was het dan niet in orde.. Kortom, de algehele indruk van het onderhoud laat dan te wensen over. Anne vertelt dat de commissie niet op de tuinen gaat om de staat van een tuin te beoordelen; ook de slootkanten worden dus niet bekeken. Wel kun je van over een heg zien hoe een tuin erbij ligt. ―En daar word je soms niet vrolijk van‖, vult Cees aan. ―Zodra je oude koelkasten opgestapeld ziet staan of grof huisvuil op een hoop ziet liggen, kun je je afvragen in hoeverre er op zo‘n tuin nog getuinierd wordt. We hopen dat het bestuur dan ook iets met onze informatie doet en er wellicht zelf een kijkje gaat nemen om actie te kunnen ondernemen. De slootkanten zijn een probleem apart, zo constateren we met elkaar. De verplichting om de slootkanten bij te houden komt zowat direct vanuit de deelgemeente en daar wordt actief op gecontroleerd. Het zou geweldig zijn als de overheid dan ook oog had voor de puinhoop die hier en daar aan slootkanten en beschoeiingen te vinden zijn. Op sommige tuinen heeft het baggeren van de sloten geresulteerd in het kapottrekken van de beschoeiingen. Sinds lange tijd wordt er veel te weinig aan het onderhoud aan beschoeiingen gedaan door onze ‗huisbaas‘.
Anne hoopt dat tuinburen de bereidheid hebben om elkaar een handje te helpen wanneer dat nodig is en volgens Cees gebeurt dat hier en daar ook. Wanneer tuinders weten dat hun buren de heg niet kunnen bijhouden vanwege ziekte of ouderdom, zijn zij vaak niet te beroerd om de heg van Bij de eerste keuring van dit jaar was het koud weer. hun buurtjes mee te knippen als zij toch bezig zijn met hun eigen heg. En En vooral mistig! als we het dan toch over heggen hebben is de tuincommissie erg benieuwd naar hoe ze dat op ReyerZe hebben hun ‗herfstronde‘ erop zitten. In totaal komen er 3 rondes waard hebben opgelost met de heggen. Zo schreven we in het laatste per jaar. In het voorjaar, het najaar en in de winter lopen zij het clubblad dat ze daar een apparaat gemaakt hebben waardoor de hegcomplex over en maken een inventarisatie van hoe de volgende ongen allemaal op dezelfde hoogte worden geknipt. Als ik Cees uitleg derdelen erbij liggen: heggen—hekjes met nummer—onder de heghoe ze dat daar doen is hij helemaal enthousiast. ―Zoiets zouden we gen en overhangende takken hier eigenlijk ook moeten hebben!‘. Hij haalt herinneringen op van de Deze onderdelen bepalen tezamen sterk hoe een volkstuincomplex zogenaamde heggenploegen die een heel laantje bijhielden. ‗Die heg‗oogt‘ als je over de paden wandelt. Op zich heeft het dan ook niets gen zagen er prachtig uit, mooi gelijk en allemaal op dezelfde hoogte. te maken met de diversiteit van het tuinieren achter de heggen. ―En Dat werkte prima toen en het zou geweldig zijn wanneer zoiets weer dat moeten we ook niet willen‘, licht Anne toe. ―Het staat iedereen zou worden opgestart binnen het algemeen werk. Daar is misschien vrij om hun eigen tuintje in te richten naar wat zij leuk vinden. best animo voor.‘ Natuurlijk zijn daar regels voor maar binnen die regels kan iedereen plezier beleven aan tuinieren. Voor de een is dat het onderhouden Op mijn vraag wat de verwachtingen zijn van de tuincommissie ten van een groentetuin en voor de ander betekent dat tussen de bloeaanzien van hun rondes, zijn de reacties eenduidig. ―We zouden het men zitten. Daarnaast zijn er natuurlijk tuinders die van alles wat in fijn vinden als mensen er op een positieve manier aan meewerken‘, zo hun tuin willen hebben groeien‖. Op SNV hebben we veel diversiteit stelt Cees. Anne kan zich vanuit het verleden herinneren dat zij een in tuinen en zien we van tuin tot tuin kleine en grote verschillen. Dat brief kreeg van het toenmalig hoofd algemeen werk Rob Seepers. maakt het complex ook heel interessant om te bekijken. ‗Mijn heg zag er niet uit en ik had goed de pest in over zijn brief. Ondertussen had hij wel gelijk en vanaf toen zag ik het als een sport om De tuincommissie geeft alle lof aan Jaap van Steijn, die voor de comhem een stap voor te blijven. Natuurlijk was dat precies het effect missie aan hun eerste ronde begon de ergste gevallen van overhanwat hij wilde bereiken‘, lacht Anne hartelijk. gende takken over de paden heeft verwijderd. ‗Dat was natuurlijk een ‗Het zou leuk zijn als we de volgende keren steeds minder tuinen een hele klus maar het hielp die tuinders wel al een eind op weg‘, aldus 3-tje hoeven geven’, vindt Cees. ‘en dat we een stijgende lijn zien in Cees. het algemene onderhoud van de tuinen‘. Op mijn vraag hoe de herfstronde is verlopen, legt Cees mij eerst uit De volgende ronde van de tuincommissie zal in de eerste week van met welk systeem de verschillende onderdelen worden beoordeeld. februari plaatsvinden. De nieuwe Schoffelen is dan nog niet uit, maar ―Heel eenvoudig hoor. De onderdelen krijgen een 1, 2 of 3, waarbij op de voorjaarsronde van de tuincommissie kunnen we ons wel de 1 staat voor prima in orde, de 2 voor matig en de 3 betekent dat voorbereiden. er actie ondernomen moet worden. In dat laatste geval is er dan veel-
Pagina 3
F eb ru ar i 2 0 1 0 , n u m mer 1
Winter op SNV
en daar verraadde een wak in het ijs, om water uit te scheppen, nog
Door Mikey
menselijke activiteit, want niet alleen voor poezen is in de winter
Even voorstellen, Mickey is maar 1 van mijn vele namen. Ik ben de oranje kater die al een paar jaar het complex bewaakt. Er zijn meer SNV-poezen maar ik mag wel zeggen dat ik één van de bekendste ben. In de zomer woon ik het meest bij Yvonne en Wouter op tuin 347a. Yvonne is een echt poezenvrouwtje en ik en de andere poezen kunnen er altijd terecht voor Bed and Breakfast. Yvonne maakt de lekkerste zuurkool van de wereld als de mussen dood van het dak vallen, maar ik krijg Felix. Aan het eind van het seizoen gaan Yvonne en Wouter naar huis en wordt het complex van ons, de SNV-katten. Ik hoor en zie alles en ik vond het dan ook niet vreemd dat Schoffelen me vroeg om een stukje te schrijven over het leven op het complex in de winter. 's Winters verandert mijn naam in Frederik Bram. Anneke en Ati achter op het terein geven me dan eten en zij weten niet dat ik o.a. Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun eigen poezen die ze verzorgen. De drie Joegoslavische heren onder aanvoering van Svonco zijn iedere dag op het terein te vinden met een tasje met kattenvoer Begin december nog was het zacht weer. Ik hoopte dat dat de hele winter zou duren maar voor Kerst sloeg het weer om en werd het winter. Op een ochtend was het terein veranderd in een kerstkaart met een dikke laag sneeuw waar de mensen tot aan hun kuiten in weg zakten. Het werd veel te glad om risicoloos te lopen en het werd dan ook stil op het complex. Op het eiland was er nog wel leven want mijnheer Lie en Erkan waren er dagelijks te vinden. Erkan had op zekere dag een hechting op zijn hoofd. Ik dacht: hij heeft zeker zijn geheugenkaart laten verwisselen, maar nee, hij was op zijn achterhoofd gevallen. Daarna vond zijn vrouw het welletjes en mocht hij pas weer naar de tuin toen het niet meer glad was. En hij was niet de enige want het was verraderlijk glad . Rondom de bestuurskamer lag een dikke spekgladde laag ijs. Overdag kwamen er kinderen met de sneeuw spelen en hier en daar zag je dan ook sneeuwpoppen en op tuin 307 een heuse iglo. Maar toch veel leven was er niet meer. Hier
water een kostbaar goed. Een bekende poezenwijsheid luidt: waar de schoorsteen rookt is eten. Gelukkig waren er overdag nog wel brandende kachels en je zag veel mensen met hout slepen. Mijnheer Kurk had een kachel laten komen uit Turkije, Blinkend nieuw en met een oven. Een bevriende groenteboer leverde het hout. Wat je ook in de winter regelmatig ziet zijn groepjes mannen die een rondje over het terein maken om te kijken of alles er nog goed bijstaat. Of het hier door komt weet ik niet, maar tot nu toe valt het meer dan mee met inbraken op het terrein. In 1 huisje is er ingebroken maar daar is alleen een jerrycan en een stukje slang meegenomen. In februari steken overal de bolletjes weer boven de grond, de sneeuw smelt weg. Nog even en er is weer volop leven op SNV . De lente sluipt langzaam maar zeker nader en ik ga de dingen doen die katers in de kracht van hun leven in de lente doen.
Pagina 4
S c h of f e le n
Vergeten groente: ZURING— door Ati Als surfend op het internet stuitte ik op dit artikel uit Wina Born‘s oude doos. Wie kent er nog zuring? We hebben de meest exotische groenten en kruiden in de keuken, maar de ouderwetse zuring uit zoveel traditionele gerechten zegt ons niets. Het ligt ook niet bij de groenteman of in de supermarkt, een enkele uitzondering daargelaten. We zullen het zelf moeten kweken in de tuin. Dat is dan gekweekte zuring, Rumex scutatus, die men in de Franse keuken tegenkomt als oseille. Er is ook wilde zuring, Rume acetosa, die in de zomer de
Zoals omelet met zuring. Smoor een handvol gehakte zuringblaadjes even in wat boter, bak dobbelsteentjes brood in olie en gebruik dit als vulling voor een omelet. Heel verrassend. Zuringsoep is heel geliefd in Belgie en Frankrijk, vanaf een huiselijke en eenvoudige tot de chique potage Germiny. De beste basis is kalfs of kippebouillon. Voor een eenvoudige frisse zuringsoep, die men in Belgie zurkelsoep noemt, wordt de zuring fijngehakt en even in boter gestoofd; eventueel met wat spinazieblaadjes en een gehakt sjalotje. Men voegt bouillon toe, even doorkoken en de soep binden met rijst of -wat lekkerder is- een fijngewreven gekookte aardappel. Ook een restje gekookte witte bonen kan geen kwaad. Voor Potage Germiny als fijne dinersoep 200 g gehakte zuring in wat boter laten smelten, door een zeef wrijven en toevoegen aan ruim 1 liter bouillon. Vier eierdooiers loskloppen met enkele lepels room (op kamertemperatuur), geleidelijk hieraan wat warme (niet kokende) soep toevoegen en dit bij de rest van de soep (van het vuur af) doen. Goed roerend laten binden boven uiterst zacht vuur en vooral niet laten koken. Versieren met enkele blaadjes kervel.
Waar zijn ze dan? Door: Ati Claske had het al voorspeld. Februari is de maand van verlangen. Iedereen heeft het erover, zelfs Ellen in haar editorial zegt het. We verlangen naar het voorjaar. Leve global warming als het maar niet vriest en vooral niet meer sneeuwt. Volgende week is het voorjaarsvakantie en de enige activiteit die mogelijk is op de tuin is het zoveelste sneeuwballengevecht. weilanden kleurt met haar groenachtig roodbruine bloempluimen. Ook die kan in de keuken gebruikt worden, maar is zuurder dan de gekweekte. Zuring ontleent zijn friszure smaak aan oxaalzuur, dat men ook proeft in rabarber en dat tomaten hun frisse smaak geeft. Als de zuring in de tuin goed bemeste grond heeft en een plaatsje met wat schaduw zal de smaak heerlijk zachtzuur worden. In Belgie en Frankrijk en ook vroeger in Nederland mengt men graag wat zuring door de spinazie voor een pittig fris aroma. En in oude Nederlandse kookboeken vind je recepten voor zuring als groente, gekookt met krenten en/of rozijnen om het zuur wat af te ronden. Het hoort in de Oost Nederlandse kruudmoes. Wordt dit kostelijke lentegerecht nog wel gekookt, behalve op folkloristische feestjes in Gelderland en Overijssel? Het was een geweldige bron van vitaminen aan het eind van de winter als er nog geen jonge groenten uit de tuin waren in een tijd waarin we nog nauwelijks kassen hadden en zeker geen verse groenten uit zuidelijke landen werden aangevoerd. Het is een dikke pap van in karnemelk gekookte gort met rozijnen waaraan allerhande jong groen kruid wordt toegevoegd, uit de tuin en van de bosrand: kervel, peterselie, bieslook, kruizemunt, jonge brandnetelblaadjes, blaadjes van de zwarte bessenstruik en zuring. Bovenop komt een mooie Gelderse rookworst. Een oud Noord Hollands recept vermeldt een saus van fijngehakte zuring met droog broodkruim in boter gaar gestoofd bij gebakken vis; een uitstekende combinatie. Een scheutje melk of koffieroom zou ook geen kwaad kunnenOok in de oude Engelse keuken werd zuring (sorrel) vaak gecombineerd met vis. Vis en zuur gaan tenslotte zeer goed samen, zoals in gemarineerde zalm met zuring. Het lijkt iets op de Scandinavische gravad lax, al wordt die met dille bereid. Maar misschien is het toch van Scandinavische oorsprong en in Engeland gekomen met de vikingen, duizend jaar geleden, en aangepast. Het is een recept uit een zeventiende eeuws kookboek. recept volgt als recept op de page...Wie zuring in de tuin of in bakken heeft, kan daar veel plezier van hebben om iets leuks te improviseren.
Ik begrijp dat wel, het collectieve gesnak naar een nieuw begin, een nieuw seizoen. Ik snak ook. Ik snak al sinds januari naar het bloeien van de sneeuwklokjes. Fragiel en roomwit verschijnen ze plotsklaps als een belofte voor een naderend voorjaar. Volgens een oude christelijke mythe veranderde een engel sneeuwvlokken in sneeuwklokjes als een teken voor Adam en Eva dat ondanks hun verstoting uit het paradijs er overal nog wel wat van het paradijs te vinden zou zijn. Maar waar dan? Waar zijn ze? Als halverwege januari de sneeuw wegsmelt ga ik speurend op pad. Blauwe druifjes, boshyachinten en zelfs al narcissen steken trots hun kop op maar nergens een sneeuwklok te vinden. Nu is het februari en gister vond ik ze dan eindelijk. Maar wat een teleurstelling, ze steken niet fier uit de grond. Het lijken wel mutanten met een kleine korte stengel en een iel uitgebleekt klokje. Tja , ik heb geen idee of het door de aanhoudende winter komt maar 2010 is geen goed sneeuwklokjes jaar. Ik ben niet de enige liefhebber van de Galanthus. In Engeland is een ware culthus rondom het sneeuwklokje ontstaan. En ook Nederland lijkt het eenvoudige klokje weer op waarde in te schatten. Bij
[email protected] kun je een lijst aanvragen met wel honderd soorten . Er zijn ook veel beurzen rond deze tijd en zelfs heuse sneeuwklokjesgala's maar die zijn bij het uitkomen van dit nummer allemaal al geweest.
Pagina 5
F eb ru ar i 2 0 1 0 , n u m mer 1
Van Origine…... Door: Ellen
Er zijn op SNV een paar mensen die nagenoeg iedere dag, weer of geen weer, aanwezig zijn. Een van hen is Yasar Aydin. Als ik hem vraag of hij geïnterviewd wil worden voor Schoffelen, stemt hij direct toe. Yasar is in 1971 geboren in Yozgat, een stad, 300 km van Ankara af in het midden van Turkije. In de plaats waar hij vandaan komt heeft ieder huis een tuin en er wordt ook veel gebruik van gemaakt. Vooral zomers is iedereen buiten en wordt er in de tuin gegeten en geleefd. Groente en fruit worden volop geteeld. Vooral mensen uit de omringende dorpen gaan met hun groente en fruit naar de markt om het daar te verkopen.
Een paar jaar geleden wilde Yasar een tuintje in Schiebroek, maar dat ging niet door omdat het complex moest plaats maken voor woningbouw. Via een tante is hij 2 jaar geleden terecht gekomen bij SNV en daar voelt hij zich helemaal thuis. Hij vindt dat zijn tuin op het mooiste en prettigste gedeelte van het complex zit. Vooral de rust vindt hij heerlijk maar ook de gezelligheid en contact met de tuinders op zijn pad vindt hij belangrijk. De meeste mensen op het complex zeggen elkaar gedag en maken regelmatig een praatje, het is een dorpje in het klein. Inmiddels heeft zijn broer de tuin naast hem gekocht. Wat Yasar uniek vind aan SNV is dat zo‘n mooi stuk groen midden in de stad ligt en dat het er zo rustig is. En wie wordt er nou zomers gewekt door de zeehondjes van Blijdorp. En hij vind het ook leuk om andere dieren te horen. De afgelopen weken heeft hij genoten van al de sneeuw die op het complex lag. Het zag er schilderachtig uit en het verbaasde hem dat er maar weinig tuinders zijn komen kijken want die hebben echt wat gemist.
Als klein kind groeit hij op bij zijn Opa, die boer is, terwijl zijn ouders een bestaan aan het opbouwen waren in Rotterdam. Aan de tijd bij zijn Opa, die hij als zijn vader zag heeft hij goede herinneringen. Zijn Opa hield koeien, schapen, geiten en kippen en van de melk werd zelf kaas gemaakt. Toen zijn vader tijdens een vakantie langskwam zag hij hem dan ook aan voor een oom.
Zijn tuin is hij stukje voor stukje aan het opknappen en hij wil een echte leeftuin ervan maken. Lekker zitten in de tuin en wat rondkijken, praten met familie en vrienden die langskomen en natuurlijk veel bbq‘en. Hoewel hij als klein kind is opgegroeid met een moestuin gaat hij dat niet in zijn eigen tuin doen. Het is niet zijn ding en buiten dat kan hij ook geen zwaar tuinwerk meer doen.
In 1978 komt hij bij zijn ouders, broertje en zusje wonen, op een bovenwoning, in Rotterdam. Een erg groot contrast vergeleken met de leefomstandigheden bij zijn grootvader. Als kind had hij het niet zo in de gaten omdat hij zich snel aanpaste aan de omstandigheden. In 1984 gaat hij terug naar Turkije om vervolgens 2 jaar later, omdat hij zich daar niet meer echt thuis voelde, weer terug te komen naar Rotterdam. In Rotterdam hebben zijn ouders nooit een tuin gehad. Wel hebben ze een huis in Turkije gebouwd, uiteraard met tuin, waar ze inmiddels wonen. In 1994 is zijn zus daar verongelukt en sinds die tijd is Yasar er niet meer geweest. Wel op andere plaatsen in Turkije maar niet in Yozgat. Ook zijn Opa leeft niet meer en de herinneringen zijn te groot.
verplaatsen van volle containers wel hulp gebruiken.
Een opvallende verschijning,
De zwarte kraai is een uitgesproken
dit eigenwijze vogeltje met zijn
omnivoor. Vrijwel alles wat eetbaar is
rode borstveren. In veel tui-
verdwijnt in de imposante snavel.
nen komt hij met zijn donkere
De vogel heeft veel eiwitten nodig, dat
kraaloogjes kijken of er iets
hij onder meer haalt uit kadavers.
voor hem te halen valt. Soms
Bij eiwittekort, en in de stad gebeurt
zelfs als u in de tuin aan het
dat nog wel eens, kleuren de veren van
werk bent. Soortgenoten jaagt
de slagpennen wit. Kraaien komen niet
hij zonder pardon weg. Hij Roodborst
Yasar heeft altijd zwaar lichamelijk werk gedaan, eerst 15 jaar als uitbener in de vleesindustrie, vervolgens als stratenmaker en als laatst bij de groenvoorziening. Bij het laatste werk is hij van 4 meter hoog met kettingzaag en al uit een boom gevallen en op zijn schouders op de grond terecht gekomen. Hij kon door ingeklapte longen amper meer lucht krijgen en is per ambulance afgevoerd. Sinds kort staat Yasar als vrijwilliger in het milieupark en kan bij het
verstopt zijn nest goed, en voelt zich thuis in veel tuinen.
Zwarte Kraai
of nauwelijks op voedertafels. Maar op rustige, onbewaakte momenten slaan ze hun slag! Dan verdwijnen de broodkruimels van het gazon en het zaad dat van de voedertafel is gevallen.
Pagina 6
S c ho f fe l e n
De Gouden Schoffel van de maand februari Door: Jane
De vorige keer gaven Frank en Nel de Gouden Schoffel door aan meneer Medic en zijn tuin. Meneer Medic leek wel een beetje ontroerd toen ik hem vertelde dat hij de Gouden Schoffel had verdiend omdat Frank en Nel hem een bijzonder mens vinden. Frank vertelde dat Medic altijd vriendelijk is en nooit te beroerd is om iemand te helpen. Wij treffen Medic op zijn tuin als het inmiddels ijskoud is en er een enkelhoge laag sneeuw op de paden ligt. Bepaald geen tuinweer voor mij maar voor Medic is het altijd tuinweer. We maken voor later een afspraak, het is mij te koud. Vlak voor de deadline van deze editie treffen we elkaar. Inmiddels is er een flauw maar heel welkom zonnetje wanneer we elkaar spreken. ―Zeg maar Boris, zo noemt iedereen mij‖, zegt meneer Medic. En nee, Boris heet eigenlijk geen Boris maar zijn echte naam schijnt zo lastig uit te spreken te zijn voor Nederlanders dat men er in de loop van de tijd Boris van heeft gemaakt. En dat vindt Boris helemaal best. Door een andere tuinder – destijds behalve een maat ook een collega- kwam hij ooit op SNV terecht. En Boris was meteen helemaal verkocht. Zo‘n stukje eigen grond midden in de stad wilde hij ook heel graag. De tuin die hij eerst wilde hebben werd net voor zijn neus verkocht en ook voor deze tuin was hij nog maar net op tijd. ‗Terwijl ik de papieren tekende kwam er iemand die ook graag deze tuin wilde hebben. Ik was dus maar net op tijd‖. Boris heeft zijn tuin helemaal kindvriendelijk gemaakt. ―Vroeger kwamen wij hier naartoe met onze kinderen en nu komen onze kleinkinderen er ook. Ik heb alles veilig gemaakt voor kinderen om te spelen. Zo kunnen ze niet bij de sloot komen en ook rond de kas heb ik het veilig gemaakt zodat ze zich niet kunnen snijden aan het glas als er een ongeluk met een bal zou gebeuren‘. Nu hij niet meer werkt heeft Boris veel tijd en komt dagelijks naar zijn tuin. ―Al die herrie van de straat, het verkeer, de onveiligheid …. Als ik dan hier kom en de vogels hoor dan ben ik zo blij hier te zijn. Het is hier zo mooi. Dit is een plek om te ontspannen en uit te rusten‘. Boris zijn tuin en huisje is ingericht voor alle seizoenen. Voor de zomer heeft hij gezorgd voor schaduwplekken als hij en zijn gezin buiten zitten en voor de winter heeft hij zijn huisje zo gebouwd dat het ook dan gezellig toeven is. Boris vertelt over de winteravonden dat hij met een aantal andere tuinders gezellig bij elkaar kwamen op de tuin. ―Een van mijn maten speelde accordeon, we maakten lekker eten, dronken er een wijntje of een biertje bij. Het wilde dan weleens laat worden hoor‖, lacht Boris als hij met veel plezier de herinnerin-
gen ophaalt. ―Maar het was altijd zo gezellig en we waren niemand tot last‘. In ons gesprek komt vaak de ligging van ons complex terug. Zoals veel van onze tuinders vindt ook Boris het geweldig dat midden in het centrum, op kleine afstand van het centaal station, deze oase van groen ligt waar we kunnen recreëren. Deze oase van rust was jaren geleden wel het mikpunt van veel inbraken die vooral ‘s nachts werden gepleegd. Boris heeft toen, met een aantal andere tuinders, vooral in de avonduren veel rondgelopen om het signaal af te geven dat er opgelet werd. Over de plek waar zijn tuin ligt kan Boris net zo hartelijk vertellen als over zijn tuin zelf. Als ik hem vraag wie volgens hem de Gouden Schoffel zou moeten krijgen dan lijkt het alsof Boris zo‘n 7 á 8 schoffels uit wil delen. Boris kent zijn tuinbuurtjes en weet over iedereen een aardig verhaal te vertellen. Want ook zijn omgeving bevalt hem erg op SNV. ‗Iedereen zegt gedag of maakt een praatje, dat zie je in je straat toch niet meer?‖Wat Boris betreft krijgt zowat het halve pad een Gouden Schoffel en ik geloof niet dat ik hem blij maakte toen ik hem vertelde dat er maar één Goud Schoffeltje te geven viel. Uiteindelijk is de keuze van Boris gevallen op tuin 458 van Arianne en Roger. Een leuke keuze waarbij het mij opvalt dat ook Boris met geen woord rept over de tuin, maar dat hij vooral de mensen op de tuin bijzonder vindt. En dan niet in de laatste plaats omdat zij af en toe lekkere hapjes met hem delen. Ik ben heel benieuwd naar deze tuin. Voorheen stond deze tuin bekend als de tuin-met-de-hekjes en de huidige bewoners hebben er een heel gezellige
F eb ru ar i 2 0 1 0 , n u m mer 1
Pagina 7
Van een volkstuintje naar een moestuin Door: Marjo Ik las een stukje over mensen die een moestuintje hebben en dit deed mij denken aan de moestuintjes op ons complex. Soms hoor ik bij ons mensen praten over het verlangen om er ook aan te beginnen. Misschien is dit verhaaltje een inspiratiebron voor ze …. wie weet !!! Hij loopt achterop bij zijn gastheer van de moestuintuinier, omdat er zoveel te zien is. Bonenstaken, hoog, groen, bloeiend; reusachtige rode kolen, blauwpaars uitwaaiend: schitterend groenkool, met waterdruppels parelend op generfd blad. De tuinier heeft tussen het groen dille staan tegen zijn huisje. In een middag schoffelt hij zijn hele tuin schoon. Met dezelfde geestdrift maakt hij thuis muntchutney of rabarbertaart, Wie een siertuin heeft ziet deze door de seizoenen en jaren heen groeien, maar een moestuin begint elk jaar opnieuw. Als eind december, begin januari alles geoogst is doen alleen nog wat knobbels op de kale, harde grond vermoeden waar straks weer rabarber zal groeien. Maar in de zomer is een moestuin een beeld van vruchtbaarheid en kleurige rijkdom. De tuinier kocht een tuintje, schafte wat gereedschap aan betrad in opperste onwetendheid het complex waar dertig tot veertig mensen hun lapje grond verwerken. Nu is zo‘n volkstuincomplex een merkwaardig instituut, want het is een kruising van een sociëteit, een landbouwschool, een ontspanningsoord en een groentewinkel. De onwetendheid hinderde niet want de gevestigde volkstuinders kwamen kijken hoe wij de grond schoonmaakten van onkruid en hoe wij de mest er in kruiden. De tips regenden al snel binnen. We konden beter niet zus spitten maar zo … we moesten daarop letten als we de grond mooi gelijk wilden krijgen. Letten op het feit waar de zon draaide en welke groente meer schaduw nodig hebben. De preiplantjes kunnen veel dieper staan en de rabarber kan het best vlak bij de sloot staan. Had de man geen cultivator? Nou, zo‘n drietand met scherpe punten had hij toch echt nodig om de grond de lucht te geven en de tomatenstokken waren echt te kort. De kool stond te dicht op elkaar, want straks -als alles gegroeid zou zijn – kon hij toch er niet meer tussen schoffelen. Zo hielden de buren de nieuwe tuinier in het oog en waarschuwde hem dat nu echt de sla en de andijvie er af moest anders ging het spul doorschieten. Hij moest nu toch echt de tomatenplantjes ‗dieven‘, en kijk die bietjes al eens leuk opkomen! De volkstuin wordt een stuk van het dagelijks leven. De tuinier wilde niet ver van huis gaan als het om vakantie ging want stel je voor dat hij ver weg is net als de kapucijners klaar zijn voor de pluk! In het eerste voorjaar keek de man wat argwanend naar die ver uit elkaar staande rijen ontzettend kleine plantjes. Moest dat het nu worden? Maar in juni en juli kent de moestuin een zachte groene explosie. Binnen enkele dagen is de aarde onzichtbaar geworden en alles is groen, allerlei schakeringen groen. Je voelt het gebeuren. Je loopt door de tuin. Alle onkruid is gewied. Er is nu even niets te doen en toch wil je erbij zijn. Je kijkt alles de grond uit en praat wat met medetuinders. Deze laat zijn kapucijners zien, spreekt twijfels uit over zijn bloemkool en hoe de jouwe het doet? Gesprekken over het gaas en tussen de groenteperken. En langzamerhand, met elk nieuw seizoen op de tuin, leert de tuinier meer en meer. Over zijn moestuin, over zichzelf en over zijn medetuiniers. Wat een spannend maar geruststellend idee om hier elk jaar weer te mogen komen. Heerlijk zo‘n moestuin voor je plezier !!! Uit: Met mijn tuin in de wolken Amsterdam 1982, uitgeverij Ploegsma bv
Snoeilied De tuinman weet dat al wat groeit moet gekortwiekt en gesnoeid. Al ‘t overtollige moet eraf, voor eigen bestwil; niet voor straf. Al wat men zich nog kan wensen, is hetzelfde doen met mensen. Laat ons nu ook mensen snoeien, want dan gaan ze mooier bloeien. Ten eerste moet ‘n oog er uit, dan kan ‘t andere, naar verluidt, volgend jaar veel beter zien. Ja, gewaarschuwd telt voor tien. Vervolgens gaan we de oren snoeien Voor ze uit kun krachten groeien, Een raad: laat het al doen als kind, Dan vangt het hoofd ook minder wind. De linkerarm dient flink bekort Voordat hij te gulzig wordt: Wie hem zomaar mee laat smikkelen Belet de andere zich te ontwikkelen. Eraf ook met die dikke billen Die het hele lijf doen trillen: Dat werkt ontlastend voor de benen En men kan toe met minder tenen. Ook die lobben moeten weg, Onderaan daar in die heg: Anders schieten ze in ‘t zaad En dat is een schrik‘lijk kwaad. Dat zuigt maar alle sappen op, Zodat ‘t leeg wordt in de kop. Nee, al wat uitsteekt moet eraf, Voor eigen bestwil, niet voor straf, Uit: Tuin in de branding. Verhalen, liedjes en verzen uit Nieuw Vredelust (Met dank voor toestemming van de uitgever)
De tip voor bovenstaand lied kregen we van Koos (tuin 830)
Pagina 8
S c ho f fe l e n
Dagboek van een nieuwe tuinder
Door: Gerrit en Yolanda
Vanaf 1 april vorig jaar zijn Gerrit en Yolanda de nieuwe eigenaren van het huisje op tuin 465. Samen met hun twee honden Sophie en Zinder wonen ze sinds kort op de 5e verdieping van een nieuwbouwappartement. Een appartement zonder tuin, sterker nog, met geen enkele buitenruimte, zelfs geen balkon. Redenen genoeg om op zoek te gaan naar een tuintje. Ze vonden er een op SNV en vertellen erover in het clubblad. In het tweede nummer vertelden Gerrit en Yolanda over de koop en de eerste tijd op SNV. Hier het vervolg ….. Een huisje aan het eind van het park, superleuk! Totdat je 10 kuub aan zooi naar de stort wil brengen! Gelukkig is het een bloedhete zomer, zo een waar je op hoopt als je aan een tuintje begint. Tot je tot aan de knieën in de brandnetels staat te spitten! Nee, we worden niet pessimistisch. We gaan gewoon wat vaker zitten met een drankje en een hapje. Het is wel heel grappig om te merken dat dat zitten nooit heel lang duurt. Al snel gaat het kriebelen en dan gaan we toch weer verder.
Ondertussen hebben we iemand gevonden die het dak komt repareren. de goede man gaat voortvarend te werk. Na een lange dag hard werken legt hij zelfs alvast wat extra dakbedekking op het dak, voor het geval dat het gaat regenen. Super attent, want binnen staan de houten platen voor de afwerking aan de binnenkant al klaar. We laten dus met een gerust hart ons huisje achter voor de komende paar dagen. Opnieuw blijkt dat we toch hadden moeten inschrijven op de korte cursus; ‗Hoe start ik mijn volkstuin‘. Telefoonnummer uitwisselen met de buren, kan namelijk heel handig zijn. Ook als je de mensen nog niet tot nauwelijks kent. Het stuk dakbedekking was van het dak gewaaid en bij de buren in de tuin terecht gekomen. Gelukkig had het niet al teveel schade aangericht en was het stuk dakbedekking alweer keurig netjes opgerold toen we terug kwamen bij het huisje. Maar je voelt je toch opgelaten.
Omdat onze tuinspullen en daarmee ook het tuingereedschap nog in de opslag zit, sta ik met een botte zaag die we gevonden hebben in het schuurtje, de pergola om te zagen. Toen ik ooit bij de tandarts zat om m‘n verstandskiezen te laten trekken, antwoordde deze op mijn vraag hoe lang het ging duren: ―Het is net paaltjes uit de natte klei trekken. Het kan lang duren, maar het kan ook heel snel gaan‖ Op de een of andere manier moest ik daar steeds aan denken als ik aan de palen, waar de pergola op rustte, stond te trekken. Alleen ging het bij de tandarts vele malen sneller dan deze paaltjes. Ik weet niet wie hier aan het werk is geweest, maar dat het grondig gebeurd is, is een feit.
Maar het dak is weer waterdicht en dat is echt heel fijn. Want nu kan ook de binnenkant aangepakt worden. We willen alle wanden en het plafond met dunne platen hout betimmeren. Om de kosten te sparen hebben we gekozen voor de dunnere versie. Dat leek zo logisch. Omdat onze klusjesman zo goed beviel, hebben we hem gevraagd om nog een keer te komen om deze platen vast te zetten. De verwachtingen waren hoog gespannen toen we gingen kijken naar het resultaat. Bij het zien van dat bewuste resultaat, kwam ineens de term golfplaat bij me bovendrijven. Ik hoef denk ik niet uit te leggen waarom. De klusjesman zal dus nog een keer terug moeten komen, maar los van dat zien we wel dat het mooi wordt. En golfplaat of niet, we worden er toch blij van!
Pagina 9
F eb ru ar i 2 0 1 0 , n u m mer 1
Even voorstellen ……… Erkan Ozcelik Sinds 30 januari hebben we een nieuw bestuur. We willen natuurlijk allemaal meer over hen en het beleid wat ze gaan voeren weten. Vanaf het volgende nummer beginnen we met een nieuwe reeks interviews. Voor de volledigheid toch nog even een portret van Erkan Ozcelik want die hadden jullie nog te goed. Erkan is geboren in het wonderschone Konya in het midden van Turkije. Konya is een van de mooiste streken van Turkije en staat bij ons bekend om de Dansende Derwishen. In de jaren 80 is hij naar Nederland gekomen en hij is hier dan ook weer 31 jaar. Hij is 30 jaar gelukkig getrouwd met Aynur, ze hebben 3 bloedjes van nu al weer volwassen kinderen. Erkan is super handig met zijn handen en heeft dan ook als loodgieter, electricien en automonteur gewerkt. Jammer genoeg is ook aan Erkan de recessie niet voorbijgegaan, Voor het moment is hij dan ook, zoals dat zo fraai heet, in between jobs. Hij is altijd actief geweest in de moskee en veel Turken kennen hem daarvan. Reden genoeg voor de toenmalige voorzitter Rob van Dijk om hem te vragen zitting te nemen in het bestuur. Hij heeft wel lang geaarzeld. Hij vroeg zich af of de tuinders wel zaten te wachten op een buitenlander in het bestuur. Ben je gek, zei Rob, geluld word er altijd. Erkan zit nu alweer 3 jaar in het bestuur. Voor mij is hij altijd een beetje onzichtbaar geweest. Hij is er wel tijdens vergaderingen en zit wat achteraf, aandachtig te Luisteren. Zijn speciale taak is de coordinatie van de loods. Erkan maakt met zijn handen alles wat zijn ogen zien. Dus hij is daar helemaal op zijn plaats. Erkan is 1 van de bestuursleden die is blijven zitten bij de bestuurswisseling. Hij is nieuwsgierig hoe het zal zijn om samen te werken in een nieuw bestuur. Hij verwacht dat het heel gezellig wordt.
De koolmees, met zijn opvallende gele borst-met-blauwe-stropdas, is een stamgast in bijna elke tuin. Hij is dol op vetbollen en pinda‘s. Een paar beschutte plekken om te eten en wat voedsel, dat is al genoeg om een koolmees in uw tuin te zien. Met een nestkast doet u deze kleine druktemaker ook veel plezier.
Nieuws vanuit de RBvV
Oproepje Lief & Leed
De grondhuur: die blijft in de meeste gevallen op eenzelfde niveau als in 2009. Dat is goed nieuws voor de tuinder, zeker nu alles toch al duurder wordt. Daarbij is de contributie voor 2010 ook slechts minimaal verhoogd tot € 45. Meer was niet nodig, daar blijft het bij.
Op veel tuinverenigingen is er een vrijwilliger die het Lief en Leed bijhoudt op het complex. Dat betekent dat er een kaartje wordt gestuurd bij gebeurtenissen als een geboorte, bruiloft of jubileum. Maar ook bij minder leuke dingen zoals een ziekenhuisopname of als iemand al een poosje ziek is, wordt een kleine blijk van medeleven gegeven door middel van een telefoontje of een kaartje namens de vereniging.
Het groot onderhoud: altijd een lastig probleem omdat het daarbij om veel geld gaat. De RBvV is nu bezig met het OBR om in 2010 daarvoor een bindende afspraak te maken. Als alles goed gaat kunnen we u hierover binnenkort uitvoerig informeren. Het belangrijkste is dat de volkstuincomplexen er ook in 2010 pico bello bij liggen. Veiligheid: als u op de tuin bent dan is uw persoonlijke veiligheid en die van uw bezit van het grootste belang. Dat vindt ook de RBvV en zij zal in 2010 bijzondere aandacht geven aan de verhoging van de veiligheid op de volkstuincomplexen. Want je moet kunnen genieten zonder over je schouder te hoeven kijken. Reductieregeling: De RBvV onderhandelt met de gemeente Rotterdam om de bestaande reductieregeling, indien mogelijk, voor meer tuinders bereikbaar te maken. Betaalbaar tuinieren blijft immers ons uitgangspunt. Bouwvergunningen: we gaan in 2010 bekijken of dit niet wat sneller kan, dan bent u als tuinder beter af. Gelijktijdig gaan we ook beter toezien op de naleving van afgegeven vergunningen, want die afspraak is nu eenmaal met de gemeente gemaakt. Bron: nieuwsbrief RBVV december 2009
Leden van SNV die al wat langer lid zijn kunnen zich ongetwijfeld de jarenlange inzet van Toos Korteweg herinneren. Toos ontging weinig en stuurde een kaartje bij alle Lief en Leed wat leden doormaakten. Of het nu een geboorte van een klein tuindertje was of een ziekenhuisopname van iemand die aan het sukkelen was, Toos zorgde ervoor dat men dan namens de vereniging een berichtje kreeg. Ze heeft dat tot op hoge leeftijd voor de vereniging gedaan en haar inzet werd door de leden enorm op prijs gesteld. Misschien is het weer tijd om het Lief en Leed op SNV nieuw leven in te blazen? Als het je leuk lijkt om daaraan mee te helpen vragen we je om daar samen met ons eens over na te denken hoe we dat invulling kunnen geven. We vragen dus om een vrijwilliger die het leuk vindt contacten te onderhouden met andere leden en af en toe een kaartje te sturen naar iemand met wie Lief of Leed te delen valt. Je kunt informatie voor Lief & Leed doorgeven op mailadres:
[email protected] of in de brievenbus van de vereniging. Ook als je wilt helpen als vrijwilliger is een briefje in de brievenbus of een mailtje van harte welkom!
Pagina 10
S c ho f fe l e n
Vroegûr…. Met Joop van der Meer (1919) Door Ellen Hij is al 20 jaar weg bij SNV maar er zullen nog genoeg tuinders zijn die hem kennen. Joop van der Meer inmiddels 90 jaar oud, wat hem niet aan te zien is en ik had hem zeker 15 jaar jonger geschat, is een actief lid van SNV geweest. Hij heeft van 1947 tot en met 1989 een tuin op ons complex gehad. Via een collega hoorde hij dat er een tuin vrij kwam op SNV. Het was toen nog een kale vlakte met alleen moestuinen. Een paar jaar later kwamen pas de heggen die er nu nog steeds staan. Het complex was in die jaren vele malen groter dan het huidige SNV. In het begin mocht er alleen een gereedschapskist op staan en later heeft hij er een klein huis op gebouwd. Joop werkte in de continudienst bij het GEB, eerst als gasmaker en later in de elektra. Dit maakte dat hij veel tijd voor zijn tuin had. Als hij ‘s middags moest werken ging hij ‘s morgens in de tuin aan de slag, werkte in de vroege dienst dan was hij ‘s middags in de tuin. Van de opbrengst van de tuin had het gezin van der Meer met 3 kinderen goed te eten. Zijn vrouw, had het in de zomer ook druk met het inmaken van alle groenten. Thuis op de zolder stonden dan rekken vol met de weckpotten, een kleurig gezicht. In de 42 jaar dat hij met zijn vrouw en kinderen op de tuin zat heeft hij vele mensen zien komen en gaan en ook vele besturen meegemaakt. Vooral in het begin toen er een driekoppig bestuur was werd er streng gecontroleerd. Iedere zaterdag werd er door het bestuur een rondje gemaakt en werden de mensen direct aangesproken als het een troep was op hun tuin. Ook de vrijwilligers van de materieelloods konden in niet mis te verstane bewoording tuinders aanspreken die het geleende gereedschap niet op tijd terugbrachten. Ook in die tijd bestond er al algemeen werk op zaterdag. Maar omdat Joop in de continudienst werkte was het algemeen werk op zaterdag lastig. En is hij bij de inkooploods gaan staan. Daar konden de tuinders terecht voor bouwmaterialen, grond, zand en cement. Een afgestreken kruiwagen zand kostte in die tijd een gulden. De meeste tuinders probeerden toch hun kruiwagen zo vol mogelijk met zand te doen. Alleen bij het wegrijden over een hobbelig terrein waren ze de extra scheppen al kwijt. Er werd in de loods veel verkocht en het was ook altijd druk. Later is hij de acculoods gaan doen. Ook grasmaaien op het complex heeft hij gedaan. Om alle veldjes te maaien met de grasmachine uit die tijd was hij een hele dag bezig. Joop is ook een muzikant en speelde tot voor kort nog zelf trompet. Zijn—inmiddels overleden- vrouw Marie kwam met het idee om een zangkoor op te richten op SNV en deed een oproepje voor zangers in het clubblaadje. De belangstelling was erg groot en er werd meteen een koor opgericht. Uniek, want SNV had als enige tuinvereniging in Nederland een koor en het bestond ook alleen uit leden van de tuinvereniging. Er werd veel opgetreden bij andere volkstuinverenigingen in Rotterdam. Ook waren er uitvoeringen elders in de stad want het koor genoot een goede bekendheid. Het koor was een grote passie voor het echtpaar van der Meer en Joop is 20 jaar dirigent van het koor geweest. Hij heeft nog vele foto‘s van het optreden en ook nog wat krantenartikelen.
Wat hem nog goed bij staat is dat vlak voor een groot optreden in de stad het clubhuis van SNV door een brand verwoest werd. Ook het orgel van het koor stond in het clubhuis en daar was weinig meer van over. Wat nu met het geplande optreden. Gebeld naar de organisatie waar opgetreden zou worden en zij hadden gelukkig een klein orgel staan zodat het optreden door kon gaan. Het was gebruikelijk dat het koor een kleine vergoeding kreeg voor het optreden en dat kregen ze deze dag ook plus nog 100 gulden als bijdrage voor en nieuw orgel. Joop zingt nog steeds maar nu in het Groot Rotterdams koor. SNV had een rijk verenigingsleven en als iemand een leuk idee had dan werd het uitgevoerd. Zo is er jaren een gekostumeerd voetbalwedstrijd geweest. Ook was er een trimclub waar Joop aan meedeed. Er werden ook wedstrijden in verschillende afstanden georganiseerd en ook hier was de belangstelling erg groot en er deden ook lopers van buiten de regio aan mee. Het echtpaar was inmiddels verhuisd van Rotterdam west naar de Beijerlandselaan op Zuid. Regelmatig ging hij ‘s morgens hardlopen naar de tuin en dan ‘s middags weer hardlopend terug naar huis. Voor de aanleg van het Roel Langerakpark moesten veel tuinen op het complex verdwijnen en ook de tuin van Joop hoorde daarbij. Hij kreeg een andere tuin bij SNV ,de plek waar nu het milieupark is. Het was in het begin erg wennen want vlak bij het huis werd geparkeerd en het dichtslaan van portieren was ‘s avondslaat goed te horen. Ook stonden vlak voor zijn tuin de afvalcontainers op een grasveld wat een stankoverlast veroorzaakte. Joop had meerdere malen gevraagd aan het bestuur of de containers niet ergens anders konden staan. Er werd niets mee gedaan totdat Joop op een zondag morgen alle containers voor het clubhuis heeft gezet. Ze zijn daarna nooit meer voor zijn tuin neer gezet. Heimwee naar zijn eerste tuin heeft hij altijd gehad. Zijn huisje heeft hij wel mee kunnen nemen en in de nieuwe tuin kunnen plaatsen. Met zijn schoonzoon heeft hij eerst een stenen muurtje gebouwd en vervolgens is zijn houtenhuisje verplaatst. Met lange stangen en van binnen geschraagd is het door een grote groep tuinders naar de nieuwe plek gedragen. Joop had al een krat bier klaarstaan in zijn gereedschapkist maar toen het huisje geplaatst werd kreeg hij de kist niet open. Naast het huisje had hij ook een grote kas van 4 bij 4 meter. Met een pad in het midden en aan weerzijde komkommerplanten opgehangen aan draden leek het wel een oerwoud van komkommers. Ook stond er een perzikboompje in de kas. Op een dag kwam Joop de kas in en zag tot zijn verbazing een paar grote perziken hangen. Helaas niet van de boom zelf maar door familie met een touwtje opgehangen in de boom. In de 42 jaar dat Joop op de tuin zat heeft hij veel meegemaakt op SNV. Zo is er een periode van vele inbraken geweest. Door de tuinders werden clubje opgericht om ‗s nachts de boel in de gaten te houden. Ook Joop deed daar aan mee. Op een nacht waren ze met 4 groepjes op het complex aan het waken. Via portofoons hadden de groepen contact met elkaar. Het groepje van Joop hoorde dat er 2 mannen het complex opkwamen en in hun richting liepen. Ze lagen op het dak van de gereedschapsloods en konden de mannen goed horen. De groep die bij de ingang waakte hadden inmiddels de bougie in de auto eraf gehaald. In plaats van 2 inbrekers bleken het politie agenten te zijn die een ronde deden over het tuincomplex. Joop heeft vele goede herinneringen aan SNV en dit artikel is gewoon te kort om het allemaal te vertellen en vraagt om een vervolg.
Pagina 11
F eb ru ar i 2 0 1 0 , n u m mer 1
De aller, allergrootste !!!
Door: Jane
Eindelijk. We gaan dit jaar van start met een wedstrijdje. Zelf ben ik een groot liefhebber van zonnebloemen. Ik word altijd zo vrolijk van deze bloem. Als het even kan staat er een vaas vol van in mijn huis en zelfs koop ik weleens een bos voor op de tuin. Mijn tuinbuur Ellen, toevallig een redactielid- en ik zijn er al een poosje over bezig. Hoe zouden we het voor elkaar krijgen om een supergrote zonnebloem te kweken? Het zou toch wat zijn als we een wedstrijdje op SNV kunnen houden met zonnebloemen? ‗Oh leuk‘, zei weer een andere buur, – Ati, toevallig ook al een redactielid, ‗dan doe ik mee met pompoenen‘. En zo kwam van het een het ander en we vinden het leuk hierbij de aftrap te geven voor De Wedstrijd van deze zomer op SNV. Wie lukt het de grootste zonnebloem te kweken. Volgens Leo tuin 221 – moeten we dan ook een categorie maken voor de hoogste zonnebloem, want dat is echt iets anders. Bij deze dus.
Ook voor de kinderen De kinderen op SNV kunnen natuurlijk ook meedoen met de zonnebloemen- en pompoenenwedstrijd en krijgen hun eigen categorie. Misschien dat de vaders en moeders, opa‘s en oma‘s ze willen helpen met allerlei tips hoe je ze het best kunt verzorgen. Er zijn ook leuke kinderboeken te leen in de bieb die over tuinieren gaan en in de loop van het jaar besteden we er ook in Schoffelen aandacht aan. Het keuren We hebben de tuincommissie gevraagd om te keuren en de winnaars te bepalen. De heren en dame van de tuincommissie hebben hier heel enthousiast op gereageerd en we zijn dan ook blij deze uiterst belangrijke taak bij hen uit handen te kunnen geven. Tuincommissie, heel hartelijk bedankt!
Zonnebloemen Zonnebloemen komen origineel uit Zuid Amerika en werden in 1530 door Spaanse zeelieden naar Europa gebracht. Ze gedijen het best op een zonnige plek waar in de loop van de middag wat schaduw komt. Ze hebben best aandacht nodig, mogen niet te droog komen te staan en ook zul je af en toe moeten bemesten. De zaadjes gaan in mei de volle grond in, dan is het warm genoeg voor de zaden om te ontkiemen. Een leuk verschijnsel van de zonnebloem is Heliotropisme. Dat is wanneer de onvolwassen bloemknop reageert op het blauwe deel van het spectrum. Overdag draait de bloemknop met de zon van oost naar west mee en in de nacht draait de bloemknop weer naar het oosten. Wanneer de zonnebloem gaat bloeien ‗verstijft‘ deze in de oostelijke stand waardoor de bloem altijd naar het oosten wijst. Toch leuk om te weten! We zouden het heel leuk vinden wanneer je met ons meedoet aan deze ‗wedstrijd‘. Niet in de laatste plaats om deze vrolijke blom in veel tuinen te zien bloeien. Laten we er eens een zomers plaatje tegenaan gooien in deze koude tijd. Hier zit mevrouw Frieswijk vol Pompoenen trots met zijn oogst van afgelopen zomer. Net als zonnebloemen zijn er pompoenen in veel soorten en maten te vinden. Ook op SNV zijn er nogal wat verschillende pompoenen te bespeuren. De pompoen is een De categorieën zijn: zeer oud cultuurgewas – ook al uit Zuid Amerika – en werden al Voor volwassenen: tussen 9000 en 7000 jaar voor Christus verbouwd; in de 16e eeuw De grootste zonnebloem (de diameter van de bloem) werd de pompoen in Europa geïntroduceerd. Met pompoen kun je De hoogste zonnebloem van alles doen, hoewel niet alle soorten voor van alles geschikt zijn. De grootste pompoen Zo is het ene ras is geschikter om jam van te maken dan het andere Voor kinderen gelden dezelfde categorieën. ras. Maar hoe dan ook, pompoenen zijn altijd blikvangers in een tuin. Pompoenen houden van warmte, dus geef ze een zonnige plek op je tuin. Je kunt met pompoenen in de volle grond starten, dus je hoeft ze niet eerst op te kweken in een kas. Belangrijk is dat je de pompoenen een beetje verwent met de grond. Lees dus vooral in boeken of op internet hoe je de grond rijk kunt maken. Je kunt op internet veel goeie tips vinden en op SNV zijn veel tuinders met ervaring in het kweken van pompoenen. Misschien dat zij hun pompoen-geheimen met je willen delen.
Nou, dat is het dus. Laat ons weten als je met ons meedoet. We lopen dan in de loop van het jaar eens bij je langs om voor Schoffelen over je zonnebloemen en/of pompoenen te schrijven. Zie je dan!
Pagina 12
S c h off el en
Brandnetel (Urtica dioica) Door Ati Het is februari en in mijn tuin groeit nog bijna niets . Als ik beter kijk zie ik dat de brandnetel als eerste zijn giftige kop opsteekt. Dit kruid is volgens mij met stip de bekendste onkruid in de moestuin Wie is er niet als kind in de brandnetels gevallen, met alle pijnlijke gevolgen van dien. Wikepedia zegt over de brandnetel: De botanische naam Urtica dioica komt van het Latijnse uro "ik brand", wat verwijst naar de pijnlijke brandharen van de plant. In Nederland en België komen de grote brandnetel en de kleine brandnetel voor. De bovengrondse delen van brandnetel zijn rijk aan carotenen, vitamine C en ijzer. Ook komt vitamine D in de plant voor. Tot 20 % aan kiezelzuur, kalium en nitraat kan in de plant voorkomen. Brandnetels worden gemeden door de mens omdat de brandharen van de plant bij aanraking zeer pijnlijk zijn. Aan de top van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanraking in de huid vast komt te zitten. Daarbij breekt de knop van de brandhaar af en komt een mengsel van stoffen in de huid die de
brandende en langdurig aanhoudende pijn veroorzaken. Ook ontstaan op de huid lichtere, jeukende bultjes, die netelblaren worden genoemd. . Onderzoek uit 2006 toonde aan dat oxaalzuuren wijnsteenzuur waarschijnlijk de veroorzakers van de aanhoudende pijn zijn. De enigste manier om van de brandnetel af te komen is door hem met wortel en al te verwijderen. Ook is het slim om te zorgen dat hij niet tot bloei komt. Mocht je onverhoopt gestoken zijn door een brandnetel zijn er allerlei huismiddeltjes tegen de jeuk. Gekneusde bladeren van de weegbree en hondsdraf schijnen de jeuk weg te nemen. Meer effectief is het om een beetje oorsmeer op de plek te smeren. Als je brandnetel uit je tuin schoffelt loont het om van de uitgerukte planten gier te maken. Dit is een plantaardig middel tegen luizen. Brandnetelgier recept Het best bereid je brandnetelgier in het voorjaar. Meng i kilo niet bloeiende brandnetels in een open vat met 10 liter water. Roer gedurende twee weken tweemaal daags in het vat. Verwijder de brandnetel. Het is nu klaar voor gebruik. Bij het sproeien moet je het wel nog eens tien keer verdunnen. Deze gier is ook geschikt om te gebruiken als mest.
Brandnetel schoffelend de pan in ……. Brandnetel word al eeuwenlang gebruikt. Volgens de overlevering zijn het de Romeinen die verantwoordelijk zijn voor de brandnetel in onze omgeving. Zij maakten van de netel een zalf om de bloedsomloop te stimuleren. Brandnetel werd later onder andere gebruikt om papier te maken. De vezels uit de stengels zijn sterk genoeg om te weven tot stof. Het gebruik van brandnetelstof is minder lang geleden dan je zou denken. De uniformen van de Duitse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog werden gemaakt van brandnetel. De afgelopen jaren is stof van brandnetelvezel weer in de mode. Het past in de toenemende vraag naar duurzaam geproduceerd textiel. In het voorjaar word brandnetel veel gebruikt bij vastkuren. Thee van brandnetel is bloedzuiverend en vochtafdrijvend ( en lekker) . Gebruik jonge toppen voor de thee. Van de jonge toppen kun je een lekkere soep of voorjaarsstamppot maken. Het word ook gebruikt in ''kruudmoes'', dit is karnemelkse pap met vlees en veel groene kruiden. Kruudmoes is een echt streekgerecht afkomstig van de Veluwe. Daar mag het wat mij betreft ook blijven, ik vind karnemelkse pap smerig. Daarom eindig ik met het recept voor een hartige kwarktaart. Brandnetelkwarktaart Voor 4 tot 6 personen 200 g tarwebloem een snuifje zout ½ l water 100 g boter + 10 g voor invetten 500 g kwark 100 g neteltopjes 2 eieren 3 el bieslook
Bereidingswijze
Maak een deeg van de bloem, boter water en zout. Kneed een bol en zet 30 min. in de koelkast. Blancheer de neteltopjes en laat ze goed uitlekken. Verwarm de oven op 180°C. Rol het deeg uit en leg het in een beboterde taartvorm, prik enkele gaatjes met behulp van een vork. Meng de kwark met de geblancheerde brandneteltopjes, de geklutste eieren en de gesnipperde bieslook. Vul de taartbodem met dit mengsel. Laat 25 min. bakken in de voorverwarmde oven
Voor een prikkelend dagje uit ….. Als je deze zomer op weg bent naar de friese meren sla dan vooral eens af bij Emmeloord richting Kraggenburg. Hier bevindt zich een uniek pretpark Brennels Buiten. Dit door bob Crebas opgezette terein is een brandnetelbelevingspark. Tering, denk je dan, als ik een brandnetelbeleving wil ga ik wel in de tuin van de buren liggen op mijn eigen complex. Maar dat is toch iets anders. Bob, rijk geworden door de verkoop van marktplaats, is producent van het enige kledingmerk gemaakt van brandnetelvezelstof. Hiervoor zijn natuurlijk heel veel brandnetels nodig. Wat zou het leuk zijn om dat te combineren met een ecologisch dagje uit, dacht Bob. Zo ontstond Brennels Buiten. Inmiddels is het een fijn recreatiestrand met tal van sport mogelijkheden en een fijn restaurant, je kunt je laten voorlichten over duurzame stoffen en als je je zwembroek vergeten bent kun je er 1 kopen van brandnetel in de kampwinkel. Huisdieren zijn niet toegestaan. Ook te vinden op www.brennelsbuiten.nl
Pagina 13
S c h off el en
Leg neer die bal Door Leo Van de uilensoorten die in onze regio voorkomen, is er één een regelmatige broedvogel op ons complex, namelijk de Ransuil (Asio otus). Door de jaren heen hebben we op verschillende plekken broedgevallen gehad. Het meest opvallende kenmerk van deze uil zijn de opstaande oorpluimen. Dit zijn geen oren, maar herkenningspunten voor de uilen onderling. De echte oren zitten op de plek waar je ze zou verwachten, namelijk aan de zijkanten van de kop. Bijzonder is echter dat de gehooropeningen niet op dezelfde hoogte zitten. Dit zorgt ervoor dat de uil heel goed richting van geluid kan waarnemen. Dit is wel nodig ook als je een nachtjager bent. Uilen kunnen op gehoor een muis vangen, voorwaar een bijzondere prestatie! Heb je ooit wel eens een muis door je tuin horen lopen? Uilen dus wel! Elke nacht eet een volwassen uil wel 2 á 3 muizen. Op ons complex zijn dat voornamelijk veld- en spitsmuizen. Voor ons tuinders zijn het vooral de veldmuizen die schade aanbrengen aan bijvoorbeeld zaaigoed. Spitsmuizen zijn insecteneters en helpen ons van allerlei gedierte af. Uilen lusten echter ook wel een vogeltje en een torretje. Zelfs ratten worden door uilen gegeten. Een uil lijkt een klein snaveltje te hebben maar het grootste deel van de bek en snavel zitten achter veren verborgen. Een complete muis, vogel of kleine rat wordt dan ook in één keer naar binnen gewerkt, met huid en haar. Wat erg bijzonder is aan de uil is zijn/haar verenpak. Vooral met het einde van de vleugelveren is iets speciaals aan de hand. Ze zijn zo gemaakt dat er tijdens het vliegen geen enkel geluid door ontstaat. Een uil kan vlak langs je vliegen en je hoort totaal niets. Wel logisch deze aanpassing, want anders hoor je de muizen niet maar je eigen vleugels. Na het verorberen van de maaltijd worden de onverteerbare delen apart gehouden. In een apart soort maag wordt er een balletje van de resten (botten, haar, veertjes,dekschilden van kevers) gemaakt. Dit balletje wordt vervolgens uitgebraakt, vandaar de naam braakbal. Door het uitpluizen van zo‘n braakbal kunnen we dus te weten komen wat de uil heeft gegeten. In sommige situaties is dit zelfs de enige manier om te zien welke soort muizen er voor komen op een bepaalde plek. Braakballen zijn dus een soort gewatteerd onderdelen pakket. Bij de natuurlessen die mijn vriendin geeft aan kinderen wordt braakballen pluizen dan ook als heel spannend ervaren. Tijdens een van mijn wandelingen over het complex vond ik ter hoogte van tuin 819 een braakbal. Thuis uitgeplozen en er bleken resten in te zitten van 2 veldmuizen in verschillende grootten, onder andere een heel mooi compleet schedeltje. Vind u ergens een grijzig balletje (rond 3-4 cm) dan is het de moeite om te kijken of er nog leuke onderdelen te vinden zijn. Ik hoop dan ook dat er nog lang en vaak gebraakt wordt op de tuin, maar alleen door uilen want die maken er geen geluid bij
Weetjes uit de krant Verzameld door Marjo PANDAPOTS Vaak worden er op onze tuin plantjes in potjes gedaan om te kweken of voor de sier. Deze tip over potjes gaat over plastic potjes die wij eventueel gebruiken. Je kunt het een groene tip noemen. Een term die we met z‘n allen veel tegenkomen in de media; groen staat voor de wijze waarop we positief met de natuur omgaan. Dit betekent ook dat we materiaal kunnen gebruiken wat goed afbreekbaar is en onze natuur niet schaadt als afvalverwerking. Welnu: de PANDAPOTS zijn zo‘n groen alternatief voor plastic potjes. Zij bestaan voor 70 procent uit bamboe, afkomstig van het restafval van de productie van onder andere Chinese eetstokjes. Binnenshuis hebben de ‗Pandapots‘ een levensduur van ongeveer tien jaar. Buiten in de aarde gaan zij zeker drie jaar mee en geven ze bij het vergaan voedingsstoffen terug aan de aarde (bodem) Een gebroken pot zal in ongeveer een jaar door de aarde opgenomen zijn. VOLLEDIG RECYCLEBAAR dus. Simpel gezegd: in de kringloop van de natuur verwerkt. De potjes worden milieuvriendelijk geproduceerd, energiezuinig en zonder uitstoot van broeikasgassen. Ook door TNO getest. De kleuren van de potjes worden gemaakt met natuurlijke pigmenten. De bamboe plantenpotten zijn binnenkort te koop in Nederland! Jullie kunnen op de website tuinzaken.nl hierover nalezen. IJSSTOKJES De zomer is er vooral voor geschikt om lekker en veel ijsjes te eten. Uit potjes, maar ook aan stokjes. Je kent ze wel; de mooie houten stokjes. TIP: ijsstokjes in de zomer verzamelen en gebruik ze als plantensteker in de aarde. Schrijf er met een watervaste stift de plantennaam op. Zo weet je precies welk plantje gezaaid is of er nog moet komen op die plek! Eksters zijn de hangjongeren van de vogelwereld. Ze maken een hoop herrie en zijn overal voor in. Ze zijn enorm nieuwsgierig en eten alles wat ze kunnen krijgen, of het nou patat is of jonge zangvogeltjes. Daardoor heeft deze zwart-witte vogel met zijn lange staart niet zo‘n goede reputatie. Toch zijn het zeer intelligente vogels. Bijna overal kunnen ze zich handhaven. Hun favoriete woonplaats is in hoge bomen.
Pagina 14
S c h off el en
Plas in de moestuin Surendra Pradhan zetten een veldje van de universiteit in de Finse stad Kuopio vol koolplanten. De eerste groep planten liet hij op natuurlijke wijze groeien, de tweede groep behandelde hij op gezette tijden met kunstmest. Voor de derde groep koos hij een minder conventionele behandeling: eens in de zoveel dagen goot Pradhan een beker menselijke urine over de grond rond de planten. Waarom urine? Omdat die stoffen als stikstof, fosfor en kalium bevat., belangrijke ingrediënten van kunstmest. Uit eerdere studies was al gebleken dat gerst en komkommer goed gedijen op mensenplas. Toen Pradhan na 89 dagen ging oogsten, bleek de kool die urine toegediend hadden gekregen inderdaad groter dan de kunstmestkool en de onbemeste kool. Vermoedelijk komt dat doordat de planten de voedingsstoffen uit vloeibare urine makkelijker opnemen dan die uit de kunstmestkorrels. Zat er geen raar smaakje aan de kool? Om dat te testen maakte de onderzoeker zuurkool van alle soorten kool die hij gekweekt had. Deze legde hij voor aan een smaakpanel. Elke zuurkool scoorde goed. Acht proevers vonde de zuurkool van onbemeste kool het lekkerst, zeven kozen voor de beplaste zuurkool en vijf gaven de voorkeur aan zuurkool van kool die met kunstmest groot was geworden. Voor Pradhan reden genoeg om te beweren dat urine, vooral in de derde wereld een prima vervanger van kunstmest kan zijn. WACHT! Nog even een waarschuwing voordat je naar buiten rent om je blaas te
'Je kunt er niet om het even wat laten groeien', zegt Van Cotthem. 'Je moet rekening houden met de klimaatzone en met het ultraviolette licht. Zo moet je niet proberen om in IJsland meloenen te kweken.' 'Er zijn vruchtensoorten die perfect gedijen in Zuidwest-Algerije. Meer zelfs: veel van de vruchten die wij eten, zijn ginder gekweekt, of toch minstens in het mediterrane klimaat. Denk maar aan watermeloenen, meloenen, papaja's en avocado's.Wij gooien hun zaden weg, maar voor de mensen ginder zijn ze dus perfect bruikbaar.Wij hebben ze maar te drogen en aan hen te bezorgen.' Zaadjes drogen is niet moeilijk. Je ontdoet ze van het vruchtvlees, spoelt ze en laat ze drogen op een blad huishoudpapier.Volgens Van Cotthem zal 75 tot 90 procent van de zaden die wij op die manier recupereren ook daadwerkelijk kiemen. 'Ik heb het thuis allemaal al eens getest in een serre. Het werkt, die plantjes groeien schitterend.' Solidariteit Willem Van Cotthem was de voorbije jaren zeven keer in Zuidwest-Algerije. Vanaf zijn volgende bezoek wil hij voor de families in de vluchtelingenkampen zaden meebrengen, netjes gesorteerd per soort. Zaadjes van een Galiameloen horen niet bij die van een Cavaillon, een gele honingmeloen is nog iets anders dan een Cantaloupmeloen.Van Cotthem: 'Het onderscheid maken is makkelijk. Meestal hangt er gewoon een sticker met de naam op zo'n meloen.' Of het niet makkelijker is om zaden te kopen? Van Cotthem: 'Dat is veel te duur.Voor die mensen zijn die zaden onbetaalbaar. Als wij ze betalen zijn we direct een flink stuk van ons budget kwijt, en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Het is gewoon een kwestie van solidariteit. Daarom dacht ik: als ik nu eens mijn vrienden aanspreek? Die eten allemaal toch wel eens een meloen?'
legen in de moestuin. De urine mag niet in direct vontact komen met de plant. Die zou daardoor schade kunnen oplopen.
Richten op
de aarde dus. Bron: Maak nooit je bed op—115 nieuwe wetenschappelijke tips voor het dagelijks leven.
Denk hier eens aan als je een meloen eet Uit: Het Nieuwsblad 'Haal de zaadjes uit uw meloenen, watermeloenen, papaja's en avocado's. Droog ze en stuur ze naar mij!' Dat vraagt de Gentse professor Willem Van Cotthem. Hij brengt de zaden eigenhandig naar vluchtelingenkampen in Algerije, bij mensen voor wie ze onbetaalbaar zijn. Willem Van Cotthem is niet de eerste de beste. Deze Gentse hoogleraar emeritus kreeg wereldfaam met zijn ontdekking van Terracottem, een grondverbeteraar die water kan vasthouden.Vandaag wordt Terracottem wereldwijd gebruikt om onder meer voetbalvelden en golfterreinen groen te houden. Met een deel van de opbrengst zorgen Van Cotthem en zijn medewerkers ervoor dat in droogtegebieden in het zuiden toch aan land- en tuinbouw kan worden gedaan. Familietuintjes Op dit ogenblik werkt professor Van Cotthem in een project van Unicef waarbij in de vluchtelingenkampen van de Sahrawis in de Sahara in Zuidwest-Algerije met Terracottem familiale tuintjes worden opgezet. Er zijn er nu al een duizendtal.Tijdens de winter kweken de mensen daar groenten, maar tijdens de hete zomers (bij temperaturen van soms wel 50 graden) is groenten kweken uitgesloten en moeten ze fruit kunnen laten groeien. Maar welk fruit?
U kan uw goed gereinigde en gedroogde zaden sturen naar professor Willem Van Cotthem, Beeweg36, 9080Zaffelare. Belgie Dit artikel stond in 2007 in verschillende Belgische dagbladen. Het initiatief van professor van Cotthem loopt nog steeds; meer dan dat zelfs, het loopt heel goed! En dat is maar goed ook want het gaat om duizenden familie– en schooltuintjes in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Als je het leuk vindt om dit project te volgen dan is er een uitgebreide website waarop veel te lezen is.: zadenvoorleven.wordpress.com
eb ru ru ar ar ii 2 20 01 10 0 ,, n nu um m mer mer 11 FF eb
Kinderpagina Over het bijvoeren van vogels Esther Oosterveer Vorig jaar toen ik in de winter op de tuin kwam, lagen er twee dode vogels op het gras. Ik vond dat zielig. Het was toen erg koud buiten. Vanaf die dag ging ik regelmatig naar de tuin om de vogels te voeren, maar ik weet niet zeker of ik het toen wel goed heb gedaan. Vaak kwamen de grootste vogels het eerst om alles weg te pikken. Daarom heb ik op internet informatie gezocht, over hoe je dat het beste kunt doen. Eigenlijk mag je het hele jaar de vogels voeren, maar ik wil het alleen over de winter hebben. In de winter kunnen vogels weinig insecten, bessen en zaden vinden. Vogels komen daarom in de winter dichter in de buurt van je huis. Het kost de vogels in de winter veel energie om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Ik las dat in een koude nacht kleine vogels wel tien procent van hun gewicht verliezen. Ze willen dus graag s‘ochtends voer, maar ook aan het eind van de dag om de nacht weer door te komen. Aan de vorm van de snavel van de vogel kun je zien wat een vogel lekker vindt. Een merel trekt met zijn lange spitse snavel regenwormen uit de grond. Een boomklever heeft een dunne snavel om insecten uit de bast van de boom te kunnen halen. En een vink heeft een sterke kegelvormige snavel om zaden en pitten te kraken.
O kijk, die tak wandelt ! Door Ricardo Fraaye De wandelende takken vervellen in de eerste maanden van hun leven zes keer. Bij de voortplanting van de wandelende tak is geen mannelijk diertje nodig. De vrouwtjes kunnen eitjes leggen die niet bevrucht zijn en toch levensvatbaar. Uit die eitjes komen ook bijna altijd weer vrouwtjes. Tussen elke 500 takken zit misschien maar één mannelijk takje. De vrouwtjes leggen ongeveer 10 eitjes per dag die na ongeveer 3 maanden uitkomen. De eitjes zijn ongeveer 2 mm lange, donkerbruine miniatuur-kippen-eitjes met een geel knopje erop. Dat knopje is een dekseltje. Na 3 maanden wordt dit dekseltje opgetild en verschijnt er binnen een kwartier een takje van maar liefst 10 mm. De pasgeboren takjeswegen nog bijna niets. In de vrije natuur komt dat goed van pas. Ze laten zich met de wind meewaaien zodat ze verspreid worden.
Pagina 15
Met deze informatie heb ik nooit rekening gehouden. In de winkels zie je meestal alleen de vetbollen, en de pinda‘s. Maar die zijn niet goed voor alle vogels. Wat vinden de tuinvogels dan wel lekker om te eten? Merel, zanglijster, koperwiek en spreeuw: Brood, gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, etensresten (rijst en aardappelen) zonder zout. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met een beschutte plek in de buurt. Mezen: Vetbollen, ongebrande en ongezouten pinda‘s, kokosnoot, vogelzaad en zonnepitten. Voerplaats: Voedertafel of voederhuisje, opgehangen in een boom. Winterkoning, heggemus en roodborst: Meelwormen, vogelzaad, broodkruimel, maden en larven, ongekookte havermout. Voerplaats: sneeuwvrije plaats, op de grond strooien, het liefst onder struiken. Mussen, vink en groenling: Bruinbrood, onkruid-zaden, gemengd strooizaad, zonnepitten en etensresten zonder zout. Voerplaats: Op de grond, voedertafel kan ook. Specht, boomklever en boomkruiper: Spek-zwoerd, ongebrande en ongezouten pinda‘s vetbollen zonnepitten. Voerplaats: Vast maken aan een boomstam en op een rustige plaats. Nog wat tips: met een stuk gaas of een speciale korf over het voedsel, kan je voorkomen dat kraaien en meeuwen alles op schrokken. Geef het eten in kleine hoeveelheden, anders kan het bederven en trekt het ongedierte aan, bijvoorbeeld: muizen en ratten. Inde winter hebben de vogels ook water nodig. Om te drinken, en om in te badderen. Als het heel hard vriest , kun je ook geschaafd ijs geven. Maar geef geen warm water. Vogels willen dat misschien wel graag, maar ze kunnen daarna makkelijk bevriezen. Ik zelf heb door dit stukje te schrijven veel geleerd over het bijvoeren van vogels in de winter. Maar ik kan helaas nog maar weinig vogels herkennen.
Heksenbezems Door Esther Oosterveer Het is wel een beetje raar om een stukje te schrijven, als je zelf niet op de tuin bent. Het staat dan wat ver van je af. Eerlijk gezegd heb ik nu ook nog geen zin om naar de tuin te gaan. Ik heb wel wat gevonden om over te schrijven. Heksenbezems Als je over ons tuincomplex loopt, zie je in de bomen soms donkere bollen van fijne takjes zitten. Ik dacht eerst dat het grote nesten waren, die de vogels er hadden gebouwd. Vooral in de winter is het goed te zien. Maar dat is het niet. Meestal zie je ze in berken, die je makkelijk herkent aan de witte schors. Vroeger begrepen de mensen niet hoe die donkere bollen in de bomen terecht kwamen. Nu ook nog niet altijd, want ik wist het ook niet. Maar de mensen dachten dat er s‘nachts heksen op bezemstelen rondvlogen. Als die per ongeluk in zo‘n boom terechtkwamen, gingen ze er snel vandoor. En omdat ze niet gezien wilden worden, lieten ze hun bezems in de boom achter. Zo kwam de naam heksenbezems in de wereld. Maar nu weet ik wel wat het is. Zo‘n donkere bol van takjes ontstaat op een plaats waar een schimmel een knop van de boom heeft aangetast. De eerste fijne takjes die daaruit groeien, krijgen knopjes waar ook weer fijne takjes uit groeien. En zo wordt het een dichte bos.
S c h off el en Clubblad door en voor leden van vtv Streven naar Verbetering Redactie:
Schoffelen komt zes keer per jaar uit, in de maanden: februari—april—juni—juli—augustus—november Als je wilt adverteren in Schoffelen kun je contact met
Ati
ons opnemen via het redactie e-mailadres. Wil je iets
Ellen
uit de inhoud van Schoffelen gebruiken, dan vragen we
Jane
je eerst contact met ons op te nemen
Marjo
Ons adres: de brievenbus bij de bestuurskamer of emailadres:
[email protected] pdf van de Schoffelen is te downloaden op www.redactiesnv.nl
Kinderpagina: Esther Eindredactie: Ellen
Op 10 april is het weer zover: de nieuwe Schoffelen wordt bezorgd op uw tuin. Bent u er niet? Geen probleem en kijk in uw brievenbus. Heppie die nog niet? Maak er een …. hierbij enkele voorbeelden
De merel houdt van je gazon. Daar vindt hij
Als je in de schemering een grote wolk vogels
zijn favoriete maaltijd: regenwurmen. Maar
ziet, zijn dat vaak spreeuwen die zich opmaken
ook fruit en bessen staan op het menu van
voor de nacht. Individueel vallen de vogels niet
deze zwarte vogel en zijn bruine echtgenote.
zo op: ze zijn donker gekleurd, iets kleiner dan
Hij bouwt zijn nest soms dicht bij uw huis,
een merel, en ze hebben een witgespikkelde
zodat u in het broedseizoen steeds activiteit
borst. De spreeuw zoekt zijn eten op gazons,
in de tuin ziet. De jonge merels lijken erg onhandig, maar hun caprio-
akkers en weilanden. Hij broedt het liefst in
len zijn meestal gewoon vliegoefeningen. Houd dan de kat even bin-
een holte in een boom, in kieren of spleten van gebouwen, of in een
nen.
nestkast. De gaai is van oorsprong een schuwe bosbe-
De vink is eigenlijk overal te vinden waar bo-
woner. Tegenwoordig voelt hij zich ook in
men zijn. Hij nestelt in hagen en houtwallen,
stadse tuinen thuis. Eikels vormen het hoofd-
maar ook in tuinen en parken. Met zijn par-
menu van de vroege herfst tot laat in het
mantige witte streep is hij goed te herkennen.
voorjaar. Daarnaast eten gaaien zaden, fruit en
De vink scharrelt zijn maaltijd het liefst op de
insecten (vooral rupsen en kevers). In de broedtijd roven ze soms een ei of jonge vogel. Gaaien komen wel af op voedertafels en zelfs pindanetjes. Vooral ‘s ochtends vroeg, als iedereen nog slaapt!
grond bijelkaar. Maar hij wil daarbij wel in de buurt van begroeiing blijven.